Denken om te doen, bouwen van ideeën
Nieuwsbrief 3 27 april 2011
Ingenieursbureaus langs de meetlat Op initiatief van het Ingenieursbureau Drechtsteden heeft adviesbureau KplusV een vergelijkend onderzoek uitgevoerd naar de ingenieursbureaus van de G17-gemeenten. Over het algemeen ligt de score van het IBD rond het gemiddelde. Op sommige punten is een vergelijk moeilijk te maken. De meeste bureaus houden zich hoofdzakelijk met de infrastructuur bezig, terwijl het IBD ook bouwkunde en vastgoedbeheer in zijn portefeuille heeft. Het aantal werkzame FTE per 10.000 inwoners is daardoor met 4,03 aanzienlijk hoger dan het gemiddelde van 3,2. De verhouding eigen medewerkers ten opzichte van inhuur volgt het landelijk gemiddelde, waarbij opvalt dat er bij de werkvoorbereiders meer en bij de opzichters minder inhuur aanwezig is. De uurtarieven van het IBD volgen voor de hoger opgeleiden het landelijk gemiddelde. De tarieven voor werkvoorbereiders, opzichters en vastgoedbeheerders liggen zo’n 20% onder de landelijke norm. Het aantal declarabele uren per medewerker is voor het IBD het hoogst binnen de G17. Dit geeft aan dat er ten opzichte van collega’s erg efficiënt wordt gewerkt. De G17 ingenieursbureaus overleggen elk kwartaal met elkaar en delen dan hun kennis en ervaring. Het onderzoek toont de best-practices per bureau, waarmee de overige bureaus hun voordeel kunnen doen.
Drukke dagen voor ‘vlaggenisten’ Eind april breken er drukke tijden aan voor het onderhoudsteam van het IBD. Op Koninginnedag zijn Chincho Zimmerman, Arnold Hoogendorp, Jan Stolk en Frank Hofman al vroeg uit de veren om de vlaggen op de toren van de Grote Kerk en zo’n twintig andere gemeentelijke panden te hijsen. Vooral het vlagvertoon op de Dordtse dom is wat je noemt een sterk staaltje. Met de 6,5 bij 3,5 meter grote driekleur op de rug moeten twee mannen zo’n driehonderd treden beklimmen om bij het ‘kraaiennest’ te komen. “Je moet een goede conditie hebben”, stelt Arnold. Eenmaal in het kraaiennest moet degene die de vlag hijst (en bij zonsondergang weer strijkt) goed gezekerd worden. “Er staat zoveel wind, als je de vlag loslaat, ben je hem gewoon kwijt”, weet Frank. Alles bij elkaar neemt het hijsen en strijken van de vlag een uurtje in beslag.
De onderhoudsploeg met coördinator Jan Faase voor de immense vlag die op de toren van de Grote Kerk wordt gehesen.
Vier dagen later wordt het ritueel herhaald. Dan wordt de nationale driekleur halfstok gehangen bij de dodenherdenking. De ‘vlaggenisten’ van het IBD plaatsen op 4 mei ook de vlaggenmasten bij de monumenten waar herdenkingen plaatsvinden zoals op het Sumatraplein waar ook een klokkenstoel wordt neergezet. De volgende dag gaat de wekker opnieuw vroeg af voor de IBD-mannen in verband met het vlagvertoon op Bevrijdingsdag. ”Het zijn intensieve dagen”. Na 5 mei kunnen de mannen even bijkomen. De vlaggen en wimpels worden opgeslagen in het pand van de IBD aan de Noordendijk 252 om weer tevoorschijn te komen op de verjaardag van prinses Maxima op 17 mei.
