DE WATE WATE R waterbeleid en - beheer in uit voering, m a art 2008, nummer 129
n i e uws, ac hte rgron de n, me n i nge n
4 7 12 14
Drijvend wonen is een trend Waterschap zoekt boer Golven meten op het wad Nederland leeft met waterschappen
Kustversterking bij Katwijk
CO L O FON CO L O FON is een uitgave van het DirectoraatGeneraal Water van het ministerie van Verkeer en Waterstaat in samenwerking met de uitvoeringsorganisatie Nationaal Bestuursakkoord Water (IPO, VNG, Unie van Waterschappen en de ministeries van V&W, VROM en LNV). Het magazine geeft nieuws, achtergronden en meningen over het actuele waterbeleid en de uitvoering daarvan en bericht over activiteiten in het kader van
waternieuws
DE WATER
De in dit blad gepubliceerde meningen weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het beleid van de hierboven genoemde organisaties. Geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit De Water is toegestaan, mits met bronvermelding. REDACTIE :
Rob Bijnsdorp (BCP), Ine Bruijns (BCP), Henri Cormont (inZicht), Annemiek Meertens (Deltares), Nancy Meijer (Netherlands Water Partnership) Marinka van Nielen-Kiezebrink (Waterdienst), Kees Poot (Waterdienst), Saskia Ras (DGW), Robert-Jan Schoonenboom (DGW), Inka Vogelaar (Unie van Waterschappen), Wim van Wijk (BCP), Ingrid Zeegers (Waterdienst). FOTOGRAFIE :
inZicht, fotografie en advies, tenzij anders vermeld. BASISONTWERP : DTP :
Eindeloos, Den Haag.
Eurostaq, Amsterdam.
DRUK :
Antilope, Lier (België).
REDACTIEADRES EN ABONNEMENTENADMINISTRATIE :
Bijnsdorp Communicatie Projecten (BCP), postbus 194, 1000 AD Amsterdam. Telefoon: (020) 320 82 60, e-mail:
[email protected]. De digitale versie van De Water is te vinden op www.waterkoers.nl/ en www.kaderrichtlijnwater.nl/publicaties.
ISSN: 0926-3462. Dit magazine is gedrukt op chloorvrij papier.
Katwijk krijgt een veilige kust. Begin dit jaar ondertekenden vertegenwoordigers van het hoogheemraadschap van Rijnland, de gemeente Katwijk, de provincie Zuid-Holland en het ministerie van Verkeer en Waterstaat daartoe een intentieverklaring. De komende twee jaar wordt een versterkingsplan opgesteld. Onderzoek wijst uit, dat over twintig jaar in extreme omstandigheden problemen kunnen ontstaan bij Katwijk aan Zee. Bijzonder aan de situatie in Katwijk is, dat de kustverdediging die het achterland beschermt – de zogenaamde primaire kering – niet parallel aan de kust loopt, maar door het dorp. Als gevolg daarvan wonen ongeveer 3000 Katwijkers ‘buitendijks’. De intentieverklaring bevat formele afspraken over de verdeling van verantwoordelijkheden. Het hoogheemraadschap is de trekker van het kustversterkingsplan. De komende tijd wordt onderzocht op welke manier de kust moet worden versterkt en welke variant de beste prijs-kwaliteitverhouding heeft. Vervolgens zal de gekozen variant worden uitgewerkt tot een technisch uitvoerbaar plan. Het werk moet in het najaar van 2010 beginnen. meer informatie :
Hoogheemraadschap van Rijnland, Luuk Jacobs, tel. (071) 306 38 66,
[email protected]
Haringvlietsluizen eind 2010 op een kier Opnieuw is de uitvoering van het Kierbesluit uitgesteld. Zouden de Haringvlietsluizen eerst in 2005 op een kier worden gezet, vervolgens op 1 januari van dit jaar, nu is dat moment uitgesteld tot 1 december 2010. De reden is dat de alternatieve innamepunten voor de zoetwatervoorziening op GoereeOverflakkee en Voorne-Putten nog niet klaar zijn. De wettelijke procedures die daarvoor nodig zijn, bleken langer te duren dan voorzien. Ook is besloten bewoners en belanghebbenden te betrekken bij de specifieke uitwerking van het plan. De doelstellingen van het project ‘Haringvlietsluizen op een kier’ blijven intussen onverminderd van kracht. Door de spuisluizen op een ‘kier’ te zetten, ontstaat weer een natuurlijke delta met een geleidelijke overgang van zoet naar zout. Hierdoor herstelt de visintrek in het stroomgebied van Rijn en Maas, één van de doelstellingen van het project. Deze maatregel is niet alleen voor Nederland belangrijk, maar ook voor de andere Rijnoeverstaten. Het spreekt voor zich dat bij het op een kier zetten van de sluizen, de veiligheid van het achterland gewaarborgd blijft. meer informatie :
Provincie Zuid-Holland, Nathalie van Dijk, telefoon (070) 441 81 71,
[email protected]
foto voorpagina: boeren met water. zie artikel op pagina 7.
gratis abonnement op de water U wilt op de hoogte worden gehouden van ontwikkelingen in het waterbeleid en -beheer en de campagne Nederland leeft met water? Vul dan de bon in voor een gratis abonnement en stuur deze gefrankeerd naar: De Water, postbus 194, 1000 AD Amsterdam. U kunt de gegevens ook per e-mail sturen naar:
[email protected]
bedrijf/instelling afdeling na am adres postcode en woonpla ats e-mailadres
Breda krijgt klimaatbuffer Bij Breda komt een extra waterbergingsgebied van circa 275 hectare, een zogenaamde natuurlijke klimaatbuffer. Daarvoor wordt een polder tussen het riviertje de Mark en de woonwijk Haagse Beemden heringericht. De Vierde Bergboezem, zoals het gebied heet, verkleint de kans op wateroverlast in Breda. Het ministerie van VROM ondersteunt het project met een subsidie van negen ton in het kader van het Nationale Programma Adaptatie Ruimte en Klimaat. De Vierde Bergboezem is een van de vijf landelijke voorbeeldprojecten van natuurlijke klimaatbuffers. Dit zijn grote gebieden waar het water de ruimte krijgt en de natuur zich kan ontwikkelen. Zo ontstaat een buffer tegen extreme regenval of lange droogte. Zo’n klimaatbuffer heeft als voordeel dat er voldoende water van goede kwaliteit beschikbaar is. Een ander pluspunt is de toename van de biodiversiteit in het gebied. Bij de totstandkoming van de Vierde Bergboezem in Breda werken de Dienst Landelijk Gebied (DLG) van het ministerie van LNV, Staatsbosbeheer en waterschap Brabantse Delta samen. Ook de gemeente Breda en de provincie Noord-Brabant zijn bij het project betrokken. meer informatie :
foto : sk y pictures luchtfotografie arnemuiden
Waterschap Brabantse Delta, Peter van den Bosch,
het gebied tussen de rivier en de landweg wordt
tel. (076) 564 10 00, www.brabantsedelta.nl
de vierde bergboezem
Communicatie over toetsen van dijken kan beter Het toetsen van de primaire waterkeringen kan beter worden geregisseerd. Ook de communicatie over dit vijfjaarlijkse proces kan beter, stelde de Inspectie Verkeer en Waterstaat tijdens de laatst gehouden landelijke Toetsdag. Op uitnodiging van DG Water blikten eind vorig jaar zo’n 200 deelnemers terug op de tweede toetsronde die in 2006 is gehouden. Ook wisselden zij die dag in Ede van gedachten over de derde toetsronde, die loopt tot 2011. Het thema van de dag was: ‘Klaar voor de derde ronde?!’ Meteen bij de opening vroeg Hans Waals (voorzitter van de werkgroep Hoogwaterbescherming) aan Robert Smaak (programmaleider DG Water) wat zijn ‘droomtaart’ was voor 2011. Dit sloeg op het taartdiagram met de percentages keringen die wel en niet voldoen aan de wettelijke veiligheidsnorm, of waarover geen oordeel kan worden gegeven. Als antwoord presenteerde Smaak een taart waarin het percentage keringen met het predikaat foto : rws waterdienst
de taart van smaak
“geen oordeel” in 2011 was gehalveerd. ‘Dat is de belangrijkste doelstelling van de derde toetsronde.’ Draaiboek Toetsen Volgens de Inspectie Verkeer en Waterstaat komen uit de evaluatie van de tweede toetsronde twee verbeterpunten naar voren: de regie van het proces en de communicatie. Het Draaiboek Toetsen geeft hieraan een eerste invulling. In dit draaiboek staan de rollen en taken van de verschillende partijen tijdens de derde ronde. In de parallelle workshops kwamen onderwerpen aan bod als de invulling van het beheerdersoordeel, het toetsinstrumentarium voor categorie C-keringen en het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Werkterrein verbreden Op de landelijke Toetsdag bleek dat bij de watersysteemgroepen van het Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW) animo bestaat om tijdens de derde toetsronde het werkterrein te verbreden en niet alleen mee te denken over de hydraulische randvoorwaarden, maar ook over het Voorschrift Toetsen op Veiligheid en eventueel andere toetsingsgerelateerde zaken. Ook dit jaar is er weer een Toetsdag. Deze zal zijn gericht op de stand van zaken en de ervaringen opgedaan met de derde toetsronde tot dat moment. meer informatie :
ministerie van Verkeer en Waterstaat, DG Water, Anne-Geer de Groot,
[email protected] Rijkswaterstaat Waterdienst,
Ard Wolters,
[email protected]
Voor het toetsinstrumentarium en
overige inhoudelijke vragen over de toetsing: www.helpdeskwater.nl
3 de water
maart 2008
foto : dura vermeer
’amfibische’ woningen, die meebewegen met het
achtergrond
stijgende water, in de maas bij maasbommel
Drijvend wonen is een trend Drijvende huizen en kantoren worden al langer gepropageerd als een innovatieve manier om in de delen van ons laagland waar droge voeten niet meer tot in lengte van jaren zijn gegarandeerd, tóch veilig en zonder wateroverlast te kunnen wonen. De stap van droom naar daad stuitte tot nu toe echter letterlijk op wetten en praktische bezwaren. Maar er lijkt een kentering te komen. Functiecombinaties van drijvend wonen met waterberging bieden perspectief. Het is niet dé oplossing voor de wateropgave, maar kan er wel aan bijdragen. Hoogwaterveiligheid: geen enkele oplossing is dé oplossing
schreef najaar 2006 dat het gonsde van de ideeën over
gende nummers aandacht aan innovatieve concepten
het opnemen van drijvende woningen in een nieuwbouw-
drijvend wonen, waterwonen en amfibisch wonen. Zes
Onder deze noemer besteedt De Water in dit en vol-
die duurzaam waterbeheer combineren met oplossingen voor de groeiende behoefte aan veilige ruimte
voor wonen, werken en recreëren. Al die oplossingen
hebben één eigenschap gemeen: geen enkele biedt dé
oplossing. In combinatie met andere oplossingen en in samenhang met de natuurlijke en bebouwde om-
geving, kunnen ze echter stuk voor stuk effectief zijn.
