Nieuws ASML: we zijn weer vertraagd, maar we gaan het redden
Interview ‘Wie niet vernieuwt, is niet aantrekkelijk voor de jongere garde’
9
Maandelijks magazine voor de hightechindustrie // 1 november - 13 december 2013 // www.bits-chips.nl
Samen ontwikkelen
ij
gu
s
lin
e
Bek
s c at a l o
on
Uitbesteding stimuleert innovatie bij Nefit
kd
eur eb
Bits&Chips 2013
EMBEDDED SYSTEMS
Learn, create and make it work!
OPEN HUIS!
Nieuwsgierig naar jouw carrièremogelijkheden binnen CIMSOLUTIONS? Wij houden OPEN HUIS in onze kantoren in Groningen, Amsterdam en Vianen en je bent van harte welkom! De kans om samen te onderzoeken wat voor jou de mogelijkheden zijn.
CIMSOLUTIONS Weekend 2013 in Limburg
GRONINGEN vrijdag 1 november, 8.00 - 19.00 uur zaterdag 2 november, 10.00 - 17.00 uur AMSTERDAM vrijdag 8 november, 8.00 - 19.00 uur zaterdag 9 november, 10.00 - 17.00 uur CIMSOLUTIONS sportdag
VIANEN vrijdag 15 november, 8.00 - 19.00 uur zaterdag 16 november, 10.00 - 17.00 uur
Tijdens het OPEN HUIS presenteren onze specialisten de best practices op het gebied van Kennismanagement, Prince2, DSDM, RUP, Agile/Scrum, Lean, CMMi, UML, TMAP, Microsoft, Java/J2EE, Oracle, Internet en Embedded. In de projectkamers kun je door ons ontwikkelde state-of-the-art applicaties en systemen bekijken. Je proeft de sfeer en ontmoet onze medewerkers, die graag vertellen over hun ervaringen binnen CIMSOLUTIONS. Lunch en drankjes staan de gehele dag voor je klaar. Wij nodigen ambitieuze professionals en starters uit met een voorliefde voor ICT, die klantgericht zijn en zowel zelfstandig als in teamverband goed functioneren. Tevens ben je communicatief en sociaal vaardig en blink je uit in kwaliteit en professionaliteit en beschik je over een HBO- of Universitair diploma.
CIMSOLUTIONS is een TOP ICT-Dienstverlener op het gebied van administratieve en industriële automatisering, opererend vanuit onze vestigingen in Amsterdam, Best, Deventer, Groningen, Rotterdam, Vianen en Dhaka (Bangladesh). We zijn ISO gecertificeerd en dit jaar door CRF voor de 6e keer als ‘Top Employer ICT’ beoordeeld. Onze klanten zijn internationale bedrijven en overheden waar technologie en innovatie hoog in het vaandel staan. Onze uitdaging is om onze klanten succesvol te laten zijn in hun projecten en doelstellingen. Daarvoor leveren wij als onafhankelijke ICT dienstverlener met een eigen Research & Development en ruim 280 professionals hoogwaardige expertise en oplossingen in de volle breedte van het ICT werkveld, al sinds 1992. Bezoek voor meer informatie onze website www.cimsolutions.nl. Interesse? Als je langs wilt komen bij ons OPEN HUIS, meld je dan per telefoon 0347-368100 of per email
[email protected] aan en stuur bij voorkeur je sollicitatiebrief met CV mee. Indien je niet in staat bent om langs te komen en toch geïnteresseerd bent in een functie bij CIMSOLUTIONS, stuur dan je sollicitatiebrief met CV naar
[email protected]. Voor meer informatie over ons OPEN HUIS, over onze vacatures en over CIMSOLUTIONS, zie onze website www.cimsolutions.nl en/of bel met Jos Peek of Djurre van Gulik, telefoon 0347-368100 tot 21.00 uur. Vianen | Best | Deventer | Rotterdam | Amsterdam | Groningen | Dhaka CIMSOLUTIONS B.V. | Havenweg 24, 4131 NM Vianen | Postbus 183, 4130 ED Vianen | The Netherlands Phone: (+31) 347-368100 | Fax: (+31) 347-373777 | E-mail:
[email protected] | Internet: www.cimsolutions.nl
Opinie Redactioneel
Overdrijven
M Paul van Gerven is redacteur van Bits&Chips.
arike Stellinga laat in een recente column (NRC Handelsblad, 21 september 2013) haar licht schijnen op de arbeidsmarkt voor technici. Haar advies aan politici: negeer om hulp bedelende techniekbedrijven, die slechts uit zijn op goedkoop en gedwee personeel. Zij moeten het hun personeel maar meer naar de zin maken. Mijn eerste reactie was er een van irritatie, maar na enkele rapporten te hebben bestudeerd en een arbeidsmarkteconoom te hebben geconsulteerd, moet ik constateren dat je de essentie van Stellinga’s column niet zonder meer kunt afdoen als simplistische nonsens. Maar er valt wel veel op af te dingen. Eerst een correctie. Stellinga schrijft, zich baserend op een rapport van onderzoeksbureau SEO, dat de arbeidsvoorwaarden en carrièreperspectieven niet aantrekkelijk genoeg zijn in de techniek. Inderdaad valt in het bewuste rapport te lezen dat deze twee factoren vaak worden genoemd door mensen die overstappen van een technische naar een niet-technische branche. Maar dat slaat op álle type werknemers – onderscheid tussen lassers of secretaresses wordt er niet gemaakt. Stellinga’s conclusie dat werkgevers het hun technici niet naar de zin maken, is dus nergens op gebaseerd. Integendeel, recente cijfers wijzen uit dat technici juist vrij honkvast zijn. Slechts kleine aantallen lekken weg naar de handel of de dienstverlening. Dat wil zeggen: van degenen die na school daadwerkelijk de techniek in zijn gegaan. Van de technisch opgeleide schoolverlaters daarentegen kiest maar liefst veertig procent direct voor een baan buiten de techniek. Hoe dat komt, schrijft SEO, moet nog worden onderzocht. Mijn suggestie aan de sector zou zijn om daar snel opdracht toe te geven, want deze kennis biedt waarschijnlijk waardevolle aanknopingspunten om het Techniekpact – dat fors op scholing inzet – veel effectiever te maken. Nu de kern van de zaak. In de ogen van Stellinga is er een maatschappelijk belang nodig om overheidsingrijpen op de arbeidsmarkt te rechtvaardigen, en dat is redelijk. Dit belang zou je kunnen definiëren als nettowelvaartswinst voor de samenleving.
Maar wat is welvaartswinst? Een hogere export, iets wat bij uitstek de industrie kan bewerkstelligen? Of is welvaartswinst meer handen aan het bed van onze zieken en bejaarden? Beide zou het beste zijn, maar met een krimpende arbeidsmarkt is dat geen optie. Alle (toekomstige) arbeidskrachten die worden verleid om in de techniek te gaan werken, kunnen niet tegelijkertijd in de zorg aan de slag. Als we hier zouden stoppen, is al dan niet ingrijpen in de arbeidsmarkt vooral een politieke keuze. Maar er is meer. Werknemers in de industrie brengen bij uitstek innovaties voort waar de hele samenleving van
Op R&D steunende activiteiten rimpelen meer uit dan de meeste andere profiteert – en niet alleen als economische activiteit die geld oplevert. De twijfelaar die nu door het Techniekpact wordt verleid de techniek in te gaan, vindt misschien wel een zorgrobot uit die verplegers een boel taken uit handen neemt. Meer algemeen rimpelen op R&D steunende activiteiten meer uit in de samenleving dan de meeste andere. Dat rechtvaardigt dat de overheid een beetje bijstuurt, net zoals ze de loonkosten van onderzoekers subsidieert. Een beetje bijsturen is precies hoe ik het Techniekpact zou willen typeren, want er wordt nu niet bepaald met miljoenen gesmeten en uiteindelijk blijft alle individuele keuzevrijheid behouden. Stellinga moet dus niet zo overdrijven.
9|3
Inhoud Deze keer in Bits&Chips
10
26
Nieuws
EUV: nog een jaartje geduld a.u.b.
Interview
Ondanks een nieuwe vertraging ligt ASML op koers om volgend jaar productiewaardige EUV-machines af te leveren.
13
Recore terug naar de tekentafel
20
Nieuws
7 8 10 12 13 16 31
In 140 woorden Overzicht EUV: nog een jaartje geduld a.u.b. Het topsectorenbeleid: meer overheid s.v.p. Recore terug naar de tekentafel TUE-centrum gaat groeiende databergen uitvlooien met bedrijven De eerste koolstofcomputer
Opinie
3 17 25 29 37
Overdrijven – Paul van Gerven Samen eens zijn dat je het oneens bent – Ludo Zwaan De headhunter – Anton van Rossum Wie kan me uitleggen hoe je agile test? – Derk-Jan de Grood De communicatietrainer – Jaco Friedrich
Op de fiets
19 CPU-FPGA-tandems en de menselijke factor
4|
9
Time-to-market beheerst productontwikkeling op alle fronten
Als nieuwe directeur van Logic Technology is Gilbert Gadet vooral van plan de huidige business voort te zetten.
Gefascineerd door zelforganisatie
34
Philips Hue doorgelicht
Interview
20 Hans Abbink (Almende) Gefascineerd door zelforganisatie 26 Gilbert Gadet (Logic) Time-to-market beheerst productontwikkeling op alle fronten
Achtergrond
32 Beeldverwerkingsketens bekijken met dezelfde bril 34 Philips Hue doorgelicht
En verder
66 67 72 75
Trainingen Events Wegwijzer Colofon
Thema Samen ontwikkelen
42
59
Nieuws
Achtergrond
In zo’n anderhalf jaar stampten Nefit en Inspiro een fonkelnieuwe slimme thermostaat uit de grond.
Bits&Chips stelt de drie kanshebbers voor de HTNL Award voor: Demcon, Sorama en Techneco.
Nefit Easy toonbeeld van innovatie voor Bosch
49
Een kwestie van vertrouwen
HTNL Award
52
57
Vergeet competitief, word coöperatief
Halfwaardetijd van vertrouwen
Nieuws
42 Nefit Easy toonbeeld van innovatie voor Bosch
Opinie
gu
s
lin
e
Bek
ij
kd
s c at a l o
on
49 Een kwestie van vertrouwen – Wim Hendriksen 57 Halfwaardetijd van vertrouwen – Robert Hendriksen 65 Kleine bedrijven en ‘grote wetenschap’ – Joost Backus
eur b e
Achtergrond
52 54 59 60 61 62
Vergeet competitief, word coöperatief Ontwikkelen over de domeingrenzen Robotendoscoop maakt chirurgie minder belastend Eindhovense geluidscamera zet microtrillingen op de kaart Slimme warmtepomp meet eigen prestaties Innovatieregelingen anno 2014
Bits&Chips 2013
EMBEDDED SYSTEMS
9|5
Optimized embedded system through System on Chip?
Let Adeas be your independent design partner for SoC solutions. Get the innovation and reap the rewards: • Boost performance • Reduce system power • Increase flexibility
• Improve security • Minimize board space • Optimize reliability
Adeas BV Luchthavenweg 53 5657 EA Eindhoven Telefoon: +31 (0)40 235 0060 E-mail:
[email protected]
Visit us at:
www.adeas.nl
All programm able “ARM process or + FPGA fabri c” in one.
Analyse In 140 woorden
Chips
Intel voor de doe-het-zelver De logge tanker die niet snel genoeg van koers kan wijzigen om in een veranderende markt relevant te blijven: dat is het beeld dat spreekt uit Intels anemische marktaandeel binnen smartphones en tablets, die steeds meer terrein winnen op de pc. Maar even afgezien van de ontwikkeling van nieuwe markten en groei in zijn traditionele domeinen, lijkt Chipzilla lessen te hebben getrokken uit het smartphone-debacle.
Met het uitbrengen van de Quark-Socs voor embedded toepassingen is de halfgeleidergigant klaar om mee te doen met wat er nog meer komt aan ‘de onderkant’, zoals het intelligent maken van apparaten en wearable computing. Beter nog: Intels eerste stap is om de architectuur beschikbaar te maken voor de ingenieurs van morgen via een betaalbaar Arduino-compatibel bordje, waar het er vijftigduizend van weggeeft aan onderwijsinstellingen. PE Consumentenelektronica
Liegen in de echte wereld Lies, damned lies and benchmarks is helaas een bekende toespeling in de hightechindustrie op Mark Twains uitspraak over statistiek. Er zijn alom voorbeelden te vinden van software geoptimaliseerd voor de specifieke testparameters van bekende benchmarks. En anders kan een fabrikant nog altijd de punten benadrukken waarop zijn product wel goed scoort (bijvoorbeeld berekeningen per seconde) en de minder welgevallige resultaten weglaten (zoals geheugensnelheid). De resultaten hoeven daarom niet representatief te zijn voor daadwerkelijke prestaties. De laatste jaren zijn de synthetische tests daarom vervangen door realworld benchmarks. Anno 2013 betekent dat
echter niet dat er niet meer vals wordt gespeeld. Anandtech betrapte Samsung, HTC, Asus en LG op software in hun smartphones die benchmarks detecteert en simpelweg eventjes de strikte frequentie- en voltagegrenzen verruimt wanneer die draaien. U weet nog steeds niet wat u koopt. PE Onderzoek
Graag alleen adviseren wat wij willen Wetenschap is leuk, maar ze moet niet denken dat ze de waarheid in pacht heeft. Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker van OCW zetten daarom een dikke streep door het advies van de KNAW om regels op te stellen over hoe de overheid met wetenschappelijk advies om zou moeten gaan. ‘De overheid moet de verleiding weerstaan stevig opgetuigde begeleidingscommissies bij opdrachtonderzoek en gevraagd advies te betrekken’, aldus de KNAW. ‘Overheid en politiek moeten zelf besluiten nemen, zonder de wetenschap als adviseur daarin te compromitteren.’ Nooit meer een rapportje inhoudelijk kunnen bijsturen of moeten uitleggen waarom de overheid anders besluit dan geadviseerd? Hm. ‘Wij zijn geen voorstander van regelgeving voor onderzoek in opdracht van de overheid’, schrijven Bussemaker en Dekker. Waarom ze van het advies van de KNAW afwijken, schrijven de bewindslieden niet. PvG Innovatie
Nu weten we het wel In het European Competitiveness Report houdt de Europese Commissie eens per jaar de concurrentiepositie van de industrie tegen het licht, zowel voor de hele Unie als per lidstaat. In de editie van 2013, die eind sep-
tember verscheen, komt Nederland naar voren als een van de toppers, waar het onder meer dankzij het gunstige ondernemingsklimaat, de hoge arbeidsproductiviteit en het hoogstaande onderwijssysteem goed toeven is voor de gemiddelde industriële onderneming. De Commissie geeft echter opnieuw twee bekende waarschuwingen af: Nederlandse bedrijven investeren te weinig in R&D en naar verhouding zijn er erg weinig mensen met een bètaberoep. Hoewel het geen kwaad kan om er wat aan te doen, is het nu echt nodig om ons deze zwaktes te blijven inpeperen? Ja ja, we zijn in de eerste plaats een diensteneconomie – dat is toch erg genoeg? PvG Energie
Krokodillentranen van energiebedrijven Staat Europa aan de vooravond van een energiecrisis? Ja, zeggen tien CEO’s van Europa’s grotere energiebedrijven. Op campagne langs Europese hoofdsteden waarschuwden zij voor meer black-outs in de toekomst, omdat gesubsidieerde lokaal opgewekte groene stroom hen in de wielen rijdt. Investeringen blijven daarom achter en er moeten meer centrales dicht, terwijl die nodig zijn om dalen in de energievoorziening op te vangen. Ach gut, wie had nu gedacht dat die gekke zonnepanelen of idiote windmolens ooit zouden aanslaan? De energiebedrijven in ieder geval niet. Zij hebben jaren geleden geïnvesteerd in forse capaciteitsuitbreidingen en huilen nu krokodillentranen. Het geeft te denken over de wijsheid de energiesector te privatiseren. Want net als banken kun je een energiebedrijf niet zomaar laten vallen. PvG
Gezocht: recensent voor ‘Tips voor testers’ Anderis vroeg ruim negenhonderd testprofessionals naar hun adviezen voor de sector. De resultaten heeft het gebundeld in het boek ‘Tips voor testers – 101 ad-viezen uit de praktijk’. Veel raadgevingen gaan niet over hard skills, maar over communicatieve en strategische vaardigheden die voor testprofessionals onmisbaar zijn. Wilt u dit boek recenseren voor Bits&Chips? Stuur dan een e-mail naar de redactie,
[email protected].
9|7
Nieuws Overzicht
Callewaert stopt als Option-CEO Na 27 jaar legt oprichter Jan Callewaert zijn rol als CEO van Option neer. Frank Deschuytere, voormalig CEO van Xei-
ningsdriver-Asic, integreert deze met het Mems-ontwerp en verzorgt de test- en productiediensten van de chip. PE /icsense
Lithografie
ASML en Imec richten apart lithocentrum op ASML en Imec starten op de Imec-campus in Leuven het Advanced Patterning Center. Dit onderzoekscentrum richt zich op de ontwikkeling van geavanceerde lithografieprocessen in relatie met andere IC-productiekon, volgt hem per direct op. stappen om de complexiteit van Callewaert blijft wel voorzitter de komende chipgeneraties het van het Leuvense technologie- hoofd te kunnen bieden. Er kobedrijf, waardoor hij zich meer men naar verwachting honderd kan richten op de overkoepe- ingenieurs te werken. PvG lende strategische koers en de /apc externe relaties. PE /option
Opto-elektronica
Halfgeleiders
sionele daglichtcamera’s gaat al- der van het programma Brabant goritmes van de nationale inno- In-Car III is anderhalf miljoen vatie-instelling inbouwen in zijn euro beschikbaar om de doorsystemen. Het betreft een uitge- stroming te verbeteren. Het breid pakket van rekenschema’s Fourtress-voorstel is een van de die corrigeren voor turbulentie- drie uitverkoren projecten. NR effecten. Bij de integratie hiervan /a67 zal TNO Adimec met raad en Delft wint WK zonneracen daad terzijde staan. NR /adimec In Australië heeft de Nuna7zonnewagen van de TU Delft de 2013 Bridgestone World Solar Kwantumrekenen Challenge gewonnen in de Challenger-klasse. The Red Engine Nederland wil praktische kwantumcomputer bouwen In Delft komt een instituut waarin de TU, onderzoeksinstituten TNO en SRon en de Nederlandse hightechsector samen gaan werken aan een praktische kwantumcomputer. Dit Qutechinstituut is onderdeel van het in- van de UT eindigde als derde. Het novatiecontract van de topsector Leuvense Punch Powertrain SoHTSM. TU Delft-hoogleraar Leo lar Team pakte de zesde plek én Kouwenhoven krijgt de leiding. PE de Technical Innovation Award /qutech voor zijn batterijpakket. NR /nuna7
VUB opent lichtlab De Vrije Universiteit Brussel Nijmegen krijgt heeft een lichtlaboratorium Verkeer en vervoer grafeenfabriek geopend. Het lab is verbonden De Leidse start-up Applied Na- aan de onderzoeksgroep B- Automotive-spin-off TNO koopt partner nolayers wil een productiefacitestcrashfaciliteit uit liteit voor grafeen in Nijmegen. Tass International, waarin TNO Dat heeft CEO Paul Hedges gebegin dit jaar zijn automotivezegd tijdens de opening van de activiteiten onderbracht, neemt open-innovatiecampus bij de alle aandelen in de TTAI-testfaciNijmeegse NXP-locatie. Hedges liteit over van de Duitse partner zegt het materiaal op 200 mm Tüv Rheinland. TTAI ontstond wafers te willen gaan leveren. in 2008 toen de twee instellinGebruikers kunnen het koolstoflaagje overbrengen op hun Phot van Hugo Thienpont. Sa- gen besloten hun crashtestfacilimen met industriële partners teiten te consolideren. Tass kan eigen applicatie. PE /grafeen gaat het onderzoek doen naar hiermee het volledige spectrum nieuwe lichttoepassingen zoals van softwaresimulaties tot aan ICSense helpt Australiërs lasers en leds. NR fysieke tests aanbieden. PE /lichtlab /tass met platte speakers ICSense gaat Audio Pixels onFourtress gaat dersteunen bij de massaproducdoorstroming op A67 tie van diens Mems-gebaseerde Beeldverwerking verbeteren speakermodules. De AustraliEen mkb-consortium met Foursche fabless werkt samen met de Adimec en TNO samen in tress als penvoerder mag aan de Leuvenaren aan een compleet beeldverbetering modulair luidsprekerelement Adimec en TNO bundelen de slag om een innovatieve mobivan slechts een millimeter dik. krachten in beeldverbetering. De liteitsoplossing te ontwikkelen ICSense ontwerpt de hoogspan- Eindhovense specialist in profes- voor de snelweg A67. In het ka-
Foto: Jorrit Lousberg
Draadloos
Eindhovense gezinsauto wint zonnerace De Stella van de TUE heeft de World Solar Challenge gewonnen in de Cruiser-klasse voor gezinsauto’s op zonne-energie. De wagen eindigde als tweede in de race en kwam als beste uit de bus bij de jurybeoordeling op praktische aspecten. In het gecombineerde klassement werd de auto eerste. NR /stella
Medisch Intel en Vlaams verbond in supercomputers voor biotech Intel, medicijngigant Janssen Pharmaceutica, Imec en vijf Vlaamse universiteiten starten een supercomputercentrum gespecialiseerd in de levenswetenschappen en biotechnologie. Toepassing van brute rekenkracht
De volledige artikelen zijn te vinden op www.bits-chips.nl/nr9 gevolgd door het label bij het betreffende stuk.
8|
9
Meest geklikt 1
Lithografie
ASML schakelt op ASML ligt op koers om de omzet van vorig jaar te overtreffen. Het verwacht in K4 1,8 miljard euro te kunnen noteren, waar het ruim 1,3 miljard euro nodig heeft om 2012 voorbij te gaan. De upturn houdt in ieder geval tot halverwege 2014 aan. PvG /asml
2 Verkeer en vervoer
Zonnegezinsauto TUE rijdt 875 km op één accu Onder een deels bewolkte lucht in Australië heeft de Stella-gezinsauto van de TUE 875 kilometer gereden zonder stroom ‘bij te tanken’. De wagen haalt zijn energie grotendeels uit de zonnecellen op het dak, maar heeft ook accu’s. De verwachtingen gingen uit van maximaal achthonderd kilometer onder een wolkeloze hemel. NR /875km
Foto: TUE/Bart van Overbeeke
België gespaard in massareorganisatie Alcatel-Lucent Alcatel-Lucent heeft meer details bekendgemaakt van zijn Shift-herstructureringsplan. Lucht- en ruimtevaart Eind 2015 moeten er zo’n tienduizend banen minder zijn. Thales Alenia Space Voor België vallen de gevolgen opent site in Leuven mee: in Antwerpen verdwijnen Naast de bestaande vestiging in dertig à veertig van de veertienCharleroi opent Thales Alenia honderd banen, in Namen moSpace komend jaar een site in gen alle 53 medewerkers blijven. Leuven. Hier gaat het zich toe- In Nederland sneuvelen tachtig leggen op nieuwe subsystemen van de 550 arbeidsplaatsen. PE voor draagraketten en nieuwe /alcatel-lucent converters voor satellieten, om te beginnen met een twintigtal ingenieurs. Het heeft voor Leu- Innovatie ven gekozen vanwege de nabijHonderden banen heid van Imec. NR /alenia weg bij TNO TNO schrapt vóór eind 2014 honderden banen wegens sterk Elektronica teruglopende inkomsten. De organisatie heeft nog niet bePhilips boekt kendgemaakt bij welke afdestevige winstgroei lingen de klappen vallen. Het Philips heeft ondanks een om- instituut kijkt ook naar andere zetdaling van 3,5 procent de besparingen en zal onder meer winst flink verbeterd. Het net- bezuinigen op een aantal voortoresultaat bedroeg 281 miljoen genomen investeringen. PE euro, tegen 105 miljoen euro /tno dezelfde periode vorig jaar. Topman Frans van Houten schrijft de prestatieverbetering deels Onderzoek toe aan het besparingsprogramma Accelerate, maar deels ook Twentse EWI-faculteit aan minder ‘tastbare’ zaken, zo- schrapt 35 banen De faculteit Elektrotechniek, als een cultuuromslag. PvG /philips Wiskunde en Informatica van de Universiteit Twente gaat 35 banen schrappen, van in totaal Netwerken 33 fte. Dat is nodig om drie miljoen euro te bezuinigen. Er KPN gaat innoveren wordt één vakgroep in zijn gein Eindhoven heel opgeheven vanaf volgend De gemeente Eindhoven en collegejaar: de Integrated OptiKPN bundelen de krachten voor cal Microsystems-groep. PE innovatie. Het telecombedrijf /ut beschouwt de Brabantse lichtstad als een proeftuin waar het kan zien hoe nieuwe vindingen uitwerken. Voor de ontwikkeling daarvan gaat het meer samenwerken met lokale partijen zoals de TUE en de High Tech Campus Eindhoven. NR /kpn moet leiden tot versnelling van de research. Het Exascience Life Lab komt op de Imec-campus. PvG /exascience
3 Lithografie
ASML haalt CFO van Western Digital Wolfgang Nickl wordt per 1 december de nieuwe financiële topman van ASML. Hij volgt Peter Wennink op, die afgelopen zomer is doorgeschoven naar de CEO-positie. Nickl is momenteel CFO bij Western Digital. Hij werkt al vanaf 1995 bij de hardeschijfproducent en vervulde sindsdien verschillende financiële en operationele managementfuncties. NR /nickl
4 Halfgeleiders
NXP breidt uit in Singapore NXP vestigt zijn mondiale hoofdkwartieren voor standaardproducten en voor operations in Singapore. Ook breidt het zijn R&D-lab daar uit naar tachtig man en tilt het het R&Dbudget voor de komende vijf jaar naar zestig miljoen dollar. Ten slotte krijgt productiedochter SSMC een upgrade ter waarde van 125 miljoen dollar. PvG /nxp
5
Kwantumrekenen
Twee katten in Schrödingers doos verraden wel informatie Onderzoekers van de TU Delft hebben een manier gevonden om kwantumtoestanden te bespieden en te manipuleren. Bij een Schrödinger-doos met dubbele inhoud kunnen ze bepalen of de twee katten dezelfde toestand hebben, zonder hun toestand te wijzigen. Dit opent de deur naar foutcorrectie en toestandsbehoud in kwantumcomputers. PvG /katten
9|9
Nieuws Lithografie
EUV: nog een jaartje geduld a.u.b. Ondanks een nieuwe vertraging ligt ASML op koers om volgend jaar productiewaardige EUV-machines af te leveren, zegt CEO Peter Wennink. Voor de 10-nanometerchip is dat eigenlijk te laat. Paul van Gerven
‘E
UV is here and it will happen.’ Met deze woorden sluit CEO Peter Wennink een video-interview af waarin hij de derdekwartaalcijfers van en de recente ontwikkelingen bij ASML toelicht. Hoewel het bedrijf altijd zijn best heeft gedaan uit te stralen dat zorgenkindje EUV geen doodlopende weg zal blijken, zoals 157-nanometerlithografie tien jaar geleden, drukte het zijn zelfvertrouwen niet eerder zo uitgesproken uit. Niet iedereen deelt dat optimisme. ‘In dit deel van de wereld, waar het is uitgevonden, werd EUV altijd al door een roze bril bekeken. Het is dus geen verrassing dat EUV een nogal zonnige plek toebedeeld kreeg in wat verder een gedetailleerde en gebalanceerde roadmap was’, schrijft Rick Merritt van EE Times, verwijzend naar de presentatie die hij begin oktober bij ASML’s partner Imec in Leuven bijwoonde. Dit was kort voor de Veldhovenaren hun driemaandelijkse update gaven. Toen die resultaten eenmaal waren gepubliceerd, werd de scepsis van Merritt en anderen ongetwijfeld verder aangewakkerd door een nieuwe vertraging. ASML had beloofd rond deze tijd een EUV-bron gereed te hebben met een vermogen van tachtig watt, maar die mijlpaal bleek enkele maanden te worden uitgesteld naar volgend jaar. En dat terwijl chipmakers eigenlijk eind dit jaar een beslissing zouden nemen over of, hoe en wanneer zij EUV-lithografie in gebruik zouden nemen.
bron voor 125 wafers per uur (gepland in 2015), worden niet óók vooruitgeschoven. In de tweede plaats hebben ASML’s klanten die EUV het hardst nodig hebben – de fabrikanten van geavanceerde logic, met name de foundry’s – een tweeledige strategie ontwikkeld, die hen in staat stelt de beslissing over EUV toch weer zes tot negen maanden voor zich uit te schuiven. Zij hebben namelijk een manier gevonden om 10-nanometerchips te ontwerpen die zowel met immersie- als met EUV-lithografie kunnen worden gemaakt. Ongeacht of EUV op tijd komt, kunnen zij dus de ontwerpregels begin 2014 gereed hebben en alle voorbereidingen starten om in 2015 te gaan produceren. Deze groep klanten rekent erop de eerste series 10-nanometerchips met behulp van hun huidige werkpaard immersielithografie te moeten maken en indien mogelijk later alsnog op EUV over te stappen. Dat was althans de inschatting van hoofd procestechnologie An Steegen van Imec, in eerdergenoemde presentatie. Het was tot voor kort
niet eens duidelijk of 10 nanometer met immersie een haalbare kaart was, maar dat blijkt wel het geval. Voor de meest complexe IC-lagen zal triple patterning moeten worden toegepast, dus drie belichtingen per laag. Om de pijn van dit soort kunstgrepen te verlichten, heeft ASML overigens zijn immersiescanners verbeterd. In het derde kwartaal verscheepte het de eerste NXT:1970CI, die op twee manieren is aangepast aan het multipatterningtijdperk. Met een doorvoersnelheid van 250 wafers per uur compenseert hij enigszins voor het onvermijdelijke verlies van productiviteit, en met een overlay van twee nanometer is hij in staat tot op twee nanometer nauwkeurig patronen over elkaar heen te leggen. Dat laatste is essentieel wanneer een laag in twee of meer stappen moet worden opgebouwd. ASML biedt daarnaast een uitgebreide suite van tools en software aan om de greep op het chipproductieproces te verstevigen. Nu de complexiteit daarvan blijft toenemen, verkopen dit soort aanvullende pro-
Populairder Er blijkt echter nog altijd geen reden tot paniek. Tijdens een teleconferentie met analisten benadrukte Wennink dat de oorzaak van de vertraging bij leveranciers van enkele kritieke componenten ligt en niet duidt op een fundamenteel probleem. Mijlpalen verderop op de roadmap, zoals de 125 watt bron goed voor zeventig wafers per uur (gepland in 2014) en uiteindelijk de 250 watt
10 |
9
Peter Wennink: ja, we zijn weer vertraagd, maar toch gaan we de deadline halen die telt.
ducten steeds beter. Zo heeft ASML inmiddels meer dan honderd Yieldstar-metrologietools aan de man gebracht, die feedback over cruciale procesparameters voeren aan de scanner. De omzet uit dit soort producten groeit gestaag richting tien procent van het totaal.
