NIEUW
www.willcoproducts.be
1
2
WILLCO Aventi Optie 1: Geventileerd systeem Optie 2: Niet-geventileerd systeem Systeemopbouw Voorbeelden Technische fiche Toepassingsrichtlijnen Toebehoren Detailtekeningen
3
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
4
Optie 1: Geventileerd systeem 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Systeemopbouw
1. Gipskartonplaat 2. Dampremmende folie 3. Dampdichte afbouwplaat 4. Isolatie 5. Afbouwplaat 6. WILLCO Aventi 7. WILLCO Uitvlakkingsmortel 8. WILLCO Glasvezel 9. WILLCO Uitvlakkingsmortel 10. WILLCO Voorstrijk 11. WILLCO Sierpleister
5
Optie 2: Niet-geventileerd systeem 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Systeemopbouw
1. Gipskartonplaat 2. Dampremmende folie 3. Dampdichte afbouwplaat 4. Isolatie 5. Luchtdichtheidsfolie 6. WILLCO Aventi 7. WILLCO Uitvlakkingsmortel 8. WILLCO Glasvezel 9. WILLCO Uitvlakkingsmortel 10. WILLCO Voorstrijk 11. WILLCO Sierpleister
6
Toepassingen
WILLCO Aventi is een drager of steunplaat voor sierpleister binnen de volgende toepassingsgebieden : - lichte geventileerde voorhanggevel op massieve draag wanden - lichte geventileerde voorhanggevel op lichte (hout)skeletwanden - ongeventileerde gevelsteunplaat rechtstreeks op houtskelet - geventileerde buitenplafonds - versterkingsplaat tegen impactbelasting bij ETICS Mogelijke afwerkingen: - af te werken met verschillende types WILLCO Sierpleisters.
Voordelen
- brandveilig (niet-ontvlambaar, niet-brandverspreidend) - geluidsisolerend - bestendig tegen uiteenlopende temperaturen - waterbestendig (niet op daken of afhellende vlakken in buitentoepassingen gebruiken) - bestendig tegen vele levende organismen (schimmels, bacteriën, insecten, ongedierte, etc.) - bestendig tegen vele chemicaliën - milieuvriendelijk, geen emissie van schadelijke gassen 7
Systeemopbouw
Regelbare winkelhaak Ventisol-lat galva met thermostop
Draaglatten met verstelbare winkelhaken
Draaglatten met afstandsschroeven
Draaglatten op houten dwarslatten
Isolatie
5 6 3 4 1 2
Ventilatie
Afwerking 1. WILLCO Aventi Gevelsteunplaat 2. WILLCO Kleef- en Uitvlakkingsmortel 3. WILLCO Glasvezel 4. WILLCO Kleef- en Uitvlakkingsmortel 5. WILLCO Voorstrijk 6. WILLCO Sierpleister
WILLCO Aventi Ventilatieprofiel Zie hoofdstuk ‘Toebehoren’ voor meer info.
WILLCO Aventi Schroef verzonken kop SQD 4.8mm x 38mm/48 mm RVS
8
Voorbeelden
9
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
10
WILLCO Aventi
Productsamenstelling
WILLCO Aventi platen zijn samengesteld uit: - portland cement - geselecteerde minerale vulstoffen waaronder mica voor hoge dimensionele stabiliteit en lage hygrische beweging - organische versterkingsvezels - functionele toeslagstoffen
Productmethode
WILLCO Aventi platen worden geproduceerd op een Hatschek-machine, worden geautoclaveerd, geschuurd en gekantrecht. De platen worden waterwerend gemaakt door een 2-zijdige hydrofobering.
Afmetingen en toleranties Dikte
10 mm
Gewicht af-fabriek
14,2 kg/m²
Afmetingen en bruto gewicht per plaat Dimensies
1.250 x 2.500 mm
Gewicht af-fabriek
44,2 kg/plaat
Toleranties Toleranties
In overeenstemming met EN 12467 (niveau 1)
Dikte
± 0,5 mm
Lengte en breedte
± 3 mm
Haaksheid
1,0 mm/m
Andere diktes, afmetingen en type platen dan deze standaard in voorraad, zijn mogelijk mits minimale afnamehoeveelheden. Gelieve hiervoor te informeren bij Willco Products.
Kleur
WILLCO Aventi platen hebben een beige kleur. Vlekken in het oppervlak, zoals bvb bruine of witte autoclaafvlekken, zijn sporadisch mogelijk en zijn eigen aan de productie.
11
Technische karakteristieken
Gemiddelde waarden volgens de Europese norm EN 12467 ‘Vlakke vezelcementplaten’, welke de classificatie en de meeste testmethodes beschrijft. A. Testen volgens ISO kwaliteit management systeem Densiteit
Ovendroog
Buigsterkte
Luchtdroog,
Elasticiteitsmodulus
EN 12467
1.180
kg/m³
EN 12467
23,0
N/mm²
Luchtdroog, // T Luchtdroog,
EN 12467
17,0
N/mm²
EN 12467
10.000
N/mm²
Luchtdroog, //
EN 12467
10.000
N/mm²
T
Delaminatieweerstand
Luchtdroog
0,50
N/mm²
Hygrische beweging
0 - 100%, gem.
1,20
mm/m
Porositeit
0 - 100%
40
%
B. Classificatie Duurzaamheidsklasse
EN 12467
Categorie B
Sterkteklasse
EN 12467
Klasse 2
Brandreactieklasse
EN 13501-1
A2-s1-d0
Impermeabiliteitstest
EN 12467
Ok
Warm water test
EN 12467
Ok
Verzadigd droog test
EN 12467
Ok
C. Type test of beste schatting
Vries dooi test
EN 12467
Ok
Thermische uitzettingscoëfficiënt
α
6,5*10-6
m/mK
Warmtegeleidingscoëfficiënt
λ
0,19
W/mK
Waterdampdiffusie weerstandsgetal
μ
17-21
D. Bijkomende testen Brandreactie in toepassing
Met minerale wol
EN 13501-1 + A1 A2-s1-d0
Met PIR
EN 13501-1 + A1 B,s1-d0
Voordelen
Indien de toepassingsrichtlijnen worden gevolgd, hebben de vezelcementplaten de volgende algemene karakteristieken: - brandveilig (niet-ontvlambaar, niet-brandverspreidend) - geluidsisolerend - bestendig tegen uiteenlopende temperaturen - waterbestendig (niet op daken of afhellende vlakken in buitentoepassingen gebruiken) - bestendig tegen vele levende organismen (schimmels, bacteriën, insecten, ongedierte, etc.) - bestendig tegen vele chemicaliën - milieuvriendelijk, geen emissie van schadelijke gassen
Toepassingen
WILLCO Aventi is een drager of steunplaat voor sierpleister binnen de volgende toepassingsgebieden : - lichte geventileerde voorhanggevel op massieve draagwanden - lichte geventileerde voorhanggevel op lichte (hout)skeletwanden - ongeventileerde gevelsteunplaat rechtstreeks op houtskelet metaalskelet - geventileerde buitenplafonds - versterkingsplaat tegen impactbelasting bij ETICS Mogelijke afwerkingen: - af te werken met verschillende types WILLCO Sierpleisters. 12
Opgelet! Tussen montage en afwerking staan de platen bloot aan de weersomstandigheden en kunnen via de plaatranden vocht tot zich nemen. Dit kan leiden tot vochtplekken en bouwfysische problemen. Het is daarom vereist de platen binnen de 4 weken na montage af te werken zoals beschreven in de toepassingsrichtlijnen. Aventi kan pas gepleisterd worden indien het vochtgehalte in de plaat gestabiliseerd is en kleiner is dan 18%. Het vochtgehalte kan bepaald worden met een vochtmeter. Om nat worden en dus droogtijden te voorkomen, kan tijdens regenweer een regenbescherming voorzien worden.
Verwerkingsgegevens
Opgelet! Zagen en boren dient te gebeuren in een droge omgeving. Zaag- en boorstof moet onmiddellijk van de plaat worden verwijderd met een droge microvezel stofdoek. Niet-verwijderd zaag- en boorstof kan blijvende vlekken veroorzaken. Elektrische machines moeten aangesloten zijn op een geschikte stofzuiger om een goede stofafzuiging te bekomen. Bij niet-efficiënte stofafzuiging is het gebruik van stofmaskers van type FFP2 of beter volgens EN149:2001, aanbevolen. Verzagen/versnijden Bij het bewerken van de plaat moet de plaat voldoende worden ondersteund zodanig dat ze niet doorbuigt. De zaagtafel moet zeer stabiel zijn en mag niet trillen. De plaat mag niet onder spanning staan tijdens het verzagen. Een trillings- en spanningsvrije plaat tijdens de verzaging is noodzakelijk voor een goede zaagsnede. Foutieve verzaging kan delaminatie van de zaagrand veroorzaken. - Handcirkelzaag met geleiderail of stationaire zaagmachines: sneldraaiend met universeel vezelcement zaagblad verkrijgbaar bij Leitz-Service (beschikbare diameters: 160, 190, 225 en 300 mm) - Decoupeerzaag met zaagblad met hardmetalen tanden, type T141 HM (verkrijgbaar bij Bosch, Dewalt, Makita, ...) - Snijden en breken: langs twee zijden snijden met een trekhaak met hardmetalen tand en breken op een ondersteunde kant Boren De plaat wordt best ondersteund rondom het te boren gat (bvb. door houten ondergrond). - Voor gaten: spiraalboor met hardmetalen punt (of volledig in hardmetaal) met een tophoek van 60. Beschikbare diameters: 5,0 - 6,0 - 7,0 - 8,3 - 9,5 - 11,0 mm - Voor ronde openingen: gatzaag met hardmetalen punten (vb type Pionier van Metabo) Afwerking van zaagranden - Fijn schuurlinnen of schuurblokje Bevestigingsmiddelen Aventi kan worden bevestigd met nieten of met schroeven met verzonken kop in roestvast staal (zie toepassingsrichtlijnen voor meer informatie). Het schroeven kan gebeuren zonder voorboren.
13
Kit Enkel neutrale kit wordt aangeraden. Niet-neutrale siliconen of thiokolen kunnen vlekken veroorzaken.
Transport en opslag
De platen worden verpakt op paletten. Het transport dient te gebeuren onder een dekzeil. De platen moeten horizontaal worden gestapeld op een vlakke ondergrond. De platen moeten steeds voldoende worden ondersteund zodanig dat ze niet doorbuigen. De platen moeten worden gestapeld in een droge geventileerde ruimte. Indien de platen buiten worden opgeslagen, moeten ze steeds worden afgeschermd van regen met behulp van een dekzeil of kunststoffolie. Indien de platen toch nat worden in de verpakking, moet alle verpakking worden verwijderd en moeten de platen eventueel worden drooggewreven en zodanig worden opgesteld dat ze kunnen drogen. Het wordt aanbevolen de platen in de ruimte van aanwending te laten acclimatiseren vooraleer ze worden bevestigd. Een plaat dient door twee personen van de stapel te worden getild en dient vervolgens verticaal te worden gedragen.