ontwerpen van drijvende woningen en kantoren verschenen, waarmee zelfs prijzen zijn gewonnen. Gemeente-
besturen, die de ruimte beheren en lokaal de woningbouw regelen, hielden tot voor kort echter meer oog voor
onzekerheden, belemmerende regelgeving of juist het
Amsterdam heeft inmiddels de eerste 38 waterkavels in
IJburg uitgegeven, en verdeelt in de eerste helft van 2008
nog eens 62 plaatsen voor drijvende woningen. De plannen in Utrecht en Rosmalen zijn al uitgevoerd of volop in ontwikkeling. En intussen zijn er tientallen plaatsen
bijgekomen waar eveneens initiatieven zijn genomen.
in vier opeenvolgende uitzendingen aandacht aan
drijvend wonen. De redactie had voor dit onderwerp
gekozen omdat het zo langzamerhand een consumenten-
onderwerp gaat worden. Een van de redactiemedewerkers licht toe: ‘Water is populair. Het aanbod aan woningen en
de keuzes nemen toe, kortom: er ontstaat een markt. Maar
ontbreken van regels.
ook de klimaatdiscussie houdt de mensen bezig. We
Novem, de organisatie die overheidsbeleid uitvoert rond
4 de water
Bosch), Leeuwarden en Roermond.
jaar besteedde het VARA-consumentenprogramma Kassa
ontwikkelaars zijn in de loop der jaren schitterende
innovatie, energie, klimaat, milieu en leefomgeving,
project: Amsterdam, Deventer, Utrecht, Rosmalen (Den
Zo’n trend wordt opgemerkt. Tussen 11 en 15 februari dit
Op de tekentafels van architecten en verlichte project-
Er zijn tekenen dat er iets aan het veranderen is. Senter
gemeenten hadden toen al vergevorderde plannen voor
vroegen ons af of drijvend wonen het antwoord kan zijn op de klimaatverandering, het stijgende peil van rivieren en grondwater. Dat was de rode draad in de programma’s.’
maart 2008
Wel of geen oplossing voor watervraagstukken
heeft op het waterhuishoudkundig voordeel. Maar daar is
zoals vaak wordt beweerd�� Ties Rijcken, adviseur waterwo-
maatschappelijke trend die zich uitstekend vertaalt in
Biedt drijvend wonen dé oplossing voor waterproblemen, nen van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV), kan niets met zo’n algemene vraag. ‘Je kunt niet
niets mis mee. De individualisering is een dominante
verhandelbare drijvende woningen in particulier opdrachtgeverschap. Waterbeheerders mogen van mij wel wat
simpelweg zeggen: dit is dé oplossing. Op de eerste plaats
coulanter optreden jegens woonbootbewoners, of zelfs
moet je vaststellen wat je met een term als “waterpro-
bleem” bedoelt. Heb je het dan over een megaramp door een bres in een primaire kering, over lokale wateroverlast door
eigenhandig nieuwe waterkavels uitgeven voor woonarken en drijvende villa’s.’
regenval of over een probleem met het grondwaterpeil��
Jongleren met regels
strikt individueel niveau een oplossing, mits je goed
bedrijven Dura Vermeer, is uitgesproken positief over de
Voor een echte overstroming biedt het drijvend wonen op
Johan van der Pol, projectmanager bij een van de pionier-
afmeert. Dan stijgt een drijvende woning inderdaad mee
mogelijke combinatie van waterwonen met de water-
met een vloedgolf, maar het lijkt mij onverantwoord
opgave. ‘Bij waterwonen denk ik niet alleen aan drijvend
drijvend of overstromingsbestendig wonen onderdeel van
wonen, maar ook aan woningen die droog liggen en bij
risicobeleid te maken. Ik zie Nederland liever als een grote
wassend rivierwater kunnen gaan drijven, aan gebouwen
“watermachine”. Op intelligente wijze, en rekening
houdend met natuurlijke processen en soms noodzakelijke aanpassingen, hebben we daar controle over. Het water staat ons ten dienste, en daarbij zijn afspraken over
en een waterdichte gevel hebben waar hoog water tegenaan kan klotsen. We hebben de mogelijkheden van deze
bouwwijzen verwerkt in rekenmodellen voor waterhuis-
streefpeilen erg praktisch voor de verschillende ruimte-
houdkundige opgaven en in schadeberekeningen voor
gebruikers. Maar stel nu dat drijvend wonen een pijler van
overstromingssituaties. Dan blijkt dat er vooral in nieuw-
ons nationale veiligheidsbeleid wordt, welk signaal geef je
dan af aan de normale bestaande bebouwing�� Dan lopen er twee concepten door elkaar.’
bouwprojecten en herinrichtingsprojecten ook voor de waterbeheerder veel winst is te boeken.’
Dit gezegd hebbend signaleert Van der Pol dat uitgerekend waterschappen zich absoluut niet met waterwonen
Combinatie met waterberging
bezighouden. ‘Integendeel, ze hebben er problemen mee.
Meer fiducie heeft Rijcken in drijvende huizen of andere
waterwoonvormen die het mogelijk maken een wijk aan te leggen in gebied dat ook nodig is voor het vasthouden of
bergen van water. ‘Als je echt kan aantonen dat waterber-
ging ergens zinvol is, zoals in het IJsselmeer, dan ben ik een
voorstander van leuke functiecombinaties op lokaal niveau. Je ziet daar in het hele land steeds meer mooie voorbeelden
van, al heb ik wel de indruk dat het excentrieke en individualistische karakter van zo’n woonvorm zwaar de overhand
op palen en zelfs aan woningen die pal aan het water staan
Drijvende woningen passen niet in hun Keur. Dat is het
document waarin precies is vastgelegd wat wel en niet mag aan, op en in het water. Een gemiste kans, want de functie-
combinatie wonen met water zou ook in specifieke gevallen de oplossing kunnen zijn voor de zoektocht van waterschappen naar ruimte voor water.
Ook gemeenten kunnen drijvende woningen maar moeilijk inpassen in hun gangbare praktijk. Daar leiden het
Bouwbesluit, dat niet is geëquipeerd voor waterwonen, en
foto : ties rijcken
een wel erg origineel buitendijks wooncomplex
5 de water
maart 2008
de bestemmingsplannen – met hun strikte scheiding
De noodzaak om te jongleren met regels is duidelijk meer
terwijl de architecten en de bouwers van drijvende
werelden die niet op elkaar passen. Onder de stelsels van
tussen rode en blauwe functies – tot problemen. Dus
dan een kwestie van wennen. Het gaat om verschillende
woningen in technische zin de pioniersfase al achter de rug hebben, zitten we er in de sfeer van wet- en regelgeving
nog middenin. Dat maakt dat in elk drijvende-woningproject steeds opnieuw het wiel wordt uitgevonden, in vaak
jarenlange procedures tussen initiatiefnemer, waterschap en gemeente. De ervaringen en oplossingen die in de
verschillende projecten zijn opgedaan, hebben er nog niet toe geleid dat overkoepelende organisaties zoals de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten hebben gezegd: laten we die probleemstof eens landelijk gaan stroomlijnen.’
