Nieuwsbrief 2e periodiek 2015, jaargang 4 In deze nieuwsbrief:
Garantie in pensioen of risicovol rendement Meer keuzevrijheid pensioen Wet Pensioencommunicatie en pensioenplanning OR krijgt meer instemmingsrecht Knelpunten waardeoverdracht Aandacht gevraagd voor rente-effect op pensioen Pensioen in eigen beheer (nog) niet op de schop
Garantie in pensioen of risicovol rendement? De titel komt wat vreemd over als het gaat om pensioentoezeggingen, maar het risico van een hoger of lager pensioen ligt bij een beschikbare premieregeling vaak volledig bij de pensioengerechtigde/werknemer. Aangezien er nagenoeg geen garantieregelingen meer worden aangeboden, is ‘prudent beleggen’ de enige optie. Of zijn er alternatieven? Ondanks het uitstekende beursresultaat in het afgelopen jaar ligt het gevaar van dalende koersen op de loer. De meeste werknemers en gepensioneerden profiteren overigens niet van de beleggingswinsten, met name bij pensioenfondsen. Ook laten veel pensioenfondsen dit jaar de pensioenopbouw en pensioenuitkeringen niet meestijgen met de prijsstijgingen.
Beleggingen Bij een beschikbare premieregeling met beleggingsvrijheid zijn de begrippen ‘prudent beleggen’ (artikel 135 van de Pensioenwet) en ‘zorgplicht’ (artikel 52 van de Pensioenwet) van belang. Prudent beleggen is het zorgen voor de beleggingen alsof ze van jezelf zouden zijn. De pensioenuitvoerder moet dus zorgen voor goede informatie vooraf, zodat de consument een juiste keuze kan maken en met zijn pensioenuitvoerder kan afspreken welke risico’s gewenst en niet gewenst zijn. Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 2e periodiek 2015, jaargang 4 Tijdens de looptijd van de polis moet de pensioenuitvoerder de gelopen risico’s, rendementskansen en de resterende looptijd in de gaten houden, bijhouden of de afspraken over de gelopen risico’s ook worden nagekomen en eventueel uit eigen beweging bijsturen.
De Pensioenwet legt de pensioenuitvoerder ook een zorgplicht op. Hij is verantwoordelijk voor de beleggingen en moet deze prudent beleggen. Hij kan met de pensioengerechtigde afspreken dat die de verantwoordelijkheid voor de beleggingen overneemt, maar dan moet hij hem adviseren over de spreiding van zijn beleggingen in relatie tot de duur van de periode tot de pensioendatum. Ook moet hij ten minste een keer per jaar onderzoeken of de beleggingen van de pensioengerechtigde zich binnen die grenzen bevinden, en hem daarover informeren.
Teveel of te weinig risico? Door onbekendheid of mogelijk verkeerd advies van de pensioenadviseur nemen veel deelnemers aan beschikbare premieregelingen te veel of juist te weinig risico. Hierdoor is de kans groter dat deelnemers niet het gewenste pensioenkapitaal bereiken op hun pensioendatum. Ze blijven met hun beleggingen (onbewust!) te lang in aandelen zitten, zodat zij tijdens hun pensioenopbouw (te) veel risico nemen. Aan de andere kant kunnen deelnemers ook te lang beleggen in risicomijdende fondsen, zoals fondsen die vooral bestaan uit obligaties. Daardoor levert de pensioenopbouw te weinig rendement op. Hierover gaat onder andere de Nationale Pensioendialoog om deelnemers meer keuzevrijheid te geven. Deelnemers van pensioenregelingen in beleggingsfondsen lopen dus onbewust het risico om op de einddatum niet uit te komen op het gewenste pensioenkapitaal. Als de pensioenregeling voorziet in de mogelijkheid tot shoppen, dan moet de voorbeeldrekenrente van een Uniform Pensioenoverzicht (UPO) van 2,2% gebruikt worden. Dit was in de voorgaande jaren nog 2,4% tot 4% rekenrente. Voor het berekenen van de te bereiken beleggingswaarde wordt uitgaan van een voorbeeldrendement van 4,0%. De Wet Pensioencommunicatie en de aanpassing van premieovereenkomsten per 1 januari 2016 gaat zeker voor meer actie zorgen op dit gebied.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 2e periodiek 2015, jaargang 4 Kijk dus niet alleen naar het eindkapitaal of verwachte rendementsprognoses maar hou met name het tussentijdse beleggingstraject in de gaten en beoordeel periodiek de life cycle beleggingen van een uitvoerder.