1-5
Denken om te doen, bouwen van ideeën
Nieuwsbrief 3 vervolg 27 april 2011
Ogen en oren open bij aanpak stationsgebied Er wordt al jaren hard gewerkt om het gebied rond het station van Dordrecht aantrekkelijker te maken. Het project omvat de bouw van een nieuwe fietsenstalling en een nieuw busstation, herinrichting van wegen en de aanleg van een rotonde. In de laatste fase is het stationsgebouw aan de beurt. Het krijgt zijn bordes terug. Toen bouwkundige Ad Dekkers van het Ingenieursbureau Drechtsteden bij het project betrokken raakte, verkeerde het in de tekenfase. “De tekenaars waren nog aan het werk. In samenwerking met inkoop heb ik de aanbesteding gedaan. Na het verstrekken van de opdracht begon de bouw. Sindsdien kijk ik als opzichter toe op de uitvoering van het werk.” Het meest in het oog lopend vindt Ad de fietsenstalling. “Een modern gebouw, gemaakt van bijzondere materialen zoals glas en geperforeerde plaat waarop een afbeelding van Dordrecht is aangebracht. Het is een half open constructie waar regen in kan treden. Een deel van het pand heeft een kantoorfunctie. Omdat het langs de spoorlijn ligt, moest het Dennie van Ham en Ad Dekkers bij de tekening van materiaal geluidswerend zijn. Daarbij moest de fietsenstalling. alles voldoen aan de eisen van de NS”. Hoogspanning Die ligging bij het spoor vroeg om extra zorgvuldigheid. “Om de stalling te bouwen moest de spanning van de bovenleiding af”. In de bodem van de bouwlocatie kwamen allerlei materialen van vroeger tevoorschijn. “Op deze locatie werden vroeger de treinen onderhouden. Dat gebeurde op een soort draaicirkel. Niet alles is verwijderd toen de onderhoudswerkplaats werd opgedoekt. We vonden onder meer stenen in de bodem. Bij het slaan van de damwand stuitten we op oude bielzen.” Het werk rond het station trok veel bekijks, onder meer van een oudere buurman aan de overkant. “Hij heeft alles gefotografeerd. Hij kwam geregeld op de bouw langs en gaf nuttige informatie over waar we rekening mee moesten houden.” De samenwerking met de aannemers verliep gladjes, vindt Ad. “Er was een goede coördinatie.” Problemen, zoals vocht in de fietsenstalling, werden goed opgelost. “Ik vind het resultaat erg mooi. Ook het nieuwe busstation heeft een fraaie ranke constructie met goed gescheiden fietspaden.” Constructie bordes Dennie van Ham van het IBD houdt toezicht op de civiel-technische en constructieve werkzaamheden bij de bouw van het natuurstenen bordes voor het station. Eind juli 2010 zijn de laatste palen geboord. “Er is een enorme betonnen fundering aangebracht. Om trillingen en daardoor schade aan het Stationsgebouw te voorkomen zijn de palen geboord. De uitdaging bij het boren zat vooral in de kabels en leidingen. Je moest zorgen dat je die niet doormidden sneed.” Het werk moest gefaseerd gebeuren. Dennie: “Je kunt niet alles in één keer storten. Op 19 oktober 2010 was de laatste stort. Het openbare leven moest tijdens het werk gewoon doorgaan. Dat vraagt extra inspanningen van de aannemer. Ook de bevoorrading van de winkels ging gewoon door.” Bij het project zijn tientallen onderaannemers betrokken. “Alles wordt ingehuurd. Zo hebben specialisten uit Portugal de keitjes gelegd op het bordes. Het feit dat je met zoveel verschillende partijen te maken hebt, maakt de samenwerking soms moeizaam.” Dennie ziet erop toe dat de aannemer zich aan het contract houdt en het werk conform het bestek en de tekeningen wordt uitgevoerd. “Ik ben de ogen en oren van de directievoerder.”
2-5
Denken om te doen, bouwen van ideeën
Nieuwsbrief 3 vervolg 27 april 2011
Spandoeken Van omwonenden is bekend dat ze de werkzaamheden rond het station wel wat lang vinden duren. Toch keek Dennie vreemd op toen hij op een vrijdagmiddag spandoeken zag en stickers op alle lichtmasten. “Er stond op: ‘Ook het idee dat het hier sneller kan?’. Al doe je je best, je voelt je toch aangesproken. Ik heb geprobeerd de spandoeken weg te krijgen. Bleek het reclame te zijn van een internetprovider voor sneller internet via glasvezelkabel... Een reclamebureau had hier handig gebruik van gemaakt bij verschillende werken. ” Voor Dennie zit het werk er nog niet op. Het wachten is nu op de laatste materialen om het bordes voor het station te kunnen voltooien.”
