Delft Integraal MAGAZINE VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT
2012 • 2
25 jaar Dimes Chips, maar dan anders
Youp van ’t Hek ‘Mensen blijven hangen in clichés’
Dimes zoekt geld Werken voor derden
Nieuwe detectoren De brede blik van boor
integraal_nr2_2012.indd 1
4/19/12 1:53 PM
nr. 2 2012
Inhoud 3
6
De brede blik van boor 12
Kort Delfts: overzicht van het laatste nieuws uit Delft
10
Infographic: Looprobot
14
Uitgelicht
19
Column: Remco de Boer: Gebedsnoot
19
Werk in uitvoering
22
De zaak: Atelier LEK
22
Visie: Stephan Lukosch over de virtuele wereld
23
Persoonlijk
24
Hora est, stellingen, cartoon, uitgesproken
25
Na Delft: Lonneke Boels
25
Desgevraagd: Singapore, ‘the place to be’
26
Alumninieuws
25 jaar Dimes: explosie van de Pathos chiptechniek
Valorisatie is hét toverwoord geworden in de loop der jaren. Kennis moet naar de markt gebracht worden, en als het even kan daar geld opleveren. Hoe goed lukt dat eigenlijk? En wat voor invloed heeft die letterlijke geldingsdrang op het onderzoek dat aan een universiteit plaatsvindt? We vroegen het decaan Rob Fastenau naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van het Delft Institute of Microsystems and Nanoelectronics. Dat instituut moet zelf geld gaan verdienen met productiewerk voor derden, omdat de vaste financiering over de komende vijf jaar wordt afgebouwd. Er komt meer kijken bij het vermarkten van kennis dan alleen innovatieve technologie maken. Vergeet niet hoe je de vergaarde kennis vervolgens presenteert, waarschuwt communicatieadviseur Remco de Boer. ‘Net als de oude Grieken en Romeinen moet de moderne vernufteling zich in de retorica bekwamen. Ethos, logos, pathos.’ Hij verwijst naar de tragedie die het beslistraject rondom de Blankenburgtunnel genoemd mag worden. Cabaretier en cultureel hoogleraar Youp van ’t Hek staat de Delftse studenten de komende maanden bij om ze de wereld op een andere dan de academische manier te laten zien. Gelukkig maar. Want de door logos geregeerde ingenieur vergeet het wel eens, maar met een beetje pathos is uw gulden een daalder waard. Desnoods met behulp van cabaret.
Youp van ‘t Hek: ‘Studenten zijn vaak heel burgerlijk’
16
20
Dimes moet commercieel
Frank Nuijens Hoofdredacteur Delft Integraal
Colofon Coverfoto
Medewerkers aan dit nummer
Redactie
Abonnementsadministratie
Sam Rentmeester
Frank Nuijens (hoofdredacteur) Dorine van Gorp, Katja Wijnands (eindredactie) Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Sam Rentmeester (beeldredacteur), Connie van Uffelen, Jos Wassink Telefoon (015) 278 4848 E-mail
[email protected]
Auke Herrema, Eric Verdult, Pascale Warners
Advertenties
H&J uitgevers Telefoon (010) 451 5510
[email protected] Telefoon (015) 2789111
Vormgeving en opmaak
Saskia de Been, afdeling Media Solutions TU Delft
Druk
Deltahage BV, Den Haag
2
integraal_nr2_2012.indd 2
4/19/12 1:54 PM
Kort Delfts
Inktvis in je hoofd
Tijdmachine
Foto: Tomas van Dijk
www.delta.tudelft.nl/24510
Beter beeld
Foto: Paul Breedveld
Dr.ir. Willem-Paul Brinkman (EWI) ontwikkelt computerprogramma’s die patiënten helpen bij het verwerken van trauma’s. Bij de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) loopt nu een proef met mensen die tijdens hun jeugd seksueel misbruikt zijn. Patiënten bouwen in een virtuele wereld de omgeving na waar het misbruik plaatsvond. Dit dwingt ze om te graven in het geheugen. “Herinneringen worden minder pijnlijk als je vaker aan het voorval terugdenkt”, aldus Brinkman. “Het programma fungeert als een soort tijdmachine. De patiënt en therapeut kunnen de gebeurtenissen uit het verleden visualiseren door persoonlijke foto’s, online geografische kaarten, webcamsnapshots, en de driedimensionale virtuele werelden te koppelen aan een tijdsbalk.”
Biomechanicus dr.ir. Paul Breedveld heeft van NWO een Vici-beurs van anderhalf miljoen euro ontvangen om zijn extreem flexibele chirurgische tangen verder te ontwikkelen. Geïnspireerd door de bewegingen van inktvisarmen - die zonder botten in alle richtingen kunnen bewegen en daarbij de stijfheid nog kunnen variëren ook – ontwikkelde Breedveld in 2004 zijn eerste stuurbare arm met het oog op chirurgische toepassingen. Breedveld wil het instrument nog dunner maken en het bovendien mogelijk maken de arm te splitsen. Hij hoopt dat zijn tangen eraan bijdragen dat minimaal invasieve operatietechnieken ook bij hersenoperaties mogelijk worden. www.delta.tudelft.nl/19445
Zonnecellen
Foto: Unisolar
Vier maal scherper beeld van kankeruitzaaiingen in het lichaam, en dat drie maal sneller dan de huidige veertig minuten onderzoekstijd. Dat is waar de vinding van dr.ir. Herman van Dam (TNW) over een jaar of vijf toe kan leiden, aldus zijn promotie-begeleider dr. Dennis Schaart. Metastasen (uitzaaiingen van kanker) worden in beeld gebracht door een patiënt na injectie met een geschikt radio-isotoop (dat zich in tumoren ophoopt) in een PET-scanner te leggen. Gammastraling vanuit de patiënt wordt zichtbaar gemaakt door het lichtflitsje dat een gammafoton veroorzaakt in een speciaal kristal. Door nu één groot kristal te nemen in combinatie met meerdere lichtsensoren wist Van Dam zowel de gevoeligheid als de scherpte van de scanner te vergroten. Het onderzoek vindt plaats in samenwerking met Philips die een combinatie ontwikkelt van MRI en PET scanner.
Foto: Philips
www.delta.tudelft.nl/24824 Pr.dr.ir. Miro Zeman (EWI) ontving 750 duizend euro voor de verdere ontwikkeling van dunnefilm zonnecellen langs twee onderzoekslijnen. Het ene onderzoek, (deel van het FOM-programma Stirring of Light), heeft tot doel om een ‘fotonisch materiaal’ te ontwikkelen dat alle licht invangt en naar het silicium leidt en de reflectie tot nul (zwart) reduceert. Het andere onderzoek, deel van het Europese KP7 programma, omvat de ontwikkeling van een tandemcel waarbij de bovenliggende cel voornamelijk blauw licht absorbeert en tweede cel de rest van het licht. Zeman richt op veertien procent rendementsverhoging op lange termijn, wat vergelijkbaar is met de commercieel verkrijgbare kristallijne zonnepanelen. Naar verwachting zullen dunnefilm zonnecellen echter een stuk goedkoper worden omdat ze honderden keren minder materiaal nodig hebben. www.delta.tudelft.nl/24868
3
integraal_nr2_2012.indd 3
4/19/12 1:54 PM
Kort Delfts
Twee elektronen voor één foton
Studiestress Delftse studenten hebben vaker last van studiestress dan hun collega’s uit andere steden, blijkt uit een rondvraag onder bijna 5500 studenten in heel Nederland. Maar liefst 52,9 procent van de Delftse respondenten zegt ‘ja’ op de vraag: ‘heb je wel eens last van zeer grote stress over je studie?’. Dat ‘zeer groot’ werd uitgelegd als ‘belemmerend voor je privéleven’. Deze stress verergert als studenten denken dat zij met de langstudeerboete te maken zullen krijgen. Die boete speelt ook een rol bij de keuze voor een vervolgopleiding. Collegelid Paul Rullmann liet weten dit merkwaardig te vinden: “In Delft wordt de vertraging vooral opgelopen in de bachelorstudie. Als men hier eenmaal doorheen is, halen de meesten de master in 2 tot 2,5 jaar. Dus waarom zou je je dan nog door de boete laten afschrikken?”
Het onderzoek naar zonnepanelen op basis van nanoquantumdots kwam in de belangstelling met een publicatie in het blad Nature Photonics (18 maart 2012). Daarin lieten prof. dr. Laurens Siebbeles (TNW) en prof.dr. Tom Gregorkiewicz (UvA) weten dat ze erin geslaagd waren om met één foton twee elektronen vrij te maken in een laag van dicht opeengepakte quantumnanodots. Als een invallend lichtdeeltje (foton) meer energie heeft dan nodig is om een elektron-gat-paar te maken, gaat dat normaal gesproken verloren als warmte. Bij de q-dots kan het echter gebeuren dat de overgebleven energie nóg een elektron vrijmaakt in een naburig quantumdot. Omdat dat alleen voor hogere energieën (korte golflengten) opgaat, betekent het verschijnsel geen verdubbeling van het theoretische rendement, maar wel een verbetering van maximaal 33 naar 44 procent.
Foto: Hans Stakelbeek
www.delta.tudelft.nl/24748
Illustratie: Wieteke de Boer
Nature Photonics, 18 March 2012, DOI 10.1038/NPHOTON.2012.36 www.delta.tudelft.nl/24920
Strategische alliantie Geen fusie maar een strategische alliantie. Zo noemen de Universiteit Leiden, de TU Delft en de Erasmus Universiteit hun ‘vergaande samenwerking’ in hun gezamenlijke notitie ‘Meer Waarde’. De alliantie beoogt een kwaliteitstoename van onderwijs en onderzoek, met een scherpere profilering van het onderwijsaanbod en versterking van de internationale positie van het onderzoek. Leiden, Delft en Erasmus – aangeduid als LDE – benadrukken dat de vorm de inhoud volgt en zien als meerwaarde op kortere termijn: beter onderwijs (dat voortaan overigens op elk van de drie universiteiten kan worden aangeboden) en het verkennen van gezamenlijke LDE Centers en Graduate Schools. www.delta.tudelft.nl/24768 en 24783
Foto: Tomas van Dijk
Katalysator in actie Het Mössbauer laboratorium in het Reactor Instituut Delft is uniek in Nederland omdat het katalysatoren in actie kan laten zien. Een katalysator versnelt een chemische reactie zonder zelf verbruikt te worden. Om dat proces te kunnen zien brengen opdrachtgevers als Shell hierheen, maar ook collega-onderzoekers uit Utrecht die katalysatoren ontwikkelen voor de productie van biobrandstof. Hun werk werd op 17 februari gepubliceerd in Science (Hirsa M. Torres Galvis et. al.). RID-medewerker dr. Iulian Dugulan was medeauteur. Over Mössbauer spectroscopie, het onderzoek van chemische bindingen met gammastraling, zegt hij: “Het geeft je informatie over de structuur van het sample, over de mate van oxidatie en de magnetische eigenschap van de metaaldeeltjes.” Een expert leest hieruit af hoe actief de katalysator is, hoe die door insmelten achteruitgaat, vergiftigd raakt of bedekt met koolstof. www.delta.tudelft.nl/24694
4
integraal_nr2_2012.indd 4
4/19/12 1:54 PM
Majoranadag
Foto: Sam Rentmeester
Het was 12 april een gekkenhuis op het Kavli-instituut voor nanoscience (TNW). Drie televisieploegen filmden er min of meer gelijktijdig, prof.dr.ir. Leo Kouwenhoven had een belafspraak met de BBC en sloot de dag af aan tafel bij Pauw & Witteman. De aanleiding was de publicatie in Science over het experimentele bewijs van een Majorana-deeltje – een elementair deeltje dat 75 jaar eerder voorspeld was door de Italiaanse fysicus Ettore Majorana. Een prachtverhaal natuurlijk, maar wel één waar menig journalist mee heeft zitten worstelen. Want is een antideeltje al moeilijk voor te stellen, wat te denken van het Majorana-deeltje dat zijn eigen antideeltje is? Bovendien is het deeltje niet in het wild gevonden, maar bij zeer lage temperaturen ‘opgewekt’ op de grens van halfgeleider en supergeleider. Veel glazige blikken op televisie die avond. Niettemin geldt Kouwenhoven in de media als Nobelprijskandidaat en als vader van de quantumcomputer. www.delta.tudelft.nl/24994
Russische prijs
Reactor kan bijna niet kapot
Prof.dr. Kemo Hanjalic, emeritus professor aan de faculteit Technische Natuurwetenschappen, heeft 3,6 miljoen euro van de Russische regering gekregen om het ‘Laboratorium voor simulatie van energieprocessen’ van de Novosibirsk State University te leiden. De prijs die hij won, de Lead Scientist award is door de Russen in het leven geroepen om toonaangevende wetenschappers aan te trekken en om de kwaliteit van de Russische onderzoeksinstituten te verhogen. www.ibnfirnaslectures.tk
Orkanen, aardbevingen, overstromingen, stroomuitval; de onderzoeksreactor in Delft is tegen vrijwel alle calamiteiten bestand. Dit blijkt uit een stresstest die het Reactor Instituut Delft uitvoerde op verzoek van het ministerie van Economische Zaken. Het ergste zogenaamde ‘ontwerpbasisongeval’ is het volledig leeglopen van het koelbassin door een lekkage waardoor de kern droog komt te staan. Het RID schrijft dat ze zich hiertegen heeft beschermd met ‘verschillende back-up verdedigingslinies’. Mocht het toch fout gaan, dan koelt de kern door convectie voldoende af en zullen de splijtstofplaten niet smelten. www.delta.tudelft.nl/24773
De familie van lopende robots uit Delft heeft er een bevallige telg bij gekregen, Tulip genaamd. Promovendus dr.ir. Thomas de Boer (3mE) ontwikkelde Tulip als opvolger van de elegant maar fragiel lopende robot Flame (zie ook pagina 10 en 11.) Flame was een gevoelig typje dat snel uit evenwicht raakte als er iemand van de zijkant tegenaan stootte. De Boer heeft Tulip daar tegen bestand gemaakt door de robot snel uit te laten rekenen waar ze haar voet neer moet zetten om het dynamisch evenwicht te bewaren. “Bij het lopen op twee benen draait alles om de controle over positie en snelheid van het eigen zwaartepunt”, legt De Boer uit. www.delta.tudelft.nl/24821
Foto: Tomas van Dijk
Foto: Sam Rentmeester
Stevig op de benen
5
integraal_nr2_2012.indd 5
4/19/12 1:54 PM
Foto’s: Sam Rentmeester
Wetenschap
Na een proef met verschillende coatings zouden de detectoren niet misstaan in een bijouteriewinkel.
