3 2012 -----------
Nieuwsbrief JAARGANG 3 - NUMMER 3 - NOVEMBER 2012
GROOT HEILIGLAND 47, 2011 EP HAARLEM TELEFOON: 023 542 2427
[email protected] www.historischmuseumhaarlem.nl
Beste lezer, Voelde het museum zich in het verleden nog wel eens onzichtbaar, dat kan van de laatste tijd zeker niet gezegd worden. Nu was de aanleiding voor de recente publiciteitsgolf niet ideaal te noemen, het bereikte resultaat is dat wel! De gemeente heeft besloten om ons voorlopig de komende twee jaar financieel te ondersteunen. En dit is niet het enige goede nieuws, want door de acties van de afgelopen twee weken weten wij nu zeker dat ons museum, behalve door vele Haarlemmers én bezoekers aan Haarlem, ook door de gemeente wordt gezien als belangrijk voor de stad en als bindend element voor de Haarlemse gemeenschap.
Activiteiten dit najaar Met een speurtocht en kleine presentatie in het museum hebben we aangehaakt bij de festiviteiten in de stad rondom de Rode Loper. Bij de tentoonstelling ‘Geen cent te makken’ is tijdens de ‘Week tegen de eenzaamheid’ een lezing georganiseerd. In de grote zaal op de eerste verdieping hebben cliënten van het Leger des Heils hun kunstwerken ‘van de straat’ getoond. Deze expositie is opgevolgd door het werk van twee aan de Kunstlijn deelnemende kunstenaressen. Al deze extra activiteiten hebben geleid tot een aanzienlijke toename van het aantal bezoekers.
Veel dank! Vanaf deze plek wil ik graag iedereen bedanken die op welke wijze dan ook heeft meegewerkt om ons museum te redden, en niet op de laatste plaats de acteurs van Living History, die direct klaar stonden om samen met ons een vuist te maken om de geschiedenis van de stad voor de toekomst te bewaren. U ziet ze hieronder voor het Stadhuis op de foto uit het Haarlems Dagblad van 2 november jl.
Openingen nieuwe tentoostellingen Op dit moment wordt er hard gewerkt om de twee nieuwe tentoonstellingen ‘Speelgoed verzameld’ en ‘Anton Heyboer – de Haarlemse jaren’ op tijd gereed te krijgen voor de openingen. En dat het publiek deze twee tentoonstellingen gaat omarmen, is nu al duidelijk. De eerste basisschool heeft zich al aangemeld om naar de speelgoedtentoon-stelling te komen, en er komen berichten uit het hele land van mensen die nieuwsgierig zijn naar het vele, nooit eerder vertoonde werk van Heyboer dat straks bij ons in het museum te zien zal zijn.
FOTO UNITED PHOTOS/ROB VAN WIERINGEN
Na deze enerverende periode kunnen we nu weer over naar de dagelijkse drukte. En druk is het geweest en zal het voorlopig ook blijven. Een korte impressie.
In deze Nieuwsbrief treft u weer diverse achtergrondverhalen aan over de activiteiten van het museum en kunt u lezen over de overdracht van de voozittershamer. Ben de Vet heeft na 14 jaar voorzittersschap op maandag 5 november zijn laatste bestuursvergadering voorgezeten en vlak voor de rondvraag de hamer overgedragen aan Ziggy Klazes. Ben is benoemd tot Erevoorzitter! Gelukkig heeft hij toegezegd zijn werk in de tentoonstelingscommissie nog te blijven doen. Hij blijft dus nauw betrokken bij het museum. Aan Ziggy nu de taak om het museum de toekomst in te leiden.Voor Ben veel dank, en aan Ziggy alle succes! Laura van der Wijden, directeur
Historisch Museum Haarlem - Nieuwsbrief, november 2012 2 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
MUSEUM KRIJGT TOCH SUBSIDIE
Een feestje, een afscheid en een nieuw begin! Vrijdag 9 november jl. was er een bijzondere bijeenkomst in de filmzaal van ons museum. Vele vrijwilligers en bestuursleden waren daar bijeen, en er kwam koffie met gebak, want er was wat te vieren. Directeur Laura van der Wijden kon ons mededelen dat er, mede dankzij de enorme inspanningen van velen de laatste weken, voor de komende twee jaren door de gemeente Haarlem aan ons museum een subsidie van € 45.000 per jaar beschikbaar is gesteld. Kortom, we zijn gered! Haar mededeling werd natuurlijk met luid gejuich en applaus begroet. Verder meldde zij dat er twee nieuwe vrijwilligers zijn aangetrokken: Marlene Thöne, die de plaats inneemt van Susan Anneveldt, die om persoonlijke redenen moest afzeggen, en Michel van Ewijk, die onder meer het werk gaat overnemen van Ria Meinderts als coördinator voor de vrijwilligers. Ria gaat ons per 1 januari 2013 verlaten. Penibele situatie Scheidend voorzitter Ben de Vet, benoemd tot erevoorzitter, gaf aansluitend een overzicht van de penibele situatie waarin het museum de afgelopen jaren terecht was gekomen. Mede door het wegvallen van de subsidie voor twee id-banen, het wachten op de verlenging van ons huurcontract, het vertrek van de wethouder en de vertraging bij zijn opvolging - waren de mooie plannen voor de uitbreiding van ons museum, en de zo enthousiast uitgesproken suggestie van burgemeester Schneiders voor een nieuw Stadsmuseum, op losse schroeven komen te staan. Toen de verse wethouder Cornelis Mooij ons geen financiële steun in het vooruitzicht kon stellen, werd het helemaal duidelijk dat het voortbestaan van het museum in gevaar was. Actie voeren We zijn actie gaan voeren. Er ging een brief naar alle gemeenteraadsleden met duidelijke uitleg van onze situatie. We organiseerden een ‘historische protestbijeenkomst’ met spandoeken voor het stadhuis (zie ook de foto op de voorpagina), we hebben een petitie aangeboden aan B&W (gesteund door zo’n duizend handtekeningen!),
het woord gevoerd in de vergadering van de raadscommissie en nog veel meer. Door alle publiciteit die hieruit ontstond, is onze zaak krachtig onder de aandacht van het gemeentebestuur gekomen. Het resultaat kennen we inmiddels: twee jaar subsidie! Onder voorwaarde dat we zelf hard aan het werk gaan met het uitwerken van onze plannen en het verwerven van (meer) eigen inkomsten, en een beheersplan ontwikkelen voor de jaren daana. Introductie nieuwe voorzitter Onze oud-voorzitter Ben de Vet droeg nu met een gerust hart het stokje over aan Ziggy Klazes, die zich met een enthousiast verhaal presenteerde aan de aanwezigen. In het interview met haar elders in deze Nieuwsbrief leest u meer over haar achtergrond en ideeën. Bedankjes voor Laura Nadat onze penningmeester nog kon berichten dat er dus voorlopig weer zwarte cijfers zijn in onze financiën, bedankte hij Laura voor haar vele extra arbeidsuren in de afgelopen weken, wat met veel applaus werd ondersteund. Haar werd voor deze feestelijke gelegenheid door vrijwilliger Jan Hein Heerkens Thijssen nog een bijzonder cadeau voor het museum aangeboden: een geelkoperen achttiende-eeuws tondelstokjesdoosje met het stadswapen van Haarlem, als symbool voor het brandend houden van het vuur van ons aller liefde voor ons museum.
