Nieuwsbrief
Jaargang 15, nr.28, maart 2011
CONTENT Tijd voor de aangifte over 2010
Tijd voor de aangifte over 2010 1
Wijzigingen inkomstenbelasting 2011
2
Wijzigingen Loonbelasting 2011
7
Wijzigingen Vennootschapsbelasting 2011
10
Wijzigingen schenk– en erfbelasting
10
Korte nieuwtjes
12
Alexanderstraat 23 2514 JM Den Haag T. +31 70 36 35 800 F. +31 70 36 35 795 E.
[email protected] I. www.broersenmacdonald.nl
De aangifteperiode is weer begonnen en dat betekent dat vóór 1 april 2011 de aangifte inkomstenbelasting over 2010 bij de Belastingdienst binnen moet zijn (tenzij u uitstel heeft aangevraagd). Als u vóór 1 april aangifte doet, krijgt u vóór 1 juli 2011 bericht en indien van toepassing uw belastingteruggaaf gestort. Het aangifteprogramma voor 2010 is al beschikbaar op de site van de Belastingdienst, maar als u nog wacht met invullen tot 1 maart kunt u gebruikmaken van de Vooraf Ingevulde Aangifte. Hierin zijn een aantal belangrijke gegevens zoals BSN, geboortedatum, WOZ-waarde en loon al ingevuld. Deze hoeft u dan alleen nog maar goed te controleren. Heeft u aftrekposten in de aangifte, zoals de hypotheekrenteaftrek? Dan is het is raadzaam een voorlopige teruggaaf voor 2011 aan te vragen. De Belastingdienst vergoedt over de teruggaaf 2011 namelijk pas rente vanaf 1 januari 2012. ‘Sparen’ bij de fiscus is daardoor geen interessante optie meer, te meer omdat de heffingsrente over het eerste kwartaal onveranderd op 2,5% blijft staan. Uiteraard kunnen wij u van dienst zijn bij het invullen van de aangifte.
Wijzigingen inkomstenbelasting 2011 Een nieuw jaar betekent nieuwe tarieven en percentages. De tarieven in box 1 voor de inkomstenbelasting zijn voor 2011 ten opzichte van 2010 licht gedaald. Tarieven voor 2011: 1e schijf
-
t/m
€ 18.628
33,00%
2 schijf
€ 18.628
t/m
€ 33.436
41,95%
3e schijf
€ 33.436
t/m
€ 55.694
42
%
4e schijf
€ 55.694
en hoger
52
%
e
Tarieven voor 2010: 1e schijf
-
t/m
€ 18.218
33,45%
2 schijf
€ 18.218
t/m
€ 32.738
41,95%
3e schijf
€ 32.738
t/m
€ 54.367
42
%
€ 54.367
en hoger
52
%
e
e
4 schijf
Voor 2011 geldt voor 65-plussers in de eerste schijf een tarief van 15,10% (2010: 15,55%) en in de tweede schijf een tarief van 24,05% (2010: 24,05%). Dit komt omdat zij geen 17,9% premie AOW betalen. Het tarief in box 2 en box 3 van de inkomstenbelasting is niet gewijzigd: namelijk 25% respectievelijk 30%. In box 3 wordt het rendement gesteld op 4% van het gemiddelde vermogen. Dit komt dus neer op 1,2% belasting over het gemiddelde vermogen.
