Nieuwsbrief december 2008
Personeelstekort? De oplossing is simpel
Special Zwemonderwijs - Reddingsbrigade Nederland kiest voor Zwem-ABC - Nederlands zwemonderwijs in het buitenland - Aantal kinderen dat zwemdiploma haalt stijgt - Peuters kunnen zichzelf redden in het water - Verschillende zwemlesmethoden: wat werkt het beste?
Zwemscholen stijgen in populariteit
Inhoudsopgave
Colofon Deze Nieuwsbrief wordt uitgegeven door het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ, het branche-instituut van de zwembaden in Nederland. De Nieuwsbrief verschijnt vijf tot zes keer per jaar. Bij het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ aangesloten organisaties ontvangen gratis een exemplaar van deze Nieuwsbrief. Redactie Communicatie in Zaken, Nieuwerkerk aan den IJssel Hoofdredacteur Marjolein van Tiggelen Aan dit nummer werkten mee Crista Herder Ronald ter Hoeven Michiel Selten Thamar Henneken Nieta Sprang Vormgeving Studio HEIN, Breukelen Coverfoto Zwembad ’t Zwanemeer, Gieten Redactie-adres Postbus 119, 3970 AC Driebergen Telefoonnummer: (0343) 51 81 18 Faxnummer: (0343) 53 10 80 Website: www.npz-nrz.nl Email:
[email protected] Druk De Raat & De Vries, Amsterdam Adverteren? Nationaal Platform Zwembaden | NRZ Crista Herder Telefoonnummer: (0343) 51 81 18 Fax: (0343) 53 10 80 E-mail:
[email protected] Oplage 1.800 exemplaren Copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ. Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ is niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden in deze uitgave. Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ is niet verantwoordelijk voor handelingen van derden welke mogelijkerwijs voortvloeien uit het lezen van deze uitgave. Jaargang en nummer 2008, nummer 5, jaargang 22 © Nationaal Platform Zwembaden | NRZ ISSN 18760511
2
2 3 3 4 5 6 7 7 8 10 10 10 10 10 11 12 14 14 15 17 17 18 20
Hoofdprijswinnaars actie 2000-meter-zwemmen Zwemles in beweging – Voorwoord Ronald ter Hoeven Agenda Het Zwem-ABC: toen nu en in de toekomst Nederlands zwemonderwijs in het buitenland Vernieuwde BREZ in 2009 Aantal kinderen dat zwemdiploma haalt stijgt Reddingsbrigade kiest voor het Zwem-ABC Het kind of de beweging centraal in het zwemonderwijs? Nationaal Platform Zwembaden | NRZ op Hyves Tip: gebruik ebruik van materiaal bij Zwemvaardigheidsdiploma Snorkelen Tip: waterschoenen laten rouleren bij afzwemmen Zwem-ABC Klanttevredenheidsonderzoek 2008 Extra aandacht voor erkende zwembaden, zwemverenigingen en zwemscholen Peuters kunnen zichzelf redden in het water 10 jaar Zwem-ABC: evaluatie en terugblik Coördinator wordt consulent Nieuwe consulent regio Noord voor zwembaden, zwemverenigingen en zwemscholen Help, het zwembad verzuipt… in het personeelsprobleem Aquafit4you: het werkt echt! Incompany-trainingen: kennis en informatie naar uw wensen Doelgroepen in de Spotlights – Verfrissende variaties voor de aquasporter Zwemscholen stijgen in populariteit
Special Zwemonderwijs Bijlagen bij deze nieuwsbrief • Verschreven diploma’s kunnen worden omgeruild tot en met 31 december 2008 door middel van het formulier van de omruilregeling dat u bij deze Nieuwsbrief ontvangt • Persoonlijke uitnodiging Doelgroepen in de Spotlights
Hoofdprijswinnaars actie 2000-meter-zwemmen Tot en met eind september 2008 konden er nog kaarten worden ingestuurd voor de actie 2000-meter-zwemmen. De actie is afgelopen en dat betekent dat de hoofdprijswinnaars van 2008 bekend zijn. Uit de duizenden ingezonden kaarten zijn vier winnaars getrokken die de hoofdprijzen in ontvangst nemen tijdens een feestelijke uitreiking. De winnaars ontvangen een cheque ter waarde van € 450,-. De hoofdprijswinnaars van de actie 2000-meter-zwemmen 2008 zijn: • M. Sol, zwemmend bij Zwembad De Kerkvlekken te Havelte • Daan Pouwels, zwemmend bij Werkenrode School te Groesbeek • L. van Belzen, zwemmend bij Zwembad De Schots te Den Helder • L. Borstrok, zwemmend bij Sportcentrum De Vijfsprong te Rucphen De actie 2000-meter-zwemmen is banenzwemmen met een extra dimensie. De deelnemers zwemmen zo vaak als ze wensen. Per keer 250 of 500 meter. De gezwommen afstand wordt afgetekend op een kaart, waarop plaats is voor maximaal 2000 meter. Is de kaart vol, dan wordt deze naar het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ gezonden. De deelnemers kunnen zo vaak ze willen aan een nieuwe kaart beginnen.
Elke maand worden er uit alle inzenders drie personen getrokken die een prijs in ontvangst mogen nemen. De actie van dit jaar is helaas afgelopen. Wilt u banenzwemmen en daarmee kans maken op prijzen? Neem dan volgend jaar deel aan een nieuwe actie 2000meter-zwemmen.
De winnaars ontvangen een cheque ter waarde van € 450,-
Voorwoord Zwemles in beweging Zwemles is voor zwembaden, zwemscholen en zwemverenigingen een belangrijke activiteit. Zowel bedrijfseconomisch, sociaal maatschappelijk als marketingtechnisch is het geven van zwemlessen een kernactiviteit. Op 1 oktober 2008 bestond het Zwem-ABC 10 jaar. Tijd om de balans op te maken en vooruit te kijken naar de toekomst van het zwemonderwijs in Nederland en daarbuiten. Sinds de komst van het Zwem-ABC is er veel veranderd in het zwemonderwijs. Waar het voorheen mogelijk was om met droge haren het A-diploma te behalen, biedt het huidige Zwem-ABC een scala aan vormen waardoor de kinderen voorbereid zijn op een leven lang zwemplezier.
decennia veel gesproken over didactische principes en methodes. Op dit moment lijkt echter de pedagogische invalshoek een revival te maken. Logisch, het kind staat in onze maatschappij centraler dan ooit. In deze nieuwsbrief kunt u lezen hoe deze ontwikkeling weerslag kan hebben op ons zwemonderwijs.
Met name de toevoeging van borst- en rugcrawl, waardoor de zwemsport een enorme impuls heeft gekregen en het zwemmen door het gat, waardoor oriëntatie onder water in het pakket is gekomen, zijn opvallende verbeteringen. De vraag is dan ook of we tot in lengte van jaren uitontwikkeld zijn.
Dat zwemonderwijs van groot belang is, blijkt eens te meer uit de ruimte en middelen die de ministeries van OCW en VWS hebben gegeven aan een onderzoek naar zwemvaardigheid, het 10-puntenplan. Het is van belang dat er naast deze impuls op verschillende terreinen door een grote groep onderzoekers onderzoek wordt verricht. Alleen hierdoor kunnen we onderbouwde uitspraken doen over zwemonderwijs en ons product verbeteren.
Een belangrijke ontwikkeling in het basisonderwijs is de hernieuwde aandacht voor het kind Het antwoord is met stelligheid ‘nee’. Stoppen met ontwikkelen van zwemonderwijs is in velerlei opzichten onverstandig. De maatschappij ontwikkelt zich sneller dan ooit en stilstand is dan ook direct achteruitgang. Daarnaast blijkt dat de verscheidenheid aan inzichten in de rest van de wereld boeiend is om te beschouwen. Het is dan ook niet meer dan logisch dat er de afgelopen periode congressen zijn bezocht in Griekenland en Duitsland door medewerkers van onze organisatie om nieuwe inzichten op het gebied van zwemonderwijs te leren kennen. Een belangrijke ontwikkeling in het basisonderwijs is de hernieuwde aandacht voor het kind. In het basisonderwijs is de afgelopen
Welke rol speelt het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ hierin? Het komende jaar wordt het Zwem-ABC en het systeem van kwaliteitsbewaking uitgebreid geëvalueerd. Deze evaluatie start met een aantal vragen die in het klanttevredenheidsonderzoek zijn opgenomen, daarnaast wordt in verschillende werkgroepen aandacht besteed aan de evaluatie. Indien blijkt dat de evaluaties daartoe aanleiding geven, zal er een proces opgestart worden, waarbij kennis uit een aantal vakgebieden leidt tot een verbetering van het Nationaal Zwemdiploma in nauw overleg met zwembaden, zwemscholen, zwemverenigingen, brancheorganisaties, wetenschappers en de overheid. In alle opzichten een boeiend perspectief voor iedereen die betrokken is bij het zwemonderwijs. Ronald ter Hoeven Directeur Nationaal Platform Zwembaden | NRZ
Agenda 24 november 2008
Training Bijzondere Kinderen, Driebergen NPZ Scholing & Training
2 december 2008
Workshop 2 Aquafietsen, Lelystad NPZ Scholing & Training
25 november 2008
Workshop 3 Aquafietsen, Lelystad NPZ Scholing & Training
4 december 2008
Workshop 1 Aquafietsen, Sittard NPZ Scholing & Training
9 december 2008
Studiedag Doelgroepen in de Spotlights, Heerenveen NPZ Scholing & Training
11 december 2008
Studiedag Doelgroepen in de Spotlights, Eindhoven NPZ Scholing & Training
11 december 2008
Kennisdag combinatiefuncties, Utrecht Vereniging Sport en Gemeenten
25 t/m 27 november Vakbeurs Leisure & Sport Totaal Ahoy Rotterdam 26 november
Algemene ledenvergadering RECRON Ahoy Rotterdam
1 december 2008
Training Bijzondere Kinderen, Driebergen NPZ Scholing & Training
2 december 2008
Workshop Zwemvaardigheidsdiploma Snorkelen, Nieuwegein NPZ Scholing & Training
3
Het Zwem-ABC: toen, nu en in de toekomst Op 1 oktober 1998 is het huidige Zwem-ABC officieel ingevoerd. Het Zwem-ABC is onderdeel van de (in totaal) 24 Nationale Zwemdiploma’s. Jaarlijks worden 500.000 diploma’s uitgereikt. Er zijn 1.200 zwembaden, zwemscholen en zwemverenigingen die de diploma’s afnemen. Ongeveer 250 rapporteurs en drie consulenten vervullen een belangrijke rol in de kwaliteitsbewaking. Prachtige cijfers, maar hoe staat het nu met het Zwem-ABC? Wat vinden de zweminstructeur, het hoofd zwemzaken en de manager van het Zwem-ABC?
“Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ verstrekt de Nationale Zwemdiploma’s en is initiator van innovaties die wenselijk zijn op het gebied van zwemonderwijs. Daarnaast ontwikkelt onze organisatie systemen om de kwaliteit van de Nationale Zwemdiploma’s te borgen”, vertelt Gert Wijnholts, manager Nationaal Zwemdiploma bij het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ. De keuze voor nieuwe Nationale Zwemdiploma’s in de vorm van het Zwem-ABC was in 1998 snel gemaakt; de oude A- en B-diploma’s voldeden niet meer. “Zwemveiligheid moest gerelateerd zijn aan datgene wat kinderen op dat moment nodig hadden om te kunnen participeren in de recreatiecultuur. De oude diploma’s waren primair gericht op de zwemslagen en minder op de benodigde zwemveiligheid. Het was tijd voor vernieuwing”, zegt Wijnholts, die betrokken was bij de totstandkoming van het Zwem-ABC. Ook Paul Swinkels, hoofd zwemzaken bij Zwembad Weert in Weert heeft nog met de oude diploma’s gewerkt. “Het oude A-diploma paste niet meer bij deze tijd met alle recreatieve en subtropische zwembaden. Bij het oude A-diploma kon je bij wijze van spreken bijna met droge haren afzwemmen.” Verschil met vroeger Roel Koops, manager van Zwembad De Wiel in Schagen, acht de veiligheid van de kinderen op zwemles nu vele malen hoger dan vroeger, zeker als zij de diploma’s A, B en C halen. “Het Zwem-ABC is veel meer een paspoort voor alle wateractiviteiten die kinderen op latere leeftijd gaan doen. Heel anders
“Misschien moet de kwaliteit van het Nationaal Zwemdiploma op een andere manier in de gaten gehouden worden”
4
dan het oude A-diploma waar veel ouders nog aan denken als zij hun kind opgeven voor de zwemles”, aldus Koops. Al is de combinatie Zwem-ABC volgens de manager uit Schagen wel iets waarover nagedacht moet worden, omdat de doorstroom van diploma B naar C een stuk minder is dan de doorstroom van diploma A naar B. Nationaal Zwemdiploma: nodig? “Voor de veiligheid en de herkenning is het goed dat er op dit moment eenduidigheid is in de vorm van één Nationaal Zwemdiploma waar de consument, de zwembaden, zwemscholen en verenigingen op kunnen vertrou-
wen”, zegt Wijnholts. Maik Steenbeek is zwemonderwijzer bij Zwembad De Kwakel in Utrecht en ook hij ziet het belang van de huidige situatie met één Nationaal Zwemdiploma. “Nederland is een waterland met veel slootjes en meertjes en daarom is het heel belangrijk dat kinderen een diploma hebben. Ieder zwembad, iedere zwemschool of zwemvereniging moet gelijke uitgangswaarden hebben ten aanzien van de zwemeisen”, vertelt Steenbeek vol overtuiging. Swinkels sluit zich daarbij aan: “Als niet
iedereen hetzelfde idee heeft over norm en niveau zijn niet meer alle kinderen zwemveilig als zij een diploma hebben. Het is belangrijk een Nationaal Zwemdiploma te houden”. Koops: “Het Nationaal Zwemdiploma is vergelijkbaar met het rijbewijs: voor de consument heeft het waarde dat dit certificaat landelijk uitgegeven wordt door één instituut en daardoor ook wordt gecontroleerd en verbeterd waar nodig”. Duidelijk, helder en transparant voor de ouders van kinderen op zwemles. Veranderen? Inmiddels is het Zwem-ABC alweer 10 jaar oud, maar voor een groot deel nog van toepassing op de huidige recreatie- en zwemactiviteiten. Zwemonderwijzer Steenbeek vertelt: “De eisen zijn nu voldoende. Kinderen bouwen het niveau geleidelijk op en dat is goed voor het leerproces”. Ook Swinkels vindt het huidige Zwem-ABC op dit moment aansluiten bij de praktijk. “Er zitten veel survivalaspecten in die belangrijk zijn wanneer kinderen bijvoorbeeld terechtkomen in een golfslagbad met stroomversnelling. Kinderen die het Zwem-ABC hebben, zijn zelfs zwemvaardiger dan de meeste ouders!”, aldus het hoofd zwemzaken uit Weert. Over de kwaliteitsbewaking van het Nationaal Zwemdiploma is Swinkels op dit moment niet altijd tevreden. “Mijn ervaringen met rapporteurs zijn heel wisselend. Ik heb wel eens beoordelingen gehad waar ik niet helemaal achter stond”, aldus Swinkels. Branche-instituut als kennisleverancier Volgens Wijnholts verdiept het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ zich momenteel in alle methodieken die nationaal en internationaal gebruikt worden in het zwemonderwijs, voor de toekomst. Kennis wordt verkregen vanuit de bewegingswetenschappen, pedagogiek, het bezoeken van internationale conferenties en contact met universiteiten, hogescholen en kennisinstituten in Nederland en in het buitenland. Paul Swinkels ziet die kennis terug in het contact dat hij heeft met de consulent. “De consulent is ons aanspreekpunt, die weet wat er leeft in de zwembaden en heeft goede kennis van zaken”, zegt Swinkels. Koops is
Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ verdiept zich momenteel in alle methodieken die nationaal en internationaal gebruikt worden in het zwemonderwijs, voor de toekomst
sceptischer: “Ik verwacht van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ meer advies naar aanleiding van onderzoek. Bijvoorbeeld optimalisering van het product zwemles naar aanleiding van onderzoek naar de wensen van de consument op het gebied van prijs, tijdsinvestering en plezier. Hoe kunnen we aan de verwachtingen van de klant voldoen? Het zwemonderwijs moet beter aansluiten bij het kind qua leeftijd en sociaal-emotionele ontwikkeling én bij de beleving van de ouder die veiligheid wil voor een betaalbare prijs en in tijd te behappen periode”. Feedback vanuit de zwembadbranche “Van een kritische blik en vernieuwende elementen kan het huidige zwemonderwijs alleen maar verder verbeteren en ontwikkelen”, zegt Gert Wijnholts. Verbeterpunten zien de medewerkers uit de genoemde zwembaden zeker, niet alleen op het gebied van inhoud, ook op het gebied van kwaliteitsbewaking van de Nationale Zwemdiploma’s. Steenbeek: “Aanbieders van zwemles kijken soms op verschillende manieren naar de eisen die gesteld worden. De een houdt zich aan de minimale eis van de BREZ, de ander doet er een schepje bovenop. Bij wisseling van aanbieder van zwemles kunnen daar problemen ontstaan”. Om de kwaliteit van de Nationale Zwemdiploma’s hoog te houden, wordt 30% van het totale aantal examens (7.000 examens per jaar) nu bezocht door een consulent of rapporteur. Volgens Koops moet de controle erop gericht zijn het opleidingstraject van het afzwemproduct beter en leuker te maken. Communicatie door rapporteurs, over en tijdens de con-
trole, verloopt niet altijd even soepel. “Wellicht dat de kwaliteitscontrole anders ingericht moet worden; feedback geven en ontvangen blijft soms moeilijk”. Kwaliteitsborging Door bijscholing voor rapporteurs én zweminstructeurs en door het inzetten van intensieve begeleidingstrajecten wanneer zaken niet goed gaan, houdt het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ de zwembaden, zwemscholen en zwemverenigingen op dit moment op niveau van de BREZ. Wie niet voldoet, mag de Nationale Zwemdiploma’s niet uitgeven. Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ mag volgens Koops op een andere manier optreden om de kwaliteit van het Nationaal Zwemdiploma te borgen. “Ik heb het idee dat er veel moet gebeuren om echt een onvoldoende te krijgen. Misschien moet de kwaliteit van het Nationaal Zwemdiploma op een andere manier in de gaten gehouden worden”, aldus Koops. De toekomst van het zwemonderwijs Ideeën voor de toekomst van het zwemonderwijs zijn er genoeg en gaan vooral over de aansluiting bij het kind tijdens de zwemles en het bewaken van de kwaliteit. Gert Wijnholts: “We willen graag de zwemlessen inrichten op een wijze die perfect aansluit bij elke leerling, zodat er ook voor elke leerling een efficiënte leerweg ontstaat. Uiteindelijk met het doel om meer kinderen aan het bewegen te krijgen en dat kinderen na het behalen van het Zwem-ABC regelmatig terugkomen in het zwembad”.
Swinkels vindt het daarnaast belangrijk het oordeel over de zwemvaardigheid van een kind meer aan de instructeur over te laten en de reikwijdte van de BREZ te beperken. “Bij een mooie borstcrawl die niet helemaal voldoet aan de techniek van de BREZ is een kind wat mij betreft gewoon geslaagd voor het diploma.” Speciaal zwemonderwijs “Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ mag meer aandacht besteden in de diplomalijn aan bijzondere kinderen”, vertelt Maik Steenbeek. “Er moet in de diplomalijn meer geregeld worden voor kinderen met een beperking, dus meer aandacht voor het individuele kind. Sommige kinderen zijn zwak, missen de kracht en hebben geen uitzicht op een soort diploma na het speciale certificaat vóór diploma A. Als zij door willen gaan met zwemmen willen we dat juist op een positieve manier benaderen en het zou leuk zijn als dat in de toekomst mogelijk is”, aldus de zwemonderwijzer. Branche-instituut met knowhow Koops: “Voor veel medewerkers in zwembaden is het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ vooral de rapporteur, maar als ik congressen of evenementen bezoek merk ik dat het branche-instituut veel meer knowhow heeft. Als dat actief gepromoot wordt in de toekomst en die kennis wordt gebruikt om veranderingen door te voeren, heeft dat een positief effect op de zwembadbranche”.
Nederlands zwemonderwijs in het buitenland Wereldwijd wordt in ongeveer 20 landen lesgegeven voor het Nederlandse Zwem-ABC. Van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire tot Nigeria, India, Indonesië, Costa Rica, Maleisië en Singapore. In Singapore zijn er bijvoorbeeld twee aanbieders van zwemles voor de Nederlandse Nationale Zwemdiploma’s.
“De ene dag is het stralend weer, de andere dag regent het. Bij de tropische regenbuien stoppen de zwemlessen: vaak gaan die buien gepaard met onweer en bliksem. Tijdens de ‘monsoon-rainfall’-periode vallen regelmatig lessen uit. Maar iedere dag is het tussen de 29 en 33 graden Celsius, de temperatuur blijft hetzelfde”, zegt Koenen. Kinderen in Singapore zijn vrijwel iedere dag in het zwembad te vinden: thuis of bij vriendjes of vriendinnetjes. Een groot gedeelte
De Hollandsche Club en Splash Aquatic Centre geven beide de Nederlandse zwemdiploma’s uit. Martin Koenen is eigenaar van Zwemschool Splash Aquatic Centre en zwemt met kinderen
“Qua organisatie zou Singapore veel van Nederland kunnen leren”
altijd buiten in tropische temperaturen.
5
“De zwemleraar is wel opgeleid tot Singaporese zwemonderwijzer, maar dat gaat allemaal niet zo georganiseerd en gedetailleerd als in Nederland. Als het diploma binnen is, is er geen controle en kan de instructeur lesgeven hoe hij/zij dat wil”
Vernieuwde BREZ in 2009 en, RichtEind 2009 zal het BREZ-boekje (Bepaling ) volledig lijnen en Examens voor Zwemdiploma’s baden, zwem en hebb s ntijd Tusse herschreven zijn. we nieu de en iging veren zwem zwemscholen en g rijvin esch niekb tech de met ’s examenprogramma idsighe vaard zwem al aant een en normering van het huidige diploma’s ontvangen als aanvulling op u ook kunt gen ullin aanv losse BREZ-boekje. Deze van kken dstu hoof nde hille versc de nabestellen. In elten gede re ande naar gen ijzin verw de BREZ staan wijzigingen uit de BREZ en dat maakt tussentijdse aanpassinalle na BREZ de t word complex. Daarom gen in één keer volledig herschreven.
van de bevolking woont op plaatsen waar veel water voorhanden is. “Voordeel daarvan is dat kinderen vrij snel gewend zijn aan water en daardoor gemakkelijk leren zwemmen”, vertelt Koenen, die in 2001 een eigen zwemschool startte. Omdat er behoefte is aan veiligheid, starten de meeste kinderen ook vroeg met zwemles. Koenen: “Op jonge leeftijd zijn kinderen vaak al watervrij omdat zij op 3-jarige leeftijd starten met de eerste zwemles. Het traject naar het A-diploma duurt daardoor wel langer”.
