NIEUWBOUW STREEFKERK
natuurtoets
colofoon
6 mei 2010
- tekst
dr. A.J.M. Schenkeveld
- productie
bureau Schenkeveld Vistraat 1, 4101 AC Culemborg Telefoon: 0345- 534245, Fax: 0345-534028 Email:
[email protected]
- opdrachtgever
Architectenburo Bikker BV te Groot-Ammers
- contactpersonen
G.P. Bikker van Architectenburo Bikker BV te Groot-Ammers
Streefkerk - natuurtoets
Inleiding Aannemingsbedrijf Lagendijk aan de Boezem 4 in Streefkerk wenst de bij het bedrijf behorende woning te slopen en her op te bouwen op het naast gelegen perceel. Het initiatief noodzaakt een wijziging van de huidige bestemming ‘’tuin’’ naar ‘’woondoeleinde’’. Hiervoor wordt een zogenaamd postzegelbestemmingsplan opgesteld. In de ruimtelijke onderbouwing bij dit plan wordt een zogenaamde natuurtoets gevraagd. Deze notitie moet dienen om te bepalen of er vanuit het oogpunt van natuurbescherming juridische en/of planologische belemmeringen voor de uitvoering van het plan zijn.
figuur 1: ligging plangebied (rood omkaderd) Het plangebied bestaat uit 2 percelen in de bebouwde strook tussen Lekdijk en Bakwetering ten westen van Streefkerk. De gezamenlijke oppervlakte is 81 are. Het oostelijk perceel is in gebruik als bedrijfsterrein (aannemerij) met woning, terwijl het westelijk perceel op dit moment als groen gebruikt wordt. Het groen bestaat uit een trapveldje, tuin (grasveld met borders) en een elzenbosje. Beide kavels zijn omringd door sloten, die aansluiten op de Bakwetering. De woning op het oostelijk perceel wordt gesloopt en teruggebouwd op het westelijk perceel. De grenssloot wordt verlegd. Het plangebied bestaat dus uit beide kavels. Het onderzoeksgebied is groter en omvat de westelijke dorpsrand van Streefkerk, de aangrenzende polder Streefkerk (tussen Bakwetering en Tiendweg) en de Lek met water, uiterwaarden en dijk. Gebiedsbescherming Sedert de Natuurschoonwet 1928 zijn gebieden aangewezen ter bescherming van de daar aanwezige natuur. Recentelijk zijn als uitvloeisel van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn zogenaamde Speciale Beschermingszones (SBZ) onderscheiden. Deze gebieden vormen samen het Nederlandse deel van Natura 2000, het Europese netwerk van natuurgebieden.
2
bureau Schenkeveld - Culemborg
Streefkerk - natuurtoets
In de omgeving van het plangebied ligt het dichtstbijzijnde beschermde natuurgebied 2 km in zuidwestelijke richting. Donkse Laagten kwalificeert zich als speciale beschermingszone onder de Vogelrichtlijn (SBZ 64) vanwege het voorkomen van drempeloverschrijdende aantallen van de Kolgans die het gebied benut als overwinteringsgebied en/of rustplaats. Donkse Laagten bestaat uit vochtige en natte graslanden, gelegen in polder Langenbroek en in een gedeelte van polder Kortenbroek, in de nabijheid van een zandopduiking (donk). De graslanden worden doorsneden door een boezemwater (Grote of Achterwaterschap). Verder liggen er enkele kilometers stroomopwaarts langs de Lek tussen Nieuwpoort en Lexmond enkele rivierduinen met bijzondere stroomdalgraslandvegetatie. Samen vormen deze gebiedjes SBZ 108, Luistenbol en Koekoeksche Waard. De Europese richtlijnen bepalen dat van elk project of plan dat niet direct verband houdt of nodig is voor het beheer van het gebied, maar afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor zo’n gebied een ‘passende’ beoordeling moet worden gemaakt rekening houdend met de instandhoudingsdoelstelling van het hele gebied. Het is de gewoonte om voorafgaand aan deze uitgebreide beoordeling te onderzoeken of er met betrekking tot het initiatief überhaupt broed- en wintervogels, andere planten-, diersoorten en habitattypen, waarvoor de SBZ is bedoeld in het geding zijn. Dit verslag is de weergave van een dergelijk verkennend onderzoek ook wel quick scan of voortoets genoemd. Een dergelijke voortoets wordt ook uitgevoerd voor projecten, die buiten de eigenlijke begrenzing liggen, maar wier effecten zich mogelijk wel doen gelden op de verderop gelegen natuurwaarden (‘externe werking’). N.b.