Laura van der Wijden ontvangt uit handen van Jan Hein Heerkens Thijssen een fraaie antieke tondeldoos voor de museumcollectie.
En zo kon er tenslotte nog vrolijk worden nagepraat bij koffie en de restanten van het feestgebak, in de wetenschap dat er toch weer toekomst is voor ons museum, en dat wellicht ook de plannen voor de vernieuwde opzet gerealiseerd kunnen worden. Chris Dessing --------------------------------------------------------------------
Historisch Museum Haarlem - Nieuwsbrief, november 2012 3 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
NIEUWE VOORZITTER BESTUUR
‘De wereld beter begrijpen als je je eigen geschiedenis kent’ Sinds 5 november heeft het bestuur van het Historisch Museum Haarlem een nieuwe voorzitter: Ziggy Klazes. Zij volgt Ben de Vet op die deze functie haast 14 jaar heeft bekleed en nu is benoemd tot Erevoorzitter. Ziggy neemt deze taak op zich in een moeilijke periode voor ons museum. Zij ziet dit vooral als een uitdaging om met het hele team van bestuur, directie, vrijwilligers en andere betrokkenen de toekomst van ons museum veilig te stellen. ‘Nieuwsgierigheid en liefde voor de stad, waren voor mij de belangrijkste reden om ja te zeggen toen ik voor deze functie werd gevraagd’, zegt Ziggy, die zelf in de historische binnenstad van Haarlem woont. ‘Nieuwsgierigheid hoort bij mijn vak als journaliste. Ik doe freelance werk en maak een wekelijks radioprogramma voor Haarlem 105. De liefde voor de stad kwam toen ik zo’n jaar of tien geleden uit Amsterdam naar Haarlem verhuisde. In de oude stad ben je de hele dag omgeven door de historie van de stad. De verhalen van de stad zitten in stenen maar ook in mensen, van nu en van vroeger’. Stadsmuseum ‘Ik vind het belangrijk dat je het verleden gebruikt om van te leren. Niet alleen zien wat er was, maar ook wat het verleden voor gevolgen heeft gehad die we nog steeds voelen. Je kunt de wereld beter begrijpen als je je eigen geschiedenis kent’. Ziggy vindt dan ook dat een historisch museum niet alleen over het verleden moet gaan, maar ook over het nu en de toekomst. Zij gelooft beslist in de ontwikkeling van een historisch museum naar een breder opgezet stadsmuseum. ‘Zo’n prachtige, historische - maar ook moderne en levendige stad als Haarlem, schreeuwt om een stadsmuseum. Daar gaan we met z’n allen aan werken. Tenminste… als we de gemeente mee kunnen krijgen!’ Financiële perikelen Een gemeentelijke subsidie is in deze tijden van financiële krapte geen vanzelfsprekendheid. De gemeente kampt met tekorten en moet de broekriem aanhalen. Gelukkig hebben we al wel financiële steun gekregen voor de exploitatie van ons
museum de komende twee jaar. De subsidie voor het ontwikkelen en exploiteren van een serieus stadsmuseum ligt echter niet zomaar op ons te wachten. ‘Daar zullen we enorm ons best voor moeten doen’, zegt Ziggy, ’we moeten zelf ook fondsen werven, aandacht vragen en bekendheid creëren. Veel Haarlemmers kennen ons museum niet eens. Dat gaan we veranderen’. Vernieuwen ‘De collectie en presentatie ervan in ons museum zou best wat hedendaagser kunnen, met gebruikmaking van moderne media en technieken. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een belangrijke doelgroep, de schooljeugd. Die komt niet alleen maar plaatjes kijken, die wil ook wat doén. We zouden ook publiek kunnen trekken dat niet in eerste instantie voor het museum komt, maar voor een kopje koffie in ons ‘stadscafé’, misschien wel met een dakterras? Eenmaal binnen, kunnen we ze wellicht verleiden voor een bezoek aan ‘t museum zelf. [Je ziet dat ook in het Stadsmuseum van Amsterdam. Red.] De plannen hiervoor zijn er, maar ja, het geld is er nog niet. Daar gaan we nu hard aan werken!’ Bertil Arends
De gaande man Ben de Vet, en de komende vrouw Ziggy Klazes.
