16e jaargang 23 maart 2011 redactioneel onafhankelijk magazine van de Hanzehogeschool Groningen | e-mail:
[email protected] | Foto: Pepijn van den Broeke
13
Een nieuwe lente...
nieuwe talenten!
Uitblinkers op de Hanzehogeschool: Rianne Echten
‘Ik wil in de basis van Oranje’ Tweedejaars Personeelsmanagement Rianne Echten (20) is hét toptalent in het vaderlandse korfbal. Ze staat nummer twee op de topscorerslijst van de nationale korfbal league. In oktober speelt ze met Oranje op het WK in China. Bij je club Nic./Alfa-college scoorde je 72 keer in vijftien wedstrijden. ‘Ik ben snel en ik heb een krachtig schot. Mijn sterke punt is de doorloopbal. Met snelheid onder de korf komen, de bal aannemen van de aangeef, want je mag niet met de bal lopen, en dan scoren met één hand. In het basketbal noemen ze dat een lay-up. Een ander sterk punt is mijn felheid. Maar vooral in het begin van een wedstrijd wil ik nogal eens te fel zijn. Hierdoor maak ik overtredingen en loop ik het risico de scheids tegen te krijgen. Daardoor liep ik een paar weken geleden tegen mijn tweede gele kaart op en ben ik een wedstrijd geschorst.’ Korfbal is een gemengde sport. Toch maar even die clichévraag. ‘Ja hoor… Nee, mannen en vrouwen douchen meestal niet samen na de wedstrijd. Maar er ontstaan wel veel relaties in het korfbal. Bij Nic. hebben we vijf stelletjes in de selectie. Ik denk wel dat korfbal een mooier spel is doordat het gemengd is. In de aanval speel je altijd met twee spitsen, meestal een dame en een heer. Als een speelster doorbreekt, mogen de mannelijke spelers niet ingrijpen. Daardoor zijn de aanvallen kansrijker. Sommige clubs hebben noodgedwongen of vrijwillig een damesteam, maar dat maakt het spel heel anders en naar mijn mening een stuk minder aantrekkelijk.’ Waarom ben je gaan korfballen? ‘Ik ben er op mijn vijfde mee begonnen omdat mijn oudere zus het deed. Bij de F’jes maakte ik nog een feestje van de wedstrijden: ik maakte radslagen, deed handstanden en speelde tikkertje met de tegenstander. Toch deed ik het aardig goed. Ik speelde al gauw in Drentse en noordelijke jeugdselecties en later in Jong Oranje onder de 19 en 21.’
Op je twintigste ben je één van de belangrijkste spelers van Nic. en je zit in de Oranje-selectie. Hoe ver kun je nog komen? ‘Korfbal wordt ongeveer in 62 landen gespeeld, maar alleen in Nederland, België en Taiwan op hoog niveau. Van al die landen heeft alleen Nederland een nationale league. Ik kan dus niet hoger dan dat ik nu speel. Maar ik heb wel ambities. Zo hoop ik een basisplaats in het Nederlands team te veroveren. Verder wil ik nóg meer voor Nic. betekenen en mijn medespelers helpen om beter te worden. Dit jaar hebben we net de playoffs gemist. Dat was balen, en ook nog precies in de wedstrijd dat ik geschorst was. Ik moest dus lijdzaam toezien, samen met Friso Boode (student ALO van de Hanzehogeschool, red.) die toen ook geschorst was. Maar volgend jaar gaan we er weer voor: de finale in Ahoy! Onze sterspeler Michiel Gerritsen (student Sportmanagement van de Hanzehogeschool, red.) heeft nu een knieblessure. Maar volgend jaar is-ie er weer. En misschien komt de Taiwanese smaakmaker Ricky Wu er ook wel bij.’
mijn studie hoop ik een werkgever te vinden die rekening wil houden met mijn sportactiviteiten. Ik hoop dat daar mogelijkheden voor zijn. In Oranje zitten ook spelers die een baan hebben, dat kan alleen in goed overleg met je
werkgever. Ik denk dat ik na mijn studie eerst ervaring wil opdoen als intercedent bij een uitzendbureau. Daarna wil ik, zoals ik het nu zie, als personeelsmanager aan de slag op een P&O–afdeling.’ Tekst en foto: Luuk Steemers
Het is toch een amateursport? ‘Er zijn clubs die spelers betalen zoals Blauw-Wit Amsterdam, maar Nic. heeft daar niet de middelen voor. Dat maakt me niet uit, het gaat mij vooral om het plezier. Ik speel nu het derde seizoen bij Nic., en ik heb het geweldig naar de zin. Ik zal dus niet snel naar een andere club gaan. Bij het Nederlands team krijg ik een stipendium en reiskosten betaald. Vanaf mei moet ik twee keer per week trainen in Zeist en vanaf augustus drie keer per week.’ Maar je krijgt wel een topsportbeurs. ‘Daardoor kan ik langer over mijn studie doen. En dat is ook nodig, want ik train vijf keer per week en in het weekend zijn de wedstrijden. Momenteel loop ik bijna fulltime stage bij Tempo-Team in Groningen. Dat is best lastig te combineren met korfbal. Na
2 HANZEMAG WOENSDAG 23 MAART 2011 [13]
Foto: Luuk Steemers
INHOUD Pagina 4/5 Paul David Heckhausen wint dj-contest ‘Je zou kunnen zeggen: melodisch minimalistisch’ Pagina 6
Versus: prestatieloon?
Pagina 8/9 Hanze University student arrives in the midst of the Japan disaster ‘Roughly ten seconds before the earthquake, all the mobile phones started ringing’ Pagina 10/11 HG-talenten brengen het kledinglabel Baas Fashion op de markt
8/9
Pagina 12 Hanzelezing 'Tussen talent en gewoontjes zit geen verschil in aanleg, maar zesduizend uur training' Pagina 13 Faalangst-reductietraining helpt bij studiestress ‘Je zegt niet: hebt u even, ik zet even mijn ontspannings-cd op’ Pagina 15 HG-student Pim Leijdeckers digitaliseert grenzeloze criminaliteit
13
Pagina 2/3 int Studying abroad. Does Erasmus really mobilize?
4/5
Hoofdredactioneel
2/3int
5int
4
Talent
‘Talent’ zou je onderhand wel kunnen bestempelen als hbo-woord van het jaar. Iedere hogeschool wil tegenwoordig talent aan zich binden, talent ontdekken, talent beter begeleiden. De Hanzehogeschool ook. Share your Talent, Move the World is de nieuwe slogan. Het begrip talent intrigeert me, omdat ik er nog steeds niet achter ben wat het nu precies inhoudt. Net als ‘schoonheid’ lijkt het vooral in the eye of the beholder te zitten. Een fan van Lady Gaga zal zeggen dat ze enorm talentvol is. Menigeen zal haar net zo overtuigd afdoen als volledig talentloos. De lezing over talent die professor Remy Rikers op 9 maart op de Hanzehogeschool hield moest uitkomst bieden. Kon hij me vertellen wat talent nu precies is? Ja en nee. Talent, zegt Rikers, is vooral een kwestie van oefening. De hoeveelheid en vooral de kwaliteit zijn bepalend voor het niveau dat iemand kan bereiken. Simpel gezegd is talent dus niet zo zeer aangeboren maar aangeleerd. Dat is iets waar een hogeschool wat mee kan. Bied studenten hoogwaardig onderwijs aan, zorg dat ze gemotiveerd blijven, en vier jaar later verlaten ze als toptalenten je instituut. Aan de andere kant schept het ook weer verwarring. Want als talent niet aangeboren is, is iedereen in potentie een talent. Hoe selecteer je dan je honours klassen? Is iedereen die daarbuiten valt niet een talent dat niet volledig tot ontplooiing kwam? En is de hogeschool daar dan niet verantwoordelijk voor? Zelfs de wetenschap kan talent niet helemaal verklaren. Misschien is het daarom juist wel zo’n populair woord, bedacht ik me na de lezing. Hoe vager het begrip, hoe makkelijker we er onze eigen draai aan kunnen geven. Chris Wind
[13] 2010 23 MAART WOENSDAG HANZEMAG 3
Langstudeerders moeten gaan fietsen Weer slecht nieuws voor langstudeerders. Staatssecretaris Halbe Zijlstra wil dat studenten nog maar vijf jaar gebruik maken van hun OV-jaarkaart. Dat betekent dat ze maximaal één jaar bovenop hun nominale studieduur gratis met de trein kunnen reizen. Nu is dat nog drie jaar. Studenten zonder OV-kaart gaan het volle pond betalen voor een treinkaartje. De nieuwe regeling moet in de zomer van 2012 in gaan. De Tweede Kamer moet nog wel instemmen met het plan. Pornoleraar mag worden ontslagen De leraar Engels die door het Wellant-college in Klaaswaal op non-actief is gezet omdat hij in een pornofilm heeft gespeeld, mag worden ontslagen. De leraar stapte naar de rechter, maar die vond het ontslag rechtmatig. De docent werd herkend door een 15-jarig meisje toen ze ’s nachts een pornofilm keek. De film was te zien op de tv-zender Meiden van Holland. Het ging om een oude film, maar de directie van de school was niet blij. Volgens de leraar was zijn rol in de pornofilm een eenmalige gebeurtenis die bovendien niets te maken heeft met zijn kwaliteit als docent. Maar de rechter sluit niet uit dat het gezag van de leraar Engels door zijn acteerwerk is aangetast. De school moet hem wel zijn salaris over de rest van het schooljaar betalen. Sociaal leenstelsel voor masterstudenten Staatssecretaris Zijlstra wil de basisbeurs voor masterstudenten vervangen door een sociaal leenstelsel en de regels rondom de aanvullende beurs vereenvoudigen. Om studenten toch enigszins tegemoet te komen, wordt de aflossingstermijn verhoogd van vijftien naar twintig jaar. Masterstudenten met minder draagkrachtige ouders kunnen tijdens de nominale studieduur aanspraak maken op een aanvullende beurs. Groningse studenten zijn braaf Groningse studenten zijn braver dan vaak wordt gedacht. Dit blijkt uit een onderzoek van de RUG en de Groningse politie. Voor het onderzoek zijn tijdens het studiejaar 2009/2010 ongeveer duizend eerstejaars ondervraagd over alcoholgebruik, drugsgebruik, onveilige seks, en agressie en criminaliteit. De helft van de studenten deed mee aan een vervolgonderzoek. De respondenten waren gemiddeld 19 jaar, 66 procent was vrouw en 22 procent was lid van een studentenvereniging. Mannen drinken gemiddeld 16 glazen alcohol per week, vrouwen 6. Leden van een studentenvereniging drinken gemiddeld 21 glazen per week, maar zij dronken voor hun studie ook al meer dan gemiddeld. Studenten hebben recht op toeslagen Mensen maken niet altijd optimaal gebruik van het terugvragen van toeslagen, subsidies en regelingen om het inkomen aan te vullen. Veel studenten hebben bijvoorbeeld recht op zorgtoeslag, maar weten dat niet. Met behulp van de website www.berekenuwrecht.nl van Stimulansz en Nibud kun je eenvoudig berekenen van welke landelijke en gemeentelijke subsidies en toeslagen je gebruik kunt maken. Bovendien krijg je informatie over waar en hoe je de regelingen kunt aanvragen. Zorgtoeslag levert je al snel 735 euro per jaar op.