P2
Heffingskortingen Heffingskortingen verlagen het te betalen bedrag aan inkomstenbelasting. Voor 2011 zijn de bedragen voor heffingskortingen als volgt: Tabel heffingskortingen 2011 Heffingskorting
Jonger dan 65 jaar
65 jaar en ouder
2011
2011
Algemene heffingskorting
1.987
910
Arbeidskorting inkomen (lage inkomens) tot 57 jaar 57, 58 of 59 jaar 60 of 61 jaar 62 t/m 64 jaar
1.574 1.838 2.100 2.362
1.081
Arbeidskorting inkomen (hoge inkomens) tot 57 jaar 57, 58 of 59 jaar 60 of 61 jaar 62 t/m 64 jaar
1.497 1.761 2.023 2.285
1.046
Inkomensafhankelijke combinatiekorting
1.871
857
Alleenstaande-ouderkorting
931
421
Aanvullende alleenstaande ouderkorting
1.523
697
Jonggehandicaptenkorting
691
Ouderenkorting
739
Alleenstaande ouderenkorting
421
Doorwerkbonus 62 jaar (5%) 63 jaar (7%) 64 jaar (10%) 65 jaar (2%) 66 jaar (2%) 67 (ev) jaar (1%)
2.354 3.295 4.708
942 942 471
Levensloopverlofkorting (per jaar van deelname) Ouderschapsverlofkorting (per verlofuur)
4,11
Korting maatschappelijke beleggingen
1,0% *
1,0% *
Korting beleggingen in direct durfkapitaal
1,0% *
1,0% *
* van de vrijstelling in box 3.
P3
201
Let op! De korting voor maatschappelijke beleggingen en de korting voor beleggingen in direct durfkapitaal bedragen in 2011 1,0% van het bedrag dat daarvoor is vrijgesteld op grond van de bepalingen in box 3. De heffingskortingen worden de komende jaren in vier stappen afgebouwd naar 0%: voor het jaar 2011 worden deze heffingskortingen verlaagd van 1,3% (2010) naar 1,0%, voor het jaar 2012 van 1,0% naar 0,7%, voor het jaar 2013 van 0,7% naar 0,4%. Met ingang van het jaar 2014 komen deze heffingskortingen helemaal te vervallen.
Eigenwoningforfait Per 1 januari 2011 geldt een gewijzigd eigenwoningforfait. Voor 2011 wordt met de WOZ-waarde per 1 januari 2010 gewerkt. Eigenwoningforfait 2011 Als de WOZ-waarde (€) meer is dan -
maar niet meer dan (€) 12.500
bedraagt het forfaitpercentage
12.500
25.000
0,20%
25.000
50.000
0,30%
50.000
75.000
0,40%
75.000
1.020.000
0,55%
1.020.000
-
€ 5.610 vermeerderd met 1,05% van de eigenwoningwaarde voor zover deze uitgaat boven € 1.020.000
nihil
Verhuisregeling De maximale termijn voor behoud van hypotheekrenteaftrek bij verkoop van de voormalige eigen woning is met een jaar verlengd. De termijn was in 2010 twee jaar en is per 2011 drie jaar. Dit betekent dat als de woning in 2008 of 2009 te koop is gezet, nog recht op hypotheekrenteaftrek bestaat in respectievelijk 2011 en 2012. Daarnaast is de maximale termijn voor het verkrijgen van hypotheekrenteaftrek voor de nog leegstaande toekomstige eigen woning (bijvoorbeeld in aanbouw) verlengd van twee naar drie jaar. Dit betekent dat in 2011 recht op hypotheekrenteaftrek bestaat voor een leegstaande woning die uiterlijk in 2014 de eigen woning zal worden. Voor meer informatie over de eigenwoningregeling kunt u bij ons terecht. Wijzigingen partnerbegrip Tot 1 januari 2011 konden ongehuwd samenwonenden kiezen voor fiscaal partnerschap. Vanaf 2011 zijn er aan fiscaal partnerschap een aantal voorwaarden verbonden en is kiezen niet meer mogelijk.
P4
Ongehuwd samenwonenden die allebei op hetzelfde woonadres in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) staan ingeschreven, zijn fiscale partners als aan een of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
zij hebben een notarieel samenlevingscontract gesloten; zij hebben samen een kind; een van de partners heeft een kind en de ander heeft dit kind erkend; zij zijn als partners aangemeld voor een pensioenregeling; zij zijn allebei eigenaar van de woning die het hoofdverblijf is.