------------------------------------------------------------------------------------
Historisch Museum Haarlem - Nieuwsbrief, november 2012 4 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
NIEUWE TENTOONSTELLING
Speelgoed verzameld In het Historisch Museum Haarlem opende deze week de tentoonstelling ‘Speelgoed verzameld’. Deze tentoonstelling (t/m 19 mei 2013) toont een keuze uit de omvangrijke speelgoedcollectie die door Rie Ruyssenaers-Schenk vanaf omstreeks 1962 is bijeengebracht. De expositie geeft een weliswaar beknopt, maar zeer fraai beeld van de geschiedenis van spelen en speelgoed. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de verzamelaar zelf, en het wel en wee van haar collectie. Spelen, spelletjes en speelgoed zijn van alle tijden. Kinderen hebben eeuwenlang gespeeld met zelfgemaakte rammelaars, ballen, beestjes en poppetjes van hout, textiel, aardewerk en been. In de 2e helft van de 19e eeuw ontstond in Europa en Amerika een omvangrijke speelgoedindustrie, gericht op het bedenken en produceren van kinderspeelgoed. Het is de tijd van poppenhuizen en porseleinen poppen, hobbelpaarden, blikken acrobaatjes en tinnen soldaatjes. Jeugdige belangstelling Rie Ruyssenaers-Schenk was als jong meisje geboeid door dit soort speelgoed. Niet dat zij het zelf ook bezat, integendeel. Geboren in een Rotterdams arbeidersgezin, zag ze het bij andere mensen thuis. Haar moeder had een wasserij en Rie hielp mee bij het aan huis bezorgen van de schone was. Voor ze aanbelde, keek ze dikwijls door het raam naar de spelende kinderen en hun mooie speelgoed. “Dat wil ik ook”, heeft ze zich toen als kind al voorgenomen. Begin van de verzameling Na een loopbaan als vertegenwoordiger, begon zij in Haarlem, waar zij sinds 1945 woonde, een winkel in antiek en curiosa. Eerst aan de Gedempte Raamgracht/hoek Doelstraat en later in ’t Zonnetje in de Tuchthuisstraat. Hier werd glaswerk, porselein en huisraad verkocht, maar haar grote liefde was en bleef speelgoed. De winkel stelde haar in staat om op grote schaal speelgoed te gaan verzamelen. Hiertoe bezocht ze veilingen, beurzen en verkopingen van inboedels. Hoewel haar hart vooral uitging naar poppen en poppenhuizen, groeide de collectie met speelgoed in alle soorten en maten. Van antiek en oud, tot nieuw en eigentijds, voor jongens en voor meisjes. Rie nam niet alleen
kostbaar porseleinen speelgoed in de collectie op, maar ook eigentijdse plastic spulletjes omdat juist die op zekere dag zouden verdwijnen. De collectie bestrijkt de periode van ca. 1750 tot 1970 en bevat zo’n 25.000 voorwerpen. Tot op hoge leeftijd ging Rie - nu bijna 100 jaar oud - door met verzamelen. De tentoonstelling Maria van Vlijmen met Mariska Krikken en Louis Zuurendonk hadden de moeilijke taak om uit de enorme collectie een selectie te maken. De tentoonstelling ‘Speelgoed verzameld’ toont hoe meisjes van oudsher leerden hoe ze, door te spelen met poppen, serviesjes en naaimachientjes, een goede huisvrouw en moeder werden. Stoommachines, treinen en auto’s maakten jongens al jong vertrouwd met de leefwereld van de man. Ook is speelgoed te zien waar alle kinderen van houden: plaatjes kijken, spelletjes en muziek, toverlantaarns, viewmasters en plate-spelers. Bovendien zet de tentoonstelling Rie zelf in ’t zonnetje, als een gedreven en enthousiaste verzamelaar die haar hele leven dol is op speelgoed. Collectie geschonken aan gemeente Haarlem In december 2001 schonk Rie de collectie aan de gemeente Haarlem, waarvoor zij als teken van waardering de Penning van Verdienste ontving. De verzameling werd ondergebracht in de Stichting Ruyssenaers-Schenk, met als een van de bestuursleden haar dochter Loes Ruyssenaers. De stichting beheert de verzameling en heeft als doel om eens de grote wens van Rie te realiseren: een speelgoedmuseum in Haarlem. Mariska Krikken
voor de jongens…
en voor de meisjes!
Historisch Museum Haarlem - Nieuwsbrief, november 2012 5 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
NIEUWE TENTOONSTELLING
Anton Heyboer even terug in Haarlem maken van spotprentjes en etsen van de Bavo en andere stadsgezichten, die werden verkocht aan toeristen? Maar gedurende zijn Haarlemse jaren ontwikkelde hij ook zijn bijzondere ‘systeem’ waarop veel van zijn beste kustwerken zijn gebaseerd. Zijn vroege tekeningen laten zien hoe de jonge kunstenaar zich ontwikkelde van technisch tekenaar bij Machinefabriek Figee tot vaardig meesteretser! Contacten met andere kunstenaars De expositie plaatst leven en werk van Heyboer in de context van het naoorlogse Haarlem. Zo is er aandacht voor zijn vriendschappen met andere beroemde Haarlemse kunstenaars en schrijvers als Henri Boot, Kees Verwey, Harry Mulisch en Godfried Bomans; een groep die vaak te vinden was bij de sociëteit Teisterbant aan de Grote Markt. Ook zien wij een ontroerend etsje van het huisje ‘Paradijsje’- aan de Witte Herenstraat waar Anton vanaf 1952 met zijn Elsa verblijft (zie hieronder).
Op 8 juli 1946 werd de keurige heer Anton Heyboer al in Haarlem gesignaleerd. In het Kenaupark?
Van 23 november t/m 19 mei 2013 vindt in ons museum de expositie plaats over werk en leven van Anton Heyboer in zijn Haarlemse jaren (19421958).De afgelopen maanden hebben Pina Cardia en haar enthousiaste team met Irene Campfens, Ank van Eekelen, Nicolette Andriessen en Janneke Tump hard gewerkt om kunstwerken die hij in deze periode in Haarlem heeft gemaakt voor even terug te halen. Naast werken uit museum- en rijkscollecties zijn ook bruiklenen te zien die beschikbaar zijn gesteld door particuliere verzamelaars. Veel van deze werken zijn nooit eerder tentoongesteld! De meesten van ons kennen Heyboer van de raak geschilderde kippen of de prachtige etsen die in museumcollecties over de hele wereld te vinden zijn. Maar wist u dat Heyboer hier in Haarlem na de Tweede Wereldoorlog is begonnen met het
Andere activiteiten Naast de tentoonstelling staan ook andere, aan Heyboer gerelateerde, activiteiten op het programma. Op 27 november geven beeldend kunstenaar Piet Zwaanswijk en oud-docent kunstvakken Krijn Kluft om 19:30 uur in ons museum een lezing met demonstratie. Zij laten uitgebreid zien hoe een ets wordt gemaakt en hoe Heyboer te werk ging. Er staan ook enkele stadswandelingen van Gilde Haarlem op het programma, met de mogelijkheid om aansluitend van het Heyboer-menu te genieten bij restaurant De Ark. Voor kinderen worden leuke workshops georganiseerd. Op onze website www.historischmuseumhaarlem.nl kunt u er alles over lezen!
Anton Heyboer: het Pardijsje aan de Witte Herenstraat, ets 1953 (bruikleen collectie R. Meeuwissen).
Historisch Museum Haarlem - Nieuwsbrief, november 2012 6 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Tentoonstellingscommissie in beeld
In ons museum zijn veel enthousiaste werkgroepen en commissies van vrijwilligers actief, vaak ‘onzichtbaar’ achter de schermen. In onze Nieuwsbrief zetten wij ze eens in de schijnwerper. Deze keer is de Tentoonstellingscommissie aan de beurt.