Is garantie een alternatief? In een aantal situaties is het verstandig terug te gaan naar de kern van pensioen. Pensioen is zekerheid, een gegarandeerde uitkering en/of een gegarandeerd kapitaal. Garanties geven rust door de jaren heen. In die situaties is een garantie- of hybrideverzekering zeker een alternatief en wordt de onwetende pensioendeelnemer beschermd tegen excessieve keuzes op het gebied van pensioenbeleggingen.
Ook binnen de beschikbare premieregelingen komen inmiddels hybride pensioenregelingen voor, waarbij de werknemer kan kiezen voor een gegarandeerd pensioen.
Een solide (gegarandeerde) kapitaalverzekering kan voor de toekomst een belangrijke bijdrage leveren aan de houdbaarheid van ons pensioenstelsel. Hier is zeker een markt voor, waarbij ook duizenden DGA’s (niet alleen bij echtscheiding) graag hun pensioenverplichting uit de eigen BV overdragen aan een verzekeraar. De sleutel tot succes is in handen van de pensioenadviseur.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 2e periodiek 2015, jaargang 4
Meer keuzevrijheid pensioen De pensioenfondsen (Pensioenfederatie) willen dat er meer mogelijkheden komen voor maatwerk. Op dit moment genieten we ons pensioen volledig in de vorm van een levenslange uitkering. Wij zien de behoefte van veel Nederlanders om op het moment van pensionering te kunnen besluiten om een deel van hun pensioenvermogen voor andere doeleinden dan de oude dag te gebruiken, aldus de Pensioenfederatie.
Beoordeling financiële situatie Op het moment van pensionering zijn mensen goed in staat om de eigen financiële situatie te overzien en daarnaar te handelen. Of het nu voor de aflossing van de hypotheek is, een schenking aan de kinderen of het maken van een mooie reis. Pensioenfondsen begrijpen deze behoeftes en zien de mogelijkheid om daaraan tegemoet te komen. In dat kader zien men dan ook graag dat het kabinet de mogelijkheid onderzoekt om een gedeelte van het pensioen in één keer uit te keren op het moment van pensionering. Op die manier krijgen deelnemers meer keuze over de aanwending van hun pensioen. Dit voorstel is onderdeel van de bijdrage die de Pensioenfederatie wil leveren aan de discussie over het pensioenstelsel.
Er zijn al verschillende mogelijkheden om pensioen af te stemmen op persoonlijke voorkeuren. Zo kan nabestaandenpensioen worden omgeruild voor een hoger ouderdomspensioen, of andersom. Ook kun je vaak kiezen voor een hoger pensioen in de eerste jaren, en daarna wat lager (hooglaagconstructie). Andere keuzes zijn eerder of later met pensioen, of deeltijdpensioen. Wat nog niet kan, is een eenmalige uitkering op het moment van pensionering, terwijl hier wel behoefte aan is. De Pensioenfederatie ziet mogelijkheden om een deel van het pensioen via dezelfde systematiek als de hoog-laagconstructie éénmalig uit te laten keren op de pensioendatum.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 2e periodiek 2015, jaargang 4 Waarborgen Bij de vormgeving van deze eenmalige uitkering moet worden aangesloten bij de hooglaagconstructies die pensioenfondsen nu reeds kennen. Er bestaat immers een spanning tussen enerzijds de verplichte collectieve pensioenopbouw en anderzijds de wens om individuele keuzevrijheid mogelijk te maken. Individuele keuzevrijheid mag naar hun mening niet ten koste gaan van het collectief belang. En dat hoeft ook niet. In de bestaande hoog-laagconstructies is een evenwichtige balans gevonden. Een balans waarbij goed aangesloten kan worden.