KIA per 2011 Ondernemers die in 2011 investeren, kunnen een aangewezen percentage van het investeringsbedrag van de winst over 2011 in aftrek brengen. Dit is de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek.
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 2011 meer dan (€) 2.200
maar niet meer dan (€) 2.200 54.324
54.324
100.600
100.600
301.800
301.800
-
bedraagt de KIA 0 28% van het investeringsbedrag € 15.211 € 15.211 verminderd met 7,56% van het gedeelte van het investeringsbedrag dat de € 100.600 te boven gaat 0
EIA en MIA De EIA is in 2011 verlaagd van 44% naar 41,5%. Deze verlaging duurt voort tot en met 2013. Vanaf 2014 zal het tarief vervolgens weer 44% bedragen. De EIA is van toepassing bij een bedrag aan energie-investeringen in een kalenderjaar van meer dan € 2.200. Als bedrag aan energie-investeringen wordt ten hoogste in aanmerking genomen € 116.000.000. De MIA is in 2011 (tot en met 2013):
voor milieu-investeringen die behoren tot categorie I verlaagd van 40% naar 36%;
voor milieu-investeringen die behoren tot categorie II verlaagd van 30% naar 27%, en;
voor milieu-investeringen die behoren tot categorie III verlaagd van 15% naar 13,5%.
P5
Vanaf 2014 zullen de tarieven vervolgens weer 40% respectievelijk 30% en 15% bedragen. De MIA is van toepassing bij een bedrag aan milieu-investeringen in een kalenderjaar van meer dan € 2.200. Per bedrijfsmiddelen kan niet meer dan € 25 miljoen in aanmerking worden genomen. Tip! Onlangs zijn de Energie- en Milieulijsten 2011 gepubliceerd. Deze lijsten bevatten een opsomming van de bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor milieu-investeringsaftrek (MIA) en/of willekeurige afschrijving (Vamil) en de energie-investeringsaftrek (EIA). Zelfstandigenaftrek De zelfstandigenaftrek geldt voor de ondernemer die aan het urencriterium voldoet. Voor de ondernemer die bij het begin van het kalenderjaar de leeftijd van 65 nog niet heeft bereikt, bedraagt de aftrek: Zelfstandigenaftrek 2011 Bij een winst (€) gelijk aan of meer dan
maar minder dan (€)
bedraagt de aftrek (€)
-
14.045
9.484
14.045
16.295
8.817
16.295
18.540
8.154
18.540
53.070
7.266
53.070
55.315
6.633
55.315
57.565
5.931
57.565
59.810
5.236
59.810
-
4.602
Als de ondernemer in een of meer van de vijf voorafgaande kalenderjaren geen ondernemer was en bij hem in die periode niet meer dan tweemaal zelfstandigenaftrek is toegepast, wordt de zelfstandigenaftrek verhoogd met de startersaftrek van € 2.123. De zelfstandigenaftrek voor de ondernemer die bij het begin van het kalenderjaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt bedraagt 50% van de zelfstandigenaftrek zoals die in bovenstaande tabel staat. MKB-winstvrijstelling De MKB-winstvrijstelling is per 1 januari 2011 gelijk gebleven op 12%. Bij een winst na toepassing van de ondernemersaftrek van bijvoorbeeld € 50.000 is de eerste € 6000 vrijgesteld.
P6
Tante Agaath Voor directe beleggingen in durfkapitaal bestond een persoonsgebonden aftrek als verlies werd geleden. Een bedrag dat door de schuldeiser binnen acht jaar na het verstrekken van de geldlening aan een beginnende ondernemer niet meer voor verwezenlijking vatbaar is en dat wordt afgeschreven, kon tot een bedrag van € 46.984 in aanmerking worden genomen als persoonsgebonden aftrekpost. Deze persoonsgebonden aftrekpost is vanaf 1 januari 2011 komen te vervallen. Voor leningen die voor 1 januari 2011 zijn verstrekt blijft de aftrek echter nog mogelijk. Als een nagekomen terugbetaling komt op een afgeschreven lening en daarvoor aftrek is toegestaan, wordt – ook nog na 1 januari 2011 – de persoonsgebonden aftrek in zoverre teruggenomen.