Gezondheids- en veiligheidsaspecten
Bij de mechanische bewerking van platen kan stof vrijkomen dat irriterend kan zijn voor de luchtwegen en de ogen. Daarnaast, kan het inademen van fijn inadembaar kwartsbevattend stof - in het bijzonder als in hoge concentraties of gedurende langere periodes - leiden tot longziektes en een verhoogd risico op longkanker. Afhankelijk van de werkomstandigheden moeten geschikte werktuigen met stofafzuiging en/of ventilatie worden voorzien. Voor nadere richtlijnen moet het Veiligheid Informatie Blad (gebaseerd op 1907/2006/EG, artikel 31) worden geraadpleegd.
Garantie
De garantie op de plaat is enkel geldig indien de toepassingsrichtlijnen worden gerespecteerd. Bij twijfel omtrent de geschiktheid van de vlakke platen in een bepaalde toepassing, is het aangewezen een advies te vragen aan Willco Products. Willco Products kan in geen enkel geval aansprakelijk worden gesteld voor toepassingen van zijn vlakke platen die zonder goedkeuring van Willco Products worden toegepast.
Certificering
In het kader van de Europese Verordening N° 305/2011 (CPR) kan de prestatieverklaring van het product worden voorgelegd. Deze DoP - Declaration of Performance - draagt dusdanig het CE merkteken. De CE-markering garandeert de overeenkomstigheid met de productkenmerken die onder de geharmoniseerde Europese norm, die op dit product van toepassing is, vallen. De prestatieverklaring wordt conform de CPR aangeboden en is ook terug te vinden via onze website. De producerende eenheid is ISO9001, ISO14001 en OHSAS18001 gecertificeerd. Systeemcertificatie kan voorgelegd worden: duitse Zulassung en franse Avis Technique. WILLCO Aventi beschikt over een EPD (Environmental Product Declaration) volgens EN15804. In de BRE Green Guide (BREEAM) heeft vezelcement een A+ rating. 14
Meer informatie
Informatie omtrent de verschillende toepassingen kan worden teruggevonden in de Willco Products toepassingsrichtlijnen. Deze zijn terug te vinden op de website of kunnen telefonisch worden aangevraagd. Opmerkingen Wij behouden ons het recht om eventuele aanpassingen of verbeteringen, die leiden tot de technische vooruitgang of verbetering der producten, toe te passen. Deze technische gegevens dienen als leidraad, maar zijn echter niet bindend. Alle leveringen moeten voor de verwerking gecontroleerd worden.
15
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
16
Toepassingsrichtlijnen WILLCO Aventi Gevelsteunplaat voor sierpleister Houten draagstructuur Houten draagstructuur voor plafonds Niet-geventileerde voorzetgevel
17
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
18
WILLCO Aventi - Toepassingsrichtlijnen Gevelsteunplaat voor sierpleister
1 Algemeen
Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de bevestiging van WILLCO Aventi bouwplaten als steunplaat voor sierpleister op een houten draagstructuur voor gevel en plafond. Er worden een aantal basisprincipes weergegeven die moeten worden gevolgd. Voor afwijkingen of bijkomend advies, kan men terecht bij Willco Products.
2 Bekledingsmateriaal
De volgende Willco Products producten worden in dit document behandeld: - WILLCO Aventi: 10 mm Productgegevens en verwerking zijn terug te vinden in de productinformatiebladen, verkrijgbaar bij Willco Products.
3 Toepassingsgebied
Deze richtlijnen zijn geldig voor gebouwen tot een bepaalde hoogte onderworpen aan een maximale reële windbelasting in een bepaalde windzone. De maximale tussenafstand van de draagstructuur is bepaald i.f.v. de optredende windbelasting rekening houdend met een veiligheidsfactor. In onderstaande tabel staan enkele niet-bindende richtwaarden voor de windlasten. De exacte rekenwaarden kan men terugvinden in de Europese norm EN 1991-1-4 (Eurocode 1) en de nationale ANB. Middenzone gevel Ligging
Gebouwhoogte
Randzone gevel en enkelvoudige overspanning
Max. windbelasting
Max. hart-op-hart afstand draaglatten
Max. windbelasting
Max. hart-op-hart afstand draaglatten
Windzone
m
N/m²
mm
N/m²
mm
Land
0-10
650
600
1000
500
Land
10-20
800
600
1200
500
Land Kust
20-50 0-20
1000
500
1500
400
De breedte van de randzone bedraagt minstens 1 m vanaf de hoek van het gebouw en moet verder bepaald worden aan de hand van de geldende nationale normen en voorschriften. Indien er een afwijking optreedt op bovenstaande belastingsgrenzen (bijvoorbeeld door bepaalde liggingfactoren, vormfactoren, etc.), dient het ontwerp te worden bepaald door een studiebureau. Wanneer de gevelplaten wordt blootgesteld aan de weersomstandigheden (regen, zon), mogen deze enkel op een verticale of voorover hellende draagstructuur worden gemonteerd. Voor plafondtoepassingen wordt verwezen naar de desbetreffende toepassingsrichtlijnen.
19
OPGELET! Tussen montage en afwerking staan de platen bloot aan de weersomstandigheden en kunnen via de plaatranden vocht tot zich nemen. Dit kan leiden tot vochtplekken en bouwfysische problemen. Het is daarom vereist de platen binnen de 4 weken na montage af te werken zoals beschreven in de toepassingsrichtlijnen. WILLCO Aventi kan pas gepleisterd worden indien het vochtgehalte in de plaat gestabiliseerd is en kleiner is dan 18%. Het vochtgehalte kan bepaald worden met een vochtmeter. Om nat worden en dus droogtijden te voorkomen, kan tijdens regenweer een regenbescherming voorzien worden.
4 Draagstructuur
De richtlijnen voor de opbouw van een geventileerde houten draagstructuur vindt men terug in de toepassingsrichtlijn “Houten Draagstructuur-Toepassingsrichtlijnen”. Voor de draagstructuur bij plafondtoepassingen verwijzen we naar de richtlijn “Houten Draagstructuur voor Plafond-Toepassingsrichtlijnen”. De richtlijnen voor de niet-geventileerde voorzetgevel op HSB, alsook deze voor metaalskelet, kunnen verkregen worden. De afmetingen van de draaglatten (dikte en breedte) en de verschillende bevestigingsvarianten worden uitvoerig besproken in de hierboven vermelde toepassingsrichtlijnen.
5 Bevestigingswijze
5.1 Montage gevelsteunplaten De gevelsteunplaten worden rechtstreeks op de draaglatten bevestigd. De gevelsteunplaten mogen met de ruwe en gemarkeerde zijde of met de vlakke zijde naar buiten worden gemonteerd. De platen worden koud tegen elkaar geplaatst. De platen worden geschrankt geplaatst zodanig dat vier hoeken van platen niet samenkomen. Doorlopende verticale voegen moeten vermeden worden, horizontale doorlopende voegen zijn wel toegestaan. De horizontale voegen moeten niet ondersteund worden door een draaglat. Een voegdichtingsband is niet noodzakelijk.
20
5.2 Maximale afstanden tussen bevestigingsmiddelen De horizontale hart-op-hart (hoh) afstand tussen de draaglatten wordt bepaald door: - de breedte van de plaat - de maximale afstand tussen de bevestigingsmiddelen per bevestigingsvariant in midden- zone of randzone - de randafstanden van de bevestigingsmiddelen (zie verder) - de voegopening Als algemene regel kan men stellen dat volgende maximale hart-op-hart tussenafstanden tussen de houten draaglatten moeten worden gerespecteerd. Land 0-20 m
Land 20-50 m Kust 0-20 m
mm
mm
Middenzone gevel
625
500
Randzone gevel Enkelvoudige overspanning
500
417
300 *
300 *
Plafond
* De tussenafstanden van de draaglatten bedraagt maximaal 300 mm om de doorbuiging te beperken. Te grote doorbuigingen kunnen de sierpleister doen barsten. (Vb. gewicht WILLCO Aventi Geventileerd systeem = 7 kg/m²) Volgende afstanden tussen de bevestigingsmiddelen op éénzelfde draaglat moeten worden gerespecteerd. Maximale afstand tussen bevestigingsmiddelen op zelfde draaglat (mm) Schroeven
Hoogte 0-8 m Hoogte 8-20 m Hoogte 0-20 m
Plaatranden
Plaatmidden
Middenzone
560
560
Randzone
300
300
Middenzone
295
560
Randzone
120
240
Plafond
300
300
5.3 Bevestigingsmiddelen en randafstanden A Op houtskelet Draaglatten dienen massief hout te zijn. Volgende randafstanden van de bevestigingsmiddelen en breedte van de draaglat moeten worden gerespecteerd. Bevestigingsmiddel
Randafstand in plaat ep (mm)
Randafstand in draaglat er (mm)
Breedte draaglat b (mm)
Schroef (niet voorgeboord)
15
20
75
Schroef (voorgeboord)
15
12
60
Niet
12
12
60
21
b
er
ep
ep
er
Bevestiging met schroeven: De gevelsteunplaten kunnen worden bevestigd met WILLCO Schroeven in roestvrij staal met verzonken kop en freesranden. Zie § 8 Toebehoren.
4,8
9.5
48 mm
Volgende minimale randafstanden van de schroef moeten worden gerespecteerd.
D1 D1
15 mm
D2
50 mm
D2 D2
D1 De schroef wordt bevestigd in de houten draaglat op volgende wijze.
≥ 25
≥ 30
er
Het plaatsen van de schroeven gebeurt met behulp van een elektrische schroefmachine voorzien van een kwalitatief hoogwaardige bit, aangepast aan het type schroefkop. De kop van de schroef mag niet te diep in de plaat worden gedreven. 22
Bevestiging met nieten: De gevelsteunplaten kunnen worden bevestigd met nieten in corrosiebestendig (gegalvaniseerd) staal. (vb Senco Q)
11.4
1.87
De niet wordt bevestigd in de houten draaglat op volgende wijze. De niet mag niet te diep in de plaat worden gedreven.