Ons commentaar De pensioenfondsen zien een goede mogelijkheid om deelnemers op pensioendatum meer keuzevrijheid te bieden. Men is scherp tegen het naar voren halen van bestaande pensioenuitkeringen (en vorm van afkoop). Als pensioengeld tijdens de opbouwfase wordt onttrokken, zal de deelnemer een langjarig beleggingsrendement mislopen. De directe “opbrengsten” in termen van niet-ingelegde premie zijn klein, maar de kosten in termen van misgelopen pensioen later zijn groot. De solidariteitsgedachte komt ook met meer keuzevrijheid steeds meer onder druk.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 2e periodiek 2015, jaargang 4
Wet Pensioencommunicatie en pensioenplanning De Tweede Kamer is unaniem akkoord met de Wet pensioencommunicatie. Deelnemers krijgen straks informatie die beter aansluit op hun wensen. Met digitale informatie kunnen fondsen kosten beperken. Dat is iets wat de Kamer belangrijk vindt. Ook vraagt de Kamer staatssecretaris Klijnsma om werknemers meer inzicht te geven in de totale voor hen betaalde pensioenpremie. De wet biedt in ieder geval volop mogelijkheden om pensioencommunicatie te verbeteren.
Doelstelling Het doel van de Wet pensioencommunicatie is betere pensioencommunicatie. Fondsen kunnen de onzekerheden over pensioen beter uitleggen. En deelnemers krijgen een persoonlijk totaaloverzicht van hun pensioen. De Tweede Kamer nam twee amendementen aan om uitvoeringskosten te beperken.
Digitaal vs. schriftelijk Door de nieuwe wet krijgen pensioenfondsen meer ruimte om informatie standaard digitaal te verstrekken. Deelnemers kunnen daar bezwaar tegen maken. Schriftelijk tenzij wordt in de nieuwe wet digitaal tenzij. Dat is een grote verbetering. Veel pensioenfondsen kunnen met digitale communicatie hun uitvoeringskosten verlagen en ook persoonlijker communiceren. De Tweede Kamer regelt dat pensioenfondsen ten hoogste eenmaal per jaar kunnen wisselen tussen schriftelijke en digitale verstrekking van informatie. De vrees bestond dat deelnemers hun voorkeur regelmatig wijzigen. Dat kan tot hogere uitvoeringskosten leiden. Door deze wijziging kunnen deelnemers nu maximaal één keer per jaar hun voorkeur wijzigen. Overigens is niet te verwachten dat pensioenfondsen hun keuze (regelmatig) herzien.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 2e periodiek 2015, jaargang 4 Pensioenvergelijking Een sollicitant moet de pensioenregeling van de nieuwe werkgever kunnen vergelijken met die van de huidige of een andere werkgever. Daarom komt de basisinformatie van de pensioenregeling op het openbare deel van de website van pensioenuitvoerders. Het gaat om laag 1 uit het Pensioen 1-23. De Tweede Kamer regelt nu dat het niet verplicht is deze informatie op het openbare deel van de website te plaatsen. Dat leidt namelijk voor verzekeraars tot hoge uitvoeringskosten. Zij voeren immers honderden of duizenden regelingen uit. Dit betekent echter wel dat een sollicitant geen vergelijking meer kan maken tussen de oude en de nieuwe pensioenregeling. Oplossing is dan dat de nieuwe werkgever vóór indiensttreding laag 1 van Pensioen 1-2-3 aan de sollicitant geeft. Maar dat is niet verplicht.