6
integraal_nr2_2012.indd 6
4/19/12 1:54 PM
De brede blik van
boor
Met een minuscuul laagje boor over silicium legde professor
Lis Nanver bij Dimes de basis voor een reeks nieuwe detectoren. Die vinden hun toepassing in de nieuwste lithografiemachines van ASML en de gevoeligste elektronenmicroscopen van microscopenfabrikant FEI. Jos Wassink Detectoren met een laag van het scheikundige element boor hebben een ultradunne lichtgevoelige laag. Dat is belangrijk bij de detectie van korte golflengten. Straling vanaf ultraviolet (golflengte 300 nanometer) tot zachte röntgenstraling (golflengte 10 nanometer, ook wel extreem ultraviolet genoemd) dringt namelijk nauwelijks in silicium door. Soms maar een paar nanometer. En dat is precies het gebied waar bij deze detectoren de gevoeligheid zit. “Deze diodes zijn een revolutie geweest voor detectie in dat gebied”, zegt Nanver. Haar detectoren zijn behalve in zo’n dertig publicaties ook opgedoken in de nieuwste generatie chipsmachines van ASML en de gevoeligste elektronenmicroscopen van FEI.
‘De boorlaag heeft intussen toepassingen gevonden
over
een ongelofelijk breed spectrum’
“Lis heeft de boorlaag als nieuwe technologie ontdekt”, zegt dr. Gerard van Veen, manager science & technologie bij FEI Nederland. “Die technologie kan op veel terreinen worden toegepast. Die laag heeft zulke aparte eigenschappen dat er nieuwe mogelijkheden komen. Niet alleen voor onze elektronenmicroscopen maar ook voor andere detectoren.” Het lijstje met toepassingen vanaf 2003 (zie kader) illustreert het punt van Van Veen: de boorlaag heeft intussen toepassingen gevonden over een ongelofelijk breed spectrum, vanaf terahertz via infrarood, ultraviolet en röntgenstraling tot detectie van gescatterde elektronen.
Vol gaten Dr. Gerard van Veen (FEI): “De boorlaag heeft zulke aparte eigenschappen dat er nieuwe mogelijkheden komen.”
Het begon als een geintje, vertelt prof.dr.ir. Lis Nanver (Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica). De tengere vrouw met Britse tongval heeft een volle agenda, een ingewikkeld planbord en ze wordt geregeld gestoord door telefoontjes, studenten en technici. Welkom bij de silicon
device integration group van Dimes (Delft Institute for Microsystems and Nanoelectronics). Nou ja, geintje. Eigenlijk is serendipiteit een beter woord: dat je ergens naar zoekt en opeens struikelt over iets veel beters. Zo waren studenten bij Dimes bezig met het maken van een monolaag (één atoomlaag dik) van arseen op silicium. Dat gebeurt met een zogenaamde epi-reactor waarin normaal gesproken silicium met een kleine hoeveelheid ‘doop’atomen aangroeit op een silicium wafer. Speels als ze waren, probeerden de studenten het eens met een ander doopgas (diboraan of B2H6) en legden zo een heel dun laagje boor op het silicium. “Het resultaat was verbazingwekkend”, herinnert Nanver zich. “De stroom in de diode kelderde met decaden. Dus wij dachten: ze hebben een isolerende laag gemaakt en we hebben er een tijd geen aandacht meer aan besteed.” Nu is een lage sperstroom bij fotodioden (een lekstroom in de richting waarin de diode niet moet geleiden) op zich een aantrekkelijke eigenschap. Een fotodiode, die meestal bestaat uit een overgang tussen silicium met een teveel aan vrije elektronen (n-materiaal) en tekort aan vrije elektronen ‘gaten’ (p-materiaal), laat in principe in sperrichting geen stroom door. Tenzij een foton inslaat en een elektron-gat paar creëert in het overgangsgebied. Elektronen bewegen zich dan naar de n–zijde (kathode) en gaten lopen naar de anode waardoor er een stroom gaat lopen. Voor een gevoelige werking van de fotodetectie is het dus van belang dat de sperstroom in het donker minimaal is. Maar bij het nieuwe materiaal met het dunne boorlaagje was de stroom zo laag dat men aannam dat de laag een ordinaire isolator was, wat natuurlijk minder interessant is. Dat had het einde kunnen zijn van het verhaal, maar dat was het niet. “Een paar jaar later hebben we er experimenten mee gedaan”, vertelt Nanver. “En toen bleek dat borium een laag creëert die hetzelfde deed als een mooi gedopete p-laag op een n-silicium onderlaag. In feite hadden we een junctiediode gemaakt. Dat is fantastisch, want doordat we bij lage temperaturen werkten, is de junctie maar een paar nanometer dik.” De ‘lage’ temperaturen (500 tot 700 graden Celsius) betekenden voor Nanver dat het borium niet of nauwelijks
7
integraal_nr2_2012.indd 7
4/19/12 1:54 PM
Wetenschap in het silicium was gediffundeerd, wat bij normale p-doping wel het geval is. Daarbij nestelt een booratoom zich in het siliciumrooster en creëert met z’n drie valentieelektronen voor vier bindingen een positief geladen gat. Bij lagere temperaturen kunnen booratomen niet in het siliciumrooster dringen, maar beperken ze zich tot de amorfe buitenlaag. Op elektronenmicroscoopopnamen is te zien dat die laag slechts enkele nanometers dik is. Nanver vat samen: “In die interfacelaag creëer je zelfs in één seconde met diboraan zoveel gaten dat je dezelfde functie hebt als een normale diode, maar dan met een veel geringere diepte.”
‘De wet van Moore duwt chipmakers naar steeds kortere
golflengten’
Een detector in zes stappen
Ondanks de tientallen publicaties was tot voor kort de pure boorlaag een Delfts unicum. Nanver denkt dat het komt doordat andere teams niet de combinatie hebben van expertise bij de bediening van de epi-reactor (die monolaagjes op silicium kan opdampen) met kennis van diodefysica en fabricage. Het depositieapparaat, de ASM Epsilon, vergt veel kennis en ervaring om tot goede resultaten te komen. “Het is meer een kunst dan een vak”, grapt Nanver. Het gerucht gaat dat veel labs hun Epsilon weer hebben ingeruild omdat het apparaat niet goed gebruikt kon worden. Nanver steunt bij het gebruik van de Epsilon op de ervaring van onder meer ir. Wiebe de Boer die bij de ontwikkeling van het apparaat betrokken was. Ondanks zijn pensioen werkt hij nog een dag per week bij Dimes. “Wiebe is goud waard”, zegt Nanver.
Extreem
De wet van Moore duwt chipmakers naar steeds kortere golflengten. Omdat lithografie een optische technologie is, worden de minimale afmetingen bepaald door de golflengte van het gebruikte ‘licht’. Chipmachinefabrikant ASML heeft de gebruikte golflengte zien dalen vanaf ultraviolet (365 nanometer), via diep UV (245 en 193 nm) tot extreem UV (13,5 nm) in de toekomstige machines. Nu is alles lastig aan extreem ultraviolet(EUV). Alleen de opwekking al lijkt rechtstreeks afkomstig uit het lab van Maarten Toonders schepping Professor Sickbock: een bal draait rond door een bad met gesmolten tin en brengt minuscule tindruppels in de lucht. Wanneer die getroffen worden door een hoge-energie laser zenden ze extreem uv-licht uit. Laser-produced plasma of LPP heet deze manier van stralingsproductie. Ook lastig is het dat EUV geen lenzen verdraagt: alle beeldvorming vindt met spiegels plaats (waaraan extreme vlakheidseisen gesteld worden). De boorlaagdetectoren passen goed in deze extreme omgeving, want de ultradunne gevoelige laag haalt het maximale rendement uit de invallende straling. Daarnaast is de donkerstroom extreem laag (pico-ampères per cm2 bij 1 Volt sperspanning) en is de detector goed bestand tegen langdurig belichten. Die eigenschappen hebben ASML ertoe gebracht om Nanvers detectoren in te plannen voor hun ‘next generation’ NXE-3300 machine.
Prof.dr.ir. Lis Nanver: “Het begon als een geintje.”
Eén detector meet er de intensiteit van de EUV-straling, twee anderen worden gebruikt om wafers precies goed te positioneren met een combinatie van tralietechnieken. Na de ontwikkeling bij Dimes heeft ASML er vorig jaar voor gekozen om de productie van de EUV-detectors over te brengen naar het Leuvense laboratorium Imec.
Naakte detector
“Zo’n drie jaar geleden hebben we de technologie gespot bij ASML”, vertelt Van Veen over de nieuwe elektronendetectoren die de microscopen van FEI een beslissende voorsprong moeten geven. “De techniek sprak ons aan, maar we moesten wel een en ander aanpassen.” Zo werd in anderhalf jaar tijd door FEI in samenwerking met Dimes een ‘naakte detector’ ontwikkeld ter grootte van een boordknoopje. Promovendus ir. Agatha Šakić ontving voor haar aandeel hierin de IEEE 2010 Roger A. Haken best student paper award. Voor de detectie van langzame elektronen (met een energie vanaf 1000 elektronVolt) is het belangrijk dat de gevoelige laag direct (‘naakt’) aan het oppervlak zit. Anders dan bij de EUV-detectoren is een coating niet mogelijk. Bovendien is de boorlaag met 1,8 nm nog dunner dan bij de EUV-detectoren. Daarnaast is een bijzondere patroon van metaalsporen en een heel lichte doping van de bovenste n-type silicium laag ontwikkeld om de elektrische weerstand en capaciteit te minimaliseren en de responstijd te verkleinen. Vooral bij lage energieniveaus is de boorlaag in het voordeel ten opzichte van andere detectoren. Bij 1000 eV bijvoorbeeld is het rendement van de boorlaagdetector 70 procent. Andere detectoren halen dan een rendement van 45 respectievelijk 19 procent.
8
integraal_nr2_2012.indd 8
4/19/12 1:54 PM
In de cleanroom van Dimes wordt gewerkt aan detectoren voor elektronenmicroscopen en lithografiemachines.