In de bibliotheek van ons museum staan ze allemaal keurig op een rijtje, de 55 banden met op de rug de titels van even zoveel tentoonstellingen die in de loop der jaren, vanaf 1990, zijn verzorgd door onze nijvere tentoonstellingscommissie. Een waarlijk imposante reeks, iedere band staat voor een gigantische hoop werk, in de loop der jaren verricht door een hele reeks commissieleden die, vanaf het conceptidee tot en met de officiële opening, al die tentoonstellingen hebben gerealiseerd.
Margreeth Pop bij het tentoonstellingsarchief.
We hadden daarover een gesprek met Margreeth Pop, die al in een vroeg stadium als vertegenwoordiger van de Vereniging Haerlem betrokken was bij ons museum, dat toen nog Historisch Informatie Centrum Haarlem heette en aangestuurd werd door een commissie waarin vertegenwoordigers zaten van zo’n beetje alle oudheidkundige verenigingen van Haarlem en omstreken. Eerste tentoonstelling Onze eerste tentoonstelling was in 1990, toen in Haarlem de grote Frans Hals expositie werd gehouden. Daarin werd een beeld geschetst van de waardering voor Frans Hals in de eeuwen na diens
dood. Voorwaar geen sinecure zo’n tentoonstelling opzetten en uitwerken, vanaf het ontwikkelen van het idee tot en met het ontwerpen van affiches, de contacten met de pers en het organiseren van de officiële opening. Zo kwamen in die eerste tijd mooie en spraakmakende exposities tot stand, onder meer over het Brongebouw, Schoten op de Schop en over de Haarlemse Textielnijverheid.
Floris Mulder
Eerste conservator In 1995 kwam, na zijn studie geschiedenis, Floris Mulder bij het museum werken, eerst als vrijwilliger, later als conservator. Ook met hem hadden we een gesprek, over de periode die hij er werkzaam was. In die tijd kreeg het museum er flink wat ruimte bij en was er ook meer behoefte aan een professionele aanpak bij het produceren van de wisseltentoonstellingen. Toen is ook de naam veranderd in Historisch Museum Zuid-Kennemerland. De toenmalige tentoonstellingscommissie, met Hendrik Jan Nederhorst als voorzitter en verder Margreeth Pop, Fransje Hovinga en publiciteitsman Maarten Brock, bracht toen samen met Floris Mulder een hele serie exposities tot stand. Bij de vormgeving en realisatie werden ze geassisteerd door de technische ploeg onder leiding van Jan Kol. Zo ontstonden mooie tentoonstellingen, onder andere over Droste, het Psychiatrisch Ziekenhuis in Santpoort en de geschiedenis van de Haarlemse Textielnijverheid. Na het vertrek van Floris Mulder naar het toen pas opgerichte Museum voor de Psychiatrie, in het vroegere Dolhuys, is er aanvankelijk nog een ingehuurde kracht betrokken geweest bij de ontwikkeling van de tentoonstellingen, maar daarna heeft de commissie zelf de touwtjes in handen genomen. Over die tijd kan Margreeth Pop, die van zo’n 15 jaar de notulen van de commissievergaderingen heeft bewaard, veel vertellen! Ben de Vet was toen al voorzitter en Annelies Aerts, werkzaam bij de Provinciale Atlas, was - en is nog - een belangrijke medewerkster en adviseur, zoals bij de tentoonstelling ‘Parels uit de Provinciale Atlas’ >>
Historisch Museum Haarlem - Nieuwsbrief, november 2012 7 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Professionele aanpak Margreeth Pop zelf heeft, als historica, een aantal exposities op haar eigen terrein geleid en vertelt uitvoerig over het lange traject waarlangs dat verloopt. ‘Het begint met het maken van een tijdlijn, dan komt het bijeenbrengen van de benodigde voorwerpen en documenten, waarbij ook adviseurs een belangrijke rol spelen, zoals bijvoorbeeld oudgemeentesecretaris Jaap Temmink. Als het eenmaal zover is gaat de verdere ontwikkeling meestal soepel. Bij de technische realisatie wordt tegenwoordig ook professionele hulp ingeschakeld, o.a. bureau Tekst en Uitleg. Maar onontbeerlijk is onze eigen technische ploeg, al weer geruime tijd onder leiding van Pieter Bal en Wim Simons, “de mannen met de gouden handjes”. Belangrijk is ook de medewerking van andere instellingen, zoals het Frans Hals Museum, Teylers Museum en vooral het Noord-Hollands Archief, die altijd bereid zijn tot advies en het - gratis- beschikbaar stellen van prenten, tekeningen en ander uniek materiaal.’ Al 55 tentoonstellingen We kunnen terugkijken op een geschiedenis van vele mooie en succesvolle exposities, zoals bijvoorbeeld: ’Haarlem Sportstad’, ’Haarlem in de Oorlog’, ’Een Koning in Haarlem’, ‘Haarlemse Huiskamers’, ‘Damast, het witte goud van Haarlem’ en ‘Feest in Haarlem’. En nu dan de 55e tentoonstelling: ‘Geen cent te makken’. Intussen is de commissie, tegenwoordig onder leiding van Maria van Vlijmen, al weer druk doende met de afronding van de 56e tentoonstelling, over de Haarlemse periode van Anton Heyboer. Voorwaar een staat van dienst waar ons museum, haar bestuur en vooral de commissie zelf trots op mag zijn! Dit belooft veel voor de toekomst waarin ons museum, nu al weer lange tijd ‘Historisch Museum Haarlem’ geheten, plannen heeft voor een verdere ontwikkeling van haar plaats in de Haarlemse gemeenschap. Chris Dessing -------------------------------------------------------------------BOEKBESPREKING Christel Jansen: De Woonschool Uitgeverij Balans, € 17,95
leerden een normaal huishouden te voeren. Ook in Haarlem is dat gebeurd. Hier is onder meer in 1960 de ‘Woonschool’ gebouwd. Dit was niet een schoolgebouw, maar een wijk in Parkwijk van 62 woningen, gegroepeerd rond vier pleintjes, met in één hoek het kantoor van de sociale dienst en in de tegenoverliggende een gemeenschapshuis. De daar gevestigde gezinnen kregen begeleiding en opvoeding om tot een goede (normale) manier van wonen te komen, zodat ze in de loop van een paar jaar in staat zouden zijn zich in gewone woonbuurten te vestigen. Een project dat al snel niet bleek te functioneren, het werkte eerder in z’n tegendeel, omdat wonen in zo’n wijk een stigma opleverde waar je je verdere leven niet vanaf kwam. De toenmalige begeleider van het project, de heer Radema, schreef al in 1965 in een rapport dat het project als mislukt moest worden beschouwd. In 1968 is het dan ook op gezag van de toenmalige minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid stopgezet. In 1974 is de wijk grondig gerenoveerd, waarna veel bewoners weer zijn teruggekeerd. Over deze ‘Woonschool’ is onlangs een boek verschenen, geschreven door Christel Jansen, waarin het leven van Suzanne (Suus) Jonkers wordt beschreven, die als normaal begaafd kind in die wijk opgroeide tussen zwakbegaafden en ‘asocialen’. Het boek is een boeiend relaas over het leven in deze buurt in Parkwijk, aan de hand van de vele verhalen die Suus de schrijfster vertelde. Er was daar wel een grote solidariteit, iedereen was arm, men hielp elkaar in moeilijke situaties. Suus, die haar familie al eens verbaasde door, toen de stroom een keer was afgesloten, ervoor te zorgen dat er weer licht was, door de meterkast te forceren, heeft zich aan dit milieu kunnen ontworstelen na een lange strijd van ups en downs, met veel pesten en discriminatie op de scholen waar ze zich later ontwikkelde. Je kwam nu eenmaal uit een armoewijk en dat stempel bleef je houden. Donderdag 7 juni gaf auteur Christel Jansen in de vergaderzaal van ons museum onder grote belangstelling een interessante lezing over haar boek, in aanwezigheid van hoofdpersoon Suus, die later in een vragenronde toelichting gaf op haar boeiende levensverhaal.