Wijzigingen loonbelasting 2011 Het zal u niet zijn ontgaan: per 1 januari is een nieuwe regeling ingevoerd in de loonbelasting, de werkkostenregeling. Door deze regeling kan, naast een aantal gerichte vrijstellingen, maximaal 1,4% van het totale fiscale loon (de ‘vrije ruimte’) worden besteed aan belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen voor werknemers. Over het bedrag boven de vrije ruimte (en afgezien van de gerichte vrijstellingen) moet de werkgever loonbelasting betalen in de vorm van een (gebruteerde) eindheffing van 80%. De werkkostenregeling komt uiteindelijk in de plaats van de tot nu toe geldende regels voor vrije vergoedingen en verstrekkingen. Maar de eerstkomende jaren is het nog niet verplicht gebruik te maken van de nieuwe regeling. Tot en met 2013 mag u ieder jaar kiezen voor de werkkostenregeling of voor de ‘oude’ regels voor vrije vergoedingen en verstrekkingen. Gerichte vrijstellingen Bepaalde vergoedingen en verstrekkingen kunnen belastingvrij worden vergoed en verstrekt zonder dat dit ten koste gaat van de vrije ruimte van 1,4%. Dit is het geval bij gerichte vrijstellingen. De werkkostenregeling kent gerichte vrijstellingen voor de volgende vergoedingen en verstrekkingen:
vervoer en reiskosten;
losse kaartjes voor zakelijke reizen met openbaar vervoer;
abonnementen voor reizen met openbaar vervoer; kostenvergoedingen voor zakelijke reizen en woon-werkverkeer met openbaar vervoer of eigen vervoer van maximaal € 0,19 per kilometer, ook voor de fiets, elektrische fiets, of scooter; kosten van tijdelijk verblijf in het kader van de dienstbetrekking;
P7
maaltijden als gevolg van overwerk, koopavonden, dienstreizen en dergelijke;
bijscholing, cursussen, congressen, vakliteratuur, training en dergelijke, voor zover ze van belang zijn voor het werk van de werknemer (inclusief kosten van inschrijving in een beroepsregister);
outplacement;
verhuiskosten;
studie- en opleidingskosten; procedures tot erkenning van verworven competenties (EVC-procedures); extraterritoriale kosten.
Nihilwaardering Voor de volgende soorten loon in natura geldt een nihilwaardering, waardoor deze ook niet ten koste gaan van de vrije ruimte.
voorzieningen op de werkplek zoals bedrijfsfitness, gereedschappen, de vaste computer, het kopieerapparaat en de vaste telefoon;
arbovoorzieningen;
ter beschikking gestelde kleding die (bijna) uitsluitend geschikt is om tijdens het werk te dragen, zoals uniformen en overalls, werkkleding die op het werk achterblijft en ter beschikking gestelde werkkleding met een logo van ten minste 70cm2 per kledingstuk;
de renteloze personeelslening als uw werknemer daarmee een fiets, elektrische fiets of elektrische scooter koopt (ook binnen cafetariaregelingen);
de kosten en het rentevoordeel van een personeelslening voor de eigen woning van uw werknemer als deze zonder deze nihilwaardering aftrekbaar zouden zijn in de inkomstenbelasting;
ter beschikking gestelde mobiele telefoon, blackberry of smartphone als het zakelijke gebruik meer dan 10% is;
ter beschikking gestelde hulpmiddelen, waaronder computers en dergelijke apparatuur, gereedschappen en toebehoren, die de werknemer ook ergens anders dan op de werkplek kan gebruiken, als het zakelijke gebruik 90% of meer is;
ov-jaarkaart en voordeelurenkaart als uw werknemer deze kaart ook voor het werk gebruikt;
niet-permanente huisvesting op de werkplek, waarbij het redelijkerwijs niet mogelijk is niet op de werkplek te overnachten, bijvoorbeeld aan boord van zeeschepen, of bij parate diensten in een brandweerkazerne.