In het midden van de detector zit een gat waar in een microscoop de elektronenbundel doorheen straalt. De detector, die op 5 millimeter afstand stil boven het object hangt, vangt elektronen op die vanaf het oppervlak terugkaatsen (‘backscattering’). De elektronenbundel tast bij deze vorm van microscopie het oppervlak lijn voor lijn af. De detector is opgebouwd uit concentrische ringen en segmenten waarmee contrast en beeldinformatie te beïnvloeden zijn. Zo maken de binnenste ringen chemische informatie zichtbaar doordat zware elementen meer elektronen terugkaatsen dan lichtere en dat geeft een hoger beeldsignaal. De buitenste ring is vooral geschikt om de structuur van het oppervlak af te beelden. Het liefst zou FEI de productie van de nieuwe boorlaagdetectoren bij Dimes laten plaatsvinden bijvoorbeeld door externe medewerkers in de TU cleanrooms te laten werken. Het ‘foundry-model’ heet dat in de high-tech industrie. Nanver zelf is met haar onderzoek teruggekeerd naar de andere kant van het spectrum: infrarood. Haar promovendus ir. Amir Sammak maakt germaniumlaagjes op silicium die in combinatie met borium (en gallium) veelbelovend zijn voor gebruik in supergevoelige ‘single foton avalanche detectors’. Daarvan wordt veel verwacht in medische toepassingen omdat het de diagnose van bijvoorbeeld melanomen drastisch kan versnellen en vereenvoudigen. Meer fundamenteel is de combinatie van laagjes gallium, arseen en indium op germanium waarmee je willekeurig welk bandgat zou kunnen maken, waarvoor Nanver oneindig veel toepassingen voor ziet. “Ach,” verzucht ze, “er is nog zoveel leuk werk te doen.”
Toepassingsspectrum van boor Golflengte
Project
Samen met o.a.
Sub-mm, ~ 30 micron
Compacte geïntegreerde circuits voor terahertz imaging
Philips en TNO, gesteund door SmartMix Memphis
Infrarood, ~ 1 micron
Infrarood detectoren op basis van germanium op silicium
ASM en Bionics gesteund door SmartMix Memphis
Zichtbaar licht, ~ 500 nanometer
Hoge productie boorlaag proces voor zonnecellen
Tempress en ECN
Diep UV, ~ 100 nanometer
Fotodetectoren met pure boorlaag beter dan andere technologieën
TNO, ASML en ASM, gesteund door STW
Extreem UV, ~ 13 nanometer
Detectoren voor ASML ‘next generation’ lithografie machines
TNO, ASML en ASM, gesteund door STW
Röntgenstraling, ~ 10 nanometer
Nieuwe detectoren voor electronenmicroscopie
FEI en PANalytical, gesteund door NanoNextNL
Elektronen met lage energie ~ 0.1 nanometer
Nieuwe detectoren voor backscatter elektronenmicroscopie (200 eV tot 1 keV)
FEI
Meer informatie: Prof.dr.ir. Lis Nanver
[email protected]
9
integraal_nr2_2012.indd 9
4/19/12 1:54 PM
Stijve stapper evolueert tot v Zeventien jaar geleden bouwde een afstudeerder van de faculteit Werktuigbouwkunde Maritieme Techniek en Technische Materiaalkunde (3mE) de eerste Delftse looprobot. Geen lopende computer met zware motoren maar een energiezuinige zelf-regelende robot. Die zoektocht naar menselijk lopen is uitgegroeid tot het Delft Robotics Laboratory waar vijftien onderzoekers werken aan biologisch geïnspireerde robots. Nieuwe inzichten moeten een bijdrage leveren aan de behandeling van mensen met loopproblemen. Terwijl de eerste robot Baps een paar stapjes kon maken, moet de nieuwste robot Tulip een partijtje kunnen voetballen. Deze infographic zet de evolutie van vier promotielooprobots op een rij. www.dbl.tudelft.nl scharnier motor
BAPS 80 cm hoog 3,35 kg
Gekoppelde eigenfrequenties Uitgangspunt was om een lichte, energiezuinige tweebenige looprobot te maken. Stabiliteit moest vanzelf ontstaan door de drie natuurlijke slingerbewegingen van zwaaibeen , romp en zijwaartse beweging op elkaar af te stemmen.
Passief-dynamisch lopen Uitgangspunt was om een robot te maken die passief, dus zonder regelsysteem, een natuurlijke stabiele loopbeweging uitvoert. Kleine verstoringen moeten vanzelf uitdempen.
Armen De twee armen hebben geen functie bij het lopen. Maar het oogt wel natuurlijker.
Leeghoofd De robot kan lopen zonder nadenken: er is geen meeten regelsysteem.
Vl Fla de he lo ho
DENISE
McKibbenspieren
1,5 m hoog 8 kg
beengyroscoop
en Enkelgewricht Enkelgewrichten (zonder motor) zorgen dat de robot minder snel omvalt. Door de scheve draaias van de enkel draait de robot opzij en loopt in een scheve koers verder.
Aansturing Op de romp is ruimte voor pneumatiek en electronica (o.a. batterij, versterkers en controller).
Stijf been De benen hebben geen kniegewrichten.
Ro De be va zij ge ee m de m he m re
gekantelde as
Pneumatisch spieren De robot wordt aangedreven met zes pneumatische kunstspieren. De spieren bestaan uit rubberen ballonnen in plastic kousjes. Bij een druktoename trekt de spier samen: de kous kan niet verlengen, wel in diameter vergroten. Een eenvoudige controller activeert de heupspier van het zwaaibeen gebaseerd op het signaal van een gyroscoop. De heupspier trekt samen en slingert het been naar voren. Tegelijkertijd verlengt een andere spier het standbeen zodat het zwaaibeen zijn zwaai kan maken (anders raakt de voet de grond).
Kniescharnieren Kniegewrichten moeten de loopbeweging menselijker maken (the knees = de nise). Het kniegewricht heeft geen motor en kost dus geen energie. Wel zit er een slimme vergrendeling in. Zodra de linkervoet de grond raakt geeft een schakelaar onder de voet een signaal aan de rechterknie om te ontgrendelen. Tegelijk zorgt de heupspier dat het rechterbeen naar voren zwaait. Doordat de voet door zijn massatraagheid achterblijft, buigt de knie tijdens de zwaai . Aan het einde van de zwaai wordt het rechterbeen weer recht waardoor de knie vergrendelt. Dit stijve been wordt nu standbeen en de beweging herhaalt zich.
El Om vo tig m de ve in va kr
Resultaat
Resultaat
Re
RIC HARD VAN DER LINDE, PR OMOTIE 2 0 0 1
De loopbeweging leidt niet automatisch tot zijwaartse stabiliteit. De robot zet maximaal elf passen en valt dan om.
MAR T I J N W I S S E, P R O M OT I E 2 0 0 4
Denise loopt twintig stappen voordat ze valt. Ze loopt niet uit stilstand weg maar moet in de juiste loopcadans worden gebracht
10
integraal_nr2_2012.indd 10
4/19/12 1:54 PM
Fla 8m
Ballistisch lopen
ot voetbalvedette
m.
De meest eenvoudige tweebenige robot, een heup met stijve benen, loopt vanzelf een helling af. De robot staat steeds op één been (het standbeen) terwijl de romp naar voren valt. Tegelijkertijd zwaait het andere been (zwaaibeen) naar voren (mensen buigen dan hun knie), de voet komt neer op de grond en neemt de functie van het standbeen over. De natuurlijke slingerbeweging van de benen maakt lopen zeer energiezuinig. Deze ballistische aanpak van het Delftse robotlab is heel anders dan die van de Japanse Asimo waarbij elke beweging wordt aangestuurd en gestopt met zware motoren die veel energie verbruiken.
Convergentie naar stabiel lopen Uitgangspunt was om verstoringen te meten (met evenwichtssensoren in de romp) zodat de loopbeweging zich automatisch kan herstellen. Om dit mogelijk te maken krijgt de robot motoren in enkels en knieën. Bij een verstoring verplaatst de robot zijn voeten zijwaarts om stabiel overeind te blijven.
WK RoboCup Doel is een robot die kan meedoen aan het wereldkampioenschap voetbal voor robots in 2013.
Vlamhoofd Flame heeft de vlam uit het TU Delftlogo als hoofd.
FLAME
TULIP
1,3 m hoog 15 kg
1,3 m hoog 19 kg kniemotor
enkelmotor
n
e
h.
d
Rompmotor De zijwaartse bewegingen van de benen zijn met elkaar gekoppeld via een spindelmotor. Met deze enkele motor blijft het lijf automatisch rechtop.
kniegewricht
Elektrische elastische motoren Om soepel te lopen moet het koppel dat de gewrichten aandrijft voortdurend regelbaar zijn. Met pneumatische spieren is dit lastig uitvoerbaar. Flame is daarom uitgerust met zeven elektrische motoren. Elke motoras is via een kabel en twee veren verbonden met een gewricht. Op de motor en het gewricht zijn hoekverdraaiingsmeters geplaatst. Door het verschil in hoekverdraaiing te meten (3000 metingen per omwenteling) is de verlenging van de veer (en dus kracht op het gewricht) bekend. Hierdoor is krachtsturing, een voorwaarde voor soepel lopen, mogelijk.
Optimale plek om je voet te plaatsen Als een robot op één been staat en omvalt kan hij zijn evenwicht herstellen door zijn andere voet op de grond te zetten. In dit onderzoek is de optimale plaats berekend waar de robot zijn voet moet neerzetten (= capture point theorie). Om mogelijk te maken dat de robot zijn voet overal kan plaatsen krijgt elk been volledige bewegingsvrijheid (zes vrijheidsgraden). Hiervoor zijn twee extra motoren per been nodig.
Resultaat
Resultaat
DAAN HOBBELEN, PR O MOTIE 2 0 0 8
Flame loopt dertig stappen rechtuit en stapt over bobbels van 8 mm. Bij een duwtje verliest Flame haar evenwicht en valt om.
Romp De romp is gevuld met elektronica, batterijen en een regelcomputer.
TOMAS D E B O E R , P R O M OT I E 2 0 1 2
Tulip kan balanceren op een wiebelend plankje en blijft staan bij een duwtje (te zien op youtube). Stabiel lopen vergt nog nader onderzoek.
11
integraal_nr2_2012.indd 11
4/19/12 1:54 PM
Wetenschap
Nooit meer achter de muziek aanlopen De TU draait aardig mee in de chipwereld. Dat is wel eens anders geweest. “Voordat Dimes bestond, was het allemaal tweede garnituur wat de TU leverde”, vertelt Jan Davidse, een van de oprichters van het instituut. Tomas van Dijk
Foto: Sam Rentmeester
Een revolutie in de elektronica, zo kun je de ontdekking van de transistor wel noemen. “Halverwege de jaren zestig draaide alles in de wereld van de elektrotechniek om de transistor”, vertelt oud-hoogleraar Jan Davidse. Davidse kon zijn ogen dan ook niet geloven toen hij in Delft kwam werken.
Emeritus hoogleraar prof.dr.ir. Jan Davidse: “Hier lag een kans om het onderwijs in één forse inspanning volledig eigentijds te maken.”
“In Delft was de transistortechniek nog niet veel meer dan een soort aanhangsel in de collegehandleiding. Men was hier verschrikkelijk ver achter geraakt. Het was tweede garnituur.” Davidse werkte bij Philips aan de kleurentelevisie toen hij in 1964 een baan als hoogleraar kreeg aangeboden bij de afdeling elektrotechniek. Hij geldt als een van de geestelijk vaders van Dimes (Delfts Instituut voor MicroElektronica en Submicrontechniek), samen met emeritus hoogleraar elektronische instrumentatie Simon Middelhoek. Als hij had geweten hoeveel gedoe het zou zijn om het instituut op te zetten, was hij er nooit aan begonnen, zegt Davidse nu. “Er is zoveel energie en ergernis in gaan zitten. Als ik dat in 1975 had geweten, had ik gezegd, ‘jongens we gaan het anders doen’. De twee dertigers waren naar eigen zeggen “naïef ” en zagen hun kans schoon om iets groots op te zetten toen eind jaren zestig de ic-technologie opkwam. “Het was het begin van een heel nieuwe era”, glundert Davidse. “De ic-technologie kwam op. Schakelingen moesten op een radicaal nieuwe manier ontworpen worden. Hier lag een kans om het onderwijs in één forse inspanning volledig eigentijds te maken.” Collegestof alleen maar baseren op wetenschappelijke literatuur zagen de twee professoren niet zitten. “Dat is net als
droogzwemmen; je zou de kwaliteit van een ontworpen structuur nooit kunnen controleren en je zou nooit verder komen dan achter de muziek aanlopen.”