Een schrale jeugd in Haarlem-Parkwijk Op diverse plaatsen in Nederland zijn vóór en na de Tweede Wereldoorlog speciale wijken gebouwd waar zogenoemde asociale gezinnen onder leiding
Het boek was in juni een tophit bij Boekhandel De Vries in Haarlem en het is ook te koop in onze Museumwinkel. Chris Dessing
Historisch Museum Haarlem - Nieuwsbrief, november 2012 8 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
In onze Nieuwsbrief verschijnt regelmatig de rubriek ‘Verborgen verhalen’. De schrijfster hiervan, Janneke Tump, promoveerde onlangs aan de VU tot doctor in de geschiedenis. In haar proefschrift komt een interessant stukje Haarlemse historie aan bod, waarover zij ook schrijft in deze Nieuwsbrief. Hieronder staan wij stil bij haar proefschrift.
Proefschrift Dr. Janneke Tump Ambachtelijk geschoold. Haarlemse en Rotterdamse ambachtslieden en de circulatie van technische kennis, ca. 1400-1720.
lingen, knechten en in sommige gevallen ook meesters samenwerkten om genoeg inkomsten te vergaren. Meesters maakten hun eigen afspraken met knechten en leerlingen over onder andere de contractduur, het werkloon en het leergeld dat leerlingen moesten betalen. Door formele en informele medezeggenschap kon de meester de nieuwe regelgeving van zijn gilde beïnvloeden. Ambachtelijk geschoold beschrijft ook diverse mogelijkheden om nieuwe kennis te verwerven. Sommige vaardigheden, zoals het maken van een mooi juweel of het in elkaar zetten van een tonnetje, leer je niet zonder het zelf te hebben uitgeprobeerd. Historici vergeten vaak dat nieuwe vaardigheden niet alleen door middel van persoonlijke overdracht op de werkvloer konden worden geleerd. Met name vanaf 1600 circuleerde kennis voor bepaalde ambachten eveneens aan de hand van technische handleidingen en tekeningen. Een ambachtelijke scholing duurde een hele carrière en eindigde niet als de formele leertijd van het gilde was doorlopen. --------------------------------------------------------------------
Leger des Heils organiseert lezingen en tentoonstelling in ons museum
De, op dat moment nog toekomstige, doctor Janneke Tump met haar paranimfen drs. A. Dlabačová (links) en drs. D. Tump.
In mijn proefschrift toon ik aan dat diverse Hollandse instituties, zoals de lokale overheid en de ambachtsgilden, in de periode 1400-1720 verschillende middelen hadden waarmee zij invloed konden uitoefenen op de verspreiding van technische kennis. Stadsbesturen konden bijvoorbeeld subsidies geven en zo ambachtslieden met nieuwe kennis aantrekken. Toch maakten deze verschillende instituties bijna nooit gebruik van de instrumenten die zij bezaten om de circulatie van technische kennis aan te moedigen of te ontmoedigen. Het meest invloedrijk was de werkvloer, waar leer-
Vrijdagavond 5 oktober is de tweede lezing gehouden bij de tentoonstelling ‘Geen cent te makken’. Deze lezing vormde de afsluiting van de ‘Week tegen de Eenzaamheid’. Ine Voorham, majoor van het Leger des Heils, vertelde over het werk van het Leger. En Koos Pelsser, voorzitter van het Platform Minima Organisaties, sprak over sociale armoede. Hierna volgde een discussie met de l toehoorders. Tenslotte was er gelegenheid de door het Leger des Heils van 3 t/m 21 oktober in ons museum georganiseerde tentoonstelling ‘Kunst van de straat’ te bezoeken. KUNST VAN DE STRAAT – F. Valentijn: Gravestenenbrug.
Historisch Museum Haarlem - Nieuwsbrief, november 2012 9 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
‘VERBORGEN VERHALEN’
Bij veel objecten in de permanente opstelling van ons museum is slechts plaats voor een korte toelichting. Toch schuilen er vaak interessante ‘Verborgen verhalen’ achter, die de moeite waard zijn om te worden verteld. Wij vragen bij het verschijnen van een nieuwe Nieuwsbrief aan Janneke Tump, historica, om bij een object in ons museum een ‘Verborgen verhaal’ te vinden. Hierbij haar keuze.
..…………………………..…………………………….....