De Europese richtlijnen en de bescherming van de speciale beschermingszones zijn opgenomen in de nieuwe Natuurbeschermingswet. Deze is sedert oktober 2005 van kracht. Plannen, die van invloed zijn op de natuurlijke gesteldheid van een beschermd natuurmonument zijn vergunningplichtig.
Kort geleden is ook de begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur van Nederland (EHS) afgerond. Het ligt in de bedoeling alle begrensde kavels voor 2018 te verwerven en in te richten en te beheren als beschermd natuurgebied. De verwerving gebeurt op vrijwillige basis. De Lek en haar uiterwaarden zijn onderdeel van de EHS. Hierop rust een planologische bescherming. Voor gebieden in de EHS geldt het nee, tenzij…principe. Ingrepen hierin kunnen alleen doorgang vinden, als er geen alternatieven zijn en het initiatief van groot openbaar belang is. Het nee, tenzij-beleid is een getrapte benadering1. De basis voor deze stappenbenadering is een goede beschrijving van de in het gebied voorkomende wezenlijke kenmerken en waarden. Uit onderzoek moet vervolgens blijken of deze wezenlijke waarden en kenmerken significante schade ondervinden door de ingreep. Ook projecten net buiten de EHS met invloed hierop moeten onderzocht worden.
Soortsbescherming De Flora- en faunawet regelt sedert 2002 de bescherming van een groot aantal planten- en diersoorten. Voor handelingen die strijdig zijn met de verbodsbepalingen betreffende planten op hun groeiplaats of dieren in hun natuurlijke leefomgeving moet ontheffing worden aangevraagd. Bij het aanvragen van een ontheffing moet de initiatiefnemer kunnen aantonen dat het maatschappelijk belang van de ingreep opweegt tegen de verwachte schade. Er worden 3 categorieën van bescherming (en daarmee toetsingskader) onderscheiden: streng beschermd – beschermd algemeen. Om ontheffing te krijgen in het geval van streng beschermde soorten zal de initiatiefnemer moeten aantonen dat er geen alternatief is en er sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang. Het is dus verplicht om voorafgaand aan de kap-, demp- en bouwactiviteiten de beschermde soorten, die het plangebied als (deel)habitat gebruiken te inventariseren en bij gebleken schade en overtreding van de verbodsbepalingen van de Flora en faunawet (F&f-wet) hiervoor ontheffing aan te vragen. Bij ruimtelijke ingrepen geldt sedert maart 2005 voor algemene beschermde soorten (categorie 1) een vrijstelling. Vraagstelling In deze notitie wordt onderzocht in hoeverre de sloop van de woning, het opruimen van de beplanting, het verleggen van een sloot, het bouwrijp maken, de nieuwbouw en de functieverandering van het betreffend perceel in strijd zijn met de bepalingen van de Flora- en faunawet en de nieuwe Natuurbeschermingswet en of er dientengevolge ontheffing of vergunning moet worden aangevraagd. Verder wordt nog bepaald of voor het betreffende project het nee,tenzij..principe geldt.