40 years – Committed to Excellence
Tijdrovend Hoewel er dus een duur, maar tamelijk risicoarm pad naar de 10-nanometerchip is, is de beschikbaarheid van EUV op dat knooppunt desalniettemin buitengewoon gewenst. Een EUVscanner kan namelijk de driedubbele belichting in één keer doen, waardoor EUV wat kosten betreft zelfs bij een relatief lage doorvoersnelheid al als winnaar uit de bus komt. Het is dus aantrekkelijk om EUV zo snel mogelijk ‘in te kunnen schuiven’, maar er is nog een mogelijkheid, vertelde Steegen. Chipmakers zouden een ‘EUV-tussennode’ van 9 nanometer kunnen creëren (het volgende officiële knooppunt is 7 nanometer). Met EUV kan het waferoppervlak efficiënter worden benut dan met immersie mogelijk is, maar dat vereist wel een redesign van de chips. Een en ander zal afhangen van de uiteindelijke timing van EUV en de animo voor de 10- of 9-nanometergeneratie. Wat lithografische prestaties betreft, hebben ASML en Imec voor EUV al laten zien aan de eisen van het 10-nanometerknooppunt te kunnen voldoen. Met Wenninks verzekering dat ASML op koers ligt om volgend jaar de beloofde zeventig wafers per uur te leveren en het jaar erop een upgrade naar 125 wafers per uur beschikbaar te stellen, lijken ook de productiviteitseisen afgedekt. Resteert de detectie en reparatie van foutjes in het EUV-masker, een andere potentiële showstopper. Bekend was al dat ASML en Imec werken aan een pellicle, een beschermend vliesje voor het masker dat stofjes afvangt. Aanvankelijk werd deze in de optische lithografie gebruikelijke technologie niet als geschikte oplossing voor EUV beschouwd, omdat bijna alle materialen EUV-straling absorberen. Toen alternatieven zich niet snel genoeg leken te ontwikkelen, heeft ASML alsnog een programma in werking gezet om een pellicle met negentig procent transmissie te ontwikkelen. Hoe het daarmee staat, is niet bekend. Mogelijk nog lastiger zijn defecten in de EUV-optiek, die bestaat uit uiterst secuur gestapelde nanolagen. Defecten kunnen dus zelfs onder het oppervlak zitten, verborgen voor alle bekende meetinstrumenten. Om te voorkomen dat met elk masker een tijdrovende print moet worden gedaan en deze print vervolgens uitgebreid moet worden gecontroleerd op defecten, willen chipmakers over een inspectietool kunnen beschikken. De ontwikkeling daarvan ligt niet bij ASML, maar dat meldt de afgelopen zes maanden een bemoedigende toename van activiteiten in het ecosysteem te zien.
Consult | Components Tel. +31 183 6460-50
Rutrnik40 Jahre.indd 4
|
Logistics | Support www.rutronik.com
7 | 11 11.10.2013
13:24:34
Analyse Innovatie
Het topsectorenbeleid: meer overheid s.v.p. Het topsectorbeleid moet worden voortgezet, maar de overheid moet sturender optreden, vindt de AWT. Paul van Gerven
M
inister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie voerde in 2011 een nieuw innovatiebeleid in met de bedoeling het onderzoek in Nederland beter te laten aansluiten op de behoeftes van het bedrijfsleven. In dit topsectorbeleid werden daartoe alle subsidieregelingen vervangen door publiek-private samenwerkingsverbanden die worden ‘gesponsord’ door de overheid. Fiscale innovatie-instrumenten als de WBSO bleven intact. Vorig jaar vroeg het kabinet de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) om in 2014 de balans op te maken van dit topsectorenbeleid. Vooruitlopend op dat advies heeft de AWT onlangs enkele eerste observaties gepubliceerd. Het nieuwe innovatiebeleid geniet ‘voldoende steun’ bij betrokken partijen, schrijft de AWT zuinigjes. Animo om het roer opnieuw om te gooien, is er nauwelijks. Dat zou ook het slechtste zijn dat je nu zou kunnen doen, vindt de raad: een nieuwe manier van werken vergt enige gewenning. Daarmee geeft het adviesorgaan dat het topsectorbeleid nog niet optimaal functioneert. Dat blijkt vooral aan de overheid te liggen. In de eerste plaats verwijt de AWT de overheid dat zij zich te terughoudend heeft opgesteld, waardoor ‘de onderzoekspolder’ te veel op zichzelf was aangewezen en verzandde in eindeloze discussies. ‘Zelfs de personen die in het hart van de discussies zitten, geven aan dat ze
WWW.TMC.NL
12 |
8
de praktische uitwerking van het beleid met moeite kunnen volgen’, aldus de AWT. Deze observatie sluit aan bij een rondgang van het Financieele Dagblad langs hightechondernemers, waar nog wel hardere oordelen werden geveld. De AWT vindt daarom dat de overheid zich meer faciliterend moet opstellen. Tweede aandachtspunt is de aandacht voor maatschappelijke vraagstukken zoals energiebesparing of mobiliteit van ouderen. Dit soort problemen vraagt (top)sectoroverschrijdende projecten met een lange adem, maar die zijn tot nu toe nauwelijks tot stand gekomen. Juist de overheid zou dat kunnen aanjagen. Omdat het Europese Horizon 2020-programma bovendien de nadruk legt op maatschappelijke uitdagingen, maakt het topsectorenbeleid het onnodig lastig om op deze geldbron een beroep te doen. De AWT geeft ten slotte enkele wenken voor het beleid ten aanzien van het mkb. ‘In het veld’ bestaat het beeld dat dat onvoldoende participeert en dat de topsectorenaanpak vooral gericht zou zijn op de grotere spelers (‘de top’). Ook al gaat het topsectorenbudget grotendeels op aan generieke innovatiesteun waar juist het mkb van profiteert, moeten dit soort signalen toch serieus worden genomen, vindt de AWT. De overheid moet duidelijk maken wat zij eigenlijk verstaat onder participatie van het mkb, zodat er concrete aanknopingspunten op tafel komen voor een discussie.
IT’S PEOPLE WHO DRIVE TECHNOLOGY
Nieuws Multicore
Recore terug naar de tekentafel In maart stapten de algemeen en financieel directeur van chipontwerper Recore op. De eigen chip, een digitale-radio-ontvanger, die zo goed als uitontwikkeld was, werd in de ijskast gezet. Ondertussen is het stof een beetje neergedwarreld en heeft het bedrijf zijn focus hervonden. Pieter Edelman
S
inds zijn oprichting in 2005 probeert de Enschedese IC-ontwikkelaar Recore de markt te bereiken met zijn technologie voor herconfigureerbare DSP’s. Om dat doel te bereiken, wedde het op twee paarden. Het eerste paard was de traditionele IP-route – het opende zelfs een webshop voor zijn designs. Om de applicaties te ontwikkelen en de haalbaarheid aan te tonen, zette het bedrijf zijn technologie in bij een aantal onderzoeksprojecten, met als paradepaardje het Crisp-project waarin 45 DSP’s in een netwerk-op-chip verbonden werden. Daarop voortbordurend werd voor Esa een redundante multicore DSP ontwikkeld voor ruimtevaarttoepassingen. Tweede paard was het ontwerp van eigen chips als fabless bedrijf. In 2009 kondigde Recore een eerste initiatief aan: de Moon, een digitale-radio-ontvanger. Die moest de opmaat vormen voor een lijn aan eigen chips. Vorig jaar begonnen de raad van commissarissen en de investeerders echter vraagtekens te plaatsen bij de strategie rondom de Moon. Rond de jaarwisseling werd duidelijk dat zij er geen heil meer in zagen; zij wilden die ontwikkeling stopzetten en volledig op de IP-weg focussen. CEO Paul Heysters en CFO Lodewijk Smit, die het bedrijf samen met CTO Gerard Rauwerda hadden opgericht, konden niet achter die strategie gaan staan en in maart besloten zij in onderling overleg om op te stappen.
Nu, ruim een half jaar verder, heeft het bedrijf zijn hernieuwde strategie grotendeels op papier. ‘We zijn teruggegaan naar de tekentafel en hebben gekeken wat nou eigenlijk de basis van Recore is’, vertelt Rauwerda, die nog steeds technologiebaas is. ‘We hadden al geconcludeerd dat Crispachtige systemen veelbelovend zijn: multicore DSP-systemen op basis van netwerkenop-chip, waarbij je dynamisch taken kunt verdelen over de cores.’ Processoren zijn met deze architectuur energiezuinig en fouttolerant te maken: een unique sellingpoint in markten als de ruimtevaart, automotive en zware industrieën, waar de vraag naar rekenkracht alsmaar blijft groeien. ‘Toen wij vier jaar geleden instapten, richtte Recore zich op low-power programmeerbare DSP’s. Ideaal voor mobiele toepassingen en met name voor digitale radio die zich moet aanpassen aan de regionale standaarden’, vertelt Nard Sintenie van Twente Technology Fund, die namens de aandeelhouders en de rvc optreedt als interim-CEO. ‘Maar de afgelopen maanden hebben we ons de vraag gesteld of dat nog steeds een competitief voordeel is, en dan moeten we concluderen dat er nu meer partijen zijn die dat aanbieden.’
Goed programmeermodel Ook bleek de consumentenmarkt weerbarstiger dan gedacht, concluderen Recore
Voor Esa ontwikkelde Recore een prototype DSP die door dynamische taakverdeling bestand is tegen kosmische straling.
en zijn investeerders – die overigens juist vanwege de Moon-plannen instapten. Het is een complex proces om als IC-ontwikkelaar de keten tot aan de smartphone te bespelen. ‘Ik denk dat Recore zich net als bijna alle andere fabless start-ups niet heeft gerealiseerd hoe moeilijk het is om dat te managen’, denkt Sintenie. Bovendien is het bijna niet te doen als mkb’er om de Aziatische grootmachten bij te benen die aan vergelijkbare technologie werken. ‘Waar we wel uniek in zijn, is het dynamisch realtime alloceren van taken’, zegt Rauwerda. In de researchprojecten bleek dat de sleutel te zijn tot energie-efficiëntie en fouttolerantie: cores kunnen worden bijgeschakeld naargelang de behoefte en bij hardwareproblemen kan een taak naar een andere DSP worden verhuisd. ‘Onze hardwarepropositie was daarvoor goed, maar we zagen dat we wel sterker moesten worden in softwareontwikkeling. De afgelopen tijd hebben we daarom extra software-engineers aangenomen. En we hebben ook geprobeerd om de bestaande banden met het onderzoek aan te trekken en zo technologie in huis te halen om een compleet product te kunnen aanbieden.’ Een van de vragen is ook hoe je de multicore hardware toegankelijk kunt maken voor de programmeur, het liefst zonder de applicatie volledig te herschrijven. ‘Daar zijn verschillende benaderingen voor. We kijken nu naar een aantal onderzoeksideeën. We willen ook mee-ontwikkelen aan standaarden, want voor embedded oplossingen bestaat er nog geen goed programmeermodel voor parallelle systemen.’ De markt zal dus nog even op zich laten wachten. ‘Dit is niet morgen klaar. Maar met een eerste IC hoef je niet per se winst te maken, als je maar wel bewijst dat je technologie werkt en doet wat je claimt. We zijn met een aantal commerciële partijen in gesprek om de eerste stappen kunnen zetten, waarbij we echt een reëel probleem oplossen. We streven ernaar om nog dit jaar zo’n project op te starten.’
9 | 13
Advertorial
‘Hiermee kunnen we ons ook in de toekomst blijven onderscheiden’
R&D-activiteiten in een stroomversnelling bij CIMSOLUTIONS In opdracht van klanten onderzocht en ontwikkelde CIMSOLUTIONS altijd al nieuwe en hoogwaardige ICToplossingen en -diensten voor de administratieve en industriële automatisering. Oprichter en directeur Moynul Hossain gaat nu een stap verder: ‘Wij willen onze R&D-activiteiten verder gaan uitbreiden, zowel
E
in nauwe samenwerking met klanten als op eigen initiatief.’
erst maar eens goed nieuws. Ondanks aanhoudend economisch zwaar weer verwacht CIMSOLUTIONS zoals voorgaande jaren ook 2013 met positieve cijfers af te sluiten. In de eerste helft van het jaar waren de resultaten goed. ‘We hebben het aantal beschikbare medewerkers prima onder controle kunnen houden’, vertelt directeur Moynul Hossain. ‘Dat is een belangrijke indicator voor een gezond bedrijfsresultaat. Dankzij nieuwe raamcontracten kregen we dit jaar veel aanvragen van klanten en onze inschatting is dat de hoeveelheid werk nog meer gaat toenemen.’ Het afgelopen halfjaar is CIMSOLUTIONS daardoor doorgegroeid naar ruim 280 medewerkers, zowel in Nederland als in Bangladesh. Die succesvolle groei berust op een zorgvuldige analyse van een steeds sneller veranderende markt. ‘Bij ons dus geen onverwachte salarisverlagingen of ontslagrondes. We werven just in
time, op basis van forecasting. Zo waarborgen we een betere beschikbaarheid van passende kandidaten voor de klant. En we bieden zekerheid en continuïteit aan onze medewerkers.’ Die strategie heeft inmiddels haar vruchten afgeworpen. Hossain let daarnaast nog steeds scherp op de inhoudelijke kwaliteit van zijn medewerkers. ‘We blijven continu aandacht schenken aan de ontwikkeling van onze medewerkers via opleidingen, trainingen en certificeringen op basis van ons eigen kennismanagementsysteem. Ook in moeilijke tijden. Daarmee waarborgen we het hoge niveau van onze dienstverlening en de ondersteuning die wij bieden en spelen we optimaal in op de wensen van onze klanten.’
Uitdaging
CIMSOLUTIONS is een sterke speler in de marktsectoren Mobile & Embedded, Verkeer & Vervoer en Overheid. ‘Die marktpositie is een
Gerard Wolters van Dialog bezoekt CIMSOLUTIONS op de SoftExpo 2012 in Dhaka.
prestatie waar we trots op zijn, maar het maakt ons ook kwetsbaar voor veranderingen’, erkent Hossain. ‘Onze uitdaging bestaat er dus uit om voortdurend en tijdig in te spelen op actuele ontwikkelingen en veranderingen in de markt.’ Hossain doelt daarbij op bredere eisen aan certificeringen, het gestaag toenemende gebruik van marktplaatsen en brokers, het stijgende aanbod van goedkope zzp’ers, de aanhoudende, zelfs internationale concurrentie en de grote druk op tarieven doordat opdrachtgevers op de kleintjes moeten letten. ‘Bedrijven verlagen zelfs al salarissen van eigen personeel, dus ze kijken heel kritisch naar de kosten. Voor de continuïteit van ons bedrijf is het daarom van vitaal belang dat we voortdurend nieuwe, kansrijke klanten en markten blijven aanboren en ontwikkelen, ook buiten de detachering. We willen niet alleen nu maar ook over vijf of tien jaar nog een bloeiende onderneming zijn, met uitdagende opdrachten en projecten voor onze medewerkers en ons ook dan kunnen onderscheiden op de markt.’ Daarom heeft CIMSOLUTIONS besloten de geboden dienstverlening te verbreden. ‘We bieden onze klanten al meer dan twintig jaar domeinspecifieke ICT-producten en -oplossingen aan, in combinatie met hoogwaardige ICT-diensten. Daarbij hoorde altijd al Research & Development voor projecten en applicatiebeheer in opdracht van klanten. Nieuw is dat we nu ook samen met de klant gaan investeren in dergelijke R&D-trajecten en dat we daarnaast in eigen beheer nieuwe producten en diensten gaan onderzoeken en ontwikkelen. Met dat laatste zijn we al bezig. Tegelijkertijd voeren we met diverse klanten gesprekken over mogelijke samenwerking op R&D-gebied.’ In combinatie met de bestaande domein- en branchespecifieke kennis en kunde binnen CIMSOLUTIONS verwacht Hossain hierdoor optimale oplossingen te kunnen bieden aan de klant. ‘Belangrijk is ook dat we hierdoor optimaal inspelen op de behoefte van onze klanten. Tegelijkertijd bouwen we met hen succesvolle en lang-
CIMSOLUTIONS Weekend, september 2013 in Limburg durige samenwerkingsrelaties op. Daar streven we ook nadrukkelijk naar. Wij geloven in de lange termijn. In plaats van te stunten met tarieven blijven we ons bedrijf ontwikkelen en aanpassen aan de veranderende technologie en de markt.’
Productontwikkeling
CIMSOLUTIONS gaat het bestaande R&D-team op korte termijn uitbreiden in combinatie met het ontwikkel- en beheerteam in Bangladesh. De medewerkers in Nederland richten zich primair op de Nederlandse klant. Zij doen het klantcontact, het productmanagement, de informatieanalyse en het requirementsmanagement, de architectuur, het functionele beheer, de begeleiding, de acceptatie en het project- en kwaliteitsmanagement. Het R&D-team in Dhaka (Bangladesh) neemt op de eigen locatie de uitvoering ter hand, onder aansturing van de Nederlandse organisatie: het design, de ontwikkeling, het testen en het applicatiebeheer. ‘Dat levert aanzienlijke kostenvoordelen op.’ Om welke producten het precies gaat, wil Hossain nog niet zeggen. ‘We voeren daarover
momenteel gesprekken met klanten om hun behoeftes in kaart te brengen. We hebben natuurlijk zelf ook ideeën over wat interessant zou zijn voor onze opdrachtgevers en in welke marktsectoren we hiermee succes kunnen behalen. Sommige klanten hebben bijvoorbeeld al een automatiseringssysteem, maar zijn niet tevreden, onder meer vanwege de hoge kosten en de functionaliteit. Bestaande, standaard systemen zijn vaak erg duur en voldoen niet altijd aan de wensen van de klant. Of er zit een gat in de mate van ondersteuning. Toepassingen die geen kernproduct zijn voor de klant en daarom moeten worden ingekocht, zijn vaak te rigide en te prijzig wat betreft onderhoudskosten. Wat betreft functioneel beheer kan het ook gaan om een nieuwe wens of eis van de klant waarop we willen inspelen. Daar doen we het tenslotte voor, voor de klant.’ Al met al schat Hossain in dat de grootste kans op succes ligt bij producten voor die marktsectoren waar CIMSOLUTIONS al groot in is: Mobile & Embedded, Verkeer & Vervoer en Overheid. ‘Op die terreinen hebben we diepgaande domeinkennis. We weten exact hoe de processen bij deze
CIMSOLUTIONS kort • Opgericht in 1992 door directeur Moynul Hossain • Hoogwaardige technologische omgeving • ISO9001- en NEN4400-gecertificeerd • Werkt voor grote organisaties en regionale en internationale klanten • Vanaf 2014 ook eigen ICT-producten en -oplossingen in combinatie met hoogwaardige ICT-diensten • Zes Nederlandse vestigingen, één vestiging in Dhaka (Bangladesh), in 2014 een vestiging in het Duitse Ruhrgebied • 280 medewerkers
opdrachtgevers verlopen en hebben al volop contacten in deze sectoren. Daardoor kunnen we snel met een oplossing komen en sneller medewerking krijgen van de klant. Dat laatste is essentieel voor het welslagen van een R&D-traject.’
Synergie
Binnenkort worden er dus nieuwe medewerkers geworven, om de groep voor onderzoek en ontwikkeling uit te kunnen breiden. ‘Afhankelijk van de vraag natuurlijk. Dat is voor ons dagelijks werk. Niet alle benodigde technici kun je in de markt vinden of in voldoende mate. Sommige expertises zijn schaars. Daar gaan we dus mensen voor opleiden en certificeren. Zodat we een mix krijgen van onderzoekers en ontwikkelaars uit verschillende vakgebieden. We hebben ook intern mensen die naar zo’n functie zouden kunnen doorgroeien.’ Hossain vertrouwt erop dat de nieuwe R&Dprojecten synergie opleveren met het bestaande kennismanagementsysteem. ‘Dat systeem zorgt ervoor dat we ons richten op strategische kennisgebieden, waarbinnen ICT’ers leren van mentoren en van elkaar. Kennis wordt snel opgenomen en stroomt tussen medewerkers en naar de R&D-projecten en klanten toe.’ Aan de andere kant zorgen de R&D-projecten ervoor dat de technologische en domeinkennis daadwerkelijk wordt omgezet in praktisch bruikbare producten en oplossingen. ‘Zo leggen we aan de ene kant onze bestaande kennis heel concreet vast en aan de andere kant doen we weer nieuwe domeinkennis op. Het is dus tweerichtingsverkeer. In het belang van de klant en gericht op zijn specifieke werk- en marktomgeving. En in het belang van de medewerker, die daardoor bezig kan zijn met de gewenste technologieën en concrete producten en oplossingen. Zo brengen we onze slogan ‘Learn, create and make it work!’ steeds verder in de praktijk.’ Meer informatie: www.cimsolutions.nl
Nieuws Dataverwerking
TUE-centrum gaat groeiende databergen uitvlooien met bedrijven Met de opening van het Data Science Center Eindhoven speelt de TUE in op de toenemende rol van data in de maatschappij. Het centrum brengt het bedrijfsleven en de onderzoekswereld bijeen om samen waarde te halen uit de gegevens die in sterk groeiende hoeveelheden beschikbaar komen.
I
n het nieuwe Data Science Center Eindhoven (DSCE) gaan faculteiten van de lokale TU en industriële partners samenwerken om orde te scheppen in de groeiende bergen data die computersystemen produceren. ‘Bedrijven worstelen vaak met het probleem dat ze veel gegevens genereren maar geen idee hebben hoe ze daar waarde uit kunnen halen. Daar willen we ze bij helpen’, verklaart Wil van der Aalst, mede-initiatiefnemer en wetenschappelijk directeur van het DSCE. ‘De rol van data neemt sterk toe, niet alleen in de maakindustrie maar bijvoorbeeld ook in e-business en ziekenhuizen’, schetst Van der Aalst, die tevens hoogleraar architectuur van informatiesystemen is aan de TUE. ‘Negentig procent van alle huidige gegevens is de afgelopen twee jaar geproduceerd en over tien jaar zal de hoeveelheid nog eens vijftig keer zo groot zijn. Dit heeft een enorme invloed op de werkzaamheden van gebruikers, organisaties, ingenieurs en onderzoekers.’ Volgens Van der Aalst is de algemene verwachting dat er een nieuw beroep ontstaat: dat van datawetenschapper. ‘De ingenieur van de toekomst zal meer dan ooit moeten kunnen omgaan met de grote hoeveelheden gegevens. In veel disciplines is een duidelijke verschuiving waarneembaar van modelgedreven onderzoek naar meer empirisch
onderzoek waar modellen voortdurend worden geconfronteerd met harde data. Net zoals in de jaren tachtig en negentig de informatica is voortgekomen uit de wiskunde, zien we nu de geboorte van data science als nieuw vakgebied met grote maatschappelijke relevantie.’ Met het nieuwe centrum speelt de TUE in op deze ontwikkeling.
Eigen opleiding Het DSCE is stevig geworteld in de Eindhovense onderzoekswereld. Naast Van der Aalst en mede-initiatiefnemer Emile Aarts, decaan van de faculteit Wiskunde & Informatica, heeft het nog zes geestelijke vaders: TUE-professoren Wijnand IJsselsteijn, Ton Koonen, Fred Langerak, Johan van Leeuwaarden, Matthias Rauterberg en Jack van Wijk. ‘Zij vertegenwoordigen respectievelijk de expertises sociale wetenschappen, elektrotechniek, bedrijfskunde, wiskunde, industrieel ontwerp en informatica – allemaal essentieel omdat het nieuwe vakgebied alle disciplines raakt’, weet Van der Aalst. Daarnaast neemt een tiental leerstoelen van de TUE deel. Ondanks dat het nog in de opstartfase zit, heeft het DSCE ook al verschillende bedrijven aan zich weten te binden. Zo heeft het onder meer Philips, Perceptive Software, Synerscope en Adversitement gestrikt. ‘Het zou mooi zijn als we de regio
Openingssymposium Op 2 december opent het DSCE feestelijk zijn deuren. Ter ere hiervan is er een symposium waar onder meer sprekers van Philips, Oracle en Adversitement en toponderzoekers van de TUE, het Israëlische technologie-instituut Technion en de universiteiten van Porto en het Finse Aalto de ontwikkelingen op het gebied van data science zullen belichten. Deelname is gratis. Wel verzoekt de organisatie geïnteresseerden om zich te registreren via www.tue.nl/dsce.
16 |
9
Foto: Bart van Overbeeke
Nieke Roos
‘De ingenieur van de toekomst zal meer dan ooit moeten kunnen omgaan met grote hoeveelheden gegevens’, stelt wetenschappelijk directeur Wil van der Aalst van het nieuwe Data Science Center Eindhoven.
als Data Science Valley op de kaart kunnen zetten’, kijkt Van der Aalst vooruit. Het nieuwe centrum is nog ‘in hoge mate virtueel’, aldus de wetenschappelijk directeur. ‘We hebben nog geen echte eigen ruimte. Op termijn is dat wel het idee. Adversitement zit al met een aantal mensen op de campus en het is niet ondenkbaar dat meer partnerbedrijven hun R&D-tak hier neerzetten.’ In vijf jaar wil het DSCE ook een eigen bachelor- en masteropleiding creeren om aan de groeiende vraag naar datawetenschappers te kunnen voldoen.
Opinie Projectmanagement
Samen eens zijn dat je het oneens bent
I Ludo Zwaan is eigenaar van Zwalu Training & Advies.
n elk serieus project kan het nodig zijn om functioneel ruzie te organiseren. Het zou vaker gedaan moeten worden in onze polder vind ik, mits het wordt toegepast om het project verder te helpen. Waarom toch die aarzeling om te escaleren? Escalatie moet in deze context worden opgevat als een ‘conflict of issue trapsgewijs verhevigen’. Dit klinkt zwaar, maar het is een gewenste interventie van een hogere trap in de hiërarchie. Die heeft de autoriteit, menskracht of middelen die een projectmanager niet heeft. Escalatie is dus simpelweg een manier om een probleem te lossen dat je niet opgelost krijgt op je eigen projectniveau. Natuurlijk probeer ik, als projectmanager, eerst zelf een oplossing te bedenken binnen de grenzen van het project, maar lukt dat niet, dan denk ik na of verdere vertraging in het oplossen van het probleem een negatieve impact heeft op het projectresultaat. Zo ja, dan maak ik scherp wat en hoe groot die impact is. Natuurlijk is het issue dermate serieus dat het management inderdaad niet van je verwacht dat je het zelf kunt oplossen. Want moet je alles omhoog escaleren? Nee, sommige ongeduldige projectmanagers escaleren elk wissewasje en komen dan al snel als paniekzaaiers bekend te staan. Het tegenovergestelde – ‘weghopen’ van problemen – is een vlucht voor de realiteit en gaat een project niet helpen naar de finish te brengen, als die nog wordt gehaald. De beste aanpak is dat je sámen escaleert, met degene waar je een functioneel conflict mee hebt. Onder het mom: we zijn het samen eens dat we het oneens zijn. Constructief escaleren noem ik dat. Want proactief en zinvol escaleren geeft hoger management nog de kans om interventie te plegen, mits een hogere manager zijn verantwoordelijkheid neemt. Want soms heb ik wel eens te maken met stoere managers. Die lijken stoer omdat ze in geval van een escalatie geen keuzes willen maken. Of ze reageren niet op een escalatie. Mijn directe businessdirecteur was zo’n stoere manager. Zijn standplaats was Hamburg, en mijn fysieke standplaats was vijfhonderd kilometer zuidelijker. Ik had een geldissue in mijn project. Ik had een nette mail naar hem gestuurd met objectieve achtergrondinformatie en de urgentie aange-
geven van het issue. Om het hem makkelijk te maken, had ik een paar suggesties meegestuurd voor mogelijke oplossingen. Dezelfde dag heb ik hem gebeld, omdat ik snel een uitspraak van hem moest hebben, maar helaas kreeg ik hem niet te pakken. Na een paar dagen van verwoede belpogingen en herinneringen per mail ben ik een managementniveau omhoog gegaan. Dat is tricky natuurlijk, maar met een hijgende klant in mijn nek voelde ik me behoorlijk opgejaagd. De klant eiste een
Goed op de rem trappen en escaleren is een kunst toezegging, terwijl ik het project had stilgelegd. Daarnaast had ik meer herrie gemaakt door mijn escalatie ook onder de aandacht te brengen van een paar afdelingsmanagers. Zo van: help mijn project! Daarna kreeg ik de gewenste aandacht, weliswaar van een licht geïrriteerde businessdirecteur, maar toch. Later gaf hij trouwens toe dat ik het spel goed had gespeeld. Sportief, maar ook terecht, want het ging mij alleen maar om de voortgang van het project. Goed op de rem trappen en escaleren is een kunst. Het identificeren van projectsituaties waar escaleren nog de enige manier is om tot een oplossing te komen, vereist moed, zeker omdat het kan leiden tot persoonlijke confrontaties. Een goede projectmanager is bovendien een volhouder en een doordouwer, die het niet prettig vindt om onmacht toe te geven. Maar wie vastloopt, doet er toch goed aan te stoppen met ‘doorroeien’ en een hoger managementniveau in te schakelen. Wie daarbij integer blijft, het probleem eerst onderling met andere betrokkenen heeft proberen op te lossen en dan pas toe heeft gewerkt naar de eens-dat-we-het-oneens-zijn-situatie, is écht samen aan het werken. In een echte samenwerking mag het best een beetje spannend zijn.
9 | 17
®
m
Find it at
www.mathworks.nl/accelerate datasheet video example trial request
GENERATE HDL CODE AUTOMATICALLY from
MATLAB and
Simulink
©2013 The MathWorks, Inc.
HDL CODER™ automatically converts Simulink models and MATLAB algorithms directly into Verilog and VHDL code for FPGAs or ASIC designs. The code is bit-true, cycleaccurate and synthesizable.
® ®
Op de fiets Bluebee en Koning & Hartman
CPU-FPGA-tandems en de menselijke factor In deze terugkerende bijdrage verkent Joost Backus op de vouwfiets bedrijfsterreinen, regio’s, clusters en hun technische bewoners. Joost Backus
D
e TU Delft verbouwt, het station ook. Al fietsend spoorzoek ik me naar gebouw 36 op het universiteitsterrein. In de lift naar boven meen ik Hindi te horen. Op de tiende verdieping spreken ze Farsi. In de koffiekamer staat een Jura XS90-machine, een favoriet van mij, en een reeks trofeeën. Op een ervan lees ik: Koen Bertels, eerste prijs op de kartbaan De Uithof. Aan de muur hangt een certificaat, dat diezelfde Koen in 2010 de Delft Entrepreneurial Scientist Award heeft gewonnen. Ondernemende meneer, denk ik als hij me met zijn Belgische tongval hartelijk ontvangt op zijn kamer.
Een andere toepassingsgebied is bio-informatica. ‘Samen met het UMC in Utrecht onderzoeken we hoe onze technologie kan worden gebruikt in het bepalen van de gepaste behandeling voor vroeggeboren baby’s, waar elke minuut telt. De eerste proefritten tonen dat een substantiële tijdswinst kan worden gerealiseerd.’ Volgens Bertels is Bluebee een mooi voorbeeld van wat het einde van de wet van Moore wordt genoemd. Vanaf nu bevatten processoren meerdere rekenkernen, waarbij ze verschillende technologieën combineren – in dit geval CPU’s en FPGA’s.
Bluebee Multicore Technologies is het jongste kindje van Koen Bertels. Het bedrijfje wil CPU-FPGA’s-combinaties toegankelijk maken voor de gewone softwareontwikkelaar. Steeds vaker worden processoren en programmeerbare chips met elkaar verknoopt op één platform. Dergelijke tandems zijn notoir moeilijk te programmeren. Bluebee heeft daarom een systeemarchitectuur ontwikkeld met bijhorende compiler waarmee ook redelijk normale legacy C- of C++-code kan draaien op zulke systemen. De starter werkt nu aan een pilot in de financiële wereld, vertelt Betels. ‘Hierbij is het doel om tot zo’n anderhalf miljoen beurstransacties per seconde te monitoren op mogelijk illegale handelspraktijken. Dat kan eigenlijk alleen goed met de nieuwe CPUFPGA-combinaties. Met Bluebee-compilers is het mogelijk om de benodigde software toch op een klassieke manier te ontwikkelen.’
Na een koffietje te hebben getapt uit de Jura daal ik af naar de begane grond en fiets ik verder naar mijn volgende bestemming: het Delftse kantoor van Koning & Hartman. Ik heb een afspraak met Oswald Coene, CEO van deze specialist in industriële automatisering met een miljoenenomzet en ruim achthonderd medewerkers. Zijn kantoor komt wat kaal over: geen rommel, niets persoonlijks, heel zakelijk, maar de begroeting is wederom hartelijk. Koning & Hartman heeft een lange historie. In 1991 kwam het in handen van Getronics, om in 2005 weer op eigen benen verder te gaan via een managementbuy-out. ‘Getronics was in de jaren negentig een heel groot geheel, waarin Koning & Hartman een beetje was weggezakt. De buy-out bracht de focus terug’, verklaart Coene de verzelfstandiging. Het geheim van de wederopbouw blijkt, zoals zo vaak, te liggen in mensen. Coene:
‘Mensen weer motiveren en blij maken, ze aandacht geven en ervoor zorgen dat de verzelfstandigde onderneming er weer toe doet. Natuurlijk houden we van technologie, maar de menselijke factor is ook heel belangrijk. Kijk naar onze brochure: geen modellen, maar echte medewerkers. Ieder halfjaar hebben we daar een fotoshoot voor.’ Het bedrijf heeft ook bewuste keuzes gemaakt. ‘Ooit was meet- en regeltechniek sjiek en was daar heel veel kennis voor nodig’, geeft Coene als voorbeeld. ‘Nu is het een commodity en hebben we er afscheid van genomen.’ Daarnaast zet Koning & Hartman stevig in op internet. ‘We investeren fors in online’, zegt Coene. ‘We delen kennis via social media, blogs, community’s, we hebben elektronische handleidingen en een goede webshop. We gaan naar een communitygedreven maatschappij met alom beschikbare informatie en als bedrijf kun je niet achterblijven.’ De transformaties hebben hun vruchten afgeworpen: Koning & Hartman staat er weer goed op, concludeert Coene tevreden. ‘Onlangs hebben we bijvoorbeeld Huawei als nieuwe klant binnengehaald.’ Het mysterie van het kale kantoor wordt ook opgelost: het blijkt een directieflexplek te zijn. Zijn Amsterdamse werkkamer is een stuk gezelliger, legt Coene me uit vlak voor mijn vertrek. Daar hangen twee litho’s van Christo en een schilderij van de Rolling Stones, zijn favoriete band. We zijn allemaal mensen die gemotiveerd willen worden, mijmer ik terwijl ik mijn tweewielertje ontsluit en langs de kade terug naar Delft CS fiets.