Brandweerkazerne met lichtbaken Alblasserdam krijgt een nieuwe brandweerkazerne aan de Dam/Ruigenhil, die de twee posten elders in het dorp zal vervangen. De bouw ligt voor op schema. Eind mei zal de nieuwe kazerne worden opgeleverd, ruim een maand eerder dan verwacht.
Werk aan de gevel.
De twee bestaande brandweerposten in Alblasserdam zijn sterk verouderd en voldoen niet meer aan de wettelijke eisen. Daarom heeft de gemeente in 2008 besloten om één nieuwe brandweerkazerne te bouwen op Haven Zuid. Dit is de enige beschikbare locatie van waaruit de brandweer heel het dorp, binnen de wettelijke tijdsnorm, vanuit één centrale post, kan bereiken.
Betrokken partijen Sturm Architecten uit Roosendaal maakte het ontwerp voor de nieuwe kazerne. Adviseur voor de installaties is Sweegers – De Bruijn en ABR is verantwoordelijk voor de constructie. De gemeente Alblasserdam schakelde het Ingenieursbureau Drechtsteden in voor de controlecheck van het contractstuk (inclusief bestek) alvorens aan te besteden. Na de aanbesteding – het werk werd gegund aan aannemersbedrijf De Vries en Verburg uit Stolwijk – werd Johan de Korte van het IBD aangesteld als directievoerder. Zijn collega Ad Dekkers is bouwkundig toezichthouder. Schanskorven De nieuwe kazerne heeft een gevel van geïsoleerde aluminium sandwichpanelen (vergelijkbaar met de gevel van het nabijgelegen cultureel centrum Landvast) gecombineerd met een donkergrijze gevel van schanskorven. Deze metalen korven zijn gevuld met Belgische kalkbreuksteen. Het gebouw is niet alleen onderhoudsvriendelijk, maar voorziet bovendien (voor een deel) in eigen energie dankzij op het dak geplaatste zonnepanelen. Lichtbaken Een echte blikvanger is het torentje van aluminium bij de hoofdentree. Hierop staat een lichtbaken dat altijd brandt (met een energiezuinige lamp) en zo aangeeft dat de brandweer waakt over Alblasserdam. De brandweerkazerne zal straks plaats bieden aan alle vaste medewerkers, de 32 vrijwilligers en de acht uitrukvoertuigen. De brandweer zal het gebouw rond 8 juni in gebruik nemen. Na de Directievoerder Johan de Korte maakte deze zomervakantie vindt de officiële opening plaats. foto van het testen van het lichtbaken.
3-5
Denken om te doen, bouwen van ideeën
Nieuwsbrief 3 vervolg 27 april 2011
UITGELICHT: Duurzaamheid troef bij Stadsboerderij Op 23 april is de Stadsboerderij van natuur- en milieucentrum Weizigt officieel geopend. Het is de meest duurzame stadsboerderij van Nederland. Mazin Abdullsada van het Ingenieursbureau Drechtsteden maakte het ontwerp. De contacten tussen het IBD en Weizigt NMC in Dordrecht werden gelegd in 2004 toen de toenmalige directeur Henk Klein het ingenieursbureau vroeg een haalbaarheidsstudie te maken voor een energiepaviljoen. Mazin: “We ontwierpen een kas, een leslokaal en een expositieruimte in een energieneutrale en milieuvriendelijke aanbouw. Het plan is niet uitgevoerd, omdat er toen te weinig geld was. In 2006 volgde het ontwerp voor een nieuwe, duurzame stadsboerderij”.
Mazin Abdullsada bij de ontwerpen voor de Stadsboerderij die hij en collega Tom Sanders maakten.