Ic-atelier
De hoogleraren wilden een echt laboratorium. En dat kregen ze in 1976. In het zogenaamde ic-atelier – de voorloper van Dimes – konden studenten zien hoe chips gemaakt werden, en ze konden er wat sleutelen aan transitoren en diodes. Ook werd in dit atelier al een beetje wetenschappelijk onderzoek gedaan. “We hadden voor dit atelier een hele verdieping gekregen – de vierde verdieping - in het faculteitsgebouw, dat toen nog maar net was neergezet. Het was een beetje een ongelukkige plek omdat we voor de verwerking van het silicium gebruik maakten van giftige gassen, waaronder arsenicum en fosfor. Die gassen moesten omhoog, via het dak naar buiten. Van de vierde naar de drieëntwintigste verdieping, dat is toch een eindje. Er is een schoorsteen gemaakt door alle verdiepingen heen”, lacht de chipexpert. Philips was de Delftenaren toen goed gezind; het was gebaat bij goed onderwijs. Enkele technici van Philips kwamen bij het ic-atelier werken. “Een van de deskundigen was Linus Smit. Hem moet je echt noemen. Hij kende alle foefjes. We konden hierdoor al heel snel werkende chips maken, dingen waar we mee
12
integraal_nr2_2012.indd 12
4/19/12 1:54 PM
Standvastig
In de wandelgangen bij Dimes gaat het verhaal dat vooral prof.dr.ir. Simon Middelhoek met zijn standvastigheid en directheid het bloed bij de andere gedelegeerden van onder de nagels vandaan haalde. “Ja, dat verhaal klopt wel”, lacht Middelhoek die via de telefoon ook kort zijn versie van de geschiedenis geeft. “Ik was er zelf niet bij, maar premier Lubbers zou op een gegeven moment met zijn vuist op tafel hebben geslagen en hebben gezegd dat het nu eens afgelopen moest zijn met het gezeur.” “Ik vind het absurd hoor”, vervolgt Middelhoek. ”Nederland had een grote icindustrie in het zuiden van het land. Er was behoefte aan goed opgeleide elektrotechnici. Dan ligt het toch voor de hand dat je zo’n lab maakt. Wij hadden een goed plan. Maar er gebeurde niets. Misschien waren we naïef.”
Foto: Nout Steenkamp
voor de dag konden komen.” De chiptechnologie denderde voort. “Het explodeerde”, zegt Davidse. “Dat had niemand voorzien. We wilden het als snel hogerop zoeken en lieten ons oog vallen op de grote hallen van power engineering. Daar werd helemaal geen onderzoek meer gedaan. Die hallen waren een relict uit de vroegere periode toen de afdeling elektrotechniek nog vooral grote elektrische machines en generatoren moest maken voor werktuigbouwkunde”, memoreert Davidse, die eind jaren negentig - na zijn pensionering - een lijvig boek schreef over de geschiedenis van de Delftse opleiding elektrotechniek. In 1981 kwam het tweetal met het voorstel om het ic-atelier uit te breiden tot een Nationaal Atelier voor geïntegreerde Schakelingen en Sensoren (Nass). “Het voorstel omvatte uiteraard een begrotingsparagraaf die er niet om loog, en daarnaast een suggestie om op termijn de eigenlijk ongeschikte vierde verdieping van de hoogbouw te verlaten en te verruilen voor de ruimten in de laagbouw.” Het Nass-voorstel, ondanks de naam toch helemaal Delfts, viel niet in goede aarde bij de beide zusterinstellingen, de hogescholen in Eindhoven en Twente. Ook daar wilde men faciliteiten. De Delftse groep kwam daarom met een aangepast concept: Dass. Dass maakte weer onderdeel uit van Nithoss (Nederlandse Inter-TH Organisatie voor geïntegreerde Schakelingen en Sensoren). “En toen kwam er een heel circus op gang”, zegt Davidse. “De indiening van het Nithoss-plan leidde tot oeverloze vergaderingen met een groot aantal partijen. Als belangrijkste de drie TH’s, de Stichting FOM, en de ministeries van Onderwijs en Wetenschappen en van Economische Zaken.”
Dimes in de begintijd, eind jaren tachtig.
Ook Philips had zijn woordje in de besluitvorming. “Philips zat ons verschrikkelijk dwars”, vertelt Davidse. “Wij wilden ook onderzoek doen en zij zeiden dat dat een pretentie was die we toch niet waar konden maken. Hun reactie was wel begrijpelijk gezien de bedroevende onderzoekreputatie die we tot dan toe hadden opgebouwd.” Toch kregen de Delftenaren het tij mee. Philips begon niet veel later met een enorme inspanning om de Japanse technologiebedrijven in te halen. Davidse: “Er kwam geld van de overheid en het microelektronicastrijdplan werd gesmeed. Wij konden toen een vuist maken.” “Het feit dat we er al zo lang mee bezig waren,
‘We konden hierdoor
al heel snel dingen maken waar we
mee voor de dag konden komen’
heeft ons geen windeieren gelegd. Wij kregen verreweg het meeste geld, veel meer dan Twente en Eindhoven. In 1986 kreeg Delft een directe overheidsbijdrage van 33 miljoen gulden, door de instelling aan te vullen met 24 miljoen gulden.” “Eerst hadden we als naam Dime bedacht, zoals het Amerikaanse dubbeltje. Maar het werd Dimes, met de S van submicron aan het eind, omdat het submicroncentrum van Technische Natuurkunde ook moest participeren. Daarmee ontstond een instituut met een zeer brede researchscope. Veel synergie was er niet. Het is, grosso modo,
gebleven bij peaceful coexistence.” De chiponderzoekers binnen Dimes blonken volgens Davidse vooral uit in het ontwerpen en fabriceren van low power electronics. Dat was heel belangrijk voor bijvoorbeeld gehoorapparaatjes en pacemakers. “We zagen dat bestaande apparaten van gerenommeerde bedrijven eigenlijk stom in elkaar zaten. Door transistors anders te stappelen en allerlei andere trucjes te verzinnen om zo min mogelijk energie verloren te laten gaan, konden apparaatjes gemaakt worden die veel meer sophisticated waren. We waren daar echt goed in aan het eind van de rit.” De relatie met Philips verbeterde, althans volgens Davidse. “We hebben veel projecten samen met Philips gedaan. Toen we met Dimes begonnen, was er geen sprake van dat Philips geld in ons zou investeren.” Middelhoek vindt dat Philips altijd ‘met dedain’ op de TU Delft is blijven neerkijken. Wat verwachten de emeritus hoogleraren dat er gaat gebeuren nu de directe financiering vanuit de TU stapsgewijs wordt teruggebracht (zie het artikel ‘Dimes moet commercieel’ op pagina 20). Davidse merkt op dat Dimes er altijd goed in is geslaagd om geld uit de tweede geldstroom (NWO-geld) binnen te halen. “Maar”, zegt hij dan, “zulke vragen moet je eigenlijk niet stellen aan iemand van over de tachtig. Dat is iets van de huidige generatie.” Middelhoek windt er geen doekjes om: “Dat wordt dansen naar de pijpen van de industrie.” Davidse: “Vroeger was op de locatie van Dimes een grote mechanische werkplaats waar je met je tekeningen naartoe ging waarna er onderdelen voor je gemaakt werden. Ik zou het jammer vinden als Dimes zo’n fabriek werd.”
13
integraal_nr2_2012.indd 13
4/19/12 1:54 PM
Foto: Sam Rentmeester integraal_nr2_2012.indd 14
4/19/12 1:54 PM
Uitgelicht
Een middeleeuwse ‘gebedsnoot’ is zes eeuwen later herboren als 3D-print naar de gegevens van een supergedetailleerde CT-scan. De noot, zo groot als een kastanje, is in het bezit van het Rijksmuseum in Amsterdam, dat meer van het voorwerp wilde weten. Daartoe werd een hoge resolutie tomografie gemaakt met synchrotronstraling, in de Europese faciliteit voor synchrotronstraling in Grenoble. Zo was te zien dat het hele tafereel in de binnenkant van de noot uit één stuk hout vervaardigd was, wat bewondering afdwingt voor het vakmanschap. Het Rijksmuseum wil nu gebruikmaken van de 3D-dataset om een vergrote versie te laten vervaardigen voor de tentoonstelling. Kunsthistoricus en chemicus prof.dr. Joris Dik (3mE) liet alvast een uitvergrote 3D-print van de geornamenteerde buitenkant maken. Helemaal tevreden is hij nog niet, want de ruwe print moet nog met de hand bijgewerkt worden. Uiteindelijk zal de uitvergrote versie tentoongesteld worden naast het vroeg-vijftiende-eeuwse origineel.
integraal_nr2_2012.indd 15
4/19/12 1:54 PM
Interview
Durf je eigen
‘
keuzes te maken’ Cabaretier Youp van ’t Hek is op dit moment cultural professor aan de TU Delft. Samen met twintig studenten wil hij ‘iets’ bouwen dat de kijker buiten zinnen brengt. Mocht het ter sprake komen, levenslessen kan hij zijn studenten best meegeven: “Durf je eigen keuzes te maken, tegen je ouders in. Die moet je als kind een beetje opvoeden.” Saskia Bonger
Afgezakte spijkerbroek, warrig haar, los openhangende jas en in de hand een plastic tasje met een paar pakken melk. “Ik dacht: misschien lust je wel melk in je koffie”, zegt cabaretier Youp van ’t Hek als hij zijn Amsterdamse herenhuis van het slot haalt en naar binnen gaat na een snel bezoekje aan de buurtsuper. In zijn woonkeuken met uitzicht op een wit bevroren park ligt een beer van de stichting Kika op tafel. Voor zijn kleinzoon van twee. “Die had het lef om in Amerika te gaan wonen”, vertelt Van ‘t Hek, terwijl hij de melk klopt en de Nespresso-machine laat lopen. Hij was twee jaar geleden al gevraagd om cultural professor te worden aan de TU Delft, vertelt hij. “Toen had ik geen tijd. Nu ben ik, zoals altijd, bezig met schrijven aan een nieuwe voorstelling. Hartstikke leuk om dit erbij te doen.”
Om mee te doen aan uw masterclass moesten studenten ‘een onmogelijk idee, een op hol geslagen fantasie, een toekomstdroom of iets wat je altijd al hebt willen maken maar niet kunt’ beschrijven in driehonderd woorden. Wat schreven ze zoal? “Die studenten hebben zeker fantasie, maar wat ze schreven is heel anders dan ik had gedacht. Wat dat was, houd ik voor me. Als ik een voorbeeld geef, trek ik er eentje naar voren en dat wil ik niet.” Het thema van uw masterclass is ‘Los van alles!’. U wilt het onmogelijke mogelijk maken, ‘iets tastbaars’ bouwen, los van beperkingen. Iets dat de kijker buiten zinnen brengt. Wat moet ik me daarbij voorstellen? “Dat deel ik alleen met de studenten. Ik heb er zeker een beeld bij, maar misschien komen de studenten met iets veel beters. Zij weten
Cultural professor Het traditionele gastschrijverschap is sinds vorig jaar uitgebreid met andere disciplines. De gastdocent gaat voortaan twee maanden door het leven als cultural professor. Behalve schrijvers worden nu ook kunstenaars, componisten, filmmakers en fotografen uitgenodigd. Fotograaf Vincent Mentzel was vorig jaar de eerste cultural professor. Cabaretier Youp van ’t Hek hield op 8 maart zijn intreerede als cultural professor. Vijftig studenten meldden zich aan voor zijn masterclass. Slechts twintig van hen kwamen door de selectie. Op 10 en 11 maart zijn zij samen met Van ’t Hek in Barcelona geweest. Het voornaamste doel was een bezoek aan het Dalí Theater-Museum in Figueras, op anderhalf uur treinen van Barcelona. De studenten krijgen zeven colleges van Van ’t Hek. Die houdt op 11 mei zijn uittreerede en presenteert dan de resultaten van de masterclass.