9 | 19
Interview Hans Abbink (Almende)
Gefascineerd door zelforganisatie Simpele spelers kunnen zich met simpele spelregels in complexe systemen organiseren. Hans Abbink was gefascineerd door dit idee, maar hij zag dat dit binnen de informatica nog lang geen gemeengoed was. In 2000 richtte hij het bedrijf Almende op om hier onderzoek naar te doen. Pieter Edelman
B
ij Almende in Rotterdam doen ze er vrij laconiek over. ‘We zijn een bedrijfje dat onderzoek doet’, klinkt het als je ernaar vraagt. In het dertienjarige bestaan heeft Almende in rond de vijfendertig Nederlandse en Europese projecten meegedraaid, zijn er ruim twintig studenten afgestudeerd of gepromoveerd op uiteenlopende onderwerpen, terwijl er ondertussen vier spin-offs zijn voortgebracht. Allemaal onder één paraplu: zelforganisatie. ‘Vóór Almende heb ik een ander bedrijf gehad, AND, wat nu staat voor Automotive Navigation Data, maar toen gewoon voor Abbink en Dekkers’, vertelt Almende-CEO en -oprichter Hans Abbink. ‘Daar hadden we de plangroep die altijd bezig was met de ontwikkelingen op de wat langere termijn, de dingen waar je niet direct klanten voor had maar waarbij je wel zag dat het die kant op gaat. Toen ik in 2000 uit AND stapte, wilde ik zoiets eigenlijk gewoon zelf opzetten. Dus het idee van Almende was van begin af aan om een soort researchclub te zijn, waarbij we onderzoek deden naar wat op dat moment het meest interesseerde, en dat was hoe dingen zichzelf organiseren en hoe je dat kan toepassen binnen de informatica. Met Peet van Tooren kon ik dat toen rustig opzetten. Die kwam ook van AND en is een beetje de technische man. We zijn verder bescheiden want we hoeven geen winst te maken, dus in die zin is het niet een gewoon bedrijf.’ Het achterliggende idee van zelforganisatie is dat systemen, wanneer ze groter en complexer worden, niet meer top-down te beheren zijn. In plaats daarvan wordt uitgegaan van ‘spontane’ organisatie wanneer alle spelers in het systeem de beschikking krijgen over een setje basale spelregels. Een gemeenschapsgrond noemt Abbink dit – Almende is een oud Nederlands woord voor ‘meent’ of meer algemeen ‘the commons’, een
20 |
9
term die vooral bekend is vanuit de ecologie en waarmee in traditionele gemeenschappen de gezamenlijke hulpbronnen worden aangeduid die van iedereen en niemand zijn. Dit idee van spontane organisatie fascineerde Abbink al langer, zowel in de context van de informatica als ver daarbuiten. ‘Ik was al een tijdje aan het lezen daarover. Die ideeën zijn denk ik een jaar of 35 geleden ontstaan bij het Santa Fe-instituut. Dat is onder meer door een paar Nobelprijswinnaars opgericht. Ik ben daar ook wel langs geweest. Ze houden zich bezig met het bestuderen van wat ze nu noemen complexe adaptieve systemen, die bestaan uit onderdelen die adaptief zijn en als een geheel lange tijd kunnen blijven werken. Zo is de mens een complex adaptief systeem en de maatschappij en noem maar op.’ ‘Als je het vanuit de informatica benadert, dan heb je het over software-agents die allemaal hun eigen dingetje doen, maar wel een zodanige afspraak met elkaar hebben dat het als geheel ook goed werkt. En dat geheel doet eigenlijk ook weer iets anders dan alleen maar de optelsom van de delen zijn. Dat moet je ook weer niet te ver doorvoeren. Het gaat er steeds om de balans te vinden. Als ik tien robotjes een supermarkt probeer te laten dweilen, dan vind ik het eigenlijk wel fijn dat er één kaart is van die supermarkt die ze langzamerhand updaten. Veel robotbouwers zijn wel bezig met die individuele autonome robot, maar hoe autonomer iets wordt, hoe moeilijker het gaat. Je kunt ze dan beter netwerken, zodat niet iedere robot er individueel achter moet komen dat ergens nog een pallet staat maar dat ze dat gewoon horen van de eerste die daarlangs gaat. Wel moet je er rekening mee houden dat degene die de coördinatie voert veel minder verstand van de directe omgeving zal hebben, want als die al zijn sensordata uit die anderen zou ha-
len, zou er veel te veel communicatie nodig zijn. Onze uitdaging is om te bepalen waar je nou je lokale verantwoordelijkheden legt en waar je je missie voert. Onze bedoeling met Almende was om iets op te zetten dat dat fenomeen ging bestuderen, en dat moet natuurlijk vanuit allerlei verschillende hoeken worden bekeken.’ Aanvankelijk begon Almende met een paar stagiairs, maar binnen vijf jaar groeide het uit tot 25 man. ‘We willen ook niet echt meer groeien; dit vind ik een plezierige grootte en dat past ook in dit pand’, zegt Abbink. ‘Maar het is niet zo dat ze allemaal heel erg lang hier blijven. Het is wel fijn als ze een beetje doorstromen naar bijvoorbeeld onze dochterondernemingen. Als we iets beethebben waarvan we denken dat dat naar de markt toe kan, dan proberen we daar een apart bedrijf voor te maken.’ Almende kan zich zodoende puur op research blijven richten. De nationale en Europese onderzoeksfinanciers bekostigen rond de helft hiervan, de andere helft moet de onderneming zelf matchen. In het begin deden de twee oprichters dat met eigen kapitaal, maar ondertussen komt dat geld binnen via contractonderzoek. ‘Dat is wat anders dan voor hen ontwikkelen’, benadrukt Abbink. ‘De resultaten maken we ook openbaar. Als we software ontwikkelen, maken we dat opensource. Maar ja, daar heb je ook altijd hulp en support bij nodig. Dat zit allemaal in dat researchcontract.’
Ieder autootje en elk stoplicht De eerste onderzoeken richtten zich op de interacterende agents zelf, wat tot de eerste twee spin-offs leidde: Ask Community Systems werkt aan agents voor mensen, Deal Services aan agents voor logistieke ketens, waarbij pakketten, auto’s en dergelijke een eigen agent krijgen. ‘Dat maakt het heel
veel makkelijker om dingen te regelen en te organiseren. Als het pakje nou weet waar het heen moet, dan kan het gewoon ergens gaan staan en een beetje uitzenden: ‘Hallo, ik moet nog naar Groningen, mag ik ook meerijden?’ Dan kan een auto zeggen: ‘Met mij kun je wel meerijden voor een eurootje of drie.’’ De volgende stap was om ook naar het waarnemen van de omgeving te kijken met sensornetwerken: ‘In dat agent-verhaal zit ook dat er veel meer verstand moet ontstaan van de situatie, de omgeving waar mensen in zitten, zodat je effectiever communiceert en niet iemand begint lastig te vallen die net een brandje staat te blussen.’ Ook dat onderwerp leidde tot een spin-off, Sense Observation Systems. Dat is voornamelijk actief in de glastuinbouw en de
telehealth en maakt dankbaar gebruik van de smartphone als sensor- en communicatieplatform, een gelukkige uitgangspositie voor de opkomende quantified self-trend. ‘Dat is een beweging vanuit Silicon Valley, waarbij mensen het interessant vinden om alles van zichzelf te meten. Daar zitten we met Sense natuurlijk middenin.’ De vierde spin-off heet Do Bots, waarbij ‘Do’ staat voor ‘distributed organisms’. Dit bedrijf richt zich op
9 | 21
Interview Hans Abbink (Almende)
zelforganiserende robotica of zwermrobots: opnieuw relatief simpele individuen die met simpele onderlinge regels beter toegerust zijn op hun complexe taak dan wanneer ze centraal zouden worden aangestuurd. ‘Ze werken bijvoorbeeld aan het Fireswarm-project, waarbij ze tien of twaalf UAV’s met elkaar rond willen laten vliegen. Dan is het heel fijn als een aantal dingen helemaal autonoom kan, dat ze bijvoorbeeld stabiel blijven en niet tegen elkaar op botsen.’ Terug naar het onderzoek binnen Almende zelf. Open data is daar momenteel een belangrijke focus, legt Abbink uit, met in het verlengde de smart city. ‘Dat gaat erom dat je continu wilt weten wat de toestand van een stad is en daarmee een gedeeld beeld van de werkelijkheid vormt. Dat gaat bijvoorbeeld over verkeersstromen, maar dan op het niveau van ieder autootje en elk stoplicht. En dat wil je dan voor iedereen ontsluiten. We proberen dat idee nu een beetje te stimuleren. Als ik daar bij een overheid over ga praten merk je dat ze eerst het gemeentearchief ontsluiten. Dat is misschien ook wel leuk,
22 |
9
maar niet iets dat je continu wilt raadplegen. Je wilt gewoon dat de ijscoman kan zien waar het op dat moment druk is. Overigens moeten de meeste open data helemaal niet van de gemeente komen maar van alle burgers via de status van allerlei apparaten, tot iedere smartphone aan toe. Dat moet je netjes onder clausules delen met een instantie die we vertrouwen. In het klein doen we dit nu al wel: we hebben bijvoorbeeld een leuk project lopen in Spanje waar we in een metrostation precies weten hoe druk het overal is, zodat het zich kan aanpassen om energiegebruik te verminderen.’ Het andere speerpunt momenteel is simulatie – ook weer agent-gebaseerd. ‘Dat je echt met miljoenen of tientallen miljoenen softwareagenten één systeem kunt maken. We zijn nou bijvoorbeeld met een project bezig bij Rijkswaterstaat voor een bonusmalussysteem voor bedrijven die wegwerkzaamheden uitvoeren. Je zou hen misschien iets meer kunnen laten verdienen als ze minder files veroorzaken. Daarvoor hebben we een systeem ontwikkeld waarin
je iedere auto simuleert op basis van allerlei demografische gegevens, waarmee je kunt uitproberen wat er gebeurt als je de weg op een bepaald tijdstip afsluit.’ De mogelijkheden hiervoor zijn eindeloos, mijmert Abbink. ‘Als je wilt weten hoe Nederland gaat stemmen bijvoorbeeld, doe je dat nu met statistiek. Maar wat als ik zeventien miljoen agentjes aan zou maken, ervoor zorg dat ze allemaal een bepaalde opinie hebben en ze zo veel mogelijk probeer te koppelen aan anderen? Dan kun je de hele tijd zien wat iemand heeft gestemd en door feedback gaat die langzamerhand beter stemmen. Dan heb je ook een realtime simulatieomgeving, maar het is meer dan alleen maar simuleren om het een beetje achteraf te weten; je zou uiteindelijk ook een daadwerkelijke stemming zo kunnen laten lopen. En dan kun je dagelijks stemmen, want je hoeft het niet zelf te doen; jouw agent doet het.’
Redelijke langetermijnfocus Almende onderhoudt banden met de meeste Nederlandse universiteiten en ver-
schillende hogescholen, plus nog een groot aantal Europese academische partners en onderzoeksinstituten, en is bovendien lid van het Devlab-collectief van Nederlandse mkb’ers voor gezamenlijke technologieontwikkeling. Zelf denkt Abbink dat hij met zijn bedrijf een beetje tussen de academia en het bedrijfsleven in zit. Eigenlijk best een goede positie, vindt hij zelf. ‘De researchafdelingen van grote bedrijven hebben de neiging om hun oren naar de markt te laten hangen. Wij hoeven niet gelijk volgend jaar geld te verdienen met ons onderzoek en hebben een redelijke langetermijnfocus. Wij begrijpen de universiteit denk ik beter dan zomaar een mkb-bedrijf.’ Vanuit het businessmodel gezien, zijn deze samenwerkingen broodnodig: een onderzoekssubsidie verkrijg je doorgaans alleen als je samenwerkt met academische en industriële partners, en om iemand te laten afstuderen of promoveren is altijd een onderwijsinstelling nodig. Maar het is meer dan dat; openheid naar de buitenwereld is schijnbaar verankerd in het DNA van Almende. Zo wordt alle software die het bedrijf tijdens de onderzoeksprojecten ontwikkelt onder een opensourcelicentie beschikbaar gemaakt – niet in de zin van ‘kieper maar over de muur als het project klaar is’, maar om verder te ontwikkelen en ervoor te zorgen dat anderen het ook kunnen en gaan gebruiken. ‘Universiteiten maken ook wel software, maar dat is meestal niet echt om nog te hergebruiken. Je moet echt moeite doen om dat goed neer te zetten. We merken nu wel van onze eerste dingen dat mensen van buiten het gaan gebruiken, maar meestal zijn ze nog niet zover dat we echt contributies van anderen krijgen. Dus dat staat nog op het verlanglijstje.’
Altijd vijf minuten Abbink studeerde psychologie aan de Universiteit Leiden en economometrie in Rotterdam, waar hij altijd is blijven hangen – zijn jeugd kenmerkte zich door een verhuizing gemiddeld om het jaar, en daar had hij zijn buik ondertussen vol van. Vanuit deze achtergrond bezien, is het niet gek dat hij vraagstukken waar Almende aan werkt niet puur vanuit technologisch oogpunt beschouwt. De informatica wordt in zijn betoog rond zelforganisatie vervlochten met de maatschappij, als inspiratiebron en als toepassing. ‘Kijk naar een bedrijf. Daar wordt gedacht dat zo’n CEO de baas is, maar dat is gewoon een illusie. Voer maar een stiptheidsactie uit en er werkt niks meer. Als de werknemers niet de hele dag regeltjes lopen te breken, zou er niks gebeuren. De IT heeft vele voordelen gebracht, maar heeft er denk ik ook voor gezorgd dat mensen top-down zijn gaan denken. Dat kon lange tijd ook niet anders met die grote computers die eigenlijk maar kleine dingen konden. Maar ondertussen hebben we niet alleen het internet maar ook the internet of things. We zijn nu in staat om dingen heel anders aan te pakken.’ ‘We zijn bijvoorbeeld veel bezig met thuiswerkorganisaties. Daar zie je dat er enorme managementlagen zijn ingebouwd die tot gevolg hebben dat die mensen allemaal gestandaardiseerd werk moeten doen, op een manier waarvan iedereen aanvoelt dat het niet klopt, dat ze bijvoorbeeld altijd vijf minuten hebben om een steunkous te vervangen. Maar dat kan de ene keer heel anders uitpakken dan de andere keer, dat is ongelooflijk complex werk. Alleen heeft zo’n manager dat niet in zijn spreadsheet zitten. Dat zou je dus moeten automatiseren. Als er patiënten gerustgesteld moeten worden, dan kun je daar
niet een robotje op afsturen of zo; dat is ingewikkeld werk waar je echt mensen voor nodig hebt. Maar iemand automatiseren die alleen maar papier heen en weer loopt te schuiven en als er dan wat op rood staat wat gaat lopen doen, dat is echt niet zo moeilijk.’ ‘Zo hebben we met Ask een teamapp gebouwd waarmee je steeds op de hoogte bent van de status van je teamgenoten. Op het moment dat je dan iemand nodig hebt, kun je gewoon zelf iemand zoeken die beschikbaar is, zonder dat er een centrale tussen zit die de patiënten helemaal niet kent. En iemand die langer bij een klant moet blijven, moet gewoon kunnen zeggen: ‘Met mijn volgende klant gaat het niet lukken.’ Dan moet een software-agent kunnen regelen dat de beste vervanger wordt ingeschakeld. Negentig procent van die problematiek is wel te automatiseren. En voor de laatste tien procent kun je alsnog iemand bellen.’ Zo’n verhaal is uiteraard niet altijd even makkelijk te verkopen. Abbink ziet dat hij regelmatig wat zendingswerk moet verrichten om organisaties over de streep te trekken. ‘We merken bijvoorbeeld bij gesprekken over open data dat daar heel veel partijen zijn met hun eigen belangen. Het is ook nog een beetje een droom van ons om hier in de haven met het containervervoer aan de slag te gaan. De helft van de vrachtwagens rijdt gewoon leeg rond, want als ze een container komen brengen, weten ze niet dat ze er een mee terug kunnen nemen van een bedrijf in de buurt. Als je dat onderling zou afstemmen, zou je misschien niet die extra weg hoeven aan te leggen. Dan moeten ze elkaar wel in de boeken laten kijken. Met IT moet dat te regelen zijn, maar het kost moeite om dat soort dingen vlot te trekken.’
9 | 23
ALTEN PTS Out Of The Box In een vierkant plaatsen we vier gelijke en zo groot mogelijk cirkels. In het midden blijft er dan een ruimte over waar we een zo groot mogelijke cirkel plaatsen. Dit is de gele cirkel in de eerste figuur. In een kubus kunnen we op dezelfde manier acht bollen plaatsen, en dan is er ruimte voor een kleine bol in het midden. Dit is de gele bol in de tweede figuur. Als we dit idee van twee en drie dimensies nu voortzetten in hogere dimensies, bij hoeveel dimensies raakt of overschrijdt dan de middelste gele hyperbol de wanden van de omvattende hyperkubus?
Stuur je antwoord of goede schatting uiterlijk 29 november a.s. naar:
Figuur 1
[email protected]. Onder de inzenders verloten we een kadobon t.w.v. E 50,=. De uitslag wordt via onze website op 6 december a.s. bekend gemaakt.
Durf jij de uitdaging aan? www.alten.nl/film
Puzzel: Mathijs Romans / consultant Alten PTS
Figuur 2
www.alten.nl Apeldoorn Linie 544 7325 DZ 055-5486200
Eindhoven Beukenlaan 44 5651 CD 040-2563080
Capelle a/d IJssel Rivium 1e straat 85 2909 LE 010-4637700
Opinie De headhunter S. in ’t H. vraagt:
Anton van Rossum
[email protected]
Voor ons technologiebedrijf zoek ik als hrm’er een nieuwe medewerker voor de ontwikkelgroep. Inmiddels hebben we een aantal kandidaten gesproken, van wie één ingenieur met een uitstekend cv dat goed past bij de functie. Zijn presentatie liet echter te wensen over. Op zich waren zijn communicatieve vaardigheden wel in orde, maar zijn kledingkeuze vond ik bijvoorbeeld nogal excentriek. Op mijn vraag waarom hij geen sokken droeg in zijn sandalen antwoordde hij dat dat niemand iets aanging, zelfs als hij op blote voeten door het stadscentrum zou lopen. Ook vertelde hij dat hij graag de hele dag met een hoofdtelefoon op werkt, zodat hij zich beter kan concentreren. De groepsleider heeft niet zo’n moeite met een dergelijke onafhankelijke houding, maar ik betwijfel of het team deze sollicitant straks accepteert. Daarnaast voorzie ik dat hij door zijn afwijkende gedrag voor veel discussies en rumoer zal zorgen en lastig te managen zal zijn. Wat denkt u?
De headhunter antwoordt: Het opbouwen van een sterk team is een ware kunst, zo blijkt maar weer. Generaties psychologen en managementadviseurs hebben hun hoofd al gebroken over de vraag hoe het ideale team samen te stellen. Slechts weinigen zullen echter van mening zijn dat dat moet bestaan uit eenvormige en overeenkomende persoonlijkheden. De kracht van een goed team zit hem in een juiste taakverdeling op basis van onderling verschillende persoonlijkheden en competenties. Met een goede samenstelling krijg je synergie en bereik je meer dan de leden afzonderlijk kunnen. Broodnodig zijn de ‘denkers’ en ‘doeners’, maar ook teamleden die zorgen voor de sfeer in de groep of zich meer dan gemiddeld bekommeren om het welzijn van de anderen. In creatieve teams moeten logischerwijze andersdenkende, creatieve mensen zitten. Wanneer je teamleden zoekt die op alle fronten op elkaar lijken en aangepast zijn, creëer je een ‘klonencultuur’. Dit lijkt me dodelijk voor een professionele organisatie die afhankelijk is van de creativiteit van haar medewerkers. De angst voor discussies en meningsverschillen in een groep is naar mijn mening niet terecht: die zijn juist
noodzakelijk. Discussies scherpen de geest en leggen de sterktes en zwaktes in de wederzijdse standpunten bloot. Door ze op transparante wijze aan te gaan, creëer je een betere groepsvorming en uiteindelijk een beter overdachte output van het ontwik-
Hoogoplopende meningsverschillen zijn inherent aan de R&D-wereld kelproces. De rol van de ontwikkelmanager is hierbij evident: hij begeleidt de discussie, hoort de argumenten aan en neemt op basis van alle argumenten die hem bekend zijn de beslissing over het te volgen pad. Slaande deuren en hoogoplopende meningsverschillen zijn inherent aan de R&D-wereld en dat is om eerlijk te zijn onvermijdelijk. Klachten over ‘moeilijke’ en eigenzinnige medewerkers hoor ik soms uit de hoek van hr. Dat komt vermoedelijk doordat ze daar minder feeling hebben met technologie en de reden en het belang van de discussies minder goed aanvoelen. Zij dienen zich echter te realiseren dat de discussies voortkomen uit passie voor het vak en de wens een positieve bijdrage te leveren aan het uiteindelijke resultaat. De acceptatie van een nieuwe medewerker door het team wordt dan ook in grote mate bepaald door zijn vermogen bij te dragen aan het succes van de groep. Natuurlijk heeft ook een manager de voorkeur voor teamleden die niet alleen technisch sterk en veelzijdig zijn, maar ook creatief en in het bezit van goede contactuele en sociale vaardigheden. De beoordeling van deze kwaliteiten is echter mede afhankelijk van de kwaliteiten van de manager, van zijn vermogen de groep in goede banen te leiden en individuele leden te ‘managen’. Jouw mening over de kandidaat geeft dan impliciet een oordeel over de capaciteiten van de hiring manager.
9 | 25
Interview
Gilbert Gadet (Logic) ‘Bedrijven die hun productontwikkeling niet vernieuwen, zijn niet aantrekkelijk voor de jongere garde’
Time-to-market beheerst productontwikkeling op alle fronten De aanstelling van Gilbert Gadet als nieuwe directeur van Logic Technology valt samen met de twintigste verjaardag van het bedrijf. Hij is vooral van plan de huidige business voort te zetten. Een kennismakingsgesprek. René Raaijmakers
L
ogic Technology is een van de weinige Nederlandstalige distributeurs in embedded die meer dan de helft van zijn omzet buiten de Benelux haalt. De basis voor deze strategie werd in de jaren negentig gelegd door Leon Houwen. De oprichter van Logic doet nu wegens gezondheidsredenen een stap terug. Leon Houwen begon zijn carrière bij Philips Science & Industry met de ontwikkeling van logic analysers. Toen Philips besloot om deze gereedschappen niet meer zelf te maken, maar in te kopen, kwam Houwen in contact met American Arium. Voor Arium startte hij in 1993 een vertegenwoordiging voor Europa: Logic Technology. Dit bedrijf bouwde hij vervolgens uit tot een internationaal erkende distributeur voor alles op embedded-gebied: tooling, softwarecomponenten, middleware, bordjes, computermodules en ontwikkelomgevingen. Toen vorig jaar bleek dat Leon Houwen was getroffen door ALS kwam dat als een mokerslag aan. Inmiddels is Houwen een jaar verder en mentaal weer opgekrabbeld. ‘Mede met hulp van mijn geweldige vrouw, twee dochters, familie en vrienden’, schrijft hij op de website tourduals.nl. Hij is blij dat hij alles heeft kunnen overdragen aan Gilbert Gadet. De mensen bij Logic raadplegen Houwen nog steeds en ook valt hij nog wel binnen bij het kantoor in Panningen. Maar hij zegt er ook geen moeite mee te hebben om meer op afstand te blijven. ‘In mijn omstandigheden word je wat egoïstischer’, lacht hij. Volgend jaar gaat hij voor Tour du ALS met zijn team de Mont Ventoux beklimmen, zelfstandig of misschien op een tandem – afhankelijk van zijn toestand.
Hoogtijdagen Gilbert Gadet studeerde hts elektrotechniek in Heerlen. ‘Als Maastrichtenaar wilde
26 |
9
ik toentertijd niet al te ver weg studeren.’ Met harde elektro-onderwerpen had hij niet veel. ‘Flipflops en zo vond ik maar niets. Ik had meer met technische informatica. Maar dat kwam waarschijnlijk vooral door de manier waarop er over die onderwerpen werd lesgegeven.’ Na zijn afstuderen ging Gadet aan de slag bij een klein bedrijf, Trilogic, dat de eerste digitale tachografen ontwikkelde, de opvolgers van de analoge schijven die in vrachtwagens snelheden en tijden registreerden. Hij maakte er firmware voor 8051-processoren. Nadat zijn werkgever de handdoek in de ring had moeten gooien, werkte hij zeven jaar in de industriële automatisering met PLC’s en distributed control systems. Hij klom er op tot teamleider engineering en werd steeds vaker betrokken bij commerciële voortrajecten. De combinatie van commercieel en voeling houden met de techniek trok hem. Dit bracht Gadet eind 1998 in contact met Leon Houwen van Logic Technology. Die was meteen enthousiast. De twee voerden hun laatste onderhandelingen tijdens Gadets vakantieweken in Zuid-Afrika. Op Kaap de Goede Hoop tekende Gadet uiteindelijk zijn contract als verantwoordelijke voor internationale verkoop. Terug in Nederland sprong hij meteen voor Logic in het vliegtuig naar de Embedded World-beurs in Neurenberg. Gadet kwam in 1999 in dienst. Onder zijn verantwoordelijkheid groeide het Europese salesteam sterk. ‘Ons sterke punt is dat alle verkopers in het begin van hun carrière ontwikkelaar zijn geweest in embedded hardware of software. Daarmee onderscheiden we ons van andere commerciële buitendiensten waar verkopers vaak worden geruggesteund door hun application engineers. Wij combineren dat in één persoon en zijn aanspreekpunt voor de ontwikkelaar, de projectleider en de inkoper.’
De nieuwe Logic-directeur ziet kans om te groeien, voornamelijk buiten de Benelux. ‘Toen ik hier kwam, was Philips verreweg onze grootste afnemer. Dat waren hoogtijdagen voor onze ontwikkel- en testtooling. De multinational ontwikkelde in Nederland nog volop systemen voor tv, cd, dvd en blu-ray en hechtte grote waarde aan tooling aangepast aan zijn specifieke behoeftes. Daarin hebben we meermaals met onze leveranciers kunnen voorzien. Door het uiteenvallen van Philips is onze omzet daar nu gereduceerd tot de marge.’ Net als Philips viel ook de business bij Ericsson en Agilent weg. Nu zijn onder meer Océ, ASML en Barco de grote afnemers. De distributeur ziet ook talrijke nieuwe initiatieven en start-ups, bijvoorbeeld bij Philips Innovation Services en de European Space Incubator van Esa in Noordwijk. ‘Ze weten ons te bereiken, zijn jong en werken aan echte innovaties.’
Frisse ideeën Het midden- en kleinbedrijf stemt Gadet hoopvol. Daar ziet hij groei. ‘Het mkb ontwikkelt nog veel, al gaat het daar niet om heel grote systemen. Maar ze hebben wel tooling en een helpende hand nodig. Het is leuk om kleine bedrijven groter te zien worden en daar een bijdrage aan geleverd te hebben. Voor ons is dat een groeiende markt. Het valt me ook op dat er steeds nieuwe namen bij komen van start-ups. Het mkb leeft volop, ook al zijn de ontwikkelcycli langer dan verwacht, zijn ze kritischer en knijpen ze alles uit de hardware en het systeem dat erin zit.’ Gadet ziet met genoegen dat jonge ontwikkelaars nieuwe technologie omarmen. Ze groeien er ook mee op tijdens hun opleiding. ‘Jongere ontwikkelaars hebben een andere insteek dan hun collega’s die
bij het mkb nog vaak via de command line hun code inkloppen.’ Jongeren willen netter werken, zijn veeleisender wat betreft tooling en staan open voor open source. Ze snappen dat ze niet steeds het wiel moeten uitvinden en dat ze gereedschap nodig hebben om de kwaliteit te handhaven. ‘Het is minder editen, compileren en debuggen. Je ziet toch dat ze meer structuur willen aanbrengen om vroegtijdig volgens programmeerregels te werken en code efficiënter te genereren en tooling te gebruiken zoals codecheckers, statische code analysers en unittests. Het scheelt tijd en voegt waarde en kwaliteit toe, zeker als het eindproduct, geheel of gedeeltelijk, moet worden gecertificeerd.’ Gadet zegt dat organisaties, klein en groot, zich dat steeds meer beseffen. Door te zorgen voor een professionele workflow en bijdetijdse tooling kunnen bedrijven de werkomgeving voor jonge ontwikkelaars aantrekkelijk houden. ‘Vaak moeten wij de technische leiding, in veel gevallen de directeur-eigenaar, ervan overtuigen dat de ontwikkeling gebaat is bij moderne tooling. Ik merk dat de bedrijfsleiding vaak traditioneel denkt, maar de organisatie heeft jonge mensen nodig die de innovatie trekken.’ Als jonge mensen toetreden tot een oudere organisatie, brengen ze frisse ideeen mee, terwijl ze zich tegelijkertijd een weg naar boven moeten vechten, ziet Gadet. ‘Als gedreven ontwikkelaars dan moeten werken met oude spullen, zien we dat ze ook snel weer weg zijn. En dat in een tijd dat het mkb al moeite heeft bij de werving en selectie van nieuwe engineers. Bedrijven die niet vernieuwend zijn, zijn niet aantrekkelijk voor de jongere garde. Die zijn dan vaak na een half jaar weer weg en dat gat in de ontwikkeling opvangen is een groot probleem. Ik zie dat gebeuren.’
Maatwerk Een overheersende trend die Gadet waarneemt, is de grote druk op de time-tomarket. Een eenvoudig voorbeeld vormen de klanten die minder tijd uittrekken om zich gedegen te oriënteren op nieuwe ontwikkelhulpmiddelen en software. ‘Ons venster om klanten te helpen in de keuze van tooling of andere producten wordt steeds kleiner.’ Er is minder tijd en klanten kiezen vooral producten die ze breed kunnen inzetten en kunnen hergebruiken in toekomstige ontwikkelingen. ‘Vroeger kozen bedrijven een emulator en een debugger die specifiek was voor die ene ontwikkeling. Bij het volgende project kochten ze dan weer nieuwe spullen. Nu willen ze grote investeringen beperken door een tool te kiezen die kan meegroeien in de ontwikkeling. Dat kan ook, want de functionaliteit van emulatoren zit steeds meer in software.’ Dit vereist volgens Gadet een sterkere interactie tussen zijn leveranciers en hun klanten. ‘Wij zitten daar middenin. Hoe nauwer we betrokken zijn bij onze klanten, hoe beter we klanten en leveranciers kunnen adviseren wat ze toe moeten voegen in de productontwikkeling en volgende generatie tools. Door productupdates helpen we onze klanten daar actief mee.’ Klanten kunnen overigens bij de ontwikkeling van hun toepassingen veel complexiteit reduceren door vaker gebruik te maken van middleware met standaard functionaliteit zoals Can, USB, bluetooth en andere communicatietechnologie. Vooral de beveiliging van data op mobiele apparaten is een heet onderwerp. ‘We hebben een netwerk van partners die allerlei functionaliteit leveren. Als je Linux of Windows draait en je wilt zeker zijn dat gegevens te allen tijde beschermd zijn, dan hebben we verschillende leveranciers die daar goed in zijn.’