Pensioenplanning Een andere belangrijke verbetering is de uitbreiding van de taken van het pensioenregister. Dat biedt deelnemers een persoonlijk totaaloverzicht van hun pensioen. Maar er zijn grenzen aan de taken van het pensioenregister. Het kabinet wilde in het pensioenregister een instrument opnemen waarmee de deelnemer de ‘toereikendheid’ van het pensioen in relatie tot de uitgaven kan vaststellen. Dit vond de Tweede Kamer te ver gaan. Daarom schrapt Klijnsma in de (concept) lagere regelgeving deze toets op ‘toereikendheid’ van het pensioen.
Extra moties De Tweede Kamer nam nog vijf moties aan. Wat vraagt de Kamer van de regering? 1. Doe onderzoek naar a. harmonisatie van verschillende informatiekanalen, b. de derde pijler (lijfrente) mogelijkheden in het pensioenregister c. de toegankelijk van het pensioenregister voor gepensioneerden. 2. Gebruik een uniforme rekenmethode om uitvoeringskosten van pensioenfondsen en pensioenverzekeraars te kunnen vergelijken.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 2e periodiek 2015, jaargang 4 3. Geef in het pensioenregister ook inzicht in de te verwachten AOW-leeftijd. 4. Verken communicatiekanalen om deelnemers meer inzicht te geven in het absolute bedrag aan pensioenpremie dat de werkgever voor hen betaalt. 5. Geef zo spoedig mogelijk brede voorlichting over de nieuwe wijze van communiceren over het pensioen. Ook werkgevers dienen voorlichting te krijgen over hun rol in de pensioencommunicatie.
Onze opmerking De komende periode behandelt de Eerste Kamer het wetsvoorstel. De bedoeling is dat de wetgeving op 1 juli 2015 definitief in werking treedt. Naar verwachting wordt Pensioen 1-2-3 met ingang van 1 januari 2016 verplicht. Het vernieuwen van het UPO bevat zoveel formats dat gedacht wordt aan een gefaseerde ingangstermijn. Voor de uitvoeringspraktijk is de lagere regelgeving van groot belang. Die wordt medio dit jaar definitief. Dan wordt ook meer duidelijk over de uniforme rekenmethodiek voor de scenario’s die deelnemers inzicht geven in koopkracht en risico’s. In de praktijk verwachten wij nieuwe standaarden voor pensioencommunicatie en slimme pensioenplanners. Zo heeft Pensioendesk een PensioenTekortenProgramma in samenwerking met Finact Software ontwikkeld die meer duidelijkheid geeft aan werknemers, DGA’s en IB-ondernemers.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 2e periodiek 2015, jaargang 4
OR krijgt meer instemmingsrecht Minister Asscher wil de ondernemingsraad instemmingsrecht geven voor voorgenomen besluiten over de inhoud van een pensioenregeling bij uitvoerders. Complex is dat de grens tussen inhoud en uitvoering niet altijd eenduidig is, Ondernemers doen er goed aan de ondernemingsraad goed te informeren als de ondernemingsraad hier een rol heeft. En om ruim de tijd te nemen voor het besluitvormingstraject. Anders kunnen uitvoerders een nieuwe of gewijzigde regeling niet op tijd doorvoeren.
Kabinet dicht lacune De ondernemingsraad heeft sinds jaar en dag een instemmingsrecht voor vaststelling, wijziging of intrekking van pensioenregelingen die zijn ondergebracht bij een verzekeraar. In 2013 verruimde de Tweede Kamer het instemmingsrecht voor vaststelling of intrekking van pensioenregelingen bij een uitvoerders en pensioenfondsen. Dit instemmingsrecht gold dus niet bij wijziging van de pensioenregeling. Het kabinet wil deze lacune nu dichten. De ondernemingsraad speelt overigens geen rol als over de pensioenregeling inhoudelijk afspraken zijn gemaakt in een cao. Dit is niet alleen in juridisch, maar ook in praktisch opzicht een belangrijke beperking in het instemmingsrecht van de ondernemingsraad.