De beroepsperspectieven van Haarlemse weeskinderen In de permanente tentoonstelling wordt aandacht besteed aan het leven van Haarlemse weeskinderen. Eén van de tentoongestelde kunstwerken is bovenstaand olieverfschilderij gemaakt door H.C. Dekker. Hij schilderde twee jonge meisjes die een lastig borduurwerkje maken. Wij weten dat zij weesmeisjes zijn, omdat zij een jurk dragen met één rode en één blauwe mouw. Het ‘verborgen verhaal’ Weeskinderen leerden in de zeventiende eeuw allerlei vaardigheden die hen bij het verlaten van het weeshuis in het ‘echte’ leven van pas kwamen. Meisjes hadden diverse taken in de dagelijkse huishouding van hun instelling en werden ook wel als dienster bij een familie in de stad aan het werk gezet. Jongens mochten vaker een echt ambacht leren, zoals timmeren, schoenmaken of kuipen. Het was voor de regenten wel handig om voor hun kinderen een betrekking te zoeken of hen een vak te laten leren, omdat het loon dat zij verdienden rechtstreeks naar de instelling ging, terwijl de we-
zen zichzelf konden onderhouden als zij op volwassen leeftijd het weeshuis verlieten. Leercontracten De leerlingen werden direct in het arbeidsproces ingezet, maar bleven in het weeshuis wonen totdat zij rond hun twintigste genoeg verdienden om zichzelf te kunnen onderhouden. De regenten stelden een contract op met de toekomstige leermeester waarin bepalingen waren opgenomen over de duur van de leertijd en het weekloon. In de weeshuizen van Haarlem was de hoogte van het loon en het aantal jaren dat een jongen bij een meester in dienst kwam de uitkomst van onderhandelingen, waarbij onder andere de status van het vak en de ervaring van de leerjongen een rol speelden. De onderwijzer en de ‘binnenvader’ waren meestal verantwoordelijk voor het ophalen van het weekgeld bij de ambachtsmeesters en het toezicht op de weeskinderen, waardoor zij de aangewezen personen waren om bij conflicten te bemiddelen. Het is dan ook niet vreemd dat beschrijvingen van conflicten tussen leermeesters en leerjongens bijna geheel ontbreken. Goedkope werkkrachten Niet alle jongens mochten een ambacht leren. Het kwam regelmatig voor dat de Hollandse weeshuizen contracten afsloten met de VOC , WIC of de Admiraliteit om kinderen te leveren. Of men koos ervoor om een spinnerij in het weeshuis in te richten om de meisjes en jongens aan het werk te zetten. In de Haarlemse weeshuizen leerden de meeste weesjongens en -meisjes in de zeventiende eeuw een beroep binnen de textielsector. Dit was weliswaar een sector die de stad veel werkgelegenheid bracht, maar op langere termijn kon het leren van een ambacht zoals schoenmaken, kuipen of timmeren een hoger loon opleveren. Daarom waren weesjongens van het Amsterdamse Burgerweeshuis vaak beter af dan de Haarlemse wezen. De Amsterdamse jongens werden in de periode 16691767 vaak in de bouw en in de scheepsbouw te werk gesteld, wat hen vanwege de hoge verdiensten zelfs een geprivilegieerde positie op de Amsterdamse arbeidsmarkt opleverde. Leestips J. Tump, Ambachtelijk geschoold. Haarlemse en Rotterdamse ambachtslieden en de circulatie van technische kennis, ca. 1400-1720 (Ridderkerk 2012) J. Dane ed., Wezen en boefjes. Zes eeuwen zorg in wees- en kinderhuizen (Hilversum 1997)
Historisch Museum Haarlem - Nieuwsbrief, november 2012 10 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
WANDELING LANGS HAARLEMSE ARMOEDE
Vrijwilligers getrakteerd op stadswandeling Op uitnodiging van Gildegids Hans van Roode maakten zo’n vijftien enthousiaste vrijwilligers op 31 juli jl. een gratis stadswandeling in het kader van onze tentoonstelling ‘Geen cent te makken’. Een wandeling langs plekken die herinneren aan de armoede in onze stad.
derdak. Daar probeerde de Middernachtzending van Van der Steur de heren van hun slechte voornemens af te houden door de dringend herhaalde kreet “Keer terug”. Hetgeen door de dames niet direct werd gewaardeerd. Ook dit kwaad werd op den duur gekeerd, het aantal bordelen daalde in de loop der jaren van 80 naar 10. Een fraai staaltje van woningbouw voor de minder draagkrachtigen werd al in de 18e eeuw ondernomen door Abraham de Haas, die mooi ingerichte huizen liet bouwen in het zogenaamde Esser Hofje, nog steeds bestaand op een wat moeilijk vindbare plek vlakbij het Spaarne. Een van de vele brouwerijen aan het Spaarne in de 17e eeuw was De Drie Klaveren, eigendom van de familie De Wijkersloot tot Schalkwijk. Een telg van de familie bracht het tot bisschop en schonk een aanzienlijk deel van zijn vermogen aan de Zusters van Tilburg, bijgenaamd de Zusters van Liefde, die aan het Spaarne de eerst katholieke school voor arme kinderen stichtten.
Deelnemers aan de stadswandeling luisteren naar Gildegids Hans van Roode.
Onze gids maakte er een leerzame wandeling van. Al meteen in de oude binnentuin van het vroegere St. Elisabeth Gasthuis kregen we een boeiend historisch overzicht van de armoedebeleving in de loop der eeuwen. Eerst bood het de rijken vooral een gelegenheid om hun edelmoedigheid te tonen en een plaatsje in het hiernamaals te verdienen. Later werd armoede meer als schande gezien: wie niet werkt zal ook niet eten. Ook in onze huidige tijd is er nog veel armoede, de voedselbanken hebben het er druk mee… De Kamp, de Vijfhoek en de Burgwalbuurt waren lange tijd echte arme buurten, de bevolking leefde er in verpauperde huizen en zocht troost in de drank, mede bevorderd doordat de lonen veelal in kroegen werden uitbetaald. Het Haarlemse drankverbruik per hoofd van de bevolking was zelfs hoger dan het landelijk gemiddelde. Begrijpelijk dat daar actie tegen werd ondernomen, onder meer door de Vereniging tot Afschaffing van de Sterke Drank, opgericht door arts Willem Egeling. Andere problemen waren er in de De Wittstraat, waar in de negentiende eeuw nog talloze logementen waren, veelal met een slechte reputatie. Zwervers, daklozen en prostituees vonden er on-
Toen kwamen we in de Hagestraat bij het aloude Sint Jacobs Godshuis, in vroeger tijden startpunt voor bedevaartgangers naar Santiago de Compostella in Spanje. De Jacobsschelp waarmee getooid ze de tocht maakten, is nog in de gevel te zien. Na de reformatie werd het klooster bestemd voor de armenzorg. Ook fungeerde het nog lange tijd als weeshuis, waaruit Napoleon nog soldaten ronselde. Tegenwoordig is er het Rosenstock Huesiehuis gevestigd, waar mensen in probleemsituaties worden opgevangen. We bezochten de fraaie originele kapelruimte, tegenwoordig muziek- en conferentiezaal. Het huis is tevens buurtcentrum met in de kelder een sfeervol restaurant. Door de Lange Veerstraat wandelend kwamen we nog langs het pand waar in 1636 pastoor Bloemert het Broodkantoor vestigde, ten behoeve van katholieke armen. In de Grote Kerk bevindt zich nog de welbekende Broodbank, waar de stadsarmen met brood en turf werden bedeeld. Bij die oude Bavo, waar in vroeger tijden het Kerstmisgilde zijn kapel had - ook een weldadigheidsinstelling - namen we afscheid van onze gids. Op de Grote Markt was men druk in de weer met de opbouw van Haarlem Culinair, een schril contrast met het thema van onze armoedewandeling. Chris Dessing
Historisch Museum Haarlem - Nieuwsbrief, november 2012 11 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
BIJZONDERE EXPOSITIE IN DE GROENMARKTKERK
Vrijwilliger schildert ikonen In de sfeervolle negentiende eeuwse Groenmarktkerk is momenteel - nog tot eind november - een bijzondere expositie te zien van ikonen, religieuze schilderingen uit de wereld van de orthodoxe kerken, vervaardigd door onze museum-vrijwilliger Hans Rotteveel.