In Singapore geeft Martin Koenen les aan kinderen van alle nationaliteiten. “De laatste zeven jaar waren we volgeboekt”, vertelt hij trots. Splash Aquatic Centre geniet vooral bekendheid door mond-tot-mondreclame. Twee zwemonderwijzers van de zwemschool zijn werkzaam op de Hollandse basisschool in Singapore. Bovendien worden de zwemonderwijzers benaderd door buitenlandse kinderen en hun ouders die hen les zien geven. Van de kinderen die jaarlijks zwemles krijgen, heeft 70% de Nederlandse nationaliteit en 30% heeft een andere nationaliteit. Daarbij gaat het om lokale kinderen, maar ook om kinderen uit andere landen.
Zwemonderwijs in Singapore In Singapore wordt minder waarde gehecht aan een diploma door niet-Nederlandse ouders dan in Nederland. “Goed kunnen zwemmen en kwaliteit staan voorop. Netjes en goed kunnen zwemmen volgens de techniek wordt erg op prijs gesteld, zeker omdat niet alle klanten dat gewend zijn”, vertelt Koenen.
In Singapore zijn er, naast de twee Nederlandse zwemscholen, ook verschillende lokale zwemscholen die gebruikmaken van andere zwembaden. Weinig zwemscholen hebben een eigen zwembad. Vaak maken zwemscholen gebruik van sportcomplexen met meerdere faciliteiten of van privézwembaden. Het gaat dan om zwembaden waar les wordt gegeven bij de mensen thuis of bij privézwembaden van woongemeenschappen. Koenen: “Er zijn nogal wat mensen die wonen in woongemeenschappen in Singapore met eigen faciliteiten. Wij geven zwemles bij de mensen thuis”.
Het Singaporese zwemonderwijs focust volgens Koenen op afstand kunnen zwemmen en op zelfredzaamheid, maar weinig op techniek. “De zwemleraar is wel opgeleid tot Singaporese zwemonderwijzer, maar dat gaat allemaal niet zo georganiseerd en gedetailleerd als in Nederland. Als het diploma tot onderwijzer is behaald, is er geen controle en kan de instructeur lesgeven hoe hij/zij dat wil”, vertelt de zwemschooleigenaar. Het niveauverschil van zwemleraren in zwemscholen in Singapore is dan ook erg groot. Daar komt bij dat de overheid vrij weinig doet aan promotie en organisatie van zwemprogramma’s: het zwemonderwijs wordt in Singapore volledig overgelaten aan marktwerking. Nationaal Zwemdiploma internationaal? “Qua organisatie zou Singapore veel van Nederland kunnen leren. De Nederlandse Nationale Zwemdiploma’s zouden een rol kunnen spelen in het buitenland wanneer een landelijke organisatie in het betreffende land de taak van het coördineren en controleren van het zwemonderwijs op zich zou nemen. Nederland is zeker heel ver op het
6
gebied van zwemorganisatie en strikte naleving van de eisen”, aldus Koenen. Maar hij ziet ook een keerzijde van de bruikbaarheid van de Nederlandse Zwemdiploma’s in het buitenland: “Alles moet wel aangepast worden aan de huidige situatie van het zwemonderwijs in het buitenland. Hoe is men gewend zwemles te geven en hoe gaat het eraan toe? Bovendien zou er alleen qua organisatie centraal op landelijk niveau iets geregeld kunnen worden. De manier waarop wordt lesgegeven, is minder van belang: men blijft toch in de eigen manier geloven”. Vrijheid en kleinschaligheid Ontwikkelingen in Nederland volgt Martin Koenen via deze Nieuwsbrief en via andere instellingen. Praktische veranderingen blijken voor hem moeilijk te volgen. “Visueel ben ik niet op de hoogte van wat er in Nederland gebeurt aan ontwikkelingen. Hoe langer je weg bent uit Nederland, hoe minder nieuwe technieken je leert”, vertelt Koenen als gevraagd wordt naar een nadeel van lesgeven in het buitenland. “Ik merk ook dat het heel belangrijk is om ervaring te hebben in het geven van zwemles in Nederland en een opleiding te hebben gehad in Nederland wanneer je een zwemschool gaat starten in het buitenland.” Ondanks de verschillen tussen lesgeven in Singapore en in Nederland geeft Martin Koenen toch graag zwemles bij zijn zwemschool in Singapore. “In mijn zwemschool kan ik mijn eigen manier van lesgeven hanteren. Dat doe ik volgens de Nederlandse richtlijnen op een andere manier dan bij bijvoorbeeld een groot commercieel zwembad”, vertelt hij enthousiast. Splash Aquatic Centre geeft les in groepen van maximaal vier kinderen. Het is dan mogelijk om veel te communiceren met de ouders. De ouders zijn ook bij de lessen aanwezig. Volgens Koenen zijn de ouders volledig op de hoogte van de verrichtingen van hun kinderen, wat de betrokkenheid van de ouders vergroot en dat werkt niet alleen prettig, de filosofie is ook dat ouders recht hebben op die informatie als klant. “Bovendien merk ik dat kinderen het ontzettend naar hun zin hebben in de zwemles. Het leerproces is minder op tijd en snelheid gericht dan in Nederland. Het gaat weer om plezier in het water. Dat zorgt ervoor dat kinderen toch snel kunnen zwemmen”, zegt Koenen.
Aantal kinderen dat zwemdiploma haalt stijgt Van alle basisschoolleerlingen heeft 97% in groep 8 minimaal
Het aantal kinderen dat een zwemdiploma haalt zwemdiploma A behaald. Meer dan de helft van de leerlingen in stijgt. Uit het onderzoek groep 8 bezit zwemdiploma A, B en C. Dat blijkt uit de balans blijkt dat bijna alle leerlingen in groep 8 het Bewegingsonderwijs die Cito, ontwikkelaar van toetsen en zwemdiploma A heeft. onderzoeker naar de kwaliteit van het onderwijs, heeft uitgeDaarnaast bezit 86% ook zwemdiploma B en 51% bracht. Aan het onderzoek deden 1.650 leerlingen mee uit groep zwemdiploma C. Deze 8 van 70 verschillende basisscholen. Het onderzoek is uitgepercentages zijn beduidend hoger dan in voerd door het project Periodieke Peiling van het Onderwijs1994. Het grootste niveau (PPON), dat onderzoek doet naar de kwaliteit van het deel van de A-, B- en C-diploma’s wordt behaald tijdens het leszwemmen en basisonderwijs in Nederland. In 1994 werd er door PPON voor niet tijdens het schoolzwemmen. Op bijna 69% van alle het laatst een onderzoek naar bewegingsonderwijs uitgevoerd. basisscholen wordt zwemonderwijs gegeven. De meeste scholen bieden zwemles aan in groep 5. Bij 15% van de scholen wordt ook in de groepen 7 en 8 nog zwemonderwijs gegeven. Het aantal scholen dat zwemonderwijs aanbiedt, is ten opzichte Op bijna 69% van alle basisscholen wordt van 1994 gedaald. Dit geldt niet voor het schoolzwemmen in de groepen 7 en 8, dat aantal is gestegen sinds 1994. zwemonderwijs gegeven Vooral zwemdiploma’s C kunnen dankzij het schoolzwemmen worden uitgereikt.
Reddingsbrigade kiest voor het Zwem-ABC Reddingsbrigade Nederland (KNBRD) heeft besloten om vanaf 1 januari 2009 gebruik te maken van het Zwem-ABC van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ.
land dezelfde kwaliteit op het gebied van zwemdiploma’s wordt gegarandeerd. Dat geeft duidelijkheid naar ouders en zwemleerlingen. Ook bij de ontwikkeling van het onderdeel zwemmend redden gaan de partijen nauw samenwerken.
Daartoe hebben beide partijen op donderdag 16 oktober een intentieverklaring ondertekend.
Reddingsbrigade Nederland heeft nu nog een eigen diplomalijn voor het elementair zwemmen. Reddingsbrigade Nederland en het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ vinden het wenselijk dat overal in Neder-
Reddingsbrigades die de mogelijkheden hebben om elementair zwemles aan te bieden, gaan vanaf 1 januari 2009 gebruik maken van het Zwem-ABC van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ. Deze diplomalijn biedt kwalitatief voldoende basis om mensen verder op te leiden voor de brevetten en functies bij de Reddingsbrigade. Ronald ter Hoeven, directeur van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ, is blij met deze uniformering van het elementair zwemmen in Nederland. “Uniformering is belangrijk voor de eenduidigheid in vaardigheden, die te maken hebben met zwemveiligheid en toerusting. En door de samenwerking wordt de kwaliteit bevorderd.” Directeur Raymond van Mourik van Reddingsbrigade Nederland ziet veel voordelen in de samenwerking: ”De aansluiting van het elementair zwemmen op cursussen van de
Reddingsbrigade wordt landelijk uniform. Verder leren zwemmen en zwemmend redden bij een brigade wordt makkelijker. Ik hoop uiteraard dat veel mensen dat ook gaan doen”. De komende maanden werken de partijen de details van de regeling verder uit. Reddingsbrigade Nederland is de landelijke vereniging van 183 aangesloten reddingsbrigades in Nederland. Zij heeft als missie het voorkomen en bestrijden van de verdrinkingsdood. Dit gebeurt door het opleiden van jong en oud in zwemmend en varend redden. Op zee en in recreatiegebieden voert de Reddingsbrigade jaarlijks vele hulpverleningsacties uit. Bij overstromingen kan de reddingsbrigade worden ingezet voor evacuatie en hulpverlening. Reddingsbrigade Nederland heeft circa 30.000 leden, waarvan 5.000 actieve vrijwilligers in verschillende vormen van opleiding, hulpverlening en sport. De organisatie is aangesloten bij NOC*NSF, het Oranje Kruis en de wereldreddingsbrigade organisatie International Life Saving (ILS) en de Europese afdeling ILS Europe.
7
Het kind of de beweging centraal in het zwemonderwijs? De Nationale Zwemdiploma’s staan voor een aantal zwemveiligheids- en toerustingsnormen, dat wil zeggen dat we weten wat een kind kan na het behalen van deze zwemdiploma’s. De eindtermen voor de diploma’s liggen vast; de weg om te komen tot de eindtermen niet. Er bestaan verschillende visies op de opleidingsweg en methoden van aanleren. Waar komen deze verschillende visies vandaan? En welke invloed hebben deze visies op het zwemonderwijs? We gaan terug naar de jaren ’20 van de vorige eeuw. In deze periode werden gymnastiek- en zwemlessen voor een breed publiek toegankelijk. Binnen de zwemlessen zagen we twee stromingen: een stroming die het kind centraal stelt en een stroming die de beweging centraal stelt. Uitvloeisels van dit denken zijn in de zwembadbranche bekend als de Wiessner-methode en de Bongertman-methode. Het zwemmen van nu is een combinatie van beide methoden.