Instemmingsrecht over pensioenovereenkomst De ondernemingsraad krijgt instemmingsrecht voor voorgenomen besluiten over ‘regelingen met betrekking tot een pensioenovereenkomst’. Het gaat om de arbeidsvoorwaardelijke aspecten van de pensioenregeling, ondergebracht bij uitvoerders. Als de ondernemingsraad niet instemt en de ondernemer neemt desondanks het besluit, dan heeft de ondernemer een probleem. Het besluit is dan namelijk nietig als de ondernemingsraad een beroep doet op de nietigheid van het besluit. De ondernemer kan de kantonrechter om toestemming vragen om het besluit te nemen, maar dat geeft vertraging.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 2e periodiek 2015, jaargang 4 Mogelijk effect op uitvoerders Deze perikelen rond de besluitvorming zijn in de eerste plaats een zaak tussen de werkgever en de ondernemingsraad. Maar de gang van zaken kan toch effect hebben op de uitvoering door een verzekeraar en/of pensioenfonds. Zo kan het gebeuren dat een uitvoerder een nieuwe of gewijzigde pensioenregeling niet of niet tijdig kan invoeren. Dat betekent dat deelnemers niet tijdig geïnformeerd kunnen over de wijziging van de pensioenregeling door middel van een startbrief. Mogelijk dient de oude regeling in uitvoering te blijven, terwijl het qua wijziging bijvoorbeeld nodig is om aan wettelijke eisen te voldoen.
Instemmingsrecht ook over uitvoeringsovereenkomst Maar ook de uitvoeringsovereenkomst kan een aspect bevatten, dat de arbeidsvoorwaarde pensioen raakt. Bijvoorbeeld het schrappen van een bijstortverplichting van de werkgever. Dan heeft de ondernemingsraad ook daarover instemmingsrecht. De grens tussen inhoud van de pensioenregeling en de uitvoering ervan is soms moeilijk te trekken. De ondernemer en de ondernemingsraad kunnen daar afspraken over maken. Maar ze kunnen hierover van mening verschillen. Dan moet de ondernemingsraad voor de rechter bewijzen dat een uitvoeringsaspect een pensioenaspect raakt. Er ontstaat veel onduidelijkheid over de reikwijdte van het instemmingsrecht. De ondernemingsraad moet natuurlijk wel op de hoogte zijn. Daarom moet de ondernemer de ondernemingsraad zo spoedig mogelijk schriftelijk informeren over elk voorgenomen besluit over een uitvoeringsovereenkomst.
Uitvoerders na instemming aan zet Verruiming van het instemmingsrecht van de ondernemingsraad kan de besluitvorming over pensioenregelingen moeilijker maken. Tijdige invoering van een nieuwe of gewijzigde pensioenregeling kan onder druk komen te staan. De werkgever kan met een dilemma komen te zitten. De uitvoerder moet kunnen vertrouwen op de werkgever. Hij moet zich afvragen of hij de afspraken kan vastleggen in de uitvoeringsovereenkomst. Als dat nog niet kan, dan kan een uitvoerder de nieuwe of gewijzigde pensioenregeling nog niet in de administratie opnemen. Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 2e periodiek 2015, jaargang 4 Onze opmerking Het wijzigingstraject voor pensioenregelingen wordt er niet gemakkelijker op. Doordat er geen duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen inhoud en uitvoering van de pensioenregeling. Terwijl dat juist de insteek van de Pensioenwet is. De ondernemer doet er goed aan ruim de tijd te nemen voor het besluitvormingstraject. De perikelen rond wijziging blijven in de eerste plaats een zaak tussen ondernemer, ondernemingsraad en uiteraard de bijbehorende pensioenadviseurs.
Knelpunten waardeoverdracht De aanvraagtermijn voor individuele waardeoverdracht is per januari 2015 vervallen. Slapers kunnen zich daardoor calculerend gedragen en dat is ongewenst. Staatssecretaris Klijnsma probeert dit te repareren, echter de oplossingen zijn ingewikkeld en complex om uit te voeren. Sinds de invoering van het wettelijk recht op waardeoverdracht bij wisseling van werkgever, geldt als voorwaarde dat de deelnemer de waardeoverdracht binnen zes maanden aanvraagt. De Tweede Kamer besloot deze termijn te schrappen. Maar de wettelijke datum voor bepaling van de overdrachtswaarde ligt nog wel op het moment van wisseling van werkgever.