Foto: Luuk Steemers
Twee limousines staan op de Grote Markt klaar om de eerste lichting afgestudeerden van de opleiding Toegepaste Psychologie in stijl te vervoeren naar een feestelijk onthaal op de Marie KamphuisBorg en de diplomauitreiking. Zeventien studenten van de in februari 2007 gestarte opleiding namen op 10 maart hun diploma in ontvangst, waarvan twee cum laude.
‘Je zou kunnen zeggen:
melodisch minimalistisch’ Paul David Heckhausen (22), tweedejaars Compositie, Muziek & Studioproductie aan het Prins Claus Conservatorium, is de winnaar van zesde editie van de DJ Contest van De Cast. Paul David, gefeliciteerd. Wat heb je gewonnen? ‘Ik mag dj-apparatuur uitkiezen bij BSE, ik ga een nieuwe koptelefoon kopen. Verder drie gigs in Groningen en een fotoshoot met interview bij Funkimag.nl.’ Waar gaan we je zien? ‘Op 12 mei draai ik op StudentBeats in Huize Maas, ik ga draaien bij Buurthouse in Simplon en ik geef op 18 mei een lunchconcert in het Atrium op de Hanzehogeschool.’ Wat gaan we horen? ‘Lastig om een genre te noemen, je zou kunnen zeggen: melodisch minimalistisch. Ik maak zelf heel veel muziek, het moet dus muzikaal interessant zijn. Sommige hardcore vind ik niet om aan te horen. Je kunt mijn producties vinden op soundcloud.com/Mannshausen. Daar staat ook mijn finaleset. Voor Mannshausen werk ik samen met Daniel Borrmann. Op myspace.com/pdthedrummer staat nog meer. Drums zijn mijn favoriete instrumenten, ik wilde drums gaan studeren. Maar nadat ik een jaar in Brazilië muziekles gaf in de krottenwijken en in bands speelde, switchte ik naar compositie, muziek en productie.’ Wie zijn je helden? ‘Duitsland heeft veel goede elektronische muziek. Ik kom uit Hannover. Kollektiv Turmstraße, twee dj’s die hun eigen muziek componeren, vind ik erg goed. En Paul Kalkbrenner natuurlijk, hoewel ik zijn broer Fritz live beter vindt. Van zijn nummer Kings in Exile heb ik in mijn contestset een remix gedraaid. Verder Agoria, Pantha du Prince. Ik vind Trentemoller ook cool, voor mijn opleiding ga ik een nummer in zijn stijl componeren en produceren.’ Rina Tienstra
4 HANZEMAG WOENSDAG 23 MAART 2011 [13]
Mirjam wint Koppie Copyprijs Mirjam Pepplinkhuizen (44), oud-student Minerva en Pedagogische Academie en taalleerkracht en cultuurcoördinator op de Bisschop Bekkersschool in Paddepoel, won op 16 maart de Koppie Copy Jeugdbeleidprijs met haar idee Allerzielen Nieuwe Stijl. Koppie Copy? ‘Dat is een prijs van de gemeente Groningen voor een origineel jeugdproject dat zich leent tot kopiëren. Allerzielen Nieuwe Stijl is een handreiking voor het herdenken van geliefde gestorvenen uit alle culturen op 2 november, de traditionele Rooms-katholieke herdenkingsdag. Ons concept kan gebruikt worden voor iedereen van nul tot honderd jaar. Het is natuurlijk lekker cliché, maar ook universeel: dood gaan we allemaal, de dood hoort bij het leven. Volgens de jury hebben we met ons project diverse overlijdensrituelen samengevoegd tot een harmonieus geheel.’ Wat deden jullie op Allerzielen 2010? ‘Alle kinderen hebben iets gemaakt voor hun dode geliefden. Het varieerde van een nepwaxinelichtje voor een dode cavia tot een hindoeïstische bloementempel. Er was troost-eten voor iedereen en we hebben, zoals in de islamitische cultuur gebruikelijk is, geld ingezameld voor een goed doel, Terre des Hommes. En we hebben met de hele school een boek gemaakt met de namen van overleden mensen, dat is voorgelezen bij de bijeenkomst op het schoolplein.’ Hoe kwam je op het idee? ‘Toen mijn moeder twee jaar geleden overleed, ging ik voor het eerst in 22 jaar met mijn vader mee naar de kerk om met Allerzielen een kaarsje voor haar te branden. Erg indrukwekkend. Allerzielen
Foto: Luuk Steemers
wordt nauwelijks nog gevierd in de Nederlandse cultuur, maar de cultuur voor het herdenken van gestorvenen is duidelijk aan het veranderen.’ Wat heb je gewonnen? ‘2500 euro, ik heb het wegbezuinigde rijksbudget voor cultuureducatie teruggewonnen.’ Rina Tienstra Youtube: allerzielen bekkersschool
Foto: Luuk Steemers
[13] 2010 23 MAART WOENSDAG HANZEMAG 5
Versus Prestatiebonus?
Middelbare scholen moeten, volgens de Onderwijsraad, de beste vijf procent van hun leraren aanwijzen. Naast een bonus van 2500 per jaar krijgen die ‘excellente’ leraren vier jaar lang één dag per week de tijd om een innovatief project op te zetten en uit te voeren. Zouden hogescholen daar ook aan moeten beginnen?
Foto: Luuk Steemers
Ab Reitsma (56), docent International Facility Management
Ben Emans (63), lector Duurzaam HRM-beleid
‘Het idee spreekt me wel aan. Alles in Nederland neigt een beetje naar eenheidsworst. Mensen worden niet genoeg uitgedaagd om zich te differentiëren en uit te blinken. Voordat ik ging lesgeven ben ik hoofd Personeel & Organisatie geweest bij de Rijksdienst voor Wegverkeer. Daar wilden ze ook iets gaan doen met prestatiebeloning zodat mensen die goed presteren wat extra zouden krijgen. Uiteindelijk eindigde het ermee dat het extra geld ponds-ponds werd verdeeld over het hele team. Dat kan niet de bedoeling zijn. ‘Waar het eigenlijk allemaal om draait is waardering. Ik ben zelf afgelopen jaar verkozen tot docent van het jaar bij International Facility Management. En hoewel ik daar eerst wat lacherig over heb gedaan, ben ik er nu toch wel trots op, zeker nadat ik de feedback van studenten las. Het is erg fijn dat studenten mijn aanpak waarderen. Maar het moeten ook geen Amerikaanse toestanden worden. Mensen die met vetlederen medailles rondlopen. ‘Uiteindelijk mag waardering ook best worden vertaald in een stukje extra beloning , vind ik. Zelf zit ik al een aantal jaren op mijn maximum. Prestatiebeloning is een manier om toch wat extra te kunnen verdienen. In de cao bestaat trouwens de mogelijkheid van extra beloning voor mensen die aan het maximum van hun salarisschaal zitten, maar van die optie wordt nauwelijks gebruik gemaakt. Kennelijk is het management daar huiverig voor omdat ze dan moeten uitleggen waarom zij wél en hij niet. ‘Natuurlijk is het lastig te bepalen wie een goede docent is. Studentenevaluaties alleen zijn te subjectief. De mening van collega-docenten is bijvoorbeeld ook belangrijk. Ik denk dat uiteindelijk het management de criteria moet vaststellen, maar wel op basis van wat de docenten onderschrijven.’
‘Heilloos… zinloos… en ik heb nog wel wat bijvoeglijke naamwoorden. Natuurlijk, excellentie bevorderen is prachtig. Scholen moeten dat zeker doen. Maar dit voorstel van de Onderwijsraad is kortzichtig en dom. ‘Het ministerie zal één missive uitvaardigen, één formule voor alle scholen. Dat werkt helemaal niet. Schoolbesturen schuiven zo’n opdracht meteen door naar de afdeling Human Resources Management (HRM), die gaat overleggen met opleidingsdirecteuren, die er ook geen raad mee weten. Ik zie ze al denken: o, daar heb je HRM weer. Van lieverlee schrijft HRM een protocol, waar de leidinggevenden dan weer onderuit proberen te komen. ‘De leiding moet ieder jaar de beste vijf procent van de leraren aanwijzen. Schoolleiders zullen denken: Pietje heeft de bonus vorig jaar gekregen, nu is Jantje aan de beurt. Dat lokt oncollegiaal gedrag uit. Werknemers gaan voor de bonus werken. Het kan zelfs zijn dat ze taken laten versloffen, omdat die niet aan de bonus zijn gerelateerd. ‘Prestatiebeloning werkt prima als er duidelijk meetbare indicatoren zijn. In de sales bijvoorbeeld, waar de prestaties worden afgemeten aan het aantal verkopen in afgebakende regio’s. Het wordt lastiger in situaties waar werknemers elkaars directe concurrent worden. In het onderwijs moet je dat te allen tijde voorkomen: daar gaat het om teamprestaties. ‘Scholen hebben beloningsmogelijkheden genoeg. Gratificaties, extra taken die op het lijf van de docent zijn geschreven, een scholing. Noem maar op, je kunt van alles verzinnen. En dat is precies de crux: je moet het gewoon aan de scholen overlaten. Die weten het beste wat werkt. ‘Het is de plaag van deze tijd, organisaties worden verzelfstandigd, maar bij het minste of geringste probleem vaardigt de overheid toch weer voorschriften uit. Arrogant, rampzalig en het wordt ervaren als pure pesterij.’ Boudewijn Otten
Luuk Steemers 6 HANZEMAG WOENSDAG 23 MAART 2011 [13]
Tweedejaars Personeelsmanagement leren hoe ze een slechtnieuwsgesprek moeten voeren. John Cleese helpt een handje. ‘Het slechte nieuws voor jullie is: een perfect slechtnieuwsgesprek bestaat niet. Sorry!’