“Tot nu toe heeft niemand mij als ervaringsdeskundige kunnen duidelijk maken waarom die schoolslag zo’n centrale plaats in het onderwijs voor deze kleintjes moet innemen”
Zienswijzen De Oostenrijker Wiessner ging uit van de natuurlijke beweging van het kind. Hij koppelde de functie van het zwemmen aan de eigenheid van het kind. De vraag die binnen deze zienswijze centraal stond, is ‘hoe kinderen leren zwemmen op een kindvriendelijke manier’. Bongertman, een voormalig militair uit Nederland, had het nuttigheidsdenken als uitgangspunt en
8
was gefocust op de beweging. Centraal daarbij stond de beweging, met als basis de schoolslag, die elk kind moest aanleren. Wiessner gebruikte de aanleg van het kind als uitgangspunt. Hierbij was de diepte van het water van belang. Er diende binnen zijn methode water beschikbaar te zijn op knie-, heup- en borstdiepte. We zien dat veel zwembaden nog volgens deze visie gebouwd zijn met verschillende bassins op verschillende diepten. Combinatie Uiteindelijk was het denken in de lijn van Wiessner destijds bepalend bij de bouw van zwembaden, terwijl binnen de zwemlessen werd uitgegaan van de beweging in de lijn van Bongertman. Het denken in de lijn van ‘het kind als uitgangspunt’ is de afgelopen decennia wel doorontwikkeld binnen het zwemonderwijs. Het is niet de hoofdstroming geworden, maar heeft wel invloed gehad op bijvoorbeeld het watervrij maken van kinderen. De zwemlessen van nu zijn een combinatie van beide methoden. De meest bekende uiting daarvan is de discussie over het gebruik van drijfmiddelen. Binnen de zwembadbranche bestaat een stroming van mensen die van mening zijn dat drijfmiddelen niet passen binnen zwemonderwijs, terwijl aan de andere kant zwempakjes als drijfmiddel binnen de zwemlessen worden gebruikt. Niet goed, niet fout Volgens Ronald ter Hoeven, directeur van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ, gaat het niet zozeer om de discussie over welke methode goed is of niet, maar om plezier en veiligheid in het zwembad. “De basis voor een levenlang plezier in het zwemmen en in het zwembad wordt al op jonge leeftijd gelegd en meestal tijdens de zwemles. We willen graag dat mensen goede ervaringen hebben in het zwembad. We kennen allemaal de verhalen van de zwemles die bestond uit lange rijen wachtende kinderen, correcties van de badmees-
ter en eindeloos heen en weer zwemmen. Na zulke ervaringen is het maar de vraag of je met het diploma eenmaal op zak nog wel terugkeert in het zwembad. Maar, wij willen als Nationaal Platform Zwembaden | NRZ gehoor geven aan de ontwikkelingen in het basisonderwijs en de snel veranderende maatschappij. Meer aandacht voor de focus op het kind is daarbij een logische stap.” Plezier Dr. Albert Buisman was de afgelopen 40 jaar als hoofddocent verbonden aan de studierichting pedagogiek van de Universiteit van Utrecht en heeft vele onderzoeken gedaan naar de kindgerichtheid in de jeugdsport. Hij constateerde dat belangrijke zaken voor een kind als je veilig voelen, plezier in sport en bewegen en zelf keuzes maken helaas geen vanzelfsprekendheid zijn in de jeugdsport. Kijkend naar het zwemonderwijs ziet Buisman het ouder-kind zwemmen als een voorbeeld van een kindvriendelijke benadering die de zwembaden de afgelopen jaren een ander imago hebben gegeven. “Bij ouder-kind zwemmen zie ik ouders, meestal moeders, op een prettige manier samenzijn met hun kindjes van zeven of acht maanden en soms zijn ze nog jonger. Er zit geen druk achter om direct dingen te leren en dat patroon moet je eigenlijk voortzetten ook als ze ouder worden. Het gaat om het klimaat waarin ouders en kind ontdekken hoeveel plezier het geeft om samen in het water te spelen.” Grens bij vier jaar Rond de jaren ’50 van de vorige eeuw startten kinderen met ongeveer 8 jaar met zwemles voor het A-diploma. Deze leeftijdsgrens is inmiddels verlaagd tot de leeftijd van 4 of 5 jaar. Dit komt onder andere voort uit de wens van ouders om kinderen zo vroeg mogelijk vertrouwd te maken met water om de kans op verdrinking zo klein mogelijk te maken. Op dit moment is de opleiding voor het Zwem-ABC qua voortbeweging gebaseerd op het aanleren van
Het blijkt dat kinderen onder de 4 jaar zichzelf in het water kunnen redden zonder eerst de schoolslag aan te leren
zwemslagen te beginnen met de enkelvoudige rugslag en de schoolslag. De reden dat kinderen pas vanaf 4 of 5 jaar op zwemles kunnen, is gelegen in het feit dat voor kinderen onder de 4 jaar de beweging van met name de schoolslag te gecompliceerd is voor hun motorische mogelijkheden van dat moment. Mogelijkheden Volgens sportpedagoog Buisman moet men kleuters niet teveel achtervolgen met eindtermen die in een bepaalde periode moeten worden behaald. “Die kunnen als molenstenen om de nekjes van de kleintjes hangen, zeker als ze er in hun ontwikkeling nog niet aan toe zijn om een gecompliceerde vaardigheid aan te leren. Ik ben een leek op het gebied van zwemonderwijs, maar ik heb indertijd dit onderwijs bij onze vier kinderen en nu bij zes van onze zeven kleinkinderen kritisch gevolgd. Tot nu toe heeft niemand mij als ervaringsdeskundige kunnen duidelijk maken waarom die schoolslag zo’n centrale plaats in het onderwijs voor deze kleintjes moet innemen. Om misverstanden te voorkomen; er kan best in deze ontwikkelingsfase zwemmen worden geleerd. Competentie-theorieën bieden daarvoor goede aangrijpingspunten. Daarbij wordt uitgegaan van wat het kind kan en wat het prettig vindt. Dan krijgt het kind ‘leerstof’ aangeboden die binnen zijn/haar mogelijkheden liggen, zodat al heel snel voor deze kleintjes succes-erva-
ringen kunnen worden opgedaan in de vorm van ‘Kijk mij nou, ik kan het’. En dat is even goed voor het zelfvertrouwen en het kind is daarmee ook gemotiveerd om weer iets nieuws te leren. Deze manier van denken verdraagt zich moeilijk met klassikaal onderwijs: verschillen in groei, ontwikkeling en motivatie moeten worden gehonoreerd.”
Het denken in de lijn van ‘het kind als uitgangspunt’ is de afgelopen decennia wel doorontwikkeld binnen het zwemonderwijs
Communicatie tussen ouders en zwemleraar Albert Buisman ziet een aantal belangrijke kansen in het zich vernieuwende zwemonderwijs. “Zwembaden moeten durven kiezen voor een systeem dat vriendelijk is voor de kinderen en bij hun ontwikkelingsmogelijkheden past. Het plezier Omslag in denken Vanuit dit ‘schoolslagdenken’ kan een kind aan bewegen in het water moet centraal staan. Het zogenaamde watervrij maken onder de 4 jaar niet leren zwemmen en van het kind wordt door ouders vaak gewordt niet aangeleerd om zichzelf te redden in het water. Er ontstaat een groeiende zien als een overbodige luxe die extra tijd en dus ook geld kost. Zij willen dat hun behoefte om kinderen onder de 4 jaar wel kinderen zwemslagen leren, wat in hun te leren zichzelf te kunnen redden in het ogen de basis is van leren zwemmen. water. Op dit moment wordt binnen de zwembadbranche opnieuw de vraag gesteld Maar het gaat om veel meer: een kind moet zich in het water weten te redden welke methode hierbij het beste aansluit. en moet zich in de ware betekenis vrij en Het blijkt dat kinderen onder de 4 jaar zichzelf in het water kunnen redden zonder prettig voelen in het water. De zwemdoeerst de schoolslag aan te leren. Uitgangs- cent moet in staat zijn om hierover in punt is om kinderen op een spelende madiscussie te gaan met de ouders. De communicatie met ouders is belangrijk, want nier dingen aan te reiken. Hiermee zien ouders en zwemonderwijzers zijn beide we dat het denken vanuit het kind en niet belangenbehartigers van het kind. Dat is vanuit de beweging terugkeert in het wat ze bindt! Nog te vaak mogen de ouzwemonderwijs. Het huidige Zwem-ABC komt hieraan al tegemoet door twee fases: ders niet aanwezig zijn bij de zwemles. voor- en hoofdtraject. De techniek van het Zij worden dan gezien als tegenstanders, terwijl de ouders juist gezien moeten voortbewegen zit met name in het hoofdtraject. In het voortraject komen basisworden als medestanders. In het basisonelementen aan de orde, zoals boven komen, derwijs kennen we verschillende vormen op de rug draaien, trappelen naar de kant van ouderparticipatie, bijvoorbeeld behulpzaam zijn bij het leesonderwijs. Ik zie en uit het water klimmen. In de praktijk niet in waarom dit in het zwemonderwijs blijkt echter dat het voortraject in de verdrukking komt door een te snelle start niet zou kunnen. Geïnteresseerde en betrokken ouders, die beurtelings de van het hoofdtraject. zwemleraar assisteren. Een mooie taak voor de managers om het gesprek tussen het personeel en de ouders van deze kleine kinderen te arrangeren en te begeleiden. De collega’s moeten voor deze taak worden opgeleid en in de praktijk ook daadwerkelijk worden ondersteund. En er zal ook iets aan de werkomstandigheden van de collega’s moeten worden gedaan, maar dat lijkt me sowieso nodig. De taak van de zwemonderwijzer zal er een stuk aardiger op worden, lijkt me.”
De reden dat kinderen pas vanaf 4 of 5 jaar op zwemles kunnen, is gelegen in het feit dat voor kinderen onder de 4 jaar de beweging van met name de schoolslag te gecompliceerd is voor hun motorische mogelijkheden van dat moment
9
Nationaal Platform Zwembaden | NRZ op Hyves
Tip: gebruik van materiaal bij Zwemvaardigheidsdiploma Snorkelen
Sinds kort heeft het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ een eigen Hyves-pagina waar zwembadmedewerkers, hoofden zwemzaken en zwembadmanagers lid kunnen worden van een online community. Hyves, dat in oktober 2008 meer dan 7,4 miljoen leden telde en dit jaar werd uitgeroepen tot website van het jaar door internetgebruikers, is een gratis Nederlandse profielensite waarin netwerken en vrienden centraal staan. Op een Hyve kunnen leden informatie, bijvoorbeeld in de vorm van filmpjes en foto’s, blogs en krabbels, met elkaar delen.
Bij de exameneisen van het Zwemvaardigheidsdiploma Snorkelen wordt gebruik gemaakt van PVC-buisjes en -bochtjes die onder water in elkaar gezet moeten worden. De PVC-bochtjes die momenteel gebruikt worden, zijn soms zwak en breken snel af. Jo van Schalen, betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe diploma’s Snorkelen, geeft advies. “Er is eenzelfde type PVC-bochtje met een wanddikte van 5 millimeter in plaats van 2,5 millimeter, die nagenoeg niet stuk te krijgen is. Het betere, dikke type is verkrijgbaar bij installatiebedrijven die werken met drukbestendige waterleidingmaterialen. Het materiaal kan een druk verdragen van 16 bar en is daardoor zo stevig dat het uitstekend geschikt is voor deze doeleinden”.
Bent u Hyves-member en vindt u het leuk om onze blog te lezen, foto’s van evenementen of leuke filmpjes bekijken? Log dan nu in op Hyves, voer de link http://npz-nrz.hyves.nl in in de internetbrowser en klik op ‘lid worden’ om lid te worden van de Hyve van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ.