Geen belemmeringen overdracht pensioen De Tweede Kamer vindt overdracht van pensioen in veel gevallen nog steeds een verbetering. Daarom moeten deelnemers altijd waardeoverdracht kunnen aanvragen. Deelnemers krijgen een beter zicht op de totale pensioenaanspraken en op de ontwikkeling van de waarde van het pensioen. Echter, deze rol is allang overgenomen door het pensioenregister. Op de redenering van de Tweede Kamer is veel af te dingen. Het wettelijk recht op waardeoverdracht is in 1994 ingevoerd om pensioenbreuk te bestrijden. Pensioenbreuk was aan de orde bij eindloonregelingen. Maar eindloonregelingen komen nog maal zelden voor.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 2e periodiek 2015, jaargang 4 Voor deelnemers is het wel overzichtelijk om alle pensioenaanspraken bij dezelfde uitvoerder te hebben. Maar of waardeoverdracht een verbetering van het pensioenresultaat geeft, hangt af van de mate waarin beide pensioenuitvoerders de pensioenen in de toekomst kunnen verhogen of moeten verlagen. Dat is voor deelnemers vooraf moeilijk in te schatten. Pensioenuitvoerders kunnen daar ook geen goede indicatie voor geven.
Gevolgen beweging slapersbestanden Staatssecretaris Klijnsma vreest calculerend gedrag van slapers. Als een deelnemer een aantal jaren na aanvang van de deelneming in de nieuwe pensioenregeling alsnog waardeoverdracht aanvraagt, kan hij doorgevoerde verlagingen en verhogingen bij de betrokken pensioenuitvoerders sinds de baanwisseling in de beoordeling betrekken. Of hij kan de verwachte toekomstige ontwikkeling daarvan erbij betrekken. Zo’n afweging kan de solidariteit in de betrokken regelingen onder druk zetten. Als ‘slapersbestanden’ alsnog in beweging komen, kan dit grote financiële gevolgen voor pensioenuitvoerders hebben.
Calculerend gedrag op basis van gerealiseerde verlagingen en verhogingen in het verleden is niet gewenst. Of en in hoeverre waardeoverdracht in het belang van de deelnemer is, hangt vooral af van de toekomstige verwachte verhogingen en verlagingen bij beide pensioenuitvoerders.
Aanvang na 1 januari 2015 Staatssecretaris Klijnsma wil de effecten van het calculerend gedrag beperken. Dat doet ze door de aanvraagtermijn voor waardeoverdracht alleen te laten vervallen als de deelneming in de nieuwe pensioenregeling is aangevangen op of na 1 januari 2015. Het recht op waardeoverdracht kan ook opgeschort zijn, omdat een betrokken pensioenfonds een te lage dekkingsgraad heeft. Indien het recht op waardeoverdracht na zo’n opschorting herleeft, geldt op dat moment een aanvraagtermijn van zes maanden. Hiermee wordt dit onderdeel van de wetswijziging teruggedraaid. Hierdoor is de wettelijk regeling op dit punt niet consistent.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 2e periodiek 2015, jaargang 4 Probleem half opgelost Volgens pensioenuitvoerders wordt het probleem maar half oplost. Ook voor baanwisselingen vanaf 2015 kunnen slapers zich namelijk calculerend gedragen. Stel dat een werknemer op 1 april 2015 van baan wisselt en waardeoverdracht aanvraagt in 2020. De huidige wetgeving bepaalt dat de overdrachtswaarde wordt berekend op basis van de pensioenaanspraken op 1 april 2015. Dat geeft ook de gelegenheid voor calculerend gedrag. Verlagingen en verhogingen tussen 2015 en 2020 zijn immers op het moment van de aanvraag bekend. Bovendien is deze werkwijze verzekeringstechnisch problematisch omdat in deze periode het overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico gedekt was door de overdragende pensioenuitvoerder. Verder is dit uitvoeringstechnisch ingewikkeld. Alle doorgevoerde verlagingen en verhogingen bij de overdragende pensioenuitvoerder moeten immers teruggedraaid worden. Ook moet de ontvangende pensioenuitvoerder alle doorgevoerde verlagingen en verhogingen reconstrueren. Het is daarom de vraag of dit proces beheersbaar is.
