editie 3 Februari 2009
NIEUWSBRIEF C-AR De Nieuwsbrief C-AR is bedoeld om direct betrokkenen en stakeholders te informeren over de voortgang van het Centraal Aansluitingenregister. De Nieuwsbrief verschijnt op reguliere basis onder verantwoordelijkheid van de Stuurgroep C-AR. Voor meer informatie: Erwin de Jager, Projectmanager C-AR, e-mail:
[email protected]. Opmerkingen en suggesties over de Nieuwsbrief C-AR zijn welkom.
In deze editie o.a.: Ale Jan Algra, GasTerra: ‘Met C-AR behoren fouten straks voorgoed tot het verleden’ Erwin de Jager, C-AR: ‘Start bouw van het C-AR is een nieuwe mijlpaal’ Liane Vlaskamp, Cogas: ‘Centralisatie is noodzakelijk’ Ben Voorhorst, TenneT: ‘C-AR is de basis voor nieuwe ontwikkelingen’ Raymond Essers, Logica: ‘We stellen hoge eisen aan systeemontwerp C-AR’
Jeroen de Swart, voorzitter Netbeheer Nederland: ‘Het echte werk moet nog beginnen’ Jeroen de Swart, voorzitter van Netbeheer Nederland en directeur van netwerkbedrijf Stedin, is blij dat het is gelukt om met alle netbeheerders goede afspraken te maken over de
invoering van een centraal aansluitingenregister. Met C-AR wordt een grote vooruitgang geboekt, zegt hij, want er wordt afscheid genomen van alle verschillende manieren waarop nu nog marktprocessen worden afgehandeld. “Iedere partij heeft nu haar eigen aansluitregister en eigen manier waarop zij een aantal van die marktprocessen afhandelt. In theorie wordt het met C-AR veel simpeler, eenduidiger en transparanter als die processen straks centraal worden aangestuurd.” Hij benadrukt dat, nu de implementatiefase nadert, het meest cruciale onderdeel van het project in zicht komt. “We zullen nog een hele reis moeten afleggen om uit al die afzonderlijke systemen tot eenzelfde systeem te Jeroen de Swart (Netbeheer Nederland): ‘Iedereen zal moeten wennen aan een nieuwe manier van werken’
komen. Dat zal naar mijn verwachting niet zonder vallen en opstaan gaan. Er ligt in theorie een concept dat er op papier geweldig uitziet. Maar uiteindelijk gaat het om de implementatie van zo’n systeem en dat is vaak vooral hard werken en met kleine stapjes progressie boeken. Als ik realistisch ben, verwacht ik dat juist die implementatie van C-AR het moeilijkste deel is. Maar uiteindelijk zal dat, daar ben ik van overtuigd, zeker gaan lukken.” Verandering Het kritische punt van C-AR zit volgens De Swart niet zozeer in het bouwen van een database, maar veel meer in het aansluiten van bedrijfsprocessen van de individuele bedrijven op het centraal aansluitingenregister. De Swart: “Die bestaande bedrijfsprocessen ondergaan zelf ook weer veranderingen (o.a. door het nieuwe marktmodel) voordat ze in C-AR worden geïnte
NIEUWSBRIEF C-AR editie 3 Februari 2009
greerd. Dat betekent dat veel processen en processtappen veranderen en dat ook medewerkers moeten wennen aan een nieuwe manier van werken. Dat vraagt van iedereen de nodige inspanning. Elke partij zal een eigen oplossing moeten verzinnen voor haar eigen probleem. We moeten daarbij heel scherp in het oog houden dat het niet C-AR is dat die problemen oplost. C-AR maakt die slechts inzichtelijk, waarna de oplossing door betrokkenen zelf zal moeten worden gevonden.” Spaghetti C-AR is een deel van het geheel, zegt De Swart. “Zowel het programmaplan ‘Stroomopwaarts’, dat door de energiesector is opgestart, als C-AR vormt één pakket van maatregelen. Alles hangt met alles samen. Het is net een bord spaghetti, je kunt niet één sliertje eruit trekken. Daarom is het ook zo belangrijk dat ‘Stroomopwaarts’ en C-AR één
projectenprogramma zijn. C-AR zal geen succes zijn zonder ‘Stroomopwaarts’en vice versa.”