twaalf verschillende kleuren verf. Je werkt in een eeuwenoude traditie, dus experimenteren is er niet bij. Maar toch ontwikkel je al doende je eigen stijl. Het zal u niet verbazen dat één zo’n werkje toch al gauw zo’n 40 à 50 uren arbeid vraagt. Ga, zolang het nog kan, deze mooie expositie bekijken, die nog tot 25 november duurt, alleen op werkdagen, van 14-16 uur, in de Groenmarktkerk aan de Nieuwe Groenmarkt in Haarlem, en verbaas u over zoveel geïnspireerde schoonheid! Chris Dessing
-----------------------------------------------------Word nú vriend! Nu de gemeente Haarlem de subsidie voor ons museum heeft verlengd, kunnen wij met vertrouwen vooruit kijken. Vrienden kunnen daar enorm bij helpen. Met hun bijdragen versterken zij onze financiële basis, en daarmee de toekomst van het museum. En zij krijgen er natuurlijk ook iets voor terug. Vriendschap loont! Wij kennen 4 soorten vrienden:
Een wel heel bijzondere vrijetijdsbesteding, hobby kun je dit echt niet noemen, waaraan Hans Rotteveel ruim tien jaar van zijn leven heeft gewijd. Wie de tentoonstelling bezoekt zal al gauw inzien dat hier niet zomaar een amateur bezig is geweest, en nog steeds trouwens, maar een geïnspireerd mens, helemaal bevlogen van deze vorm van schilderkunst, die al wortelt in de vijfde eeuw en vele befaamde kunstenaars heeft gekend. Wat zijn ikonen? In de eredienst van de orthodoxe kerken, ooit afgescheiden van de Katholieke Kerk van Rome, spelen de ikonen, schilderingen van Christus, Maria en andere heiligen, een grote rol. Tijdens de plechtigheden in de kerk worden de ikonen ter aanbidding getoond aan de gelovigen. En door de eeuwen heen hebben schilders zich beijverd die afbeeldingen te maken, vaak in opdracht van de kerk, maar ook ten behoeve van de gelovigen, ter bevestiging van hun geloof. Het is een vorm van kunst die aan vele regels is gebonden. Er wordt gewerkt van bestaande afbeeldingen, vastgelegd door de kerk, en geschilderd met natuurlijke materialen zoals eidooier als bindmiddel en natuurlijke pigmenten. Basis is een eiken plankje waarop linnen gelijmd wordt dat weer bewerkt wordt met krijt en beenderlijm. Daarna wordt de ondergrond met héél dun bladgoud beplakt, en dan begint het schilderen. Dat gaat met allerlei fijne kwastjes, soms met maar een paar haartjes. De grote kunst is het mengen en vinden van de juiste kleuren, vanuit een basis van zo’n
Damiaatje Als Damiaatje schenkt u € 25 per kalenderjaar (€ 40 samen met uw partner). U profiteert van de volgende voordelen: - een jaar lang gratis toegang tot ons museum - uitnodiging voor de opening van de tentoonstellingen - vier keer per jaar de Nieuwsbrief Poortwachter Een Poortwachter schenkt € 100 per jaar en krijgt naast dezelfde voordelen als een Damiaatje: - een jaar lang toegang voor een extra introducé - uitnodigingen voor rondleidingen over de nieuwe tentoonstellingen - uitnodiging voor de Nieuwjaarsborrel in het museum - voucher voor een aankoop in onze museumwinkel - een bijzonder welkomstgeschenk Brouwersgilde Als lid van het Brouwersgilde schenkt u minimaal € 500 per jaar. U ontvangt dezelfde voordelen als de Poortwachters. Daarbij kunt u één keer per jaar inschrijven voor een privérondleiding voor uw (familie-)groep (max. 15 deelnemers) en wordt u eens per jaar samen met uw partner uitgenodigd voor een Jopenbier-proeverij met korte lezing vooraf. Goudsmedengilde Als lid van het Goudsmedengilde schenkt u minimaal € 1.000 per jaar. U ontvangt dezelfde voordelen als de leden van het Brouwersgilde. Bovendien wordt u eenmaal per jaar samen met uw partner uitgenodigd om deel te nemen aan een ‘Historisch Diner’, met presentaties door sprekers van naam. Nadere informatie en aanmelden Kijk voor nadere informatie en aanmelden op onze website: www.historischmuseumhaarlem.nl. of vraag bij het museum een aanmeldingsformulier aan:
[email protected] of 023 5422427.
--------------------------------------------------------------------
Historisch Museum Haarlem - Nieuwsbrief, november 2012 12 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
in een normale woonomgeving. Goed bedoeld, maar niet geslaagd en in 1968 opgeheven. De ondertitel van het boek is: 'Het verhaal van een meisje dat opbloeide tussen zwakbegaafden en ‘asocialen'. Dat meisje was Suzanne (Suus) Jonkers, inmiddels een vrouw van in de vijftig, en op deze avond zelf aanwezig. Documentaire Na de lezing werd een korte documentaire vertoond over de nadagen van dit experiment en kon het publiek vragen stellen aan de schrijfster en Suus Jonkers. Het feit dat voor deze publicatie niet alleen gebruik is gemaakt van de herinneringen van Suus, maar ook van de bronnen aanwezig binnen het Noord-Hollands Archief, maakte de cirkel op deze locatie rond.