Minder overdrachten door bijbetaling Het is mogelijk dat veel slapers door het vervallen van de aanvraagtermijn alsnog een verzoek om waardeoverdracht (gaan) doen. Ook de kans dat bijbetalingsproblematiek zich voordoet, is fors toegenomen. De achtergrond van bijbetalingsproblematiek is dat verzekeringscontracten vaak gebaseerd zijn op een rekenrente van 3% of 4%.
De wettelijke rekenrente voor waardeoverdracht is in 2015 lager, namelijk 2,156%. Bij een overdracht naar een verzekeraar, kan de verzekeraar om een bijbetaling vragen. Klijnsma wil escalatie van de bijbetalingsproblematiek voorkomen. Daarom verruimt zij de tijdelijke regeling om bijbetalingslasten bij waardeoverdracht te beperken. Voor alle werkgevers geldt dat waardeoverdracht niet doorgaat als dit zou leiden tot een bijbetaling van meer dan € 15.000,- en meer dan 10% van de overdrachtswaarde. Eerder gold dit alleen voor kleine werkgevers. Dit kan ertoe leiden dat minder overdrachten plaats vinden dan dat er aangevraagd worden.
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 2e periodiek 2015, jaargang 4 Reparatie voor korte termijn Het ontwerpbesluit van Klijnsma is een reparatiemaatregel voor de korte termijn. Het kabinet doet in 2015 nader onderzoek naar een fundamentele herziening van het systeem van waardeoverdracht. Klijnsma stuurt naar verwachting voor de zomer van 2015 een brief aan de Tweede Kamer over de uitkomst daarvan.
Onze opmerking Het kabinet heeft de afgelopen jaren gezegd om bij de bijbetalingsproblematiek niet vooruit te lopen op de fundamentele herziening. Blijkbaar gaat het niet snel genoeg om te wachten op de fundamentele herzieningen. Het zou een oplossing kunnen zijn om de overdrachtswaarde te berekenen op basis van de pensioenaanspraken op de datum van aanvraag of uitsluitend de gefinancierde waarde over te dragen. Afschaffing van het wettelijk recht op waardeoverdracht is zeker nog steeds een optie.
Aandacht gevraagd voor rente-effect op pensioen Het Verbond van Verzekeraars vraagt aandacht voor de negatieve effecten van de huidige historisch lage rente op de aankoop van pensioenuitkeringen. Deelnemers bij wie dit jaar een zogeheten beschikbare premieregeling tot uitkering komt, worden daardoor geconfronteerd met een lager pensioen. Een wetswijziging die een alternatief biedt, treedt echter op zijn vroegst per 1 januari 2016 in werking.
Sinds 2012 is de rente in Nederland onder invloed van het Europese monetaire beleid, fors gedaald. Dat heeft gevolgen voor de hoogte van de uitkering die met een pensioenkapitaal kan worden aangekocht. Die kan bij een rente van twee procent globaal vijftien procent lager zijn dan met een uitkering bij vier procent rente. (Overigens kan een dalende rente ook een positief effect hebben op het resultaat van obligatiefondsen, wat een positief effect heeft op het kapitaal op de pensioendatum. Dat gebeurt vaak via standaard life cycles. Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 2e periodiek 2015, jaargang 4 Het effect op de totale koopkracht is overigens geringer, omdat er vrijwel altijd andere inkomstenbronnen (zoals AOW en pensioen uit andere dienstverbanden) zijn.