In de hardware is er sprake van toegenomen flexibiliteit. Vooral het mkb, dat vaak te maken heeft met kleine series, profiteert daarvan. ‘Vroeger ontwikkelden bedrijven bijvoorbeeld drie verschillende printplaten, voor low-, mid- en high-end. Elk met hun eigen microcontroller en periferie en natuurlijk andere firmware. Nu proberen ze zo veel mogelijk componenten te hergebruiken uit verschillende eindproducten. Het computer-on-a-module-concept is daarbij uitermate interessant. Computermodules zijn uitwisselbaar en kunnen worden gebruikt op hetzelfde of een projectspecifiek basisbord.’ Dit bespaart geld en tijd: de kosten en duur van ontwikkeling en redesign zijn goed in de hand te houden. Het basisbord bevat de periferie die specifiek is voor de doeleinden van de klant, zoals een Can-bus of de schermaansturing. De complexiteit zit in de microprocessor die met de computermodule makkelijk is te schalen. ‘In een aantal gevallen kom je dan uit op maatwerk, waarbij onze leveranciers de aanpassingen doen en de modules produceren. Onze jarenlange ervaring zorgt ervoor dat wij een goede gesprekspartner zijn zowel naar onze klanten als naar de leveranciers. ‘In mijn visie speelt projectmanagement in de toekomst een steeds belangrijkere rol in tool- en softwaredistributie’, aldus Gadet. Logic Technology is standhouder op Embedded World in Neurenberg en daarnaast regelmatig te gast bij Bits&Chips Embedded Systems. Ziet Gadet nog grote verschillen tussen Duitsland en de Benelux? ‘We zitten bij soortgelijke partijen. Wellicht hebben we in Duitsland wat grotere klanten.’ Bedrijven in België en Nederland maken wel moeilijker geld vrij, merkt hij. ‘De Duitsers blijven ook tijdens recessies investeren. Vooral van 2008 tot 2010 zagen we dat heel duidelijk.’
9 | 27
Technieuws Nanotechnologie
De eerste koolstofcomputer Met de constructie van een processor op basis van koolstofnanobuizen hebben de researchinspanningen om een opvolger van CMos te vinden het niveau van chips in 1971 bereikt. Paul van Gerven
A
nno 2013 zijn er maar weinig 1 bit computers die de handen op elkaar krijgen, maar een recent onthuld exemplaar in Stanford oogst wereldwijd applaus. Het gaat dan ook om de eerste moderne processor die niet van silicium CMos is gemaakt, maar van koolstofnanobuizen (carbon nanotubes, CNT’s). Nadat eerst losse transistoren en vervolgens kleine circuits op basis van deze opgerolde koolstofvellen ten tonele waren verschenen, is het de eerste keer dat beyond CMos-onderzoek een ‘toepassing’ oplevert waar iemand zonder kennis van de onderliggende hardware een programma op kan draaien. De nieuwe computer op basis van de CNT-processor staat in het laboratorium van Stanford-onderzoekers Philip Wong en Subhasish Mitra. De rekenkern telt 178 CNT-Fets, elk gemaakt van tien tot tweehonderd nanodraden. Deze zijn verbonden tot een PMos-circuit, een halfgeleidertechnologie die tegenwoordig bijna alleen nog maar in combinatie met NMos wordt gebruikt. Tot ongeveer 1970 was PMos echter gemeengoed. NMos volgde PMos korte tijd op, totdat begin jaren tachtig CMos definitief de standaard werd voor de chipindustrie. Het is niet principieel moeilijker om CMos met CNT’s te maken dan PMos, maar Wong en Mitra opteerden voor de laatste om het aantal processtappen te beperken en zo de kans op succes te vergroten. Immers: hoe meer fysische of chemische bewerkingen, hoe groter de kans dat er iets misgaat. De onderzoekers hadden sowieso al genoeg aan hun hoofd. Om CNT’s op deze schaal te integreren tot een werkend circuit, moesten zij twee belangrijke hindernissen nemen.
Intel 4004 In de eerste plaats ontstaat tijdens de synthese van CNT’s onvermijdelijk een mengsel van halfgeleidende en metallische buizen. De metallische zijn ongewenst, omdat
28 |
9
ze kortsluiting veroorzaken. De onderzoekers losten dit probleem op door de halfgeleidende exemplaren ‘uit’ te zetten met een spanning en vervolgens een flinke stroom door de chip te jagen. De metallische CNT’s warmden daardoor zo veel op dat ze oxideerden en uiteindelijk verdampten. Tweede obstakel was de uitlijning. CNT’s die in voorgegroefde substraten worden gefabriceerd, liggen weliswaar vrijwel allemaal keurig in het gelid, maar toch niet goed genoeg. Zelfs één ‘dwarsligger’ pakt vaak al desastreus uit. Dit probleem konden de onderzoekers – ondanks een uitgekiende uitlijningsprocedure – niet naar tevredenheid oplossen. Zij wisten het echter wel te omzeilen door wat zij noemen een imperfectie-immuun ontwerp te gebruiken. Door tijdens de procestechnologische verwerking volgens een speciaal algoritme stukken weg te etsen, waren zij wiskundig verzekerd van een werkend circuit. Het resultaat is een 1 bit processor geklokt op 1 kilohertz, die maar één instructie kan uitvoeren: het Subneg-commando. In dit algoritme wordt in feite de inhoud van een geheugenadres afgetrokken van een tweede adres, en het resultaat in het tweede adres opgeslagen als het positief is en in een derde adres als het negatief is. Hoe primitief ook, dit is voldoende om iedere berekening te kunnen uitvoeren, mits er in voldoende geheugen
wordt voorzien. Met andere woorden: de CNT-processor is Turing-compleet. Aangesloten op een aantal standaard perifere componenten, zoals een geheugen, kan de rekenkern een besturingssysteem draaien, multitasken en een twintigtal Mipsinstructies uitvoeren, zo laten de auteurs in Nature zien. Toevallig laat de koolstofchip zich wat prestaties betreft aardig vergelijken met de in 1971 geïntroduceerde Intel 4004-processor, een van de eerste complete CPU’s en de eerste commerciële verkrijgbare microprocessor. Misschien dat de CNT-processor uit Stanford ooit een vergelijkbare status verwerft als eerste in zijn soort.
Opinie Groods greep
Wie kan me uitleggen hoe je agile test?
H
Derk-Jan de Grood helpt organisaties meer grip te krijgen op hun (test)project.
oeveel wordt er nu werkelijk agile gewerkt? Als ik een schatting zou moeten maken, denk ik dat meer dan een derde van de projecten tegenwoordig deze aanpak volgt. Voor veel organisaties is agile ontwikkeling nog een ver-van-mijnbedshow. Scrum is nog steeds in opkomst en zet nog steeds vele testprofessionals aan het denken. Wat verandert er straks allemaal? Welke skills heb ik straks nodig? En wat is de rol van testen? Heeft mijn testafdeling straks nog wel bestaansrecht? In mijn beleving relevante vragen, waar iedere proactieve, serieuze tester over na zou moeten denken. Toch is dit niet voor iedereen vanzelfsprekend. Begin september volgde ik de Certified Agile Tester (Cat)-training in Potsdam. Toen ik aan mijn team uitlegde dat ik hiervoor een week weg was, ontstond er een gesprek over agile. ‘Denk je werkelijk dat dat toekomst heeft?’, vroeg een van de testers. ‘Is dit iets waar we rekening mee moeten houden? Ik houd me daar eigenlijk niet zo mee bezig.’ We spraken af dat ik hem bij terugkomst een debriefing zou geven over de training en het fenomeen agile testen. Want zijn interesse was wel degelijk gewekt. Morgen ga ik met hem een kop koffie drinken, zodat ik nog even tijd heb om mijn ervaringen op een rijtje te zetten. De training duurde vier dagen, afgesloten met een uitgebreid praktijk- en theorie-examen op de vijfde dag. Voor het examen was ’s avonds studeren toch wel een aanbeveling. Dat maakte het een intensieve week. Eerlijk gezegd, beviel me dat wel, weer eens een training volgen waar je echt je schouders onder moet zetten. Daar steek je veel van op en het geeft aanzienlijk meer voldoening dan een cursus waar de lunch het hoogtepunt is. De training richt zich op testen in agile context. Basiskennis van testen is verondersteld, dus verwacht niet te leren hoe je de verschillende testontwerptechnieken moet toepassen. De focus ligt op het opzetten en uitvoeren van een Scrum-project. Aan de hand van praktijkopdrachten doe je ervaring op met typische agile technieken, zoals backlog, Sprint Zero, planningpoker, retrospective en daily stand-up. De legocase geniet ondertussen grote bekendheid en
elke deelnemer wil graag aan de slag om samen met zijn team een stad van speelgoedsteentjes te bouwen. Certified Agile Tester onderscheidt zich van bijvoorbeeld Certified Scrummaster door de focus op het testen. Cat geeft inzicht in hoe je als tester waarde kunt toevoegen aan het ontwikkelproces, legt uit
Het praktijkexamen vond ik fantastisch hoe je je rol kunt invullen en waar je knelpunten zitten. In de dagelijkse praktijkoefeningen leer je operationeel mee te draaien als tester. Je voert tests uit, onderhoudt het Scrum-bord en beheert je bevindingen. Je leert voorkomen dat je te lang doorgaat met een test en daardoor niet op tijd klaar bent met de overige backlogitems. Gedurende de vier dagen is er ook aandacht voor de teststrategie: hoe zet je een testproject op, wat is daarvoor nodig, welke tests doe je in de sprint, welke daarbuiten? Alle onderwerpen komen samen op de vijfde dag. Het theorie-examen bestaat uit situationele vragen, die dwingen om de syllabus serieus te bestuderen. Het praktijkexamen vond ik fantastisch. In tweeënhalf uur dien je een geheel testtraject te doorlopen. Niet alleen krijg je hierbij de opdracht om de strategie op te stellen en toe te lichten, maar je voert ook echt tests uit (laptop meenemen dus). Je wordt beoordeeld op de kwaliteit van je testlog, de fouten die je vindt, de testontwerptechnieken die je toepast en of je het proces beheerst en overziet. Deze kennis en ervaring is naar mijn mening van onschatbare waarde; er zijn immers nog steeds veel organisaties en teams die de overstap naar agile nog moeten maken. Die hebben behoefte aan mensen die hun managers, hun teamgenoten en collega-testers kunnen uitleggen en voordoen hoe agile testen in zijn werk gaat.
9 | 29
Achtergrond Beeldverwerking
Beeldverwerkingsketens bekijken met dezelfde bril Beeldverwerking wordt steeds meer ingezet in medische en industriële toepassingen. Voor verschillende toepassingen worden vaak dezelfde elementaire stappen gebruikt, maar door gebrek aan een standaardnotitie is het voor ontwikkelaars van verschillende instellingen lastig om samen te werken. Het CCL-model, dat binnen het High Profile-project tot stand is gekomen, moet dit probleem oplossen. Paul Zwart
V
eel industriële en medische toepassingen werken op basis van beeldinformatie. Vaak is de informatie in deze camerabeelden echter moeilijk te zien of te begrijpen. Computerprogramma’s moeten de beelden eerst bewerken en analyseren om de relevante informatie verbeterd weer te geven. Een typisch voorbeeld is de voedingsindustrie: het camerabeeld van ieder product op een lopende band wordt onderworpen aan een aantal analyses om beschadigde flessen of blikken met verkeerd geplaatste etiketten te herkennen en te verwijderen. Gezien de gebruikelijke hoge snelheid van een lopende band moet de analyse met een hoge frequentie en een kleine doorlooptijd gebeuren, typisch zo’n zestig keer per seconde. Een ander voorbeeld komt uit de medische wereld. Bij een hartonderzoek spuit een cardioloog een röntgencontrastmiddel in een van de slagaderen die de hartspier voeden. Met een röntgenapparaat is de stroming te volgen en zijn vernauwingen of verstoppingen van de slagaders op te sporen. Ook hier is een hoge beeldfrequentie van typisch dertig beelden per seconde nodig om de beweging van het hart en de contrastvloeistof te volgen. Bovendien bevatten de beelden veel ruis omdat de röntgendosis zo laag mogelijk
wordt gekozen in verband met gezondheidsrisico’s. De beeldverwerking moet deze ruis verwijderen en de visuele impressie van de relevante informatie versterken. De toepassingsgebieden van deze voorbeelden liggen ver uit elkaar, maar de beeldverwerking blijkt verrassend veel overeenkomsten te hebben. De programma’s zijn opgebouwd uit kleine elementaire stappen die vaak gelijk zijn voor verschillende domeinen, hoewel ze in een andere combinatie worden toegepast. Zo zal het beeld bij de lopende band van een referentie worden afgetrokken om een afwijking te vinden, terwijl de medische case twee opeenvolgende beelden van elkaar aftrekt om te bepalen hoe de contrastvloeistof zich heeft verplaatst. Ontwikkelaars van beeldverwerkingstoepassingen in verschillende toepassingsdomeinen zouden dus methodes, hulpmiddelen, algoritmes en softwarecode met elkaar kunnen delen. Om deze samenwerking te stimuleren, is in 2011 het Europese project High Profile gestart, met Nederlandse, Belgische, Finse, Italiaanse en Oostenrijkse partners. Het doel is om de huidige stand van de techniek te verbeteren door medische beeldvormende apparatuur te integreren en verschillende soorten beelden (MRI,
CT, röntgen) zinvol te combineren. Een van de werkpakketten richt zich op het ontwerp van beeldketens: pijplijnen van achtereenvolgende zelfstandige, elementaire stapjes om videobeelden te bewerken. Na overleg tussen de partners bleek dat iedereen tegen dezelfde problemen aanloopt. Omdat de beeldketens veel rekenkracht vereisen en tegelijk tijdkritiek zijn, wordt vaak parallelle verwerking ingezet. Dat maakt de programma’s complex. Er bleek echter geen algemeen geaccepteerde beschrijvingsmethode voor beeldverwerkingstoepassingen waarmee deze complexiteit in kaart was te brengen. Iedereen gebruikte zijn eigen methode. Daarom is besloten om eerst een gemeenschappelijk model op te stellen, de Common Chain Language (CCL).
Kloksnelheid en opslagcapaciteit Het CCL-model brengt de sleutelaspecten van beeldverwerkingssystemen op een gelaagde manier bij elkaar. De basislaag beschrijft de volgorde van de beeldverwerkingsstappen. Dit noemen we de Functional View. Daarop kunnen verschillende aspecten als lagen worden gestapeld. Op dit moment zijn er twee extra aspecten opge-
Figuur 1: De Functional View beschrijft de elementaire stappen in een beeldketen. De rand van de cirkel zegt iets over de functies van de stap: een ingangsstap wordt aangegeven met een binnencirkel, een uitgangsstap met een dikke rand. Daarnaast worden parameters aangegeven. In de tweede stap wordt bijvoorbeeld een convolutiefilter gebruikt met een specifieke kernelgrootte, en het display dat het beeld toont, heeft een vaste beeldfrequentie van 60 Hz.
30 |
9
Medische apparaten gebruiken vaak voorafgaande beelden om de relevante informatie naar voren te brengen. Beeld B is verkregen door beeld A en daaraan voorafgaande beelden te combineren.
nomen in het model: de Mapping View, die de toewijzing van de verschillende functies aan de hardware beschrijft, en de Execution View, waarin het parallellisme in de software wordt weergegeven. Figuur 1 laat bijvoorbeeld de Functional View van een beeldketen zien die beelden met een vaste frequentie uit een bestand leest, verbetert, roteert en inzoomt, en ze uiteindelijk op een display weergeeft. Hoewel beeldketens in de praktijk aanzienlijk ingewikkelder zijn (Figuur 4), illustreert het hoe beeldverwerking vaak is opgebouwd. Er bestaan verschillende vormen van parallellisme in een beeldketen. In een multicore systeem kunnen de verschillende stappen over de cores worden verdeeld om ze gelijktijdig uit te voeren. Een andere manier is door het beeld op te delen en ieder deel door een eigen core te laten verwerken. Ook kan gelijktijdig met de processor een GPU worden ingezet. Vaak zien we dat het eerste deel van de bewerking van een beeld door de CPU wordt gedaan en het tweede deel door de GPU. Terwijl de GPU zich aan zijn taak zet, kan de CPU alweer beginnen met zijn werk aan het volgende beeld. Dit parallellisme tussen CPU en GPU en tussen CPU-cores onderling wordt met de Execution View in kaart gebracht (Figuur 2). In de achtergrond zien we de Functional View als basislaag, met daarbovenop de informatie over de threads in het blauw aangegeven. De ruisfilter-, contrastfilter-, rotatie- en zoomstap worden alle door zeven threads parallel uitgevoerd. De control thread bewerkt zelf geen data maar beheert alle stappen tussen het ‘Begin data’- en
het ‘End data’-symbool door de benodigde threads te creëren. Deze thread draait met de hoogste prioriteit (1H) en bepaalt de beeldsnelheid, mits voldoende computerkracht beschikbaar is. Het display is onafhankelijk van de control thread omdat deze een eigen vaste beeldfrequentie heeft. De stroom beelden uit de keten moet hiernaar vertaald worden door beelden te herhalen of over te slaan. De hardware bepaalt in sterke mate de snelheid van de beeldverwerking. Naast de CPU is de GPU van belang. Daarnaast heb je te maken met de eigenschappen van opslag-
media en externe dataverbindingen naar sensoren, actuatoren en databases. Het besturingssysteem is bepalend voor de snelheid waarmee events worden afgehandeld. Deze eigenschappen zijn terug te vinden in de Mapping View, die laat zien hoe functionaliteit over de componenten van het systeem wordt verdeeld. Deze weergave geeft bovendien kengetallen voor die componenten, zoals kloksnelheid en opslagcapaciteit. Bottlenecks of overcapaciteiten zijn hiermee snel te identificeren. In Figuur 3 zien we dat de meeste stappen van de beeldketen worden uitgevoerd op de CPU,
Figuur 2: De Execution View geeft aan hoeveel threads er worden gecreëerd voor iedere stap en hoe groot de buffers zijn. Een enkele pijl tussen de stappen betekent dat data gesynchroniseerd wordt overgedragen, wat wil zeggen dat alle threads klaar moeten zijn met hun werk op het moment van dataoverdracht. Een drievoudige pijl betekent dat de afzonderlijke threads hun deel van de data rechtstreeks doorgeven aan de volgende stap.
9 | 31
Hier t i e o r g ss
®
worldcla
l a i r e t a m
g n i l d n a h
TOPIC Embedded Systems is hét systeemhuis voor technische software-ontwikkeling, digitale hardware-ontwikkeling en test-, integratie- en configuratiemanagement. En dus dé plek om je als professional te ontwikkelen. Je verlegt er continue je grenzen door complexe uitdagingen aan te gaan voor klanten in de top van de markt. Voor bijvoorbeeld een wereldspeler in material handling systems als Vanderlande Industries waar we onze kennis en kunde inzetten in verschillende projecten.
Bij TOPIC blijf je groeien door: •
• •
•
•
•
ontwikkeling van de nieuwste producten en systemen de nieuwste technologieën en tools afwisselende projecten bij opdrachtgevers of intern bij TOPIC mee te sturen in je eigen carrièreverloop uitstekende begeleiding, coaching en trainingen aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden ‘op maat’.
TOPIC: sterk in Healthcare, Semiconductor, Automotive en Professional Systems.
Kijk ook op www.topic.nl
Kris Hoogendoorn, Software Engineer bij TOPIC: “Het niveau van projecten en opdrachtgevers dwingt je voortdurend op zoek te gaan naar je grenzen. Hoe hoog kan die lat? Dat is mijn uitdaging. Daarom werk ik bij Topic!”
Topic. Blijf groeien
Achtergrond Beeldverwerking
terwijl de GPU de beeldenstroom geschikt maakt voor het beeldscherm. De eigenschappen van de CPU en de grafische kaart worden vastgelegd in de bijgaande annotaties. Verder wordt het OS en de computerarchitectuur aangegeven.
Dezelfde bril
Figuur 3: De Mapping View geeft aan over welke capaciteiten het systeem beschikt en hoe de beeldketen hier gebruik van maakt. De getallen bij elke stap geven aan welke core(s) worden ingezet.
Figuur 4: Beeldketens zijn in de praktijk complexer, zoals de Execution View voor beeldbewerking in een elektronenmicrocoop van Fei laat zien.
Het CCL-model is een informele beschrijvingsmethode die zich richt op de essentiële aspecten van een beeldketen. Het is gebaseerd op een voorstel van Mike Creemers en Wouter Wiggers van Philips Healthcare, dat al langer modellen voor beeldverwerkingsketens gebruikt bij de ontwikkeling van medische producten. De projectpartners hebben dit voorstel aangepast en vereenvoudigd en later verschillende componenten toegevoegd. Om het gebruik te vergemakkelijken, zijn er Visio-templates gemaakt. Tot op heden zijn de aspecten van het CCL-model voldoende gebleken, maar meer informatie kan worden toegevoegd met nieuwe lagen of door bestaande lagen te verrijken met meer gegevens. Dit is mogelijk zolang het aspect maar een verband heeft met de Functional View; het moet een relatie hebben tot de volgorde van de elementaire bewerkingsstappen. De doorlooptijd van de verschillende stappen zou bijvoorbeeld als aspect kunnen worden toegevoegd. Door het model kan iedereen nu met dezelfde bril naar elkaars beeldketen kijken en er een zinvolle discussie over voeren. Binnen het High Profile-project bleek bijvoorbeeld dat de meeste partners parallellisme gebruiken door aan elke bron van gegevens een thread toe te kennen. Wanneer een beeld snel verwerkt moet worden, wordt vaak de GPU ingevzet. De mogelijkheid om een beeld op de CPU door meerdere cores parallel te laten bewerken, wordt minder vaak gebruikt. Paul Zwart is softwaredesigner bij Philips Healthcare. Dit artikel is gebaseerd op werk dat is verricht in het Artemis-project High Profile (projectnummer 269356). Redactie Pieter Edelman
9 | 33
Achtergrond Verlichting
Philips Hue doorgelicht Het reguliere peertje wordt steeds meer vervangen door lampen met elektronica. Het Hue-systeem van Philips verbindt lichtpunten met je huisnetwerk. Je bedient ze met je telefoon, ze gaan vanzelf aan als je thuiskomt of ze kleuren mee met je Ambilight-televisie. Walter Slegers van Philips Lighting legt uit hoe het werkt. Walter Slegers
K
ies op je smartphone een foto van je laatste vakantie, bijvoorbeeld een romantische zonsondergang, en breng je huiskamer in die sfeer door de lampen in te stellen op de betreffende kleuren. Sla de scène op en stel een tijd in zodat je er dagelijks mee wakker wordt. En als je ’s avonds wat wilt werken of lezen, regel je de verlichting op je telefoon heel eenvoudig bij. Of koppel het licht aan internetevents en laat de kleur van een lamp veranderen als een aandeel onder of boven een door jou bepaalde koers komt. Dit alles is mogelijk met het Hue-systeem, dat Philips eind 2012 introduceerde. Deze slimme ledlamp is draadloos te bedienen, kan van kleur veranderen en past toch gewoon in dezelfde standaard E27-fitting als het klassieke peertje. Met dit product wil Philips de manier van denken over lampen veranderen, van een ding dat je met een schakelaar aan- en uitzet naar een oplossing die iets toevoegt aan je leven.
Lampen Een Hue-startpakket bestaat uit een zogeheten bridge en drie ledlampen, die je dankzij hun standaard E27-fitting eenvoudig inschroeft in bestaande armaturen. De lampelektronica bestaat in hoofdlijnen uit
34 |
9
een voeding, een geïntegreerde microcontroller met Zigbee en een leddriver. Aan software bevat de lamp een communicatiestack voor het draadloze netwerk, een ledaansturing met kleurregeling en programmatuur om scènes op te slaan. De communicatiestack ondersteunt het gestandaardiseerde Zigbee Light Link-protocol. Alle apparaten die deze taal spreken, zoals de Hue-bridge, kunnen de lampen bedienen. Samen vormen de devices een ad hoc meshnetwerk zonder centrale controle dat zich aanpast als er bijvoorbeeld een lamp uit gaat. Berichten voor verder gelegen nodes worden doorgestuurd, zodat grotere afstanden zijn te overbruggen. Lampen die niet bereikbaar zijn, doen niet meer mee totdat het netwerk er wel weer bij kan. Zigbee Light Link kent standaard commando’s voor lampen, bijvoorbeeld om hun helderheid of kleurtemperatuur in te stellen (van warm tot koud wit licht) of om een kleur te specificeren. Hue zorgt hierbij voor een constante kleur en lichtopbrengst door te corrigeren voor temperatuurvariaties. Om niet elke keer verschillende instellingen naar lampen te hoeven sturen, kun je een scène configureren en die vervolgens in één keer naar meerdere lichtpunten verzenden.
Elke lamp neemt dan zijn eigen ingestelde kleur en helderheid aan. Met het oog op toekomstige uitbreidingen kunnen de lampen naast scènes ook een nieuwe versie van de programmatuur ontvangen en opslaan. De softwarearchitectuur hiervoor wordt ook gebruikt voor de verwante producten Friends of Hue Livingcolors en Lightstrips. Livingcolors zijn compacte lampen om kleuraccenten toe te voegen aan een kamer of een wand te bestrijken met tinten. De Lightstrips zijn flexibel en bijvoorbeeld te bevestigen onder een tv-meubel of bank.
Bridge De Hue-bridge sluit je met een Ethernet-kabel aan op je huisnetwerk. Via de ingebouwde Zigbee-stack praat hij met de lampen. Per huis is slechts één exemplaar nodig. De drie lampen in het startpakket zijn vooraf aangemeld bij de meegeleverde bridge. In de Hue-app op je smartphone zijn hier lichtpunten aan toe te voegen, tot een maximum van vijftig stuks. De communicatie loopt van de app op je telefoon via wifi naar je router, vervolgens via het huisnetwerk naar de bridge. Die bevestigt de binnengekomen commando’s en
stuurt ze via Zigbee door naar de lampen. Dit laatste gebeurt asynchroon, zodat de bridge naderhand bij de betreffende lichtpunten moet opvragen wat hun nieuwe toestand is. Dat doet hij op gezette tijden. Vanaf het huisnetwerk kun je bij de bridge onder meer informeren of een lamp aan of uit is en welke kleur hij heeft. De opgevraagde waardes kunnen veranderen, bijvoorbeeld als het lichtpunt het commando heeft gekregen om geleidelijk zijn helderheid aan te passen, als met een Zigbee-afstandsbediening of ander Zigbee-apparaat de kleur is gewijzigd of als de bijbehorende traditionele muurschakelaar is gebruikt. De bridge volgt de informatie uit de lampen. De bridge doet meer dan alleen commando’s doorsturen en lampen volgen. Hij houdt ook zogeheten schedules bij. Dit zijn gebruiksschema’s zoals een kleurverandering over een aantal minuten of de dagelijkse activering van een scène op een vast tijdstip. Verder slaat de bridge ook software-updates op die het systeem uitbreiden met nieuwe functionaliteit. Hue is een open platform dat toelaat om zelf apps te ontwikkelen voor het systeem. Daartoe biedt de bridge een publiek gedocumenteerde interface aan voor de bediening
van de lampen. Hij beantwoordt echter niet zomaar alle binnenkomende commando’s. Dat doet hij alleen voor aangemelde applicaties. Na een druk op de knop op je bridge is het kortstondig mogelijk om nieuwe apps toegang te verlenen tot je Hue-systeem. Hue-apps zien de bridge, de lampen en de scènes als objecten. De software is opgebouwd volgens het design pattern modelview-controller: een model volgt de toestand van een object, een controller geeft opdrachten om de status aan te passen en een view toont het object aan de gebruiker. In een Hue-app vormen de verschillende schermen een combinatie van views en controllers. Op het ene scherm kun je bijvoorbeeld de huidige kleuren zien en veranderen, op het andere scènes bekijken, selecteren en indien gewenst aanpassen. De applicatie vraagt de laatste toestand op bij de bridge en wijzigt het model waar nodig.
Portal Behalve met de bridge staan de apps ook in verbinding met de Hue-portal. Deze internetservice maakt het mogelijk het systeem te bedienen als je smartphone niet met het lokale wifinetwerk is verbonden. Om deze functionaliteit te gebruiken, moeten bridge
en app worden gekoppeld aan een portalaccount, waarna de geautoriseerde applicaties de toestand van de lichten buitenshuis kunnen bekijken of aanpassen. Via de portal kunnen Hue-apps ook scènes delen. Dat is handig als je meerdere smartphones of tablets in huis hebt. Daarnaast bevat de Hue-portal de Meethue-site (www.meethue.com). Daar vind je onder meer een webgebaseerde app voor de bediening op afstand en een gedeelte waar ontwikkelaars de interfacebeschrijving en SDK’s kunnen vinden. Bovendien kun je er scènes uitwisselen met andere gebruikers en andere online diensten koppelen. Zo laat IFTTT het licht veranderen op basis van gekozen internetevents. De lampen worden dan bijvoorbeeld blauw als het regent of als je favoriete aandeel een duikvlucht neemt. Walter Slegers is softwarearchitect voor Philips Hue. Tijdens de beurs en conferentie Bits&Chips 2013 Embedded Systems op 7 november verzorgt zijn collega George Yianni een presentatie over de ontwikkeling van het slimme ledsysteem. Redactie Nieke Roos
9 | 35
Bits&Chips 2013
EMBEDDED SYSTEMS 7 November 2013 • 1931 Congrescentrum Brabanthallen • ’s-Hertogenbosch • NL Gold sponsor
Cosponsor
Coffee sponsor
o n c at a
lo e on line
View th
x
iti b i h
Co-organiser
gu
ee
Organiser
e
be
at
al
w.
og
ue
ww m
dd
ed-s
ystems
/c .nl
Opinie De communicatietrainer
Hoe krijg ik meer geduld? Een ontwikkelingenieur vraagt:
Jaco Friedrich is softskillstrainer bij het High Tech Institute.
[email protected]
Mijn leidinggevende merkte tijdens het laatste functioneringsgesprek op dat ik vaak te ongeduldig ben. Ik heb inderdaad de neiging mensen het werk uit handen te nemen als ik vind dat het minder goed of te langzaam gaat. Enkele collega’s ergeren zich daaraan. Bovendien krijg ik daardoor mijn eigen taken soms niet af, wat tot stress leidt. Hoe bewaar ik mijn geduld?
De communicatietrainer antwoordt: Voor de meeste lezers kost tot tien tellen geen moeite, maar in de praktijk is het toch knap lastig om geduld te hebben. Hoe zit dat? De essentie van geduld is je vermogen niet plotsklaps te reageren op iets dat bij jou een reactie oproept. Vaak gaat het dan om een irritatie of een gevoel van haast dat je krijgt. Geduld is het medicijn hiertegen. Hoe gaat dat in zijn werk? Neem bijvoorbeeld de collega die je aan je project ziet werken. Je neemt waar hoe en wat hij vertelt over waar hij mee bezig is. Dit triggert op dat moment een gedachte, zoals ‘Hij bakt er nog niks van’. Die gedachte is weer aanleiding voor een nieuwe gedachte: ‘Ik moet ingrijpen, anders loopt het mis’. Enzovoorts. Na de eerste gedachte volgen er dus meer, de zogeheten second thoughts. Al die gedachtes en emoties creëren al snel een verhaal over hoe het zit. Dit verhaal ‘plakken’ of projecteren we op de feitelijke werkelijkheid om ons heen. Het beeld dat zo ontstaat, kan ver van de realiteit af staan. Vervolgens komen we in actie op basis van onze versie van de werkelijkheid. Die klopt misschien wel helemaal niet en bestaat feitelijk alleen in ons hoofd. Als je op die bedachte werkelijkheid reageert, loop je het grote risico dat je niet het juiste doet. Ongeduld is willen dat er iets anders is dan dat er op dat moment is. Je bent feitelijk in verzet tegen de realiteit (wat je natuurlijk altijd verliest) en dat geeft een klein beetje stress. Je wordt ongeduldig en je bent niet meer met je hoofd en hart bij de situatie. De sleutel naar geduld ligt in het leren ontspannen en accepteren van wat er op dat moment gebeurt. Dat wil helemaal niet
zeggen dat je erin berust en je van alles maar laat gebeuren. Het wil wél zeggen dat je het hoofd koel houdt en je hart open, ook al gebeuren er dingen om je heen die niet lopen zoals je wilt. Vanuit dat ‘koele hoofd’ kun je vervolgens bliksemsnel in actie komen of nog even wachten. Je bent beter in staat om de realiteit van dat moment te zien, in plaats van een versie van de werkelijkheid die door je irritatie en haast is gekleurd. En doordat je meer de feiten kunt blijven zien, zijn je acties ook altijd adequater. Overigens kunnen gevoelens van irritatie of boosheid soms toch heel adequaat zijn. Bijvoorbeeld als je fiets wordt gejat. Die situatie vraagt om stevig ingrijpen. Lukt het
Stop je gedachtetrein je om dat te doen met een koel hoofd en een open hart, dan blijf je zien wat je doet en kun je ook beter mikken. In het voorbeeld van de collega die aan de door jou gedelegeerde klus werkt, kan het heel goed zijn om niet direct in te grijpen maar de man een kans te geven zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen. Dat zit hem soms maar in een paar seconden. Je wacht even en laat de ander de ruimte in plaats van het initiatief te nemen of in te grijpen. Als je last hebt van ongeduld, zul je dus inderdaad moeten leren tot tien te tellen, te ontspannen op spannende momenten en zo de gedachtetrein te stoppen voor hij goed en wel ontstaat. Je negeert gewoonweg de reeks gedachtes en blijft met je aandacht bij de feitelijke situatie. Op deze manier creëer je handelingsruimte, blijf je de feitelijke situatie zien en worden je acties automatisch adequater. Tel uit je winst.
