Nieuwe elektriciteitscentrale op de Maasvlakte Schone, betrouwbare en betaalbare energie uit kolen en biomassa
Benelux
Elektriciteit: behoefte en productie Nederland heeft steeds meer elektriciteit nodig. Het verbruik steeg de afgelopen jaren met één tot twee procent per jaar en naar verwachting zal deze stijging ook in de komende decennia doorzetten. Sinds 2000 is maar in beperkte mate nieuwe opwekkingscapaciteit bijgebouwd. De import is daardoor toegenomen tot bijna een kwart van de nationale behoefte. Nederland is daarmee voor zijn energievoorziening afhankelijk geworden van buurlanden, zoals België, Frankrijk en Duitsland. Toen deze landen een overcapaciteit hadden, was dit geen probleem. Nu hier niet langer sprake van is, moet de binnenlandse vraag naar elektriciteit worden opgevangen met nieuwe productiecapaciteit in Nederland om schaarste te voorkomen. Deze noodzaak wordt versterkt doordat de komende jaren verscheidene verouderde centrales zullen worden gesloten. Niet alleen in Nederland. Ook in de rest van West Europa. Dit betekent dat zowel vanwege vermindering van import en de groeiende vraag als vervanging van verouderde centrales nieuwe productiecapaciteit nodig is.
Overheidsbeleid De Nederlandse overheid heeft een beleid uitgestippeld dat de voorziening van energie zeker moet stellen. Dit beleid is vastgelegd in de Energierapporten (o.a. in 2005 en 2008). De rapporten vinden de bouw van nieuwe elektriciteitscentrales onvermijdelijk. Daarbij heeft het Energierapport 2005 een uitgesproken visie op kolen: ‘Kolen verdient als brandstof opnieuw aandacht, zeker met het oog op het bevorderen van de voorzieningszekerheid. […] In de toekomst is het mogelijk bij kolengestookte elektriciteitscentrales de CO2-uitstoot op te vangen en veilig op te slaan. Het aanbod van de energiesector om mee te investeren in demonstratieprojectenvoor CO2-opslag is een belangrijke stap.’ Het rapport van 2008 is nog stelliger over de noodzaak van kolencentrales. De Nederlandse regering is daarbij van mening dat kolencentrales niet strijdig zijn met het nieuwe milieu- en klimaatbeleid. Dit standpunt wordt ondersteund gezaghebbende internationale instanties als het Internationale Agentschap voor Energievraagstukken (IEA) en de internationale organisatie voor economische ontwikkeling en samenwerking (OECD). Beide instituten onderstrepen dat naast investeringen in duurzame energiebronnen, ook investeringen in fossiele opwekkingstechnologie nodig zijn om de stijgende vraag op te vangen. Dit blijft zo totdat voldoende duurzame bronnen zijn ontwikkeld om aan de vraag te voldoen.
Duurzame energie Nederland wil voldoen aan de Kyoto-doelstellingen. Om de duurzame energiehuishouding te realiseren die in deze doelstellingen is vastgelegd, zal Nederland meer energie uit duurzame bronnen moeten halen. Als gevolg hiervan zal de uitstoot van broeikasgassen dalen. Om de doelen te halen en de leveringsbetrouwbaarheid te handhaven, zijn veel technologische doorbraken nodig. Bijvoorbeeld voor de afvang van CO2. E.ON wil actief bijdragen aan een duurzame energievoorziening. Daarom is de onderneming in 2006 een wereldwijd innovatieprogramma gestart. Hiermee wil E.ON de ontwikkeling van duurzame productiemethodes, zoals wind en biogas, en de CO2-arme energieproductie uit fossiele brandstoffen versnellen. De emissiereductie van CO2 is een van de belangrijkste pijlers onder dit programma. Ook voor E.ON Benelux is CCS (Carbon Capture & Storage) een speerpunt. In april 2008 heeft E.ON Benelux met TNO bij de bestaande Maasvlaktecentrale een proefinstallatie voor de afvang van CO2 uit rookgassen in gebruik genomen. Bij de officiële opening van deze installatie heeft E.ON Benelux aangegeven de belangrijkste industriële partner in het tweede deel van het nationale CATO-project te willen zijn. Het CATO-project is het belangrijkste Nederlandse initiatief op het gebied van CCS.