1
3
Spelregels EHS, 2008; Min LNV en VROM, Den Haag. bureau Schenkeveld - Culemborg
Streefkerk - natuurtoets
Methode Op 5 mei 2010 is het terrein bezocht om alle beschermde planten en dieren, die het plangebied en directe omgeving bewonen en gebruiken te inventariseren. Daarnaast is in de literatuur gezocht naar gegevens over de verspreiding van bijzondere soorten in de omgeving.
Gebiedsbeschrijving Het plangebied ligt op de overgang van de stroomrug van de Lek naar de centrale veenkom van de Alblasserwaard en wel op de plek waar het oorspronkelijk veen bedekt is met een laag (ontkalkte) klei van 40 tot 80 cm dik. Het bodemtype is die van een drechtvaaggrond en de grondwatertrap II (GHG < 40 cm en GLG 50-80 cm –mv). Het plangebied ligt in polder Streefkerk en wel in het vak ten noorden van de Tiendweg. Het peil is hier: zomer -1,75 m/ winter -1.80 m NAP. Het maaiveld loopt af van noord naar zuid: van -0,8 m naar 1,5 m NAP. Bij de dijkverzwaring in de tachtiger jaren van de twintigste eeuw is de oude woning op de dijkhelling gesloopt en iets meer naar achteren en opzij (op de oude kavelsloot) teruggezet. Tot in de zestiger jaren van de twintigste eeuw stond op de westelijke kavel een losse schuur. Beide kavels waren als weide in gebruik met elzenbeplanting langs de sloot.
Zicht op plangebied vanaf Lekdijk
Natuurwaarden plangebied Flora Bijlage 1 geeft een alfabetische opsomming van alle in het plangebied aangetroffen bijzondere en karakteristieke plantensoorten met of ze een beschermde status hebben (1-3), of ze op de nationale lijst van bedreigde soorten staan (GE, KW, BE, EB), hun natuurwaarde (1-100). hun voorkomen in Nederland (UFK_90 = uurhokfrequentieklasse in 1990,1-9), hun preferente ecotoop (ecotp1, ecotp2 en ecotp3) en het habitattype waarin ze zijn aangetroffen. In de bijlage zijn alleen de soorten met enige natuurwaarde (>3) opgenomen. Dit zijn de zogenaamde aandachtsoorten. Op de meeste plaatsen bepalen ruderale of competatieve soorten het aspect van de vegetatie. Hiervan is de natuurwaarde nul of negatief. Ze zijn meestal weinig karakteristiek, hebben een zeer algemeen voorkomen (UFK = 9) en staan daarom niet op de lijst. 4
bureau Schenkeveld - Culemborg
Streefkerk - natuurtoets
Er zijn geen wettelijk beschermde plantensoorten in de zin van de Flora- en Faunawet aangetroffen. Net buiten het plangebied en wel op het op het zuiden geëxponeerde dijktalud komen 2 rodelijstsoorten voor, t.w. Grote centaurie (categorie KW = kwetsbaar) en Ruige leeuwentand (KW). Beide soorten zijn vermoedelijk ingezaaid na de dijkverzwaring en hebben zich dus niet spontaan gevestigd. Naast bovengenoemde soorten zijn ook alle soorten met een natuurwaarde > 10 van nationaal belang. Dit zijn Slangenwortel en IJle zegge. Hiervan is Slangenwortel mogelijk uitgezet. IJle zegge is zeker wel spontaan gevestigd.