wat technisch mogelijk is. Ik vind het prima als ze zeggen: ‘zo kan het niet, maar zo wel’.” Ik las op internet dat het een decor wordt. “Ik zeg er niks over. Behalve dan dat het ergens kan staan waar iedereen het kan zien. Op de campus? Ja bijvoorbeeld, het is van de TU. Misschien mislukt het wel, dat we niks kunnen laten zien bij mijn uittreerede begin mei. Dan ligt het waarschijnlijk aan mij. Ja, of aan de studenten. Maar ik denk dat we iets heel moois kunnen maken. Alles is mogelijk: bouwen, schrijven, dichten, filmen.” Cabaret? “Ja, waarom niet? Of er iemand bij zit die dat wil, weet ik niet. Ik ken de studenten nog niet. Ik heb alleen hun brieven gelezen. Samen met de rector en nog drie anderen heb ik twintig studenten uitgekozen. Moeilijk vind ik dat, mensen afwijzen.” U hebt zelf niet gestudeerd, kwam nooit verder dan de mavo en dat met vele omwegen. Kunt u zich inleven in studenten? “Dat denk ik wel. Toen ik achttien was, ben ik op kamers gaan wonen. Al mijn vrienden studeerden. Ik leefde zoals zij leefden. Alleen maakte ik geen tentamens, maar cabaretvoorstellingen.” U stond er in Groningen om bekend dat u na de voorstelling naar studentendiscotheek De Blauwe Engel ging. Doet u dat nog wel eens? “Dat was leuk. Dan belandde ik uiteindelijk op de bar bij Albertus (zustervereniging van Virgiel, red.). Ik doe dat jammer genoeg niet meer. De lol is eraf door Youtube en
16
integraal_nr2_2012.indd 16
4/19/12 1:54 PM
Foto’s: Sam Rentmeester
’
‘Ik denk dat er door sms en
e-mail veel meer ruzies ontstaan, doordat mensen zo snel op elkaar reageren’
17
integraal_nr2_2012.indd 17
4/19/12 1:54 PM
Interview Facebook. Toen was het leuk als je er toevallig bij was. Dat had je dan meegemaakt. Nu kijken driehonderdduizend mensen het terug op internet.” Eén van onze lezers wilde weten: welke uitvinding had u zelf willen doen? “Zoveel. De paperclip. Dat vind ik mooi: die man die aan dat ijzerdraadje heeft zitten draaien: prachtig. Of het wiel. Maar de grootste verandering van de laatste jaren heeft de computer gebracht, denk ik. Zelf ben ik totaal niet technisch. Ja, ik kan een fietsband plakken en een plankje ophangen. Maar als ik mijn computer wil aanzetten en hij doet het niet, dan bel ik meteen iemand om hem te komen maken. Mijn vader zou deze maand honderd zijn geworden. God hebbe zijn ziel, als God bestaat. Wat hij allemaal heeft zien veranderen in de samenleving, ongelooflijk. De wereld is totaal veranderd.” Veranderd ten goede of ten slechte? “Beide. Als je nu verhuist, klap je je laptop open en kun je verder met je leven. Alles wordt zoveel sneller van computers en mobiele telefoons, terwijl langzaam soms juist mooi is. Vroeger als je verliefd was, schreef je een brief. Die stopte je in een envelop. Je schreef de naam erop en plakte
er een postzegel naast. Dan ging je naar de brievenbus, waar je besliste om hem toch maar niet te posten. Nu is dat sms’je allang verstuurd. Ik denk dat er door sms en e-mail veel meer ruzies ontstaan, doordat mensen zo snel op elkaar reageren.” U zet zich in uw shows af tegen het burgerlijk bestaan, tegen sleur en het verliezen van jeugdidealen. Gaat u uw studenten daarvoor waarschuwen? “Studenten zijn vaak heel burgerlijk. Vooral als ze lid zijn van een studentenvereniging, met die stokoude tradities. Alles is van tevoren bedacht, eerder gedaan. Zonen doen wat hun vaders deden. En die vinden het natuurlijk geweldig dat hun zoon nu ook in zo’n gekke broek loopt. Daarom vind ik studenten die geen lid zijn vaak leuker. Wees origineel. Na je studie rondtrekken door Australië. Waarom doen mensen allemaal hetzelfde?” Hoe kijkt u naar mensen die aan uw schrikbeeld voldoen? “Ik vind mensen grappig, juist omdat ze zo voorspelbaar zijn. Ik ga ’s avonds bijna nooit meer naar de kroeg. Omdat er dan altijd iemand op me af komt die tegen me aan gaat praten. En altijd, altijd, is het oninteressant.
Wie is Youp van ’t Hek Als Joep van ’t Hek (Naarden, 1954) van de lagere school komt, weet hij wat hij worden wil: priester. Hij vertrekt naar het seminarie, maar maakt het eerste jaar niet af. Daarna doet hij negen jaar over de mavo, op verschillende scholen. Op school gaat hij bij het cabaret. In 1973 verandert Joep zijn naam in Youp, nadat een vriendin de ‘P’ schrijft op zijn shirt met de tekst: ‘We help you’. Sinds die tijd maakt Van ’t Hek theaterprogramma’s. Zijn doorbraak komt in 1983 als hij optreedt in het tv-programma De Alles is Anders-show. In december 2011 maakt Van ’t Hek voor de zevende keer de oudejaarsconference. Hij schrijft columns voor NRC Handelsblad en de Vara Gids en brengt vele boekjes uit. Youp van ’t Hek is getrouwd, heeft drie kinderen en één kleinkind.
Of kijk naar het Gooi, waar ik vandaan kom. Al die mannen gaan golfen. Omdat golfen zo leuk is? Ik denk het niet. Ze doen het omdat iedereen het doet. Omdat ze dan niet echt met elkaar hoeven te praten, omdat het goed is voor zakenrelaties. Of al die mensen die een baby krijgen en een bakfiets kopen. Of begrafenissen. Ik zie telkens weer hetzelfde. Waarom nooit eens een verhaal over waarom diegene zo leuk was, met goeie anekdotes? Mensen blijven hangen in clichés, dat is veilig.” Kunt u ze veranderen met uw optredens? “Mijn preek duurt maar twee uur. Mensen lachen en gaan weer naar huis. Ik hoop natuurlijk wel dat er iets blijft hangen. Een psycholoog zei laatst tegen me dat ik Nederland meer heb veranderd dan ik denk. Dat er mensen zijn die eerder stoppen met die drukke baan, om met pensioen te gaan en te gaan reizen. Ik weet niet of het waar is, het is maar de mening van één iemand.” U hebt altijd uw eigen plan getrokken? “Ja. Dat vinden mensen niet altijd leuk. Dat ik niet naar dat feestje ga, omdat ik er niks aan vind. Dat ik met de kerst niet verplicht bij mijn schoonfamilie ga zitten. Ik snap niet dat mensen dat ieder jaar weer doen. ‘Anders kwets ik mijn schoonouders’, zeggen ze dan. Durf je eigen keuzes te maken, tegen je ouders in. Die moet je als kind ook een beetje opvoeden. Mijn kinderen hoeven voor mij echt niet verplicht langs te komen. Misschien dat ze daarom zo vaak binnen komen lopen. Mijn ouders hebben mij nooit iets opgelegd en ik heb mijn kinderen ook nooit verteld hoe ze het moesten doen. Als ze maar gelukkig worden. Dat is al moeilijk genoeg. Om je relatie leuk te houden als je het druk hebt met werk en kinderen. Dan helpt het om te doen wat je echt wilt. Durf je eigen keuzes te maken.” U hebt gemakkelijk praten. U hebt een talent en het geld om uw vrijheid te kopen. “De eerste tien jaar verdiende ik heel weinig, hoor. Het is me nooit om geld te doen geweest. Daarom is het een succes geworden, denk ik. Privé ben ik vaak genoeg mislukt. Veel mensen durven het niet aan, dat mislukken. Ze blijven daar waar het veilig is. Miljoenen kijken iedere vrijdagavond naar The Voice of Holland en zoeken daarvoor een excuus: ze kijken met de kinderen mee, zeggen ze dan. Dat programma, ik heb er een klein stukje van gezien en veel over gelezen in de krant. Het is zo voorgeproduceerd. En dat sms’jes uit mensen trekken, nee.” Dit interview verscheen eerder in Delta.
18
integraal_nr2_2012.indd 18
4/19/12 1:54 PM
Column
Retorica
Foto: Sam Rentmeester
Bijna wekelijks ben ik wel ergens in Nederland in een buurthuis of zalencentrum te vinden. Daar worden ze namelijk gehouden, de inspraak- en informatieavonden. Het is hier dat de hoeders van het algemeen belang en degene wiens belang zij hoeden, elkaar treffen. Steeds vaker staan overheid en burgers daarbij tegenover elkaar. Dat kan over een windpark zijn, intensiever spoorgebruik, opslag van gas of juist de winning ervan. Altijd speelt technologie een belangrijke rol. Tot ver in de vorige eeuw werd technologie vooral als oplossing gezien, als brenger van voorspoed. Nu is het steeds vaker een probleem, een bedreiging voor ons welzijn. Had diezelfde wind honderd jaar geleden gewaaid, dan was er nu weinig te verdedigen geweest.
Ir. Remco de Boer is communicatiespecialist techniek & wetenschap
Dan waren we door het ontbreken van snel- en spoorwegen nu geen welvarend distributieland. Slochteren zou bij gebrek aan lokaal draagvlak nooit zijn geëxploiteerd. Wie het tegenwoordig waagt de status quo te veranderen, wordt gewantrouwd. Dat geldt zeker voor ingenieurs. Zij zijn de verpersoonlijking van het gevaar. Ruimte voor nuance is er niet. Je bent voor of tegen. Kennis doet er nauwelijks toe. En laat de ingenieur nu juist dááraan zijn autoriteit ontlenen. En dus heeft die een probleem. Het wordt letterlijk tegen ze gezegd, tijdens die bijeenkomsten. “Dat kunt u nu allemaal wel beweren, maar wie zegt ons dat het waar is?” Deskundigheid is relatief geworden. Grote hoeveelheden informatie zijn maar een paar muisklikken weg. Iedereen kan er zijn eigen werkelijkheid mee creëren. Kennis is zelfs geen voorwaarde meer om een belangrijke rol in de besluitvorming te spelen. In het verzet tegen de Blankenburgtunnel nam een gepensioneerde ingenieur het met een geboorde variant op tegen Rijkswaterstaat. Verstand van tunnels had hij niet; daarvoor zorgde achter de schermen een Nederlands bouwbedrijf. Lobbyisten van de anti-
tunnelbeweging brachten hem tot in het hart van het Haagse besluitvormingsproces. Daar werd maandenlang zand in de motor gestrooid. Twijfel zaaien is namelijk een van de succesvolste tactieken in de ‘tegen’-strijd. De tijd dat ingenieurs zich konden beperken tot alleen de inhoud is definitief voorbij. Het natuurlijke gezag dat ooit automatisch met de bul kwam, is verdampt. Het maatschappelijk debat weegt steeds zwaarder in de besluitvorming. Feiten moeten het daarin opnemen tegen halve waarheden en hele verzinsels. Wil de ingenieur in dat debat een rol van betekenis blijven spelen, dan moet hij overtuigende antwoorden hebben – letterlijk. Net als de oude Grieken en Romeinen moet de moderne vernufteling zich in de retorica bekwamen. Alleen dan maakt hij nog kans. Ethos, logos, pathos. Het Forum Romanum is nu een zaaltje in Bathmen, Pieterburen of Scheemda. Alleen wie kennis heeft en ook in die arena weet te overtuigen, zal in staat zijn om technologie te ontwikkelen én ook toegepast te krijgen.
Foto: Sam Rentmeester
Werk in uitvoering
Van Laboratorium voor Algemene en Analytische Chemie tot kraakpand met hiphopstudio. Van opnameset voor de film Zwartboek tot modern studentencomplex met monumentale hal. Het nieuwe studentenonderkomen aan het De Vries van Heijstplantsoen (ingang Michiel de Ruyterweg) is nog geen maand klaar maar kent al een rijke historie.
19
integraal_nr2_2012.indd 19
4/19/12 1:54 PM
Wetenschap
Dimes
moet commercieel Uit bezuinigingsoverwegingen heeft het college van bestuur besloten de vaste financiering van Dimes Technology Centre af te bouwen van vier miljoen euro per jaar naar nul in vijf jaar tijd. EWI-decaan prof.dr.ir. Rob Fastenau legt uit hoe Dimes nu zelf geld moet gaan verdienen met onderzoek en productiewerk voor derden. “Het is duidelijk dat we niet anders kunnen.”
Foto’s: Sam rentmeester
Jos Wassink
Onderzoek doen in de cleanroom van Dimes gaat geld kosten.