≥ 25
≥ 40
≥ 5.dn
1.71 Volgende minimale afstand van de nieten dient te worden gerespecteerd. De nieten moeten onder een hoek van 30° tot 45° ten opzichte van de rand worden geplaatst. D1
D2 D2
D1
15 mm
D2
50 mm
D1
B Op metaalskelet Afhankelijk van de overspanningen (te bepalen door leverancier van metaalskelet) dienen de profielen uit gegalvaniseerd staal voldoende dik te zijn om de te verwachten draagkracht (resulterend uit windbelasting en zwaartekracht). Deze profielen dienen tevens ook voldoende dik te zijn om een stevige verankering van de schroeven mogelijk te maken. De volgende randafstanden dienen te worden gerespecteerd. Bevestigingsmiddel Schroef (niet voorgeboord)
Randafstand in plaat ep (mm)
Randafstand in draaglat er (mm)
Minimum breedte draaglat b (mm)
15
12
60 23
b
er
ep
ep
er
Bevestiging met schroeven in zware metaalconstructie • dikte gegalvaniseerd profiel: min. 1.5 mm – max. 2.0 mm WILLCO Aventi kan bevestigd worden met inox (A2) bimetal schroeven met verzonken kop met volgende afmetingen. De schroefkop is voorzien van freesranden en de schroef heeft een special uit carbon vervaardigd schroefpunt. Deze schroef is enkel geschikt voor bovenstaande beschreven toepassing.
7
4.5
≥ 32
Bevestiging met schroeven in lightgewicht metaalconstructie • dikte gegalvaniseerd profiel: min. 0.6 mm – max. 1.0 mm Speciale roestvrije stalen schroeven geschikt voor toepassing op lightgewicht metalen profielen worden aanbevolen. De schroefkop is voorzien van freesranden. Volgende minimale en maximale randafstanden van de gevelsteunplaat dienen te worden gerespecteerd.
D1 D1
15 mm
D2
50 mm
D2 D2
D1
24
Volgende randafstanden voor het bevestigen van de schroef in het metalen profiel dienen te worden gerespecteerd.
≥ 1.5 - ≤ 2.0
≥ 15
≥ 10
Het plaatsen van de schroeven gebeurt met behulp van een elektrische schroefmachine voorzien van een kwalitatief hoogwaardige bit, aangepast aan het type schroefkop. De kop van de schroef mag niet te diep in de plaat worden gedreven.
6 Voegafwerking
6.1 Gewone voeg tussen platen De gevelsteunplaten worden koud tegen elkaar geplaatst.
1. gevelsteunplaat 2. grondmortel 3. glasweefsel 4. voorstrijklaag 5. toplaag sierpleister
6.2 Structurele expansievoeg Structurele expansievoegen worden voorzien volgens de voorschriften van Willco Products, onder andere op volgende plaatsen: - maximaal 33 m voegloze lengte - expansievoegen in de achterconstructie worden overgenomen - om plaatsen waar beweging in de ondergrond kan optreden (bvb. overgang tussen verschillende materialen) 25
- voegbreedte structurele expansievoeg: 5 mm
1. gevelsteunplaat 2. grondmortel 3. glasweefsel 4. voorstrijklaag 5. toplaag sierpleister 6. flexibele kit 5
7 Afwerksysteem
Het afwerksysteem bestaat uit een grondmortel, een ingebed glasweefsel, een voorstrijklaag en een eindafwerking. Aanbrengen van de hoekbeschermers en van de nodige stopprofielen waar nodig. Alle profielen worden gekleefd met de WILLCO Kleef- en Uitvlakkingsmortel. - Uitvlakken van de WILLCO Aventi Gevelsteunplaat met de WILLCO Kleef- en Uitvlakkingsmortel/optie -Multilight Plus/optie -Pasta. De WILLCO Kleef- en Uitvlakkingsmortel/optie - Multilight Plus/optie -Pasta gelijkmatig verdelen op platen. Aansluitend de WILLCO Glasvezel Wit Fijn met minimum 10 cm overlapping in de uitvlakkingsmortel duwen en daarna “nat in nat” een tweede laag uitvlakkingsmortel aanbrengen zodanig dat een effen laag bekomen wordt. Voor de optie WILLCO Uitvlakkingsmortel Pasta kan er beter in één laag uitvlakkingsmortel gewerkt worden. - De WILLCO Glasvezel Wit Fijn dient zich zoveel mogelijk aan de buitenzijde van de aangebrachte uitvlakkingsmortel te bevinden. Dit voor minimaal de helft van de aangebrachte laagdikte. Als bescherming tegen hoekscheuren aan raam- en deuropeningen moet er WILLCO Diagonaal Glasvezel gebruikt worden onder de gangbare glasvezelbewapening (zie WILLCO Detailtekening 8.2). De totale laagdikte van de WILLCO Kleef- en Uitvlakkingsmortel/optie -Multilight Plus dient minimum 6 mm dik te zijn. Voor de optie WILLCO Uitvlakkingsmortel Pasta dient de totale laagdikte minimum 3 mm dik te zijn. - Als bewapening van de WILLCO Aventi Gevelsteunplaat gebruikt men de WILLCO Glasvezel Wit Fijn. - Aanbrengen van de WILLCO Silicoonhars Voorstrijk of WILLCO Silicaat Voorstrijk in dezelfde kleur als de afwerkingslaag. De WILLCO Voorstrijk mag afhankelijk van de zuigkracht van de ondergrond met maximaal 2:1 water verdund worden. De WILLCO Voorstrijk voldoende dekkend aanbrengen met borstel of rol. - Aanbrengen van de WILLCO Silicoonharssierpleister KR of WILLCO Silicaatsierpleister KR in korreldikte en kleur naar keuze. Deze WILLCO Sierpleisters hebben het uitzicht van tyrolerpleister. Ze zijn gebruiksklaar, maar kunnen indien gewenst met een weinig water gemengd worden voor een betere verwerking. Vooraleer te verwerken, met een mixer op trage snelheid mengen. Na droging van de WILLCO Voorstrijk, ten vroegste na 6 uur, wordt de WILLCO Sierpleister KR op korreldikte aangebracht met een roestvrij stalen spaan of met een spuitmachine. Aansluitend de korrels met een kunststof spaan in draaiende bewegingen op hun plaats brengen. 26
De nog verse sierpleister beschermen tegen vocht en regen. De droogtijd is o.a. ook afhankelijk van de korreldikte. De droogtijd is langer bij een hoge relatieve luchtvochtigheid en/ of lage temperaturen. Onder normale omstandigheden is de sierpleister na 2 à 3 dagen belastbaar. Ongunstige weersomstandigheden tijdens het drogen van de sierpleister, maar ook vochtige of verschillend sterk zuigende ondergronden kunnen vlekken veroorzaken. Dit komt vooral voor bij intensieve kleuren.
8 Toebehoren
Volgende toebehoren kunnen worden verkregen bij Willco Products. WILLCO Aventi Schroef
Rvs
WILLCO Aventi Ventilatieprofielen
ALU of PVC
WILLCO Aventi Stopprofiel 3512 WILLCO Aventi Niet
PVC Gegalvaniseerd staal
Voor meer technische informatie zie hoofdstuk ‘Toebehoren’.
9 Andere constructiedetails
Bewegingen in de metalen profielen (hoekprofiel, bodemprofiel, etc.) moeten steeds ontkoppeld worden van de platen. Indien nodig moeten de aluminium profielen worden voorgeboord en worden bevestigd volgens het principe van vaste en vrije bevestigingspunten. Voegen tussen de metalen profielen moeten samenvallen met voegen tussen de platen. Afwerkprofielen in metalen die kunnen uitlopen (zoals zink, koper, lood,..) worden afgeraden vanwege mogelijke vervuilingen. BOVENAFWERKING: Er moeten voldoende ventilatie openingen worden voorzien. ONDERAFWERKING: De open spouw tussen de achterzijde van de plaat en de isolatie of de achterconstructie moet onderaan afgesloten worden met een geperforeerd aluminium afsluitprofiel. Dit profiel belet het binnendringen van vogels en ongedierte. Het opstaande been van het afsluitprofiel zit geklemd tussen de houten draaglat en de gevelplaat en is niet dikker dan 0,8mm. ZETTINGSVOEG: De zettingsvoegen in het gebouw moeten ook in de bekleding opgenomen worden. Ze wordt gerealiseerd door een draaglat aan weerszijde van de voeg te plaatsen. GEBOGEN UITVOERING: WILLCO Aventi kan in een gebogen opstelling worden bevestigd met schroeven. De schroeven worden niet te hard aangedraaid zodanig dat de plaat een gelijkmatige buiging ondergaat. De minimale kromtestraal bedraagt 12 meter. De maximale tussenafstand tussen de verticale draaglatten bedraagt 400 mm. PLAFONDAFWERKING: Bij de overgang van plafond naar gevel moeten voldoende ventilatie openingen worden voorzien. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van een speciaal geperforeerd aluminium profiel dat tevens als stucstopprofiel fungeert.
27
10 Gezondheids- en veiligheidsaspecten
Bij de mechanische bewerking van platen kan stof vrijkomen dat irriterend kan zijn voor de luchtwegen en de ogen. Daarnaast, kan het inademen van fijn inadembaar kwartsbevattend stof - in het bijzonder als in hoge concentraties of gedurende langere periodes - leiden tot longziektes en een verhoogd risico op longkanker. Afhankelijk van de werkomstandigheden moeten geschikte werktuigen met stofafzuiging en/of ventilatie worden voorzien. Voor nadere richtlijnen moet het Veiligheidsinformatieblad (gebaseerd op 1907/2006/EG, artikel 31) worden geraadpleegd.
11 Meer informatie
Alle informatie omtrent de bouwplaten en hun verwerking kan worden teruggevonden in de Willco Products productinformatiebladen. Deze zijn terug te vinden op de website of kunnen telefonisch worden aangevraagd. Deze toepassingsrichtlijnen vervangen alle voorgaande uitgaven. Willco Products houdt zich het recht voor deze richtlijnen te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De lezer dient er zich van te vergewissen steeds de meest recente versie van deze documentatie te raadplegen. Niets uit deze tekst mag zonder toestemming worden veranderd.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
28
WILLCO Aventi - Toepassingsrichtlijnen Houten draagstructuur
Geventileerde voorzetgevel
1 Algemeen
Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de bevestiging van WILLCO Aventi als gevelbekleding op een geventileerde en geïsoleerde houten draagstructuur, bevestigd op een achterconstructie. Er worden een aantal basisprincipes weergegeven die moeten worden gevolgd. Voor afwijkingen of bijkomend advies, kan men terecht bij Willco Products.
2 Bekledingsmateriaal
De volgende Willco Products producten worden in dit document behandeld: - WILLCO Aventi: 10 mm Productgegevens en verwerking zijn terug te vinden in de productinformatiebladen, verkrijgbaar bij Willco Products.