wet- en regelgeving ligt nog geen beleid waarin drijvend
wonen een erkende plek heeft. Dat brengt het onderwerp weer terug bij de stelling van Rijcken: ‘Drijvend wonen is
vooral voor het wonen op zich heel aantrekkelijk en lokaal
kun je handige combinaties bedenken met water vasthou-
den of bergen, maar hoe waterrijk ons land ook is, drijvend wonen past niet in de huidige grondvesten van het
Nederlandse waterbeheer. Bij de SEV werken we aan
voorstellen voor nieuwe regelgeving. Een proeve daarvan wordt op 23 april tijdens het nationaal congres Waterwo-
nen in Rotterdam aan de minister van VROM overhandigd. De SEV, NEPROM en Leven met water geven op dat congres
Meer dan wennen
Dit laatste punt van Van der Pol raakt aan een merkwaardig voorval met de brandweervoorschriften voor de
ontwikkeling van een drijvende woonbuurt aan het
verder informatie over drie pilots van meer dan honderd
waterwoningen, een nieuw marktonderzoek, de nieuwste kaart met alle plannen in het land en de stand aan het technisch front. Het is best ingewikkeld, maar als het
Steigereiland in het Amsterdamse IJburg. Drijvende
woningen komen in de brandweervoorschriften niet voor. De brandweer heeft de regels voor zulke woningen toen
technisch kan, en genoeg mensen willen het, dan komen we er wel.’
maar afgeleid van de regels voor woonwijken op het land,
RB
aansluitpunten moeten zijn voor bluswater. En hoewel de
meer informatie:
waaronder de eis dat op zekere afstand van de woningen
woningen zijn omgeven door water waarin je alleen maar
een pompslang hoeft te hangen, moesten die vaste tappunten op de steigers komen. De steigers krijgen dus leidingen
Ties Rijcken,
[email protected] Johan van der Pol,
[email protected]
meer waternieuws
voor bluswater dat wordt aangevoerd vanaf de wal.
Waterschap Rivierenland kiest voor energiebewust waterbeheer Waterschap Rivierenland gaat de zuiveringsinstallaties en gemalen energiezuiniger beheren. Aanpassingen aan pompen en zuiveringssystemen moeten leiden tot een jaarlijkse energiebesparing van ruim 450 duizend euro. Ook wil het waterschap op deze manier bijdragen aan een beter milieu. Jaarlijks verbruikt het waterschap ruwweg 55 miljoen kiloWattuur aan elektrische energie. Verreweg de meeste energie wordt verbruikt in de zuiveringsinstallaties. Door de zuiveringssystemen aan te passen kan het energieverbruik worden teruggebracht. Mogelijkheden hiertoe zijn het inzetten van beluchtingsystemen met een hoger rendement of het vergisten van meer zuiveringsslib en – met de extra hoeveelheid biogas die zo ontstaat – zelf (groene) energie opwekken. Ook het peilbeheer kan energiebewuster, bijvoorbeeld door niet al bij een kleine afwijking van het peil de pompen aan te zetten, maar daarmee te wachten tot de daluren, uiteraard alleen als de omstandigheden dat toelaten. Een andere mogelijkheid is om water te leiden naar een plek waar het
6 de water
maart 2008 2007
onder vrij verval op het buitenwater kan worden geloosd. Los hiervan sloot waterschap Rivierenland onlangs met vier andere waterschappen een contract om de gemalen en de zuiveringsinstallaties vanaf 2009 alleen nog maar te laten draaien op groene stroom. Klimaatbewust De nieuwe impulsen voor energiebesparingsmaatregelen zijn een vervolg op eerdere klimaatbewuste initiatieven. Zo beschikt het waterschap over een klimaatneutraal kantoor, waar voor de verwarming geen gas meer wordt verstookt, maar gebruik wordt gemaakt van warmte-koudeopslag. Dit systeem zorgt voor aanzienlijk minder CO2-uitstoot. Eind vorig jaar kreeg het waterschap hiervoor, als eerste waterschap in Nederland, een klimaatneutraal certificaat uitgereikt van de Klimaatneutraal Groep. meer informatie :
Waterschap Rivierenland, Kirsten Jeurink,
tel. (0344) 64 91 71
achtergrond
Waterschap zoekt boer
ben timmerman doet veldonderzoek
Eén van de pijlers onder het waterbeleid voor de 21e eeuw is dat we voorkomen dat regenwater direct doorstroomt naar het oppervlaktewater. Maatregelen daarvoor zijn: water langer vasthouden waar het valt, en water tijdelijk bergen in gebieden die best een tijdje onder water mogen staan. Aan provincies en waterschappen is de taak om die ruimte te vinden. Eén van de mogelijkheden voor extra waterberging is het tijdelijk laten onderlopen van agrarisch gebied. Dat gaat natuurlijk niet zomaar. Er zitten tal van aspecten aan die goed moeten worden onderzocht en bovendien moeten de boeren willen meewerken. Op beide fronten worden vorderingen geboekt. De Water ging op bezoek bij het praktijkcentrum voor biologische melkveehouderij Aver Heino en bij een boer in Salland die meedoet aan een praktijkproef. Waterschap Groot Salland (WGS) en de provincie Overijssel zoeken in West-Overijssel mogelijkheden voor waterber-
ging. Ed Maatman van WGS: ‘In ons beheergebied gaat het
bestrijdingsmiddelen�� Zijn er gevolgen voor aangrenzende percelen��’
om enkele duizenden hectare. We proberen waterberging
Demonstratieproject Aver Heino
met landbouw. Op deze manier hebben we per 100 hectare
bovenstaande vragen, maar ook om meer gevoel te krijgen
te combineren, bijvoorbeeld met nieuwe natuur, maar ook
zo’n 1 à 2 hectare landbouwgrond nodig die ook is bestemd voor waterberging.’
voor allerlei praktische zaken waar een boer tegenaan loopt, en daar oplossingen voor te vinden. Eén van de plekken waar praktijkproeven plaatsvinden, is het
Onderzoek naar boeren met water
Waar het om draait is dat water tijdelijk wordt geborgen op grond die eigendom blijft van de boer. Hij krijgt
hiervoor een vergoeding, want hij kan de grond niet meer zo gebruiken als hij gewend was en er is sprake van
productieverlies. Deze manier van werken heeft zich in de
praktijk nog niet voldoende bewezen. Boeren staan niet in de rij om mee te werken en bovendien zijn er nog vragen waarop het waterschap een antwoord zoekt. Maatman: ‘Welke beperkingen en risico’s ondervindt een boer
bijvoorbeeld en hoeveel productieverlies treedt op�� Wat
zijn eventuele voordelen�� Hoe kan de boer het best worden gecompenseerd en om wat voor bedrag gaat het dan�� Wat is de meerwaarde voor het waterschap, hoeveel draagt
deze manier van waterbergen echt bij aan de wateropgave en weegt dat op tegen de kosten�� Wat zijn de gevolgen
voor de waterkwaliteit en de waterhuishouding, treedt er bijvoorbeeld extra uitspoeling op van meststoffen of 7 de water
Praktijkproeven zijn belangrijk om antwoord te vinden op
maart 2008
praktijkcentrum voor biologische melkveehouderij Aver Heino, tussen Heino en Lemelerveld. Dit centrum is
gelieerd aan Wageningen UR. ‘Aver Heino is onderdeel van een onderzoeksinstituut, daarom is er meer vrijheid om te experimenteren en hebben we meer faciliteiten voor
onderzoek dan een normale boer’, zegt Ben Timmerman, bedrijfsleider van Aver Heino. Sinds 2006 zijn op het
terrein van Aver Heino aan de Heinose Vloedgraven twee stukken grond van in totaal 2,5 ha ingericht voor water-
berging en is een waterbassin aangelegd. Timmerman: ‘Als het gedurende langere tijd veel regent, lopen de Heinose
Vloedgraven uit over het land. Maar niet zo ver en zo vaak als we van tevoren dachten. Tot nu toe heeft er nog maar
twee keer water gestaan op een deel van de terreinen.’ Op het ene stuk wordt waterberging gecombineerd met
natuurontwikkeling en op het andere met landbouw.
Het natuurterrein is opgedeeld in een vlak, horizontaal
veld en een veld dat vanaf de waterlijn geleidelijk oploopt
naar maaiveld-
eigenaar waren. Kerkmeijer is evenwel gehecht aan zijn
wordt of dit
boeren zijn ingelicht over het project. Zij zien de proef niet
niveau. Bekeken
grond. Hij is er geboren en getogen. Buren en collega-
uitmaakt voor de
natuur die uiteinde-
lijk ontstaat en of de toegepaste onderhoudsfrequentie van invloed is.
Het landbouw-
terrein is opgedeeld
wel leuk. Anders hadden we ook niet meegedaan: goede buren, daar kan geen geld tegenop!’
Behalve last hebben de Kerkmeijers soms ook lol van de
waterberging. Zo hebben ze eens een familiedag gehouden aan de waterkant van hun ondergelopen land.