Dijktalud met Grote centaurie, Gewone veldsla en margriet
Sloot met IJle zegge en Slangenwortel
In het plangebied zijn 4 habitattypen onderscheiden, t.w. dijk, gazon, sloot en bos. De grazige vegetatie van het dijktalud is zeer soortenrijk (> 40 soorten vaatplanten). Het vegetatietype 2 betreft de Glanshaver-associatie (16Bb1) . Kenmerkend zijn o.a. Frans raaigras, Reukgras, Zachte dravik, Rood zwenkgras, Knoopkruid, Wilde peen, Gewone margriet, Gewone rolklaver, Zacht walstro, Veldzuring, Rode klaver, Kleine klaver, Voederwikke. De voedselarme, basische bodem (G43) wordt verder gekarakteriseerd door Duizendblad, Knolboterbloem, Grote centaurie, Ruige leeuwentand, Biggenkruid, Gewone veldsla, Akkervergeet-mij-nietje, Heksenmelk. Het gras in het plangebied zelf wordt als gazon beheerd. Deze is veel minder soortenrijk. Karakteristiek zijn Fioringras, Madelief, Hondsdraf, Engels raaigras, Kruipende boterbloem, Witte klaver en Tijmereprijs. Het korte gras is vegetatiekundig onvolledig ontwikkeld. Het betreft een rompgemeenschap binnen de Weegbree-klasse (12RG). In en aan de sloot komen vooral soorten van voedselrijke omstandigheden voor. Liesgras is het meest karakteristiek. Andere constante soorten zijn Pitrus, Koninginnekruid, Gele lis, Wolfspoot, Grote brandnetel. Opvallend zijn verder de ‘bossoorten’ Wijfjesvaren, Mannetjesvaren, Bosveldkers, Bitterzoet, Gewone lijsterbes, IJle zegge. Deze begeleiden de elzen aan de slootkant. Op de kop van de sloten aan de dijkvoet treedt ijzerhoudend water naar buiten (kwel). Hier groeien enkele soorten van voedselarmere omstandigheden zoals Penningkruid, Kale jonker en Pinksterbloem. Het vegetatietype van het bos betreft de Rompgemeenschap van Grote brandnetel binnen het Circaeo-Alnenion (43RG3). Grote brandnetel domineert de kruidlaag, Gewone vlier de struiklaag. Het bosje is nog jong. Alleen aan de randen en wel langs de slootkant waar oude elzen groeien komen soorten van rijper bos voor (zie hierboven). De voor het betreffende kilometerhok (110-434) door FLORON opgegeven (1975-2007) (streng) beschermde ( categorie 2 of 3) vaatplantensoort is waarschijnlijk Rietorchis of Zomerklokje in de 3 buitendijkse rietlanden (gorzen) langs de Lek . Vogels D.d. 5 mei 2010 werden in het plangebied de volgende beschermde vogelsoorten waargenomen: Kauw, Spreeuw, Koolmees, Merel, Turkse tortel, Blauwe reiger, Soepeend, Soepgans, Waterhoen, Wilde eend, Ekster, Kleine mantelmeeuw, Houtduif, Bruine kiekendief, Winterkoning, Buizerd en de bedreigde Huiszwaluw (categorie GE = gevoelig), Huismus (GE), Grutto (GE), Tureluur (GE). Bruine kiekendief is een richtlijnsoort (bijlage I van de Vogelrichtlijn) .