Foto: Boudewijn Otten
Wie wel eens een aflevering van de comedyserie Fawlty Towers heeft gezien, met John Cleese (1939) in de rol van de doorgedraaide hoteleigenaar Basil Fawlty, weet hoe vulkanisch woede kan uitbarsten. Elf tweedejaars Personeelsmanagement bekijken in lokaal F.005 van de Marie Kamphuisborg een instructiefilm waarin George (John Cleese) te horen krijgt dat hij wordt ontheven van de leiding van een project. George ontsteekt in een berserkerwoede, scheldt en tiert, smijt met meubilair en verlaat het directeurskantoor met knallende deuren. Dan verschijnt John Cleese als John Cleese, de cursusleider van deze instructiefilm. ‘Het slechte nieuws voor u is, dat er geen goede manier is om een slechtnieuwsgesprek te voeren. Iedere situatie is anders, ieder mens is anders, dus ieder gesprek is anders. Maar perfect wordt het nooit. Sorry!’ En toch. Een klassieke fout De film die docent Caren Albers de studenten op 17 maart voorschotelt, geeft
bij de les
Een goed slechtnieuwsgesprek handreikingen voor het voeren van gesprekken waarin een leidinggevende een ellendige boodschap moet brengen. Die boodschap moet de leidinggevende al in de eerste paar zinnen melden. Cleese: ‘Schrijf de eerste alinea van wat je gaat zeggen vooraf op en bereid je voor op de reactie. Onderken zijn gevoelens én die van jezelf.’ Albers: ‘Een slechtnieuwsgesprek is namelijk voor niemand aangenaam. Trouwens, wie heeft zo’n gesprek wel eens meegemaakt?’ Marien is ontslagen. ‘Dat ging best wel lullig, eigenlijk. De baas kwam naar me toe en zei: “De afspraak was: als je niet naar me luistert, hoef je niet meer terug te komen. En jij luistert niet!” Toen moest ik zelf concluderen dat ik kon opkrassen.’ Een klassieke fout, volgens Albers: ‘de hang-yourself-methode. De baas durft boodschap niet te brengen en zadelt het slachtoffer ermee op. Hoe denk je nu over dat bedrijf?’ Marien is hartstikke blij dat ze er weg is. ‘Logisch! Als die baas het anders had aangepakt, was het nog steeds vervelend, maar je
had je niet in je eer aangetast gevoeld.’ In de goede aanpak staat luisteren centraal. ‘Dat moet je laten zien. Je kunt vragen stellen als: wat doet dit bericht nu met je? Of je kunt zeggen: ik snap dat er nu van alles door je heen gaat.’ Sniffende werkneemster Wie slecht nieuws krijgt, voelt al snel dat hij gefaald heeft. De leidinggevende heeft de plicht om dat gevoel in de juiste kaders te plaatsen. Albers: ‘Maar je moet de pil niet vergulden. Je kunt niet zeggen: “Oké, je bent ontslagen, maar het voordeel is dat je voortaan thuis bent als je kinderen van school komen.” Je kunt iemand wel herinneren aan de dingen die hij wel goed doet of heeft gedaan. Het gaat erom dat je hem toont dat je ervan overtuigd bent dat hij mogelijkheden heeft.’ In de instructiefilm lopen een baas en een sniffende werkneemster samen een kantoorruimte binnen. ‘Jongens, even aandacht’, roept de baas tegen de collega’s. ‘Zij… zij is een mislukking!!! Ze ligt eruit!!!’
Het is goed om in een slechtnieuwsgesprek aan de orde te stellen hoe de beslissing op de werkvloer wordt aangekondigd. ‘Geef de werknemer daar een stem in. Ook daarmee toon je hem dat je hem serieus neemt.’ Gewapend met de voorbeelden uit de film kruipen de tweedejaars in trio’s bijeen voor de rollenspellen. Niks geen vulkanische woede Seyanda moet Saskia haar ontslag aanzeggen. Die eerste zinnen, waarin ze keurig de slechte boodschap te berde brengt, gaan goed. Maar dan… Saskia zegt bijna niets, ze klapt dicht. Paniek, woede, teleurstelling, er gutst van alles door haar heen, maar het lukt Seyanda niet om dat bespreekbaar te maken. Het ís geen gesprek, eerder een aaneenschakeling van pijnlijke stiltes. Niks geen vulkanische woede of uitzinnig verdriet. ‘Zeven van de tien slechtnieuwsgesprekken gaan zo’, zegt Albers. ‘Pfff’, zucht Seyanda, ‘dat zal nog flink oefenen worden.’ Boudewijn Otten
[13] 2010 23 MAART WOENSDAG HANZEMAG 7
Hanze University student arrives in the midst of the Japan disaster
Flight from Tokyo The moment the heaviest earthquake ever hit Japan, International Business student Adrian Schichl was sitting in a bus in downtown Tokyo, eager to start his internships. Three days later he succeeded to flee from the catastrophe. I was supposed to start my internship with Bosch Corporation, working in their sales excellence department for the automotive sector at the Tokyo headquarters. I was to start working on Monday, 14 March. The previous Friday I arrived at 14.15 hrs. local time. It turned out my plane was the last that landed at Narita airport, all the others were rerouted back to China. At 14.46 hrs. when the 9.0 earthquake hit Japan, I was in a limousine bus on the way to downtown Tokyo to take the subway to the apartment provided by Bosch. Roughly ten seconds before everything happened, all the mobile phones started ringing. I was wondering what that meant. (Later I found out it was their earthquake warning system, giving the Japanese ten to fifteen seconds time to head for safer grounds.) The bus driver immediately pulled over to the side and everything started rumbling. I thought the bridge behind the bus could fall apart every second. After two minutes the rumbling stopped and on the radio I could hear the news. Fortunately I had started studying Japanese beforehand: I was able to pick up some words and understood the magnitude. I heard the news reporter saying words like tsunami, (aruku meaning to walk), densha (meaning subway), and erebe ta (meaning elevator). A Japanese girl in the bus came over. She asked me if I understood and explained what had happened. That it had been the worst earthquake ever to hit Japan and the world. The subway was halted, people needed to walk home, massive numbers of people were stuck in elevators. It took me five hours to get into the city (which normally takes fifty minutes). The streets were crammed with people, it felt a bit like in the movie Cloverfield. You could see buildings burning with massive amounts of smoke. At roughly seven p.m. I reached the bus terminal,
but no more subways were departing. I realized I was stuck in the terminal, which has already been transformed into an emergency accommodation. Though water was provided, food was not. I decided to head down the street to the 7/11 supermarket, but the only thing I found were empty shelves. They next day at midday I tried to get to my apartment, took the subway and after several sudden stops due to some aftershocks, I finally arrived. It was the first time I was able to get English-spoken news, working telephone lines and internet. I called my boss at Bosch who was on his way home. He told me that he would most likely head down south due to the nuclear power plant situation. The highways were closed and subway lines couldn’t offer full service due to 6.0 aftershocks happening nearly every couple of hours. When circumstances got worse that evening, I decided to try to reach the airport, but after experiencing an earthquake in the underground once again I was stuck somewhere in Tokyo. I was lucky to find a hostel where I stayed the night. The following day I received a phone call from another intern, telling me that most of Bosch’s senior managers had left the country already, flying business or first class. Up until that time I had been expecting to start my internship at Monday as planned, and that Bosch would somehow take responsibility for me. All of a sudden I realized I had to try and get to the airport as soon as possible. At the same time it was clear to me that I didn’t even have a return ticket yet. The airport was crammed, Air China had no office open whatsoever, and all hotlines worldwide were not opened on Sunday! I wasn’t able to get any tickets and the queues were just incredibly long. I went to the executive business center, booked some internet
8 HANZEMAG WOENSDAG 23 MAART 2011 [13]
for twelve Euros an hour (there was no working internet on the airport) and I luckily got a flight with Emirates for Monday night, Tokyo time. The next day most of the European countries issued travel warnings. To grasp the seriousness of the situation, here is an email I received from a friend who is still in Tokyo. The email is from Tuesday, 15 March, six hours after I had left the country.
In case you haven’t heard, the nuclear situation some two hundred km north of Tokyo is getting worse. If you don’t have one of those face masks, buy plenty. If you go outside, wipe the dust off your clothes and hair before you go into your apartment, and keep your windows shut and don’t turn on a fan if it blows in air from the outside. I would say if you could manage it, this might not be a bad time to leave Tokyo for safer grounds. Like Osaka or something. They
gave me two days off, so I’m staying in my apartment all day and will not leave until Friday (for work... Fuck). If you think you were outside too long exposed, taking a shower will get rid of any contamination on your skin. The hard part is making sure your food and water are not contaminated. I don’t know how to ensure this, but buying bottled drinks like coke or juice is a safe bet. If you have any questions you can ask me and if I don’t know, I’ll ask my Japanese friends. Adrian Schichl
Prins Claus Conservatorium leeft mee met Japanse studenten
‘We wíllen alles doen,
maar we kunnen zo weinig’ Het zijn onzekere tijden voor de drie Japanse muziekstudenten die op de Hanzehogeschool studeren. Op het conservatorium houdt Bindert Posthuma de vinger aan de pols. ‘Er gebeurt verschrikkelijk veel in de wereld, en de echo’s klinken hier.’
Foto:Adrian Schichl
‘Het heeft merkwaardig genoeg ook iets moois’, zegt Bindert Posthuma, adjunct-directeur van het Prins Claus Conservatorium, ‘iedereen is zich er ten volle van bewust dat hij een wereldburger is.’ De rampen in Japan zijn ver weg, maar niet voor de studenten en het personeel in de Groningse Veemarktstraat. Drie van hen leven in angst en vrees voor de gevolgen van de aardbevingen die hun vaderland hebben getroffen. ‘Het is heel spannend en dat is het de hele tijd geweest. De grootouders van één student wonen in het zwaar getroffen Sendai. Het duurde een paar dagen voordat ze te horen kreeg dat ze nog in leven waren. Je kunt je voorstellen wat een opluchting dat was.’ De studenten krijgen vooral steun van hun hoofdvakdocent. ‘Die band is meestal heel hecht, ze zien elkaar elke week. Die drie docenten hebben
meteen contact met de studenten opgenomen. Ikzelf hou ook de vinger aan de pols. De eerstejaars Trompet doet op de 25-ste mee aan de Brass Splendour, daarvoor wordt heel hard gerepeteerd. Ze heeft nog niet hoeven verzuimen, hoe moeilijk ze het ook heeft.’ Dat is een hele prestatie, weet Posthuma. ‘Een musicus vertaalt zijn emoties in zijn spel. Als andere gevoelens je beheersen, kan dat de kwaliteit beïnvloeden. Muziek is topsport. Je kunt alleen presteren als je je veilig voelt.’ De andere studenten houden rekening met de Japanners. ‘Een musicus kan persoonlijke problemen moeilijk verbergen. Ze klinken al snel door in je spel. Geen van drieën heeft het gevraagd, maar mocht er eentje terug naar Japan willen, dan zullen we dat op alle manieren steunen.’ Het Conservatorium heeft wel vaker met dit soort problemen te maken. ‘Op
de afdeling Jazz studeert een jongen uit Tunesië. De revolutie daar… dat waren natuurlijk heel spannende dagen. Er gebeurt momenteel verschrikkelijk veel in de wereld, en de echo’s klinken hier.’ Eén van de studenten doet dit jaar eindexamen Piano. ‘Ze studeert natuurlijk heel hard, zo’n tien uur per dag. Het gaat… zo kan ik het het best omschrijven. Haar familie woont in Tokyo, vooralsnog niet in de gevarenzone. Maar dat kan ieder moment veranderen bij een onverhoopte nucleaire ramp. Weet je, je kunt van alles wíllen doen, maar je staat met lege handen. Het enige wat je kunt is je medeleven tonen, steun geven en hopen dat het goed komt.’ Boudewijn Otten Het Prins Claus Conservatorium wil de Japanse studenten zoveel mogelijk vrijwaren van contacten met de media. Daarom worden in dit artikel hun namen niet genoemd.