Land kunstmatig onder water voor onderzoek
hoogte ten opzichte
onderlopen, vooral als het ’s winters langere tijd veel
van het slootpeil, om te kunnen
onderzoeken wat de
effecten daarvan zijn op het gebruik van het land (beweiding). Ook de effecten op de hoeveelheid en de
kwaliteit van de grasopbrengsten en op de waterkwaliteit en de (grond)waterstanden worden bekeken. Gegevens
achtergrond
omgeving. Kerkmeijer: ‘De meeste buren vinden het zelfs
in meerdere vakken die verschillen in
bertus kerkmeijer
als een bedreiging, want hij heeft geen effect op de
hierover zijn belangrijk om de risico’s van vernatting voor
Van nature zou het land slechts een enkele keer per jaar regent. Voor de proef wordt het land echter kunstmatig
onder water gezet. Dat kost soms flink wat moeite, zoals
vorig voorjaar toen het lang droog weer was. ‘Toen was ik
even bang, dat het gras beter onder het water vandaan zou
komen, dan het er onder was gegaan’, grapt Kerkmeijer, ‘en het was niet mijn bedoeling om de compensatie terug te betalen.’
de gezondheid van het vee te kunnen inschatten en om de
Het waterschap belt van tevoren als ze de boel onder water
onderzoek in beeld hoeveel het kost om de bedrijfsvoering
tijd om te maaien of om de koeien op het land te laten.’ Dat
productieschade te kunnen bepalen. Daarnaast brengt het aan te passen aan de waterberging. Beide soorten ge
gevens zijn van belang voor de hoogte van de compensatie. Het praktijkcentrum is ook belangrijk om boeren en het
publiek te informeren over de noodzaak en de mogelijkheden om waterberging en landbouw te combineren. Timmerman: ‘We krijgen jaarlijks enkele duizenden
willen zetten. Kerkmeijer: ‘Dan heb ik nog een paar dagen
doet hij in overleg met het waterschap en de onderzoekers van Alterra, die hierover gegevens verzamelen voor het onderzoek. Een tussentijds onderzoeksrapport geeft op basis van modelberekeningen aan, dat de schade van
waterberging voor het bedrijf meevalt (minder dan 400 euro per jaar). Zou het waterbergingsperceel echter
volledig uit productie worden gehaald, dan is de geschatte
bezoekers, waaronder een flink aantal boeren. Meestal
jaarlijkse bedrijfsschade ruim tien keer groter. Niettemin is
komen die voor iets anders, maar dan geven we die
informatie gewoon mee.’ Zijn ervaring is, dat boeren niet
zonder meer meewerken aan waterberging op hun grond. Timmerman: ‘Boeren zijn bang dat ze dan er dan minder
compensatie belangrijk. Of zoals Kerkmeijer zegt: ‘Als ik de grond er alleen voor de aardigheid had liggen, zou het wat anders zijn.’
grip op hebben. En ze zijn vaak bezorgd over de gezondheid
Aanraden
afspraken zijn gemaakt met de melkfabriek.’
Kerkmeijer. ‘Mensen denken vaak dat alles maar wordt
van hun koeien en over de melkproductie, waarover
Praktijkproef op een boerenbedrijf in Salland
Bertus en Minie Kerkmeijer hebben de stap wél gezet. Zij
hebben een melkveebedrijf tussen Olst en Wesepe en doen mee aan een praktijkproef die in 2005 officieel startte. Aan de keukentafel vertellen ze over een informatiebijeen-
komst van de Gebiedscommissie Olst-Wesepe, ongeveer
acht jaar geleden. WGS en de Dienst Landelijk Gebied (DLG) van het ministerie van LNV zochten toen in het gebied
waar het bedrijf van de Kerkmeijers ligt, naar mogelijkheden voor een praktijkproef. De uitwerking wordt
Zou hij het andere ������������������������ boeren aanraden? ���������� ‘Toch ������������������ wel’, denkt afgegraven, maar dat is niet zo. Het waterschap zoekt
uiteraard percelen die gemakkelijk geschikt zijn te maken
voor waterberging. En als er moet worden gegraven, wordt de bouwvoor teruggeplaatst. Je kunt de grond inderdaad niet zo gebruiken als je gewend was, maar vaak is het
grond waar je al minder aan had, vanwege de lage ligging. Je moet er gewoon slim mee omgaan.’ MvN
meer informatie :
vastgelegd in een inrichtingsplan dat DLG opstelt in opdracht van de Gebiedscommissie.
Waterschap Groot Salland, Jaap Tijs, tel. (038) 455 73 10,
[email protected],
De informatie zette de familie Kerkmeijer aan het denken.
www.wgs.nl/ruimtevoorwater/boerenmetwater
Ed Maatman, tel. (038) 455 73 12,
[email protected],
‘Die waterberging komt er uiteindelijk toch wel’, is hun idee, ‘dan kun je er maar beter vanaf het begin aan
meedoen. Dan heb je misschien nog wat in te brengen.’ Misschien zouden ze daar minder gemakkelijk over denken, als ze de grond niet hadden gepacht, maar
de water
Praktijkcentrum Aver Heino, Ben Timmerman, tel. (057) 239 12 64,
[email protected], www.wgs.nl/averheino LNV, Dienst Landelijk Gebied, Jan Barwegen, tel. (038) 427 12 32,
[email protected] maart 2008
annemarie moons
gedeputeerde economie, duurzaamheid en waterveiligheid provincie noord-brabant
rijksadviseur voor het landschap, voorzitter kwaliteitsteam ruimte voor de rivier
dirk sijmons
Geen doelen op zich Laten we eens een gedachte-experiment doen. We nemen in Nederland een willekeurig probleem, en twee oplossingen: één die veel extra ruimte vraagt, en één zonder extra ruimtebeslag. Gezien de huidige belangendichtheid moet je met erg goede argumenten komen om voor de ruimteslurpende variant te kiezen. Daarom vind ik de twee huidige modes in de waterwereld nogal geforceerd: dijken verhogen kan niet meer, waterberging is geweldig. En waterberging in verbrede dijken? Mijn vraag is niet zozeer waarom, of hoe, maar vooral: wáár? Ik heb de laatste tijd meer belangstelling voor vraagstukken van lokale belangenafweging dan voor locatie-onafhankelijke innovaties,
Tussenoplossing De honderden meters brede waterkering bestaat al en beschermt ons al honderden jaren. In de wandeling noemen we dit de ‘duinen’. Daarin kan inderdaad worden gebouwd, niet alleen water geborgen maar ook worden gewonnen, de recreatiewaarde is onmisbaar en de natuurwaarden behoren tot het beste wat ons land te bieden heeft. Wat mij betreft wordt deze waterkering ook nog via sedimentatie vanuit een aantal superduinen belangrijk verbreed om de zwakke plekken af te dichten. Het is dus een beproefd model. Langs de grote rivieren is een dergelijke waterkering weliswaar zeer veilig en de natte (of droge) droom van iedere civiel-ingenieur, maar praktisch toch een moeizamer
Slimme manieren bedenken Bredere dijken zijn vooral bij noodsituaties, zoals te hoge waterstanden, een sterke en veilige oplossing. Zij hebben een steviger constructie, gaan minder snel kapot en zorgen dus voor minder schade in het gebied dat achter de dijk ligt. Belangrijke aanvulling hierbij is om de dijken ‘overstroombaar’ te maken. Zo zorg je ervoor dat je het water ‘binnen de perken’ kan houden. Dit concept heeft onze provincie onlangs nog bij de staatssecretaris onder de aandacht gebracht. Echter: een rekensommetje voor de benodigde hoeveelheid grond en ruimte geeft aan dat dijken van die omvang (enkele honderden meters) wel een fors prijskaartje hebben! Het scenario van te hoog en ongelijkmatig water
die vaak ver gezocht zijn of juist een bekend principe een nieuwe naam geven. Brede dijken en waterberging horen al eeuwen tot het gereedschap van de waterbeheersing. Wat is er veranderd waarom we opeens massaal zouden kiezen voor brede dijken? Misschien het multifunctionele denken. We zouden het woord ‘dijk’ kunnen vervangen door ‘risico scheidingszone’. Maar dan moeten we de verschillende functies en gerelateerde verantwoordelijkheden wel helder blijven onderscheiden. En dan zou best eens kunnen blijken dat simpele dijkverzwaring op veel plekken een onderdeel van de beste integrale oplossing is. Meervoudig ruimtegebruik en technische innovatie zijn geen doelen op zich.
idee. Denk je de complicaties eens in met bestaande vormen van grondgebruik. Als je probeert dit enorme gevaarte te traceren en op een kaart in te tekenen, dan merk je dat het eigenlijk een tussenoplossing is tussen een traditionele dijk en het integraal ophogen van het rivierengebied. Ruimtelijk maakt het gevaarte een einde aan de zo karakteristieke duidelijke grens tussen buitendijks en binnendijks die zo bepalend is voor de identiteit van het rivierenlandschap. Voor het veiligheidsaspect kunnen we wat mij betreft dus beter inzetten op het geleidelijk ophogen van kwetsbare gebieden in combinatie met de veel elegantere oplossing van het door traditionele dijken dubbelwandig maken van ‘supertanker Nederland’.
in de rivieren zal zich door de klimaatverandering steeds vaker voordoen. Alleen het verhogen of versterken van dijken biedt geen duurzame oplossing. Wat ook kan, is slimme manieren bedenken om het hoge water meer ruimte te geven. Dijken verleggen, rivieren breder maken, uiterwaarden verlagen, overstroomgebieden aanwijzen. Kortom: een omslag maken in denken én doen. In Brabant is de ontpoldering van de Overdiepse polder een mooi voorbeeld. Dit project heeft geleid tot draagvlak en samenwerking tussen overheid en de lokale bevolking. En belangrijker: boerderijen die uiteindelijk altijd hoogwatervrij en bereikbaar zijn. En daar gaat het om.