3 Toepassingsgebied
Deze richtlijnen zijn geldig voor gebouwen tot een bepaalde hoogte onderworpen aan een maximale reële windbelasting in een bepaalde windzone. De maximale tussenafstand van de draagstructuur is bepaald i.f.v. de optredende windbelasting rekening houdend met een veiligheidsfactor. In onderstaande tabel staan enkele niet-bindende richtwaarden voor de windlasten. De exacte rekenwaarden kan men terugvinden in de Europese norm EN 1991-1-4 (Eurocode 1) en de nationale ANB. Middenzone gevel Ligging
Gebouwhoogte
Randzone gevel en enkelvoudige overspanning
Max. windbelasting
Max. hart-op-hart afstand draaglatten
Max. windbelasting
Max. hart-op-hart afstand draaglatten
Windzone
m
N/m²
mm
N/m²
mm
Land
0-10
650
600
1000
500
Land
10-20
800
600
1200
500
Land Kust
20-50* 0-20
1000
500
1500
400
De breedte van de randzone bedraagt minstens 1 m vanaf de hoek van het gebouw en moet verder bepaald worden aan de hand van de geldende nationale normen en voorschriften. Indien er een afwijking optreedt op bovenstaande belastingsgrenzen (bijvoorbeeld door bepaalde liggingfactoren, vormfactoren, etc.), dient het ontwerp te worden bepaald door een studiebureau. Wanneer de gevelplaten wordt blootgesteld aan de weersomstandigheden (regen, zon), mogen deze enkel op een verticale of voorover hellende draagstructuur worden gemonteerd. Voor plafondtoepassingen wordt verwezen naar de desbetreffende toepassingsrichtlijnen.
29
4 Draagstructuur
4.1. Algemeen De WILLCO Aventi gevelbekleding wordt op verticale houten draaglatten bevestigd. De houten draaglatten worden op een bepaalde afstand (afhankelijk van de gewenste isolatiedikte en luchtspouw) op de achterconstructie bevestigd met behulp van verstelbare winkelhaken, horizontale houten dwarslatten of afstandsmontageschroeven. Wanneer de houten draaglatten worden bevestigd op een bestaande spouwmuur moet de stabiliteit van het bestaande buitenspouwblad gecontroleerd worden. Bij mogelijk instabiliteit (door doorgeroeste spouwhaken) kan de spouwmuur verstevigd worden met speciale spouwmuur verbindingsankers. Deze zijn verkrijgbaar bij gespecialiseerde verankeringsproducenten. De draagstructuur moet de op het gebouw inwerkende windkrachten en de belasting van het eigengewicht kunnen opnemen. • maximale doorbuiging o.i.v. belasting: ≤ overspanning/300 • veiligheidsfactor sterkteberekening: 3 De kwaliteit van het hout dient te voldoen aan wat voor dit toepassingsgebied beschreven is in de geldende normen. Bovendien wordt het hout beschermd tegen aantasting van schimmels e.d., volgens de geldende normen EN335 en EN350.2. • minimale karakteristieke breukspanning hout: 18 N/mm2 • minimale gemiddelde elasticiteitsmodulus: 9000 N/mm2 De bevestiging van WILLCO Aventi gevelbekleding dient steeds zodanig te worden uitgevoerd dat voldoende ventilatie van de spouw behouden blijft. Aan de onderzijde, de bovenzijde en de details worden daarom de noodzakelijke openingen voorzien. Een slecht geventileerde spouw kan aanleiding geven tot bouwfysische problemen en/of kleurverschillen onder invloed van vocht voor ongecoate platen of platen met (semi-) transparante coating. • ventilatie openingen boven/onder: doorlopend met breedte ≥ 10 mm of 100 cm2/m Gebouwhoogte
0-10 m
10-20 m
20-50 m
Minimale spouwbreedte
20 mm
25 mm
30 mm
De open spouw tussen de achterzijde van de plaat en de isolatie of de achterconstructie moet onderaan afgesloten worden met een geperforeerd aluminium afsluitprofiel. Dit profiel belet het binnendringen van vogels en ongedierte. Dit profiel wordt geklemd tussen de houten draaglat en de gevelbekleding en de dikte mag niet meer dan 1 mm bedragen.
4.2. Isolatie Als isolatie kunnen harde (PIR, PUR, ... ) of zachte (MW, ... ) isolatieplaten gebruikt worden. De platen zijn geschikt voor gebruik achter lichte geventileerde voorhanggevels en voldoen aan de relevante eisen op het vlak van bijvoorbeeld de brandreactie. De platen kunnen op alle ondergronden geplaatst worden: baksteen, kalkzandsteen, beton, houtskelet,... De platen worden steeds verspringend geplaatst, ook in de hoeken. 30
De isolatie wordt bevestigd met kunststof isolatiebevestigingsmiddelen. De isolatie wordt in halfsteensverband geplaatst. De bevestigingsmiddelen worden gelijkmatig verdeeld volgens de richtlijnen van de isolatiefabrikant. a. Zachte isolatie Voor zachte isolatieplaten worden minimaal vijf isolatiebevestigers per vierkante meter voorzien volgens onderstaand bevestigingspatroon. Er wordt aangeraden om enkel zachte isolatieplaten met een waterwerende zwarte beschermlaag te gebruiken.
b. Harde isolatie Voor harde isolatieplaten met tand en groef systeem kunnen 3 bevestigingen per plaat van 600 x 1200 mm volstaan volgens onderstaand bevestigingspatroon. Een tand- en groef systeem zorgt ervoor dat de platen onderling goed aansluiten. De platen worden met de tand naar boven geplaatst. Om de winddichtheid te verhogen kunnen de naden afgeplakt worden. Hiervoor wordt geschikte dichtingstape geadviseerd, verkrijgbaar bij de isolatiefabrikant.
De horizontale voegen in de gevelbekleding worden bij voorkeur afgewerkt en gedicht met een horizontaal voegprofiel. Indien de voegen open worden gelaten, is het ten stelligste aanbevolen om een bijkomende onderdakfolie te plaatsen op de isolatieplaten.
5
4.3. Variante 1: isolatie tussen verstelbare winkelhaken Als isolatie worden bij voorkeur zachte isolatieplaten gebruikt. De isolatie wordt bevestigd na het plaatsen van de winkelhaken en voor het plaatsen van de houten draaglatten. Ter hoogte van de winkelhaak wordt een sleufje in de isolatie gesneden. Indien harde isolatieplaten worden gebruikt, wordt de isolatie ter hoogte van de winkelhaak uitgesneden. Na plaatsing van de isolatie worden de uitsparingen opgeschuimd.
60
30
35
10
30
20
31
De verstelbare winkelhaak heeft de volgende eigenschappen. • materiaal winkelhaak: minstens sendzimir verzinkt staal • standaard regelbereik: uitkraging 110 tot 150 mm uitkraging 150 tot 190 mm
1500
750 1500
De steunwinkelhaken worden bij voorkeur thermisch gescheiden van de draagwand door een kunststof vulplaatje (THERMOSTOP) te plaatsen tussen de draagwand en de winkelhaak. De draaglat is voldoende dik om een goede bevestiging van de winkelhaken mogelijk te maken. • minimale dikte draaglat: 50 mm
Om een stabiele draagstructuur te verkrijgen, worden de verstelbare winkelhaken afwisselend links en rechts van de draaglat aangebracht. De haken van twee naast elkaar gelegen draaglatten worden ook gedefazeerd aangebracht. De bevestiging van de verstelbare winkelhaken op de achterconstructie wordt voor elk project afzonderlijk bepaald in functie van de natuur en de toestand van de te bekleden wand. Algemeen wordt een minimale uittrekwaarde per bevestiging van 3 kN (300kg) aangeraden. Dit dient echter geverifieerd te worden per project. Voor beton en volle baksteen wordt meestal een RVS houtschroef (min. 7 mm diameter) met een zeskantkop en een bijbehorende nylonplug gebruikt. De schroeven met zeskantkop worden echter niet te hard aangedraaid, zodat de ingetrokken draad in de nylonplug niet wordt vernietigd. Voor andere ondergronden (holle baksteen, gasbeton, systeemwanden, ....) moeten aangepaste bevestigingsmiddelen gebruikt worden die de optredende trekkracht, als gevolg van de windbelasting, en de afschuifkrachten, als gevolg van het eigen gewicht, kunnen opnemen. Indien nodig dient een in-situ trekproef te worden uitgevoerd. De draaglatten worden aan de verstelbare winkelhaak bevestigd door middel van 4 RVS houtschroeven per winkelhaak. De schroeven dringen minstens 25 mm diep in de draaglat. 4.4. Variante 2: isolatie tussen horizontale dwarslatten Voor houtskeletbouw of voldoende effen achterconstructies, wordt de isolatie geplaatst tussen horizontale houten dwarslatten, waarop de verticale draaglatten worden bevestigd. Als isolatie kunnen harde of zachte isolatieplaten gebruikt worden.