[13] 2010 23 MAART WOENSDAG HANZEMAG 9
10 HANZEMAG 23 MAART 2011 [13] Foto: Pepijn van den WOENSDAG Broeke
HG-talenten brengen kledinglabel Baas Fashion op de markt
Kraan heeft Baas aan Mohamed Yusuf Boss (24), vierdejaars Small Business & Retail Management en Eelco Guntlisbergen (20), student Communicatie & Multimedia aan de NHL, richtte samen het kledingmerk Baas Fashion op. Jelmer van der Meer (23), ook vierdejaars SB&RM helpt met de verkoop. Je gaat me niet wijsmaken dat Boss je echte achternaam is. Mohamed: ‘Mijn vader heet Yusuf en mijn opa Boss. In Somalië, het land waar ik vandaan kom, krijg je de achternaam van je vader en grootvader, dus dat werd Yusuf Boss. Afgelopen zomer was ik in Somalië en bleek dat mijn volledige achternaam amper op een A-4tje past. Die naam is terug te leiden naar de stam waaruit ik kom. Een grote groep mensen die elkaar zien als familie. Nee, ik ga m’n zoon geen Hugo noemen.’ Hoe is Baas Fashion ontstaan? Mohamed: ‘Ik dans heel veel, streetdance en hiphop. Ik geef dagelijks les op de dansschool en dans in de Groningse groep XVibe. In dans kan ik alles kwijt. Dans is emotie. Je ontwikkelt je eigen dansstijl en daarbij past een unieke kledingstijl. Baas Fashion symboliseert een levensstijl. Daarbij komt dat ik behoorlijk gedemotiveerd raakte door te veel theorie in mijn studie. Studeren, ik voelde het niet! Ik koppel alles terug naar Baas. Bij een college over belastingrecht zou ik anders in slaap zijn gevallen. Bij een college financieel management denk ik nu: opletten, geld daar draait het allemaal om. Zo vallen de puzzelstukjes op hun plaats.’ Stond XVibe niet in de halve finale van Holland’s Got Talent? Mohamed: ‘We dansten de halve finale in Baas-shirts. Het was een goeie ervaring, al was die hele show gebakken lucht. We hebben vorig jaar een theatershow gedaan, dat vond ik tien keer vetter. De theatershow was een product van onszelf, Holland’s Got Talent van de makers van het programma.’ Jelmer: ‘Apreciate the Little was de naam van onze vorige collectie. Een muis met een enorme kaas: Ik ben de Baas. We
willen uitdragen dat je niet de grootste of de beste hoeft te zijn. Blijf jezelf en je bent Baas. Je bent al Baas, zonder dat je baas bent.’ Baas is een statement. Jelmer: ‘Baas is een goeie naam. Baas, man! Zolang je jezelf bent, ben je Baas. De Groningse dj Harde Baas draagt onze shirts en Kraantje Pappie, dé ambassadeur van de Groninger hiphop, ook. Baas is een levensstijl, een filosofie die steeds meer gaat leven in de Groningse hiphopscene. Je wordt pas groot als je door een beroemde rapper wordt gedragen. Kraan heeft Baas aan. Er is hier in Groningen een creatieve groep hiphoppers die veel samenwerkt. De fotoshoots van onze vorige collecties zijn gemaakt op Minerva door Minervastudenten.’ Jullie vierde collectie komt 1 april uit. Mohammed: ‘De collectie bestaat uit zes items, twee truien en vier shirts. De eerste collectie hebben we vooral in eigen kring verkocht. Met de tweede collectie hebben we Groningen veroverd. Jelmer heeft bij de derde collectie de onlineshop dressnocode.nl weten te strikken als officieel verkooppunt voor Baas Fashion. Bij de vierde collectie dromen we stiekem van Baas-shops over de hele wereld.’ Vinden jullie jezelf mode-ontwerpers? Jelmer: ‘Het is natuurlijk vet, Baas tussen Adidas en nette Scandinavische merken in. Bij de derde webshop voor online-kleding in Nederland, maar dat maakt ons nog geen mode-ontwerpers. We dragen een idee uit, een concept, een levenswijze. Mo is de creator, Eelco heeft de website gemaakt en ik ben gewoon een gast die geïnteresseerd is in mode en hiphop. Ik ga naar Rotterdam of Amsterdam voor een speciaal shirt of
schoenen. Zo ben ik tegen dressnocode. nl aangelopen. Op een festival kwam ik twee jonge enthousiaste ondernemers tegen die ons een kans wilden bieden. Op school noemen ze dat een win-winsituatie.’ Loes Vader www.baasfashion.com twitter.com/baasfashion facebook.com/baasfashion www.dresnocode.com
WIN EEN BAAS!!!
Wil jij zo’n gruwelijk Baas-shirt? Wat maakt jouw tot dé ultieme BAAS? Stuur je antwoord naar
[email protected] en maak kans op een 100% echt BAAS-shirt
frick Zwakkebroederuniversiteit Ik vond het al zo verdacht dat iedereen wegliep met het rapport over de toekomst van het hoger onderwijs van de commissieVeerman. Ja, iederéén was dolenthousiast, links en rechts, en ook het midden stond te springen en te juichen. Dat was een veeg teken: iedereen rekende zich rijk met Veerman. Staatssecretaris Halbe Zijlstra maakt het het bontst. De commissie-Veerman stelde voor om 370 miljoen in het hoger onderwijs te investeren. Maar Zijlstra bezúinigt evenzo vrolijk 370 miljoen. In 2015 krijgen we het weer terug, zegt hij. Hij hoopt dat we dan zijn vergeten dat hij het eerst had afgepakt. Dat kun je gewiekst noemen, maar het blijft een gevalletje politiek balletje-balletje. Nu de praktijk: in de toekomst van het hoger onderwijs is de hogeschool een zwakkebroederuniversiteit. De universiteiten hebben hun knopen geteld. De nieuwe bekostigingsregels zullen uitgaan van het principe: hoe hoger de kwaliteit van een instituut, hoe meer geld het krijgt. Daarom nemen de universiteiten voortaan alleen de allerbeste vwo’ers aan. De rest moet zijn heil zoeken in het hbo, dat logischerwijs minder geld krijgt (dat gaat immers naar de universiteiten). De hogescholen zullen dus fors groeien. Zij zullen meer studenten moeten begeleiden, maar ze krijgen daar per student minder geld voor. Het gevolg van Veerman: het gros van de studenten, laten we het eens voorzichtig op tachtig procent schatten, krijgt opleidingen die het slechtst worden bekostigd. Dat het niveau van het hbo-onderwijs hierdoor hoger wordt, is, op z’n zachtst gezegd, geen wet van Meden en Perzen. De maatregelen die staatssecretaris Zijlstra neemt, bevorderen wat hij zegt te vrezen: hogescholen worden hoger onderwijs-B. De komende jaren zal het aantal studenten dat een mastertitel haalt sterk dalen. De universiteiten zullen zeker minder masters afleveren. Misschien dat hogescholen er een paar meer opleiden. Maar, wie mág er nog master worden als de selectie moordend streng is? Wie wíl er nog master worden als de prijs daarvoor (hoger collegegeld, geen studiebeurs, het risico op langstudeerdersboetes) torenhoog is? Iedereen wordt bachelor. In de jaren negentig werd er wel eens gemopperd dat er in Nederland te veel doctorandussen rondliepen. Over een paar jaar is Nederland een baggelorrenland. Hajo Frick
[13] 2010 23 MAART WOENSDAG HANZEMAG 11
Remy Rikers stelt dat talent vooral een kwestie van veel en goed oefenen is
‘Tussen talent en gewoontjes
zit zesduizend uur training’ Bestaat talent eigenlijk wel? Volgens Remy Rikers is het eerder een kwestie van veel oefenen dan van aanleg. Maar kwantiteit is ook niet alles. De kwaliteit van de oefening geeft nog altijd de doorslag. We zien een internetfilmpje van een vierjarig Japans meisje. Ze speelt wonderbaarlijk goed piano. We mogen kiezen. Is dit filmpje nep? Is het een wonderkind? Of zou ieder kind dit kunnen als het maar genoeg oefent? ‘Op de website van de Volkskrant beantwoordden dertigduizend mensen deze vraag’, zegt Remy Rikers, hoogleraar Ontwikkelingspsychologie aan de Erasmus Universiteit. ‘De overgrote meerderheid gelooft dat Aimi een wonderkind is. Maar er is geen bewijs dat talent aangeboren is. Het laatste antwoord is dus juist.’ Wonderkinderen bestaan niet, althans niet in de wetenschap. Rikers concentreert zich dan ook op de vraag hoe je mensen zo efficiënt mogelijk kunt trainen. Daar valt nog steeds enorm veel progressie te boeken, legt hij op 9 maart uit aan een vol Auditorium. De Zweedse hoogspringer Stefan Holm was als kind best een goede hoogspringer, maar al snel werd duidelijk dat hij een groot manco had. ‘De meeste hoogspringers zijn tegen de twee meter lang, Holm bleef steken op 1.81 meter.’ De legendarische hoogspringer Patrik Sjöberg (met een sprong van 2,42 meter nog steeds Europees recordhouder) zag geen topper in Holm. ‘Hou maar op, zei hij tegen Holm.’ Een goede raad, meent Rikers. ‘Bij een lang persoon ligt het zwaartepunt hoger dan bij een kort persoon. Wanneer je dus lang bent, hoef je een stuk minder afstand af te leggen naar de lat.’ Maar Holm trainde keihard door op alle onderdelen waarop hij wel invloed had, zoals de aanloop. De rest is geschiedenis. Holm werd Olympisch kampioen in 2004 en meerdere malen Europees en Wereldkampioen. Rikers: ‘Dat bewijst dat één karakteristiek, zoals lichaamsbouw of genen, niet bepalend is voor een topprestatie.’