de performance van Stedin, dan is de noodzaak voor C-AR bij ons iets minder aanwezig. Wij zijn best blij dat C-AR
Jeroen de Swart (Netbeheer Nederland): ‘Stroomopwaarts en C-AR niet los van elkaar zien’ De essentie van C-AR is dat het helpt om marktprocessen op een efficiënte manier af te handelen, zegt De Swart. “Dat betekent weinig fouten in de berichten tussen netbeheerders en leveranciers, weinig uitval, transparant, snel en eenduidig. Ik ben ervan overtuigd, en ik zal daarin zeker niet de enige zijn, dat C-AR een sterke basis biedt om andere processen te verbeteren.” Stedin Vanuit zijn directeurschap bij Stedin kijkt De Swart iets anders aan tegen de invoering van het centraal aansluitingenregister. De Swart: “Als je kijkt naar
er komt, we doen ook enthousiast mee, maar het had voor ons ook wat later kunnen komen. Dat wil overigens niet zeggen dat we getwijfeld hebben om nu wel of niet aan C-AR mee te doen. Het staat ook voor Stedin als een paal boven water dat C-AR voor de hele sector uiteindelijk de beste oplossing is.” Wat volgens De Swart nu vooral alle aandacht vraagt, is het implementeren van de processen bij de verschillende bedrijven. “Daar ligt de grote uitdaging”, zegt hij. “En daar zullen we collectief onze energie in moeten steken.”
‘Deelname GTS zou C-AR ingewikkelder maken’ Alle netbeheerders in Nederland nemen deel aan het C-AR, op één na: Gas Transport Services (GTS), de beheerder van het landelijke gastransportnet. Peter van Wesenbeeck, Coördinator Meten, Allocatie & Reconciliatie van GTS, legt uit waarom: “Dat GTS haar aansluitingenregister (AR) niet in het CAR heeft geïntegreerd, heeft een heel rationele achtergrond. Het AR van GTS moet andersoortige en complexere transacties kunnen faciliteren dan het AR van een regionale netbeheerder, want het bedient een heel ander soort klanten, met andere jaarvolumes etcetera. Opname van het AR van GTS in het CAR zou het CAR dus veel ingewikkelder gemaakt hebben. Die extra complexiteit in
een systeem voor vele miljoenen gasaansluitingen haal je je dan op de hals om per saldo een groep van 350 aangeslotenen te faciliteren. Dat is niet logisch.” Het gezamenlijke CAR is nu eenmaal opgezet vanuit de regionale netbeheerders (RNB), benadrukt Wesenbeeck: “Deze hebben daar dan ook een logische financiële incentive voor: het leveranciersmodel per 2010 maakt dat er in de aansluitregisters aanpassingen nodig waren. Aangezien GTS geen afnemers in het kleinverbruiksegment heeft, speelt dit punt voor GTS niet. Integendeel: de AR van GTS maakt onderdeel uit van een geïntegreerde ICT-architectuur, waardoor ontvlechting niet zonder risico’s is voor het correct functioneren van de processen.”
Ale Jan Algra, (GasTerra): ‘Met C-AR behoren fouten straks voorgoed tot het verleden’ Ale Jan Algra, manager IT bij GasTerra, is enthousiast over de invoering van een centraal aansluitingenregister. Algra: “Wij vinden het als GasTerra een bijzonder goed initiatief. C-AR had er van mij al jaren eerder mogen zijn, in plaats van de vele losse aansluitregisters waar we tot nog toe mee te maken hebben. Als C-AR binnen afzienbare tijd van start gaat, is dat een grote stap voorwaarts.” Ook GasTerra heeft indirect te maken met aansluitregisters, zegt Algra. “Wij zijn een grote handelaar, we kopen en verkopen gas. Daarnaast zijn we ook shipper en vanuit die hoedanigheid hebben we indirect veel met aansluitregisters te maken, omdat wij bij vele aansluitingen in Nederland als shipper genoteerd staan. Verder levert GasTerra in de regionale netten ook rechtstreeks gas aan een beperkt aantal grote klanten en treden we zelf op als gasleverancier.” Bron van alle goed en kwaad Algra heeft een ongezouten mening over de veelheid aan aansluitregisters waarmee al jaren noodgedwongen gewerkt moet worden. Ze zijn de bron van alle goed en kwaad, meent hij. “Als er iets verkeerd in zo’n aansluitregister staat, bijvoorbeeld een verkeerde leverancier of een verkeerd standaard jaarverbruik, dan werkt dat door in alle daarop volgende processen. Eén foutje heeft grote gevolgen voor de allocatie en de facturering van GasTerra aan de leverancier en de facturering van de leverancier aan de klant, maar ook in de transportfacturering van de Gas Transport Services (GTS) naar de shipper. Het is dus