Tip: waterschoenen laten rouleren bij afzwemmen Zwem-ABC Vaak zijn de verplichte waterschoenen die kinderen nodig hebben om af te zwemmen voor het Zwem-ABC in de winter niet verkrijgbaar. Bovendien worden de schoenen vaak niet gebruikt buiten de zwemlessen om. Bij Zwembad De Peppel in Ede is daarvoor een oplossing gevonden: er is een box met een voorraad aan waterschoenen voor kinderen die zwemles volgen. De ouders en kinderen kunnen daar de waterschoenen uit halen, die per maat aan elkaar gegespt zijn. De voorraad in Zwembad De Peppel is ontstaan doordat ouders de schoenen in de box leggen als zij de schoenen niet meer gebruiken.
Klanttevredenheidsonderzoek 2008 Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ is benieuwd naar de mening van zwembaden, zwemscholen en zwemverenigingen over de producten en diensten die wij aanbieden. Uw mening is voor ons belangrijk en vormt een belangrijke basis voor ons beleid. Heeft u de vragenlijst al ingevuld? Nee? Ga dan naar www.npz-nrz.nl, waar u de vragenlijst vindt. Het klanttevredenheidsonderzoek 2008 kent drie varianten: voor zwembaden, zwemscholen en zwemverenigingen. In het onderzoek wordt gevraagd naar uw mening over onze organisatie en de gastgerichtheid, over communicatie, promotie en acties, over het Nationaal Zwemdiploma, onze evenementen voor managers en zwembadmedewerkers, over onze trainingen, over het Keurmerk Veilig & Schoon, over uw behoefte aan informatie en als laatste stellen we u de vraag: ‘Als ik directeur was van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ, dan zou ik……..’.
Uw mening is voor ons belangrijk en vormt een belangrijke basis voor ons beleid
10
Extra aandacht voor erkende zwembaden, zwemverenigingen en zwemscholen Bij het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ zijn meer dan 1.200 zwembaden, zwemscholen en zwemverenigingen aangesloten. Dit zijn zwembaden, zwemscholen en verenigingen die mogen opleiden en afzwemmen voor de Nationale Zwemdiploma’s. Deze organisaties hebben de erkenning als ‘Erkend Opleidings- en Exameninstituut Nationale Zwemdiploma’s’ en zijn te herkennen aan een jaarlijks uit te geven vignet met daarin het betreffende jaartal. Jaarlijks vindt er een toetsing plaats. De erkenning met het bijbehorende vignet zijn een belangrijk onderscheidend middel naar de consument. Alleen bij organisaties met deze erkenning kan worden afgezwommen voor het Nationaal Zwemdiploma. Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ gaat in 2009 deze erkenning extra onder de aandacht brengen bij de consument via free publicity in de media. Ook erkende zwembaden, zwemverenigingen en zwemscholen kunnen de erkenning promoten via de accommodatie en de website. Medio december ontvangen de organisaties die voor 2009 worden erkend, de sticker, promotiemateriaal en tips hoe het Nationaal Zwemdiploma en het leren zwemmen te promoten.
Peuters kunnen zichzelf redden in het water De meeste kinderen gaan op zwemles op vier- of vijfjarige leeftijd. Tot die tijd zijn ouders druk in de weer met zwembandjes en vleugels om de kinderen toch zo veilig mogelijk in en bij het water te laten spelen. Terecht dat ouders voorzichtig zijn, want uit onderzoek blijkt dat verdrinking de belangrijkste doodsoorzaak na een ongeval is voor kinderen van 0 tot en met 4 jaar. Vanaf de geboorte tot aan de eerste zwemles ligt er nog braakliggend terrein waar het gaat om de zelfredzaamheid van kinderen in het water. Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ is bezig met de ontwikkeling van een voorfase van het Zwem-ABC, waarin kinderen kan worden geleerd te overleven in het water.
“Het is hoog tijd dat we een traject gaan ontwikkelen voor kinderen tussen 0 en 4 jaar”, vindt Arno Jonkers, als pedagoog verbonden aan het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ. “In andere landen wordt daar al aan gewerkt. Dit bleek ook weer op een internationaal congres dat medio september in Griekenland werd georganiseerd. Het denken over zwemmen moet anders en dat betekent dat zwembaden ook een leertraject voor kinderen jonger dan 4 jaar moeten kunnen aanbieden.” Schoolslagdenken Op dit moment is de opleiding voor het Zwem-ABC gebaseerd op het aanleren van zwemslagen, te beginnen met de enkelvoudige rugslag en de schoolslag. De reden dat kinderen pas vanaf 4 of 5 jaar op zwemles kunnen, is gelegen in het feit dat voor kinderen onder de 4 jaar de beweging van met name de schoolslag te gecompliceerd is voor hun motorische mogelijkheden van dat moment. Vanuit dit ‘schoolslagdenken’
De helft van de verdrinkingsongevallen gebeurt in en om het huis
Omslag in denken Arno Jonkers ziet langzaam een omslag in het denken over zwemonderwijs ontstaan: “De statistieken laten ons duidelijk zien dat wij in ons waterrijke land kinderen niet pas na 4 jaar zelfredzaamheid in, op en rond het water kunnen gaan aanleren. Vanuit de pedagogiek is het belangrijk om kinderen spelend te laten leren omgaan met hun omgeving. Wanneer je kinderen
“Het denken over zwemmen moet anders en dat betekent dat zwembaden ook een leertraject voor kinderen jonger dan 4 jaar moeten kunnen aanbieden”
spelend dingen aanreikt, kan een kind worden geleerd zichzelf in het water in veiligheid te brengen. Hoewel een kind pas boven de 4 tot 5 jaar motorisch gezien ontwikkeld genoeg is voor het aanleren van de schoolslag, is het wel mogelijk om kinderen onder de 4 jaar te leren zich voort te bewegen in het water en zichzelf te redden”.
kan een kind onder de 4 jaar niet leren zwemmen en wordt niet aangeleerd om zichzelf te redden in het water. Ongevalscijfers Uit onderzoek van Consument en Veiligheid blijkt dat jaarlijks grofweg een honderdtal kinderen van 0 tot en met 4 jaar op de afdeling spoedeisende hulp van een ziekenhuis worden behandeld als gevolg van een verdrinkingsongeval. De meeste slachtoffers zijn 1 of 2 jaar oud. Jaarlijks worden gemiddeld 78 kinderen van 0 tot en met 4 jaar in het ziekenhuis opgenomen na een verdrinkingsongeval. Het aantal kinderen dat in deze leeftijdscategorie verdrinkt, ligt per jaar gemiddeld op 14, waarmee verdrinking na een ongeval de belangrijkste doodsoorzaak is voor kinderen van 0 tot en met 4 jaar. De helft van de verdrinkingsongevallen gebeurt in en om het huis.
Op dit moment is de opleiding voor het ZwemABC gebaseerd op het aanleren van zwemslagen
Fasering Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ gaat de voorfase van het Zwem-ABC, dat nu nog de werktitel pre-ABC heeft, via scholing aanbieden. “Wij denken bijvoorbeeld aan een jaarlijks traject van een bepaalde periode, waarin de ouders met het kind naar het zwembad komen. Dan leren we een kind, dat per ongeluk in het water terechtkomt, boven te komen, op de rug te drijven en om hulp te roepen. Daarna wordt het kind geleerd om naar de kant te gaan en zelf uit het water te klimmen. We gaan volop aan de slag met de ontwikkeling van het pre-ABC”.
11
10 jaar Zwem-ABC: evaluatie en terugblik Op 1 oktober 2008 was het exact tien jaar geleden dat het Zwem-ABC officieel als nieuwe leidraad voor elementair zwemmen is ingesteld. Hoe kijkt de zwemonderwijzer terug op de invoering van deze diploma’s en wat vindt de lesgever in de praktijk van het Zwem-ABC?
“Voor ouders zit er waarde vast aan de diploma’s van het Zwem-ABC en kinderen van die leeftijd worden door hun ouders gestuurd” José van Reen, Fitland Gemert te Gemert: “Ik geef al zeven jaar les aan kinderen voor het Zwem-ABC en heb ook de zwemlessen verzorgd aan het begin van de invoering van de eisen die aan de diploma’s gesteld worden. Vroeger was het zo dat je met diploma A kon zwemmen, met diploma B was je veiliger en alle diploma’s die je daarna haalde waren extra. Met het Zwem-ABC is de basis veel breder. Vroeger was er wel schoolslag en enkelvoudige rugslag en misschien ook wel onder water zwemmen, maar nu moeten kinderen ook kunnen drijven, zij moeten de borstcrawl en rugcrawl kunnen en door het gat zwemmen. Toch vind ik dat de normen die gesteld zijn aan het Zwem-ABC nog wel eens anders worden geïnterpreteerd door aanbieders van zwemles. Het is prettig dat er een pakket ligt aan eisen voor de diploma’s, maar het blijft afhankelijk van hoe hoog je de lat legt als lesgever hoe goed het kind uiteindelijk kan zwemmen als hij/zij een diploma heeft gehaald. De kinderen hebben daarom, denk ik, ook minder met het Zwem-ABC zelf dan met de zwemschool waar zij zwemmen. Het is voor kinderen gewoon handig dat zij kunnen zwemmen en zeker ook leuk als zij goed kunnen zwemmen. Voor ouders zit er wel waarde vast aan de diploma’s van het Zwem-ABC en kinderen van die leeftijd worden door hun ouders gestuurd.”
Titeke Postma belicht het Zwem-ABC op een ludieke manier met het boekje ‘Als een vis in het water’. Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van het Zwem-ABC krijgt ieder zwembad en iedere zwemschool en zwemvereniging het verrassende boekje cadeau. In de maand december ligt het boekje in de brievenbus.
12
“Voor mij persoonlijk is het Zwem-ABC een zeer complete opleiding die ik kan geven aan kinderen waarna zij gegarandeerd watervrij en veilig zijn” Jan van Hardeveld, zwemonderwijzer bij Zwembad De Trits in Baarn: “We zijn heel tevreden met het Zwem-ABC. Voor mij persoonlijk is het Zwem-ABC een zeer complete opleiding die ik kan geven aan kinderen, waarna zij gegarandeerd watervrij en veilig zijn. De eisen die gesteld zijn om de diploma’s voor het Zwem-ABC te mogen halen, vormen een uitgebreid programma, waarmee in de lessen veel afwisseling mogelijk is, waardoor alle facetten van in het water zijn en gaan aan bod komen. Ik durf de garantie te geven dat een kind dat de opleiding heeft afgerond zich prima kan redden in het water in een zwembad. Ik geef al tien jaar zwemles voor de diploma’s A, B en C en ik ben zelfs betrokken geweest bij de proef voordat de nieuwe zwemdiploma’s er waren. Op het ogenblik is de BREZ een prima handvat om kinderen op te leiden, al zijn er altijd verbeterpunten.”