De bevestiging van de horizontale dwarslatten op de achterconstructie wordt voor elk project afzonderlijk bepaald in functie van de natuur en de toestand van de te bekleden wand. 32
Algemeen wordt een minimale uittrekwaarde per bevestiging van 3 kN (300kg) aangeraden. Dit dient echter geverifieerd te worden per project. Voor beton en volle baksteen wordt meestal een RVS houtschroef (min. 7 mm diameter) met een verzonken kop en een bijbehorende nylonplug gebruikt. De schroeven worden echter niet te hard aangedraaid, zodat de ingetrokken draad in de nylonplug niet wordt vernietigd. Voor andere ondergronden (holle baksteen, gasbeton, systeemwanden, ...) moeten aangepaste bevestigingsmiddelen gebruikt worden die de optredende trekkracht, als gevolg van de windbelasting, en de afschuifkrachten, als gevolg van het eigen gewicht, kunnen opnemen. Indien nodig dient een in-situ trekproef te worden uitgevoerd. De verticale draaglatten worden op de horizontale dwarslatten bevestigd met één of twee RVS houtschroeven per kruispunt. • minimale breedte horizontale dwarslat : 60 mm • minimale dikte horizontale dwarslat : 30 mm
60
≥ 40
15
≥ 60
15
15
15
30
De uiteinden van de draaglatten moeten samenvallen met de horizontale dwarslatten. 4.5. Variante 3: bevestiging houten draaglatten met afstandsmontageschroeven De plaatsing van de draagstructuur m.b.v. gevelafstandsmontageschroeven dient te gebeuren volgens de richtlijnen en de garantievoorwaarden van de leverancier van de schroeven. Als isolatie worden bij voorkeur harde isolatieplaten gebruikt voorzien van tand en groef verbinding. De bevestiging van de houten draaglatten gebeurt met behulp van speciale afstandsmontageschroeven (gevelschroeven of stelschroeven met vrij roterende stelkop), welke zowel horizontaal (solitair) als schuin (vakwerkschroeving) worden geplaatst. Op deze manier wordt een sterke bewegingsarme draagconstructie bekomen. Gevelschroef
Stelschroef
Het type verankeringsplug hangt af van het soort ondergrond en wordt meegeleverd door de schroevenleverancier. • De verankeringspluggen zijn gemaakt uit hoogwaardige kunststof, bestand tegen veroudering • De pluggen zijn speciaal ontwikkeld voor gebruik met de bijhorende afstandsmontage- schroeven • De schroeven hebben een hoogwaardige corrosiebescherming • De schroeven hebben een hoge weerstand tegen doorbuiging 33
De bevestiging van de draaglatten met afstandsmontageschroeven op de achterconstructie wordt voor elk project afzonderlijk bepaald. De h.o.h. afstand van de solitaire schroeven is afhankelijk van de massa van het gevelsysteem, de ondergrond, de uitkraging van het systeem en de respectievelijke draaglatafstand en dient strikt gevolgd te worden! Belastingstabellen zijn beschikbaar bij de leverancier van de afstandsschroeven. • maximale h.o.h. afstand solitaire gevelschroeven: 600 mm • maximale h.o.h. afstand sollitaire stelschroeven: 900 mm • maximale randafstand aan uiteinde draaglat: 150 mm • minimale randafstand aan uiteinde draaglat: 80 mm • aanbevolen afstand tussen draaglat en isolatie: 20 mm De afstandsmontageschroeven worden afwisselend links en rechts in de draaglat geplaatst met een randafstand van 25 mm. De gaten in de draaglatten worden voorgeboord met een houtboor met aangepaste diameter. De gaten in de draagmuur worden doorheen de draaglat en isolatie geboord tot op de voorgeschreven minimale diepte. De afstandsmontageschroef met verankeringsplug wordt door het hout en de isolatie in de voorgeboorde gaten gepositioneerd. De draaglatten worden volgens het vooraf bepaald referentievlak gepositioneerd en vastgeschroefd. Positie schuine gevelschroef t.o.v. rechte gevelschroef
Positie schuine stelschroef t.o.v. rechte stelschroef 1. Muur 2. Isolatie 3. Geventileerde spouw 4. Uitgelijnd lattenwerk 5. Afstandsschroef (solitair) 6. Afstandsschroef schuin
Het aantal schuine schroeven is bepaald door de schroevenfabrikant of is terug te vinden in de belastingstabellen van de schroevenfabrikant. 4.6. Variante 4: Bevestiging draaglatten met winkelhaken op kramplaten voor de isolatie De plaatsing van de draagstructuur m.b.v. kramplaten dient te gebeuren volgens de richtlijnen en de garantievoorwaarden van de leverancier van de kramplaten. Als isolatie worden harde drukvaste isolatieplaten uit cellulair glas gebruikt. De isolatieplaten worden tegen de gevel gelijmd met behulp van tweecomponentenlijm die speciaal voor deze toepassing werd ontwikkeld. Na het plaatsen van de isolatie worden gegalvaniseerde kramplaten (met voorgeboord gat), formaat 15x15 cm geplaatst. De kramplaten zijn 1,5mm dik, in U-vorm geplooid en van tanden voorzien om in de isolatie aangebracht te worden. De kramplaten worden in de isolatie gedrukt en verkleefd met koudlijm. De getande kanten worden in horizontale richting geplaatst. Vervolgens wordt het bevestigingsanker met verzonken kop aangebracht in de kramplaten, doorheen de isolatie en voldoende diep in de achterliggende draagmuur. Aantal en positionering wordt voor elk project afzonderlijk bepaald in functie van de natuur en de toestand van de te bekleden wand. 34
Algemeen wordt een minimale uittrekwaarde per bevestiging van 3 kN (300kg) aangeraden. Dit dient echter geverifieerd te worden per project. Voor beton en volle baksteen wordt meestal een RVS houtschroef (min. 7 mm diameter) met een zeskantkop en een bijbehorende nylonplug gebruikt. De schroeven met zeskantkop worden echter niet te hard aangedraaid, zodat de ingetrokken draad in de nylonplug niet wordt vernietigd. Voor andere ondergronden (holle baksteen, gasbeton, systeemwanden, ....) moeten aangepaste bevestigingsmiddelen gebruikt worden die de optredende trekkracht, als gevolg van de windbelasting, en de afschuifkrachten, als gevolg van het eigen gewicht, kunnen opnemen. Indien nodig dient een in-situ trekproef te worden uitgevoerd.
Op de kramplaten worden de houten draaglatten bevestigd met behulp van al dan niet regelbare winkelhaken. Resultaat is een isolatiesysteem met een minimum aan koudebruggen. De draaglat is voldoende dik om een goede bevestiging van de winkelhaken mogelijk te maken. • minimale dikte draaglat met winkelhaak: 50 mm De verstelbare winkelhaak heeft de volgende eigenschappen. • materiaal winkelhaak: minstens sendzimir verzinkt staal Om een stabiele draagstructuur te verkrijgen, worden de verstelbare winkelhaken afwisselend links en rechts van de draaglat aangebracht. De draaglatten worden aan de winkelhaak bevestigd door middel van 4 RVS houtschroeven per winkelhaak. De schroeven dringen minstens 25 mm diep in de draaglat. 4.7. Variante 5: Houtskeletbouw (hsb) Het houtskelet wordt opgebouwd uit houten balken of H-J-I liggers. De isolatie wordt in het skelet geplaatst. Op het houten skelet worden de verticale draaglatten bevestigd. In functie van de vereiste prestaties van het skelet wordt tussen het houtskelet en de verticale draaglatten een damp-open wind-en regenscherm, een houtvezel isolatieplaat of een houtvezelcementplaat geplaatst. Het is ten stelligste aanbevolen om het skelet zelf zo stabiel mogelijk en vervormingsloos (met hoge schrankingsweerstand) te ontwerpen. Dit kan door voldoende ‘windverbanden’ te voorzien of door aan de binnen - en/of buitenzijde een extra bouwplaat te voorzien met goede bijdrage t.b.v. de schrankingsweerstand en buigstijfheid.
35
1. Gipskartonplaat 2. Dampdichte afbouwplaat 3. Dampremmende folie 4. Isolatie 5. Dampopen windscherm (vb. Houtvezelcementplaat) 6. WILLCO Aventi 7. WILLCO Uitvlakkingsmortel 8. WILLCO Glasvezel 9. WILLCO Uitvlakkingsmortel 10. WILLCO Voorstrijk 11. WILLCO Sierpleister
De verticale draaglatten moeten samenvallen met de verticale stijlen van het skelet. Hun h.o.h. afstand mag niet groter zijn dan 600 mm. Wanneer de draaglatten niet samenvallen met de hsb-stijlen moeten eerst horizontale dwarslatten voorzien worden waarop de verticale draaglatten worden bevestigd. 4.8. Verticale houten draaglatten De verticale houten draaglatten zijn éénzijdig geschaafd en worden bij plaatsing uitgelijnd in hetzelfde vlak om voldoende effenheid te verkrijgen. Bovendien moet het hout voldoende stabiel zijn zodat de uitlijning blijft behouden. Tussen de houten draaglatten wordt een kleine uitzettingsvoeg gelaten. • maximale oneffenheid: ≤ L/1000 • voeg tussen draaglatten: ≥ 5mm De draaglatten worden verticaal geplaatst zodat infiltratie- of condensatiewater van de rugkant van de plaat kan aflopen (en het hout een minimale vochtbelasting ondervindt). Op het ontwerpplan van de gevelbekleding worden de draaglatten uitgetekend. Dikte draaglatten De houten draaglatten moeten voldoende dik zijn om de optredende belastingen te weerstaan en een correcte plaatsing van de schroeven mogelijk te maken. Draaglatten geplaatst met regelbare winkelhaken • Minimale dikte draaglatten : 50 mm • Tussenafstand winkelhaken: maximaal 1500 mm Draaglatten geplaatst op houten dwarslatten Tussenafstand dwarslatten
Minimale dikte van de verticale draaglat voor schroeven
600 mm
≥ 30 mm
800 mm
≥ 35 mm
1000 mm
≥ 40 mm
1200 mm
≥ 45 mm
1500 mm
≥ 50 mm 36
Draaglatten geplaatst met afstandsmontageschroeven • Minimale dikte draaglatten: 38 mm • Tussenafstand afstandsmontageschroeven: volgens belastingstabellen of berekeningen leverancier. Draaglatten geplaatst op kramplaten • Minimale dikte draaglatten : 50 mm • Tussenafstand winkelhaken: maximaal 1500 mm Draaglatten bij houtskeletbouw • Minimale dikte draaglatten: bepaald door minimale spouwbreedte i.f.v. gebouwhoogte (zie § 4.1) Breedte draaglatten De houten draaglatten moeten voldoende breed zijn voor een voldoende waterafdichting en correcte plaatsing van de bevestigingsmiddelen. Het is aangeraden om de houten draaglatten ter plaatse van een verticale voeg iets breder te nemen dan de minimale breedte om toleranties in de uitlijning te kunnen opvangen (en dus “luchtschroeven” te vermijden). Minimale breedte draaglat (mm) Met winkelhaken, dwarslatten, kramplaten en hsb WILLCO Aventi
Met afstandsschroeven
t.p.v. voeg
tussenstijl
t.p.v. voeg
tussenstijl
73
40
75
75
Opm. Meer gedetailleerde richtlijnen in Toepassingsrichtlijnen WILLCO Aventi. 4.9. Plaatsingsprocedure Volgende procedure kan worden gevolgd voor het plaatsen van een houten draagstructuur met regelbare winkelhaken. 1. Controle op de rechtheid van de houten latten 2. Uittekenen volgens het gevelbekleding ontwerpplan van de hoh afstanden tussen de draaglatten op de gevel met behulp van een schietlood of een laser 3. Plaatsen van de regelbare winkelhaken. 4. Plaatsen van de isolatie. 5. Monteren van de draaglatten op de winkelhaken 6. Horizontale en verticale uitlijning in een vlak van de draaglatten door middel van de traploze regeling van de winkelhaken (maximale oneffenheid is kleiner dan L/1000) Volgende procedure kan worden gevolgd voor het plaatsen van een houten draagstructuur met afstandsschroeven. 1. Doorlopend plaatsen van de isolatie met isolatiepluggen. 2. Controle op de rechtheid van de houten latten 3. Voorboren draaglatten met houtboor. Gaten afwisselend links en rechts boren op 25mm van de rand. 4. Doorheen draaglat en isolatie boren tot in muur. 5. Plug + gevelschroef doorheen draaglat en isolatie tot op gewenste diepte in muur plaatsen. (doorsteekmontage) 6. Alle draaglatten vrij laten hangen op de gevelschroeven. 7. Plaatsen bouwlaser of uitlijnkoord. 8. Draaglatten op gewenste afstand schroeven volgens referentiepunt. 9. Plaatsen schuine gevelschroeven om eindstabiliteit te garanderen. 37
Volgende procedure kan worden gevolgd voor het plaatsen van een houten draagstructuur met stelschroeven. 1. Doorlopend plaatsen van de isolatie met isolatiepluggen. 2. Controle op de rechtheid van de houten latten 3. Voorboren draaglatten met houtboor 13 mm. Gaten afwisselend links en rechts boren op 25mm van de rand. 4. Doorheen draaglat en isolatie boren (Ø10) tot in muur. 5. Plug + gevelschroef doorheen draaglat en isolatie tot op gewenste diepte in muur plaatsen. (doorsteekmontage) 6. Alle stelschroeven vastschroeven. 7. Plaatsen bouwlaser of uitlijnkoord. 8. Draaglatten uitregelen door vrijdraaiende stelkop vast of los te draaien. 9. Plaatsen schuine stelschroeven om eindstabiliteit te garanderen. 4.10. Aandachtspunten: interactie draagstructuur en gevelbekleding Bij het uittekenen van de draagstructuur voor de gevelbekleding is het zeer belangrijk dat bewegingen van de draaglatten kunnen worden opgevangen door het gevelbekledingssysteem en niet tot spanningen leiden in de gevelbekledingsplaten. Een voeg tussen de houten draaglatten moet steeds samenvallen met een voeg tussen de platen. Bij voorkeur wordt de voeg op dezelfde hoogte doorgezet.