heel erg belangrijk dat alles wat in die aansluitingsregisters staat goed is.” Administratieve ellende De administratieve ellende is vaak niet te overzien, zegt hij, als er een fout zit in een aansluitingenregister. “Zo’n fout wordt vaak pas ontdekt als de klant een factuur krijgt en vervolgens bij ons of de leverancier aanklopt. Dan moet het hele proces opnieuw gedaan worden.” Volgens Algra komt dat nu wel minder vaak voor dan enkele jaren terug, maar nog steeds kan het proces verder verbeterd worden. Algra: “C-AR biedt daarvoor de uitkomst. Hoe eerder het wordt ingevoerd, hoe beter.” Dé enige waarheid Hij ziet korte- en langetermijnvoordelen van C-AR. Algra: “Ik denk dat C-AR op korte termijn heel goed zou zijn voor de vermindering van fouten in het proces en voor de snelheid van de uitvoering van de processen. Bovendien dwingt C-AR standaardisatie af. De huidige veelheid aan berichten-
Ale Jan Algra (GasTerra): ‘C-AR vertegenwoordigt straks dé enige echte waarheid’
standaarden mogen wat mij betreft zo snel mogelijk aan de kant worden gezet. Beschik je eenmaal over C-AR , dan is dat dé enige databron en dus dé enige waarheid. Alles wat daarvan afwijkt is fout.” Centraliseren Op langere termijn wordt C-AR de basis van alle overige processen, voorziet Algra. “Met C-AR ben je in staat om meerdere processen te centraliseren. Als eerste zijn dat het allocatie- en reconciliatie proces. Die zouden wat mij betreft zo gauw mogelijk gecentraliseerd moeten worden. Verder kun je denken aan andere mogelijkheden van zo’n centraal systeem. Zoals de centralisering van allerlei bedrijfsspecifieke rapportages, waarmee je inzicht krijgt in je eigen administratieve performance. Maar ook marktanalyses, ook die kun je gecentraliseerd (en dus goedkoper) uitvoeren. En beschik je eenmaal over een centraal aansluitingenregister, dan kun je ook in marktprocessen veel makkelijker veranderingen aanbrengen. In de huidige situatie is dat praktisch veel moeilijker uitvoerbaar. Want wil je nu het marktmodel veranderen, dan zal iedereen zijn systemen moeten aanpassen.” Hij betreurt het dat de beheerder van het gastransportnet, GTS, niet meedoet aan het C-AR, terwijl de evenknie voor elektriciteit, TenneT, wel is aangesloten. “GTS geeft aan dat zij iets andere processen heeft, en dat hun huidige systemen goed op orde zijn. Dat is ook wel zo, maar ik vind dat ze op den duur met precies dezelfde centrale systemen moeten gaan werken. Dat komt de uniformiteit van het berichtenverkeer in de sector ten goede.”
NIEUWSBRIEF C-AR editie 3 Februari 2009
Projectleider Erwin de Jager over technische implementatie: ‘Start bouw van het C-AR is een nieuwe mijlpaal’ aantal marktrollen en bedrijven die erbij betrokken zijn.” Alle netbeheerders in Nederland moeten in de toekomst snel en moeiteloos kunnen communiceren via het C-AR, waarin de aansluitgegevens van zo’n 14 miljoen elektriciteits- en gasklanten worden ondergebracht. We leggen op dit moment de laatste hand aan systeemdocumentatie, waarmee de ontwerpfase wordt afgerond. Daarmee is het moment aangebroken voor de start van de bouw van het C-AR.
belangrijk. Die gaat over de vraag: als dat centrale systeem er straks staat, hoe moeten wij er dan mee gaan werken? Dit speelt zowel op het gebied van IT als op het gebied van organisatie binnen de aangesloten bedrijven. Met de projectleiders van de netbeheerders zijn we hierover volop in overleg.”