2 3
5
Schaminee, J. e.a., 1995-1999: De vegetatie van Nederland I-V; Opulus Press, Leiden. www.natuurloket.nl bureau Schenkeveld - Culemborg
Streefkerk - natuurtoets
Met zekerheid in het plangebied broedend zijn Merel, Waterhoen, Wilde eend, Ekster, Houtduif, Huismus en Huiszwaluw. Huismus en Huiszwaluw nestelen in en aan het bedrijfsgebouw. De mussenkolonie betreft ca. 10 exemplaren. Van Huiszwaluw is 1 nest van vorig jaar aanwezig. Tureluur (1 exemplaar) is gehoord in de (smalle) uiterwaard, Grutto (2 exemplaren) in de polder tussen Bakwetering en Tiendweg. De weidevogelkwaliteit van de aangrenzende polder (polder Streefkerk) is redelijk, hoewel deze naar 4 het zuiden toe (tussen Tiendweg en Grote of Achterwaterschap) pas echt top is . Die mindere kwaliteit aan de randen van de polder, ten westen van Streefkerk in het bijzonder, wordt mede veroorzaakt door de nabijheid van bebouwing en daaraan gekoppelde menselijke activiteit (verstoring). De bebouwde strook tussen dijk en Bakwetering lijkt geschikt leefgebied voor de bedreigde Steenuil. Er zijn echter geen directe waarnemingen gedaan of sporen (braakballen, oude nesten) van deze soort gevonden. Alle vogelsoorten zijn beschermd. Op een aantal hiervan mag gedurende een bepaalde periode of bij gebleken landbouwschade gejaagd worden. Van de aangetroffen (broed)vogelsoorten betreft dit Spreeuw, Kauw, Wilde eend, Ekster, Houtduif en Soepeend. De nesten zijn gedurende de broedperiode streng beschermd. Van de aangetroffen nesten zijn alleen die van Huismus (categorie 2), Ekster (categorie 5) en Huiszwaluw (categorie 5) jaarrond beschermd. Zoogdieren Er zijn in het plangebied alleen sporen van Woelrat, Veldmuis, Muskusrat, Mol gevonden. Deze diersoorten zijn algemeen beschermd (categorie 1). Van de vleermuizen zijn in het verleden (1997-2007) alleen exemplaren Gewone dwergvleermuis in 5 de omgeving van het plangebied waargenomen . Vleermuizen zijn streng beschermd (categorie 3). Gewone dwergvleermuis is gebouwbewonend. De te slopen woning lijkt echter weinig geschikt. Er zijn ook geen sporen gevonden. Het plangebied wordt door Gewone dwergvleermuis waarschijnlijk wel als foerageergebied gebruikt. Amfibieën en reptielen D.d. 5 mei 2010 zijn meer dan 1.000 larven Gewone pad in de sloot naast het huis aangetroffen. Verder is Bastaardkikker gehoord. Beide soorten zijn algemeen beschermd (categorie 1). 6
In de databank van RAVON zitten nog data van een derde algemeen beschermde soort . Waarschijnlijk is dit Bruine kikker of Kleine watersalamander. In de wijdere omgeving (aangrenzende kilometerhokken) zijn waarnemingen van de streng beschermde (categorie 3) Heikikker gedaan. De Alblasserwaard is een kerngebied van deze soort.
Molshoop op dijktalud
Donderkopjes in sloot
4
www.grutto.nl www.natuurloket.nl 6 www.ravon.nl 5
6
bureau Schenkeveld - Culemborg
Streefkerk - natuurtoets
Vissen Er is met een groot schepnet onderzoek naar vissen gedaan. Er zijn alleen in de sloot aan de westzijde 1 exemplaar Kleine modderkruiper en 2 exemplaren Blankvoorn gevangen. Kleine modderkruiper is beschermd (categorie 2). Verder zijn enkele grote exemplaren Karper gezien.
Gevangen exemplaar Kleine modderkruiper
Bloedcicade (Cercopis vulnerata) op boterbloem
Ongewervelde dieren Er zijn weinig verspreidingsgegevens van ongewervelde dieren zoals van dagvlinders, nachtvlinders, libellen, sprinkhanen in de omgeving van Streefkerk. Op het dijktalud zijn alleen Bruine sprinkhaan en bloedcicade (Cercopis vulnerata) gezien. Op de slootkant liggen lege schelpen van algemene zoetwaterdieren als Zwanenmossel, Poelslak en Posthoornslak. Beschermde soorten ontbreken. Conclusie Het plangebied en omgeving hebben zeker natuurwaarden. Het aangrenzende dijktalud draagt een soortenrijke stroomdalgraslandvegetatie met enkele bijzondere soorten als Grote centaurie en Ruige leeuwentand. Aan de sloten staan oude elzen en groeien enkele bijzondere moerasbossoorten als Wijfjesvaren, Slangenwortel en IJle zegge. In de sloot zelf zitten beschermde soorten als Gewone pad (larven) en Kleine modderkruiper. De schuur tenslotte wordt door de bedreigde broedvogelsoorten Huismus en Huiszwaluw als nestelplaats gebruikt. In de iets wijdere omgeving zijn de polder Streefkerk als weidevogel- en ganzenfoerageergebied en de rietgorzen langs de Lek als habitat van o.a. Rietorchis en Bruine kiekendief van belang.