consumpties op de werkplek die geen deel uitmaken van een maaltijd;
P8
Forfait Voor sommige vormen van loon in natura geldt geen nihilwaardering, maar een forfaitaire waardering. Zo geldt voor maaltijden op de werkplek als normbedrag € 2,90, voor huisvesting en inwoning op de werkplek (inclusief energie, water en bewassing) geldt een normbedrag van € 5 per dag. Speur- en ontwikkelingswerk De tijdelijke verhoging die in 2009 en 2010 gold voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk is doorgezet in 2011. Ook in de jaren daarna blijft de loongrens van de afdrachtkorting op de loonheffingen hoger dan voorheen en wordt het percentage in de eerste schijf blijvend verhoogd. Het verloop van de S&O-afdrachtvermindering ziet er in tabelvorm als volgt uit: Afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk Loongrens 1e schijf 2e schijf Plafond
2008 € 110.000
2009 € 150.000
42% 14% € 8 mln
50% 18% € 14 mln
2010 € 220.00 0 50% 18% € 14 mln
2011 € 220.00 0 50% 18% € 14 mln
2012 ev € 150.000 45% 14% € 8,5 mln
Kleinebanenregeling De kleinebanenregeling is met een jaar verlengd en geldt dus ook in 2011. De kleinebanenregeling regelt dat voor de werknemer jonger dan 23 jaar met een kleine baan geen premies werknemersverzekeringen hoeven te worden betaald en dat voor die werknemer de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet op nul wordt gesteld. De werkgever hoeft dan ook geen vergoeding voor die inkomensafhankelijke bijdrage meer te geven. Van een kleine baan is sprake in het geval het loon voor een 22-jarige niet meer bedraagt dan maximaal € 600 per maand. Voor lagere leeftijden gelden lagere bedragen (zie de tabel). Voor de inhouding van loonbelasting/premie volksverzekeringen verandert er niets en moet – dus ook voor kleine banen – nog steeds de verschuldigde loonheffing worden ingehouden. Tabel kleinebanenregeling 2011 Leeftijd Jonger dan 18 jaar
Maximum bedrag loon per maand (€) 275
18
325
19
375
20
425
21
500
22
600
P9
Let op! Vanaf 1 januari 2011 is de uniforme premie voor de WAO vervallen door het opheffen van de arbeidsongeschiktheidskas. De lopende WAO-uitkeringen worden vanaf die datum betaald uit de basispremies WAO/IVA/WGA. Op het moment dat bekend werd dat de uniforme WAO-premie zou komen te vervallen, kon de Belastingdienst de aangifte loonheffingen niet meer aanpassen. Daarom komt u in de aangifte over 2011 de samengestelde rubriek ‘uniforme premie WAO/gedifferentieerde premie WGA’ nog tegen. U vult hier alleen de gedifferentieerde premie WGA in.
Wijzigingen vennootschapsbelasting 2011 Het toptarief in de vennootschapsbelasting is ten opzichte van 2010 gedaald. Het MKB-tarief is gelijk gebleven, namelijk:
Winst meer dan € 200.000
Vpb-tarief 2011 Maar niet meer dan € 200.000 -
Percentage 20% 25%
Verliesverrekening De tijdelijke verruiming van de achterwaartse verliesverrekening is met een jaar verlengd. Dit houdt in dat de bestaande mogelijkheid tot terugwenteling van verliezen van één jaar op verzoek is verlengd tot drie jaar. In ruil hiervoor is dan de huidige voorwaartse verliesverrekening van negen jaar ingekort tot zes jaar. Deze maatregel gold al voor de belastingjaren 2009 en 2010 en kunt u nu ook in 2011 toepassen.