Erwin de Jager, projectleider C-AR: ‘Dit systeem is uniek voor Nederland’
Interesse uit Zweden Het is een omvangrijk project, dat door diverse belangstellenden vanuit binnenen buitenland wordt gevolgd. Erwin de Jager, projectleider C-AR: “Bijvoorbeeld vanuit de gezondheidszorg en de telecomsector is al interesse getoond. En ook landen als Zweden en België bekijken met belangstelling of de ontwikkelingen in de Nederlandse energiesector voor hun situatie toepasbaar zijn.”
Elkaar infomeren De projectorganisatie van C-AR speelt hierbij vooral een ondersteunende en coördinerende rol. “Wij gaan ze niet vertellen wat ze moeten doen, wij zijn meer het platform waar de bedrijven elkaar ontmoeten, waar ze elkaar informeren over hoe ze bepaalde dingen oplossen en hoe ze kunnen samenwerken. Het doel van het projectleidersoverleg is elkaar informeren over de status en de voortgang en de mogelijkheden om zoveel mogelijk samen te werken. Verder hebben we hier een servicedesk, die straks alle vragen over het C-AR zal kunnen beantwoorden.”
De bouw van het centrale aansluitingenregister voor de energiesector (CAR) gaat beginnen. Nu alle betrokken partijen het eens zijn over het ontwerp en de aanpak, belandt het project in de technische implementatiefase. Projectleider Erwin de Jager is enthousiast over de ambitieuze opgave. “We gaan aan de slag met het bouwen van een centraal systeem dat gezien het grote aantal informatiestromen en berichten uniek is in Nederland. Niet alleen door de hoeveelheid gegevens, maar ook de intensiteit waarmee deze worden gebruikt en de complexiteit van het
Cruciale fase Het project is nu in een cruciale fase aangekomen, aldus De Jager: “Er zijn eigenlijk twee grote ontwikkelingen. De ene is natuurlijk het opleveren van het centrale systeem. Daar zijn inmiddels duidelijke functioneel-technische afspraken over gemaakt. Het is nu zaak om van de technische documentatie naar de bouw te gaan, iedereen goed te blijven informeren, om mogelijke vragen te beantwoorden en de voortgang zo goed mogelijk te begeleiden.” “De tweede ontwikkeling waarvoor we nu staan met het C-AR is minstens zo
Druk De aangesloten netbeheerders hebben dan ook vooral een eigen verantwoordelijkheid om de voortgang van het project te ondersteunen. De Jager: “Iedereen is het aan zichzelf en de anderen verplicht om het C-AR tot een succes te maken. Als iemand zijn werkzaamheden niet uitvoert, dan werkt het gewoon niet. Iedereen heeft ook de verantwoordelijkheid om elkaar te melden hoe ver hij is en zo nodig samen te zoeken naar oplossingen. Iedereen voelt die druk, en dat komt de samenwerking alleen maar ten goede.”
Liane Vlaskamp, manager algemene zaken Cogas: ‘Centralisatie is noodzakelijk om werkprocessen optimaal te laten verlopen’
Liane Vlaskamp (CoGas): ‘C-AR valt of staat met goede samenwerking en communicatie tussen alle betrokken partijen’ Cogas maakt werk van C-AR. Dat blijkt niet alleen uit het feit dat de netbeheerder uit Oost-Nederland is vertegenwoordigd in de C-AR-stuurgroep, maar ook uit het besef dat centralisatie in de markt noodzakelijk is om werkprocessen optimaler en foutloos te laten verlopen. Dat is voor kleinere netbeheerders niet anders dan voor grote, aldus Liane Vlaskamp, manager algemene zaken bij Cogas: “Een collectieve inspanning om te komen tot betere werkprocessen levert voordeel op voor de energiemarkt. Zo hoeft niet elke netbeheerder afzonderlijk te bedenken hoe de ITprocessen moeten worden ingericht. In gezamenlijkheid kunnen we de markt beter faciliteren.” Core-business Vlaskamp noemt markfacilitering een belangrijk onderdeel van de bedrijfsprocessen van Cogas. Vlaskamp: “Marktfacilitering raakt je financiële stroom, de factureringsstroom en dus de opbrengs-