E.ON Benelux is bovendien partner in het Rotterdam Climate Initiative. Wereldwijd participeert E.ON in meer dan veertig projecten die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van technologie om de uitstoot van CO2 te verminderen. Tussen 2008 en het eind van 2010 investeert E.ON zes miljard euro in duurzame energie.
Nieuwe centrale E.ON breidt de productiecapaciteit in Nederland uit met een nieuwe kolengestookte elektriciteitscentrale van 1.100 MW. De centrale zal in ongeveer zeven procent van de Nederlandse elektriciteitsbehoefte voorzien. De bouw vergt een investering van ruim 1,2 miljard euro. Deze investering past in de groeistrategie van E.ON in de Benelux en illustreert het streven van E.ON om het belang van de economie en het milieu zo goed mogelijk te laten samenvloeien. Omdat de prijs van kolen minder onderhevig is aan prijsschommelingen op de wereldmarkt dan gas, leiden kolencentrales, ook in de toekomst, tot lagere en stabielere prijzen voor huishoudens en zakelijke gebruikers. Bovendien wordt in Nederland al zeventig procent van de elektriciteit opgewekt met gascentrales. Deze voorkeur dateert uit de tijd dat ons land hiervoor gebruik kon maken van de eigen gasvoorraden. Nu deze uitgeput raken, moet gas worden geïmporteerd uit politiek minder stabiele landen als Rusland en Iran.
Steenkool, biomassa en CO2 E.ON bouwt de nieuwe centrale op basis van poederkooltechnologie met superkritische stoomparameters. Deze opwekkingsmethode is, in tegenstelling tot de vaak genoemde kolenvergassing, de enige technologie die op dit moment op industriële schaal met bewezen bedrijfszekerheid kan worden toegepast. Het energierendement van de nieuwe centrale is ongeveer 46 procent en zal ongeveer twintig procent hoger zijn in vergelijking met bestaande Nederlandse centrales. Daarmee vermindert de uitstoot van CO2 per Kilowattuur ook met circa twintig procent. E.ON zal, net als in de bestaande centrale (21%), de mogelijkheid benutten om in de nieuwe centrale biomassa als brandstof bij te stoken. E.ON doet op dit moment onderzoek naar het maximale percentage biomassa dat kan worden bijgestookt. Ook onderzoekt E.ON of de CO2-emissie nog verder verlaagd kan worden door warmtelevering aan tuinders en andere industriële klanten. De nieuwe centrale wordt voorbereid op de afvang van CO2. Zoals gezegd, doet E.ON op dit moment op meerdere plaatsen in de wereld onderzoek naar deze technologie. Ook op de Maasvlakte. Zodra bewezen is dat dit op industriële schaal werkt en economisch haalbaar is, kan het afvangen worden toegepast.
De voordelen van de Maasvlakte
Amste Den H
A4
8 9
10 Hoek van Holland
A1 3
Ni
eu
we
Wa
5 N1
ter
we
g
Kethelplein
10
11
A20 E u ro p a h a v
BioMass haven 8211
16 N2
7
N5 ip
n
14
Beneluxtu
17
17 15
16
Botlektunnel
Ou
s is s
ve p ih a
aas Nieuw e M
A4
18
M is
Rott U
en
haven 8210
A1 5
E.ON heeft op dit moment op de Maasvlakte al een 1.040 MW kolencentrale. De nieuwe centrale komt op hetzelfde terrein. De Maasvlakte heeft een aantal grote voordelen voor energiecentrales. Door de ligging aan diep vaarwater heeft de haven van Rotterdam zeer goede mogelijkheden voor bulkaanvoer van kolen en biomassa, waardoor een centrale grote kostenvoordelen heeft ten opzichte van locaties landinwaarts in Nederland of Duitsland. De Maasvlakte biedt ook goede mogelijkheden om via technische samenwerking met bestaande en nieuwe industrie wederzijdse economische voordelen te halen. Een voorbeeld is de levering van restwarmte aan de gasterminal GATE en aan de Happy Shrimp Farm, waar tropische garnalen worden gekweekt. Daarnaast heeft het gebied goede logistieke voorzieningen. Zowel het wegennet als de koppelingen met het elektriciteitsnet zijn aanwezig. De beschikbaarheid van koelwater is belangrijk voor elektriciteitscentrales. Met de Noordzee vlakbij, heeft een Maasvlakte-centrale koelwater in overvloed en hoeft geen koeltoren te worden gebouwd.