9 | 37
Bits&Chips 2013
EMBEDDED SYSTEMS
PROGRAMME
9:15
Opening
9:30
Industrial keynote
Peter Frans Pauwels (Tomtom)
Navigating the future
10:15 10:45
Break
Co-development
Big science
Distributed sensing
Smart cities
Fred Dijkstra (Benchmark) The next generation is a multidisciplinary problem
Hans Roeland Poolman (ASI) Next-generation imaging cameras
Carl Wolff (Imtech) High-tech air measurement against low costs
Marten van der Laan (ICT) Smart energy service platform – IT architecture for smart grids
Martin Ouwerkerk (Philips Research) ‘Turn out, burn out’ with the Discreet Tension Indicator bracelet
Martin Grim (SRon) High-speed DSP for infrared space camera
Bram van der Gaag Future perspectives of distributed sensor systems in the water sector
Paul Booij (TNO) Multi-agent optimisation of heat and electricity flows in residential districts
11:20 11:25
12:00
Lunch
13:15
Ceremony
High Tech NL Award 13:50 13:55
Co-development
Big science
Distributed sensing
Smart cities
Jens Benndorf (Dream Chip) Co-development of hardware and software for an innovative 360 degree imaging application
Gijs Schoonderbeek (Astron) The need for more dense computing and how to address it
Egbert Touw (Nspyre) Bee monitoring sensor system @ Floriade 2012
Hartmut Benz (TI-WMC) Smart objects for intelligent applications
14:30 15:00
Break Ronald de Leeuw van Weenen (Sioux) Increasing grip on outsourced software development
Jan Kuper (UT) Executable mathematics
Wim Hendriksen (Fontys) Firebee: speech distribution over Zigbee networks
Paul Bakker (Neways) & Teun Wagenaar (Peer+) What is smart energy glass and how will the world benefit from it?
Han Limburg (Medusa) & Jan Stegenga (Incas3) Embedded radioactivity measurements
Jos van Eijndhoven (Vector Fabrics) Embedded systems: use FPGAs or many-cores?
Frank Brouwer (TI-WMC) Where are my tools? Efficiency in construction through low-cost radio sensor networks
George Yianni (Philips Lighting) Making the light bulb connected
15:35 15:40
16:15 16:45
Break
Scientific Haik Simon (GSI Helmholzzentrum für Schwerionenforschung) keynote
Taming raw data flow: embedded systems in the world of physics
6
17:30
Drinks
ww w.embedded-sy ste ms. nl/ pr og r am m e 9:15
Opening
9:30
Industrial keynote
Peter Frans Pauwels (Tomtom)
Navigating the future
10:15 10:45
Break
Automotive
Health care
Software quality
Sponsored track
Marco Jacobs (Videantis) A vision processing system for a safer, more comfortable, less expensive ride
Arthur Pouwels (Neways) Second life for a 25-year-old medical product
Paul Jansen (Tiobe) & Kostas Kevrekidis (Tomtom) Introducing code quality measurement in the Tomtom organisation
Wibu-Systems Licensing, protection and security for embedded systems
Evert van de Waal (Imtech) Real-time information handling in the World Solar Challenge 2013
Mark van Helvoort (Philips Healthcare) Feedback-based digital RF power system
Daniel Fischer (Hochschule Offenburg) Avoid risks and be compliant to security standards with on-target code coverage analysis
Willert/INDES-IDS UML instead of C
11:20 11:25
12:00
Lunch
13:15
Ceremony
High Tech NL Award 13:50 13:55
Electric vehicles
Health care
Software quality
Sponsored track
Wouter De Nijs (Flanders’ Drive) Software architecture in a battery management system
John van der Koijk (Nucletron-Elekta) Brachytherapy – overcoming the challenges in targeted tumor treatment
Martin Gisbert (IAR) Visualising MCU power consumption in a debug environment
pure-systems Introduction to feature modeling and systematic variant management – tools and methods
14:30 15:00
Break Dave Marples (Technolution) Coordination through vehicle-to-grid communication
René Zenden (Topic Embedded Systems) Biomedical sensing using accelerated template matching algorithms
Ralf Huuck (Red Lizard) Embedded (in)security
Marco Pas (Ihomer) Software to power your electric car
John van den Hout (Smart Mattress Company) & Ger Schoeber (Hotraco Isolutions) Co-developing a smart mattress
Peter Hoogenboom (Green Hills Software) Introduction into functional safety standards in an embedded system
IPDiA Silicon-based integrated passive devices, an excellent alternative to discrete components
15:35 15:40
16:15
Break
16:45
Scientific Haik Simon (GSI Helmholzzentrum für Schwerionenforschung) keynote Taming raw data flow: embedded systems in the world of physics
17:30
Drinks Subject to change
7
Thema Samen ontwikkelen Systemen komen steeds vaker tot stand in nauwe samenwerking tussen meerdere partijen. Dat vereist goede afstemming en communicatie, liefst binnen een geïntegreerde omgeving. Deze uitgave gaat in op de verschillende vormen van samenwerking, de struikelblokken en de beschikbare technische ondersteuning.
41 |
2
Nieuws Domotica
Snelle ontwikkeling door krachtenbundeling met Inspiro
Nefit Easy toonbeeld van innovatie voor Bosch
In zo’n anderhalf jaar tijd stampten Nefit en embedded-systeemhuis Inspiro een fonkelnieuwe slimme thermostaat uit de grond. Bij moederbedrijf Bosch van de cv-ketelfabrikant uit Deventer hadden ze aanvankelijk hun bedenkingen omdat de ontwikkeling niet binnen de reguliere processen paste, maar dat sentiment is helemaal omgedraaid: ook de ‘Vorstand’ in Duitsland ziet de Nefit Easy inmiddels als een voorbeeld van innovatie. Nieke Roos
M
enig Nederlands huishouden heeft er een in de woonkamer hangen: een onopvallend wit kastje met een saai displaytje, een grote witte draaiknop, een aantal kleinere knopjes voor de hoofdfuncties en achter een klepje de rest van de bedieningselementen. Die bediening is ook niet echt state-of-the-art: wie een klokprogramma wil instellen, moet veel handelingen verrichten met afwisselend draaien en drukken en soms zelfs allebei tegelijk. Dat bestaande kamerthermostaten niet uitblinken in schoonheid en gebruiksvriendelijkheid, daar zijn ze het bij Bosch Thermotechniek in Deventer wel over eens – Nefit is een van de drie merken waaronder dit onderdeel van het internationale concern cv-ketels op de Nederlandse markt brengt (zie kader ‘Nefit’). ‘Veel mensen vinden het lastig om een klokthermostaat te programmeren, met als gevolg dat ze de kachel gewoon aan laten staan als ze een dag weg zijn’, erkent senior engineer Henk Kalk. ‘Daarbij vind ik het merendeel van de gangbare thermostaten persoonlijk ook gewoon lelijk.’ Kalk liep al een tijdje rond met een idee voor een thermostaat die gemakkelijk te bedienen is en er ook nog eens sexy uitziet. ‘Geen gedoe met een heleboel knopjes, alleen een displaytje dat de temperatuur weergeeft en de mogelijkheid om deze hoger of lager te zetten. De meer geavanceerde functies bedien je met een app op een
42 |
9
smartphone die via wifi met de thermostaat communiceert.’ Lange tijd vond Kalk hiervoor geen gehoor binnen de organisatie, maar dat veranderde toen hij in juni 2011 een nieuwe manager kreeg. ‘Ik vond het meteen een geweldig idee’, haakt Wilfred Boesveld in. ‘In oktober zijn we begonnen aan de requirements. Omdat zijn dochter altijd lang onder de douche stond, wilde Henk bijvoorbeeld kunnen instellen dat die na een bepaalde tijd geen warm water meer geeft. Ik heb het liever iets minder warm in huis dan mijn vrouw, dus ik wilde erin hebben dat de temperatuur omlaaggaat wanneer het systeem detecteert dat haar smartphone het huis verlaat. Zo zijn we gekomen tot een hele lijst met eisen en wensen.’
Streepje voor Vervolgens was het zaak om het concept te verkopen binnen Bosch. ‘In Deventer en ook op het hoofdkwartier in Stuttgart waren ze eigenlijk vrij snel om’, herinnert Boesveld zich. ‘Toen de topman van Thermotechnik in november 2011 hier was, hebben we hem slechts een klein demootje laten zien, maar dat was al genoeg om hem over de streep te trekken. De rest van de organisatie moest toen wel mee.’ ‘Misschien is dat wel een belangrijke tip voor mensen die willen innoveren in een grote organisatie’, voegt Kalk toe. ‘Overtuig de top van het bedrijf en de anderen volgen vanzelf.’
Een belangrijke voorwaarde van het management was wel dat het project niet ten koste zou gaan van de lopende werkzaamheden. ‘Thermostaten zijn in principe niet het pakkie-an van Deventer; die maken we in Duitsland. Hier doen we de R&D voor de HR-ketel’, licht Boesveld toe. Hij mocht de ontwikkeling doorzetten als U-Boot-Projekt, zoals onze oosterburen een eigen initiatief van medewerkers noemen dat de goedkeuring heeft van de bedrijfsleiding maar waar de onderneming geen extra budget voor beschikbaar stelt. Helemaal een U-Boot was het niet, want behalve het groene licht had Boesveld ook een potje geld van zijn management gekregen om het project uit te besteden. ‘We hebben Vanberlo ingeschakeld voor het industrieel en mechanisch ontwerp en de Franse EMS-specialist Lacroix voor de productie. Voor het embedded systeem hebben we drie bedrijven uitgenodigd om een offerte uit te brengen. Twee daarvan zaten heel dicht bij elkaar; de derde was veel duurder en hebben we om die reden weggestreept. De keuze is uiteindelijk gevallen op Inspiro uit Arnhem. Enerzijds zitten ze maar een half uurtje bij ons vandaan, zodat we snel kunnen samenkomen als we iets face to face willen bespreken. Dat was erg belangrijk met het oog op de korte ontwikkeltijd. Anderzijds had ik al goede ervaringen met hen bij mijn vorige werkgever Eaton.’
‘Het kostenplaatje speelt natuurlijk mee; als de prijs een drama is, dan gaat het ’m niet worden. Maar het allerbelangrijkste als je gaat uitbesteden, is vertrouwen’, vindt Maarten Angenent, CEO van Inspiro. ‘Ik kende Wilfred inderdaad al van Eaton en daar hebben we goed samengewerkt. Dan heb je wel een streepje voor, maar een uitgemaakte zaak is het zeker niet. Er zijn meerdere kapers op de kust en opdrachtgevers spelen die tegen elkaar uit, dat is hun goed recht. Het is dan aan ons om hun het vertrouwen te geven dat wij de partij zijn met wie ze in zee moeten gaan.’
Keihard leerpunt Begin 2012 zette Vanberlo zich aan het ontwerp van de behuizing. ‘Een grote uitdaging daar was de temperatuurmeting’, schetst Boesveld. ‘Als je de sensor niet goed positioneert, registreer je ook de warmte die het kastje zelf produceert, dus dan zijn je waardes veel te hoog. Bij Nefit hebben we een slimme oplossing gevonden om de afwijkingen uit te sluiten.’ Voor Angenent en de zijnen startte het project officieel vorig jaar lente. ‘Net als de andere kandidaat-partners hadden we al wel eerder met Nefit gespart over de requirements, maar dat was om ze helder te krijgen en zo een goed voorstel te kunnen neerleggen’, vertelt de Inspiro-directeur. ‘Vervolgens hebben zij onze feedback ge-
bruikt om hun wensenlijstje aan te scherpen. Dat heeft nog een paar maanden in beslag genomen. In april van 2012 is het werk echt begonnen met de omzetting van de requirements naar specificaties.’ Zoals wel vaker, bleek dat ook nu weer geen rechttoe rechtaan aangelegenheid. ‘Er is behoorlijk wat tijd in gaan zitten om de requirements tot in de finesses uit te werken’, verklaart Xander Evers, senior embeddedsysteemengineer bij Inspiro. ‘Gaandeweg kwamen er ook nieuwe ideeën en dan was het de uitdaging om die aan te laten sluiten op wat we al hadden. Zo ben ik wel even bezig geweest om alle details boven water te krijgen.’ ‘Ik weet nog goed dat wij in het
begin drie kwartier aan de telefoon hingen om één vraag van jou te beantwoorden’, zegt Kalk lachend tegen Evers. ‘Ik was vervolgens wel toe aan een kop koffie, maar jij wilde gewoon verder met je volgende issue.’ ‘De requirements waren ook niet zo stabiel als we allebei hadden gedacht’, gaat Angenent verder. ‘Dat was een groot verschil met bijvoorbeeld het Eaton-project, dat echt heel gladjes is verlopen omdat alles goed gespect was vanuit de opdrachtgever. Nu hoeft alles ook weer niet tot in de puntjes vast te liggen, want dan mis je de creativiteit, de dynamiek en het enthousiasme. Dat was dan weer het mooie van dit project, maar iets meer vastigheid had wel
Nefit Met Marshall-hulp wordt in 1948 in Deventer de Nederlands-Amerikaanse Fittingfabriek (Nefit) opgericht. In 1965 komt het bedrijf in handen van het Amerikaanse Crane en introduceert het een staande gietijzeren cv-ketel. De naam Nefit keert terug na een managementbuy-out in 1979. Naar aanleiding van de oliecrisis komt de verzelfstandigde onderneming een jaar later met een HR-ketel. Om zich op die markt te concentreren, versmelt Nefit in 1992 met branchegenoot Fasto. De jaren daarna gaan de aandelen van het fusiebedrijf over naar het Duitse Buderus Heiztechnik, in 2004 op zijn beurt overgenomen door de Robert Bosch Group. Hierbij ontstaat Bosch Thermotechnik, opererend onder de merken Bosch, Buderus en Nefit. Sinds begin dit jaar vallen alle activiteiten op de Nederlandse markt, inclusief de Deventer R&D, onder de nieuwe bv Bosch Thermotechniek. Onderdeel van deze koerswijziging is dat Nefit het leidende merk wordt voor consumenten en dat het fabricaat Bosch zich voortaan richt op industrie en utiliteit; Buderus zal opgaan in het laatste merk.
9 | 43
How do you keep multilayer mirrors cool, even when blasted by EUV? Join us to find out At ASML we’re solving some fascinating challenges, including those of EUV. That’s why we’ve brought together the most creative minds in physics, electronics, mechatronics, software and precision engineering - to develop machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms. So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is passionate about solving complex technological problems, you’ll find working at ASML a highly rewarding experience. Per employee we’re one of Europe’s largest private investors in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue pushing the boundaries of what’s possible.
www.asml.com/careers
/ASML
/company/ASML
Nieuws Domotica
gemogen.’ ‘Dat is ook een keihard leerpunt voor ons’, beaamt Boesveld. ‘We hadden nog meer aandacht kunnen hebben voor de feasibility’, meent Evers ‘Sommige dingen hadden we dan eerder getackeld.’
Einde project Wanneer niet alles tot in de finesses op papier staat, dan geeft dat nog weleens verrassingen. ‘Ons oorspronkelijke idee was om de volledige bediening heel traditioneel via één grote draaiknop te doen’, geeft Boesveld als voorbeeld. In het nieuwe concept liepen we echter aan tegen een patent van Honeywell om een dynamische beweging om te zetten in een statische. Dus moesten we terug naar de tekentafel. Inspiro heeft toen een touchscreen voorgesteld. Veel mooier natuurlijk, maar bij ons was het nog niet opgekomen.’ Kalk: ‘Zo zie je dat bestaande patenten innovatie ook kunnen bevorderen.’ Voor grotere hoofdbrekens zorgde de eis dat het verbruik hoogstens 0,9 watt mag zijn. ‘Een thermostaat is via twee draadjes verbonden met de ketel’, legt Boesveld uit. ‘Hier gaat de communicatie overheen in twee richtingen én de voeding naar het kastje. Van oudsher leveren onze ketels maximaal 0,9 watt. Zie daar maar eens onder te blijven met een touchscreen, een moderne processor en wififunctionaliteit, zónder een batterij te gebruiken – want die moet je om de zoveel tijd vervangen – of een externe voeding – want die heb je vaak niet tot je beschikking op de plek waar de thermostaat hangt in de huiskamer.’ Door een uitgekiende componentkeuze is het toch gelukt om aan deze eis te voldoen, zij het niet zonder slag of stoot. De processor was nog niet zo’n probleem. Evers: ‘We gebruiken een Arm Cortex-M4. Die is heel klein maar toch best wel krachtig. En heel goedkoop.’ De wifimodule is een ander verhaal. ‘Het heeft echt lang geduurd voordat we een energiezuinige hadden gevonden zonder grote pieken’, blikt de systeemengineer van Inspiro terug. ‘Dat had bijna het
einde van het project betekend’, stelt Boesveld. ‘Uiteindelijk kwam Henk er op internet een tegen die voldeed.’ ‘Het heeft nog wel even gekost om die module te integreren’, merkt Evers op. ‘Ook de componentkeuze is weer in nauw overleg gegaan’, onderstreept Angenent. ‘Natuurlijk hebben ze bij Bosch een lijst van onderdelen die ze voordelig kunnen inkopen, maar het is niet zo dat ze die over de muur hebben gekieperd en dat wij verder maar moesten uitzoeken hoe we dat gingen doen binnen de afgesproken prijs.’ ‘We hebben regelmatig gezamenlijk om de tafel gezeten om voors en tegens af te wegen’, vult Boesveld aan. ‘Het was niet Nefit tegenover Inspiro, nee, je doet het project samen. Het draait niet alleen om de kostprijs, het moet ook passen binnen hun bouwbudget.’
Nul ervaring Dat de prijs niet heilig is, heeft Boesveld in dit project aan den lijve ondervonden. ‘We hadden een ontwikkelaar ingehuurd om de apps te bouwen voor Android en Iphone, voor een aparte webpagina en voor smarttv’s. Daarbij hadden we gekozen voor de scherpste aanbieder.’
Die keuze heeft niet bepaald goed uitgepakt, drukt Boesveld zich voorzichtig uit. ‘Anderhalf jaar gemiste deadlines en problemen. Op een gegeven moment had ik echt het gevoel dat het niet meer goed ging komen. Het vertrouwen was helemaal weg.’ Tien weken voor de geplande voorintroductie was de maat vol voor Boesveld. ‘Toen hebben we eerst de app voor de Iphone helemaal naar ons toegetrokken en zijn we hier bij Nefit compleet van scratch begonnen. In juni, precies op tijd, was die klaar. De Android-ontwikkeling leek goed te gaan, maar half augustus zijn we ook die in eigen huis gaan doen. Die app hebben we een maand later op de markt gebracht. De webpagina en de toepassing voor de smarttv volgen nog dit jaar.’ En dan te bedenken dat Boesvelds afdeling tot voor kort nul ervaring had met appontwikkeling. ‘Het toeval wilde dat we parallel werkten aan een zogeheten service key, een module die de installateur met een kabeltje in de ketel plugt en die draadloos communiceert met zijn smartphone. Deze hebben we in april geïntroduceerd, met apps voor Android en Iphone. Van die expertise konden we heel mooi gebruikmaken in dit project.’
Inspiro Het Arnhemse Inspiro helpt bedrijven bij hun in-productautomatisering. Met twintig hoogopgeleide mensen werkt het ingenieursbureau aan elektronica, programmeerbare logica en embedded software. Behalve voor Nefit doet het dat onder meer voor de Holtense producent van strooi- en veegmachines Aebi Schmidt, de Hengelose vermogensspecialist Eaton (het voormalige Holec), de Barneveldse bouwer van eierverwerkmachines Moba en chipmaker NXP.
9 | 45
Nieuws Domotica
Nefit Easy
Nek uitgestoken
Zoals de naam al aangeeft, heeft Nefit de bediening van zijn nieuwe Easy-thermostaat zo simpel mogelijk gemaakt. Middels een optische sensor aan de voorkant detecteert hij wanneer er iemand nadert. Vervolgens springt het 2,8 inch touchscreen aan en toont het groot de ingestelde kamertemperatuur, met daaronder twee tiptoetsen: voor de handmatige modus en voor het klokprogramma. Door van rechts naar links over het display te swipen, komt de thermostaat in de reinigingsstand. Vijftien seconden lang reageert het scherm dan niet op aanrakingen, zodat de gebruiker er een doekje overheen kan halen. In de handmatige modus is de temperatuur te veranderen door de tiptoetsen voor omhoog en omlaag te gebruiken of door verticaal te swipen over het display. Een druk op het klokicoontje laat de thermostaat switchen naar het ingestelde klokprogramma. De cirkel om de temperatuur heen doet dan dienst als klok, met een schematische weergave van de programmering: een blauw cirkelsegment markeert een periode met een lagere temperatuur, een rood segment een periode met een hogere temperatuur. In deze stand is de temperatuur ook tijdelijk handmatig te verlagen of te verhogen. Het klokprogramma is in te stellen in een speciale smartphoneapp van Nefit, door achtereenvolgens de dag in de week, de tijdsperiode en de gewenste temperatuur te selecteren. De gebruiker kan ook zijn eigen periodes definiëren. Met een druk op de knop zijn dagprogramma’s te kopiëren naar andere dagen. De applicatie biedt ook inzicht in het gasverbruik. Binnenshuis loopt de communicatie van de app over een wificonnectie naar de lokale router, dan via internet naar een speciale server van Bosch, vervolgens weer terug naar de router en ten slotte via wifi naar
46 |
9
de Easy. Als er geen verbinding mogelijk is met de server, kan de applicatie direct met de thermostaat praten via de router. Aan de GPS-locatie van de telefoon kan de Easy zien wanneer het toestel de woning verlaat, waarna hij de temperatuur eventueel automatisch aanpast. Buiten de deur gaat de communicatie eerst over het mobiele netwerk naar de server en dan via de router naar de Easy. De server kan ook extra informatie leveren aan de thermostaat, bijvoorbeeld de actuele weersomstandigheden op basis van de geografische locatie die de gebruiker bij de configuratie van de app heeft ingevoerd. Daarnaast kan hij software-updates aanbieden. Bovendien kan de gebruiker foutmeldingen van de ketel met een druk op de knop in de app doorsturen naar zijn installateur. De installatie van de Easy heeft evenmin veel voeten in de aarde. Hij past op de standaard grondplaat voor Nefit-thermostaten, zodat het slechts een kwestie is van het oude kastje eraf klikken en het nieuwe erop. Vervolgens detecteert de Easy alle draadloze toegangspunten in zijn omgeving, waarna de gebruiker zijn netwerk kan selecteren en zijn wachtwoord kan ingeven. Deze informatie onthoudt het kastje zodat het de verbinding automatisch kan herstellen. De Easy spreekt alleen het bedrijfseigen Energy Management System-protocol van Nefit, waardoor hij op dit moment alleen werkt met ketels uit Deventer. Begin volgend jaar komt de Easy Connect-adapter op de markt die de EMS-commando’s omzet naar de Opentherm-standaard. Daarmee is de thermostaat ook geschikt voor andere merken. De gebruiker heeft dan niet alle geavanceerde functies tot zijn beschikking, omdat de Easy afhankelijk is van wat de ketel biedt.
Wat zijn de belangrijkste lessen die Boesveld heeft geleerd? ‘Dat een betrouwbare partner heel wat waard is; goedkoop is soms duurkoop. En dat je een ontwikkeling niet compleet kunt uitbesteden. Mijn plan was om alles extern neer te leggen en met een minimum aan eigen mensen te werken. Die ‘paar man’, zoals ik het had verkocht aan mijn management, zijn er tien geworden. Enerzijds waren er die ongeplande ontwikkelactiviteiten, anderzijds heb ik ook onderschat wat er komt kijken bij systeemintegratie. Maarten had me er al voor gewaarschuwd, maar daar heb ik me toch onvoldoende rekenschap van gegeven.’ ‘Daar lopen we heel vaak tegenaan: uitbestedende bedrijven die denken dat ze alles over de muur kunnen gooien en dat ze dan geen problemen meer hebben. Uiteindelijk hebben we hier echter een goede balans gevonden met mijn zes mensen’, relativeert Angenent. ‘Het sloot allemaal prima op elkaar aan: Henk als domeinexpert en technisch geweten van Nefit en Xander als systeemarchitect en trekker aan onze kant, allebei met de voeten in de modder, Wilfred als geld- en ideeënman en ik als verantwoordelijke bij Inspiro. Die complementariteit is heel belangrijk in een samenwerking. Te veel overlap geeft frictie, dan gaan mensen hun territorium verdedigen. Dat was hier absoluut niet het geval.’ ‘Heel belangrijk is dat je er samen voor wilt gaan’, sluit de Inspiro-directeur zich aan bij Boesvelds eerdere woorden. ‘Zij wilden een mooi nieuw product, wij wilden dat heel graag voor ze maken omdat het een mooie referentie is. Dan is het geven en nemen van beide kanten. Neem die requirements. Er zijn grenzen aan hoe volatiel die kunnen zijn in een fixed-price project. Op een gegeven moment heb ik gezegd: tot hier en niet verder. Je moet elkaar de waarheid durven zeggen. Het ging er wel eens heftig aan toe, maar dan
Foto: Jan de Groot
was de kou ook uit de lucht.’ ‘Je hebt conflicterende bedrijfseconomische belangen’, erkent Boesveld. ‘Wij hebben een businesscase, zij hun budget. Dat is een spanningsveld. Door onze gezamenlijke passie voor het product zijn we daar denk ik goed uitgekomen.’ Die drive heeft wel voor wat liefdewerk oud papier gezorgd, vooral aan Nefit-kant. ‘Kerstavond 2011 hebben we samen met Cor van Wijk van productmanagement hier op kantoor aan de requirements gewerkt’, illustreert Kalk. ‘Koninginnedag vorig jaar hebben Wilfred en ik ons samen met een Duitse collega en Xander gebogen over de integratie van de wifimodule. Afgelopen winter hebben we hele zondagen thuis zitten testen. Anderhalf jaar lang zijn we er met zijn tweeën bijna zeven dagen in de week mee bezig geweest.’ ‘We hadden beloofd om snel naar de markt te gaan en als je
een grote mond hebt, moet je het ook waarmaken’, stelt Boesveld. ‘Jullie hebben intern je nek flink uitgestoken’, weet Angenent.
Nieuw elan Het sentiment in de organisatie is inmiddels honderdtachtig graden gedraaid, ziet Boesveld tot zijn genoegen. ‘Eén keer per jaar presenteert Bosch zijn financiële resultaten aan de pers. Tegelijk krijgen de verzamelde internationale media ook de grootste innovaties te zien. Dit jaar was die conferentie op 18 april en wij mochten de Easy komen presenteren. Een manager van Bosch had er een filmpje van gezien en hij wilde hem erbij hebben! Stond onze thermostaat daar, tussen vrijwel alleen maar automotive-ontwikkelingen. Ons project was ook nog eens een van de twee die eruit werden gehaald voor de Duitse televisie.’
‘De Easy heeft ons echt op de kaart gezet binnen Bosch’, concludeert Boesveld. ‘We krijgen steeds meer vrijheid om onze ideeen uit te werken en we worden steeds meer gevraagd om die intern te presenteren. Het is geweldig hoeveel credits we krijgen vanuit de rest van de organisatie, vanuit alle lagen. Veel ondersteuning ook. Er wordt nu heel anders naar onze afdeling gekeken.’ Met een lach: ‘Ik krijg zelfs al de vraag of ik nog meer U-Boote heb.’ Het project heeft ook voor nieuw elan gezorgd in Deventer. ‘Een aantal jaren geleden liep ik nog een beetje gefrustreerd rond omdat ik mijn ideeën niet kwijt kon’, kijkt Kalk terug. ‘Nu bruist het van het ondernemerschap en de innovatie.’ Boesveld: ‘We hebben al dertig concepten bedacht om hierop voort te borduren.’
9 | 47
SAFE RELIABLE SECURE
TR U S T ED S O F T WA RE F O R E MB ED D E D D E V I C E S For more than 30 years the world’s leading companies have trusted Green Hills Software’s secure and reliable high performance software for safety and security critical applications. From avionics and automotive, through telecoms and medical, to industrial and smart energy, Green Hills Software has been delivering proven and secure underpinning technology. To find out how the world’s most secure and reliable operating systems and development software can take the risk out of your next project, call +31 33 461 3363 or visit www.ghs.com/s4e
Copyright © 2013 Green Hills Software. Green Hills Software and the Green Hills logo are registered trademarks of Green Hills Software. All other product names are trademarks of their respective holders.
Opinie Uitbesteden
Een kwestie van vertrouwen
H
Wim Hendriksen is lector bij Fontys Hogeschool ICT.
ightech machines zijn tegenwoordig zo complex dat honderden tot duizenden ontwikkelaars er een paar jaar mee bezig zijn om goede ideeën om te zetten in goed werkende systemen bij tevreden klanten. Tot nu toe gebeurt dit onder de strakke regie van en vaak in-huis bij de OEM die het eindproduct op de markt brengt; alleen productie van subsystemen wordt vaak uitbesteed aan toeleveranciers. De HTSM-OEM’s willen nu ook onderzoek en ontwikkeling uitbesteden naar clusters bedrijven die de hele levenscyclus van het subsysteem daarvoor verantwoordelijk blijven. De auto-industrie doet dit al jaren, dus hoe moeilijk kan het zijn? Het antwoord is, helaas, dat het best moeilijk is. Dat komt door de grote hoeveelheid embedded software, die in het hele systeem meet, stuurt, aanpast, regelt, test, diagnoses stelt en meetdata verzamelt. Deze software koppelt allerlei subsystemen aan elkaar die mechanisch en elektrisch niets met elkaar te maken lijken te hebben. HTSM-producten lopen wat betreft softwarecomplexiteit nog steeds een aantal jaren voor op auto’s. Uitbesteding van subsysteemontwikkeling helpt niet om problemen op systeemniveau te identificeren of op te lossen. Dit soort problemen wordt pas aan het eind van het ontwikkeltraject zichtbaar, dus vlak voordat de productie op gang komt. Het is dan vaak erg duur om de hardware nog te wijzigen, zodat de ‘oplossing’ vaak in de embedded software wordt ingebouwd. Soms worden zelfs grote architectuurwijzigingen over meerdere subsystemen onder hoge tijdsdruk doorgevoerd. Nu gebeurt dat door de softwareorganisatie van de OEM, straks moeten toeleveranciers het zelf doen. Zij moeten die flexibiliteit dan wel op kunnen brengen. Ze moeten hun softwareontwikkelproces vroegtijdig strak integreren met de OEM en de andere toeleveranciers. Het gaat niet meer om een klein projectje in eigen beheer maar om een onderdeel van een veel groter geheel, met bijbehorende extra organisatie, regels en overhead. Nederlandse embedded-softwarebedrijven willen en kunnen projecten van maximaal twintig manjaar per jaar aannemen. Dat is voor de OEM’s niet interessant, want door de overhead bij henzelf om zo’n uitbesteed project te begeleiden, moeten clusters van minimaal honderd manjaar per jaar bui-
ten de deur worden gelegd. En dat voor periodes van vijf tot tien jaar. Hier zit dus een gat dat op dit moment niet wordt ingevuld. Een tweede knelpunt is dat toeleveranciers voor productie nu ook ontwikkeling gaan toeleveren, terwijl produceren en ontwikkelen twee heel verschillende dingen zijn. Van een tekeningenpakket naar hon-
De richting is goed, alleen de snelheid niet derd fysieke kopieën is een klus, van niks naar een tekenpakket is nog veel lastiger. Dat vereist mensen met andere spieren, het vereist omgaan met onzekerheid, het vereist maken van verregaande designbeslissingen op grond van te weinig gegevens. Productiebedrijven kennen dat soort problemen niet, en hun management ziet niet altijd de beren op de weg die er wel degelijk zijn. Het gaat erom dat je weet dat je na het in elkaar zetten van het eerste prototype nog maar op de helft van de oplevering zit, dat je nog van alles moet integreren, intern in je eigen ding, en met de andere subsystemen tot een groter geheel. Verder heeft het management van een productiebedrijf vaak geen verstand van embedded-softwareontwikkeling. Dat zal leiden tot drama’s, tenzij er management wordt aangetrokken dat weet hoe je een groot softwareproject gecontroleerd uit de hand laat lopen, met als randvoorwaarde dat je de goede software op het goede moment klaar moet hebben staan. Het is duidelijk dat zowel OEM’s als toeleveranciers er iets moois van proberen te maken. De richting is goed, alleen de snelheid niet. Toeleverende ontwikkelaars moeten veel sneller en groter, de OEM’s moeten hun de kans geven om zichzelf te organiseren zonder zich overal in detail mee te bemoeien; onder een grote boom wil weinig groeien, dus laat ook een beetje zon over voor je toeleveranciers. En geef ook de boekhouder op zijn donder dat hij rekeningen gewoon op tijd betaalt. Het is waanzin dat kapitaalkrachtige OEM’s facturen pas na maanden voldoen. Wie geld wil lenen, moet bij de bank zijn, niet bij zijn toeleverancier.