ten die je binnenkrijgt, en het raakt de uitkomst van het allocatie- en het reconciliatieproces. Anders gezegd: ze beïnvloedt je winst- en verliesrekening.” Naast het optimaal onderhoud van het net en de zorg dat alle klanten altijd over stroom en gas beschikken, bestaat de core business van Cogas uit een goede facilitering van de markt, zegt Vlaskamp. “Ervoor zorgen dat de transportstromen goed verlopen, klanten stroom en gas op tijd krijgen en dat leveranciers het administratieve proces adequaat kunnen afhandelen, dat is marktfacilitering. Dat hele traject moet efficiënt en effectief verlopen.” De centralisatie van het aansluitingenregister heeft, naast alles wat daar ontegenzeggelijk voor pleit, voor een kleinere netbeheerder als Cogas toch ook een schaduwzijde, meent Vlaskamp. “Wanneer een bepaald onderdeel binnen onze werkprocessen wordt gecentraliseerd, en omdat medewerkers meerdere taken hebben, betekent dat tegelijkertijd dat wij moeten beoordelen hoe werkzaamheden en taken opnieuw moeten worden georganiseerd. Dit vraagt veel flexibiliteit van een kleinere netbeheerder.” Goed op weg Kijkend naar de technische invulling van C-AR, constateert Vlaskamp dat het proces al een eind goed op weg is. Vlaskamp: “Tegelijkertijd blijf ik realistisch en merk ik dat er nog heel wat moet gebeuren om ervoor te zorgen dat er straks een goed functionerend centraal aansluitingenregister staat. Zo is het maken van een centrale applicatie geen sinecure, want daarvoor moet eerst IT-maatwerk ontworpen worden. Bij het
maken van IT-maatwerk is het essentieel dat je vooraf gedetailleerd definieert wat je wilt bouwen. Daarnaast moeten de netbeheerders hun werkprocessen en IT-middelen op orde hebben. Het is belangrijk dat er vanuit de netbeheerders projectleiders komen, die met wat er centraal wordt ontworpen en gebouwd in hun eigen organisatie aan de slag gaan. Dat is wat mij betreft ook de boodschap aan de stuurgroepleden: zorg ervoor dat er goed wordt samengewerkt en gecommuniceerd en definieer zeer goed wat je wilt gaan bouwen, zodat we straks daadwerkelijk kunnen gaan draaien met het centraal aansluitingenregister.” Consument De consument - de eindgebruiker - zal niets van C-AR gaan merken, zegt Vlaskamp. Toch benadrukt zij dat die wel in sterke mate gebaat is bij een centraal aansluitingenregister. Vlaskamp: “Het is natuurlijk niet zo dat een klant vanuit automatiseringsoogpunt is geïnteresseerd waar en hoe zijn gegevens zijn opgeslagen, in welke databases en in welke systemen. Maar als hij belt naar zijn energieleverancier of netbeheerder, dan moet hij wel direct een antwoord op zijn vragen krijgen. Stel dat iemand een verhuizing doorgeeft, dan moet hij snel en foutloos geholpen worden. In die zin biedt C-AR een groot voordeel voor de consument. Processen tussen de diverse marktpartijen die tot op heden soms niet altijd soepel verlopen, zijn straks glashelder. Dat is het grote voordeel wat de klant er van gaat merken. Een goed functionerend C-AR is dus van levensbelang.”
NIEUWSBRIEF C-AR editie 3 Februari 2009
Ben Voorhorst, operationeel directeur TenneT: ‘C-AR is de basis voor nieuwe ontwikkelingen in de sector’ diensten van C-AR om richting de programmaverantwoordelijke partijen (PV-partijen) en de energieleveranciers die interface te geven aan netbeheerders voor het raadplegen van het aansluitregister en het uitvoeren van mutaties.” Hoogste niveau Daarnaast is TenneT afhankelijk van een aantal zaken die door C-AR geserviced worden. “In het aansluitregister wordt bijgehouden wie op enig moment een leverancier en een PVpartij is van een aansluiting. Die gegevens worden door de netbeheerder gebruikt om aan een leverancier het verbruik te kunnen toerekenen. Het totaal aan gegevens op landelijk niveau moet ervoor zorgen dat de juiste hoeveelheden uiteindelijk bij de goede leveranciers terecht komen. Dit allocatie- en reconciliatieproces op het hoogste niveau wordt door TenneT uitgevoerd.”