‘Armoede in Haarlem’ Op maandagavond 24 september jl. vond in het Noord-Hollands Archief weer een druk bezocht Historisch Café plaats. De organisatoren (waaronder ons Historisch Museum) zien met veel genoegen dat er telkens een uitverkochte zaal is. Zelfs vlak voor het begin van het programma komen mensen die niet hebben gereserveerd het archief binnen in de hoop dat er toch nog een plekje open is gevallen. Soms lukt dat, maar tijdig aanmelden is verstandiger! Deze editie was voor ons museum extra interessant omdat het thema (en titel) van de avond 'Armoede in Haarlem' was, met de bij ons lopende tentoonstelling als uitgangspunt. Wie kon dus niet beter de eerste voordracht verzorgen dan onze eigen directeur Laura van der Wijden? Zij schetste voor het gehoor de achtergrond en het verhaal van onze tentoonstelling, zoals dat is te zien als men door de zalen loopt. Een inspirerend betoog dat geen andere toelichting behoeft dan het zelf in ons museum te komen zien. De Woonschool Het tweede thema betrof een lezing door Christel Jansen, auteur van het boek ‘De Woonschool’ (zie de boekbespreking op pagina 7). Dit boek gaat over een woon- en opvoedexperiment dat begin jaren zestig in de Haarlemse wijk Parkwijk liep, met de bedoeling ‘onaangepasten’ te leren integreren
‘Stem in de Stad’ Tenslotte de afsluitende column, dit keer door pastor Jurjen Beumer van 'Stem in de Stad' dat juist deze week het 25-jarig jubileum vierde. Hij stelde dat de kwaliteit van een samenleving deels is af te meten aan de wijze waarop zij mensen die ‘achterblijven' (buiten de boot vallen) behandelt. Over de manier waarop mensen geholpen moeten worden, lopen meningen al tijden uiteen, maar steeds meer begrijpt men dat het vaak het beste werkt te zorgen dat men zichzelf weer kan gaan leren redden. Ook dat is te zien in onze eigen tentoonstelling, en zo is ook deze cirkel weer rond! Toepasselijke liedjes Zang was er van de dames Bijlsma en Hooglugt, op piano begeleid door Teke Bijlsma. We kennen dit trio inmiddels al goed omdat zij al vaker op de caféavonden hebben opgetreden. Nu was het weer voor de hand liggend te kunnen luisteren naar het bekende 'Als je voor een dubbeltje geboren bent (bereik je nooit een kwartje)' en 'Het Broekje van Jantje'. Een goed doel Tenslotte, voordat we aan de afsluitende borrel gingen, deelde Maarten Brock van het NoordHollands Archief ons, en pastor Beumer in het bijzonder, mee dat de opbrengst van deze avond geschonken zal worden aan 'Stem in de Stad'. Een sympathiek gebaar! Frank Boorsma --------------------------------------------------------------------
Historisch Museum Haarlem - Nieuwsbrief, november 2012 13 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nieuwe aanwinsten Ons museum krijgt regelmatig schenkingen en voorwerpen in bruikleen. Ook kunnen we soms zelf een aankoop doen, al dan niet met steun van een sponsor. Hieronder een greep uit enkele recente aanwinsten. -----------------------------------------------------------------
Gravure Ruïne van Brederode Met de Ruïne van Brederode worden de resten aangeduid van Kasteel Brederode bij SantpoortZuid. De gravure toont dit ‘Huis te Brederode bij Haarlem in 1695’. Gemaakt door A. Rademaker in 1725. Het kasteel is in de tweede helft van de 13de eeuw gesticht door Willem I van Brederode (1215? – 1285). Hij stamt af van de heren van Teylingen, die verwant waren aan de graven van Holland. Het kasteel vormde onderdeel van de hoge heerlijkheid Brederode, waarmee de heren van Brederode in de 13e eeuw door de graaf van Holland waren beleend. De naam Brederode verwijst naar een stuk bosgrond (Brede Roede) dat werd gerooid om daar het kasteel te bouwen. Eerst bestond het kasteel alleen uit een woontoren. Rond 1300 werd de toren afgebroken waarna Dirk II van Brederode hier een vierkant kasteel liet optrekken. (De toegankelijkheid voor het publiek staat thans ter discussie, vanwege het stoppen van de subsidie van de gemeente.) -----------------------------------------------------------------Kaart van Haarlem In 1914 gemaakt doorhet Bureau van Openbare Werken, Gemeente Haarlem in 1914. (Bijgewerkt tot 1 oktober 1915). Schaal 1 : 5000. De stadsuitbreiding verkeerde nog in een pril sta-
dium, Schalkwijk was nog agrarisch gebied en de Leidse en Amsterdamse buurten waren in ontwikkeling. De gehele Haarlemmerhout was nog niet in bezit van de gemeente Haarlem, dat gebeurde pas in 1927.
-------------------------------------------------------------
Website Tripadvisor De website Tripadvisor geeft toeristen voor veel steden een actueel overzicht van accommodaties, restaurants, attracties e.d. Ons Historisch Museum staat in de lijst van musea e in Haarlem op de 2 plaats, na het Frans Hals. Via onderstaande link kunt u dat nog eens extra ondersteunen, en ook uw mening toevoegen. Doen! http://www.tripadvisor.nl/Attractionsg188593-Activities-Haarlem North Holland Province.html ============================================== NIEUWSBRIEF HISTORISCH MUSEUM Deze Nieuwsbrief is een uitgave van het Historisch Museum Haarlem, en wordt vier keer per jaar toegestuurd aan de vrienden van het museum, vrijwilligers en andere relaties. REDACTIE: Bertil Arends (eindredacteur), Frank Boorsma, Chris Dessing, Mariska Krikken, Janneke Tump PRODUCTIE: Joost van Aalst TIPS & SUGGESTIES:
[email protected]
=======================================
Historisch Museum Haarlem - Nieuwsbrief, november 2012 14 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Uit het gastenboek gastenboek… boek… Geïnspireerd door de precaire financiële situatie van het museum, nemen we in deze Nieuwsbrief opmerkingen over de tentoonstelling ‘Geen cent te makken’ onder de loep . Veel mensen schrijven over eigen ervaringen en trekken een parallel met de moderne tijd. Mariska Krikken maakte onderstaande selectie.
“Goed dat u aandacht besteedt aan vroegere en huidige armoede in Nederland!”
“Indrukwekkend. Wat een armoede vroeger en dat pas zo’n 150 jaar geleden. De tijd van onze grootouders.”
“Een prachtige tentoonstelling, als ik deze expositie zie, wat zij we nu dan rijk.”
“Zo te zien in dit museum hebben wij het tegenwoordig zo slecht nog niet!”
“Ik heb genoten van dit bezoek, goeie ontvangst met uitleg. We mogen niet meer klagen als je de armoe uit die tijd ziet. “