de
A Beneluxplein
Dor Gorin M aas
Specificaties Nieuwe Centrale Brandstof:
Steenkool en biomassa
Technologie:
Poederkool met superkritische stoomparameters
Capaciteit:
1.100 MW Bruto
Rendement:
Circa 46%
Investering:
1,2 miljard
Productie per jaar:
7,5 TWh
Koeling:
Zeewater
Afgas behandeling:
DeNOx en rookgasontzwaveling, elektrofilters
voor afvang van fijnstof, voorbereiding op CO2-afvang
Afzetmarkt:
Nederland en Noord-West Europa
Klanten:
De huidige en nieuwe zakelijke en particuliere
klanten van E.ON Benelux. E.ON verwacht de
komende jaren het aantal klanten op de
Nederlandse en Belgische markt uit te breiden.
Locatie:
Maasvlakte Rotterdam
Vergunningen
Planning Indienen MER
December 2006
Milieuvergunning verleend
November 2007
Bouwvergunning verleend
April 2008
Start bouw
April 2008
Start bouw stoomketel
Januari 2010
Inbedrijfstelling
2012
*Vergunningen moeten voorjaar 2007 zijn verleend om de centrale tijdig in bedrijf te kunnen nemen.
Aan de bouw van een energiecentrale gaat een intensief vergunningentraject vooraf. In het begin is de aandacht vooral gericht op de milieueffecten van de centrale. Deze worden vastgelegd in de Milieueffectrapportage (MER). De MER wordt opgesteld door E.ON en getoetst door een onafhankelijke commissie. Ook het publiek heeft inspraakmogelijkheden. De MER-procedure voor MPP3 is begin 2006 gestart en afgerond in de zomer van 2007. Daarna zijn de aanvragen voor de milieuvergunningen en de bouwvergunning ingediend. Ook bij deze procedures heeft het publiek de mogelijkheid haar mening kenbaar te maken. In november 2007 zijn de milieuvergunningen verleend door Rijkswaterstaat en de Provincie Zuid-Holland. De bouwvergunning is in april 2008 verleend door de gemeente Rotterdam. De milieuvergunningen zijn een voorwaarde om een bouwvergunning te krijgen. Hoewel milieuorganisaties beroep hebben aangetekend tegen het verlenen van de milieuvergunningen bij de Raad van State, heeft deze zaak geen invloed op de voortgang van de bouwvergunningprocedure en de start van de bouwwerkzaamheden. In april 2008 waren alle vergunningen verleend en kon met de bouw worden begonnen.
Informatievoorziening
Voor informatie kunt u ook terecht bij de afdeling
E.ON Benelux hecht grote waarde aan transparantie en open communicatie met alle belanghebbenden in de Nederlandse samenleving. De bouw van een energiecentrale kan vragen oproepen of verwachtingen creëren die om een toelichting vragen. E.ON Benelux zal gedurende de vergunningprocedure en het bouwproces actief contact zoeken met belanghebbenden en vertegenwoordigers van belangenbehartigers. Zo zullen gesprekken plaatsvinden met lokale bestuurders en worden belangenorganisaties uitgenodigd voor een toelichting op locatie. E.ON Benelux heeft ook een speciaal dossier toegevoegd aan de website www.eon-benelux.com. Hierin staat alle actuele informatie over de bouw van de nieuwe centrale.
Public Affairs van E.ON Benelux, telefoonnummer 010-2895078.
E.ON Benelux b.v. Capelseweg 400 3068 AX Rotterdam www.eon-benelux.com