Ben Voorhorst (TenneT): ‘Met C-AR nemen we voorgoed afscheid van bestaande dialecten’ “C-AR is een noodzakelijke stap om te komen tot een nieuw en goed functionerend marktmodel”, zegt Ben Voorhorst, operationeel directeur van hoogspanningsnetbeheerder TenneT. “De realisatie van een centraal aansluitingenregister is de basis voor het nemen van verdere stappen. Want de komende jaren zullen er nog tal van nieuwe zaken opgepakt moeten worden binnen de energiesector. Zaken die gerelateerd zijn aan de transitie naar een duurzame energiehuishouding, de rol die de consument daarbij speelt en de uitrol van de slimme meter. C-AR moet uiteindelijk het fundament worden voor die nieuwe ontwikkelingen.” TenneT is op twee manieren bij C-AR betrokken, vertelt Voorhorst. “Wij zijn netbeheerder van het landelijk transportnet en hebben circa honderd aansluitingen in het aansluitingenregister. Het gaat daarbij om centrales en aansluitingen van grootverbruikers van 10.000 volt en hoger, zoals die van Corus en Shell. Ook wij maken gebruik van de
Vertroebeling Voorhorst: “Ik ben blij dat nu met een wijziging in het marktmodel de netbeheerders bij elkaar zijn gekomen om gezamenlijk aan een centraal aansluitingenregister te gaan werken en zich daarvoor in te gaan zetten. Daardoor ontstaat de situatie dat voor leveranciers en PV-partijen nu werkelijk één systeem in het leven wordt geroepen en dat er afscheid wordt genomen van alle dialecten die er zijn. Want het zijn juist die dialecten die vaak kleine nuanceverschillen veroorzaken, waardoor de procesafhandeling vaak net niet identiek is. De afspraken die destijds binnen de sector zijn gemaakt waren net niet uniform genoeg en niet uniform genoeg geïmplementeerd, met als gevolg dat er vertraging en vertroebeling optrad. Dat behoort met C-AR voorgoed tot het verleden.” Gepaste afstand TenneT staat in haar betrokkenheid toch iets verder af van C-AR dan de regionale netbeheerders, zegt Voorhorst. “Onze positie is anders dan die de netbeheerder. Wij zijn een partner die op gepaste afstand de ontwikkelingen van C-AR volgt. Mijn beeld is dat alle netbeheerders zich uitermate positief opstellen tegenover C-AR. Men onderkent het grote belang ervan. Voor met name de kleinere netbeheerders betekent CAR een relatief forse inspanning die zij moeten leveren. Maar
uiteindelijk ziet iedereen heel duidelijk de voordelen die met C-AR zijn gemoeid. Er is een sectorbreed committment en netbeheerders tonen een intensieve betrokkenheid. Dat ook is noodzakelijk voor een goede start van het systeem.” Vervolgstappen Voorhorst: “C-AR is een onontbeerlijke ontwikkeling die goed past bij het nieuwe marktmodel. Het is stap één. Zoals ik al zei vormt het het fundament voor nieuwe ontwikkelingen. Zo is het noodzakelijk dat er verder wordt gewerkt aan het nieuwe allocatie- en reconciliatieproces. Dat zijn in 2003/2004 complexe processen gebleken. Die twee processen moeten nu zeker samen met C-AR opgepakt worden. “C-AR is een hele belangrijke stap en daarop volgen nieuwe uitdagingen die we alleen kunnen bouwen boven op de functionaliteit die we nu met C-AR gaan realiseren. Die vervolgstappen zijn noodzakelijk om voor de komende tien jaar de infrastructuur neer te zetten die nodig is om enerzijds de
leveranciers hun werk te kunnen laten doen en anderzijds netbeheerders maximaal te kunnen faciliteren. Maar ze zijn ook nodig om te zorgen dat consument en leverancier het spel nog beter kunnen spelen in een maatschappij waar duurzame energie een steeds belangrijkere plaats inneemt.”
Raymond Essers (Logica):‘We stellen hoge eisen aan het systeemontwerp van C-AR’ De ontwerpfase van het C-AR project is bijna afgerond. Het ontwerpteam legt op dit moment de laatste hand aan de documenten voor het systeemontwerp en het ontwikkelteam is gestart met het opstellen van de technische detailontwerpen. Voordat het projectteam met de bouw kan starten, moet echter nog wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan.
Raymond Essers (Logica): ‘Gedegen voorbereiding op alle fronten’
Projectmanager Raymond Essers van Logica: “Omdat het systeemontwerp aan hoge eisen moet voldoen, vindt er een formeel en gedegen review proces plaats, waarbij architecten, ontwerpers, ontwikkelaars, testers en beheerders de documenten toetsen op verschillende criteria zoals volledigheid, correctheid, eenduidigheid, schaalbaarheid, onderhoudbaarheid en beheersbaarheid.