Vallende toppers De Hongaar László Polgár was ervan overtuigd dat alle kinderen genieën konden worden, als ze maar genoeg oefenden. Hij besloot die theorie om te zetten in praktijk. ‘Je kunt natuurlijk vraagtekens zetten bij zijn methode, maar het wierp zeker vruchten af. Alle drie z’n dochters werden schaakgrootmeesters. Judit schopte het zelfs tot de top-tien van de mannen, de beste vrouwelijke schaker aller tijden.’ Rikers is een aanhanger van de Zweedse wetenschapper Anders Ericsson die voortborduurde op de beroemde tienjaarregel van Chase en Simon (het kost tien jaar of tienduizend uur om op topniveau te komen). Ericsson voegde daar een belangrijk element aan toe. Volgens Ericsson is de kwaliteit van de oefening essentieel. ‘Zijn monotonic benefits assump-
12 HANZEMAG WOENSDAG 23 MAART 2011 [13]
tion draait om het focussen op dingen waar je juist niet goed in bent. Dat is erg zwaar, want je wordt continu geconfronteerd met je eigen beperkingen.’ Janice Deakin bestudeerde in 2001 hoe kunstschaatsers trainden. ‘De toppers vielen veel vaker dan de mindere schaatsers. Dat klinkt onlogisch, maar is het niet. De toppers bleken veel tijd te besteden aan nieuwe moeilijke sprongen, de minderen concentreerden zich vooral op het perfectioneren van de sprongen die ze al beheersten.’ Tienduizend uur Ericsson deed zelf onderzoek onder violisten. Hij vroeg de professoren van een conservatorium om hun studenten onder te verdelen in drie categorieën: uitzonderlijk, goed genoeg voor een orkest en studenten die waarschijnlijk
muziekleraar zouden worden. ‘De uitzonderlijke en goede studenten bleken 24,3 uur per week te oefenen, de toekomstige muziekleraren slechts 9,3 uur.’ De goede studenten kwamen tot tienduizend uur oefening, de minderen tot slechts vierduizend. ‘Tussen talent en gewoontjes zit geen verschil in aanleg, maar zesduizend uur training. Een uitzonderlijke prestatie is geen gevolg van talent, maar van zeer veel oefenen.’ Er is dus hoop voor gewone stervelingen, al is het voor velen al te laat. ‘Wie op zijn twintigste besluit dat hij profatleet wil worden, gaat een zwaar leven tegemoet. Iedereen kan de top bereiken, maar de weg ernaar toe is lang, eenzaam en extreem intensief.’ Chris Wind
Faalangst-reductietraining helpt bij studiestress
‘Hallo onzekerheid,
ik accepteer je’ ‘Twaalf studenten van de Hanzehogeschool volgen een training faalangstreductie om hun studiestress en presentatie-angst te verminderen. ‘Je zegt niet: hebt u even, ik zet even mijn ontspannings-cd op.’ ‘We presenteren vandaag onze risicoopdracht, ons preventieplan en ons rampenplan. En we gaan een flashcard maken, je eigen spiekbriefje dat je herinnert aan de positieve dingen van de cursus.’ Trainer-coach Sacha van Rheenen (40) van Welnis/Lentis begroet twaalf cursisten in het gebouw van PsyQ aan de Hereweg. Het is de laatste training. In acht bijeenkomsten leerde ze studenten om hun faalangst of studiestress in goede banen te leiden. Ze voelen zich onzeker, gespannen of zenuwachtig voor tentamens, presentaties of het leveren van prestaties. ‘Ze zien op tegen hun stage of eerste baan of studeren veel te fanatiek voor tentamens of erger: ze zien studeren überhaupt niet meer zitten en willen soms zelfs afhaken.’
makje was het nou ook weer niet. Ik dacht ook best: wat als en wat dan, maar ik kan die gedachten nu gemakkelijker aan de kant zetten.’ Studente Y droeg zichzelf op om iets te doen wat ze erg moeilijk vindt: veel vragen stellen op haar eerste stagedag. ‘Vlak voordat ik er was, dacht ik nog: oh jee, dat lukt me echt niet. Maar ik had van te voren een G-schema gemaakt (een model uit de cognitieve gedrags-
‘Een makje was het nou ook weer niet’ De groep komt lachend en kletsend binnenrollen. Maar als Sacha vraagt of studenten X en Y iets willen vertellen over de ‘risicovolle’ opdrachten die zij zichzelf in de vorige sessie gaven, houden sommigen hun adem in. Presenteren is vaak hun achilleshiel. ‘Het is maar goed dat ik niet wist dat ik dat vandaag moet doen’, bekent Y ruiterlijk. X stapt dapper naar voren: hij heeft zijn opdracht volbracht. ‘Ik heb hulp gevraagd en me opengesteld.’ X moest een lastige mail over zijn studiefinancieringverlenging sturen naar een instantie, die hij door een familielid liet controleren. Sacha informeert of dat lukte en daarna hoe zijn verhaal overkwam bij de groep. ‘Zelfverzekerd’, ‘goed verhaal’, ‘duidelijk’, ‘natuurlijk’, complimenteren ze hem. ‘Nou’, relativeert hij grijnzend, ‘het had sneller gekund, een studiegenoot vragen ging me nog te ver. Een
Illustratie: Majken Enequist
therapie om gedachtes die komen en gaan te ontrafelen, en negatieve gedachtes om te zetten in positieve, red.). Ik heb heel veel gevraagd, ook over dingen die ik al wist.’ De tweede dag kreeg ze met een onverwachte calamiteit te maken, die ze prima oploste. ‘Ik ben er nog ondersteboven van.’ ‘Wat kun je doen om een spannende situatie beter aan te kunnen?’, vraagt Sacha. ‘Wat is je preventieplan?’ De
cursisten kijken in hun mappen naar hun huiswerkopdracht. ‘Je kunt niet zeggen: hebt u even, ik zet even mijn cd met ontspanningsoefeningen op’, grapt er eentje. ‘Ik denk terug aan de goeie dingen die ik heb gedaan’, vertelt een ander. ‘Hallo onzekerheid, zeg ik dan in mezelf. Ik accepteer het.’ ‘Ik hoor dat jullie steeds meer met vertrouwen moeilijke situaties aangaan’, constateert Sacha. ‘Ik baal er toch nog steeds van dat alles altijd voor de klas moet gebeuren. Presenteren en rollenspelen, het blijft moeilijk. Ze zien aan me dat ik me onzeker voel en zeggen het ook’, bekent cursiste Z. ‘Daar moet ik echt nog aan werken.’ De studenten vertellen stuk voor stuk wat ze doen als ze tóch weer overspoeld worden door onzekerheid of negatieve gedachtes: hun rampenplannen. Sacha geeft als tip een zintuiglijke oefening mee om te doen als ze in bed liggen te malen. En ze vraagt ze een evaluatieformulier in te vullen zodat ze kan peilen wat er veranderd is. Intussen maakt iedereen een flashcard met teksten, foto’s of tekeningen die ze in de toekomst kunnen bekijken. Sacha: ‘Die plastificeer ik en ik stuur ze jullie toe.’ ‘Jullie hebben gigantische sprongen gemaakt’, meldt ze de studenten na een half uurtje opgetogen. ‘Jullie zijn een geweldige groep die elkaar echt steunt.’ ‘Ik kwam hier om beter te leren presenteren, maar er is veel meer gebeurd’, beaamt een studente volmondig. ‘Zijn er nog mensen die hun tijdschriften terug willen?’, vraagt Sacha als ze de tafel opruimt. ‘Ik neem alleen mijn Happinez mee’, zegt studente Y. Rina Tienstra De training faalangstreductie wordt vijf keer per jaar aangeboden. www.hanze.nl/hanzesuccesscentre, e-mail:
[email protected].
[13] 2010 23 MAART WOENSDAG HANZEMAG 13
Studystore. De snuggere studieboekenwinkel.
Simpel besteld, snel geleverd en scherp geprijsd. Daar staat studystore voor. Ga naar studystore.nl of stap binnen in het filiaal bij jou in de buurt. Tot snel.
HG-student Pim Leijdeckers digitaliseert grenzeloze criminaliteit
Alle misdaad onder één knop Opperwachtmeester Pim Leijdeckers rondde in februari zijn deeltijdstudie Informatica af met een negen. Voor zijn afstuderen zette hij een centraal systeem op waardoor het werk van de Digitale Recherche sneller en efficiënter verloopt. ‘De marechaussee bewaakt wegen en grenzen om smokkel en mensenhandel tegen te gaan. De laatste jaren gebruiken we steeds vaker digitale technieken om die criminaliteit aan te pakken.’ Pim Leijdeckers (39), opperwachtmeester en digitaal rechercheur bij de Koninklijke Marechaussee, praat uit ervaring. ‘Denk maar eens aan een aanrijding. Daarbij kan het van belang zijn te weten of iemand getelefoneerd heeft of ge-sms’t. Of we onderzoeken hoe een criminele organisatie in elkaar zit. Daarbij bekijk je de inhoud van een computer of een iPad.’ Leijdeckers is digitaal rechercheur vanaf de oprichting van de Digitale Recherche, vijf jaar geleden. Hij volgde er een opleiding van negen maanden voor aan de Politieacademie. Daarna moest hij zich verder specialiseren. ‘Veel van mijn collega’s kozen typische politiecursussen zoals Linux Forensisch. Zelf dacht ik: dat soort opleidingen zijn straks verouderd, ik wil iets waar ik ook nog iets aan heb als ik de Digitale Recherche ooit verlaat.
In september 2008 begon ik met een hbo-studie Informatica. Doordat ik vrijstellingen had en mijn afstuderen tegelijk met de laatste twee blokken kon doen, ging ik vlot door de studie heen.’ Misdaadtrends Leijdeckers mocht zijn afstudeerproject voor de Digitale Recherche doen. ‘Het dagelijks proces dat wij als digitale rechercheurs uitvoeren, heeft veel verschillende aspecten. Stel: je krijgt een in beslag genomen computer. Dan ga je dat eerst administratief verwerken: type, serienummer, gegevens op de harde schijf. Daarna onderzoek je of er bijvoorbeeld bewijzen opstaan van diefstal, mishandeling of bedreiging. Uiteindelijk maak je proces-verbaal op. Ik heb voor dat hele proces nu één landelijk, centraal systeem gebouwd. Het grote voordeel is dat je met één druk op de knop kunt zien waaraan de verschillende districten werken. Je kunt bovendien trends ontdekken in de mis-
drijven en zien hoe druk ieder district het heeft. Bij piekbelasting kun je werk overhevelen.’ Proces-verbaal Een ander voordeel van het systeem is dat het het proces-verbaal automatisch kan genereren. ‘Bovendien vinken we alle afgewerkte stappen in het proces af. Daardoor kun je de kwaliteitscontrole automatiseren. Als iemand bijvoorbeeld de e-mails of de chats in een computer niet heeft onderzocht, zie je dat meteen.’ Een bètaversie van het systeem is door een paar collega’s van Leijdeckers getest. Daarna zijn de logische en de codefouten eruit gehaald. ‘Natuurlijk krijg je allerlei vragen. Waarom kunnen we berichten niet genereren in formaat zus of zo? Op dat soort vragen ben ik niet ingegaan, al was de verleiding groot. De docenten waarschuwden me dat ik het project niet te breed moest opzetten. Dan loop je de kans dat je uiteindelijk met lege handen staat. Maar omdat alles
modulair is opgezet, kun je het systeem in een later stadium nog gemakkelijk uitbreiden.’ ‘Wat ik ook heb geleerd is dat je je zwakke punten moet zien. Ik ben geen talenwonder, dus heb ik mijn vriendin naar opbouw en stijl laten kijken. Iemand anders heeft de punten en komma’s gecorrigeerd. Studievrienden hebben naar de logica in het technisch ontwerp gekeken. Mede daardoor is het een succes geworden dat me uiteindelijk een negen opleverde. Ik ben er trots op.’ Het Instituut voor ICT is hem erg bevallen. ‘De sfeer, de kwaliteit van de docenten en de faciliteiten zijn echt uitstekend. Ik voel me hier op mijn gemak. Ik ga dan ook met plezier door met de gastcolleges die ik geef voor het blok Security en ik ben in gesprek met lector Hugo Velthuijsen van New Business & ICT of ik iets kan betekenen voor het lectoraat.’ Tekst en foto: Luuk Steemers
Lees jij HanzeMag en heb je een mening?