Hoeveel inkomsten verwacht u? “Ik weet niet precies de bedragen. Maar stel dat een professor een promovendus heeft die heel veel tijd in de cleanroom besteedt, dan moet hij daar een fee voor betalen van ongeveer vijftigduizend euro per jaar. Dat maakt de promovendus grofweg twee keer duurder dan nu. We gaan ervan uit dat de hoogleraar dat bedrag door kan leggen naar de financier van het onderzoek.” Dus een hoogleraar moet zien dat hij nog meer fondsen binnenhaalt voor zijn onderzoek? “Dat hij in redelijkheid gefinancierd krijgt
wat we aan onderzoek doen. We zitten nu in de fase dat we daar aan moeten wennen, en dat is best een lastig proces. Een aantal hoogleraren vindt het een hoog bedrag, en het maakt hun leven natuurlijk lastiger.” Dat wat betreft het onderzoek dat er niet makkelijker op wordt. Bedrijven willen vaak technologie die hier ontwikkeld is ook binnen Dimes produceren, althans een eerste serie. Is Dimes daarvoor in? “Ja, we zijn ons zelf aan het voorbereiden om dit soort opdrachten te aanvaarden. Dat heeft te maken met logistiek en het
20
integraal_nr2_2012.indd 20
4/19/12 1:54 PM
stabiliseren van processen. Maar ook met de aanwezige mensen en competenties en of we waar kunnen maken wat we beloven. Dat vereist een andere structuur dan we nodig hebben om onderzoeksopdrachten te aanvaarden.” Want? “Onderzoeksopdrachten zijn op basis van ‘best effort’, dat je je best gaat doen om iets te ontdekken, maar dat kan ook mislukken. Bij een productieopdracht moet je binnen bepaalde tijd een afgesproken aantal afleveren. Dat vereist een heel andere organisatie. Er is niet alleen een technisch risico, maar ook organisatorisch.” En misschien zelfs een financieel risico bij contracten met boeteclausules? “Nee, dat accepteren we nooit. Maar je moet iets doen met die klant om het risico draagbaar te maken. Zoals proberen een redelijke voorraadbuffer te maken. Mocht er een kink in de kabel komen doordat er een medewerker ziek is geworden of een apparaat stuk is gegaan dan kun je daarop terugvallen.”
‘Een onderzoeker moet een technicus in de buurt hebben om bepaalde taken over te nemen’
Het is ook een keer aardig fout gegaan. Want ASML wilde detectors bij Dimes laten maken, maar is uiteindelijk uitgeweken naar Imec in Leuven. Wat was daar de oorzaak van? “ASML schatte in dat we niet betrouwbaar konden leveren. Het gaat over hun machines met een kostprijs van tientallen miljoenen euro’s. Dat maakt het heel zuur als je een bepaalde component niet op tijd geleverd kunt krijgen. Ze zijn daarom erg beducht op risico’s in het levertraject.” Nu wordt wel eens het ‘foundry-model’ geopperd waarbij ingehuurde derden gaan produceren met de faciliteiten van Dimes. Is dat iets dat u ook voorstaat? “Ja, dat kan. Wij ambiëren om met de faciliteiten die we hebben zelf dit soort opdrachten aan te kunnen. Maar het is ook zeer wel mogelijk dat we met andere partijen werken, dat kunnen spin-outs zijn van de universiteit, die er hun business van maken om met onze faciliteiten, tegen betaling uiteraard, een productieopdracht voor hun rekening te nemen.”
Kun je dan voorkomen dat productie onderzoek in de weg gaat lopen? “Dat móet je voorkomen, want het ondersteunen van onderzoek is de primaire taak van DTC (Dimes Technology Centre, red.). Waar we in elk geval voorzichtig mee moeten zijn is om onderzoekers of promovendi al te zeer in te zetten bij productietaken.” Eigenlijk moet je dat toch helemaal niet willen? “Je moet het niet willen, maar in het grijze gebied tussen het ene prototype maken als resultaat van het onderzoek en dan de tweede en de derde maken, daar moet ergens de onderzoeker verlost worden van de productiedruk. Zo’n onderzoeker moet een technicus in de buurt hebben aan die de taak van hem over kan nemen. Dat is het model dat we voorstaan.” Dat geldt ook voor de onderzoeksleider: een professor die gek gebeld wordt of de onderdelen eindelijk klaar zijn. Daarvoor zou je een soort productieleider moeten hebben. “Klopt. Dat willen we ook, maar zonder daarvoor een hele organisatie op te tuigen. De chef van het DTC met zijn team moet de verantwoordelijkheid overnemen zo gauw het om productie gaat.” Drie jaar geleden overwoog men een soortgelijke organisatie, maar daar is weinig van terecht gekomen. Waarom zou dat nu anders gaan? “Ik denk dat er nu meer overeenstemming over is. Paradoxaal genoeg heeft de mededeling van het college van bestuur (cvb) dat de financiering van Dimes afgebouwd wordt helder gemaakt dat er op andere manieren geld verdiend moet worden. Daardoor is ook helder geworden dat we dingen voor de buitenmarkt moeten doen.” Voor de duidelijkheid: jullie boeken op termijn externe opdrachten in voor twee miljoen euro. De andere helft moet binnenkomen via faciliteiten voor onderzoek? “ Ja. De noodzaak is dus helder en men beseft dat men de eigen infrastructuur langs twee assen moet financieren. Drie jaar geleden was dat veel minder duidelijk. Dat was nog voor de herijking (de term die het cvb gebruikt voor de huidige bezuinigingsmaatregelen, red). Toen was de vraag: moeten we dat wel willen? Nu is duidelijk dat we niet anders kunnen.”
Rob Fastenau: “Aan een halve kernreactor heb je ook niks.”
aangevuld worden uit andere bronnen. Als je significant achterloopt bij de trendlijn zie je al dat het niet gaat lukken. De indicatie dat we op een goede manier bezig zijn moet er eind van dit jaar zijn. Anders volgen er andere maatregelen.” Er moet dit jaar dus acht ton binnenkomen? “Ja, zo staat het ook in de begroting. Als dat niet helemaal lukt doordat dingen vertraagd zijn en de economie ook wat tegenzit, dan begrijp ik dat wel. Maar als er in plaats van acht ton nou anderhalve ton binnenkomt, dan ziet het er somberder uit.” Wat verstaat u onder ‘andere maatregelen’? “Kijk, er is een bepaalde minimale kostprijs waar je niet onder kunt. Aan een halve kernreactor heb je ook niks. Zo’n activiteit als Dimes kost enkele miljoenen. Daarvan kunnen we wel wat bezuinigen, maar niet de helft.” Dus als de inkomsten structureel achterblijven bij het plan, dan is Dimes niet te handhaven. Daar komt het op neer. “Ja.” Gaan we het vijftigjarig jubileum van Dimes nog meemaken? “Ik weet niet of ik dat haal. Ik zou het willen. (Lacht) Ik zou erbij willen zijn en ik zet me ervoor in dat het gaat gebeuren.”
Hoeveel tijd krijgt Dimes om zich te bewijzen? “De financiering loopt in vijf jaar van vier miljoen per jaar terug naar nul. Dat moet
21
integraal_nr2_2012.indd 21
4/19/12 1:54 PM
De zaak
Het juiste licht op de juiste plek op het juiste moment. Die missie volbrengt Iris Dijkstra’s Atelier Licht en Kleur (LEK)
Foto: Sam Rentmeester
in Rotterdam.
Iris Dijkstra (37) was nooit een eigen bedrijf begonnen als ze niet ‘het licht in was getrokken’. Na vergeefse sollicitaties kwam ze via haar afstudeerprof Han Brezet (Industrieel Ontwerpen) in contact met het Centrum Beeldende Kunst in Rotterdam. Een projectteam evalueerde daar de kerstverlichting en wilde eigenlijk meer doen met licht aan de Coolsingel. Daar had Dijkstra wel oren naar: haar afstudeerontwerp had een link met zowel licht als met de bekende Rotterdamse straat. Hoewel ze geen lichtexpert was, leek ze geknipt voor een lichtplan dat de Coolsingel allure moest geven á la de Champs-Élysées. Een boulevardgevoel: schaalgrootte, etalages, zichtlijnen, ritme, continuïteit, een markant eindpunt waar je naar toe rijdt. “De vraag was: waarom voelt het op de Coolsingel niet zo?”
‘Alle boulevardkenmerken waren zo ongeveer aanwezig, maar vertroebeld door reclames en
rommelig straatmeubilair’
Dijkstra maakte er ‘s avonds foto’s en merkte dat de verlichting de aandacht verlegde van de straat naar objecten. En dan vooral de bomen en lantaarnpalen. Alle boulevardkenmerken waren zo ongeveer aanwezig, maar vertroebeld door reclames, verschillende afstanden tussen lantaarnpalen en rommelig straatmeubilair. Vanwege deze stedenbouwkundige benadering vroeg Dijkstra andere industrieel ontwerpers onder wie Sjoerd van Beers, mee te denken. Uiteindelijk creëerde ze meer samenhang tussen de Erasmusbrug en het Hofplein door de openbare verlichting op één horizontale lijn te brengen en de fontein - het markante eindpunt - uit te lichten. Tevens accentueerde ze met een uitgekiende belichting het typisch Rotterdamse karakter van gebouwen als het stadhuis en het Havenmuseum. Na dit project volgden er zoveel nieuwe dat Dijkstra het te druk kreeg om nog te solliciteren. Met Sjoerd van Beers begon ze daarom op 1 januari 2005 in Rotterdam Atelier Licht en Kleur (LEK), een vennootschap onder firma. “Als je met zijn tweeën projecten doet, is het handig om één banknummer te hebben. Voor mijn gevoel hadden we pas echt een echt bedrijf toen we een plek hadden, want voorheen deden we het thuis met msn-overleg.” Die eigen zaak past bij haar. “De vrijheid van het ondernemerschap voelt heel goed.” Ze geeft les bij Bouwkunde en Industrieel Ontwerpen in het vak Light and Architecture en biedt gastcolleges en lichtworkshops. Al met al voldoende werk. Zoveel dat ze nu zelfs nieuwe medewerkers zoekt voor Atelier LEK. (CvU)
Slimme bril Stel je voor, je herstelt van de ziekte van Alzheimer - op zich al opmerkelijk – en wanneer je je weer onder de mensen begeeft, blijkt dat iedereen is ondergedompeld in een virtuele wereld, of beter gezegd een semi-virtuele wereld. De mensen lopen wel over straat, maar door contactlenzen zien zij de buitenwereld anders. Gebouwen zien er net wat mooier uit en de omgeving is een stuk groener. Dit gebeuren beschrijft de Amerikaan Vernor Vinge in zijn boek ‘Rainbows End’. Science fiction? Dr. Stephan Lukosch van de sectie systems engineering (TBM) denkt dat het die kant op gaat. “Ik sta er kritisch tegenover, maar feit is dat de technologie waar ik nu aan werk een van de stepping stones is voor zo’n wereld die Vinge beschrijft”, zegt hij. Lukosch is betrokken bij het project CSI the Hague van het Nederlands Forensisch Instituut. Een doel van dit project bestaat eruit forensisch onderzoekers beter te laten samenwerken met behulp van augmented reality. Lukosch en zijn collega’s werken aan een bril met camera’s die stereobeelden maakt van de omgeving. De bril is aangesloten op het internet waardoor mensen op afstand mee kunnen kijken met de rechercheur die ter plekke is.
‘
Brillendragers voelen zich een beetje als
een robot’
“Op de plaats delict zijn niet altijd mensen aanwezig met de juiste kennis om bijvoorbeeld DNA-sporen te zoeken, kogelbanen te reconstrueren of bloedspetters te onderzoeken”, vertelt de Delftenaar die van huis uit informaticus is. “Met deze bril kunnen experts meekijken en advies geven.” “Maar we gaan verder”, zegt Lukosch. “We werken niet alleen aan augmented reality maar ook aan mediated reality. “Dat wil zeggen dat anderen van een afstand het beeld dat de persoon met de bril op ziet, kunnen aanpassen. Als ze bijvoorbeeld niet willen dat hij op een bepaalde plek komt omdat hij daar sporen zou kunnen vernielen, kunnen ze dat gebied (virtueel) afschermen met een lint.” Uit experimenten is gebleken dat de brillendragers zich een beetje als een robot voelen. Ze krijgen commando’s als: ‘ga hier heen, ga daar heen’. “Dat is niet altijd even prettig. Zeker niet als je de mensen niet kent die over je schouder meekijken. Om de band wat persoonlijker te maken willen we de adviseurs als avatars toevoegen in het beeld.” Mensen beter samen laten werken, niet alleen in CSI-achtige setting maar op allerlei gebieden; dat is het hogere doel van Lukosch. Een beetje ironisch is het daarom wel dat zijn werk er volgens hem ook toe bij zou kunnen dragen dat mensen zich juist meer in een eigen virtuele wereld terug gaan trekken, zoals Vernor Vinge beschrijft in zijn boek. “Maar deze technologie breekt toch vroeg of laat wel door”, zegt Lukosch. “Ik vind het spannend om mee te bepalen hoe dat gebeurt.” (TvD)
Foto: Sam Rentmeester
Licht en kleur
Visie
www.atelierlek.nl
22
integraal_nr2_2012.indd 22
4/19/12 1:54 PM
Persoonlijk Drs. Dirk Jan van den Berg mag van de raad van toezicht (rvt) aan een nieuwe termijn als voorzitter van het college van bestuur beginnen. Van den Berg trad aan op 1 maart 2008. Daarvoor werkte hij bij verschillende ministeries, was hij permanent vertegenwoordiger voor Nederland bij de Verenigde Naties en ambassadeur in China.