Initiatief Het initiatief bestaat uit de verplaatsing van 1 woning naar een aangrenzend perceel, dat op dit moment als tuin in gebruik is. De woning is vrijstaand, telt 2 verdiepingen en heeft een grondoppervlak van 171 m2. De bovenste verdieping bestaat uit een zolder met dakkapellen. De goothoogte is ca. 4 m. De woning is zowel vanaf de dijk (Boezem) als via het bedrijfsterrein bereikbaar. De belangrijkste ecologische gevolgen van het initiatief hangen samen met de sloop van het oude huis (1), het opruimen van de beplanting (2), het verleggen van de sloot en ander grondwerk (3) en de nieuwbouw (4). Er wordt ten behoeve van de ontsluiting geen nieuwe infrastructuur aangelegd. Ook het gebruik (wonen) en de intensiteit hiervan blijven hetzelfde. Ad 1)
Er gaan bij de sloop geen verblijfplaatsen van beschermde soorten verloren.
Ad 2)
De ruimte waar het nieuwe huis wordt gebouwd is inmiddels al bijna vrij van beplanting. Er zullen ten hoogste enkele vlierstuiken worden weggehaald. Dit gebeurt bij voorkeur buiten het broedseizoen (15 maart – 15 juli). Bij de inrichting van de buitenruimte rond het huis is het belangrijk dat de boom (Zwarte els) met het eksternest blijft staan. Verder wordt aanbevolen de oude elzen langs de sloten zoveel mogelijk te sparen. De stobben langs de grenssloot worden op dit moment te vaak teruggezet. Verder wordt aanbevolen het bosje als hakhout (Zwarte els) met een enkele overstaander (Gewone es) te beheren. Bij het terugzetten moet het hout worden afgevoerd (geen snippers
7
bureau Schenkeveld - Culemborg
Streefkerk - natuurtoets
in de beplanting). Ook alle rommel (hout, stenen en plastic) moet uit de beplanting worden gehaald. Ad 3)
Bij het dempen van de oude sloot moeten eerst alle vissen, Kleine modderkruiper in het bijzonder, worden weggevangen. Deze worden iets verder op in de sloot teruggezet. Het dempen gebeurt bij voorkeur ook buiten het voortplantingsseizoen van Gewone pad (15 maart – 1 juli). Verder wordt aanbevolen de nieuwe sloot met een damwand te isoleren van het vervolg en visvrij te houden. Het is hierdoor geschikter als voortplantingsplek voor amfibieën en trekt door een hoger peil ook minder kwel.
Ad 4)
Tijdens de bouw treedt door lawaai, bouwlampen en uitstoot van vervuilende stoffen verstoring van de natuur in de omgeving op. De omvang hiervan is beperkt en reikt zeker niet tot de (beschermde) natuurgebieden in de omgeving.