De Hanzeredactie zoekt:
DVD
DVD
FILM
Jackass 3-D
Garfield’s Pet Force 3D
Season of the Witch
★★★
★★
★★
De redactieraad vergadert vijf keer per jaar (anderhalf uur)over de inhoud en de vorm van HanzeMag. Verdiensten: 12 euro per keer. Belangstelling? Mail naar:
[email protected] of
[email protected] of bel 050 5955588
CW
16 HANZEMAG WOENSDAG 23 MAART 2011 [13]
Twee kruisvaarders moeten in opdracht van de kerk heidenen afslachten. Eén van de twee rijgt per ongeluk een vrouw aan zijn zwaard. Hij besluit dat het niet gerechtvaardigd is om vrouwen en kinderen te vermoorden, zelf niet in naam van de Heer. Als de twee kruisvaarders terugkomen in hun thuisland, worden ze opgepakt wegens desertie. In ruil voor de gevangenis nemen ze de opdracht aan om een meisje te transporteren naar een afgelegen klooster. Daar zal zij (een heks!) een ritueel ondergaan, omdat ze de Zwarte Pest heeft veroorzaakt. Nicolas Cage met half lang haar en een paphoofd in een helm is geen gezicht. De historische feitjes zijn alles behalve ‘holy cow! Dát wist ik niet’ (Heksen drijven in water). De film is een allegaartje van Braveheart (kruistochtveldslagen), National Treasure (een andere Cage-avonturenfilm), Harry Potter (bos vol rare beestjes) en een vleugje The Grudge aan het eind (maar niet heus). Het Sneak-Previewpubliek gaf de film pakweg een 4. Citaat van een bezoeker: ‘In tijden niet zo’n slechte film gezien.’ JZ
a
Ook zonder bril en speciaal scherm is Jackass 3 uitstekend te pruimen voor de fans. Nog meer poep, pies, kots en piemels dan in de vorige twee delen bij elkaar leveren niet altijd betere grappen op, maar vermakelijk is het altijd. Wie al moet lachen bij het horen van de namen van de scènes (Super Lamborghini Tooth Pull, Beehive Tetherball, Helicockter, Port-a-potty Sling Shot), gaat een onbezorgd avondje lachen tegemoet. Gevoelige types kunnen beter iets anders opzetten.
De Simpsons staken een paar jaar geleden de draak met alle series die, om met de massa mee te gaan, van traditionele 2D naar computergeanimeerde 3D gingen. Garfield (gecreëerd door Jim Davis in 1978) is zo’n cartoon die 2D had mogen blijven. Het 3D-effect in de film is minimaal, bezorgt je hoofdpijn en voegt niets toe. De oude Garfield associeer je vooral met eten, slapen en een antipathie tegen alles. ‘I hate Mondays!’ Pet Force is dan ook niet gebaseerd op de Garfield-strips maar op de Pet Force-verhalen. In Garfield’s Pet Force 3D heeft een vileine slechterik haar zinnen gezet op het overnemen van alle stripfiguren ter wereld. De striphelden willen er alles aan doen om deze plannen te stoppen. Hoe kunnen ze deze oneerlijke strijd ooit winnen? Door de hulp in te roepen van echte superhelden en zichzelf uiteindelijk ook in heuse superhelden te laten transformeren. Iedereen, behalve Garfield. Het snelle leven van een superheld klinkt als iets te veel werk voor de luie Garfield, hij gaat liever lunchen. Maar dan komt hij erachter dat zijn vrienden, ondanks hun nieuwe superkrachten, in de problemen komen… LV
a
Als je kritisch bent, zou je kunnen zeggen dat na de serie en de eerste film het concept van Jackass wel zo’n beetje uitgemolken is. Maar een paar jaar stilte doet de liefhebber toch weer verlangen naar een ouderwets potje masochistische humor, zo toonde Jackass: Number Two al aan. En dus waagden Johnny Knoxville en zijn mannen zich vorig jaar aan een vervolg. En hoe zorg je er dan voor dat ook deze film weer een succes wordt? Natuurlijk schiet je hem dan volgens de huidige trend in 3D en natuurlijk maak je hem nog ranziger dan de vorige twee delen bij elkaar.
loco
Volleybal-international Robbert Andringa (20), tweedejaars Sportmanagement Assiociate Degree, revalideert na een dubbele beenbreuk. ‘Ik hoef dat filmpje waarop het gebeurt nooit meer te zien. Zelfs de tegenstanders waren onder de indruk en wilden niet verder spelen. Dat heeft me geraakt, net als al het medeleven. Onze trainer Ronald Zoodsma, die lesgeeft bij Sportstudies, bracht nog een kaart van alle docenten. Die zaterdagnacht ben ik meteen geopereerd. Er zit een pen in mijn scheenbeen van onderknie tot de bovenenkel. Het kuitbeen moet uit zichzelf genezen. ‘Het herstel gaat ongelofelijk snel. Ik kan nu alweer voorzichtig lopen. Ik ga drie keer per week naar FC Groningen voor een programma om het rechterbeen sterker en stabieler te maken. De FC heeft me dat aangeboden omdat ik er stage loop. Ik woon zolang bij mijn ouders in Assen, maar zodra ik weer kan traplopen en fietsen ga ik weer naar Groningen. Zoals het er nu uitziet, kan ik in augustus weer met Lycurgus meetrainen en aanhaken bij de nieuwe competitie. Wie weet komt mijn grote droom nog uit: als fullprof spelen in Italië.’
a
[13] 2010 23 MAART WOENSDAG HANZEMAG 17 Tekst en foto: Luuk Steemers
In & UIT
zijn welkom! Info: Facebook (Photography Club Groningen).
[email protected].
IN&UIT is bestemd voor studenten- en personeelsactiviteiten. Ook kunnen studenten en medewerkers hier gratis hun advertenties kwijt (maximaal 30 woorden). Informatie voor de uitgave van woensdag 6 april kun je mailen naar
[email protected]. De deadline is woensdag 30 maart.
Prins Claus Conservatorium In het weekend van vrijdag 25 tot en met zondag 27 maart presenteert het Prins Claus Conservatorium Brass Splendour, een concert voor koperensemble, slagwerk en orgel. Het orkest, dat bestaat uit studenten van de afdeling Klassieke Muziek, wordt gedirigeerd door hoofdvakdocent Directie Tijmen Botma, tevens chef-dirigent van het Fanfarekorps Koninklijke Landmacht ‘Bereden Wapens’. Dukas - Fanfare pour précéder ‘La Péri’ (1927) Wagner - Trauermarsch aus Götterdämmerung (1876). Madsen - Divertimento, Opus 47 (1988). Bach - Toccata en Fuga in d-moll (BMV 565) (1717). Saint Saëns- Finale uit Symphony no. 3 (1886). Händel - Music for the Royal Fireworks (1748). Kaarten: € 10,00, reserveren: 050-595 13 01 of
[email protected] 25 maart - Martinikerk Groningen 20.15 uur 26 maart - Grote of Jacobijnerkerk Leeuwarden 20.15 uur. 27 maart - Groate kerk St. Jacobiparochie 15.30 uur De CAST Lunchconcerten. Woensdag 23 maart, El Noré (singer/songwriter), Prins Claus Conservatorium. Dinsdag 29 maart, Achter Gordijnen van Vrijheid (pop), Academie Minerva. Woensdag 30 maart, Lilly Lleva Quartet (balkan/jazz), Van OlstToren. Kick - Off Fotografieclub. Woensdag 23 maart, 16.00 uur Cultuurcafé. Nieuwe leden
PZZL 1
2
3
8
Woensdag 6 april - Hanze Lezing - Kinderhandel in voetballand - Iwan van Duren. Voetbal is zeker in de Derde Wereld veel meer dan vermaak alleen. Het biedt arme jongeren perspectief en leidt de aandacht af van de dagelijkse ellende. Allemaal dromen ze van een contract bij een grote club. Maar wat gebeurt er als een minderjarige speler terecht komt in de schimmige wereld van louche spelersma-
4
7 9
5
11
10
12
14 17 21
Studium Generale Groningen Dinsdag 29 maart - Superlenzen en onzichtbaarheidsmantels - Albert Polman. In het onderzoek naar licht, de optica en fotonica, is er steeds meer aandacht voor kunstmatige materialen die niet in de natuur voorkomen. Superlenzen en onzichtbaarheid liggen in het verschiet. Wordt de onzichtbaarheidsmantel van Harry Potter binnenkort werkelijkheid? 20.00 – 21.30 uur – Academiegebouw. Dinsdag 5 april - De zon - Robert Rutten Waarom schijnt de zon? Hoe komt het licht de zon uit? En wat vertelt dit ons over het wel en wee van onze eigen lichtbron? Prachtige filmbeelden van diverse zonneverschijnselen dienen als illustratiemateriaal. 20.00 – 21.30 uur, Academiegebouw.
22
18
13 15
19 23
24 25 27
26 28
18 HANZEMAG WOENSDAG 23 MAART 2011 [13]
16
6
1 23 12 14 3 8 24 20 15 26 4 22 5 19
kelaars? 15.30 – 17.00 uur. Auditorium, Willem-Alexander Sportcentrum. Informatie: Studium Generale Groningen, Oude Boteringestraat 13, tel. (050) 363 5463, www.rug.nl/studium. GSp - Studentenplatform voor Levensbeschouwing Een plaats voor bezinning, religie, debat en gezelligheid. GSp, Kraneweg 33, tel. 3129926, e-mail:
[email protected] of www.gspweb.nl. Infoavond over Iona-pelgrimage. Eind mei gaan we een weekend naar Schoorl: A journey of the Spirit in de sfeer van Iona. Maandag 28 maart is er een informatie-avond. Info op de website. Ethiek en de financiële crisis. Maandag 4 april, 20.00 uur. Lezing door Boudewijn de Bruin over de vraag wat de financiële crisis ons kan leren over moreel handelen. Persoonlijk gesprek. Geert Brüsewitz 8500387, Lense Lijzen 5260630, Tiemo Meijlink 5792805 of Matty Metzlar 0595-528775. Studentendiensten Martinikerk 27/3 - 11.30 uur T. Meijlink 27/3 - 17.00 uur J. Hamstra 03/4 - 11.30 uur G. Brüsewitz 03/4 - 17.00 uur T. Meijlink Stukafest zoekt bestuur Heb jij affiniteit met cultuur? Wil je naast je studie ervaring opdoen als organisator? Weet je van aanpakken? Stuur dan voor 1 april je cv + motivatie naar
[email protected]. Stukafest kent de volgende bestuursfuncties: voorzitter, penningmeester, secretaris, programma coördinator, pr-functionaris en acquisitie-functionaris. De uitvoerende functies bestaan uit: kamercoördinator, feestcoördinator en crew-coördinator. Stichting KEI zoekt Event Managers Wil jij helpen de KEI-week te organiseren? Artiesten vastleggen en de leiding nemen over honderd KEI-crewers? Word Event Ma-
nager! Kijk voor meer informatie op www.keiweek.nl of vraag vrijblijvend een informatiepakket aan. Onderzoek naar de dikte van de kniepees Het lectoraat Transparante Zorgverlening doet onderzoek naar de dikte van de kniepees! We zijn daarvoor op zoek naar mannelijke volleyballers zonder knieklachten en niet-sportende mannen. Deelnemers worden daarbij m.b.v. MRI en echografie onderzocht. Voor meer informatie en/of aanmelding mail Judith van der Boom (
[email protected]).