10
10
10
Geschroefd
5 Toebehoren Regelbare winkelhaak 150
Gegalvaniseerd staal
Regelbare winkelhaak 190
Gegalvaniseerd staal
WILLCO Aventi Ventilatieprofielen
ALU of PVC
Voor meer technische informatie zie hoofdstuk ‘Toebehoren’.
38
6 Info externe leveranciers
Volgende bevestigingsfabrikanten beschikken over specifieke adviezen en garantieverklaringen. Product
België
Borgh®
Facafix
+32 (0)14 67 13 91 www.borgh.net -
[email protected] -
[email protected]
Etanco
Eisys Isolco
+32 (0) 3 355 47 53 www.etanco.be -
[email protected]
Fischer
ASL
+32 (0)15 28 47 00 www.fischer.be -
[email protected]
Volgende isolatiefabrikanten beschikken over specifieke adviezen en garantieverklaringen. Recticel
Powerwall®
+32 (0)56 43 89 43 www.recticelinsulation.be -
[email protected]
Isover
Mupan Façade
+32 (0)2 645 88 82 www.isover.be -
[email protected]
7 Gezondheids- en veiligheidsaspecten
Bij de mechanische bewerking van platen kan stof vrijkomen dat irriterend kan zijn voor de luchtwegen en de ogen. Daarnaast, kan het inademen van fijn inadembaar kwartsbevattend stof - in het bijzonder als in hoge concentraties of gedurende langere periodes – leiden tot longziektes en een verhoogd risico op longkanker. Afhankelijk van de werkomstandigheden moeten geschikte werktuigen met stofafzuiging en/of ventilatie worden voorzien. Voor nadere richtlijnen moet het Veiligheid Informatie Blad (gebaseerd op 1907/2006/EC, artikel 31) worden geraadpleegd.
8 Meer informatie
Alle informatie omtrent de gevelplaten en hun verwerking kan worden teruggevonden via Willco Products. Deze toepassingsrichtlijnen vervangen alle voorgaande uitgaven. Willco Products houdt zich het recht voor deze richtlijnen te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De lezer dient er zich van te vergewissen steeds de meest recente versie van deze documentatie te raadplegen. Niets uit deze tekst mag zonder toestemming worden veranderd.
39
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
40
WILLCO Aventi - Toepassingsrichtlijnen Houten draagstructuur voor plafonds
1 Algemeen
Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de bevestiging van WILLCO Aventi Gevelplaten als plafondbekleding op een houten draagstructuur. Er worden een aantal basisprincipes weergegeven die moeten worden gevolgd. Voor afwijkingen of bijkomend advies, kan men terecht bij Willco Products. Productgegevens en verwerking van WILLCO Aventi Gevelplaten zijn terug te vinden in de productinformatiebladen, verkrijgbaar bij Willco Products.
2 Bekledingsmateriaal
De volgende Willco Products producten worden in dit document behandeld: - WILLCO Aventi: 10 mm Productgegevens en verwerking zijn terug te vinden in de productinformatiebladen, verkrijgbaar bij Willco Products.
3 Toepassingsgebied Ligging
Gebouwhoogte
Max. h.o.h. afstand draaglatten
Maximale reële windbelasting middenzone
randzone
m
mm
N/m
N/m2
Landgebied
0-10
400
650
1000
Landgebied
10-20
400
800
1200
Landgebied Kustgebied
20-50 * 0-20
400
1000
1500
2
Deze richtlijnen zijn geldig voor gebouwen tot een bepaalde hoogte onderworpen aan een maximale reële windbelasting in een bepaalde windzone. De maximale tussenafstand van de draagstructuur is bepaald i.f.v. de optredende windbelasting rekening houdend met een veiligheidsfactor. In onderstaande tabel staan enkele niet-bindende richtwaarden voor de windlasten. De exacte rekenwaarden kan men terugvinden in de Europese norm EN 1991-1-4 (Eurocode 1) en de nationale ANB. De breedte van de randzone bedraagt minstens 1 m vanaf de hoek van het gebouw moet verder bepaald worden aan de hand van de geldende nationale normen en voorschriften. Indien er een afwijking optreedt op bovenstaande belastingsgrenzen (bijvoorbeeld door bepaalde liggingsfactoren, vormfactoren, etc.), dient het ontwerp te worden bepaald door een studiebureau.
4 Draagstructuur
4.1 Algemeen De WILLCO Aventi platen worden op houten draaglatten bevestigd. De draaglatten worden op een bepaalde afstand (afhankelijk van de gewenste isolatiedikte en luchtspouw) op de achterconstructie bevestigd met behulp van: • verstelbaar ophangsysteem • houten latten • afstandsmontageschroeven 41
De draagstructuur en de achterconstructie moeten de op het gebouw inwerkende windkrachten en de belasting van het eigengewicht kunnen opnemen. • maximale doorbuiging o.i.v. belasting: ≤ overspanning/300 • veiligheidsfactor sterkteberekening: 3 De kwaliteit van het hout dient te voldoen aan hetgeen voor dit toepassingsgebied beschreven is in de geldende normen. Bovendien wordt het hout beschermd tegen aantasting van schimmels e.d., volgens de geldende norm EN350.2. • minimale karakteristieke breukspanning hout: 18 N/mm2 • minimale gemiddelde elasticiteitsmodulus: 9000 N/mm2 De bevestiging van WILLCO Aventi Gevelplaten moet steeds worden uitgevoerd met een geventileerde spouw. Aan de plafondranden en de details worden de noodzakelijke openingen voorzien om voldoende ventilatie te bewerkstelligen. Een slecht geventileerde spouw kan aanleiding geven tot bouwfysische problemen en/of kleurverschillen onder invloed van vocht voor ongecoate platen of platen met (semi-) transparante coating. • ventilatie openingen langs plafondranden: doorlopend met breedte ≥ 10 mm/m of 100 cm2/m
V
≥ 10
V
≥ 25
≥ 25
≥ 10
Gebouwhoogte
0-10 m
10-20 m
20-50 m
Minimale spouwbreedte
20 mm
25 mm
30 mm
SPECIALE AANDACHTSPUNTEN - De aansluiting van het plafond met de gevel moet zodanig worden gedetailleerd dat aflopend regenwater of spouwwater niet boven de plafondplaten kan lopen maar steeds naar buiten wordt afgeleid. - Tevens moet de constructie zodanig worden uitgevoerd dat er geen waterstagnatie op de plafondplaten kan optreden. 4.2 Isolatie Als isolatie kunnen harde (PIR, PUR, ... ) of zachte (MW, ... ) isolatieplaten gebruikt worden. De platen zijn geschikt voor gebruik achter lichte geventileerde voorhanggevels en voldoen aan de relevante eisen op het vlak van bijvoorbeeld de brandreactie. De platen kunnen op alle ondergronden geplaatst worden: baksteen, kalkzandsteen, beton, houtskelet,... De platen dienen goed tegen het binnenspouwblad aangesloten te worden. De platen kunnen zowel in één als in twee lagen geplaatst worden. Bij tweelaagse plaatsing mogen de plaatnaden niet samenvallen. Hierdoor worden de naden van de eerste laag afgesloten met de tweede 42
laag wat de winddichtheid verhoogt. De platen worden steeds verspringend geplaatst, ook in de hoeken. De isolatie wordt bevestigd met kunststof isolatiebevestigingsmiddelen. De isolatie wordt in halfsteensverband geplaatst. De bevestigingsmiddelen worden gelijkmatig verdeeld volgens de richtlijnen van de isolatiefabrikant. a. Zachte isolatie Voor zachte isolatieplaten worden minimaal vijf isolatiebevestigers per vierkante meter voorzien volgens onderstaand bevestigingspatroon. Er wordt aangeraden om enkel zachte isolatieplaten met een waterwerende zwarte beschermlaag te gebruiken.
b. Harde isolatie Voor harde isolatieplaten met tand en groef systeem kunnen 3 bevestigingen per plaat van 600 x 1200 mm volstaan volgens onderstaand bevestigingspatroon. Een tand- en groef systeem zorgt ervoor dat de platen onderling goed aansluiten. De platen worden met de tand naar boven geplaatst. Om de winddichtheid te verhogen kunnen de naden afgeplakt worden. Hiervoor wordt geschikte dichtingstape geadviseerd, verkrijgbaar bij de isolatiefabrikant.
De dwarse voegen in de plafondbekleding worden bij voorkeur afgewerkt en gedicht met een aluminium voegprofiel. Indien de voegen open worden gelaten, is het ten stelligste aanbevolen om een bijkomende onderdakfolie te plaatsen op de isolatieplaten. 4.3 Variante 1: verstelbaar ophangsysteem op massieve achterconstructie Voor oneffen massieve achterconstructies of grote verlagingen kunnen de houten draaglatten worden bevestigd op houten dwarslatten welke worden bevestigd op de massieve achterconstructie met een verstelbaar ophangsysteem. Als isolatie worden bij voorkeur zachte isolatieplaten gebruikt. De isolatie wordt bevestigd na het plaatsen van het ophangsysteem en voor het plaatsen van de houten dwars-en draaglatten. Ter hoogte van het ophangsysteem wordt een sleufje in de isolatie gesneden. In deze richtlijn wordt het ophangsysteem op volgende wijze schematisch voorgesteld.