Wijzigingen schenk- en erfbelasting 2011 De nieuwe wet schenk- en erfbelasting die op 1 januari 2010 in werking is getreden, kent lagere tarieven en hogere vrijstellingen voor partners en kinderen dan de oude Successiewet. De belangrijkste cijfers voor 2011 op een rij:
P 10
Tarieven schenk- en erfbelasting 2011 Deel van de belaste verkrijging
Tariefgroep I
Tariefgroep 1A
Tariefgroep 2
kleinkinderen
€ 0 - € 118.708
Partners en kinderen 10%
18%
Overige verkrijgers 30%
€ 118.708 - hoger
20%
36%
40%
Vrijstellingen schenkbelasting 2011 Kinderen
€ 5030
Kinderen 18 – 35 (eenmalig) of
€ 24.144
Kinderen 18 – 35 (eenmalig) indien schenking wordt aangewend voor aankoop huis of studie
€ 50.300
Overige verkrijgers
€ 2.012
Vrijstellingen erfbelasting 2011 Partners
€ 603.600
Kinderen en kleinkinderen
€ 19.114
Zieke en gehandicapte kinderen
€ 57.342
Ouders
€ 45.270
Overige verkrijgers
€ 2.012
Alle vrijstellingen zijn voetvrijstellingen. Dat betekent dat de vrijstelling niet vervalt als meer wordt verkregen dan de vrijstelling, maar dat de vrijstelling ook geldt als meer wordt verkregen dan het bedrag van de vrijstelling. Als een partner in 2011 bijvoorbeeld € 703.600 uit de nalatenschap van een erflater verkrijgt, is de vrijstelling van € 603.600 van toepassing en wordt een verkrijging van € 100.000 in de heffing betrokken. Tip! Het erven van een onderneming is sinds vorig jaar fiscaal een stuk gunstiger geworden. Een verkrijging van ondernemingsvermogen is tot een waarde van € 1.006.000 van de objectieve ondernemingen voor 100% vrijgesteld. Voor ondernemingen die meer waard zijn dan die € 1.006.000 geldt voor het meerdere verkregene een vrijstelling van 83%. Voor de belasting die dan eventueel nog is verschuldigd over het niet-vrijgstelde deel kan tien jaar uitstel van betaling worden verkregen.
P 11
Korte nieuwtjes Werkgevers zijn vanaf 2005 naast de gebruikelijke heffing voor werknemers verplicht tot het betalen van een extra VUT-heffing. Dit om vervroegde uittreding tegen te gaan. Het tarief voor deze extra heffing bedraagt sinds begin van dit jaar 52%. Hiermee is de overgangsregeling waarbij het verlaagde tarief van 26% gold geëindigd. Het kabinet heeft een garantieregeling voor het midden- en kleinbedrijf verlengd. De regeling zou eind 2010 aflopen, maar loopt nu door tot eind 2011. Het gaat om leningen tot € 250.000 aan gezonde bedrijven, waarbij de overheid voor maximaal 80% garant staat. Als ondernemer vraagt u een krediet aan bij een deelnemende bankinstelling. De Belastingdienst heeft de Landelijke Landbouwnormen 2010 onlangs beschikbaar gesteld. De landbouwnormen zijn in overleg met het bedrijfsleven samengesteld. Ze bevatten normbedragen voor de meest gangbare kostenposten en bepaalde bedrijfsmiddelen en voorraden in de akkerbouw, veehouderij en tuinbouw.
Hoewel bij het redigeren van de Nieuwsbrief de grootst mogelijke zorgvuldigheid wordt betracht, bestaat altijd de mogelijkheid dat bepaalde informatie (na verloop van tijd) verouderd of niet (meer) juist is. Broers & MacDonald is dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen op basis van deze uitgave. Overname is niet toegestaan.
P 12
Broers & MacDonald Belastingadviseurs Alexanderstraat 23 2514 JM Den Haag T. 070 - 36 35 800 F. 070 - 36 35 795 E.
[email protected] I. www.broersenmacdonald.nl