Internationaal befaamd spoorexpert prof. dr.ing. Ingo Hansen (Civiele Techniek & Geowetenschappen) heeft afscheid genomen van de TU. Hansen werd in 1994 hoogleraar transport en planning en deed vijftien jaar onderzoek naar de veiligheid op het spoor en efficiëncy van treinverkeer.
Met haar proefschrift ‘New Product Development Portfolios: Identifying the antecedents and consequences of decisionsmaking processes’ is ir. Linda Kester de winnares van de Dewis Award. De prijs beloont de kwaliteit van proefschriften van jonge vrouwelijke onderzoekers bij de TU Delft. Kester is assistent-professor strategische marketing bij Industrieel Ontwerpen.
De nieuwe leerstoel morfodynamica bij de afdeling waterbouwkunde (CiTG) wordt bezet door dr.ir Zheng Bing Wang. Deze leerstoel richt zich op de morfodynamica van lagunes en estuaria in het algemeen en de Nederlands/Duitse Waddenzee in het bijzonder. Hij is sinds 1990 universitair hoofddocent bij waterbouwkunde en doet consultancywerk bij Deltares.
Prof.dr.ir. Ramon Hanssen is voor drie jaar benoemd tot gasthoogleraar aan de Universiteit van Wuhan in China. Hanssen is expert op het gebied van satellietradarinterferometrie en geodesie. Wuhan is een van de beste universiteiten van China op het gebied van de geodesie, en waarschijnlijk ’s werelds grootste onderwijsinstelling op dit gebied.
Dr. Peter Rem is benoemd tot hoogleraar resources en recycling (CiTG). De TU is een van de weinige universiteiten in de wereld die wetenschap en technologie op dit gebied verder ontwikkelt. Rem won eerder de ondernemersprijs van de TU voor zijn innovatieve recyclingtechnologie die uitmondde in de technostarter ReSteel.
Prof.dr. Eco Wiebe Bijker, Ph.D., M.Sc., emeritus hoogleraar kustwaterbouwkunde overleed op 27 februari op de leeftijd van 87 jaar. Wereldfaam verwierf hij met zijn bijdragen aan de kustwaterbouw. Naast zijn werk aan de TU was Bijker nauw betrokken bij het werk van de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen, de CUR en de Commissie Bodemdaling. Bijker werd meerdere malen onderscheiden.
Chemicus en kunsthistoricus prof.dr. Joris Dik (3mE) trad onlangs toe tot De Jonge Akademie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Dik staat bekend om zijn ontdekking van meesterwerken. Hij gebruikt röntgenfluorescentie om diep in oude verflagen van schilderijen te kijken. Wereldberoemd werd hij met zijn ontdekking van een vrouwenportret dat onder Van Goghs schilderij Grasgrond schuilging.
Foto: Sam Rentmeester
Dr. Alan Hanjalic (linker foto), prof.dr. Sabine Roeser en dr.ir. Ibo van de Poel zijn benoemd tot Antoni van Leeuwenhoekhoogleraar. De TU Delft heeft dit hoogleraarschap in het leven geroepen om jonge excellente wetenschappers de kans te
geven zich met weinig managementtaken te richten op hun onderzoek. Ze krijgen niet meteen een eigen afdeling. Hanjalic (faculteit Elektrotechniek, Wiskunde & Informatica) richt zich op multimedia retrieval; het slim zoeken van beeld, filmpjes
en muziek op internet. Roeser en Van de Poel waren beiden universitair hoofddocent bij de sectie filosofie aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management. Roeser is sinds 2010 is hoofd van de onderzoeksgroep ‘moral emotions and risk politics’. Daarnaast is zij sinds oktober 2010 bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Twente. Zij gaat onder meer onderzoek doen naar de discussie over kernenergie, naar aanleiding van de ramp in Fukushima. Van de Poel kreeg begin 2011 een vicibeurs van 1,5 miljoen euro voor zijn onderzoek naar de introductie van nieuwe technologieën in de samenleving.
23
integraal_nr2_2012.indd 23
4/19/12 1:54 PM
Hora Est Stellingen Problemen opwerpen is veel makkelijker dan ze pareren. Zahid Shabir, civiel ingenieur Kort maar krachtig formuleren komt voort uit een goed verstand van zaken. Herman van Dam, natuurkundig ingenieur Raadselachtige resultaten gegenereerd in onderzoekslaboratoria worden vaak opgelost tijdens rustige momenten buiten het lab. Solomon Agbo, elektrotechnisch ingenieur De ontwikkeling van de kenniseconomie is niet gebaat bij het lage aantal exact opgeleiden in het parlement. Toeno van der Sar, natuurkundig ingenieur Wetenschap en science-fiction onderscheiden zich slechts door de kwaliteit van de wetenschapper. Marios Kotsonis, lucht- en ruimtevaart ingenieur Om je eigen land beter te begrijpen, moet je eerst ergens anders wonen. Vlad-Mihai Sima, computer ingenieur
Stelling Technologische ontwikkelingen dragen nauwelijks bij aan morele ontwikkelingen. Claire Stolwijk, bedrijfskundig ingenieur
Verdediging “Een technologische ontwikkeling zoals chips in de halfgeleiderindustrie kan voor medische doeleinden worden ingezet, wat moreel verantwoord is, of ook in wapensystemen, waarbij de moraliteit minder vanzelfsprekend is. Men zegt wel dat techniek moreel neutraal is, maar dat betekent eigenlijk dat de morele ontwikkeling nog niet is doorlopen. Er is dus een extra mechanisme voor nodig om die morele ontwikkeling over technologie in gang te zetten. Dat kan zijn door over de nieuwe technologie te filosoferen of door erover te debatteren.”
Uitgesproken “Als mijn ouders dit nog zouden mogen meemaken: professor aan de TU Delft. Wat is het leven toch een gelul.” Cabaretier prof. Youp van ’t Hek over zijn gastprofessoraat, in Het Parool. “Na de oorlog in 2003 heb ik een eenvoudige en goedkope kit ontwikkeld waarmee mensen konden testen of drinkwater besmet was met bacteriën. Iraakse bestuurders zijn niet geïnteresseerd in dit soort vindingen. Ze hebben liever goederen uit het buitenland, omdat ze over de import commissies kunnen opstrijken.” De Iraakse microbioloog dr. Salah Al-Zuhairy in NRC Handelsblad. “Het gaat tegen je natuur in om te stoppen met je opleiding. Maar ik heb nog tijd genoeg om te studeren. Ik ben 14 jaar, als ik over bijvoorbeeld vijf jaar weer begin, ben ik daar nog steeds een jonkie.” Erik van den Boom in Algemeen Dagblad over het voorlopig stopzetten van zijn studie technische natuurkunde om zich te richten op een muziekcarrière. “Per jaar gooien we in Nederland zo’n 200 duizend ton papier in het riool. Voor elke kilo opgelost toiletpapier is ongeveer één kilowattuur aan energie nodig voor afbraak. Als de helft van het toiletpapier oplost, staat dat gelijk aan het jaarlijkse energieverbruik van 25 duizend huishoudens.” Hoogleraar afvalwaterzuivering prof.dr.ir. Jules van Lier vindt het in Trouw duurzamer om je billen af te spoelen met water dan om wc-papier te gebruiken.
‘De opvatting dat het arrogant is om te menen dat de mens in staat is om het globale klimaat te veranderen getuigt van valse bescheidenheid.’ Ernst Oldenhof, natuurkundig ingenieur
24
integraal_nr2_2012.indd 24
4/19/12 1:54 PM
Na Delft ‘Ik ben didactisch heel goed’
Foto: Sam Rentmeester
“Ik durf te stellen dat ik iedereen op een voldoende kan krijgen voor wiskunde of rekenen, als ze op het goede schoolniveau zitten.” Lonneke Boels zegt het soms wat onwennig, maar ze draait er niet omheen: ze is goed in haar werk: bijles geven.
Op alle niveaus, van de basisschool tot de universiteit, geeft Boels (45) bijles en examentraining rekenen en wiskunde. Ook is ze docent op een middelbare school. Ze werkt zestig tot zeventig uur in de week en heeft passie voor haar vak. Niet dat Boels meteen na haar studie elektrotechniek in 1991 voor het onderwijs koos. Eerst werkte ze tien jaar bij CE Delft, een energie- en milieubeleidsbureau. Daar gaf ze milieuadvies, een baan die goed aansloot op haar afstudeeronderwerp bij de vakgroep energievoorziening. Na tien jaar bij CE Delft was Boels het geven van milieuadvies ‘een beetje zat’. “Eigenlijk lag mijn hart bij het onderwijs.” Ze ging aan de slag op een Pabo, waar ze al gauw merkte dat het haar ontbrak aan didactische vaardigheden. Boels nam een sabbatical en ging naar de lerarenopleiding van de TU, de Tulo, om haar lesbevoegdheid te halen. Met die bevoegdheid op zak kwam ze eerst drie maanden op een basisschool terecht. Daarna werkte ze bijna vijf jaar als docent op het Alfrink College in Zoetermeer. Toen er een vacature vrijkwam bij het Christelijk Lyceum Delft (CLD) verhuisde ze, nu vijf jaar geleden, daarheen. Ze kende de school al, want
‘Mijn hart lag bij het onderwijs’ ze had er stage gelopen. Inmiddels heeft ze bijna alle leerjaren in de klas gehad. Kort nadat Boels aan de slag ging bij het CLD begon zij haar eigen bedrijf, om een deel van haar tijd zelf in de hand te hebben. “Wat ik echt niet leuk vind van het onderwijs, is dat je tien uur krijgt en wordt geacht er vijftien uur van te maken. Dat wordt gewoon tegen je gezegd en het geldt voor alle taken op school. Dat was ik zo zat.” Boels begon met bijlessen wiskunde en was daar naar eigen zeggen meteen succesvol in. “Ik begon met een leerling die een 5 stond voor wiskunde in 3vwo en die wiskunde B wilde kiezen. Daarvoor moest hij minimaal een 7 staan. Bij de eindtoets haalde hij een 7. Onder voorwaarde dat hij bijles bleef volgen, mocht hij wiskunde B doen. Uiteindelijk is hij met een 9 voor dat vak geslaagd.” De website van Boels’ bijlesbedrijfje staat vol met bedankjes van kinderen of hun ouders. Zoals deze: ‘Onze zoon Tom heeft nu 2 toetstrainingsdagen achter de rug en dat is aan zijn wiskundecijfer zeker te merken. In 4havo had hij alleen onvoldoendes, nu was zijn laatste toetscijfer voor wiskunde een 7,7.’ “Ik ben didactisch gewoon heel goed”, verklaart Boels haar succes. (SB)
Desgevraagd
Volop in de weer Singapore is ‘the place to be’ voor onderzoekers uit de hele wereld, schrijft NRC Handelsblad. Terwijl universiteiten in veel Europese landen als gevolg van de economische crisis te maken krijgen met bezuinigingen, investeert Singapore op grote schaal in wetenschap en technologie, aldus NRC Handelsblad. Dit kleine land wordt door velen beschouwd als de toegangspoort naar Azië en oefent een grote aantrekkingskracht uit op wetenschappers uit de hele wereld. Ook de TU Delft is actief in Singapore en neemt in samenwerking met de National University of Singapore (NUS) en het wateronderzoeksinstituut Deltares deel aan het programma van de Singapore Delft Water Alliance. Guus Stelling, hoogleraar waterbouwkunde (CiTG), is ook betrokken bij deze samenwerking. Daarnaast is hij hoogleraar aan de NUS. “Ik ben onder meer in Singapore vanwege het dubbele masterprogramma waterbouwkunde en waterbeheer dat deze universiteiten aanbieden”, zegt Stelling. Studenten van beide universiteiten kunnen dit volgen en zitten twee semesters in Singapore en twee in Delft. “Singapore zoekt sterke partners uit de hele wereld”, vervolgt hij. “Delft staat dankzij ons werk op het gebied van civiele techniek hoog aangeschreven.” De waterbouwkundige, die volgend jaar afscheid neemt van de TU Delft, wordt omringd door parttime hoogleraren van Oxford, Cambridge, Stanford, ETH en MIT, die eveneens het einde van hun carrière in eigen land naderen. “Het is heel interessant om hier te zijn nu alles hier opbloeit”, zegt Stelling. “En de houding ten opzichte van ouderen is hier heel anders. Ik zie heel wat hoogleraren van in de zeventig die nog altijd volop in de weer zijn.” Prof. Theo Toonen, decaan van de faculteit TBM, werkt ook samen met de NUS, om precies te zijn met de Lee Kuan Yew School of Public Policy, die daar onderdeel van uitmaakt. Hij begeleidt daar het werk van een promovendus. Hij interesseert zich vooral voor waterbeleid en het bestuur van metropolen, en wil graag meer samenwerking op deze gebieden. Maar om gelijke tred te kunnen houden met de onderzoekers in Singapore is geld nodig. “Ze hebben zo veel geld”, verzucht Toonen. “Veel meer dan wij.” Hij zou graag een aantal vakken over waterbeleid toevoegen aan het onderwijsprogramma van het dubbele masterprogramma en overlegt daar momenteel over. De studenten van het dubbele masterprogramma zijn dit semester in Delft. Een van hen is Phi Bang Do (23). Als we hem vragen waarom hij ervoor heeft gekozen om Singapore tijdelijk te verruilen voor Delft, zegt hij: “De meeste studenten hebben een contract ondertekend waardoor ze na hun afstuderen drie jaar in Singapore moeten werken, in ruil voor korting op het collegegeld. Daar zitten we dus aan vast. Door dit dubbele masterprogramma kunnen we een tijdje het land uit.” (TvD)
25
integraal_nr2_2012.indd 25
4/19/12 1:55 PM
Alumninieuws
David Moed (Civiele Techniek en Geowetenschappen) bedacht een duurzame en goedkope oplossing voor de verwijdering van arseen uit grondwater en won daarmee de UfD-Strukton MasterAwards. Hij was een van de drie genomineerden die op 8 maart hun ideeën presenteerden voor het verbeteren van de leefomgeving. Arseen in drinkwater kan leiden tot huidlaesies, verschillende vormen van kanker en hart- en vaatziekten. In Bangladesh, waar miljoenen pompen de bevolking van water voorzien, zorgt de concentratie arseen in grondwater voor de grootste problemen. Moed deed onderzoek naar Subsurface Arsenic Removal (SAR). Door water met zuurstof de grond in te pompen oxideert het ijzer in het grondwater. Het geoxideerde ijzer vangt het arseen af door adsorptie. De jury vond het zeer positief dat Moed zijn civiele achtergrond combineerde met het chemische vakgebied. ‘Hij heeft met zijn onderzoek een groot maatschappelijk probleem aangepakt en zijn oplossing voldoet aan alle criteria’, aldus de jury. Moed ontving voor zijn idee vijfduizend euro. Eefje van der Werf werd tweede en Bart van Lakwijk derde. Zij ontvingen een cheque ter waarde van 2.500 euro.