de water
maart 2008
stelling
coordinator climate adaptation lab tu delft
ties rijcken
Toelichting Waarom zijn onze dijken niet breder? Als alle primaire waterkeringen nu eens enkele honderden meters breed zouden zijn, zijn we van een paar problemen af, stellen Mario Hartog en Erik Luijendijk van de Grontmij. Het risico op dijkdoorbraak is nihil; kwel wurmt zich veel moeilijker onder de dijk door en zo’n brede dijk kan te allen tijde als vluchtroute worden gebruikt. Bovendien leent een ‘uitgedijde’ dijk zich bij uitstek voor multifunctioneel ruimtegebruik. Je kunt er huizen op bouwen, gelegenheid tot recreatie bieden, zelfs water bergen.
arike tomson
]
sectorhoofd waterkeringen en waterhuishouding waterschap noorderzijlvest
[
Dijken moeten veel breder
Druiventeelt op de dijk Het moet zeker vijftien jaar geleden zijn dat ik een artikel las over de brede, flauw oplopende, dijken in Japan met meestal meer functies dan alleen veiligheid. Er was een foto bij van zo’n dijk, midden in een stad: een breed groen lint in gebruik als park, een moeder op een bankje met een kinderwagen. Dat artikel met die foto heeft me nooit losgelaten. Het is een concept dat we in Nederland zeker zouden moeten onderzoeken. Het opent nieuwe perspectieven om de harde, scherpe grenzen tussen veilig en onveilig, water en land geleidelijker, ‘natuurlijker’ te maken. Functies kunnen makkelijker worden gecombineerd, nieuwe toepassingen zijn mogelijk. Zou zo’n flauwe helling, gelegen op het zuiden, kansen bieden voor nieuwe soorten gewassen: druiventeelt op de dijk? Ik zie de dijken langs de Waddenzee voor me met aan de wadzijde weer een harmonieuze overgang van land naar water en een natuurlijke ecologische zonering, in plaats van de huidige asfaltbekleding. Veel dijken in Groningen zullen de komende jaren onder handen moeten worden genomen, omdat ze niet meer voldoen aan de randvoorwaarden. Er is relatief nog veel ruimte; het is de moeite waard om daar serieus de optie van brede dijken uit te werken.
Profielen van waterlopen in beeld Waterschap Regge en Dinkel heeft een boekje samengesteld, waarin profielen van waterlopen in Twente zijn afgebeeld. De uitgave is bedoeld om te laten zien wat er zoal mogelijk is bij het (her)inrichten van beken en waterlopen, en om betrokkenen te stimuleren daarover mee te praten. Water is een cruciaal onderdeel van het totaalontwerp van een gebied. Voor waterschap Regge en Dinkel is samenwerking met andere betrokkenen het uitgangspunt. Die samenwerking draagt bij aan een breed draagvlak voor het ontwerp en een gezamenlijk beheer. Het profielenboekje geeft duidelijke voorbeelden. Door de vormgeving van het boekje kunnen verschillende oeverprofielen links en rechts met elkaar worden gecombi-
neerd. Zo komen uiteenlopende ontwerpoplossingen in beeld. Het is een handig hulpmiddel voor het waterschap om in een vroeg stadium uitleg te geven aan omwonenden en andere betrokkenen en hun meningen te peilen. Een eerste, eenvoudiger versie van het profielenboekje is gebruikt bij het herinrichten van de Deurningerbeek die dwars door het gelijknamige plaatsje loopt, met aan weerszijden tuinen van particulieren. Het waterschap koos bij dit project voor een intensieve vorm van participatie; omwonenden konden vanaf het allereerste begin hun ideeën inbrengen en toelichten. Het profielenboekje bleek hierbij een zo gewaardeerd hulpmiddel dat het nu verder is ontwikkeld tot een breed communicatiemiddel.
foto : waterschap regge en dinkel
het herinrichten van een beek
meer informatie: Waterschap Regge en Dinkel, Hendrik-Jan Teekens,
[email protected]
Zalm gevangen in de Waalse Maas
meer waternieuws
foto : ldph
In de nieuwe vistrap naast de stuw van Visé-Lixhe in de Waalse Maas is op de laatste dag van het afgelopen jaar een Atlantische zalm gevangen. Het gaat om een mannelijk exemplaar van bijna 70 centimeter lengte en met een gewicht van 2,6 kilo. De vis verkeerde in goede gezondheid en was gemerkt; er was een vinpuntje weggeknipt. Dat wijst erop dat deze zalm enkele jaren geleden in de rivier is uitgezet als jonge vis van 5-15 cm. Uit onderzoek moet nog blijken wat zijn exacte leeftijd is, waar hij is opgegroeid (waarschijnlijk twee jaar in de rivier en een tot twee jaar in zee) en wat de genetische kenmerken zijn (geografische afkomst). In 2002 en 2003 werden vijftien zalmen gevangen in
de Waalse Maas, maar daarna is er geen paairijpe zalm meer gezien in Wallonië. Sinds 1987 voert de Waalse overheid het programma Maas Zalm 2000 uit, onder wetenschappelijke begeleiding van de universiteiten van Namen en Luik. Twee doelen van dit programma zijn het uitzetten van jonge zalmen in de zijrivieren in de Ardennen en het herstel van de natuurlijke omgeving van de zalm door de bouw van vistrappen in de Maas en de zijrivieren. Dit om de stroomopwaartse migratie van paairijpe vissen te verbeteren. De gevangen zalm wordt ingezet voor verdere kweek. Naast de zalm zijn er eind december ook drie zeeforellen gevangen bij Lixhe. Zij worden eveneens gebruikt voor de kweek. meer informatie :
LDPH – Laboratoire de Démographie des Poissons et d’Hydroécologie van de Universiteit van Luik,
Jean-Claude Philippart,
[email protected]
Nederlanders grootverbruikers van ‘onzichtbaar’ water Tachtig procent van het Nederlandse waterverbruik vindt in het buitenland plaats, en vaak in landen waar (schoon) water een schaars goed is. Dat blijkt uit onderzoek van het Wereld Natuur Fonds en Universiteit Twente. Nederland consumeert per hoofd van de bevolking relatief veel koffie, katoen, cacao en andere geïmporteerde producten, die veel water verbruiken tijdens de groei en het productieproces. Daardoor is Nederland in absolute, maar ook in relatieve zin, grootverbruiker van virtueel water: ons land staat op de derde plaats van de wereldranglijst. De onderzoekers berekenden dat Nederlanders per dag 3300 liter virtueel water verbruiken. Dat verbruik kan op een relatief simpele manier drastisch omlaag worden gebracht. Het WNF initieert al jaren projecten om gewassen (zoals katoen) te verbouwen met 20 tot 30 procent minder water. Nu water hoog op de internatio-
10 de water
maart 2008
nale politieke agenda staat, krijgt het WNF vaker de vraag om bedrijven en (lokale) overheden te adviseren op het gebied van waterbesparing. Om aan deze vraag te kunnen voldoen, sloot het WNF een samenwerkingsovereenkomst met de Universiteit Twente, die het WNF met modellen en risicoanalyses zal ondersteunen om de Nederlandse ‘water-voetafdruk’ te verkleinen. Top-5 van producten met hoog waterverbruik 1. Katoenen T-shirt (korte mouw) - 2700 liter 2. Reep chocola (puur) - 2400 liter 3. 100 gram rundvlees - 1550 liter 4. Kop koffie - 140 liter 5. Boterham - 40 liter meer informatie :
Wereld Natuur Fonds,
tel. (030) 693 73 75, www.wnf.nl
Duurzame schelpdiercultuur hand in hand met natuur Grootschalige, extensieve schelpdiercultuur in de Nederlandse kuststreek kan hand in hand gaan met natuur of die zelfs versterken. De synergie kan leiden tot een duurzame exploitatie van oesters, mossels en andere schelpdieren voor een toenemende vraag op de wereldmarkt. Tegelijkertijd kan het leiden tot omvangrijke leefgebieden voor wadvogels en andere organismen. Dit is de visie van Aad Smaal die half januari buitengewoon hoogleraar Duurzame schelpdiercultuur werd aan de universiteit van Wageningen. Schelpdieren zijn de motor van de voedselkringloop in kustgebieden. Mossels en oesters filteren fijne voedseldeeltjes uit het water, wat een waterzuiverend effect heeft, en zijn zelf een voedselbron voor wadvogels. Doordat ze banken vormen, bieden zij daarnaast bestaansmogelijkheden voor talloze andere zeeorganismen, zoals kreeftachtigen en anemonen.