Gedetailleerd Ook zijn diverse interactieve sessies georganiseerd waarin de architectuur, het datamodel en de grafische user interface uitgebreid en gedetailleerd zijn toegelicht en besproken met de projectwerkgroep en diverse vertegenwoordigers van de regionale netbeheerders. Op basis van het systeemontwerp stellen de Logicaontwikkelaars op dit moment de technische detailontwerpen op. Om te toetsen of het systeemontwerp en de technische detailontwerpen voldoende basis vormen om met de realisatie van het systeem te kunnen starten, voert een senior architect van Logica een formele ‘design review’ uit. “We bereiden ons dus op alle fronten heel goed voor om met de daadwerkelijke bouw te starten.”, aldus Essers.
NIEUWSBRIEF C-AR editie 3 Februari 2009
C-AR’retjes Implementatiewerkgroep C-AR van start Op woensdag 14 januari jl. is een start gemaakt met de implementatiewerkgroep. Hierin zitten specialisten van de netbeheerders die samen een aanpak vormgeven voor de implementatie van het C-AR bij de netbeheerders. Als eerste onderwerp is het dataplan opgepakt. Hierin komt te staan op welke wijze de migratie van data naar het C-AR wordt aangepakt. Er wordt een migratiescript bedacht dat moet werken voor álle netbeheerders. Logica zal de eerste gebruiker zijn van dit migratiescript ten behoeve van haar systeemtesten. Na het dataplan zal de implementatiewerkgroep doorgaan met het opstellen van een organisatieplan. Hierin zal het vooral gaan over de wijze waarop het gebruik en beheer van het C-AR gaat worden geregeld. De werkgroep komt wekelijks bij EDSN bij elkaar. Projectwerkgroep blijft actief Met het op 5 december jl. vastgestelde Functioneel Ontwerp C-AR, zit het meeste werk erop voor de Project werkgroep C-AR. Er blijven echter nog een paar belangrijke taken over. Zo heeft de werkgroep nu de rol als Quality Assurance op de inhoud. Eventuele wijzigingen op het ontwerp worden hier besproken. Vragen die tijdens de bouw van het C-AR naar boven komen, worden door de projectwerkgroep behandeld. Daarna zal de werkgroep een rol hebben in de test en acceptatie van het centrale systeem. De Projectwerkgroep is op woensdag 7 januari jl. weer gestart. De werkgroep komt tweewekelijks bij EDSN bij elkaar. Kick-off projectleiders C-AR Op 16 december jl. waren alle projectleiders C-AR van de netbeheerders bij EDSN voor een kick-off. Nu de ontwerpfase bij EDSN wordt afgerond, kunnen ook de netbeheerders aan de slag met de aanpassingen in hun eigen systemen. Afgesproken is om elkaar vierwekelijks bij EDSN te zien en dat er tussen iedere meeting een conference call wordt gehouden. Doel is om elkaar te informeren over de voortgang van de projecten en samen te werken waar mogelijk. Die samenwerking geldt bijvoorbeeld op het terrein van het testen. Er zal een coördinator worden aangesteld die namens de netbeheerders een gezamenlijke testaanpak met EDSN en Logica zal vormgeven.
C-AR en het Energie Marktportaal (E-MP) Het Centraal Aansluitingenregister dat de regionale netbeheerders bij EDSN laten ontwikkelen en beheren, heeft de weg vrij gemaakt voor de ontwikkeling van een nieuw communicatieplatform voor de berichtenuitwisseling in de energiesector bij EDSN. Het oude EDSN switchsysteem wordt daarmee de facto vervangen door het Energie Marktportaal (E-MP). Het E-MP is net als het C-AR gebaseerd op de processen volgens het nieuwe marktmodel (Stroomopwaarts). C-AR en E-MP worden beiden door Logica ontwikkeld op hetzelfde technische platform, waardoor er een kwaliteits- en efficiëntieslag mogelijk wordt gemaakt in de afhandeling van het berichtenverkeer. De vereniging Nederlandse Energie Data Uitwisseling (NEDU) heeft op 21 januari jl. voorgesteld om voor de aansturing van de uitvoering van dit project bij EDSN een projectstuurgroep en projectwerkgroep in te stellen.