Foto: Sam Rentmeester
Moed haalt arseen uit grondwater
David Moed combineerde zijn civiele achtergrond met het chemische vakgebied.
Van zeewater naar veilig drinkwater
Nieuw: UfD-TBI Stagefonds
Sid Vollebregt (sustainable energy technology) sleepte met zijn project ‘Sustainable Drinking Water Production by Desalination’ de UfDCofely Energy Efficiency Prijs in de wacht. Naast de eer kreeg hij vijfduizend euro. Cofely en het Universiteitsfonds Delft roepen voor deze prijs masterstudenten op om na te denken over innovatieve oplossingen op het gebied van verlaging van het energiegebruik, CO2reductie en effectief gebruik van duurzame energiebronnen. Vollebregt onderzocht of het mogelijk is om elke wereldbewoner met duurzame oplossingen toegang te geven tot schoon drinkwater. Daarvoor reisde hij samen met een projectgenoot af naar Indonesië. Zij onderzochten hoe zonnepanelen kunnen
Sinds 1 januari kunnen TU-studenten die stage willen lopen een financiële bijdrage vragen uit het ‘UfD-TBI Stagefonds’. TBI Holdings B.V en de Stichting Universiteitsfonds Delft tekenden hiervoor een overeenkomst. TBI is een netwerk van ondernemingen die actief zijn in vastgoed, bouw en techniek. Deze organisatie stelt vijf jaar lang jaarlijks een bedrag van 15 duizend euro beschikbaar. Het Universiteitsfonds Delft beoordeelt de aanvragen van studenten en kent de bijdragen toe.
Foto: Sam Rentmeester
worden gebruikt voor de aansturing van een waterzuiveringsysteem dat zout naar zoet water omzet op basis van omgekeerde osmose. Op Bali bouwden zij hun prototype van dit systeem dat niet alleen wordt aangedreven met duurzame energie, maar ook slim gebruikmaakt van het restwater dat ontstaat bij het proces van omgekeerde osmose. De organisatie Aqua-for-All investeerde 30 duizend euro in dit project. Vollebregt won vanwege de grote mate van maatschappelijke relevantie van zijn afstudeerproject en zijn zeer overtuigende presentatie. De projecten van Daniël van Kersbergen en Emile Nijssen zijn beloond met een prijs van 2.500 euro.
Sid Vollebregt wil elke wereldbewoner toegang geven tot schoon drinkwater.
Gezocht: alumnus van het jaar Alumni die een inspiratiebron voor anderen zijn of een bijzondere bijdrage hebben geleverd aan technologie, innovatie, wetenschap en ondernemerschap, maken kans om ‘Alumnus van het Jaar’ te worden. Tijdens het alumnisymposium op 12 oktober wordt de winnaar bekendgemaakt. Naast een aandenken krijgt deze twee prijzen: een geldbedrag van 2.500 euro dat vrij besteed mag worden en een bedrag van 7.500 euro dat ingezet wordt in een Delfts onderzoek naar keuze. Kent u een goede kandidaat? Of vindt u dat u zelf voor de titel ‘Alumnus van het Jaar’ in aanmerking komt? Geef uw nominatie dan voor 12 september 2012 door via de website www.universiteitsfonds.tudelft.nl of tudelft.nl/over-tu-delft/alumni.
26
integraal_nr2_2012.indd 26
4/19/12 1:55 PM
Watergas uit water en zonnecellen De Shell Bachelor Master Prijs stimuleert jong technisch talent om na te denken over en te werken aan technologische oplossingen voor een duurzame toekomst. Op 14 februari won Maarten de Nier van de master chemical engineering (Technische Natuurwetenschappen) de hoofdprijs van vijfduizend euro. “Ik ben zeer vereerd, vooral omdat de concurrentie sterk was,” zegt De Nier. “Mijn technologische innovatie is een apparaat waarmee ik vanuit water en zonnecellen watergas kan creëren. Ik hoop hiermee aankomende studenten enthousiast te maken voor de techniek.”
Urbanism-alumni winnen Europan Award Een team van alumni van de studio Complex Cities - de masteropleiding Urbanism bij Bouwkunde - won een prestigieuze Europan Award met het voorstel om een universitaire campus om te toveren tot een zelfvoorzienende ‘Multitalented City’. Het project richt zich op een universiteitscomplex in jaren zestig-stijl aan de rand van de Franse stad Reims. Het is een op zichzelf staande en in zichzelf gekeerde campus met grote open ruimtes, nogal geïsoleerd van de omgeving. De stedenbouwkundigen, Justina Muliuolyte en Tadas Jonauskis, willen deze campus samen met architect Lukas Rekevièius omtoveren tot een grotendeels zelfvoorzienend
gebied. De kernwoorden zijn flexibiliteit en aanpassing aan veranderingen in de omgeving, de maatschappij en de economie. Bovendien denken ze aan oplossingen waarmee de buurt mogelijk zelf energie kan opwekken. Volgens de jury heeft dit project een heel duidelijk concept en programma. De jury sprak veel waardering uit voor de manier waarop in het plan gedacht is aan alternatieve en nieuwe levensstijlen. ‘De sterke punten van het project zijn het formaat en de schaal van de voorgestelde openbare ruimtes’, aldus de jury. ‘Het project is zowel realistisch als heel origineel.’
Illustratie: PUPA
Agenda Overzicht van lustrumactiviteiten ter viering van het 170-jarig bestaan van de TU Delft. 18 mei 2012 t/m 27 mei 2012 Delft Amazing Technology Grensverleggende ontwikkelingen in techniek en wetenschap. Hart van het evenement is het techniekspektakel op de Markt in Delft, met film, presentaties, demonstraties en activiteiten. Daarnaast exposities bij verschillende bedrijven en instellingen. www.datdelft.nl 28 mei t/m 1 juni 2012 Feestelijke waterweek ‘Waterige’ activiteiten zoals een badeendjesrace in de grachten, een waterdag langs de Schie en de bekendmaking van de winnaar van de TU Delft Urban Water Movie Contest. 1 juni 2012 Zomerfestival TU Delft Festival op de campus met opkomend talent en gevestigde namen uit de Nederlandse popscene. www.zomerfestival.tudelft.nl 13 juni 2012 Kennisfestival De rode draad is ‘water’, want Delft blinkt uit in watertechnologie. www.kennisfestival.net 13 t/m 15 juni 2012 Wetenschappelijk congres ‘Water & the City’ Internationale wetenschappers uit de vakgebieden science, design en engineering werken aan actuele cases rondom steden met elk hun specifieke waterproblemen: Singapore, Jakarta, Rotterdam and New Orleans. Locatie: Aula TU Delft.
Het prijswinnende ontwerp voor een zelfvoorzienend universiteitscomplex.
Vijf UfD-Imtech Bachelor Grants uitgereikt Ter bevordering van innovatieve technologie kenden het Universiteitsfonds en Imtech op 26 maart vijf UfD-Imtech Bachelor Grants van tweeduizend euro toe. Voor deze prijs komen studenten in aanmerking die - individueel of in teamvorm - een uitmuntend bachelor eindverslag hebben geschreven. De volgende projecten wonnen dit jaar de UfD-Imtech Bachelor Grants: • ‘EchoStop; Special music earplugs’ van Eline van der Kruk (Industrieel Ontwerpen) • ‘Schoon drinkwater na natuurramp, desinfectie met chloor’ van Martijn Sparnaaij (Civiele Techniek en Geowetenschappen) • ‘City Cloud’ van Jos Kraaijeveld, Johan Laanstra en Tom Verhoeff (Techniek, Bestuur en Management) • ‘Het detecteren van kraakbeenbeschadigingen met echografie’ van Elise Buiter, Thijs Bosma, Wouter Roobeek en Goof van de Weg (3mE) • ‘AcoustiCam; low cost-High resolution acoustic camera’ van Maurice Boon, Maarten Debrouwere, Joris Domhof, Rick van der Groot, Jorg Hendriks, Anne Koelewijn, Kirk Scheper, Ewoud Smeur, Laura Uyttersprot en Jan Verwilligen, (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek)
Colofon:
Alumniportal www.alumniportal.tudelft.nl: Adreswijzigingen Aan- of afmeldingen - e-mail nieuwsbrief - Alumni evenementen
Meld je aan voor de Delft University of Technology – Alumni groep
Vriendenfonds Word ‘Vriend van de TU Delft’ en steun Talent, Techniek en de TU Delft met uw bijdrage. Rekening nummer: 22 68 50 471 Stichting UfD, inzake Vrienden http://universiteitsfonds.tudelft.nl Vragen of suggesties?
[email protected] Telefoon (015) 2789111
27
integraal_nr2_2012.indd 27
4/19/12 1:55 PM
advertentie
Kijk voor meer informatie op www.delfttoptech.nl
Advanced Education for Innovation
Masteropleiding combineren met een baan Na het opdoen van werkervaring en het zetten van enkele carrièrestappen, komen vaak de volgende vragen op bij hoogopgeleide professionals: “Hoe wil ik me nu verder ontwikkelen?” en “Ontwikkel ik me verder als specialist of als manager?”. Bij veel bedrijven is behoefte aan managers en professionals die sterk zijn in hun vak èn kennis van techniek en business combineren. Daarom biedt Delft TopTech vakgerichte masteropleidingen, waarbij deelnemers met specifieke tools, modellen en praktijkcases werken, die direct toepasbaar zijn in hun dagelijkse praktijk. Daarmee levert de combinatie van masteropleiding en baan zowel de deelnemer als de organisatie meteen een meerwaarde; de deelnemer doet kennis en vaardigheden op om veranderingsprocessen te leiden en innovatie binnen de organisatie te bewerkstelligen. Delft TopTech biedt masteropleidingen met een Mastertitel van de TU Delft op de gebieden compliance, energy, IT management, retail, safety, security en space.
DDT_adv_Integraal_04.indd 1
integraal_nr2_2012.indd 28
26-05-2010 15:29:34
4/19/12 1:55 PM