Schelpdieren leven van plantaardig materiaal. Daardoor kunnen ze met een natuurlijk voedselaanbod in het getijdenmilieu worden gekweekt. Door schelpdieren extensief te kweken stijgt de biomassa: er komen meer schelpdieren en bovendien is hun gewicht groter. Op die manier is het aanbod voor vogels groter, wordt de filtrerende werking van de schelpdieren versterkt en ontstaan er nog meer niches voor andere soorten. De schelpdiercultuur levert ook een hogere opbrengst op voor de kweker. Volgens Smaal biedt die geïntegreerde aanpak kansen voor zowel de schelpdiercultuur als voor natuurontwikkeling; méér dan de strikte scheiding van kweek en natuur. meer informatie: Wageningen IMARES, Aad Smaal,
[email protected]
Amsterdam alsnog door water beschermd De Stelling van Amsterdam komt er toch nog – gedeeltelijk – uit te zien zoals hij is bedoeld. Enkele forten die in vervlogen tijden de stad tegen de oprukkende vijand moesten beschermen, komen toch nog in het water te staan. Alleen krijgen deze vroegere ‘inundatiegebieden’ straks de rol van waterbergingsgebieden. Dat staat in de nota Stelling van Amsterdam – Op weg naar een nieuw gebiedsprogramma 2009-2013 die de provincie onlangs heeft gepubliceerd. In vroeger tijden moest een 135 kilometer lange verdedigingsring Amsterdam bescherming bieden tegen oprukkende legers. Als die opmarcheerden richting hoofdstad, zou een brede zone rondom de stad onder water worden gezet, geïnundeerd. Een stelsel van dijken, dammen en sluizen maakte dat mogelijk. En op strategische plaatsen zijn 42 forten gebouwd, waarvan Pampus het bekendste is. In 1996 is de Stelling toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Het wrange van de Stelling is dat hij na voltooiing – in 1915 – nooit is gebruikt. De opkomst van het vliegtuig maakte opsluiting binnen een ring van water zinloos. Tegenwoordig is het stelsel van dijken en inundatiegebieden op veel plaatsen nog slechts met moeite te herkennen in het landschap. Maar daar kan dankzij de klimaatverandering verbetering in komen. Met meer kans op regen is er behoefte aan extra waterberging. Door de plekken daarvoor aan te wijzen in delen van de Stelling zullen sommige forten alsnog omgeven worden door water. De provincie denkt vooralsnog aan de aanleg van zo’n 20 hectare nat gebied en open water bij de forten in de Beemster en bij Zeevang. meer informatie:
Programmabureau Stelling van Amsterdam, Peter Hoogervorst,
[email protected], www.stelling-amsterdam.nl
Hollandse hulp voor polderbestuur in Semarang Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard helpt de Indonesische stad Semarang met het opzetten van een bestuur voor een polder in de stad. De stedelijke polder wordt aangelegd in een stadsdeel met een oppervlak van 500 hectare waar ongeveer 80.000 mensen wonen. Het proefproject moet de overstromingen tegengaan, die hier regelmatig en in het regenseizoen zelfs dagelijks optreden. De belangrijkste watergang in het stadsdeel is een rivier die in open verbinding staat met de zee. De waterkwaliteit is zeer slecht. Om het gebied om te zetten in een polder, wordt langs de kust een dijk gebouwd. Ook worden voorzieningen getroffen om de rivier te kunnen afsluiten. Als de polder af is, zal de gemeente met hulp van het hoogheemraadschap een polderbestuur opzetten, dat erop moet toezien dat het water en de dijken goed worden onderhouden. Uitwisseling van kennis is belangrijk. Zo komen medewerkers van de gemeente Semarang een paar keer naar Rotterdam om te leren wat een waterschap is en hoe het werkt. De hulp is onderdeel van het LOGO SOUTH Programma van de VNG, dat zich richt op armoedebestrijding door het versterken van lokaal bestuur.
onhoudbare situatie in semarang
foto’s : hoogheemra adschap van schieland en krimpenerwa ard
bewoners verhogen hun drempels
meer informatie :
Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, Johan Helmer, tel. (010) 45 37 200,
[email protected]
11 de water
maart 2008
Golven meten op het wad
achtergrond
een deltaresmedewerker wijst een eeuwenoude schelplaag aan
De kustwaterschappen in het noorden dringen aan op betere criteria om de veiligheid van de dijken langs de Waddenzee te kunnen beoordelen. Daarvoor is meer inzicht nodig in de golfhoogten die bij een forse storm op het wad kunnen optreden. Golfgegevens over de Waddenzee, laat staan over golven onder extreme condities, zijn echter schaars of nog maar amper beschikbaar. Daarom is een speciaal meetprogramma gestart. Onlangs schonk de zee een bijzondere verrassing: schelpenlagen in de duinen van Noord-Holland, twee eeuwen geleden ruim zes meter hoog neergelegd door de kracht van het water. Historische informatie die – samen met de meest recente gegevens – bijzonder welkom is om te kunnen nagaan wat voor golven op de kust kunnen beuken. Misschien is de informatie ook voor het golfmodel van de Waddenzee van belang. Govertine de Raat, projectleider bij de Waterdienst van
Meetlocaties
bestand moeten zijn tegen een superstorm die gemiddeld
programma’, legt Robert Zijlstra uit. Ook hij is werkzaam bij
Rijkswaterstaat, vertelt dat de dijken langs de Waddenzee
‘Rijkswaterstaat zorgt voor de uitvoering van het meet-
eens in de 4000 jaar kan optreden. ‘Om de sterkte van een
de Waterdienst, en verantwoordelijk voor de veldmetingen.
dijk te kunnen beoordelen, wordt gebruikgemaakt van
verschillende modellen. Daarmee kunnen we het effect van de golven nabootsen. Het probleem is dat we niet voor alle modellen harde meetgegevens beschikbaar hadden om de
rekenregels te kunnen valideren. Gegevens bijvoorbeeld over
wat er met een dijk gebeurt als er water overheen slaat, maar ook leemtes in kennis als het gaat om het gedrag van golven bij heel slecht weer. Dat komt natuurlijk ook doordat zware
stormen zo weinig voorkomen. We zijn in het stormseizoen 2006/2007 met een meetcampagne in de Waddenzee
begonnen. Deze moet informatie opleveren waarmee de
betrouwbaarheid van de modellen wordt vergroot. Hoe meer stormen we kunnen invoeren, hoe beter dat is voor de
waarde van het model.’ De metingen vinden plaats binnen
het programma Sterkte & Belastingen Waterkeringen (SBW) dat wordt uitgevoerd in opdracht van DG Water. Het
uiteindelijke doel van de metingen in de Waddenzee is om de toetsvoorschriften te verbeteren die in 2011 worden uitgegeven voor de nieuwe toetsronde die dan begint.
12 de water
‘Er liggen twintig boeien in de Waddenzee en zeven op de
Noordzee. Daarnaast hebben we een waterstandmeetpaal bij Ameland uitgerust met sensoren waarmee we nu ook
wind en golven kunnen meten. Dichter bij de dijk gebruiken we ook het liefst meetpalen. Wanneer de golven de dijk
bereiken, veranderen ze namelijk en juist dat is voor ons
interessant. Op zo’n meetpaal kun je ook meer apparatuur installeren dan op een boei en bovendien is de bedrijfs-
zekerheid een stuk groter. Daarom willen we bij het Friese Wierumerwad en het Groningse Uithuizerwad ook palen
plaatsen. Die palen hebben een doorsnee van een meter en steken zo’n tien meter boven de zeespiegel uit. Ze zullen
behalve golven ook waterstanden, stroming en wind gaan meten. De bouwvergunningen hiervoor zijn inmiddels
aangevraagd. Op die plekken meten we nu vast met boeien, zodat de reeks golfgegevens al kan worden opgebouwd.’
Zijlstra licht toe dat de metingen in het Amelander Zeegat
het meest intensief zijn: ‘Die plek is qua ligging en omvang zowel gunstig voor de oostelijke als de westelijke zeegaten
maart 2008
in de Waddenzee. Haaks op de kustlijn liggen twee rijen van zes boeien over een lengte van 20 kilometer. Deze boeien meten hoe de golven veranderen bij de overgang van de diepe Noordzee naar de ondiepere Waddenzee.’
Een co-productie
Zijlstra schetst dat het om een lang traject gaat, waarbij
nauw wordt samengewerkt met Deltares, het instituut dat de modelberekeningen doet. Dit instituut bundelt sinds
1 januari de kennis van WL/Delft Hydraulics met die van
GeoDelft, TNO en delen van Rijkswaterstaat. Frans Hamer,
programmaleider bij Deltares, vertelt dat voor de uitvoering van het SBW-project een apart programma binnen het
instituut is opgezet. ‘We hebben als het ware een nieuwe jas
aangetrokken om de verschillende deelprojecten van SBW in hun onderlinge samenhang zo goed mogelijk op te pakken.’