9 | 49
Advertorial
Samen kennis ontwikkelen
TMC HIGH TECH SYSTEMS BUNDELT DISCIPLINES De detacheringsmarkt krimpt, maar de TMC Group groeit stevig door. Boven de rivieren zet de nieuwe businesscel TMC High Tech Systems een tandje bij met de bundeling van vier hightechdisciplines. ‘We krijgen steeds meer vraag naar consultancy’, constateert directeur Bart Alberink.
T
MC High Tech Systems groeide sinds begin 2013 met ruim vijftig procent. ‘Dat is een behoorlijke stijging’, vindt Bart Alberink, sinds een jaar directeur bij TMC High Tech Systems in Utrecht. ‘TMC is groot geworden in de hightechregio rondom Eindhoven, maar we zien ook volop kansen in het gebied boven de rivieren. We richten ons daarbij vooral op de complexe maakindustrie en hightech systemen. We denken dat er in de regio Zuid-Holland nog volop mogelijkheden zijn. Aan de andere kant van Nederland, in Twente, zitten ook veel interessante bedrijven. Vanuit onze vestiging in Utrecht kunnen we die regio’s nog beter bedienen.’ Binnen TMC High Tech Systems zijn vier hightechdisciplines gebundeld: mechatronica, mechanical engineering, elektronica en embedded software. ‘Zo combineren we onze kennis. De TMC Group beheerst de hele productlevenscyclus met een specifieke focus op R&D en engineering. Door vier hightechdisciplines bij elkaar te voegen, maken we optimaal gebruik van de synergie tussen de vakgebieden. Naarmate we verder groeien, komt er weer een moment waarop we onze businesscel zullen splitsen.’ Ondernemende mentaliteit Alberink en zijn collega’s hebben in 2013 de markt in kaart gebracht en contacten gelegd bij diverse belangrijke prospects binnen zowel het mkb als grotere organisaties. Hij ziet bij klanten het besef groeien dat een flexibele schil het juiste antwoord is op veranderlijke marktomstandigheden. ‘Voorheen was het inhuren van mensen een kortetermijnstrategie: je deed het omdat je even wat capaciteit tekortkwam. Nu beschouwen bedrijven hun flexibele schil als een onderdeel van hun businessmodel. Je creëert ruimte om te ademen en op de lange termijn het voordeel te behalen in optimale bezetting en kosten. Bovendien haal je op het juiste moment de juiste mensen binnen. Bij TMC High Tech Systems werken de beste engineers en consultants. Specialisten met een ondernemende mentaliteit, die net een stapje verder gaan. Precies wat je nodig hebt in een R&D-traject en bij de ontwikkeling van nieuwe producten.’ Cruciaal daarbij is de hechte samenwerking tussen TMC en zijn klanten. Alberink ziet de rol van zijn businesscel daarbij vooral als kennispartner. ‘Die positie gaan we de komende tijd verder uitbouwen in Zuid-Holland en Twente. In de regio Eindhoven
is TMC een begrip en onderscheiden we ons als kennispartner duidelijk ten opzichte van onze concurrenten. Daar is jarenlang hard aan gewerkt. Natuurlijk zitten we in de detacheringsmarkt, maar we profileren ons in het hogere segment. Klanten boven de rivieren waarderen dat ook.’ TMC onderscheidt zich met name door het ‘werkondernemerschap’. Medewerkers zijn in dienst bij TMC en tegelijkertijd ondernemer. Ze delen bijvoorbeeld mee in de winst. Dat leidt ertoe dat ze niet simpelweg de klus klaren, maar vooral verder denken in het belang van de klant. ‘Het kennisniveau van onze werkondernemers is bijzonder hoog en hun attitude is energiek en initiatiefrijk. Wij weten waar het over gaat, waar onze klanten mee bezig zijn en tegen welke zaken ze aanlopen. We pakken dus net die specialistische vraagstukken op die anderen laten liggen of niet doen omdat ze daarvoor niet de goede mensen kunnen binden en boeien. Dat laatste gaat TMC door het werkondernemerschapsmodel uitstekend af, ook op een arbeidsmarkt die zich kenmerkt door schaarste aan hoogopgeleid technisch personeel. Bovendien hebben we alle benodigde vakkennis in huis. Klanten kunnen met hun vragen dus bij één partij terecht.’ Alberink heeft zeker ambities voor verdere groei in 2014. De detacheringsmarkt als geheel kende afgelopen jaar een krimp van acht procent, terwijl de TMC Group een groei van acht procent wist te behalen. ‘We mikken er bij TMC High Tech Systems op om komend jaar een verdere spurt te maken. In mechanica en mechatronica zijn we nu al heel ver, embedded software en elektronica gaan we steviger neerzetten met extra mankracht. Als nichespeler heeft TMC High Tech Systems het voordeel dat we met name in R&D-omgevingen actief zijn. Als de economie tegenzit, is R&D veelal het laatste onderdeel waar bedrijven op bezuinigen. Tenslotte is R&D de toekomst voor hun onderneming.’ Van de andere kant verwacht hij geen forse groeicijfers. ‘Er ligt nog veel onontgonnen gebied, er zijn genoeg vragen en projecten in de markt. Maar opdrachtgevers zijn nog erg terughoudend om echt tot actie over te gaan. We zitten met zijn allen te wachten tot de economie weer aantrekt, zodat het werk dat er ligt, kan worden gedaan. TMC High Tech Systems legt de lat dus hoog, maar voor volgend jaar zijn we ook realistisch. Een gestage ontwikkeling is
goed. In 2013 hebben we uitstekende eerste stappen kunnen zetten. Veel bedrijven die voor ons interessant zijn, kennen ons inmiddels en wij hen. Daar komt in 2014 ongetwijfeld veel werk uit. Dus we gaan gewoon door op de ingeslagen weg.’ Alberink beaamt dat het moeilijk is om de markt te voorspellen. ‘Vroeger leek het net alsof we een glazen bol in handen hadden, maar tegenwoordig ben je nergens meer zeker van. We moeten afwachten hoe het zich allemaal gaat ontwikkelen.’ Out of the box TMC richt zich op twee soorten dienstverlening: detachering voor kennisvraagstukken en consultancy. Alberink merkt dat er steeds meer vraag is naar advisering als klanten bijvoorbeeld een nieuwe productielijn willen opzetten of een ontwikkeling willen doorvoeren maar daarvoor onvoldoende kennis in huis hebben. ‘Wij zetten ze op het juiste pad naar het gewenste resultaat en weten welke technologie ze daarvoor moeten inzetten. Meedenken doen we ook via haalbaarheidsstudies. Daarnaast houden we met onze TMC TechTank brainstormsessies met de klant. Daar komen heel wat nieuwe, uitdagende oplossingsrichtingen uit en je kunt je eigen ideeën en aanpak toetsen met onze knappe koppen.’ TMC High Tech Systems werkt momenteel aan een nieuwe techniek om bij een klant het interne transport te automatiseren. ‘Daarbij zijn allerlei beperkende randvoorwaarden gesteld. Zo moet de bestaande vloer per se intact blijven. We ontwikkelen nu een apparaat dat slim kan nadenken over zijn omgeving en beslissingen kan nemen op basis van actuele gegevens. Dat doen we nadrukkelijk samen met de klant, waarbij TMC nooit IP-eigenaar wordt.’ Volgens Alberink is het de kunst om de opdrachtgever te begrijpen. ‘Dat klinkt makkelijker dan het is. Als een klant ergens om vraagt, zit daar vaak een hele wereld achter. Je moet weten waar dat bedrijf op dat moment mee bezig is, welke problematiek er speelt en hoe je dat beter zou kunnen aanpakken. Heb je die kennis niet, dan stel je mensen voor die de spijker niet op zijn kop kunnen slaan. Bij TMC weten we wat er gebeurt, we kennen de markt en kunnen ons goed inleven. Dat maakt TMC als kennispartner uniek. Zo gebeurt het regelmatig dat wij een vraag krijgen en de oplossing via een heel andere weg aanbieden. Wij denken out of the box.’
TMC Group • TMC detacheert hoogopgeleide technici en ICT-specialisten. Dat doet het sinds de oprichting in 2000 met een uniek businessmodel: werkondernemen. TMC ziet mensen als de drijvende kracht achter technologische ontwikkelingen. De medewerkers zijn technisch hooggespecialiseerde ondernemers, met het vereiste commerciële en zakelijke instinct om voorin de markt te opereren. • TMC brengt technisch talent in beweging. Het levert hiermee een directe bijdrage aan de verspreiding van kennis. Dat doet het vanuit de gedachte dat innovatie alleen tot stand komt door openheid. TMC staat dus voor een transparant kennishuis. • TMC heeft zijn technische specialisaties ondergebracht in zelfstandig opererende businesscellen. De businesscellen nemen hun eigen beslissingen en leggen daarover verantwoording af. Elke businesscel faciliteert de ontwikkeling en inzet van iedere betrokken werkondernemer. • In 2013 werken er bijna zeshonderd mensen bij TMC.
Achtergrond Organisatie
Vergeet competitief, word coöperatief ‘Als je een beetje beter wilt zijn, wees dan competitief. Als je exponentieel beter wilt zijn, wees dan coöperatief’, zei William Shakespeare eens. De weg van competitief naar coöperatief brengt nogal wat met zich mee voor organisaties. Niet alleen in de aansturing maar zeker ook voor de IT-systemen, legt Dick Stegeman van Ihomer hier uit. Dick Stegeman
‘T
wee weten meer dan een’ en ‘Samen staan we sterker’ zijn zomaar twee uitspraken die van toepassing zijn op samenwerking en waar, gelukkig, steeds meer aandacht voor is. Je ziet het al in de opleidingen, waar individueel opleiden is vervangen door projectonderwijs. Je ziet het ook in organisaties waar onder het mom van het Nieuwe Werken zelfsturende teams mondjesmaat opgang maken. Ten grondslag aan dit alles ligt het besef dat je samen meer weet te bereiken dan de som der delen. Daarom is het vreemd dat het zo lang heeft geduurd voordat organisaties met elkaar zijn gaan samenwerken. Nog steeds zijn de Senseo’s van deze tijd eerder uitzondering dan regel. De krachten bundelen en gezamenlijk iets op de markt zetten zou toch eerder gemeengoed moeten zijn.
Koelkast Essentieel voor een effectieve samenwerking zijn een gemeenschappelijk doel en een visie hoe dit doel te bereiken. Binnen organisaties is dit al een aandachtspunt, laat staan over organisaties heen. Veel bedrijven worstelen hier in hoge mate mee. Medewerkers in samenwerkingsverbanden zijn daardoor vaak ook de bewakers van de bedrijfsdoelstellingen. Dit is meestal niet bevorderlijk voor een open mind en opbouwende houding om tot een goed product te komen. Samenwerkingen lopen al vaak voor
52 |
9
de start stuk op eigen agenda’s, argwaan en onwil om informatie te delen. Voor succesvol samenwerken zijn transparantie en vertrouwen de sleutelwoorden. Het bedrijfsleven loopt hierin jaren achter op ons privéleven. Ik ben nog van een generatie waar het gezin erg gesloten was. Goede vrienden konden natuurlijk op een kopje koffie rekenen, maar alleen als ze daarvoor een afspraak hadden gemaakt. We spraken ze ook netjes aan met u en over zaken binnen het gezin zwegen we. De schone en vuile was bleef keurig binnen en naar buiten toe hielden we de schone schijn op. De vader was, als enige kostwinner, de patriarch en bepaalde wat er gebeurde. Hoe anders is het gezin in deze dagen. Iedereen komt zomaar binnenvallen en doorzoekt de koelkast of er nog wat te drinken en te eten valt. Alles wat er gebeurt, is bekend en wordt besproken. Geheimen kent het gezin nauwelijks meer. Als het al niet besproken is met vrienden, is het wel terug te vinden op Twitter, Hyves of Facebook. Het gezin staat veel meer open voor invloeden van buitenaf en het ophouden van een schone schijn is daarmee onmogelijk geworden. De rol van de vader is vervallen tot probleemoplosser c.q. klusjesman en wandelende pinautomaat. Volgens mij staan organisaties voor eenzelfde omslag. Op dit moment zijn dat nog bolwerken van heel gesloten gemeenschap-
pen met een patriarch aan het roer die veel marketinggeld besteden aan het ophouden van de schone schijn. Op bezoek komen kan, maar alleen op afspraak. Hoe goed de relatie ook is, er blijft een afstand en in de keuken kijken is uit den boze, laat staan het plunderen van de koelkast. Onder invloed van sociale media en het Nieuwe Werken en met de mogelijkheden om over de grenzen van organisaties heen samen te werken, is dit aan het veranderen. De grenzen binnen en buiten de organisatie zullen vervagen. Mensen zullen niet alleen steeds nauwer gaan samenwerken met collega’s, maar ook met mensen van buiten. Het marketinggeld zal niet meer worden besteed aan het creëren van een positief imago, maar met name aan het in dialoog gaan met de omgeving en het op peil houden van de inhoud van de ‘koelkast’. De verandering binnen het gezin heeft zich voltrokken in een aantal generaties. Daarbij heeft elke generatie meer ruimte en openheid weten te creëren. Bij organisaties zal het hopelijk sneller gaan, zodat wij het allemaal nog gaan meemaken.
Gemoedsindicatoren Deze transformatie is wel een nachtmerrie voor IT-afdelingen binnen organisaties. Opgegroeid in een wereld waarin de inhoud van de ‘koelkast’ ten koste van alles moest worden beveiligd, hebben zij met de komst
van het Nieuwe Werken al een behoorlijke uitdaging het hoofd moeten bieden. Collega’s die overal en altijd bij de informatie moeten kunnen en daarbij ook nog eens eigen devices willen gebruiken, vormen beveiligingstechnisch al een behoorlijke uitdaging. De boel ook nog eens openstellen aan mensen van andere organisaties maakt het allemaal nog een stap complexer. Toch is deze trend niet te keren en zullen zij zich hierop moeten voorbereiden. Het is wel een trend die veel IT-bedrijven al hebben onderkend en ook opgepakt. Niet alleen storten gevestigde namen als Google en Microsoft zich op deze ontwikkeling, ook schieten nieuwe spelers als paddenstoelen uit de grond. Onder de noemer ‘enterprise social’ of ‘engagement’ komen er steeds meer producten beschikbaar die communicatie en informatiedeling binnen gelijkgestemde groepen mensen mogelijk maken. De basis van een enterprise social-platform is het bij elkaar brengen van informatie uit diverse bronsystemen en het verrijken daarvan met een aantal functionaliteiten. Ten eerste moet het platform inzicht geven in de bereikbaarheid van teamleden. Het moet duidelijk zijn wie op welke manier het beste te bereiken is. Voor mensen onderweg is dat per mobiel. Voor mensen op kantoor kunnen producten als Skype of Google Hangouts uitkomst bieden. Mensen die druk zijn, kun je wellicht beter via
een asynchroon medium zoals e-mail, chat of post proberen te bereiken. Het platform moet slim genoeg zijn om de statusinformatie zelf te verzamelen en de verschillende manieren van communicatie ondersteunen. Ten tweede moet het inzicht geven in de status van het project en de geboekte voortgang. De geschikte middelen hiervoor zijn dashboards en loggingsoverzichten van de voortgang. Koppeling met bestaande systemen voor projectplanning en -management is wel noodzakelijk. Ten derde moet het platform een message board ondersteunen. Teamleden moeten boodschappen kunnen achterlaten waar anderen weer op kunnen reageren. Deze functie is essentieel om niet alleen werkgerelateerde berichten uit te wisselen, maar in de basis ook alles wat bij de koffieautomaat wordt besproken. Een zinvolle aanvulling hierop is het gebruik van gemoedsindicatoren om aan te geven hoe je erin zit. Het delen van emoties met je team zit niet in onze calvinistische aard, maar werkt uitermate positief in de teambuilding. Een gedeelde takenlijst mag natuurlijk ook niet ontbreken. Teamleden moeten inzicht hebben in welke taken zij onder handen hebben en welke taken er eventueel nog openstaan om opgepakt te worden. Ten slotte, en zeker niet het minst belangrijk, moeten ze van elkaar weten waar ze mee bezig zijn. Daarom moet het platform infor-
matie verzamelen en presenteren over de activiteiten van teamleden. Dit vereist koppelingen met veel systemen om de gebeurtenissen af te tappen en in het platform te krijgen, zonder menselijke tussenkomst.
Onderzoek De bestaande oplossingen dekken al enkele van deze behoeftes af, maar zijn nog onvoldoende ontwikkeld om echt van een enterprise social-platform te kunnen spreken. Ze hebben wel de potentie om uit te groeien tot een volwassen omgeving voor samenwerking over bedrijfsgrenzen heen. De verwachting is dat de ontwikkelingen de komende tijd deze kant uit gaan. Wij doen er als organisatie samen met de TU Delft al vier jaar onderzoek naar. Hierbij hebben we het pad van alles in het platform trekken ingewisseld voor zo veel mogelijk gebruikmaken van bestaande systemen. Onze koelkast is met deze ervaringen overdadig gevuld en wij nodigen iedereen graag uit om te komen plunderen. Dick Stegeman is de geestelijk vader van het IT-projectenbureau Ihomer, waarin samenwerking een centrale plaats heeft. Met de TU Delft onderzoekt en ontwikkelt hij daarnaast IT-ondersteuning om samenwerking op afstand te faciliteren. Redactie Nieke Roos
9 | 53
Achtergrond Systeemontwerp
Ontwikkelen over de domeingrenzen Bij het ontwikkelen van een hightech product blijkt het in de praktijk lastig voor ontwikkelteams om buiten de eigen expertise te stappen. Expertises zitten elkaar regelmatig in de weg, met name als bedrijven groter worden. Mentor GraphicsCEO Wally Rhines ging op zoek naar manieren om de barrières te slechten. Wally Rhines
V
oor vrijwel ieder hightech product is een robuuste set vaardigheden nodig bij de ontwikkeling. Dit varieert van mechanisch en elektrisch ontwerp tot softwareontwikkeling en systeemintegratie. Bedrijven brengen deze experts bijeen onder één dak. Maar ook al werken ze voor dezelfde onderneming, dat betekent nog niet dat ze effectief samenwerken. De systeemontwerper wordt typisch gefrustreerd door de IC-ontwerper die beweert dat de systeemarchitectuur niet geschikt is voor siliciumimplementatie. De bordontwerper wordt typisch moedeloos van de systeemarchitectuur en moet de volledige last van timing en power closure dragen met beperkte uitwijkmogelijkheden door eerdere architectuurbeslissingen. En we hebben allemaal wel eens de legendarische organisatorische scheiding ondervonden tussen hardware- en softwareontwikkeling en de felle strijd tussen die twee kampen. Bestaat er een oplossing om de grenzen tussen de expertisedomeinen te overschrijden? Ik ben op zoek gegaan naar voorbeelden van producten en organisaties die de multidisciplinaire integratie uitstekend hebben weten in te vullen. Hieronder een kort overzicht van de bevindingen die ik na jarenlange ervaring uit de industrie kan destilleren.
Verschuivingen in ontwerp en fabricage Een goede 25 jaar geleden hadden nagenoeg alle halfgeleiderbedrijven hun eigen
54 |
9
productiefaciliteit. Vrijwel iedereen was een integrated device manufacturer (IDM). Daar hoorde bij dat bij elke nieuwe technologiegeneratie heftige discussies ontstonden tussen de ontwikkel- en productieafdelingen: ontwikkelaars wilden producten ontwikkelen met de beste prestaties, het laagste vermogen en de kleinste afmetingen, productieengineers wilden fabriceerbare chips met hoge opbrengst. Moesten de ontwerpregels voor de volgende procesgeneratie agressief geoptimaliseerd worden voor afmetingen en compacte verdelingen van de elektrische eigenschappen, of moesten ze wat vergevingsgezinder zijn om een goede opbrengst te realiseren ondanks procesvariatie? Uiteindelijk werd de beslissing meestal overgelaten aan het management. Ik heb 21 jaar voor Texas Instruments gewerkt en het kwam geregeld voor dat ik dit soort kwesties moest oplossen. Aangezien het bijzonder lastig is om de argumenten van beide partijen te analyseren, werd er vaak een arbitraire keuze gemaakt: split the difference. Niemand was er gelukkig mee, maar we konden weer verder met het volgende onderwerp. De afgelopen 25 jaar heeft de halfgeleiderindustrie echter een grote verandering doorgemaakt. Productgroepen kunnen de fabricage nu uitbesteden aan foundry’s. Het machtsevenwicht, traditioneel bepaald door beleidsbeslissingen en arbitraire compromissen, verschoof hierdoor naar een situatie waarin de vrije markt bepaalt. De
foundry’s raakten verwikkeld in een agressieve onderlinge concurrentiestrijd rond de beste ontwerpregels tegen de laagste prijzen. Fabless bedrijven evalueerden de foundry’s en ontwikkelden goede relaties om het wederzijds succes te verbeteren. Dit is een van de succesfactoren van het foundrymodel. Het aandeel wafers dat afkomstig is van de foundry’s is exponentieel toegenomen en bedraagt nu meer dan twintig procent van de totale omzet uit IC’s.
Start-upmentaliteit Een intrigerende vraag is hoe het kan dat start-ups en kleine bedrijven kunnen concurreren met grote gevestigde ondernemingen. Ik durf wel te beweren dat dit komt doordat ze te klein zijn voor specialisatie. Een enkel persoon of enkele groep werkt aan de verschillende aspecten van een probleem. Er is een brede acceptatie en samenwerking, met name over de grenzen van specialismen heen. Bovendien is er bereidheid de verantwoordelijkheden te verschuiven als dat nodig is. Start-ups hebben ook een voordeel bij het definiëren van producten. Soms beschikken de componentontwikkelaars over systeemexpertise. Belangrijker is dat ze de barrières overbruggen die binnen grote bedrijven communicatie in de weg staan of waar door de ‘brekingsindex’ informatie verloren gaat. Organisaties die binnen een bedrijf mee moeten denken over de productontwikkeling zoals marketing en sales bieden klan-
Volgens Mentor-CEO Wally Rhines kan een federatieve ontwerpomgeving de frustraties tussen de verschillende disciplines wegnemen.
tenfeedback die de huidige oplossing lineair extrapoleert naar de toekomst: sneller, beter, goedkoper. Maar echt innovatieve producten komen pas tot stand wanneer de sleutelpersoon die de trukendoos van de onderneming begrijpt nauw samenwerkt met de sleutelontwikkelaar die zijn behoeftes snapt, en niet zijn wensen. In grotere organisaties spreken deze twee personen zelden met elkaar vanwege de barrières en de beschikbaarheid; de belangrijkste systeemontwerper heeft geen tijd om met ‘verkopers’ te praten, de belangrijkste componentontwikkelaar is te belangrijk voor de huidige ontwikkelprojecten om te overleggen met ‘klanten’.
Integratie van functionaliteit Een heel andere benadering om de integratieproblemen binnen een organisatie op te lossen, is om de taak van de ene groep te assimileren in een andere groep. Dit hebben we gezien in de draadloossector. In het verleden was er een groot aantal analoge circuits nodig in de ‘middenfrequentie’ tussen de RF en de digitale basisband. Vandaag de dag wordt dit afgehandeld door een blokje in een complexe Soc. Wat is er gebeurd? Rechtstreekse conversie van radiofrequentie naar basisband heeft die hele middenfrequentie overbodig gemaakt. Alles behalve de RF-vermogensversterkers kon ineens worden geïntegreerd in de digitale CMos-basisbandchip. Meer algemeen zien we dat ontwikkelaars slimme manieren hebben ontwikkeld om
analoge functies te implementeren in standaard digitale CMos-processen. De goedkope digitale wereld slokt een toenemende hoeveelheid analoge functionaliteit op. Voor veel applicaties is het zelfs niet meer nodig aparte analoge functionaliteit te integreren. De systeemintegratieproblemen verdwijnen daarmee; alle functionaliteit is nu onderdeel van het digitale systeem.
Hoger abstractieniveau Een andere directe aanpak voor het oplossen van het partitioneringsprobleem binnen organisaties is het verhogen van het abstractieniveau. Als dit maar hoog genoeg is, spreekt iedereen immers dezelfde taal. Natuurkundigen, elektrotechnici en systeemingenieurs kunnen allemaal starten met een Matlab- of UML-beschrijving van het systeem. Dat is hun overkoepelende taal. Maar al snel moet dit hoge abstractieniveau weer worden vertaald naar meer gespecialiseerde beschrijvingen. De lingua franca van Matlab/UML vervaagt in een heterogene mix van andere beschrijvingstalen. De hardware en software worden afzonderlijk geïmplementeerd in verschillende systemen. Met een beetje specialisatie wordt systeemoptimalisatie echter wat beter beheersbaar. SysML is bijvoorbeeld een afgeleide van UML. De taal wordt bijvoorbeeld ingezet bij bedrijven die medische instrumenten en implantaten ontwikkelen, voor
een rigoureuze machineleesbare specificatie en methodologie die zich leent voor automatisering. Met SysML kan een systeemontwerp begrijpelijk worden gemaakt voor zowel hardware- als softwareontwikkelaars en vanuit hun expertise worden geoptimaliseerd. De methode kan productiesoftware en synthetiseerbare SystemC-hardware genereren. De software is vervolgens te compileren voor de platformprocessor terwijl de SystemC-beschrijvingen worden omgezet naar hardwareblokken die hier via de systeembus aan worden gekoppeld.
Datamanagement over de designflow heen Grote bedrijven werken al tientallen jaren aan oplossingen voor multidisciplinair databeheer en multidisciplinaire ontwerpmogelijkheden die tegemoetkomen aan de verschillende behoeftes van hun ontwerpers. Deze ondernemingen alsook specialisten in project life cycle management (PLM) proberen de bedrijfsgegevens van uiteenlopende disciplines te integreren in één projectdatamanagementdatabase (PDM) die alle afdelingen kunnen gebruiken. Er zijn op grote lijnen drie benaderingen. De eerste is het inzetten op gestandaardiseerde formaten voor data-uitwisseling – duidelijk een goede zaak die helpt bij het ontsluiten van bedrijfsdata. Het uitgangspunt van deze aanpak is echter dat alles wordt vertaald naar de PDM-database en
9 | 55
Achtergrond Systeemontwerp
-infrastructuur. Het systeem wordt daarmee hopeloos star en tergend langzaam. De tweede aanpak is om domeingegevens volledig in het eigen formaat op te slaan in een PDM-systeem. Deze oplossing is het minst flexibel. Een van de problemen is dat het PDM-systeem slechts een verlengstuk wordt van de database voor mechanische ontwerpen. Erger nog is de aanname dat een enkele database de verschillende dataformaten van de diverse ontwerpdisciplines moet kunnen verwerken en tegelijkertijd onderhoudbaar moet zijn, terwijl de behoeftes steeds wijzigen. De zogeheten ‘federatie’-benadering is de enige aanpak die zich in de praktijk keer op keer heeft bewezen. Hierbij wordt een uniforme interface naar de database gedefinieerd waarmee alleen de overkoepelende informatie centraal wordt opgeslagen. De verschillende domeinen zijn onafhankelijk, kunnen reageren op hun specifieke uitdagingen en kunnen het systeem binnen hun
eigen domein optimaliseren. Tegelijkertijd ondersteunt deze benadering effectieve samenwerkingsprocessen. Een voorbeeldje: wanneer een elektronicaontwerper moet weten of een opening in het chassis van een auto groot genoeg is voor een kabelbundel, kan hij in een federatieve ontwerpomgeving de mechanische en elektrische ontwerpen vergelijken zonder de elektronicadatabase te belasten met alle details van de mechanicadatabase. En de softwareontwikkelaar kan in zijn vertrouwde omgeving werken; of er een onderliggend product is, een prototype, emulatie, simulatie of beschrijving op abstract niveau is niet van belang.
Een succesvol bedrijfsontwerp Het zou fijn zijn als we konden zeggen dat de frustraties tussen IC- en systeemontwerpers of hardware- en softwareontwikkelaars afnemen. Helaas is dit niet het geval. Ondanks de nieuwe bedrijfsmodellen
en steeds hogere abstractieniveaus in de beschrijving en implementatie van complexe ontwerpen beweegt de industrie naar meer specialisatie, niet minder. Om een solide fundament neer te zetten voor een bedrijfsontwerpomgeving is het daarom beter te beseffen dat er daadwerkelijke verschillen zijn tussen de behoeftes en werkwijzen van de diverse disciplines binnen een onderneming. Net zo belangrijk is het om te begrijpen dat deze verschillen in de loop der tijd alleen maar groter zullen worden. Een los federatief systeem van ontwikkelomgevingen, geoptimaliseerd voor de individuele ontwerpdisciplines, dat nuttige informatie biedt aan de andere teams vormt de optimale weg naar een succesvol bedrijfsontwerp. Wally Rhines is voorzitter en CEO van Mentor Graphics. Redactie Pieter Edelman
CodeMeter® licenses Embedded Systems CmAct, software licentie, o.b.v. systeemkenmerken ■■CmDongle, USB, CompactFlash of (micro)SD ■■Activeert software functies of machine features ■■Beheer van toegangsrechten voor service ■■Integreert in software en verkoopprocessen ■■
Bezoek ons – Stand 22 | www.wibu.com/bces
56 |
9
wibu.com/swm
Opinie Software-engineering
Halfwaardetijd van vertrouwen
T
Robert Hendriksen is softwarearchitect bij Sioux.
aalproblemen, cultuurverschillen, tijdzones en afstand maken multisiteontwikkeling lastig. Zelfs wanneer alles perfect wordt georganiseerd, blijft het moeilijk. In het verleden heb ik dit meerdere malen mis zien gaan door ogenschijnlijk kleine dingen. Simpele e-mails die te lomp zijn geformuleerd en verkeerd worden geinterpreteerd, escaleren bijvoorbeeld tot grote problemen en brengen het vertrouwen beneden het vriespunt van waaruit het nooit meer ontdooit. Wiki’s, Skype, Joi.me en Teamviewer zijn goede aanvullingen op persoonlijk contact maar zullen het nooit compleet kunnen vervangen. We hebben geleerd dat het vertrouwen dat je creëert op basis van persoonlijk contact een halfwaardetijd heeft van een week of zes. Communicatiefouten nemen toe met als gevolg dat requirements en ontwerp minder goed worden geïnterpreteerd, met als gevolg meer fouten, met als gevolg meer frictie tussen de teams en meer ‘zij’en ‘wij’-denken. Het kostenvoordeel (omdat ‘zij’ goedkoper zijn) kan snel verdampen als er meer lokale uren moeten worden gemaakt, de gewenste kwaliteit niet wordt gehaald en de klant besluit niet meer terug te komen. Microsoft heeft niet voor niets in de eerste twintig jaar van zijn bestaan iedereen in Redmond gehouden. Regelmatig persoonlijk contact is dus heel belangrijk. Sioux is een tijdje geleden begonnen met een ontwikkelteam in Vietnam. We hebben al jaren verschillende teams in Rusland en hebben bovenstaande gevaren goed weten te managen – weliswaar met de nodige leermomenten. Sinds kort mag ik deel uitmaken van verschillende projecten die we gezamenlijk in Da Nang en Eindhoven uitvoeren. Wat hebben we geleerd? Zorg dat expertise beschikbaar is op alle locaties. Maak de culturele verschillen bespreekbaar en zoek een weg in het midden. Betrek beide teams zo veel mogelijk bij allerlei zaken om de betrokkenheid te verhogen. Laat eventueel de klant beide ontwikkelteams bezoeken, dat schept vertrouwen bij de klant en verhoogt de betrokkenheid bij de ontwikkelteams.