Colofon HanzeMag is het redactioneel onafhankelijke magazine van de Hanzehogeschool Groningen. Het blad verschijnt tweewekelijks. Redactie-adres Zernikeplein 7 A0.04 en A0.05, Groningen Postadres Postbus 30030, 9700 RM Groningen T 050 5955588 • F 050 5955590 E
[email protected] I www.hanze.nl/hanzemag Redactie Chris Wind Boudewijn Otten Luuk Steemers Rina Tienstra Loes Vader
hoofdredacteur 050 5955585
[email protected] (eind)redacteur 050 5955582
[email protected] redacteur 050 5955581
[email protected] redacteur 050 5952570
[email protected] redacteur 050 5955588
[email protected]
Fotografie Pepijn van den Broeke - www.pepijnfoto.nl Redactie HanzeMag Illustraties Mathieu van der Bij & Xiao Feng Chiu • Sam Peeters • Leo van der Reest • Ricky van Duuren Lay-out Renée Zaal - www.reneemedia.nl Basis lay-out Art Studio - Groningen Productie Redactie HanzeMag & Grafische Industrie De Marne B.V. Oplage: 6.000 Advertenties Bureau Nassau 020 6230905
[email protected] Abonnementen 60 euro per jaar 050 5955588
[email protected]
(Op de) boerderij orizontaal H 1 Onderste delen van paardenbenen (6) 4 Kaas…of glazen … (5) 8 Dringend (5) 9 Zwart-wit (7) 10 Vrouwelijke meester (7) 11 Die vogel is elektronisch verkeer zat (4) 12 …hoes of …lippig (3) 14 Lawn Tennis Vereniging Elsloo (afko,4) 15 Union Eissport Klub Innsbruck (afko, 4) 18 …zonde of …pacht (3) 21 Int. Water History Association (afko, 4) 23 Teelt de boer in Limburg (7) 25 Jong hert (7) 26 Binnenexpeditie (5) 27 Brompot (5) 28 Klein boertje (6)
Verticaal 1 Het … van de bakker, heeft vies gedaan (6) 2 (Hardloop)plaats in Kenia (7) 3 Landbouwvoertuig voor de winter? (8) 4 Graanopslagplaats (4) 5 Slaapbolpapaversap (5) 6 Ongeveer zonder kleren (6) 7 …hond of …zoeker (5) 13 Verrassing van de sint (8) 16 Arm dier (7) 17 Mestvogels (6) 19 Kerel (straattaal, 5) 20 Student-begeleider (6) 22 Eigen … is goud weerd (5) 24 Kop-…-rompboerderij (4)
De schuin gedrukte opgaven zijn cryptisch, de vet gedrukte hebben met het thema te maken, net als de oplossing. Mail het woord naar:
[email protected] en ding mee naar een cadeaubon van 10 euro. Inzenden t/m donderdag 31 maart. De vorige PZZL is gewonnen door: Charlotte Speybrouck. De oplossing is: VLIEGDEKSCHIP. Boudewijn Otten
Lieve Loes Heeft je beste vriendin gezoend met de jongen waar jij al tijden vlinders van in je buik krijgt? Ben je verliefd op je docent en kun je je niet meer op je studie concentreren? Lig je niet lekker in je projectgroep en begrijp je niet waarom? Mail Loes, onze enige echte ervaringsdeskundige. Inzenden mag zelfs anoniem.
[email protected]
Hoi Loes, Mijn vriend wil met drie vrienden twee maanden gaan rondreizen in Thailand. Nu hoor ik van iedereen dat westerse jongens waanzinnig populair zijn bij de Thaise meisjes en dat ze ze op allerlei manieren proberen te verleiden. Als ik aan andere mensen vertel wat mijn vriend gaat doen, begint iedereen te lachen en toespelingen te maken op de seksindustrie daar. Mijn vriend lacht er het allerhardst om, maar ik begin bij voorbaat al groen en geel te zien van jaloezie, hij is namelijk een onwijs lekker ding. Rosita Hi Rosita, Dat je vriend een lekker ding is, is voor Thaise dames minder belangrijk dan dat hij een lekkere portemonnee heeft. De prostitutie in Thailand steekt anders in elkaar dan hier. Mannen gaan hier naar de hoeren voor een snelle wip, in Thai-
land ‘koop’ je een vriendin voor een paar weken. Mannen worden op een bijna slaafse manier door hun Thaise vriendin in de watjes gelegd in ruil voor een paar weken vakantie, lekker eten, een goed hotel, mooie jurken en sieraden. Dus geen boter bij de vis, maar uitmelken die hap. Oudere mannen die hier niet aan de vrouw komen, vliegen naar Thailand voor een paar weken vertier met een meisje. Het uiteindelijke doel van de meiden is om een vent aan de haak te slaan. De hele Thaise familie krijgt ie er gratis bij. Ik zou me dus meer zorgen maken als mijn middelbare man naar Thailand zou gaan dan mijn jonge vriendje. Plaatsen als Phuket zijn razend populair bij gasten die op zoek zijn naar cheap seks, maar Phuket is helemaal niet populair bij jonge backpackers. Je kunt je vriend ook wijsmaken dat alle lekkere wijven in Thailand lady-boys zijn. Ik zou me echt niet meer zorgen maken als mijn vriend twee maanden door Thailand trekt dan dat hij twee maanden door Europa reist.
Lieve Loes, Ik kampeer al mijn hele leven. Vroeger met mijn ouders in Frankrijk, daarna met vriendinnen in Spanje en nu wil mijn vriendje deze zomer kamperen in Scandinavië. We gaan ook ieder jaar naar festivals en ik heb het helemaal gehad met brak in mijn tentje wakker worden, ranzige plees en lauwe witte wijn uit pakken. Mijn vriendje is echt
KLASKE een hardcore kampeerder en kan het woord hotel niet eens uit zijn mond krijgen. Hoe krijg ik hem zo gek dat we een vlucht boeken naar Turkije en veertien dagen met ons luie kont all inclusive aan het zwembad van een viersterrenhotel cocktails slempen? Wendy Dear Wendy, Als jij niet twee weken naast een mokkend vriendje op je viersterrenligbed wilt bakken, zit er niets anders op dan je verwachtingen bij te stellen. Het gat tussen kamperen in Scandinavië en all inclusive naar Turkije lijkt mij niet te dichten. Als jij op je strepen blijft staan en je vriendje ook, én je wilt een leuke vakantie, kun je volgens mij beter niet samen gaan. Ik kan me voorstellen dat je vriend geen zin heeft in zuipende Russen en vretende Nederlanders in een te heet land. Dat wordt onderhandelen en kijken hoe je je vriend uit de tent kunt lokken. De campings in Europa zijn vaak zo idioot duur dat je net zo goed in een bed & breakfast of in een goedkoop hotelletje kunt logeren. Je kunt er ook voor kiezen om een appartementje te huren. Dan heb je je vrijheid en word je ’s ochtends niet zwetend wakker op een halfzacht luchtbed. Je hebt je eigen douche en wc en kunt je eigen potje koken. Als je er samen niet uitkomt, zou ik met een vriendin naar zo’n Turkse toeristenfabriek vliegen en je vriend zijn eigen gang laten gaan. Fijne vakantie, verWendy!
Lustrumgala Delana en ik stappen binnen bij onze zustervereniging in Nijmegen. Er is koffie, een unicum. In Nijmegen houden ze niet van koffie, of ze nemen niet de moeite om die te zetten. De voorzitter wil graag beginnen. Ik neem plaats op de laatste vrije stoel, Delana moet genoegen nemen met een houten bankje. Om ons heen zitten de besturen van onze zusterverenigingen. Eindhoven, Nijmegen, Delft, Wageningen en Groningen zijn alle vertegenwoordigd. De agendapunten worden vlot afgehamerd. We melden de nieuwtjes uit Groningen en bemoeien ons met de activiteiten die op de planning staan. Tijdens de rondvraag word ik aangetikt. ‘Vergeet het gala niet’, wordt er in mijn rechteroor gefluisterd. ‘Wist u dat Unitas dit jaar haar lustrum viert en ik jullie allemaal wil uitnodigen voor ons gala?’ Al maanden leven we ernaar toe. Commissieleden hebben hard gewerkt om een locatie te vinden, acts te regelen en een mooi thema te bedenken. White tie luidt de dresscode. De mannen komen in rokkostuum en de vrouwen dragen een lange galajurk. Speciaal voor de gelegenheid zijn jurken gemaakt, voor een vrouw is het not done om tweemaal in dezelfde jurk te verschijnen. Mijn enige probleem was een date. De date zelf was snel geregeld. Maar hij was niet in het bezit van een rokkostuum. Voor een man is het not done om in pak te komen. Problemen zijn er om opgelost te worden en Delana heeft een idee. ‘Klaske, Wouter is één meter tachtig, heeft een normaal postuur en hij kan niet naar ons gala komen!’ Vragend kijk ik haar aan. ‘Hij heeft zijn rokkostuum dus niet nodig op de dag van ons gala.’ Het duurt nog even voor het kwartje valt. Dan zet ik mijn liefste gezicht op: vriendelijke glimlach, check, puppyoogjes, check. ‘Wouter…’, fleem ik zacht. ‘Mag ik jouw rokkostuum misschien lenen?’ Het antwoord luidt ja. Er is echter wel een tegenprestatie. Voor wat hoort wat. Dus bij dezen wil ik Wouter Steenstra bedanken voor zijn hulp om het lustrumgala voor mij tot een geweldige avond te maken. Klaske van Sluis
Klaske van Sluis (22) is vierdejaars Logopedie op de Hanzehogeschool. Dit jaar is ze Ab Actis/Pro-Rector van studentenvereniging Unitas S.G.
legal alien Country:
Bulgaria, 7.57 million inhabitants, 2.65 times the size of the Netherlands
Studies:
International Communication
Ana Velkova (22)
Where are you from and when was your last time back home? ‘I am from the northeastern part of Bulgaria, from the city of Ruse on the river Danube. Ruse is the fifth-largest city in Bulgaria and is roughly the same size as Groningen, but there are not so many students. I really enjoy spending my vacations at home, but unfortunately I do not get that many opportunities to fly back. The last time back home was last Christmas. Usually I go home twice a year to see my family and catch up with friends.’ Why did you choose Groningen? ‘In the beginning, in fact, I did not. I was seriously considering studying Economics in Sofia, the capital of Bulgaria. However, that
changed completely during high school, especially when I visited an international education fair in Sofia were Hanze University was also represented. Their presentation totally convinced me!’