“Het halen van de eerste diploma’s betekent veel voor een kind en hoort bij het groter worden”
“Er mag van mij meer naar de watervrijheid worden gekeken: we hebben het over kinderen van een jaar of 4, 5 of 6” Nicoline Vink, zwemonderwijzer bij Zwemschool Aphrodite`s Thermen in Dronten: “Voor een kind is het diploma A meestal het eerste diploma, althans dat is het streven. Daarna kunnen zij met vriendjes naar het zwembad en hoeven geen drijfmiddelen en bandjes meer om. Het halen van de eerste diploma’s betekent veel voor een kind en hoort bij het ‘groter worden’. In Nederland hoort leren zwemmen ook bij de opvoeding, vanwege het waterrijke karakter van het land. Overal is er water, hier in de polder hebben we bijvoorbeeld een kanaal en op de fiets kunnen kinderen overal heen. Natuurlijk moeten ouders wel alert blijven, maar het geeft geruststelling als een kind het Zwem-ABC heeft. Het is heel erg belangrijk dat kinderen leren zwemmen en dat kan op een leuke en op een vervelende manier. Kinderen zijn met het Zwem-ABC op een speelse manier nog vrijer in het water en het trauma van de haak ebt weg bij het imago van de zwemlessen. Het is wel essentieel dat kinderen blijven zwemmen als zij het Zwem-ABC gehaald hebben. Het is net als schaatsen: als je even niet hebt gezwommen is het weer even wennen. Ik wil wel een kritische kanttekening plaatsen: soms wordt er door de rapporteur wel erg op techniek gelet. Er mag van mij meer naar de watervrijheid worden gekeken: we hebben het over kinderen van een jaar of 4, 5 of 6. Vaak zwemmen ze wel goed en het Zwem-ABC draait volgens mij toch vooral om de watervrijheid. Het moet geen rommeltje worden, dat niet; anders kunnen we de zwemdiploma’s net zo goed bij de Albert Heijn ophalen.”
“Toch vind ik het jammer dat er nog teveel kinderen van zwemles af gaan nadat zij het A-diploma hebben gehaald, zo is het niet bedoeld” Esther Slomp, zwemonderwijzer bij Watervrienden Assen te Assen: “Het Zwem-ABC is een mooi setje diploma’s bij elkaar: als je ze alle drie gehaald hebt, ben je goed in staat om veilig te kunnen zwemmen, vooral door de survival- en reddingsonderdelen die erin verwerkt zitten. Het feit dat er zoveel verschillende onderdelen aan bod komen tijdens de zwemlessen door de veelzijdige eisen, maakt het geven van zwemles extra leuk. Ik geef nu al vijf jaar zwemles, waarbij ik het idee heb dat ik de kinderen een goed diploma mag uitreiken waarin ze veel bagage meekrijgen om veilig te kunnen zwemmen. Ouders weten ook dat hun kind zwemveilig is als het kind het Zwem-ABC heeft gehaald. Toch vind ik het jammer dat er nog teveel kinderen van zwemles af gaan nadat zij het A-diploma hebben gehaald, ook al stimuleren we hen wel om door te gaan voor diploma B en C. Zo is het niet bedoeld; het kind is dan nog niet volledig zwemveilig.”
“Ik vind het Zwem-ABC geweldig: het is veel speelser en aantrekkelijker voor kinderen”
“Kinderen hebben meer plezier in combinatie met meer veiligheid” Sander Teigeler, zwemonderwijzer bij Zwembad De Schelp in Bergen op Zoom: “Ik vind het Zwem-ABC geweldig: het is veel speelser en aantrekkelijker voor kinderen. Ik geef al tien jaar zwemles en ik heb nog met de oude diploma’s gewerkt. De zwemlessen zijn nu veel gevarieerder, wat het leuker maakt voor de lesgever zelf én kinderen zwemmen beter. Kinderen hebben meer plezier in combinatie met meer veiligheid. Dat betekent voor mij persoonlijk prettiger lesgeven.”
13
Coördinator wordt consulent Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ heeft drie coördinatoren die voor hun
De consulent is gesprekspartner voor zwembaden, zwemverenigingen en zwemscholen
regio het aanspreekpunt zijn op het gebied van diplomazwemmen voor zwembaden, gen, opmerkingen, klachten of verzoeken op het gebied van diplomazwemmen, zwemgenoemd. De consulent is gesprekspartner voor zwembaden, zwemverenigingen, onderwijs, kwaliteitszorg, wet- en regelgeving, communicatie, marketing, onderwijs zwemscholen en lokale overlegstructuren op alle terreinen die de exploitatie omvat. en scholing. De consulent zorgt er vervolgens voor dat de gewenste informatie van Het werkveld van de consulent is breder eerder met vragen over diplomazwemmen experts bij u als manager of medewerker dan die van de coördinator. Waar zwembaterecht konden bij de coördinator, kunnen van een zwembad, zwemvereniging of den, zwemscholen en zwemverenigingen zij nu terecht bij hun consulent met vrazwemschool terecht komt.
zwemverenigingen en zwemscholen. Vanaf nu wordt de coördinator ‘consulent’
Nieuwe consulent regio Noord voor zwembaden, zwemverenigingen en zwemscholen Met ingang van 1 oktober 2008 is er een nieuwe consulent voor zwembaden, zwemverenigingen en zwemscholen in de regio Noord. Katrien Lemahieu is vanaf heden de gesprekspartner voor alle organisaties in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel. Heeft u als medewerker of manager van een zwembad, zwemvereniging of zwemschool een vraag, verzoek, opmerking of klacht? Dan kunt u terecht bij uw contactpersoon van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ. De regioverdeling is nu als volgt:
- Provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel Katrien Lemahieu, te bereiken via
[email protected] of 06 10 44 69 52. - Provincies Flevoland, Gelderland, Noord- en Zuid-Holland Gert Wijnholts, te bereiken via
[email protected] of 06 55 32 64 49. - Provincies Utrecht, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg Mariska Hol, te bereiken via
[email protected] of 06 21 57 13 02.
(Advertentie)
25% korting op de Internet Zwemscore Module Gastgerichtheid wordt ook bij zwemlessen steeds belangrijker. Een onderdeel hiervan is het informeren van de ouders over de vorderingen van de kinderen. Plan Plan Internet geeft hier al vele jaren invulling aan door middel van het succesvolle leerlingvolgsysteem ‘Zwemscore’. Zwembaden, zwemverenigingen en zwemscholen kunnen dit systeem bestellen met een korting van maar liefst 25%, bij een driejarig contract. Bij de module Zwemscore speelt internet een grote rol. Leerlingen, ouders en grootouders volgen online de vorderingen van de zwemlessen voor het Zwem-ABC. Daarnaast heeft het systeem voor zwembaden, zwemverenigingen en zwemscholen grote voordelen. Informatie over leerlingen, groepen en wachtlijsten kunnen met Zwemscore op eenvoudige wijze inzichtelijk worden gemaakt. Benno Ponds, Manager van Zwem- en instructiebad Jottem, introduceerde de Internet Zwemscore Module in zijn accommodatie en is erg enthousiast. “We wilden graag nog meer informatie verstrekken aan de ouders van kinderen die bij ons zwemlessen volgen. Die informatie wordt door ouders zeer op prijs gesteld en voorkomt teleurstellingen. We kunnen hen beter inzicht geven in wat er gebeurt tijdens de zwemles en hoe het kind zich ontwikkelt”, aldus Ponds. De manager ziet daarnaast het grote voordeel van een volledig overzicht van iedere leerling: van absentie tot prestaties. Ponds: “Zelf kunnen we dan terugkijken bij eventuele ontevredenheid waar zaken
14
niet goed zouden zijn verlopen. Maar het grootste voordeel vind ik wel dat het systeem een goede stimulans is voor ouder en kind en het plezier tijdens de zwemlessen groter is. Door zwemscore wordt het voor ouders inzichtelijker gemaakt waar tijdens de opleiding onderdelen nog tekort schieten. Zij kunnen dan ook gericht met het kind oefenen”. Wilt u als zwembad, zwemschool of zwemvereniging ook gebruikmaken van de Internet Zwemscore Module? Kijk voor meer informatie over de module Zwemscore op www.zwemscore-npz.nl of neem contact op met het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ.
Leerlingen, ouders en grootouders volgen online de vorderingen van de zwemlessen voor het Zwem-ABC
Help, het zwembad verzuipt... in het personeelsprobleem Vrijwel elke zwembadmanager weet dat het op peil houden van de personele bezetting dikwijls een heel gepuzzel is. Nu de vergrijzing ook in de zwembadwereld begint toe te slaan, zijn creatieve oplossingen geboden. In Dordrecht en Amstelveen lossen zwembaden hun rooster- en wervingsproblemen op ongewone wijze op, in nauwe samenwerking met Randstad.