Bij een eerder project hebben we de verhouding van drie ontwikkelaars in Vietnam op een in Eindhoven teruggebracht naar twee-twee omdat het lastig bleek iedereen voldoende snel bij te spijkeren op klantspecifieke domeinkennis. Nu we meer ervaring hebben in de samenwerking is de verhouding drie-twee geworden. Het streven is om dat op
Regelmatig persoonlijk contact is heel belangrijk korte termijn weer te veranderen naar drieeen en in de toekomst zelfs naar vijf-een. We houden dagelijkse scrums met het gehele team zodat iedereen verbonden blijft met wat er gebeurt. Bovendien zorgen we ervoor dat er gedurende de looptijd van het project teamleden uit Eindhoven in Vietnam werken of omgekeerd. Mijn huidige schema is drie weken op en drie af. Het tijdsverschil blijft lastig want we hebben maar een halve dag overlap, maar soms kan het in je voordeel werken. Die mogelijkheid gebruiken we dan ook. Als er een probleem optreedt aan het eind van de dag in Eindhoven, heeft Da Nang het antwoord de volgende dag klaarstaan. Ik zie dat werken met verschillende ontwikkelsites best kan werken, maar het kost veel moeite en vertrouwen is de sleutel. Ik vind het natuurlijk best spannend om regelmatig naar Vietnam af te reizen, maar het zou mooi zijn als tooling dusdanig verbetert dat we de halfwaardetijd een beetje kunnen oprekken en minder energieverslindend hoeven te reizen.
9 | 57
Mechatronics
Motion control tuning Starting with the time domain, the complete basis of control is repeated, placed in a modern framework, validated experimentally and applied to mechanical servo systems. During the course all aspects of ‘motion control’ are covered, including the use of feedforward steering. This course is targeted at engineers that are involved in controlled mechanical servo systems who want to gain more insight into the possibilities and limitations of servo control in an industrial setting. Participants will have a BSc/MSc degree in electrical or mechanical engineering, mechatronics, physics or equivalent practical experience, and some basic understanding of servo control. Course code: Location: Price: Duration: Dates:
MCT Eindhoven 4,495 euros excl. VAT 6 days in a period of 2 weeks commences on 20th November 2013
Mechatronics
Advanced mechatronic system design Participants will gather during this training physical insights, ways of working, design concepts and lessons learned (in terms of approach and in application-specific technical problems and solutions), which play a role in the development of precision systems. They will be confronted with aspects on different levels, e.g. the global product creation process including interaction with the customer (and the fact that the customer is in fact multiple persons with sometimes different views), technical tradeoffs on system level and recent insights/developments on module/function level. The training is a mix of presentations and exercises in combination with a conceptual design case study of a precision system, typically for lithography or inspection purposes, which will be worked on in teams throughout the course. The training is intented for mechatronic system designers and architects with typically 5 to 10 years experience in the multidisciplinary development of mechatronic precision systems. Course: Location: Course price: Duration: Dates:
AMSD Eindhoven 4,495 euros excl. VAT 6 days in a period of 2 weeks commences 5th February 2014
Electronics
EMC course for mechanical engineers After this course, the participant will have basic knowledge of EMC and EMC problems, will understand the EMC requirements to be fulfilled by the mechanical construction, and will be able to communicate with an electronic engineer on these EMC requirements. Furthermore, the participant will learn about state-of-the-art EMC mechanical design techniques to let electronic products pass the EMC compliance test first time, thereby eliminating costly last-minute changes, and too late market introductions. The course is intented for mechanical (and electronic) designers, architects, project leaders and quality engineers with a BSc/ MSc in electronics, mechanics or physics. Course code: Location: Course price: Duration: Dates:
EMC-ME Eindhoven 600 euros excl. VAT 1 day 5th February 2014
www.hightechinstitute.nl
Achtergrond Medisch
Robotendoscoop maakt chirurgie minder belastend Afgelopen maand promoveerde Jeroen de Ruiter van het Enschedese ontwikkelbedrijf Demcon op een nieuw aandrijfontwerp voor flexibele endoscopen. De vinding maakt navigatie van een endoscoop een stuk intuïtiever en brengt volgens de makers complexe chirurgie via natuurlijke lichaamsopeningen een stap dichterbij. Bram Semeijn
C
hirurgen hebben een voorkeur voor operaties waarbij ze zo min mogelijk hoeven te snijden. Een grote open wond geeft immers meer kansen op infecties en het duurt langer eer de patiënt van een operatie is hersteld. Het liefste zouden ze dan ook operaties uitvoeren met behulp van instrumenten die ze inbrengen via natuurlijke lichaamsopeningen. Endoscopen zijn hiervoor het geijkte middel, maar hebben ook hun beperkingen. De huidige generatie is ondertussen al meer dan vijftig jaar oud en heeft een vrij basic aansturing, met twee klikwielen die de tip bewegen. In de praktijk heeft de arts assistentie nodig om de slang in te voeren en te roteren. Bij complexe operatieve handelingen, zoals het uitnemen van een poliep, is er nog een derde persoon nodig die dit onderdeel voor zijn rekening neemt. Dat maakt het hanteren van een endoscoop tot een complexe aangelegenheid. Ontwikkelbedrijf Demcon uit Enschede heeft een aantal aandrijfmodules ontworpen die de besturing intuïtiever maken. ‘Ons systeem is een add-on die je vast kunt zetten op een bestaande endoscoop’, legt businessunitmanager Michiel Jannink uit. ‘Je bevestigt het systeem aan de klikwielen, die je vervolgens met een joystick bedient.’ Demcon heeft ook aandrijfmodules ontwikkeld die helpen bij het roteren van de slang. De arts heeft daardoor een hand vrij voor een medisch instrument zoals een grijper. Een derde module is een interventie-unit. Hiermee kan de arts twee instru-
menten aansturen met joysticks en met een knop op een van de stuurknuppels overschakelen naar de besturing van de endoscoop.
Universiteitsteam Het idee voor de aandrijfunits kwam niet uit de lucht vallen. In eerste instantie was het chirurg en hoogleraar technische geneeskunde Ivo Broeders die Demcon aanspoorde zich te verdiepen in robotische endoscoopaandrijving. ‘Hij was zo’n beetje het klinische geweten van het project’, vertelt Jannink. ‘Hij gaf richting en de nodige aandacht aan het ontwikkelproject, waardoor we ook welkome input kregen van andere mensen uit het veld.’ De Universiteit Twente was eveneens sterk betrokken bij het project, doordat Demcon-ontwikkelaar Jeroen de Ruiter op de aandrijfontwerpen kon promoveren. De belangrijkste technische moeilijkheden zijn ook door het universiteitsteam opgelost. Dat heeft bijvoorbeeld de besturingsalgoritmes opgesteld en de aandrijfunits gekoppeld met de endoscoop. Het Meander Medisch Centrum heeft een belangrijke rol gespeeld bij het geven van feedback uit de praktijk. In een later stadium heeft endoscoopfabrikant Olympus zich bij de groep gevoegd. Deze twee partijen hebben vooral ideeën over hoe de aandrijfunits commercieel een succes kunnen zijn.
Notes Wanneer de eerste operaties met de nieuwe endoscoopaansturing kunnen worden uitgevoerd, kan Jannink niet zeggen. De hele
ontwikkeling is ondertussen zo’n vier jaar onderweg en binnenkort zijn de eerste tests op levende subjecten. Op termijn is het echter ook de bedoeling om experimentele chirurgie uit te voeren met de robotisch aangestuurde endoscoop. ‘De nieuwe aandrijving kan direct worden ingezet voor sleutelgatoperaties en kijkoperaties. Voor de toekomst staat Notes hoog op de agenda, natural orifice transluminal endoscopic surgery’, kijkt Jannink vooruit. ‘Daarbij voer je via een natuurlijke opening een slang dermate ver door dat je uiteindelijk in de buikwand operatieve handelingen kunt uitvoeren. Als je dat soort operaties wilt doen, moet je echter wel over hulpmiddelen beschikken die de aandrijving bijzonder gebruiksvriendelijk en intuïtief maken.’ Volgens Jannink is daarvoor nu een belangrijke stap gezet.
HTNL Action Award Tijdens de beurs en conferentie Bits&Chips 2013 Embedded Systems op 7 november reikt High Tech NL de HTNL Award uit voor de succesvolste samenwerking tussen bedrijven en kennisinstituten. De drie genomineerden zijn Demcon, Sorama en Techneco. Nadat zij elk een korte pitch hebben gegeven, bepaalt het publiek de winnaar via een online stemtool. In deze Bits&Chips stellen we het trio kanshebbers voor.
9 | 59
Achtergrond Sensoren
Eindhovense geluidscamera zet microtrillingen op de kaart Begin november lanceert Sorama een nieuwe geluidscamera, waarmee gebruikers geluids- en trillingsgolven zichtbaar kunnen maken. De camera heeft het grootste microfoonarray ter wereld (1024 microfoons) en daardoor een unieke nauwkeurigheid. Bram Semeijn
A
koestische holografie wordt het ook wel genoemd, het in beeld brengen van een geluidsveld. De camera van TUEspin-off Sorama maakt hiervoor gebruik van een array met Mems-microfoons die geluid registreren. Een FPGA-acquisitiesysteem berekent en verwerkt in parallel de meetdata. Vervolgens wordt het geluidsveld op iedere gewenste afstand van het microfoonarray berekend. Er ontstaat zo een 3D-beeld van het geluid. De gegevensverwerking gebeurt daarbij realtime in de cloud. De gebruiker kan de geluidsbeelden via een browser op zijn laptop of pc bekijken en analyseren. ‘Vergelijk het met een infraroodcamera’, vertelt business development manager Gertjan Yntema van Sorama. Een infraroodcamera maakt warmte zichtbaar met behulp van licht in het infrarode spectrum. ‘Onze camera registreert trillingen in een object en de geluidsgolven die worden afgestraald en speelt deze vertraagd af in de tijd.’ De geluidscamera van Sorama is vooral geschikt om te zien waar het geluid van een object precies vandaan komt. In het binnenwerk van een auto is het bijvoorbeeld onduidelijk op welke plekken het geluid van de motor afstraalt. De nieuwste camera van Sorama is echter zo nauwkeurig dat die zelfs zeer kleine trillingen opmerkt. Eerdere versies waren uitgerust met 64 microfoonkanalen. De laatste heeft echter een array van 1024 microfoons en is daardoor een stuk nauwkeuriger.
Leren ‘De meeste bedrijven gebruiken sound imaging-camera’s om apparaten stiller te maken’, weet Yntema. ‘Dat is voor verschillende branches interessant, bijvoorbeeld om het geluid te reduceren in een passagierscompartiment op een schip, van de motor van een auto of van een ventilatieschacht in een gebouw. Een aantal klanten is echter vooral geïnteresseerd in het dynamische gedrag van
60 |
9
een product. Onze nieuwe camera kan beelden maken met een dermate hoge resolutie en heeft zo’n hoge meetnauwkeurigheid dat we ook trillingen met een zeer lage geluidsintensiteit oppikken. Het gaat dan om microuitwijkingen die vrijwel niet te registreren zijn. Een aantal hightechmachinebouwers is geïnteresseerd in die capaciteit om apparaten volledig trillingsvrij te maken.’ Officieel is de 1024-kanaals geluidscamera nog niet gelanceerd. Toch draaien er momenteel verschillende pilotprojecten bij een tiental Nederlandse partijen. Daar zitten niet alleen grote hightechbedrijven bij, zoals ASML en Philips, maar ook partijen als Daf Trucks, Damen Shipyards en Vostermans Ventilation. ‘We leren zowel van grote ontwikkelaars als van kleine en middelgrote bedrijven uit het mkb’, zegt Sorama-oprichter Rick Scholte. ‘De tien bedrijven waar we nu mee samenwerken, hebben allemaal producten bij ons afgenomen en helpen ons met het verfijnen van de camera. Van hen leren we dan vooral hoe ze de beelden gebruiken en hoe ze ze lezen. Ook is het heel leerzaam om te zien waar bedrijven de camera inzetten in
het productontwikkelproces. Een fabrikant zal dat bijvoorbeeld niet altijd op de meest efficiënte plek doen.’
Stapsgewijs De commerciële release van de camera staat nu gepland voor begin november. Sorama heeft reeds een aantal camera’s verkocht en in 2014 zet het in op internationaal zakendoen. Het wil de wereld echter stapsgewijs kennis laten maken met het product. ‘Onze visie is dat we niet snel veel apparaten willen verkopen’, verklaart Yntema. ‘We willen het product geleidelijk verfijnen en daarbij veel gebruikmaken van de feedback van onze klanten. Daarnaast willen we dat de camera’s niet alleen in het bereik van grote bedrijven liggen. Ook kleinschaligere ondernemingen moeten van de techniek kunnen profiteren. Ons verdienmodel is hier ook op ingericht. Klanten betalen een relatief klein bedrag voor de camera zelf en vervolgens voor het gebruik van het apparaat en de mogelijkheden. Door langzaam en stapsgewijs meer producten te verkopen en klanten intensief te begeleiden bij het gebruik denken we op de lange termijn meer impact te hebben.’
Achtergrond Energiesystemen
Slimme warmtepomp meet eigen prestaties Begin volgend jaar komt de Toros Vision op de Nederlandse markt, een nieuwe combiwarmtepomp met uitgebreide monitoring- en rapportagemogelijkheden. De pomp is het resultaat van een anderhalf jaar durende samenwerking tussen het Amerikaanse Honeywell en Techneco uit Delft. Bram Semeijn
D
e Toros Vision is een combiwarmtepomp uitgerust met een uitgebreid meet- en controlesysteem dat inzicht geeft in het verbruik en het rendement van het comfortsysteem in huis (verwarmings- en koelingsinstallaties). Dergelijke systemen bestonden nog niet voor de consumentenmarkt. Bijzonder aan het ontwerp is vooral dat de gegevensverwerking in de hardware van de pomp zelf gebeurt. Klanten zijn zodoende niet afhankelijk van een serviceprovider voor de verwerking van de meetresultaten. ‘Momenteel is het zo dat consumenten nauwelijks inzicht hebben in het functioneren van hun warmtepomp’, vertelt CEO Pieter van Alphen van het Delftse Techneco, dat de Toros Vision ontwikkelde. ‘Als het al gebeurt, is het relatief duur voor een consument. Een serviceprovider leest het monitoringsysteem van de pomp dan op afstand uit, verwerkt de gegevens en koppelt via internet terug naar de klant. Die dient voor de verwerking een apart servicecontract af te sluiten, wat weer de nodige kosten met zich meebrengt. Daar geloven wij niet in. Mensen zijn op zichzelf best geïnteresseerd in de prestaties en meetresultaten, maar willen daar niet maandelijks een bedrag voor betalen.’
Warmteregeling De meetgegevens die de Toros Vision verzamelt en intern verwerkt, worden door het systeem op verschillende manieren nuttig gebruikt. Op de eerste plaats geeft het gebruikers inzicht in het rendement van het apparaat. Zij kunnen de meetgegevens via een eenvoudige gebruikersinterface met touchscreen opvragen. Daarbij is het mogelijk om andere onderdelen van de woning aan te sluiten, zodat de consument een totaalbeeld krijgt van het energieverbruik in huis en de eventuele extra opwekking van zonnepanelen.
De gegevens worden ook gebruikt bij de warmteregeling in het apparaat. Zo kan het warmtepompsysteem samenwerken met een zonnecollector. De warmtevraag van de verschillende onderdelen van de pomp wordt vertaald in een zo gunstig mogelijke warmtelevering. De zonnewarmte kan worden gebruikt voor warm tapwater, verwarming of regeneratie van de bron. De combinatie met een zonnecollector stelt het systeem in staat het rendement van de Toros fors te verhogen. Het ontwerp houdt de mogelijkheid open om allerlei internetdienstverlening te koppelen. Wanneer de warmtepomp is uitgerust met wifi, kan het apparaat bijvoorbeeld gebruikmaken van en anticiperen op de weersvoorspellingen. Ook smart-gridfunctionaliteit (warmtelevering op basis van lage energietarieven) is mogelijk. Bovendien kunnen de meet- en storingsgegevens van de Toros worden gedeeld met installatiebedrijven, waardoor die beter voorbereid problemen bij de klant kunnen verhelpen.
Milaan te komen, waar de R&D-afdeling van Honeywell zit. Ze hadden een Ipad-versie van het product en we konden gaan bekijken waar ze mee bezig waren. Daar konden we zien dat ze precies dezelfde visie hadden.’ In het vervolg van het project was de grote uitdaging om de elektronica en software van Honeywell te passen in het functionele ontwerp van Techneco. Anderhalf jaar later blijkt dat dus gelukt.
Buitenland Momenteel draait de Toros Vision bij een aantal testhuishoudens. In januari moet de pomp op de Nederlandse markt verschijnen. ‘Als eerste komen we met grondgekoppelde
Uitdaging Als leverancier van duurzame energiesystemen speelde Techneco al langer met het idee om een intelligente warmtepomp te bouwen. Op een gegeven moment besloot het om daar werk van te maken en ging het op zoek naar een partner. Die vond het in het Amerikaanse technologiebedrijf Honeywell. Volgens Van Alphen was het nog een behoorlijke klus om een partner te vinden met dezelfde visie op techniek. ‘We hebben een request for proposals neergelegd bij een aantal technologiepartijen, waaronder Honeywell. In eerste instantie lag dat bedrijf niet voor de hand, omdat het nog geen eigen hardwareplatform had. Andere partijen hielden echter sterk vast aan internetdienstverlening en verwerking van meetgegevens door een serviceprovider. Op een gegeven moment kregen we een uitnodiging om naar
apparaten voor de nieuwbouw. Eind 2014 zal het systeem ook zover zijn dat het bij reeds gebouwde huizen kan worden geïnstalleerd.’ Van Alphen verwacht veel van de nieuwe warmtepomp. ‘Tot op heden richtten we ons vooral op Nederland, maar met de Toros zien we ook in het buitenland goede kansen. In België en Groot-Brittannië zijn momenteel mooie subsidieregelingen die de aanschaf van warmtepompen door consumenten interessant maken. We gaan volgend jaar zeker expanderen.’
9 | 61
Achtergrond Subsidie
Innovatieregelingen anno 2014 In 2014 kunnen ondernemers in de hightech een beroep blijven doen op een keur van innovatiestimulerende regelingen van de overheid. Emiel Ligtenbarg en Thomas Boerrigter van innovatieadviesbureau Leap zetten de belangrijkste op een rijtje. Emiel Ligtenbarg
O
m gerichter innovatie te stimuleren, is het kabinet in 2011 gestart met het topsectorenbeleid. De overheid heeft negen sectoren – Agri & Food, Chemie, Creatieve Industrie, Energie, High Tech, Life Sciences & Health, Logistiek, Tuinbouw- en Uitgangsmaterialen en Water – aangewezen waarin Nederland reeds sterk is, maar nog sterker kan worden. Door binnen deze sectoren de uitwisseling van kennis tussen bedrijfsleven, onderzoekscentra, overheid en universiteiten te stimuleren, moeten meer innovatieve producten en diensten ontstaan, die ervoor moeten zorgen dat Nederlandse bedrijven tegen de rest van de wereld kunnen concurreren. Samenwerking is dus uitermate belangrijk. De ambitie van het kabinet is om Nederland in 2020 een plaats in de top vijf van kenniseconomieën te geven. Hoewel de regering op Prinsjesdag een additioneel bezuinigingspakket van zes miljard euro bekendmaakte, blijven er nog steeds veel stimuleringsregelingen over waar u als ondernemer gebruik van kunt maken. Nu koning Willem-Alexander zijn eerste troonrede heeft gehouden en zowel de Miljoenennota 2014 als het Belastingplan 2014 zijn gepubliceerd, zijn de voorgenomen aanpassingen op de fiscale stimuleringsregelingen zo goed als bekend. Omdat u te druk bent om alle ontwikkelingen te volgen, licht dit artikel de belangrijkste toe.
62 |
9
Thomas Boerrigter
Uitbetaald Innovatie wordt ook in 2014 fiscaal gestimuleerd via een driehoek van regelingen, die bestaat uit de WBSO, de RDA en de Innovatiebox. Wanneer een onderneming van deze drie regelingen gebruikmaakt, hoeft ze minder loonbelasting af te dragen (WBSO), worden de investeringskosten in een innovatieproject gereduceerd via verlaging van de winstbelasting (RDA) en hoeft minder belasting te worden betaald over winsten uit innovatie (Innovatiebox). Ten opzichte van 2013 zijn enkele wijzigingen doorgevoerd in budgetten, percentages en categorieën. Om het nettovoordeel duidelijk te maken voor u als ondernemer komt het gemiddeld op het volgende neer: bij de WBSO ontvangt u een korting van ruim tien euro op elk besteed uur aan speuren ontwikkelingswerk, in de RDA ontvangt u een voordeel van vijftien procent voor innovatieve investeringen en dankzij de Innovatiebox betaalt u vijf in plaats van 25 procent winstbelasting – dat wil zeggen: wanneer deze winst voortkomt uit innovatie. Tezamen kunnen deze drie fiscale regelingen een onderneming tienduizenden euro’s netto voordeel per jaar opleveren. Behalve op fiscale regelingen kunnen innoverende ondernemers ook een beroep doen op subsidies. Zo kunnen ze in 2014 opnieuw gebruikmaken van de mkb-innovatiestimulering voor de topsectoren (MIT). Bedrijven
kunnen subsidie aanvragen wanneer zij bijvoorbeeld een haalbaarheidsstudie willen doen, hooggekwalificeerd personeel willen inhuren, een kennisinstelling willen inschakelen of een R&D-samenwerkingsproject willen opzetten. In deze regeling kunnen de subsidiabele kosten oplopen tot honderdvijftigduizend euro, waarbij veertig procent subsidiabel is. Het voordeel van deze subsidieregeling is dat de administratieve eisen voor u als aanvrager niet zwaar zijn en dat er in veel gevallen een voorschot van negentig procent van de subsidie wordt uitbetaald.
Rompslomp Voor bedrijven die internationaal (willen) opereren, zijn er meer opties. Zo is er een mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor demonstratieprojecten, haalbaarheidsstudies of kennisverwerving van een Innovatieregelingen zijn er op regionaal, nationaal en Europees niveau.
innovatietraject. Dit is een onderdeel van de subsidieregeling Internationaal Excelleren, dat echter als voorwaarde stelt dat het project wordt uitgevoerd in een opkomende markt zoals Brazilië, China, Egypte, Ghana, Oekraïne of Turkije. Voor demonstratieprojecten kan vijftig procent subsidie worden ontvangen tot maximaal tweehonderdduizend euro, voor haalbaarheidsstudies vijftig procent tot maximaal honderdduizend euro en voor kennisverwerving vijftig procent tot maximaal vijftigduizend euro. Ook deze regeling heeft weinig administratieve eisen: u moet een tijdbesteding bijhouden en na afronding van het project een eindrapportage indienen, inclusief een specificatie van de kosten. Ook bij deze subsidieregeling is een voorschot van negentig procent mogelijk. Ten slotte biedt het aankomende ambitieuze Europese subsidieprogramma Horizon 2020 kansen voor bedrijven die actief zijn op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie in internationaal verband. Horizon 2020 is de opvolger van het Zevende Kaderprogramma (KP7) en probeert de kloof te overbruggen tussen onderzoek en het lanceren van innovatieve diensten en producten. Het Europese Parlement heeft begin oktober ingestemd met een budget van zeventig miljard euro. De prioriteiten van Horizon 2020 zijn wetenschap op topniveau (excellent science), industrieel leiderschap (industrial leader-
ship) en maatschappelijke uitdagingen (societal challenges). Binnen het programma is vergeleken met KP7 meer ruimte gekomen voor het mkb, via een specifiek ontwikkeld instrument dat gebaseerd is op drie fases: fase 1 voor haalbaarheidsonderzoek (subsidie tot vijftigduizend euro), fase 2 voor ontwikkeling en prototyping (subsidie tussen een en drie miljoen euro) en fase 3 voor het op de markt brengen van de innovatie. Door deze aanpak lijkt ons dat dit nieuwe instrument een groot succes kan worden. Op Europese regelingen rust echter een stigma. Europese partners vinden lijkt enorm gecompliceerd en daarnaast denken bedrijven dat de administratieve lasten zeer zwaar zijn. In de praktijk blijkt dat mee te vallen. De ervaring leert dat potentiële partners vaak in dezelfde sector werkzaam zijn, waardoor zij elkaar reeds kennen. Ook gebeurt het regelmatig dat partners uit de productieketen relatief snel kunnen gaan samenwerken. Er ontstaat synergie omdat ze gebruik kunnen maken van elkaars kennis en ervaring om innovaties te realiseren. Een groot voordeel is dat een Europees netwerk ook voor andere doeleinden inzetbaar is. De administratieve rompslomp blijkt ook vaak mee te vallen, zeker wanneer uw onderneming reeds een goede administratie hanteert. De belangrijkste valkuil bij Europese regelingen is de tijdsplanning. Het is namelijk uitermate belangrijk om rekening te houden
Via subsidie op de loonbelasting en vennootschapsbelasting kunnen ondernemers hun belastingdruk verlagen.
met een lange doorlooptijd. Er wordt gewerkt met calls for proposals: oproepen om binnen een bepaalde periode projectvoorstellen in te dienen. In veel gevallen dient er reeds een samenwerking te zijn, voordat er gereageerd mag worden op een call. Horizon 2020 wordt op 12 november 2013 officieel gelanceerd in de Amsterdamse Rai, waarna het op 1 januari 2014 van start gaat. Houd uw ogen en oren dus open. Emiel Ligtenbarg is managing consultant en Thomas Boerrigter consultant bij Leap, een adviesbureau gespecialiseerd in innovatiefinanciering, subsidieadvies en businessinnovatie voor de technologische industrie en ICT. Redactie Paul van Gerven
9 | 63
Opinie De bril van Joost
Kleine bedrijven en ‘grote wetenschap’
D Joost Backus beziet de hightech door een creatieve bril.
e komende winterse kou ga ik met een houtkachel verdrijven uit mijn miniwoning. In dat kader heb ik wat contacten gelegd met middenstanders rond vervanging van kozijnen, het maken van dakdoorvoeren en het realiseren van een goed rookkanaal. Je komt dan bij kachelleveranciers, dakdekkers die het gat in het dak weer kunnen repareren, timmerlui die mooie HR++-ramen kunnen maken en bouwbedrijven die een en ander als totaalpakketje zouden kunnen leveren. Het is wel verbazingwekkend hoe weinig die mensen aan follow-up doen. Je belt, je belt nog eens, en als je ze dan eindelijk te pakken hebt gekregen en met veel pijn en moeite een afspraak hebt weten te maken, dan komen ze niet opdagen. Of ze zeggen af met een of andere smoes. En offertes lijken ze gewoon niet te willen afgeven. Ik vermoed dat ze vrezen dat het toch niks wordt en dat ze daarom weinig zin hebben om er veel tijd en moeite in te steken. Ik verdenk ons hightech-mkb’ers soms van dezelfde instelling bij grote EU-projecten: als relatief kleine speler op Europese schaal maken we weinig kans, dus we kunnen ons de moeite van het inschrijven maar beter besparen. Toegegeven, in Nederland ben je met tien tot twintig man als snel middelgroot, waar jouw Duitse ‘mkb-concurrent’ makkelijk honderdvijftig medewerkers kan tellen. Dat maakt het er inderdaad niet makkelijker op. Toch denk ik dat we er veel meer uit kunnen halen dan we nu doen. In Europese megaprojecten gaan flinke sommen geld om. Zo heeft de experimentele kernfusiereactor Iter een budget van ongeveer vijftien miljard euro. Bij Cern en Esa zijn de bedragen niet veel kleiner. Maar ook bij Nederlandse initiatieven onder de vlag van
bijvoorbeeld Astron, Fom-Nikhef of Nioz valt er genoeg te verdienen. Daar liggen best wat kansen, voor groot én klein, maar dan is het wel zaak om ‘voorwerk’ te verrichten. Onbekend maakt onbemind, dus het is goed om vooraf eens deel te nemen aan de speciale contactdagen die er zijn voor dergelijke projecten. Of om eens kennis te gaan
Het is zaak om ‘voorwerk’ te verrichten maken met hun contactpersonen voor de industrie. De meeste big science-projecten hebben een industrial liaison officer die er juist voor is om Nederlandse ondernemingen ‘aan de bak’ te krijgen. Het is aan de bedrijven om zich in de kijker te spelen. Nederlandse mkb’ers kunnen perfect inschrijven op ‘kruimelprojectjes’ van vijftigtot honderdduizend euro. Veel van deze opdrachten bewegen zich op het scherp van de innovatieve snede. Daar is veel te leren. En het bevordert de kruisbestuiving tussen wetenschap en industrie, dus ideëel is er ook iets te halen. Bij sommige projecten gelden bovendien retourafspraken, waarbij geïnvesteerd Nederlands geld ook weer terugkomt naar Nederland. Het is waar: het kost allemaal wat tijd en moeite. Met de mentaliteit van de gemiddelde dakdekker en timmerman redden we het niet. Eerlijke interesse in projecten duurt het langst.