What is the biggest difference between the Bulgarian and the Dutch culture? ‘In my opinion the biggest difference between the two cultures is the people’s directness. Unlike Dutch people, who are known for being very bluntly frank, Bulgarians tend to play around with words a lot, in order to convey what they want. It was somewhat difficult for me to get used to the Dutch way and to adapt. However, after living here for quite a while I actually prefer the Dutch directness. It makes things
much easier, also from a professional point of view.’ What was your first word in Dutch? ‘Fiets! Actually I just learned how to ride a bike when I came here. It was really a challenge, both terrifying and hilarious at the same time.’ Do you have further experiences abroad? ‘Ever since I moved to Holland I got the opportunity to travel around Europe. So far the destination I have loved the most is Vienna. My most recent experience, however, was my semester in Budapest. A very enriching experience. I am absolutely thankful for getting the chance to do it.’
Where are you planning to do your internship? ‘I am working for the Global Links office, which helps students of the School of Communication, who are planning to do a semester abroad. The office also helps incoming exchange students.’ What are your plans after graduating? ‘For now, my plan is to work for a year or two in order to gain some practical experience. After that, I will definitely continue with a master somewhere else in Europe. I do not see myself settling back in Bulgaria anytime soon, maybe when I get older or when I run my own business.’ Ben Schumacher
cribs Jeongwook Heo Age: Nationality: Studies: Street:
21 Republic of Korea (South Korea) International Business & Management Van Sijsenstraat
‘Till last year, I lived in the international student house at Winschoterdiep. Since students are not allowed to stay for more than one year in a room that Housing Office offers, I had to move to another room. Unfortunately I did not have much time because I had to fly back to Korea. The day before I went to the airport, I visited this room. I was satisfied with its condition and the location. So, I signed the contract. ‘The thing that I like most about this room is this split level structure (1). At first, I put my bed upstairs but now I just put all stuff there and use it as a shelf. I also like my shared balcony (2). There are lines for clothes so that I can hang my washing out to dry. ‘Sometimes I feel like reading some Korean books, but it’s not easy to find them here. So when I first came here, I brought some (3). And my parents include one or two books in every a package they send, or some other stuff such as clothes or foods from my home country. ‘I am a big wine fan, and I was very surprised to find really cheap wine here. Whenever I feel homesick, Korean books and wine can be my temporary remedy. ‘As a college student, there are so many things to take care of at the same time. So I’ve been training myself to make notes of everything (4). On the Dutch and European maps I mark where I’ve been. I’m still trying to travel all around Europe as much as I can. ‘My father is working in a car trading business with Dutch companies, so he played a big role in my decision to come and study in the Netherlands. These posters (5) are souvenirs from my visit to the Hannover Auto Show with my father. ‘Of course the stroller (6) is not for me. My cousin was born a few months ago in South Korea. My father bought it as a gift. Strollers made in the Netherlands are famous for their high quality in South Korea. And it’s much cheaper buying them here than in South Korea. So I’m just keeping it for a few weeks.’ Duhyun Ko Youngin Kim
Who the F#%& is Erasmus? Who was this Erasmus guy? And why was he so important that they named a scholarship after him? The Erasmus Programme (a.k.a. Erasmus Project) is a European Union (EU) student exchange programme established in 1987. It forms a major part of the EU Lifelong Learning Programme, and is the operational framework for the European Commission’s initiatives in higher education. The Erasmus scholarship is named after a Dutchman called Desiderius Erasmus of Rotterdam. The scholarship was later given the acronym ‘European Region Action Scheme for the Mobility of University Students’.
Erasmus was born in Rotterdam on October 28, probably in 1466. He was a Dutch Renaissance humanist, Catholic priest, and a theologian. Erasmus lived through the Reformation period and he consistently criticized some contemporary popular Christian beliefs. Despite the clerical abuses in the Roman Catholic Church, Erasmus remained committed to reforming the Church from within. Despite a chronic shortage of money, he finished several programmes of studies by working day and night, con-
Photo: Ben Schumacher Erasmus is sleeping the sleep of the just.
3 INT HANZEMAG WEDNESDAY 23 MARCH 2011 [13]
tinuously begging his friends to send him books and money for teachers. The discovery of Lorenzo Valla’s New Testament Notes in 1506 encouraged Erasmus to continue his studies of the New Testament. Erasmus preferred to live the life of an independent scholar and made a conscious effort to avoid any actions or formal ties that might inhibit his freedom of intellect and literary expression. Throughout his life, he was offered many positions of honour and profit throughout the academic world,
but he declined them all, preferring the uncertain but sufficient rewards of independent literary activity. Erasmus died in Basel in 1536. The Scholarship is named after Erasmus, because he was always broadening his horizon in the academic field both in his own country and abroad. Therefore he is still an inspiration for students today.
Rick Prins & Rächel Mohammedamin
Studying abroad
Does Erasmus
really mobilize? Those who are planning to make use of an Erasmus scholarship should think of anything but an all-inclusive-package-deal. A social injustice in the financial support for students from different countries emerges. Few other projects administered by the European Union enjoy as much popularity as the Erasmus programme. But is there only good news about the Erasmus programme, which was founded in 1987? At first sight this seems to be the case. Since the initial launch of this higher education project of the European Commission, Erasmus (European Region Action Scheme for Mobility of University Students) supports the border-crossing independence of students, lecturers and scientists within a great network of European partner universities. To date the Erasmus scheme involves ninety percent of all European universities across 31 countries and more than 2.2 million students could benefit from it. Until 2013 the three million mark is expected to be achieved. Erasmus’ annual budget currently exceeds 450 million Euros; more than 4,000 higher education facilities in 33 countries already participate in the programme and more are willing to join. The Erasmus project has taken up the sublime cause of becoming the most competitive, most dynamic, and most knowledge-driven industrial area in the world. Growing interest Every student having completed at least two semesters, is allowed to apply for the Erasmus grant via the academic exchange office of their home university. Whether medicine in Calcutta, history in Oxford or International Business in Groningen – a study abroad period does not only look good on your CV, it is also an exciting, eye-opening and enriching experience, which may be groundbreaking for a student’s future career. ‘I changed my opinion about Sweden and they changed their opinion about Turkey’, says Aysegül Sah Bozdogan, an Erasmus student
from Istanbul who spent a semester in Uppsala. ‘We got together with all our cultural differences.’ According to the German Academic Exchange Service (DAAD) about 25 percent of the students in Germany spend one or two semesters abroad. Some even opt to do their entire studies outside the German borders and the trend to study abroad is rising. This development can also be observed in other European countries. In the Flemish part of Belgium, 2,988 students participated in an Erasmus exchange over the last year. The current semester period shows a growth of almost twenty percent. Patricia De Clopper from the Service of International Collaboration of the University of Antwerp also notices this increase: ‘Last year 179 students participated in the Erasmus programme. This year 245 students will be leaving and I am still receiving email requests to join the programme every day. There is absolutely a growing interest in going abroad.’ Gap of inequality The British author Aldous Huxley once said that nothing creates more failure than success. According to some observers a clearly noticeable discrepancy, a gap of inequality has arisen. It is a fact that the interest in academic exchange opportunities is at a peak, especially in Eastern European countries. However, there are big financial hurdles for the potential participants to overcome. Even though every country allocates its amount of Erasmus funding on its own, the pot of cash is always limited. In this academic year, for instance, the allocation per student in the United Kingdom is 225 Euros. An amount, which according to the British Coun-
cil, is subject to rise to between 300 and 350 Euros. For a foreign student living in a metropolitan city such as London this sum only covers a small part of his expenses. According to a survey conducted by the international Erasmus Student Network (ESN) in some Eastern European countries this amount is enough to ‘live like a king’. But for students from poorer countries who are planning to reside in an expensive foreign city on their monthly grant, life is much tougher. Feigned justice Even though all Erasmus students receive the Erasmus grant, the actual amount of this financial injection varies considerably from country to country. While Jonathan, a student from France who is spending his semester abroad here in Groningen, is receiving 150 Euros per month, Edyta from Poland has a monthly grant of 350 Euros. This is because each country decides how many students will have to share the available pot of cash. A royal sum for a few students or a tip for a big mass? This is the question each participating Erasmus country has to ask itself every year again. Spain, for example, prefers to enable as many students as possible to go on an Erasmus exchange. At the same time, however, this means that the grant per student amounts to only 110 Euros. In 2010, for example, the Kingdom of Spain gave a total of 27.440 students the chance to study abroad on the Erasmus grant. With 28,700 and 27,900 participants, France and Germany are advocates of this distribution policy as well. Added up, the Spanish, German and French make up the biggest group of Erasmus students. ‘The worst kind of injustice is feigned justice.’ Ancient Greek philosopher
Plato already knew this some 2,400 years ago. Leo Smith, secretary of the Erasmus Student Network (ESN) has found that some students, mostly coming from well-to-do countries, were able to save considerable amounts of money during their Erasmus period, whereas others had to pay extra money from their own pockets or rely on money from their parents. The bare-naked man is compelled to dig deep into his own pocket. This also coincides with a tragic development Jerzy Rutkowski, vice-director of the office for International Cooperation at the Silesian University of Technology in Poland has observed: ‘Polish students are less and less interested in participating in the Erasmus programme, as they fear the potential higher costs of living at their desired study destination. One semester abroad can imply an additional cost of around one thousand euro on top of the grant.’ In the majority of cases the Erasmus grant only helps covering the accommodation. Studying with Erasmus appears to remain dependent on one’s personal financial means. ‘The mobility of students is still depending on their socio-economic background’, explains Stefan Grob, spokesperson of the German Student Union in Berlin. ‘As a consequence, the social background determines someone’s study destination abroad and affects the opportunities to get an enriching experience.’ As long as this gap of inequality exists, the successful continuation of Erasmus is in danger.
Ben Schumacher, Daniek Gortmaker, Pablo Munilla, Young, In Kim, Janinke Dekker, Jinjo Kang
[13] 2010 23 MARCH WEDNESDAY HANZEMAG 2 INT
Wednesday 23 March 2011 Independent Magazine of Hanze University of Applied Sciences | email
[email protected] | Photo: Jin Jo Kang
13
How fair is
Er as m us ?