Randstad. “Wij weten van deze mensen welke disciplines ze beheersen: de een doet vooral toezicht, de ander verzorgt bijvoorbeeld ook aquajoggen. Er zijn ook studenten bij van CIOS en ALO, van wie een aantal dit werk ook na de opleiding graag blijft doen.” Voor Eduard Leurs, manager van het gemeentelijk recreatie- en sportbad Aquapulca, is deze vorm van flexibiliteit het belangrijkste antwoord op de personeelsproblemen. “Er is een vaste kern medewerkers met een vast half- of fulltime contract. Maar daaromheen heb je altijd een pool nodig van mensen die variabel inzetbaar zijn. Zonder die pool krijg je de bezetting in zo’n accommodatie niet rond, met alle pieken in de drukte.” Leurs denkt dat flexibiliteit nog belangrijker wordt in de aanloop naar de realisatie van de Sportboulevard, een accommodatie voor zwemmen, turnen, ijssporten en zaalsporten. “Wil de gemeente een marktpartij voor de exploitatie interesseren, dan zal dat beter gaan zonder een uitgebreid medewerkersbestand met inflexibele vaste contracten. Daarom zijn wij bewust bezig met vervroegde uittreding van een groep oudere collega’s. Anderen zullen we via een mobiliteitstraject aan ander werk helpen. We maken het liefst werkbare poolafspraken met Randstad. Dat alles levert ons een flexibel, goed te managen bestand op.” Structureel personeelsprobleem Het gaat niet altijd alleen om aantallen en om het vullen van grijze vlakken in de planning. In sommige plaatsen bestaan tekorten aan gekwalificeerde zweminstructeurs. Dat was voor de specialisatie Sport bij Randstad in Amsterdam (dat aan veel zwembaden en sportaccommodaties in de regio flexwerkers levert) reden om samenwerking te zoeken met een Nationaal Platform Zwembaden | NRZ-erkende opleider. De oplossing die in
Veel zwembaden in Nederland kampen met dezelfde problemen, zij het dat ze in de ene plaats wat meer structureel en nijpender van aard zijn dan elders. Er is een tekort aan personeel en ook zijn er weinig mogelijkheden om roosters flexibel in te vullen. “Dat probleem zal in de komende jaren mogelijk groter worden, doordat er vanaf 2010 relatief veel oudere medewerkers zullen uitstromen naar VUT of pensionering”, weet Yvette Rogier, Branchemanager Lokale Overheid bij Randstad Nederland. De vergrijzing zal een toch al moeizame personeelsplanning extra lastig maken in een branche waarin de werklast dikwijls pieken en dalen vertoont door schoolzwemmen en tijdens vakantieperioden. Rogier: “Dat is niet of nauwelijks op te lossen met de ouderwetse fulltime vaste baan. Fluctuaties zul je moeten oplossen met inzet van parttimers en flexwerkers”. Flexibele schil Oftewel, zoals dat in HR-jargon heet, met een ‘flexibele schil’. Dat dat een serieuze en werkbare oplossing kan zijn, blijkt in Dordrecht. Een uitzendbureau heeft voor de Dordtse zwembaden een ‘pool’ van circa twintig flexwerkers die elk voor een vast aantal uren per week – van twee tot twintig of meer – gegarandeerd aan het werk kunnen. “Wij krijgen de planning van het zwembad door en zorgen dat de juiste mensen op de juiste tijden zijn ingeroosterd”, zegt Rayonmanager Rozanne Wijnand van
15
nauwe samenwerking met zwembad De Meerkamp werd ontwikkeld, levert in negen maanden tijd 14 nieuwe Nationaal Platform Zwembaden | NRZ-gecertificeerde zweminstructeurs op. Elsa de Greef (Randstad): “In samenwerking met de opleider worden twee modulen geboden, één voor toezichthouder/lifeguard, een ander voor lesgever Zwem-ABC. Dat trekt enthousiaste mensen zonder ervaring, maar ook CIOS-, ALO- en ROC Sport en Bewegen-studenten”. De opleiding in Amstelveen heeft een aantrekkelijke extra bonus voor de deelnemers. Zij hebben namelijk de status van Loopbaanversneller, een succesvol concept waarin leren en werken wordt gecombineerd. De Greef: “Wij betalen de opleiding, waarin ook een stage is opgenomen waarbij de studenten goed begeleid worden. Na de opleiding zorgen wij dat de nieuwe instructeurs in verschillende zwembaden in de regio aan de slag gaan en dus variatie in werkervaring opdoen”. De combi van theorie en praktijk in Amstelveen levert ook vakinhoudelijk voordelen op. Opleider Gert-Jan de Groot: “Wij leiden de mensen op voor modern zwemonderwijs, met de nieuwste methoden van ervarend leren in een speelse praktijk. Theorie en praktijk sluiten, dankzij de stage in hetzelfde zwembad, zeer nauw op elkaar aan. Zo leveren wij professionals af die de nieuwe methoden goed onder de knie hebben”. Opleiding en werk combineren Ook in Groningen is de behoefte aan gekwalificeerd zwembadpersoneel groot. Randstad is momenteel in gesprek met diverse opleidingsinstituten om een soortgelijk traject vorm te geven. Ook hier is het de bedoeling dat aspirant-instructeurs uit de hele provincie als Loopbaanversneller opleiding en werk combineren, mét baangarantie. Initiatiefnemer Laura Dalebout van Randstad Groningen: “De opleiding staat al bijna in de startblokken. We willen een traject opzetten voor kandidaten zonder en met ervaring. We zien kansen voor zowel mensen uit andere branches,
16
Eduard Leurs (Aquapulca, Dordrecht): “Zonder pool krijg je de bezetting in zo’n accommodatie niet rond, met alle pieken in de drukte” voor studenten en voor toezichthouders/lifeguards. Beginners volgen het hele traject, voor mensen met ervaring is er een kortere opleiding. De kracht is ook hier dat we theorie en praktijk on-the-job combineren”. “De praktijkstages zijn essentieel en we kunnen dan ook niet zonder de medewerking van de gemeenten in de provincie”, aldus Dalebout, die verwacht dat het concept tussen nu en eind 2009 tien tot vijftien gekwalificeerde instructeurs en lifeguards kan opleveren. “De nood is ook in Groningen hoog. Er zijn wel mensen die in een zwembad willen werken, maar de drempel tot het volgen van een opleiding en het vinden van een passende baan blijkt hoog. Met ons plan bieden we daar een oplossing voor”, aldus Dalebout, die hoopt dat de gemeente nog dit jaar het groene licht geeft. De oplossingen in Dordrecht en Amstelveen brengen Yvette Rogier (Randstad Nederland) ertoe te pleiten voor creatief denken. “Ik denk dat zwembaden er goed aan doen de samenwerking te zoeken met aanpalende branches. Zo zie ik mogelijkheden voor combinatiebanen, waarbij iemand een contract krijgt om zoveel uur in het zwembad te werken, plus zoveel uur in bijvoorbeeld een fitnesscentrum. De combinatie zal niet vanzelf tot stand komen, maar met enige inspanning kan het wel een oplossing zijn. Daarbij zal ook gericht moeten worden gekeken naar het profiel van de ‘nieuwe badmeester’ in het zwembad: hoe moet die eruitzien? Eén ding is naar mijn smaak zeker: zonder ongewone oplossingen zal de zwembadbranche op den duur verzuipen in het personeelsprobleem.”
Column zwembadmedewerker
Aquafit4you: het werkt echt! Mijn naam is Maarten en ik werk sinds 2004 in een zwembad in het midden van het land. Sinds kort zijn wij een ‘Aquafit4you’-bad. Ik hoorde hierover al een tijdje wat geluiden, maar wist eigenlijk niet wat het inhield. Kort gezegd is er eigenlijk niet veel veranderd aan het dagelijkse werk, maar tegelijkertijd ook weer heel veel. Ik ben, samen met mijn collega’s, meer nadruk gaan leggen op mijn houding naar de gasten. Vroeger hield ik mij voornamelijk bezig met toezichthouden, schoonmaak en watermonsters nemen. Ik had eigenlijk best weinig contact met de mensen die kwamen zwemmen. Het was bij ons niet zo gewoon om uit mezelf een praatje te maken. Ik liet de mensen zwemmen en hun gang gaan en maakte eigenlijk pas een praatje, wanneer de mensen zelf begonnen te praten. We zijn ook met het team gaan werken aan onze gastgerichtheid. We zijn veel meer gericht op de mensen. Tijdens het banenzwemmen bijvoor-
beeld geef ik de mensen advies over de techniek van de zwemslagen en geef ik tips over oefeningen ter verbetering van hun conditie. Het is echt leuk om meer contact te hebben; dat merk ik ook bij mijn collega’s. Verder is het banenzwemmen uitgebreid met individueel aquajoggen, er staan ook twee aquafietsen en mensen kunnen van mij een eigen trainingsschema krijgen. Ik merk dat mensen vaker komen zwemmen en dat zij ook weer vrienden meenemen die ik nog niet eerder in het zwembad heb gezien. Het zorgt dus ook voor meer gasten.
enthousiaster ben geworden, omdat ik meer inspraak heb gekregen. We worden echt betrokken en onze mening wordt gevraagd bij mogelijke oplossingen voor stille uren of om ervoor te zorgen dat bestaande activiteiten aantrekkelijker worden voor onze klanten.
Het is heel leuk om anders naar je eigen zwembad te gaan kijken, anders om te gaan met de gasten en veel persoonlijk contact te hebben. Het geeft mijn werk in het zwembad na 4 jaar weer een extra impuls. Ik vond werken in het zwembad En, het zwembad is mooier aangekleed. altijd al heel leuk, maar ga nu met nog Overal hangen mooie sfeerbeelden met daaronder de tekst ‘powered by Aquafit4you’. meer plezier naar mijn werk. Hiervoor was het zwembad wat kaal en Ik raad alle managers van zwembaden hadden we weinig posters. Dat is nu helemaal anders. De gasten reageren hierop en mijn collega-zwembadmedewerkers ook heel positief. De sfeer onderling is aan om over te gaan op Aquafit4you. aan het veranderen. Ik merk zelf dat ik veel Het werkt echt!
Incompany-trainingen: kennis en informatie naar uw wensen NPZ Scholing & Training biedt studiedagen, events, specials en trainingen op het gebied van aquasport, zwemonderwijs, hygiëne en veiligheid. Daarnaast heeft NPZ Scholing & Training nog veel meer te bieden. Arno Jonkers, beleidsmedewerker van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ: “NPZ Scholing & Training gaat veel verder dan de trainingen en studiedagen die staan vermeld in de studiegids. Het trainingscentrum kan kennis en informatie leveren, naar uw wensen en behoeften. Een incompany is hiervoor uitermate geschikt”.
Incompany’s zijn trainingen op uw eigen locatie. Tijdens deze trainingen kunnen onderwerpen worden behandeld die door uzelf zijn uitgekozen. Jan Mentink van Zwembad De Hoevert in Didam hoorde van de mogelijkheid van een incompany en besloot de training ‘moderne lesopbouw’ te organiseren in zijn eigen bad. Mentink: “De incompany is mij zeer goed bevallen. Doordat we zelf het onderwerp hebben uitgekozen, wisten we zeker dat de training ging over zaken die ons bezighielden”. Het grootste voordeel is volgens Mentink dat alle informatie direct betrekking heeft op de eigen accommodatie. “De hele training ging niet over zwembaden in het algemeen, maar over ons eigen zwembad. Er werd gepraat op de plaats waar het moet gebeuren, met de mensen die het moeten doen. Dat geeft dé grote meerwaarde
aan een incompany-training”, aldus Mentink. Juist omdat de incompany-trainingen gericht zijn op de eigen organisatie, kan de training ook makkelijk in de praktijk worden omgezet. “De incompany heeft in ons zwembad een ‘revolutie’ veroorzaakt. Een aantal veranderingen waarover wij nadachten werd in de training besproken. Tijdens de incompany bleek dat we deze wijzigingen moesten doorzetten, dit hebben we gedaan en het is absoluut de juiste beslissing geweest”, vertelt Mentink.
training
Wilt u ook een training over een specifiek onderwerp, toegespitst op uw eigen organisatie? Neem dan contact op met NPZ Scholing & Training over de mogelijkheden van een incompanytraining in uw accommodatie. Stuur een e-mail naar
[email protected] of bel naar (0343) 51 56 13.
“NPZ Scholing & Training gaat veel verder dan de trainingen en studiedagen die staan vermeld in de studiegids”
17
Doelgroepen in de Spotlights Verfrissende variaties voor de aquasporter Aquasport is in beweging. De Studiedag ‘Doelgroepen in de Spotlights’ staat daarom dit keer geheel in het teken van
9 decembe r in Sportst ad Heerenve in Heerenve en en en 11 d ecember in Nationaal Zwemcentr um De Ton in Eindhove gelreep n
vernieuwing bij aquasporten en het binden van de klant. Hoe kan de instructeur de aquasporter enthousiasmeren in een les? Hoe zorgt de aquasport-instructeur ervoor dat de klant terug blijft komen? Wilt u meer rendement halen uit de aquasport in uw zwembad? Geeft u les in aquasport en wilt u ook geïnspireerd raken, verfrissende variaties in de
Workshop 1 – Omgaan met blessures door Ron Perdon Door te luisteren en te kijken naar de klant en goede aanwijzingen te geven kan men ervoor waken dat er geen verdere blessures ontstaan tijdens de lessen door bijvoorbeeld verkeerde belasting. Tijdens deze workshop leert u individueel werken in groepsverband en vergaart u kennis die nodig is om klanten met blessures te begeleiden.
les toepassen en de klant helpen betere resultaten te boeken? Bent u betrokken bij de aquasport in uw zwembad en wilt u alles te weten komen over leukere aquasportlessen en vernieuwing binnen eigen mogelijkheden? Bezoek ‘Doelgroepen in de Spotlights 2008’ op 9 of op 11 december.
Het programma bestaat uit workshops, gericht op de nieuwste inzichten met concreet advies, tips en tools, nieuwe oefenstof en handvaten voor lesinhoud en variaties. In de ochtend staat de klant centraal, waarbij wordt gekeken naar individueel begeleiden in groepsverband. De middag gaat over de vaardigheden van de aquasport-instructeur. Er kan een keuze worden gemaakt uit de hele dag theorie, de hele dag praktijk of een combinatie daarvan. Wat u ook kiest, inhoudelijk krijgt iedere deelnemer een volledig overzicht van de mogelijkheden voor variaties op aquasportgebied. Daarnaast is er een (optioneel) themadiner, waarbij bezoekers met collega’s uit het vakgebied na kunnen praten over aquasport.