De Raat bevestigt dat dit goed werkt. ‘Wij zorgen dat Deltares
foto : rijkswatersta at waterdienst
hightech-meetpaal bij ameland
voor het golfonderzoek de nodige meetgegevens tijdig krijgt. Gezien het belang van de voortgang in het onderzoek
hebben we zelfs de meetgegevens van de jongste november-
waterstand veel bekend is, maar dat over hoge golven bij
kaliber maken we tenslotte ook niet mee.’ De Raat voegt
zoals deze helpen ons om er een beter beeld van te krijgen.
storm al tussentijds opgehaald. Zoveel stormen van dit daar nog aan toe dat daarom ook meetgegevens van
meetstations in het Duitse en Deense waddengebied worden meegenomen in het onderzoek.
storm de historische informatie nog ontbreekt. ‘Vondsten
Met een grondradar zoeken we nu ook naar andere plekken waar onder het duinzand schelpenlagen liggen verborgen. In noordelijke richting, maar ook landinwaarts, achter de
duinenrij. We hopen inzicht te krijgen in het effect dat de
Golfinformatie uit schelpenlaag
golven van de superstorm hier op de kust hebben gehad. Die nieuwe inzichten kunnen van belang zijn voor het beheer
Sytze van Heteren, geoloog bij Deltares, volgt een andere
van onze kust. En ze hebben wellicht ook betekenis voor het
invalshoek om het golfmodel aan de hand van meetgegevens over hoge golven te verbeteren. Hij is minder
geïnteresseerd in recente golven, maar verdiept zich juist in golven van historische superstormen. Van Heteren: ‘De
meetreeks over golven zouden we graag willen oprekken,
zodat je over een nog langere periode het golfbeeld kent en
daarmee in het beleid rekening kunt houden. Het toeval wil dat bij de novemberstorm van afgelopen jaar, door afslag
golfmodel voor de Waddenzee.’ Zijn Deltares-collega Frans
Hamer beaamt de waarde van het onderzoek, maar geeft ook aan dat dit nog wel enige tijd zal vergen. Behalve de
verrassende invalshoek van de schelpenlagen zijn er nog
andere manieren om achter het gedrag van hoge golven te komen: ‘Heel simpel door op de dijk aan de hand van het aangespoelde drijfvuil te kijken hoe hoog het water is
gekomen. Dat noemen we de veekrandmetingen. Daarmee
van de kust bij Heemskerk over een kilometer lengte
kunnen we ook de overslagformules die we nu gebruiken
verschillende, tot tien centimeter dikke schelpenlagen
werden blootgelegd. De hoogste op ruim zes meter boven
het zeeniveau! De schelpen moeten bij een superstorm van eind 18e of begin 19e eeuw door de brute kracht van golven
in de duinen langs de kust zijn neergesmeten. We weten dat
dankzij een moderne dateringsmethode. In die tijd waren de duinen, zoals je ook kunt zien op schilderijen uit die periode, lang niet overal even hoog.’ Van Heteren vertelt dat over de
toetsen.’ Op de korte termijn kijken De Raat en Hamer nu
vooral uit naar de resultaten van een nieuwe golfoverslag-
proef die in maart op de waddendijk bij Sint Annaparochie is gehouden. ‘Daarvan kunnen we uiteindelijk leren of de dijk die overslag aankan en of de toegepaste grassoort sterk
genoeg is. Dan weten we welke verbeteringen nodig zijn en welke niet’, zegt De Raat tot besluit. KP meer informatie: Rijkswaterstaat Waterdienst, Govertine de Raat, tel. 06 239 281 10,
[email protected] Rijkswaterstaat Waterdienst, Robert Zijlstra, tel.06 138 926 57,
[email protected] Deltares, Frans Hamer, tel. 06 229 464 92,
[email protected] Sytze van Heteren, tel. (030) 256 45 65,
[email protected]
foto : rijkswatersta at waterdienst
een meetboei
13 de water
maart 2008
Nederland leeft met waterschappen
foto : unie van waterschappen
waterzuivering is één van de taken van waterschappen
De besturen van waterschappen worden anders samengesteld. Op enkele ‘geborgde leden’ na worden bestuursleden voortaan op dezelfde wijze als gemeenteraadsleden gekozen. Dat wil zeggen, dat gegadigden zich niet meer op persoonlijke titel kandidaat kunnen stellen, maar als vertegenwoordigers van een partij. De campagne Nederland leeft met water gaat aandacht besteden aan de eerste verkiezing-nieuw-stijl voor het waterschapsbestuur. Nog even en de eeuwenoude opdeling van het waterschaps-
koninklijke goedkeuring heeft gekregen, kan de inschrijving
gebouwd en Ingezetenen is geschiedenis. De Verenigde
aan de deelnemende lijsten worden gesteld. Zo moet een
bestuur in de categorieën Ongebouwd, Gebouwd, BedrijfsVergadering – het algemeen bestuur – zal na de komende
vereniging over een rechtspersoonlijkheid beschikken,
verkiezingen van november grotendeels bestaan uit
afgevaardigden van politieke partijen. Alsof het een gemeen-
anders kan zij geen lijst indienen.
teraad is. Maar toch niet helemaal. Ook belangengroeperin-
Stimuleren opkomst
hebben bij water – lijsten met kandidaten indienen. En er is
tot nu toe een lage opkomst gekend. Gunter: ‘Gemiddeld
gen kunnen – op voorwaarde dat zij een aantoonbaar belang
achtergrond
beginnen.’ Artikel 19 gaat over de juridische voorwaarden die
nog een verschil. Maximaal negen zetels van de nieuwe
Verenigde Vergadering blijven gereserveerd voor de traditionele bekleders van bestuursfuncties bij waterschappen:
boeren, grondeigenaren en vertegenwoordigers van het
Verkiezingen voor de besturen van waterschappen hebben tussen de 20 en 25 procent, uitzonderingen daargelaten. In
het noorden van het land haalden we met de verkiezingen in 2000 bijna 30 procent, waarschijnlijk omdat er niet zo lang daarvoor een periode met hevige regenval was, als gevolg
bedrijfsleven. Deze ‘geborgde leden’ worden aangewezen
waarvan woonwijken dreigden onder te lopen. Kennelijk zijn
door de gewestelijke Land- en Tuinbouworganisatie, de
Kamer van Koophandel en het Bosschap, waarin de beheerders van natuurterreinen zich hebben verenigd.
veel mensen zich toen bewust geworden van de rol van
waterschappen. Ook in Zeeland lag het opkomstpercentage
hoger, maar dat is te verklaren doordat de verkiezingen daar tegelijk met die voor de gemeenteraad werden gehouden.’
Lijstenstelsel
Om de kiezers te stimuleren hun stem uit te brengen, zal de
‘Dit alles is een uitvloeisel van de nieuwe Waterschapswet
campagne Nederland leeft met water in een speciaal
waarmee ook de Eerste Kamer vorig jaar mei heeft in-
gestemd’, legt Jacob Gunter, projectleider landelijke verkiezingen voor de Unie van Waterschappen, uit. ‘Een van de
redenen om de wet te herzien was de gang van zaken rond eerdere verkiezingen waarbij het personenstelsel gold.
Iedereen kon zich op persoonlijke titel kandidaat stellen, met als resultaat dat zich ook enkele baantjesjagers of andere
gelukszoekers meldden. In de nieuwe wet is daarom bepaald dat er volgens het lijstenstelsel wordt gewerkt.’
Daarmee kunnen politici hun intrede doen in de besturen
televisiespotje aandacht besteden aan de waterschapsverkiezingen besteden. Een door de Unie van Waterschappen in het leven geroepen werkgroep Communicatie waterschapsverkiezingen heeft tot taak om de verkiezingen in te bedden in de hernieuwde campagne Nederland leeft met water. Werkgroepvoorzitter Ruud Hendrikx, die als communicatie-
adviseur door de Unie is ingehuurd, hoopt dat door de extra
aandacht die de campagne op de verkiezingen gaat vestigen, het opkomstpercentage uitkomt op dertig.
van waterschappen. ‘En die lijken dat ook te gaan doen’,
Optimisme
en VVD serieus belangstelling hebben. Of ze ook echt met
redenen voor zijn optimisme: ‘Tot nu toe voerde elk water-
vervolgt Gunter. ‘Wat ik hoor, is dat in ieder geval CDA, PvdA een lijst komen, is nog even afwachten. Eerst moet nog één
artikel van de wet definitief worden geregeld. Pas als artikel 19 14 de water
Dat zal wel lukken, denkt Gunter, en hij geeft een paar schap zijn eigen voorlichtingscampagne, nu gaan we
gezamenlijk voor alle waterschappen die boodschap uitzen-
maart 2008
strostekers van een
waterschap aan het werk
den. Plus dat de verkiezingen voor alle 26 besturen van de
waterschappen tegelijk worden gehouden en niet meer het
ene jaar hier, het andere jaar daar. Tussen 13 en 25 november kan iedere Nederlander de samenstelling beïnvloeden van
het waterschapsbestuur dat in zijn omgeving de waterzaken behartigt.’