43
x
dikte = f(x)
Het verstelbaar ophangsysteem dient voldoende sterk te zijn om de optredende belastingen te weerstaan. De dwarslat is voldoende dik om een goede bevestiging van het ophangsysteem mogelijk te maken. De afstand tussen de bevestigingen van het ophangsysteem wordt bepaald door de optredende belasting (windbelasting, zwaartekracht,..) en de sterktekarakteristieken van de houten dwarslatten. Dikte houten dwarslat
Afstand tussen de ophangpunten
≥ 50 mm
≤ 1000 mm
De bevestiging van het ophangsysteem op de massieve achterconstructie wordt voor elk project afzonderlijk bepaald in functie van de natuur en de toestand van de te bekleden wand. De minimale uittrekwaarde per bevestiging wordt bepaald door de belasting (windbelasting, zwaartekracht,..) en de bevestigingsafstanden. Voor beton wordt meestal een RVS schroef met een zeskantkop en een bijbehorende nylonplug gebruikt. De schroeven met zeskantkop worden evenwel niet te hard aangedraaid, zodat de ingetrokken draad in de nylonplug niet wordt vernietigd. Voor andere ondergronden (holle welfsels, gasbeton,....) moeten aangepaste bevestigingsmiddelen gebruikt worden die de optredende trekkracht kunnen opnemen. Indien nodig dient een in-situ trekproef te worden uitgevoerd. De houten draaglatten moeten voldoende breed zijn om een correcte plaatsing van het ophangsysteem mogelijk te maken. 4.4 Variante 2: dwarslatten op massieve achterconstructie Voor voldoende effen massieve achterconstructies of kleine verlagingen worden houten dwarslatten aan de achterconstructie bevestigd waarop vervolgens de draaglatten worden bevestigd. Als isolatie kunnen harde of zachte isolatieplaten gebruikt worden. De uiteinden van de draaglatten moeten samenvallen met de horizontale dwarslatten.
44
≥ 30 ≥ 50
2 bevestigingsmiddelen
1 bevestigingsmiddel ≥ 50
≥ 50
≥ 50
≥ 5.dn
≥ 5.dn
≥ 50
≥ 5.dn
≥ 5.dn
De afstand tussen de bevestigingen van de dwarslatten wordt bepaald door de optredende belasting (windbelasting, zwaartekracht,..) en de sterktekarakteristieken van de houten dwarslatten en is nooit groter dan 1000 mm. Dikte houten dwarslat
Afstand tussen de bevestigingspunten
≥ 35 mm
≤ 600 mm
≥ 40 mm
≤ 800 mm
≥ 50 mm
≤ 1000 mm
De bevestiging van de dwarslatten op de massieve achterconstructie wordt voor elk project afzonderlijk bepaald in functie van de natuur en de toestand van de te bekleden wand. De minimale uittrekwaarde per bevestiging wordt bepaald door de belasting (windbelasting, zwaartekracht,..) en de bevestigingsafstanden. Voor beton wordt meestal een RVS schroef met een zeskantkop en een bijbehorende nylonplug gebruikt. De schroeven met zeskantkop worden evenwel niet te hard aangedraaid, zodat de ingetrokken draad in de nylonplug niet wordt vernietigd. Voor andere ondergronden (holle welfsels, gasbeton,....) moeten aangepaste bevestigingsmiddelen gebruikt worden die de optredende trekkracht kunnen opnemen. Indien nodig dient een in-situ trekproef te worden uitgevoerd. De draaglatten worden op de dwarslatten bevestigd met één of twee bevestigingsmiddelen per kruispunt. Het aantal noodzakelijke bevestigingsmiddelen per kruispunt hangt af van de belasting (wind, eigengewicht) en de sterkte per bevestigingsmiddel (uittrekwaarde, afschuiving, etc.). De houten latten moeten voldoende breed zijn en de bevestigingsmiddelen tussen de draaglatten en de dwarslatten moeten zodanig worden bevestigd dat de houten latten niet kunnen splijten. 45
4.5 Variante 3: bevestiging houten draaglatten rechtstreeks op de draagconstructie Voor effen achterconstructies waar geen bijkomende isolatie nodig is de houten draaglatten rechtstreeks op de achterconstructie bevestigd. De afstand tussen de bevestigingen van de draaglatten wordt bepaald door de optredende belasting (windbelasting, zwaartekracht,..) en de sterktekarakteristieken van het hout. Dikte houten dwarslat
Afstand tussen de bevestigingspunten
≥ 35 mm
≤ 600 mm
≥ 40 mm
≤ 800 mm
≥ 50 mm
≤ 1000 mm
De bevestiging van de draaglatten op de achterconstructie wordt voor elk project afzonderlijk bepaald in functie van de natuur en de toestand van de te bekleden wand. De minimale uittrekwaarde per bevestiging wordt bepaald door de belasting (windbelasting, zwaartekracht,..) en de bevestigingsafstanden. Voor beton wordt meestal een RVS schroef met een zeskantkop en een bijbehorende nylonplug gebruikt. De schroeven met zeskantkop worden evenwel niet te hard aangedraaid, zodat de ingetrokken draad in de nylonplug niet wordt vernietigd. Voor andere ondergronden (holle welfsels, gasbeton,....) moeten aangepaste bevestigingsmiddelen gebruikt worden die de optredende trekkracht kunnen opnemen. Indien nodig dient een in-situ trekproef te worden uitgevoerd. De draaglatten moeten voldoende breed zijn om een correcte plaatsing van de bekleding mogelijk te maken.
4.6 Variante 4: bevestiging houten draaglatten met afstandsmontageschroeven De plaatsing van de draagstructuur m.b.v. gevelafstandsmontageschroeven dient te gebeuren volgens de richtlijnen en de garantievoorwaarden van de leverancier van de schroeven. Als isolatie worden bij voorkeur harde isolatieplaten gebruikt voorzien van tand en groef verbinding. De bevestiging van de houten draaglatten gebeurt met behulp van speciale afstandsmontageschroeven (gevelschroeven of stelschroeven met vrij roterende stelkop), welke zowel verticaal (solitair) als schuin (vakwerkschroeving) worden geplaatst. Op deze manier wordt een sterke bewegingsarme draagconstructie bekomen. Gevelschroef Stelschroef
46
Het type verankeringsplug hangt af van het soort ondergrond en wordt meegeleverd door de schroevenleverancier. • De verankeringspluggen zijn gemaakt uit hoogwaardige kunststof, bestand tegen veroudering • De pluggen zijn speciaal ontwikkeld voor gebruik met de bijhorende afstandsmontageschroeven • De schroeven hebben een hoogwaardige corrosiebescherming • De schroeven hebben een hoge weerstand tegen doorbuiging De bevestiging van de draaglatten met afstandsmontageschroeven op de achterconstructie wordt voor elk project afzonderlijk bepaald. De h.o.h. afstand van de solitaire schroeven is afhankelijk van de massa van het gevelsysteem, de ondergrond, de uitkraging van het systeem en de respectievelijke draaglatafstand en dient strikt gevolgd te worden! Belastingstabellen zijn beschikbaar bij de leverancier van de afstandsschroeven. • maximale h.o.h. afstand solitaire gevelschroeven: volgens opgave leverancier • maximale h.o.h. afstand sollitaire stelschroeven: volgens opgave leverancier • maximale randafstand aan uiteinde draaglat: 150 mm • minimale randafstand aan uiteinde draaglat: 80 mm • aanbevolen afstand tussen draaglat en isolatie: 20 mm De afstandsmontageschroeven worden afwisselend links en rechts in de draaglat geplaatst met een randafstand van 25 mm. De gaten in de draaglatten worden voorgeboord met een houtboor met aangepaste diameter. De gaten in de draagmuur worden doorheen de draaglat en isolatie geboord tot op de voorgeschreven minimale diepte. De afstandsmontageschroef met verankeringsplug wordt door het hout en de isolatie in de voorgeboorde gaten gepositioneerd. De draaglatten worden volgens het vooraf bepaald referentievlak gepositioneerd en vastgeschroefd. Positie schuine gevelschroef t.o.v. rechte gevelschroef
Positie schuine stelschroef t.o.v. rechte stelschroef 1. Vloer 2. Isolatie 3. Geventileerde spouw 4. Uitgelijnd lattenwerk 5. Afstandsschroef (solitair) 6. Afstandsschroef schuin
Het aantal schuine schroeven is bepaald door de schroevenfabrikant of is terug te vinden in de belastingstabellen van de schroevenfabrikant. 4.7 Houten draaglatten De houten draaglatten zijn éénzijdig geschaafd en worden bij plaatsing uitgelijnd in hetzelfde vlak om voldoende effenheid te bekomen. Bovendien moet het hout voldoende stabiel zijn zodat de uitlijning blijft behouden. Tussen de houten draaglatten wordt een kleine uitzettingsvoeg gelaten. 47
• maximale oneffenheid: ≤ L/1000 • voeg tussen draaglatten : ≥ 5mm
Tussenafstand draaglatten Maximaal 400 mm: Zie §3 Toepassingsgebied. Dikte draaglatten De houten draaglatten moeten voldoende dik zijn om de optredende belastingen te weerstaan en een correcte plaatsing van de schroeven mogelijk te maken. Draaglatten geplaatst met verstelbaar ophangsysteem • Minimale dikte draaglatten: 50 mm (max. tussenafstand dwarslatten 1000 mm) Of volgens berekening leverancier i.f.v. tussenafstand dwarslatten Draaglatten geplaatst op houten dwarslatten • Minimale dikte draaglatten: 50 mm (max. tussenafstand dwarslatten 1000 mm) Of volgens berekening leverancier i.f.v. tussenafstand dwarslatten Draaglatten geplaatst rechtstreeks op de achterconstructie • Minimale dikte draaglatten: 35 mm • Tussenafstand bevestigingen: ≤ 600 mm Draaglatten geplaatst met afstandsmontageschroeven • Minimale dikte draaglatten: 50 mm • Tussenafstand afstandsmontageschroeven: volgens berekening leverancier. Breedte draaglatten De houten draaglatten moeten voldoende breed zijn voor een correcte plaatsing van de bevestigingsmiddelen. Het is aangeraden om de houten draaglatten ter plaatse van een voeg iets breder te nemen dan de minimale breedte om toleranties in de uitlijning te kunnen opvangen (en dus “luchtschroeven” te vermijden) en splijten van de houten latten te voorkomen. Toepassing
Minimale breedte draaglat (mm) Met ophangsysteem of dwarslatten
WILLCO Aventi
Met afstandsschroeven
t.p.v. voeg
tussenstijl
t.p.v. voeg
tussenstijl
73
40
75
75
4.8 Plaatsingsprocedure Volgende procedure kan worden gevolgd voor het plaatsen van een houten draagstructuur voor plafonds met behulp van een verstelbaar ophangsysteem. 1. Controle op de rechtheid van de houten latten 2. Uittekenen volgens het plafondbekleding ontwerpplan van de hoh afstanden tussen de dwarslatten op het plafond 3. Plaatsen van het verstelbaar ophangsysteem 4. Plaatsen van de isolatie 5. Monteren van de dwarslatten op het ophangsysteem 6. Uitlijning in een vlak van de dwarslatten door middel van de traploze regeling van het ophangsysteem (maximale oneffenheid is kleiner dan L/1000) 7. Monteren van de draaglatten op de dwarslatten.