Passiefhuis Het werd een ‘golvend’ ontwerp. “Het idee is dat het gebouw uit het maaiveld getild wordt. In de eerste ontwerpen had ik al een golf in gedachten”, aldus de architect die het ontwerp samen met collega Tom Sanders verder uitwerkte.” Uitgangspunt was het passiefhuis-principe. Mazin legt uit wat een passiefhuis is. “Het is een huis dat heel goed geïsoleerd is. Doordat het gericht is op het zuiden, komt er veel zonwarmte binnen. Het bestaat uit twee delen, de eigenlijke woning en de klimaatzone, ook wel overgangszone genoemd. Die zone zorgt ervoor dat het niet te heet wordt in het verblijfsdeel. Zo werkt dat ook in de Stadsboerderij. Als het heel warm weer is, wordt de lucht gekoeld met frisse buitenlucht en waterverneveling. Dat vernevelen gebeurt met gewoon regenwater, opgevangen door het dak.” Als het echt koud is, kan de energiezuinige houtpelletkachel gebruikt worden. “Daarin wordt samengeperst afvalhout verbrand. Afvalcentrale HVC sponsort de energie en energievoorziening van de Stadsboerderij.” Materiaalkeuze Bij de constructie van de Stadsboerderij zijn duurzame materialen gebruikt. “Alleen waar het echt nodig was, gebruikten we staal en beton. De rest van het gebouw is opgetrokken in houtskeletbouw. Op de vloeren ligt duurzaam marmoleum, gemaakt van gerecycled materiaal. De wanden zijn van lichte, stevige houten panelen. Het hout komt uit Scandinavië en heeft dus niet de halve wereld over gevaren. De buitenwanden zijn van onbehandeld hout dat niet behandeld hoeft te worden. Dat hout zal in de loop van de tijd een grijze kleur krijgen, maar lakken en verven zijn niet nodig. Het mossedumdak bestaat uit mosplantjes.” Het gebouw is ‘portable’. “In feite kan het hele gebouw heel eenvoudig gedemonteerd en verplaatst worden. Alleen de vloeren zullen opnieuw gestort moeten worden.” Het IBD gebruikt opgedane kennis nu in andere gebouwen. Mazin: “Een mooi voorbeeld is het bezoekerscentrum in de Hollandsche Biesbosch. Ook dat heeft een golfbeweging. Dat past mooi in het landschap, en bij Dordrecht, dat in feite nog altijd een eiland is. We staan te springen om onze kennis op meer plekken in de Drechtsteden toe te passen!”.
4-5
Denken om te doen, bouwen van ideeën
Nieuwsbrief 3 vervolg 27 april 2011
Techneuten? Nee, technici! De waardering voor technici is, zeker in Nederland, nooit erg groot geweest. Ongelooflijk wanneer je nagaat dat onze hele leefomgeving door technici is gemaakt. Er is meer waardering voor de Nick en Simons, die op een regenachtige middag met behulp van hun computer het zoveelste één-daghitje in elkaar plakken. Van de ontwerper, die jaren aan een brug gewerkt heeft, kent men de naam echt niet. Hoewel we elke dag dankbaar gebruik maken van die brug, hebben we er geen idee van wat voor geweldige prestatie deze man heeft geleverd. Nu hebben technici daar door de loop der jaren wel mee leren leven, maar eind vorige eeuw bereikte de waardering voor technici een dieptepunt. Een of andere creatieve onverlaat introduceerde het woord techneut. In principe stond het woord techneut voor iemand, die techniek als hobby had. De techneut was een nerd die techniek als speelgoed beschouwde. Een technicus was toen nog iemand, die professioneel met techniek bezig was. Van Dale omschrijft beide termen als volgt: tech·neut de; m,v -en (min) iem die alleen belangstelling heeft voor het technische aspect van iets tech·ni·cus de; m,v -nici iem die zijn beroep maakt vd techniek ve tak van industrie of toegepaste wetenschap Op dit moment wordt echter iedereen, die ook maar enigszins met techniek bezig is, aangeduid als techneut. In de Ingenieurskrant stond bijvoorbeeld een artikel over een P&O-adviseuse van een groot technisch bedrijf, die meldde dat men in dat bedrijf zo ontzettend goed voor techneuten is. Laat deze adviseuse alstublieft bij een verzekeraar of iets dergelijks gaan werken, want ze begrijpt van de technische wereld echt helemaal niets. Techneut is dus in feite een belediging voor technici, die serieus met hun beroep bezig zijn. We moeten daarom blijven ageren tegen het verkeerde gebruik van het woord techneut. Weer een flinke klus op de schouders van de technici….
Colofon Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Ingenieursbureau Drechtsteden Spuiweg 5-9 3311 GT Dordrecht Tel. 078-770 2810 ingenieursbureaudrechtsteden.nl Reageren? Mail: ingenieursbureau@ drechtsteden.nl
5-5