9 | 65
Agenda Trainingen Comsol Multiphysics intensive training
High-performance computing in drug research
The risk of words
4 en 5 november, Zoetermeer 9 en 10 december, Leuven
5 november, Leuven
15 november, Leusden 13 december, Leusden
25 en 26 november, Zoetermeer www.comsol.nl
5 - 8 november, Leuven
Start 18 november, Eindhoven
8 november, Leuven
27 - 29 november, Eindhoven
18 - 22 november, Leuven
Start 2 december, Eindhoven www.mithuntraining.com
Comsol Multiphysics solvers training
Advanced digital physical implementation flow Selecting the right process technology for your design Epixfab silicon photonics
Universal Verification Methodology
Architectural simulations for hardware/software codesign in life sciences research
Object-oriented analysis & design using UML 2.0
Design patterns
29 november, Leuven
Object-oriented analysis & design using UML 2.0
Advanced VHDL
28 - 30 april 2014, Leuven www.imec-academy.be
Start 18 november, Eindhoven
18 - 20 november, Borne
Advanced cleaning
21 en 22 november, Borne www.dizain-sync.com
Start 18 november, Eindhoven
Procesmatig systemen ontwikkelen
Software engineer empowerment
Start 21 november, Eindhoven www.mikrocentrum.nl
Solarceltechnieken
4 - 6 november, Deurne www.sintecs.eu
Requirements engineering foundations
Introduction to Verilog
11 - 14 november, Borne
Signal and power integrity and high speed methodology
12 en 13 december, Eindhoven
Altium Nanoboard
8 november, Markelo 10 januari 2014, Markelo 7 februari 2014, Markelo
Altium Designer advanced
15 november, Markelo 16 december, Markelo 17 januari 2014, Markelo
Advanced VHDL
21 en 22 november, Markelo
Design for Six Sigma
Altium Designer
Start 17 december, Eindhoven
25 en 26 november, Markelo 27 en 28 januari 2014, Markelo
Hyperlynx advanced high-speed PCB analysis
Systems engineering
Start 13 januari 2014, Amsterdam www.engenia.nl
18 - 20 november, Almelo
Hermetic packaging design of Mems
21 en 22 november, Almelo
Reliability and test
25 - 27 november, Almelo
Polymer optoelectronic technologies and their applications
28 en 29 november, Almelo
Microsystems in biomedical engineering and medical products
2 en 3 december, Almelo
Hyperlynx power integrity analysis
7 en 8 november, Zürich, Zwitserland
11 en 12 november, Neuchâtel, Zwitserland 15 november, Muttenz, Zwitserland
27 en 28 november, Neuchâtel, Zwitserland
Micro-optics
9 en 10 december, Neuchâtel, Zwitserland
Labs-on-chip technologies: basics and applications
2 en 3 juni 2014, Neuchâtel, Zwitserland www.fsrm.ch
Expedition PCB advanced (V2007) Hyperlynx signal integrity analysis Library manager for DXDesigner to Expedition PCB flow (V2007)
Omnify Empower PLM user training
9 en 10 december, Almelo
Nanometer CMos ICs basics
12 en 13 november, Eindhoven
Design of switch-mode power supplies
Matlab for building graphical user interfaces
Start 9 december, Eindhoven
18 november, Eindhoven
Start 7 januari 2014, Eindhoven
22 november, Eindhoven
Electronics for non-electronic engineers
Matlab-based optimisation techniques
EMC course for mechanical engineers
5 februari 2014, Eindhoven
Matlab programming techniques
Power integrity for product designers
10 en 11 december, Eindhoven 19 en 20 december, Eindhoven
Design of analog electronics – analog IC design
16 december, Eindhoven
Start 6 februari 2014, Eindhoven
Start 25 februari 2014, Eindhoven
Matlab for data processing and visualisation Signal processing with Matlab
System architect(ing)
17 en 18 december, Eindhoven www.mathworks.nl
Start 17 maart 2014, Eindhoven
Signal integrity
Start 18 maart 2014, Eindhoven www.hightechinstitute.nl
Software reliability
Start 4 november, Eindhoven
Root cause analysis
7 november, Eindhoven
Six Sigma
14 november, Eindhoven
Design for Six Sigma Black Belt
Start 24 februari 2014, Eindhoven www.holland-innovative.nl
Multicore programming in C and C++
4 - 6 november, Eindhoven www.vectorfabrics.com
Teststand 1: test development
Data acquisition and signal conditioning
25 - 27 november, Zaventem
16 - 18 december, Almelo www.innofour.com
Fundamentals of VHDL
15 - 17 januari 2014, Markelo www.transfer.nl
18 - 20 november, Woerden 9 - 11 december, Zaventem
Omnify Empower PM administrator training
Simulink for system and algorithm modeling
Start 25 november, Eindhoven
Labview core 2
7 en 8 november, Zaventem 5 en 6 december, Woerden
21 en 22 november, Woerden 12 en 13 december, Zaventem
Matlab fundamentals
Start 20 november, Eindhoven
4 - 6 november, Zaventem 2 - 4 december, Woerden
Ces fundamentals tips & tricks
16 december, Almelo
5 - 7 november, Eindhoven 3 - 5 december, Eindhoven 10 - 12 december, Mechelen
Motion control tuning
Labview core 1
Labview core 3
Labview performance
28 en 29 november, Zaventem www.ni.com/netherlands
Elektromagnetische compatibiliteit
Start 7 november, Eindhoven
Model-based engineering of electrical drives Start 11 november, Eindhoven
In-depth theory of electrical machines
Start 13 november, Eindhoven cursus.paotechniek.nl
Commences on 26 February 2014 Eindhoven
Training Applied optics Professionals who do not design (specify, test) optical systems but who are working on projects together with optical designers and want to know more about optical principles will benefit from this practice-oriented course. Topics such as waves, geometrical optics, interferometry, diffraction and polarisation will be covered during this course, by means of lectures, home assignments and an excursion. The training is intended for people with a non-optical background (e.g. electronics, mechanics, chemistry) who work in projects involving optics and want to increase their level of understanding of optical principles and applications. Duration: 15 weekly mornings Course price: 2,500 euros excl. VAT
www.hightechinstitute.nl
66 |
9
Agenda Events NOVEMBER Technology meets application automotive 5 november, Helmond www.automotivenl.com
European Space Solutions
5 - 7 november, München, Duitsland www.space-solutions.eu
Innoveren en stroomlijnen van zorgprocessen 6 november, Eindhoven www.holland-innovative.nl
Wireless Congress: Systems & Applications
6 en 7 november, München, Duitsland www.wireless-congress.com Bits&Chips 2013
EMBEDDED SYSTEMS Bits&Chips 2013 Embedded Systems 7 november, ’s-Hertogenbosch Info:
[email protected] www.embedded-systems.nl
Ledtalks
11 november, Eindhoven www.ledtalks.nl
Introduction to functional safety according to Iso 26262
Life cycle management
Nederlandse Testdag
GNSS signals and signal processing
Productronica
BMW I3: innovations in materials and concepts
3TU Innovation & Technology Conference
12 november, Frankfurt, Duitsland www.lifecycleconference.eu 12 - 15 november, München, Duitsland www.productronica.com
Robotica in de zorg
13 november, Eindhoven www.mikrocentrum.nl
21 november, Groningen www.dutchtestingday.com
5 en 6 december, München, Duitsland ifen.bauv.unibw.de/gnss-signals-workshop
27 november, Helmond www.automotivenl.com
6 december, Eindhoven www.3tu.nl
European Nanoelectronics Forum
EMC Automotive Event
13 en 14 november, Woerden www.emc-automotive-event.nl
Organising innovation 14 november, Eindhoven www.alten.nl
27 en 28 november, Barcelona, Spanje www.nanoelectronicsforum.org
ICT.Open
14 november, Eindhoven www.profibus.nl/profidag2013
The International Electric Vehicle Symposium & Exhibition 17 - 20 november, Barcelona, Spanje www.evs27.org
Internet of things: the necessity of IPV6 19 november, Leuven www.dspvalley.com
Domotica & slim wonen
20 en 21 november, Eindhoven www.beursdomoticaenslimwonen.nl
High-Tech Systems
7 en 8 mei 2014, ’s-Hertogenbosch www.hightechsystems.eu
9 - 11 december, Washington, Verenigde Staten www.ieee-iedm.org
Elektro Vakbeurs
27 en 28 november, Eindhoven www.ictopen2013.nl
Testen en facilities in automotive 28 november, Eindhoven www.holland-innovative.nl
Profidag
International Electron Devices Meeting
MEI 2014
10 - 12 december, Hardenberg www.evenementenhal.nl/hardenberg
JANUARI 2014 International Cybersecurity Forum
DECEMBER
21 en 22 januari 2014, Lille, Frankrijk www.forum-fic.com/2014/en
Turning data into value 2 december, Eindhoven eirict.win.tue.nl
Smart Systems Industry Summit 4 december, Mechelen www.ssis2013.com
Co-Summit
4 en 5 december, Stockholm, Zweden www.artemis-ia.eu
12 november, Helmond www.automotivenl.com
Raspberry Pi
Ontdekken in 45 elektronica projecten € 36,95
Met de Raspberry Pi heeft u voor slechts een paar tientjes een complete computer in handen, waar op eenvoudige wijze allerlei elektronica aangesloten kan worden. Dit nieuwe Elektor-boek (292 pagina’s) gaat in op een van de sterke kanten van de Raspberry Pi: de combinatie van programmeren en elektronica. Maar liefst 45 spannende en interessante projecten worden in detail besproken en uitgelegd. De starterkit is los verkrijgbaar.
€ 44,95 Meer info en bestellen op www.elektor.nl/raspberrypi 9 | 67
AcQ Inducom is looking for ordinary people creating the extraordinary AcQ Inducom is a small medium enterprise established 28 years ago that is developing embedded hard- and software. We are specialized in highperformance, safety-critical, ruggedized and low power solutions. Our products are mostly used in aerospace, transport, defense and industry. Our company aims to stay up front with new cutting-edge technologies. Therefore we can offer our personnel challenging projects that stimulate their individual growth and knowledge. We target to solve the most complex problems in a pragmatic way, which is highly appreciated by our customers. We would like to expand our team with new enthusiastic passionate engineers. So if you are looking for a new challenge, contact us!! Contact details: AcQ Inducom Jeffrey van Grunsven Rijnstraat 20 5347KN Oss T +31 412 641922 E
[email protected] W www.acq.nl
Senior embedded software engineer: Skills: • ANSI-C • Embedded software design • Real-time OS (VxWorks, PikeOS, Integrity) • Device drivers • Affinity with hardware • English proficiency • Writing technical documentation • GCC toolchain
Preferences:
• Safety critical software + standards • PowerPC/ARM architecture • ARINC-653 • Networking stacks • FPGAs • System engineering
Senior hardware engineer: Skills: • VHDL • Schematics and PCB design • Digital design • Testing and simulation • English proficiency • Writing technical documentation
Preferences:
• Knowledge of analog design • Safety critical designs • Knowledge of EMC • Knowledge of RF/HF • Affinity with software
“Ordinary people creating the extraordinary”
Software design engineer – job id 051590 Philips Innovation Services Contactpersoon: Bastiaan Post E
[email protected] T +31 6 31978137
Sr. software engineer / (sr.) software designer PROMEXX Contactpersoon: Suzanne van Dijck E
[email protected] T +31 40 2676867
Software engineer PROMEXX Contactpersoon: Suzanne van Dijck E
[email protected] T +31 40 2676867
Technische software professional (junior/medior) Yrz Contactpersoon: John Dijkhorst E
[email protected] T +31 6 50909049
Op zoek naar een baan (hbo+) in de hightechindustrie? Bekijk dan het uitgebreide vacatureoverzicht op www.hightechbanen.nl.
www.hightechbanen.nl
@HightechBanen
Simpel en effectief leren innoveren Ervaringsdeskundige en master trainer Mary Lou Leistikow heeft onlangs twee nieuwe trainingen bij HTI geïntroduceerd: ‘Simplicity’ en ‘The power of perception’. Leistikow begon haar loopbaan in de hardware- en softwareontwikkeling en kwam twintig jaar geleden in contact met de denktechnieken van Edward de Bono. ‘Zijn ideeën zijn fantastisch; ze brengen elk ontwikkelproces in een stroomversnelling. Je leert gestructureerd creatief denken en communiceren, op een simpele en effectieve manier. Wereldwijd zit ik nu denktanks voor en begeleid ik CEO’s die willen innoveren.’ Bij ‘Simplicity’ leren deelnemers complexe projecten te vereenvoudigen tot een verkoopbaar product. ‘The power of perception’ richt zich op een goed doordachte besluitvorming en het opstellen van concrete actieplannen. Beide cursussen sluiten aan bij de trainingen ‘Six thinking hats’ en ‘Lateral thinking’, die Leistikow al bij HTI geeft. ‘Met deze trainingen kom je los van ingesleten standpunten en discussies’, aldus Leistikow. ‘We werken met concrete voorbeelden, waarna de deelnemers een vertaalslag naar hun eigen praktijk moeten maken. Mijn rol bestaat eruit om deelnemers niet alleen de theorie achter de denktechnieken bij te brengen, maar ze ook op de juiste manier ermee te laten omgaan. En om van het boekje af te wijken, als dat nodig is.’
Uitbreiding EMC-cursuspakket HTI start begin 2014 met twee nieuwe trainingen op het gebied van elektromagnetische compabiliteit (EMC). De cursussen zijn bedoeld voor machinebouwers en productontwikkelaars, en vormen een aanvulling op de bestaande EMC-cursus bij HTI. ‘Elke nieuwe generatie IC-componenten is sneller maar heeft ook een hogere frequentie’, vertelt docent Marcel van Doorn, EMC technology & strategy manager bij Philips. ‘Dat leidt tot toenemende EMC-problemen. De producten stralen meer uit. Daarnaast zijn ze gevoeliger voor storingen uit de omgeving door de lagere voedingsspanning.’ Bovendien ontstaan er functionele problemen onder meer met het signaal en de stroomvoorziening. ‘Door bijvoorbeeld de voeding goed te ontwerpen en speciale lay-outmaatregelen te nemen voor de printplaten kun je die functionele problemen voorkomen.’ Bij de nieuwe tweedaagse cursus ‘Power integrity for product designers’ leren deelnemers de balans te vinden tussen functionaliteit en EMC. Op dit terrein bestaan nu nog geen trainingen. Bij de cursus wordt het gloednieuwe simulatiepakket van Mentor Graphics gebruikt.
Ook in het laagfrequentgebied ontstaan problemen, met name storingspieken op het spanningsnet door een toenemend aantal zonnecellen en ledlampen. ‘Die pieken kun je door technische maatregelen onderdrukken, maar er komen ook nieuwe technische standaarden’, aldus Van Doorn. ‘Voor machinebouwers is het belangrijk om daarvan op de hoogte te zijn. Vandaar dat we voor hen met een speciale EMC-training starten.’ De nieuwe eendaagse cursus ‘EMC for mechanical engineers’ brengt machinebouwers op de hoogte van het EMCvakgebied en brengt hen de taal van de elektrotechnicus bij. ‘Zo kun je effectiever en efficiënter overleggen over technische specificaties.’ Beide cursussen hebben een praktische insteek. ‘We tonen aan de hand van concrete voorbeelden aan dat onze ontwerpregels kloppen en onze adviezen een positief effect hebben op het EMC-gedrag’, vertelt Van Doorn. Hij bezoekt regelmatig internationale conferenties over EMC en is goed op de hoogte van de recente ontwikkelingen. ‘We zien specifieke behoefte aan kennis over EMC ontstaan. De nieuwe cursussen sluiten wat dat betreft perfect aan op de bestaande vijfdaagse EMC-training bij HTI.
Beste opleiding voor voedingen tot 300 watt Ontwerpers, controleurs, projectmanagers die te maken hebben met schakelende voedingen voor consumenten- en aanverwante elektronica tot 300 watt kunnen vanaf december 2013 hierover een training op hoog niveau volgen bij The High Tech Institute. Vanwege het pittige karakter wordt de cursus ‘Design of switchmode power supplies’ verdeeld over twee blokken van drie dagen. Werkervaring is niet echt nodig, maar wel een technisch hbo-niveau met een achtergrond in analoge elektronica. De training is ontwikkeld en wordt gegeven door Frans Pansier, power supply architect bij NXP. ‘Als je deze training hebt gevolgd, weet je hoe je een schakelende voeding moet maken die aan alle eisen van de eindgebruiker voldoet. Daarom gaan we de diepte in en behandelen we het onderwerp grondig in al zijn facetten.’ Pansier vervolgt: ‘Het unieke van deze cursus is dat we ons specifiek richten op schakelende voedingen voor consumentenelektronica tot 300 watt. De kennis en technieken hiervoor vind je in geen enkel boek terug. Bovendien krijg je veel praktische aanwijzingen aan de hand van voorbeelden uit de praktijk. Het belangrijkste is dat je leert begrijpen hoe zo’n voeding werkt.’
Vacuümtrainingen naar doelgroep In 2014 zal de opzet van de vacuümtrainingen onder auspiciën van NEVAC veranderen. De trainingen worden geoptimaliseerd voor de volgende doelgroepen: assemblage, kwaliteitscontrole, onderhoud, basisengineering en engineering met verdieping. De omvang van de trainingen varieert van minimaal 1 dagdeel tot maximaal 8 dagdelen. Het voordeel van deze benadering is dat de cursist in kortere tijd toegang krijgt tot de kennis die nodig is voor een optimaal functioneren in de hightech omgeving van UCV en UHV met als resultaat een beter product met minder opstartproblemen. Meer gedetailleerde informatie zal binnenkort verschijnen op de website van The High Tech Institute.
www.hightechinstitute.nl
Electronics Thermal design and cooling of electronics workshop (CoE) Nanometer CMOS ICs basics (CMOS-Basic) Design of switch-mode power supplies (D-SMPS) Design of analog electronics - embedded analog 1 (DAE-AE1) Electronics for non-electronic engineers (ENE-BSc) EMC course for mechanical engineers (EMC-ME) Power integrity for product designers (PI-PD) Design of analog electronics - analog IC design (DAE-IC) Signal integrity (SI-WS)
6 - 8 November 2013 (3 days) 25 - 27 November 2013 (3 days) Commences 9 December 2013 (6 days) Beginning of 2014 (8 days) Commences 7 January 2014 (43 sessions) 5 February 2014 (2 days) 6 and 7 February 2014 (2 days) Commences 25 February 2014 (11 days) Commences 18 March 2014 (3 lessons of 5 hours)
Mechatronics Metrology and calibration of mechatronic systems (MCMS) Motion control tuning (MCT) Dynamics and modelling (DAM) Design for ultra high and ultra clean vacuum (UHV2) Mechatronics system design - part 1 (Metron1) Advanced mechatronic system design (AMSD) Thermal effects in mechatronic systems (TEMS) Iterative learning control (ILC) Machine vision for mechatronic systems (MVMS) Mechatronics system design - part 2 (Metron2)
18 and 19 November Commences 20 November 25 - 27 November Commences 25 November 27 - 31 January Commences 5 February 10 and 11 March 12 and 13 March 20 and 21 March 7 - 11 April
2013 2013 2013 2013 2014 2014 2014 2014 2014 2014
(2 (6 (3 (3 (5 (6 (2 (2 (2 (5
days) days) days) days) days) days) days) days) days) days)
Software Object-oriented analysis and design - fast track (OOAD) Design of real-time software - workshop (DRTS/WS)
Commences 11 March 2014 (4 days) Expected at the end of 2014 (5 days)
System Level 1: System test engineer (STE) System architect(ing) (Sysarch) Level 2: Test designer (STE2)
Commences 11 March 2014 (6 blocks) 17 - 21 March 2014 (5 days) Commences 22 April 2014 (6 blocks)
Tools Programming in Labview 2 (Labprog) Labview: introduction in language and programming 1 (Labview) Developing a large Labview application (Labproject)
11 and 12 November 2013 (2 days) To be determined (3 days) To be determined (3 days)
Leadership & Communication Networking (NETW) Simplicity (SIMPL) The power of perception (POP) The art of reviewing (TAR) How to deal with the 7 biggest communication challenges in innovation and technology (COMC) Creating business opportunities as a technician (CBO) Six thinking hats (6-Hats) Lateral thinking (LATH)
All training courses take place in Eindhoven (area)
8 November 2013 (1 day) 10 and 11 February 2014 (2 days) 13 and 14 February 2014 (2 days) 24 - 26 February 2014 (3 days + 1 evening) Commences 10 March 2014 (4 days + 2 evenings) 8 and 9 April 2014 (2 days + 1 evening) 10 and 11 March 2014 (2 days) 13 and 14 March 2014 (2 days)
Electronics
Nanometer CMOS ICs basics Developing CMOS ICs is a complex process requiring dedicated expertise. Engineers who supervise the design of an IC need to have a thorough understanding of ICs, the possibilities and impossibilities of IC technology. This course gives an overview of the basics, physics, fabrication, design and applications of CMOS ICs into the nanometer range. The course is intended for engineers working in electronic product development and engineering and those who have to write and read product specifications, test samples, discuss technical details with suppliers and customers. Course code: Location: Course price: Duration: Dates:
CMOS-Basic Eindhoven 1,275 euros excl. VAT 3 consecutive days 25th - 27th November 2013
Electronics
Design of switch-mode power supplies After this course, the participant will have obtained an insight in switch-mode power supplies, be familiar with the relevant technical terminology, be able to discuss in depth the technical details with their counterparts, be able to design, calculate, simulate, and evaluate modern power supply concepts and be aware of EMC- and safety aspects. The course is intented for designers of power supplies, designers of their specific components like wire wound components, switching devices and integrated control circuits and engineers who have to repair a SMPS. Engineers who have to write and discuss SMPS specifications with suppliers of SMPS, to discuss and assess the technical details of designed SMPS’s, layouters and testers of boards with a SMPS need to have a basic understanding of SMPS’s. This course gives significant more than this basic understanding of SMPS’s. Course code: Location: Course price: Duration: Dates:
D-SMPS Eindhoven 2,400 euros excl. VAT 2 modules of 3 consecutive days commences on 9th December 2013
Electronics
Electronics for non-electronic engineers The aim of this comprehensive course for non-electronic engineers is to gain insight, practical knowledge and skills in analog and digital electronics, essential for working in projects with electronic engineers, and to learn how to handle electrical measurements and equipment and simple usage of analog and digital simulators. The course is intended for engineers with a technical bachelor or master, working in research, development and/or engineering. This course contains three modules for which can be enrolled individually. Module 1 focuses on basic electronics and circuit theory, module 2 on basic analog electronics and, module 3 on basic digital electronics. Module 2 is best taken after completion of module 1, module 3 is more self-contained. Course code: Location: Course price: Duration: Dates:
ENE-BSc Eindhoven 5,995 euros excl. VAT 43 sessions (30 evenings, 13 afternoons) commences on 7th of January 2014
www.hightechinstitute.nl
Wegwijzer Bedrijven in de hightech D I E NS T VE R LE N IN G Alten PTS Beukenlaan 44 5651 CD Eindhoven Tel +31 40 2563080 Linie 544 7325 DZ Apeldoorn Tel +31 55 5486200
Fourtress BV Meerenakkerplein 20 5652 BJ Eindhoven Tel +31 40 2661080 Fax +31 40 2661081
[email protected] www.fourtress.nl
Rivium 1e straat 85 2909 LE Capelle aan den IJssel Tel +31 10 4637700
[email protected] www.alten.nl
Specialist in FPGA en SoC ontwikkeling IP ontwikkelingen voor JPEG2000, Video, Video over IP Crypto, Memory controllers
HIGH TECH SOLUTIONS BV Linie 506 7325 DZ Apeldoorn Tel +31 55 3606135
Barco Silex Rue du Bosquet 7 1348 Louvain-la-Neuve Tel +32 10 454904
[email protected] www.barco-silex.com
VIANEN BEST DEVENTER ROTTERDAM AMSTERDAM GRONINGEN DHAKA
Steenovenweg 1 5708 HN Helmond
[email protected] www.hightech.nl
ICT Automatisering Science Park Eindhoven 5006 5692 EA Son Postbus 6420 5600 HK Eindhoven Tel +31 40 2669100 Fax + 31 40 2669101
[email protected] www.ict.nl
CIMSOLUTIONS B.V. Havenweg 24 4131 NM Vianen Tel +31 347 368100 Fax +31 347 373777
[email protected] www.cimsolutions.nl
Freelance Technical Automation IT-Staffing Nederland BV Fultonbaan 2 3439 NE Nieuwegein Tel +31 30 6001007 Fax +31 30 6001599
[email protected] www.it-staffing.nl
ENTER BV Science Park 5001 5692 EB Son Tel +31 40 2141020
[email protected] www.enter-group.nl
Regio Midden Herculesplein 24, Utrecht Tel +31 88 8275000 Regio Zuid Dillenburgstraat 25-3, Eindhoven Tel +31 88 8275100 ESPRIT ICT Group Bastion 1-5 5491 AN Sint-Oedenrode Tel +31 413 271412
[email protected] www.esprit-it.nl
72 |
9
Nspyre Postbus 85066 3508 AB Utrecht Tel +31 88 8275000 Fax +31 88 8275099
[email protected] www.nspyre.nl
Regio West Poortweg 10, Delft Tel +31 88 8275200 Regio Noord Zuiderzeelaan 21, Zwolle Kapteynlaan 17, Leek Tel +31 88 8275300
DI STR I BUT I E
P ROJE C T BUR E A U
TOOLS Technical Software Tel +31 40 2677100 (Zuid-Nederland) Tel +31 88 7468928 (Midden- en Noord-Nederland) Tel +32 14 848718 (België) Remote Solutions Tel +31 40 2677100
RS Components Bingerweg 19 2031 AZ Haarlem www.rsonline.nl www.rsonline.be
Electronics Tel +31 40 2677100 Industrial Mathematics Tel +31 40 7516116
Technolution B.V. Zuidelijk Halfrond 1 P.O. Box 2013 2800 BD Gouda Tel +31 182 594000
[email protected] www.technolution.eu
The MathWorks BV Dr. Holtroplaan 5b 5652 XR Eindhoven Tel +31 40 2156700 Fax +31 40 2156710
[email protected] www.mathworks.nl
National Instruments Pompmolenlaan 10 3447 GK Woerden Tel +31 348 433466 Fax +31 348 430673
[email protected] netherlands.ni.com
TMC Group Regio Zuid Flight Forum 107 5657 DC Eindhoven Tel +31 40 2392260 Regio Midden/West Herculesplein 44 3584 AA Utrecht Tel +31 30 8200518
[email protected] www.tmc.nl
TOPIC Embedded Systems Eindhovenseweg 32c 5683 KH Best Tel +31 499 336979 Fax +31 499 336970
[email protected] www.topic.nl
9 | 73
Call for proposals The 2nd edition of High-Tech Systems is aiming at an international audience, with an explicit focus on international collaboration in high-tech research, development and product engineering. All researchers, industrial professionals and other stakeholders in mechatronics and high-end engineering are invited to submit proposals for presentations. The technical conference will have a strong focus on the following lead themes: The conference session for technical management and decision makers will contain condensed inspiring pitches about additive manufacturing, Industry 4.0, co-development in the Eindhoven-Aachen-Louvain (ELA) triangle, and international business experiences. Apart from this call for proposals the organisation intents to invite companies and high-tech professionals to present industrial cases at the conference. A proposal (in plain English text) should contain: title of the presentation; abstract of the presentation (max. 300 words); name of the presenter, job title, employer; short bio of the presenter (max. 100 words); hi-res portrait picture of the presenter (JPG file, min. 100 kbyte); contact address and (mobile) phone number.
Agro & food Design and modelling Semiconductor equipment System architecture Value engineering Robotics
From your proposal, it should be clear: what the subject of your presentation is and why you think this is relevant for the conference; what you are going to present: an idea, a design, experiences in applying the design, et cetera. The conference language is English. An independent programme committee consisting of experts from academia and industry will be involved in evaluating the submissions. Please send your proposals to Alexander Pil (
[email protected]). Submission deadline is 15 November 2013.
High-Tech Systems, formally known as Hightech Mechatronica, is the result of a successful collaboration of Techwatch (publisher of Mechatronica&Machinebouw and Bits&Chips), the Dutch Society for Precision Engineering, Brainport Industries and the Enterprise Europe Network. High-Tech Systems had over hundred organisations participating in 2013 and is supported by a broad group of industry and government consortia.
7 and 8 May 2014 | Congrescentrum 1931 Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch | The Netherlands | www.hightechsystems.eu
Volgende keer Colofon Bits&Chips is een onafhankelijk nieuwsmagazine voor mensen die werken aan slimme producten en machines. Bits&Chips is een publicatie van Techwatch bv in Nijmegen. Snelliusstraat 6 – 6533 NV Nijmegen tel +31 24 3503532 – fax +31 24 3503533
[email protected] – www.techwatch.nl Redactie Nieke Roos – hoofdredacteur tel +31 24 3503534 –
[email protected] René Raaijmakers – redacteur tel +31 24 3503065 –
[email protected] Alexander Pil – redacteur tel +31 24 3504580 –
[email protected] Pieter Edelman – redacteur tel +31 24 3503534 –
[email protected] Paul van Gerven – redacteur tel +31 24 3503534 –
[email protected] Vormgeving Justin López – vormgever tel +31 24 3503532 –
[email protected] Sales Kim Huijng – salesmanager tel +31 24 3505195 –
[email protected] Joost Backus – sales, opinie en partnerships tel +31 24 3503065 –
[email protected] Sabina Alidini – salescoördinator tel +31 24 3505195 –
[email protected] Sofie van Koningsbruggen - salesmedewerker tel +31 24 3505195 –
[email protected] Events Simone Straten – marketing- en eventcoördinator tel +31 24 3505544 –
[email protected] Marjolein Vissers – sales- en eventcoördinator tel +31 24 3505544 –
[email protected] Projecten/marketing Daniëlle Jacobs – marketingmanager tel +31 24 3503532 –
[email protected] Trainingen Ellen Lely – coördinator trainingen tel +31 85 4013600 –
[email protected] Katja Hofman – medewerker trainingen tel +31 85 4013600 –
[email protected] Abonnementenadministratie Lisette de Vries – financiële administratie tel +31 24 3505195 –
[email protected] Adviseur Maarten Verboom Columnisten en externe auteurs Thomas Boerrigter, Jaco Friedrich, Derk-Jan de Grood, Robert Hendriksen, Wim Hendriksen, Mathilde van Hulzen, Emiel Ligtenbarg, Wally Rhines, Anton van Rossum, Bram Semeijn, Walter Slegers, Dick Stegeman, Ludo Zwaan, Paul Zwart Uitgever René Raaijmakers tel +31 24 3503065 –
[email protected] ISSN 1879-6443 Verantwoordelijk uitgever voor België René Raaijmakers Biesheuvelstraat 1 2370 Arendonk, België Drukkerij Senefelder Misset, Doetinchem Abonneren Abonnement op privéadres: 81 euro Bedrijfsabonnement: 140 euro Internationaal abonnement: 210 euro Young professionalabonnement (tot 28 jaar): gratis Losse nummers op aanvraag: 10 euro Prijzen zijn inclusief btw en verzending. Abonnementen kunnen op elk gewenst moment ingaan voor de periode van een jaar. Opzeggen tot uiterlijk één maand voor het verstrijken van de abonnementsperiode. Aanvragen via de website www.bits-chips.nl of
[email protected]. Klachten over bezorging Heeft u Bits&Chips niet of te laat ontvangen of heeft u andere opmerkingen over de bezorging? Laat het ons weten. Stuur een e-mail naar
[email protected]. Adverteren Advertentietarieven staan vermeld op onze website (www.bits-chips.nl). Wanneer u op de hoogte gehouden wilt worden van komende thema’s en specials of voor het reserveren van advertenties, neem dan contact op met de afdeling sales, tel +31 24 3505544 –
[email protected]. Verschijningsdata 1 november, 13 december Copyright Alle rechten voorbehouden. (c) 2013 Techwatch bv. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Disclaimer Uitgever en redactie betrachten uiterste zorgvuldigheid bij het maken, samenstellen en verspreiden van de informatie in Bits&Chips, maar kunnen op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van de publicatie van informatie in Bits&Chips. Columnisten en externe medewerkers schrijven op persoonlijke titel. Reacties van lezers vallen buiten de verantwoordelijkheid van uitgever en redactie. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud en ondertekening van reacties van lezers. De redactie behoudt zich het recht voor reacties niet of gedeeltelijk te plaatsen of te bewerken. Fotografie Productfoto’s zijn van fabrikanten, overige foto’s zijn van Techwatch bv (c), tenzij anders vermeld. Voorpagina Foto: Nefit
Nummer 10 | 13 december 2013 | Medisch
De gezondheidszorg maakt in toenemende mate gebruik van hightech apparaten en machines. In deze uitgave komt een aantal aansprekende systemen aan de orde. Daarbij focussen we op de specifieke ontwikkeluitdagingen die deze sector met zich meebrengt.
Bits&Chips in 2014 Volgend jaar besteden we aandacht aan deze onderwerpen: Editie 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Thema Testen en meten Slimme mobiliteit Hightech NL Trends in softwareontwikkeling Slimme steden Beeldverwerking Gezondheidszorg Trends in hardwareontwikkeling Samen ontwikkelen Philips
Datum 7 februari 2014 7 maart 2014 4 april 2014 2 mei 2014 6 juni 2014 4 juli 2014 19 september 2014 10 oktober 2014 7 november 2014 19 december 2014
Een interessante bijdrage?
[email protected] Adverteren in deze nummers?
[email protected]
9 | 75
Passie! Connect! Leef jij voor techniek? Hoe hightech ben jij?
Als je verder wilt in de ict, denk je natuurlijk aan niets anders dan aan ICT ICT Automatisering één vankloppen de grootste technische software ontwikkelaars Gaat jouw hartissneller van complexe software en van Nederland en je kunt je voorstellen dat dat alleen al een garantie is voor een heb jij passie voor techniek? succesvolle IT-carrière. Maar een baan in de IT gaat natuurlijk om meer dan alleen een groot Het gaat vooral om & plezier je werk, fijne collega’s ennaar mooie Bezoek onsbedrijf. dan 7 november op de Bits Chipsin(stand 19) en kom luisteren de uitdagingen. En daar doen we dan ook alle mogelijke moeite voor. Wij bieden jou de lezing die onze collega Marten van der Laan geeft! mogelijkheid om niet alleen software, maar ook jezelf te ontwikkelen. Wil je nu alvast weten welke mogelijkheden wij voor jou hebben? Kijk op www.werkenbijict.nl of neemt contact Kijk op werkenbijict.nl voor de mogelijkheden of neem contact op met Tjitske Hartman, telefoon 06 27 08 73 58 op 040 met 266 Tjitske 06-27087358 /
[email protected] of 91 Hartman: 00 of
[email protected].