Bezoek ‘Doelgroepen in de Spotlights 2008’ op 9 of op 11 december
Workshop 2 – Diversiteit in intensiteit door Martine Flamen Wanneer verschillende leeftijdsgroepen in dezelfde les te vinden zijn, zou iedere aquasporter op zijn/haar eigen niveau individueel moeten kunnen werken aan de eigen lichamelijke conditie. Er zijn verschillende formules om de intensiteit (ook tijdens de les) te wijzigen. Deze formules, die specifiek voor aquasport van toepassing zijn, komen in deze workshop aan bod evenals tactieken en vaardigheden om direct te reageren op een te eenvoudige of te moeilijke oefening.
Programma Kies voor… en volg workshops Hele dag theorie 1, 2, 4, 5 en 7 Hele dag praktijk 3, 6 en 7 ’s Ochtends theorie en ’s middags praktijk 1, 2, 6 en 7 ’s Ochtends praktijk en ’s middags theorie 3, 4, 5 en 7 Het programma bestaat uit een plenaire inleiding en zeven workshops. Workshop 7 is een theoretische workshop en wordt gevolgd door alle deelnemers. De dag start om 09.30 uur en eindigt rond 18.00 uur. Optioneel kunt u aansluiten bij een heerlijk themadiner.
Workshop 3 – Praktijk – ochtendprogramma door Kim Geeroms Tijdens deze praktijkworkshop, die in het zwembad gegeven wordt, komen de onderwerpen uit workshop 1 en 2 aan de orde. De aquasport-instructeur ervaart in het water hoe om te gaan met blessures en verandering van intensiteit. Hoe ervaart de klant de les? De theoretische formules worden uitgelegd en geoefend wordt met het in de praktijk gebruiken van deze formules. Workshop 4 – AquaSculpt door Martine Flamen Oefeningen met grote spiergroepen kunnen als uitgangspunt dienen voor meer variatie tijdens de aquasportles. Wat zijn de belangrijkste grote spiergroepen? Bij welke doelgroep hoort een accent op welke spieren? Het afwisselen van oefenstof zorgt voor een goede spierbalans door tegenovergestelde spieren aan het werk te zetten. De grote spiergroepen kunnen getraind worden door de werking van de weerstand van het water en door materialen te gebruiken. Wat is het verschil in spierwerking tussen drijvende en zinkende materialen? De aquasport-instructeur ontdekt het tijdens deze workshop.
18
Wilt u meer rendement halen uit de aquasport in uw zwembad? Workshop 5 – Trainingsleer door Thamar Henneken Door het accent op één van de fysieke eigenschappen van de mens te leggen, of een combinatie daarvan, kan een andere indeling in de les worden gemaakt die elke week verrassend anders kan zijn. De werking van de spieren bij een van de fysieke eigenschappen in en onder water komt aan bod. Ook materialen die drijven, zinken of altijd weerstand geven, veranderen de oefenstof eenvoudig. Workshop 6 - Praktijk – middagprogramma door Kim Geeroms De onderwerpen van workshop 4 en 5 komen terug in deze praktijkworkshop. In het water gaat u aan de slag met trainingsvormen op basis van fysieke eigenschappen, die eenvoudig voor variatie kunnen zorgen tijdens de lessen. Daarnaast kunnen we ons concentreren op één of meerdere spiergroepen. De combinaties hierin zijn eindeloos; tijdens deze workshop krijgt u tips en tools aangereikt om deze zelf in de eigen lessen te gebruiken.
Het programma ziet er als volgt uit: 09.30 uur Ontvangst 10.00 uur Plenaire inleiding (actief!) over het belang van de aquasport-instructeur en de kunst van het variëren door Katrien Lemahieu en Thamar Henneken 11.00 uur Start workshops 1 en 2 11.15 uur Start workshop 3 12.00 uur Start workshops 1 en 2 13.00 uur Powerlunch 13.45 uur Start workshops 4, 5 en 6 14.45 uur Start workshops 4 en 5 15.45 uur Pauze 16.00 uur Workshop 7 17.00 uur Plenaire afsluiting met verfrissende drankjes door Katrien Lemahieu en Thamar Henneken 18.00 uur Themadiner
Workshop 7 – De presenter en entertainment door Lizette de Corte De aquasportles die zorgt voor een fantastische beleving bij de klant, dat willen we allemaal. Wat kan de aquasport-instructeur doen om de les voor de klant zo leuk mogelijk te maken? In deze workshop leert u hoe het sociale aspect belangrijk gemaakt wordt in de lessen en hoe u van iedere les een unieke beleving maakt. Dresscode Sportieve kleding, ook wanneer u de hele dag theorie volgt. Deelnemers worden gevraagd in het blauw gekleed te komen. Badkleding is nodig wanneer ook praktijk gevolgd wordt. Kosten Deelname aan de Studiedag ‘Doelgroepen in de Spotlights’ kost € 275,- per persoon. De deelnemer krijgt daarvoor deelname aan interessante workshops, documentatie, powerlunch, koffie & thee. Voor slechts € 30,- kan de deelnemer aansluiten bij het themadiner. Het Sociaal Fonds Recreatie draagt € 125,- bij. De subsidie kan verkregen worden wanneer de organisatie en werknemer zijn aangesloten bij de CAO Recreatie. Aanmelden Aanmelden kan vanaf nu via het aanmeldingsformulier dat u als bijlage ontvangt bij deze Nieuwsbrief of stuur een mail naar
[email protected].
Bent u betrokken bij de aquasport in uw zwembad en wilt u alles te weten komen over leukere aquasportlessen en vernieuwing binnen eigen mogelijkheden?
19
Zwemscholen stijgen in populariteit Het gaat goed met de klandizie bij zwem-
Enthousiaste instructeur aan het bad Roskam heeft een eigen visie op zwemscholen. Deze aanbieders van zwemlessen onderwijs: “De zwemles moet leuk zijn lijken veel succes te hebben. Hoe houden voor ouder, kind én zwemonderwijzer. Voor de zwemonderwijzer moet het geven van zwemscholen stand naast de traditionele zwemles een interessante baan zijn. Dat aanbieders van zwemles: de gemeentelijke of proberen wij te bewerkstelligen door de instructeur te laten werken in een open particuliere zwembaden? Wat is de reden en transparante organisatie en hem of haar van het succes? Klantgericht denken en veel verantwoordelijkheid en doorgroeimogelijkheden te bieden”. Die doorgroeikleinschaligheid blijken de oorzaak van mogelijkheden heeft de werknemer door de stijgende populariteit. de franchiseformule. Van stagiair tot hoofd zwemzaken, vestigingsmanager of onderHet succes van de zwemscholen ligt in de nemer: alles is mogelijk, afhankelijk van aansluiting bij de wensen van de klant. de persoonlijke ontwikkeling. “Wij hebben Kinderen krijgen lessen van 2,5 uur van ook totaal geen moeite om personeel te dezelfde zweminstructeur, in kleine groepvinden; het tegenovergestelde is het beeld jes. Ouders kunnen de lessen vaak zelf in de zwembadbranche”, aldus Roskam. inplannen en dit alles zorgt voor een kortere lesperiode voorafgaand aan het diOndernemerschap ploma. Tevreden ouders en kinderen, daar “Ondernemerschap heeft binnen het zwemonderwijs de toekomst”, vertelt Peter draait het om. De focus moet juist ook liggen bij het zo leuk mogelijk maken om Dasselaar, die in 2003 startte met Zwemnaar de zwemles te gaan voor de ouder. onderneming VIZ met twee locaties in Leeuwarden, één in Joure en één in Ter Gratis koffie Apel. “Een ondernemer loopt net even een Bij Akwaak Zwemscholen, de eerste franstapje harder dan iemand in dienst van een chiseonderneming voor zwemscholen in organisatie. Een ondernemer voelt concurrentie en dat zorgt voor betere kwaliteit Nederland die op 1 november 2008 landelijk werd gepresenteerd, krijgen ouders en keuze voor ouders en leerlingen”. tijdens de zwemles van hun kind gratis Uitbreiding gewenst koffie in een leuke wachtruimte en krijgen zij eventueel activiteiten aangeboden. Piet Tevreden klanten brengen hun ervaringen over via mond-tot-mondreclame. De grote Roskam is samen met Jelle Rozema eigenaar van franchiseonderneming Akwaak vraag naar mogelijkheden om zwemles te Zwemscholen, die bestaande maar ook volgen zet de ondernemers aan tot de nieuwe zwemscholen ondersteuning biedt gedachte uit te breiden. Zowel Zwemonderbij het managen van een eigen zwemneming VIZ als Franchiseformule Akwaak school. In januari 2006 gaf Roskam zijn zien kansen voor de toekomst. Ook Zwemschool Water en Ko, met twee locaties in eerste lessen aan in totaal 40 kinderen in Lelystad. Intussen zijn er 310 kinderen op Zeist en Doorn, zou dolgraag uitbreiden. les in de vestiging in Lelystad en ziet Oscar Boelema, mede-eigenaar van de zwemschool, ziet een duidelijke groei in Akwaak alweer nieuwe kansen voor uitbreiding. Op dit moment zijn er zwemscholen het aantal bezoekers. Boelema: “Voor 2009 in Lelystad, Biddinghuizen, Zeewolde en zitten we vol; we zijn nu al bezig om de Zwolle en zijn de vijfde, zesde en zevende zwemlessen voor 2010 te vullen. We zitten vestigingen in ontwikkeling. aan een maximum aantal lessen vast die we buiten de schooltijden (en in vakanties) aan kunnen bieden. We kunnen alleen lessen aanbieden tussen de tijd dat kinderen uit school komen en slapen gaan”. Omdat het maximale aantal lessen is bereikt in de huidige twee accommodaties die Zwemschool Water en Ko huurt, wil de zwemschool uitbreiden. “We denken na over een nieuwe locatie die we kunnen huren als uitbreiding op de bestaande
20
Het succes van de zwemscholen ligt in de aansluiting bij de wensen van de klant
locaties of misschien kunnen we een eigen locatie in beheer gaan nemen. Het is niet eenvoudig om aan beschikbaar zwemwater te komen. Wie een zwembad weet dat te koop staat, mag mij bellen”. Samenwerking voor blijvend succes Beschikbaar zwemwater lijkt de beperkende factor voor uitbreiding. Om succesvol te blijven, zoeken zwemscholen samenwerking met zwembaden. Daar huren zij water voor de zwemles en/of voor het proefzwemmen en afzwemmen. Bij Akwaak Zwemscholen wordt gelest in een kleiner bad en kinderen kunnen gratis recreatief oefenzwemmen met hun ouders in grote zwembaden. Roskam: “Zo kunnen kinderen wennen aan de omgeving en dat komt de zwemveiligheid ten goede. Daarnaast is het belangrijk goed contact te hebben met de grotere zwembaden, die zijn daar bovendien zelf ook commercieel bij gebaat”. Zwemschool Water en Ko en Zwemonderneming VIZ huren bij respectievelijk de Utrechtse zwembaden en zwembaden in Leeuwarden en Stadskanaal en zijn daarover erg tevreden. Boelema: “De samenwerking is buitengewoon goed. We kunnen duidelijke afspraken maken over wanneer we kunnen huren en we voelen ons welkom als klant door de directie en medewerkers”. Van Dasselaar beaamt dat: “We zijn op zoek naar meerdere samenwerkingsverbanden om meer zwemlessen te kunnen geven en te kunnen voldoen aan de vraag naar zwemlessen”.