Dat de verkiezingen worden uitgesmeerd over twee weken,
heeft volgens Gunter te maken met tradities. ‘Vroeger werd er per post gestemd. Alle ingelanden kregen een stembiljet
opgestuurd en moesten de tijd krijgen om dat terug te sturen.’ Ook nu nog bezorgt de postbode bij iedere stemgerechtigde een stembiljet, maar daarnaast wordt de mogelijkheid
voorbereid om via internet te stemmen. Dat wil zeggen, als de Tweede Kamer de staatssecretaris van Verkeer en
Waterstaat volgt in haar aanpak om de goedkeurings-
procedure van het internet-stemsysteem uit te voeren. Een en ander hangt samen met de commotie die bij de vorige
verkiezingen voor de Tweede Kamer ontstond rond het
gebruik van stemcomputers. Weliswaar is internet-stemmen
het effluent van een RWZI of denk je aan de portemonnee
van de mensen die de waterschapslaten moeten betalen��’
weer een ander systeem, maar de kans bestaat dat de Kamer
WvW
verbiedt.
meer informatie:
ook experimenten met deze vorm van elektronisch stemmen
Unie van Waterschappen, JacobGunter,
[email protected],
Boodschap verkiezingen
De waterschappen willen in de aanloop naar de verkiezingen
Ruud Hendrikx,
[email protected]
de Nederlanders erop wijzen dat het water op kunstmatige wijze op een afstand wordt gehouden. Zonder dijken en
gemalen zouden hele steden onder water of tijdens vloed op
Nederland leeft met water
willen ze uitleggen dat niet alleen Rijkswaterstaat ‘over het
ministeries, provincies, gemeenten en waterschappen uitleg over
z’n minst een paar uur blank komen te staan. Daarnaast
water gaat’, maar dat ook waterschappen een grote rol spelen
in het op orde houden van de waterhuishouding. De individuele waterschappen kleuren deze kernboodschap in met
water en waterbeleid in de campagne Nederland leeft met Water. Deze campagne heeft zich de afgelopen jaren vooral gericht op
bewustwording van het Nederlandse publiek en bestuurders over klimaatverandering en de noodzaak meer ruimte aan water te
regionale en lokale aspecten.
Zo kunnen waterschappen in het riviergebied bijvoorbeeld
inzoomen op concrete projecten binnen het Rijkswaterstaatprogramma Ruimte voor de Rivier.
‘We kunnen daarbij profiteren van de algemene aandacht
voor water die de campagne Nederland leeft met Water vanaf het voorjaar genereert. Vanaf september wordt in deze
campagne specifiek aandacht gevraagd voor de verkiezingen’, zegt Hendrikx. ‘Dan zullen we als waterschappen uitleggen
wat er nieuw is aan deze verkiezingen en dat er ook echt iets
te kiezen valt. Dat laatste is uiteraard aan de partijen die zich inschrijven en kandidaten aandragen. Dat kunnen politieke partijen zijn, maar ook een groepering als Water Natuurlijk,
waarin de provinciale milieufederaties, Natuurmonumenten, Sportvisserij Nederland, Stichting Reinwater, de Wadden-
geven. Uit meerjarig onderzoek blijkt dat de campagne tot nu toe zeer succesvol is geweest. Daarom is in het Landelijk Bestuurlijk Overleg Water in 2007 besloten de campagne voort te zetten.
Daarbij wordt de lat een stukje hoger gelegd: de komende jaren gaat het niet alleen om bewustwording, maar moet ook de
betrokkenheid bij waterbeleid en waterbeheer worden vergroot.
Om Nederland klimaatbestendig te maken, is immers de medewerking van bestuurders, maar ook van burgers en maatschappelijke groeperingen hard nodig. De nadruk zal daarom minder op informatie en meer op participatie komen te liggen: hoe kunnen Nederlanders meedoen met water��
Na een Europese aanbestedingsprocedure heeft bureau Roorda
eind 2007 de opdracht gekregen om de vervolgcampagne uit te
werken. Roorda heeft een verrassend concept gemaakt, dat vanaf half april zal verschijnen in Postbus 51-spotjes, advertenties,
vereniging, Stichting de Noordzee en de Nederlandse
radiospotjes en op internet. Vanaf de zomer zal de campagne ook
Onderwatersportbond zich hebben gebundeld. Als hun
live in het land te zien zijn op buitenevenementen en ‘natte’
lijsttrekker is Jan Terlouw, de voormalige leider van D66 en
recreatielocaties. Daarnaast is het de bedoeling dat de bestuurlijke
oud-commissaris van de koningin in Gelderland, gekozen.’
partners, maar ook natuurorganisaties, consumentenorganisaties
Zeggenschap
Op de vraag waar de waterschapsbesturen eigenlijk iets over te zeggen hebben, antwoordt Gunter met twee voorbeelden. ‘Zij kunnen bij de inrichting van het landelijk gebied kiezen voor een technische of een meer in de natuur ingebedde
oplossing. Ook in de tarievenstructuur valt er iets te kiezen.
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat geeft samen met andere
en dergelijke het concept gaan inzetten voor hun eigen watercommunicatie.
meer informatie: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, DG Water,
Kies je koste wat kost voor het zo schoon mogelijk maken van
Robert-Jan Schoonenboom,
[email protected]
15 de water
maart 2008
[
Wit en zwart
]
Water is in mijn leven méér dan een rode draad geweest, het
te halen voor zijn in het ijs gestrande mannen. E-mail had je
sterrenbeeld Waterman, een werkzaam leven in het
kleiner is dan de zeilboot waarmee ik me – alleen bij goed
is dé lijn waarlangs mijn leven stroomt. Geboren in het
waterbeheer, en vakanties en reizen met altijd een hoog
weer – buiten de Oosterschelde waag.
watergehalte.
Mijn droom was tweeledig: het Zuidpoolgebied trok me en ik
Het begon als klein jongetje in een zeilbootje op de Loos-
drechtse Plassen. Met botters varen op het IJsselmeer en de
de waterkant
toen nog niet. Hij deed dat in een bootje dat een meter
Waddenzee was het begin van het grotere werk. Dan een
prachtige zeilreis op de Noordzee, gevolgd door zeilen door
de Hebriden (West-Schotland). Vervolgens een zeiltrip naar
de Orkneys en de Shetlands, noord van Schotland. In het jaar daarna zag ik voor het eerst van mijn leven gletsjers op
zeeniveau tijdens een zeilvakantie in de Lofoten, ver voorbij
de Noordpoolcirkel. Elke volgende reis was weer noordelijker dan de vorige.
Die lijn culmineerde in een omzeiling van Spitsbergen in de zomer van 2001. Een witte serene wereld waar golven,
gletsjers, vogels, ijsberen en walrussen de baas zijn. Daar zijn nauwelijks mensen en de weinigen die er zijn, voelen zich
nietig. Ik passeerde de tachtigste breedtegraad; als ik op mijn tenen ging staan, kon ik de Noordpool bijna ������������������� zien. ������������� En nog steeds geen drijfijs op die hoge breedte, de warme Golf-
móést bij het graf van Shackleton staan op South Georgia.
Vorig jaar november werd die droom werkelijkheid. Op de
Falklands mocht ik voor het eerst van mijn leven ‘in het echt’ pinguïns, pelsrobben, zeeolifanten en albatrossen zien. Op
South Georgia plengde ik met mijn vrouw Ierse whiskey op
het graf van Shackleton. Die Zuidelijke Oceaan en Antarctica maakten mijn dromen waar. Kolonies van 400 duizend
koningspinguïns op South Georgia, jonge reuzenalbatrossen op hun nest, gletsjers en ijsbergen zonder eind, alles was er. Op Antarctica scheen alleen maar de zon en was het
windstil. De verstilde landschappen van ijs spiegelden zich
in de dromerige blauwe zee. Door de afwezigheid van stof en vocht in de atmosfeer zie je de dingen op tien kilometer
afstand net zo helder als op honderd meter. Dat draagt sterk bij aan de vervreemding die zich van je meester maakt daar op de bodem van de wereld.
stroom doet het nog prima. Het wordt er zelfs té warm, zoals
Waarom dan dat woord ‘zwart’ boven dit stukje?
Mensen vragen mij waarom ik altijd die kou opzoek en niet
waar twaalf uur eerder de 150 opvarenden van de Explorer in
we inmiddels weten.
gewoon naar Zuid-Frankrijk met vakantie ga. Het antwoord weet ik niet. Ik kom niet verder dan het mompelen van
woorden als zuiverheid, onbezoedeld, sereen, verstild, de
Op vrijdag 23 november voeren we om 19.00 uur over de plek de reddingssloepen waren gegaan. Ik wist niet dat het zo dramatisch is wanneer je live over de marifoon hoort:
‘Abandon ship’. Wat resteerde van het schip waren twee
aarde zoals die bedoeld is, zojuist geschapen is.
reddingvesten op een ijsschots, een houten keukenstoel en
Op deze achterpagina gaat het nogal eens over dromen. Laat
mij u vertellen over één van mijn dromen. In al die jaren was ik ook gefascineerd door het Zuidpoolgebied. Ik vrat alle
boeken over de ontdekkingsreizen en leerde de karakters van de beroemde poolreizigers kennen. Scott, een maand te laat
op de Zuidpool, zo mooi is nog nooit iemand doodgegaan, hij werd dan ook de absolute held van het Britse Rijk. Amundsen, de Noor die als eerste op de Zuidpool stond, hij die het
een olievlek van inmiddels een mijl in het vierkant. De eerste
vogels crepeerden. De wetenschap dat er op 500 meter diepte 500 ton olie ligt te wachten om te ontsnappen, stemde mij droef.
Ach, dacht ik een beetje filosofisch, alleen die witte droom was ook te mooi om waar te zijn! Tekst en foto: Jan Hendriksen
geluk afdwong, letterlijk de wind mee had. Maar mijn
absolute favoriet is Ernest Shackleton, de Ier die voor zijn
mannen door het vuur ging, getuige zijn meesterstuk om
achthonderd mijl over de meest onbarmhartige poolzee te
varen om bij de Noren/walvisvaarders op South Georgia hulp
16 de water
maart 2008