Conclusie De sloop van het oude huis, het opruimen van de beplanting, het grondverzet en de nieuwbouw hebben beperkte ecologische gevolgen. De in het plangebied en omgeving aanwezige beschermde wilde planten- en diersoorten worden in geringe mate geschaad. Door enkele mitigatiemaatregelen te treffen komt de gunstige staat van instandhouding van de betreffende populaties niet onder druk te staan. Er zullen bij de werkzaamheden geen algemene verbodsbepalingen (artikel 8 t.m.13) van de Flora- en faunawet worden overtreden, mits de zorgplicht in acht wordt genomen. Verder is het initiatief te klein en te ver verwijderd om enige invloed op de beschermde natuurgebieden in de omgeving te hebben. Wel gelden er enkele randvoorwaarden voor bovenstaande conclusie. Deze zijn: - De vlierstruiken worden buiten het broedseizoen (15 maart - 15 juli) gerooid. - De boom met eksternest blijft staan. - Voor het dempen van de sloot worden de vissen weggevangen en in diezelfde sloot achter een wand teruggezet. - De oevers van de nieuwe (en oude) sloot worden niet voorzien van een harde beschoeiing. De elzenstobben blijven gespaard. Het onderhoud hieraan (terugzetten) wordt geëxtensiveerd. Deze randvoorwaarden zullen in het definitief ontwerp en het bestek worden opgenomen en door de opdrachtgever uitgevoerd. Het verdient aanbeveling om bij de aanplant van nieuwe bomen en struiken in de tuin rond het huis of langs de oprit inheemse soorten van de betreffende standplaats (nat, venig, voedselrijk) als Zwarte els, Grauwe wilg, Gewone es, Schietwilg, Eenstijlige meidoorn, Gelderse roos, Vogelkers, Aalbes. 7 Deze worden bij voorkeur betrokken van een kweker, die werkt met autochtoon materiaal . Het resterend bos wordt beheerd als hakhout met overstaanders. Tenslotte wordt aanbevolen het nieuwe sloottraject te isoleren middels een houten damwand en hier juist geen bomen langs te planten. N.b.
7
8
Bij deze conclusie wordt uitgegaan van het feit dat het bosje niet onder de Boswet valt er en er voor de op te ruimen beplanting geen kapvergunning hoeft worden aangevraagd.
http://www.bronnen.nl bureau Schenkeveld - Culemborg
Streefkerk - natuurtoets
bijlage 1: bijzondere vaatplantensoorten Boezem 4 te Streefkerk d.d. 5 mei 2010 soortnr 000119 000178 000184 000202 000258 001766 000284 000335 000394 000421 002388 000639 000726 000319 000761 000782 001045 001071 002358 001227 001336 001363
wetenschappelijke naam Athyrium filix-femina Calla palustris Callitriche platycarpa Cardamine flexuosa Carex remota Centaurea jacea Centaurea scabiosa Cirsium palustre Daucus carota Dryopteris filix-mas Euphorbia esula Humulus lupulus Leontodon hispidus Leucanthemum vulgare Lotus corniculatus corniculatus Lysimachia nummularia Ranunculus bulbosus Ribes rubrum Sedum telephium Sorbus aucuparia Valerianella locusta Veronica serpyllifolia
nederlandse naam Wijfjesvaren Slangenwortel Gewoon sterrenkroos Bosveldkers IJle zegge Knoopkruid Grote centaurie Kale jonker Peen Mannetjesvaren Heksenmelk Hop Ruige leeuwentand Gewone margriet Gewone rolklaver Penningkruid Knolboterbloem Aalbes Hemelsleutel Wilde lijsterbes Gewone veldsla Tijmereprijs
f&fwet r lst ntrwrd ufk90 ectp1 ectp2 ectp3 habitat 8 8 H42 H47 b/s 24 5 V17 s 6 8 W18 s 5 7 H27 H28 b/s 10 7 H27 b/s 4 8 G42 G43 G47 d KW 25 3 G43 G63 d 3 9 G27 H22 H27 s 3 8 G43 G47k G63 d 6 8 H42 H43 H47 b/s d 3 7 G47k G67 3 8 H27 H47 b/s KW 18 5 G43 d 5 8 G47 G67 d 3 9 G43 G47 G62 d 3 9 G27 G47 H27 s 5 7 G43 G47 G63 d 5 8 H27 H28 H42 b 4 7 G47 H47 b 4 9 H22 H27 H41 b/s 6 6 P47 G47 d 3 8 G47 g b=bosje d=dijk g=gazon s=sloot(kant)
9
bureau Schenkeveld - Culemborg