De dalende rente was aanleiding voor een aanpassing van het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) waarmee deelnemers jaarlijks worden geïnformeerd over hun pensioenopbouw en een indicatie krijgen van het eindkapitaal. Tot 2012 werd op het UPO voor de indicatie van de jaarlijkse uitkering gerekend met een voorbeeldrentestand van vier procent. Sindsdien wordt een rentecurve van DNB gebruikt die een actueler beeld geeft (2,8 procent in 2014). De huidige marktrente (1,3 procent) ligt daar echter alweer beduidend onder.
Om consumenten met een beschikbare premieregeling een alternatief te bieden, heeft het Verbond vanaf 2013 de mogelijkheid bepleit dat een deelnemer ook na de pensioendatum beleggingsrisico draagt. Dit geeft een flexibeler en mogelijk hoger pensioenresultaat. Het kabinet heeft recent aangegeven dit wettelijk mogelijk te willen maken. Het Verbond ziet deze optie als een belangrijke verbetering en extra keuzemogelijkheid voor deelnemers. Ook een Kamermeerderheid heeft gevraagd haast te maken met het wetgevingstraject.
Het Verbond vindt het belangrijk dat het alternatief snel wordt gerealiseerd en dat verzekeraars en/of adviseurs de mogelijkheid krijgen daarop vooruitlopend maatwerkoplossingen te zoeken. Hierbij zou kunnen worden gekeken naar uitstel van de pensioeningangsdatum. Deelnemers die dit jaar een uitkering willen aankopen doen er sowieso goed aan om zich tijdig en grondig te oriënteren op het beste aanbod in de markt.
Het rente-effect doet zich ook voor bij expirerende lijfrentes, hoewel het daar doorgaans om geringere bedragen gaat. Anders dan deelnemers in pensioenregelingen hebben deze consumenten alternatieve mogelijkheden, zoals het uitstellen van de aankoop van een uitkering (tot vijf jaar nadat de AOW is ingegaan) en zijn er keuzemogelijkheden in duur van de uitkering. Verzekeraars informeren klanten met een lijfrenteverzekering ten minste drie maanden voor afloop van de polis, zodat zij voldoende tijd hebben om een keuze te maken met betrekking tot het vervolg. Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.
Nieuwsbrief 2e periodiek 2015, jaargang 4 Onze opmerking Het rente-effect is zwaar onderschat en heeft grote impact op alle pensioengerechtigde deelnemers. Het informatieproces dient naar onze mening niet enkele maanden voor afloop van de (pensioen)polis plaats te vinden, maar heeft een traject van jaren nodig. Met meer maatwerk en keuzevrijheid zal pensioencommunicatie nog meer tot zijn recht komen.
Pensioen in eigen beheer, (nog) geen nieuws. Ruim 140.000 DGA’s die zijn of haar pensioen opbouwen in de eigen vennootschap staan aan de vooravond van grote fiscale veranderingen. Naar verwachting zou vóór het meireces de staatssecretaris van Financiën, Eric Wiebes, met een voorstel komen om de juridische en fiscale knelpunten rondom het pensioen in eigen beheer op te lossen. Die knelpunten hebben vooral te maken met het verschil tussen de fiscale regels voor de waardering van het pensioen in eigen beheer en de commerciële waardering. Dat verschil — dat oploopt door de huidige lage marktrente — heeft gevolgen voor het uitkeren van dividend uit de bv, maar ook voor het financieren van het nabestaandenpensioen. Al langer bestaan er voornemens om het systeem op de schop te nemen. Gezien de impact op aanspraken en mogelijke ‘afstempel-kansen’ begrijpen wij dat de oplossingen geen sinecure zijn. Het is dus nog maar de vraag of op korte termijn de wijzigingsvoorstellen in de vorm van een OudedagsBestemmingsreserve (OBR) of een eenvoudige pensioenspaarrekening binnen de vennootschap worden aangeboden.
********************
Pensioendesk Nederland (April 2015)
Algemene disclaimer: "Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de vermelde informatie juist is op het moment waarop deze gepubliceerd wordt of na verloop van tijd nog steeds juist is. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve géén acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies." ©Pensioendesk Nederland Alle rechten voorbehouden.