48
4.9 Aandachtspunten: interactie draagstructuur en plafondbekleding Bij het uittekenen van de draagstructuur voor het plafond is het zeer belangrijk dat bewegingen van de draaglatten kunnen worden opgevangen door het bekledingssysteem en niet tot spanningen leiden in de bekledingsplaten. Een voeg tussen de houten draaglatten moet steeds samenvallen met een voeg tussen de platen. Bij voorkeur wordt de voeg op dezelfde hoogte doorgezet. 10
10
10
5 Toebehoren Regelbare winkelhaak 150
Gegalvaniseerd staal
Regelbare winkelhaak 190
Gegalvaniseerd staal
Voor meer technische informatie zie hoofdstuk ‘Toebehoren’.
6 Info externe leveranciers
Volgende bevestigingsfabrikanten beschikken over specifieke adviezen en garantieverklaringen. Product België Borgh®
Facafix
+32 (0)14 67 13 91 www.borgh.net -
[email protected] -
[email protected]
Etanco
Eisys Isolco
+32 (0) 3 355 47 53 www.etanco.be -
[email protected]
Fischer
ASL
+32 (0)15 28 47 00 www.fischer.be -
[email protected]
Volgende isolatiefabrikanten beschikken over specifieke adviezen en garantieverklaringen. Recticel
Powerwall®
+32 (0)56 43 89 43 www.recticelinsulation.be -
[email protected]
Isover
Mupan Façade
+32 (0)2 645 88 82 www.isover.be -
[email protected]
49
7 Gezondheids- en veiligheidsaspecten
Bij de mechanische bewerking van platen kan stof vrijkomen dat irriterend kan zijn voor de luchtwegen en de ogen. Daarnaast, kan het inademen van fijn inadembaar kwartsbevattend stof - in het bijzonder als in hoge concentraties of gedurende langere periodes - leiden tot longziektes en een verhoogd risico op longkanker. Afhankelijk van de werkomstandigheden moeten geschikte werktuigen met stofafzuiging en/of ventilatie worden voorzien. Voor nadere richtlijnen moet het Veiligheid Informatie Blad (gebaseerd op 1907/2006/EC, artikel 31) worden geraadpleegd.
8 Meer informatie
Alle informatie omtrent de bouwplaten en hun verwerking kan worden teruggevonden in de Willco Products productinformatiebladen. Deze zijn terug te vinden op de website of kunnen telefonisch worden aangevraagd. Deze toepassingsrichtlijnen vervangen alle voorgaande uitgaven. Willco Products houdt zich het recht voor deze richtlijnen te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De lezer dient er zich van te vergewissen steeds de meest recente versie van deze documentatie te raadplegen. Niets uit deze tekst mag zonder toestemming worden veranderd.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
50
WILLCO Aventi - Toepassingsrichtlijnen Niet-geventileerde voorzetgevel Gevelsteunplaat voor sierpleister
1 Algemeen
Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de bevestiging van WILLCO Aventi bouwplaten als steunplaat voor sierpleister op een houtskelet of metaalskelet draagstructuur. Er worden een aantal basisprincipes weergegeven die moeten worden gevolgd. Voor afwijkingen of bijkomend advies, kan men terecht bij Willco Products.
2 Bekledingsmateriaal
De volgende Willco Products producten worden in dit document behandeld: - WILLCO Aventi: 10 mm Productgegevens en verwerking zijn terug te vinden in de productinformatiebladen, verkrijgbaar bij Willco Products.
3 Toepassingsgebied
Deze richtlijnen zijn geldig voor gebouwen tot een bepaalde hoogte onderworpen aan een maximale reële windbelasting in een bepaalde windzone. De maximale tussenafstand van de draagstructuur is bepaald i.f.v. de optredende windbelasting rekening houdend met een veiligheidsfactor. In onderstaande tabel staan enkele niet-bindende richtwaarden voor de windlasten. De exacte rekenwaarden kan men terugvinden in de Europese norm EN 1991-1-4 (Eurocode 1) en de nationale ANB. Middenzone gevel Ligging
Gebouwhoogte
Randzone gevel en enkelvoudige overspanning
Max. windbelasting
Max. hart-op-hart afstand draaglatten
Max. windbelasting
Max. hart-op-hart afstand draaglatten
Windzone
m
N/m²
mm
N/m²
mm
Land
0-10
650
600
1000
500
Land
10-20
800
600
1200
500
Land Kust
20-50 0-20
1000
500
1500
400
De breedte van de randzone bedraagt minstens 1 m vanaf de hoek van het gebouw en moet verder bepaald worden aan de hand van de geldende nationale normen en voorschriften. Indien er een afwijking optreedt op bovenstaande belastingsgrenzen (bijvoorbeeld door bepaalde liggingfactoren, vormfactoren, etc.), dient het ontwerp te worden bepaald door een studiebureau. Wanneer de gevelplaten wordt blootgesteld aan de weersomstandigheden (regen, zon), mogen deze enkel op een verticale of voorover hellende draagstructuur worden gemonteerd. Niet-geventileerde plafondtoepassingen maken geen deel uit van deze toepassingsrichtlijnen.
51
OPGELET! Tussen montage en afwerking staan de platen bloot aan de weersomstandigheden en kunnen via de plaatranden vocht tot zich nemen. Dit kan leiden tot vochtplekken en bouwfysische problemen. Het is daarom vereist de platen binnen de 4 weken na montage af te werken zoals beschreven in de toepassingsrichtlijnen. WILLCO Aventi kan pas gepleisterd worden indien het vochtgehalte in de plaat gestabiliseerd is en kleiner is dan 18%. Het vochtgehalte kan bepaald worden met een vochtmeter. Om nat worden en dus droogtijden te voorkomen, kan tijdens regenweer een regenbescherming voorzien worden.
4 Randvoorwaarden
Structurele stijfheid van de draagconstructie: Willco Aventi kan enkel als niet-geventileerde gevelsteunplaat worden toegepast indien er een uitstijfingsplaat voorzien is aan de binnenzijde van de draagconstructie. (type Hydropanel, Duripanel, LaDura, etc.) Regenscherm: Achter de Willco Aventi gevensteunplaat dient een regenscherm te worden geplaatst. Dampscherm: In de meeste gevallen dient aan de binnenzijde van de muur een dampscherm geplaast te worden. De totale constructie dient zodanig te worden opgevat, dat er geen risico bestaat op interne condensvorming. Het verschil in µd-waarde tussen binnen en buiten dient minimaal factor 10 te hebben (gemiddelde van 6 tot 15).
1 Gipskartonplaat 2 Dampremmende folie 3 Dampdichte afbouwplaat 4 Skeletbouw 5 Isolatie 6 Dampopen regenscherm 7 WILLCO Aventi Gevelsteunplaat 8 WILLCO Uitvlakkingsmortel 9 WILLCO Glasvezel 10 WILLCO Uitvlakkingsmortel 11 WILLCO Voorstrijk 12 WILLCO Sierpleister
5 Bevestigingmethode
5.1. Montage gevelsteunplaten De gevelsteunplaten worden rechtstreeks op de draaglatten bevestigd. De gevelsteunplaten mogen met de ruwe en gemarkeerde zijde of met de vlakke zijde naar buiten worden gemonteerd. De platen worden koud tegen elkaar geplaatst. De platen worden geschrankt geplaatst zodanig dat vier hoeken van platen niet samenkomen. Doorlopende verticale voegen moeten vermeden worden, horizontale doorlopende voegen zijn wel toegestaan. De horizontale 52
voegen moeten niet ondersteund worden door een draaglat. Een voegdichtingsband is niet noodzakelijk.
5.2 Maximale afstanden tussen houtskelet constructie De maximale keeperafstand is 600 mm (3 keepers per verticaal geplaatst WILLCO Aventi-plaat). Afhankelijk van de hoogte van het gebouw en de windbelasting kan de hart-afstand worden beperkt tot 400 mm (4 keepers per verticaal geplaatst WILLCO Aventi-plaat). 5.3. Maximale afstanden tussen bevestigingsmiddelen Volgende randafstanden van de bevestigingsmiddelen en breedte van de draaglat moeten worden gerespecteerd. Constructietype
Bevestigingsmiddel
Houtskelet Metaalskelet
Afstand tussen het bevestigingsmiddel “e” (mm)
Schroef
50-200
Niet
50-122
Bimetal Schroef
50-200
b
ep
ep 30°
e
e
b
53
5.4 Bevestigingsmiddelen en randafstanden A Op houtskelet Draaglatten dienen massief hout te zijn. Volgende randafstanden van de bevestigingsmiddelen en breedte van de draaglat moeten worden gerespecteerd. Bevestigingsmiddel Schroef (niet voorgeboord)
Randafstand in plaat ep (mm)
Randafstand in draaglat er (mm)
Breedte draaglat b (mm)
15
20
75
Schroef (voorgeboord)
15
12
60
Niet
12
12
60
b
er
ep
ep
er
Bevestiging met schroeven: De gevelsteunplaten kunnen worden bevestigd met WILLCO Schroeven in roestvrij staal met verzonken kop en freesranden. Zie § 8 Toebehoren.
4,8
9.5
48 mm
Volgende minimale randafstanden van de schroef moeten worden gerespecteerd.
D1 D1
15 mm
D2
50 mm
D2 D2
D1
54
De schroef wordt bevestigd in de houten draaglat op volgende wijze.
≥ 25
≥ 30
er
Het plaatsen van de schroeven gebeurt met behulp van een elektrische schroefmachine voorzien van een kwalitatief hoogwaardige bit, aangepast aan het type schroefkop. De kop van de schroef mag niet te diep in de plaat worden gedreven.
Bevestiging met nieten: De gevelsteunplaten kunnen worden bevestigd met nieten in corrosiebestendig (gegalvaniseerd) staal. (vb Senco Q)
11.4
1.87
De niet wordt bevestigd in de houten draaglat op volgende wijze. De niet mag niet te diep in de plaat worden gedreven.
≥ 25
≥ 40
≥ 5.dn
1.71
55
Volgende minimale afstand van de nieten dient te worden gerespecteerd. De nieten moeten onder een hoek van 30° tot 45° ten opzichte van de rand worden geplaatst. D1
D2 D2
D1
15 mm
D2
50 mm
D1
B Op metaalskelet Afhankelijk van de overspanningen (te bepalen door leverancier van metaalskelet) dienen de profielen uit gegalvaniseerd staal voldoende dik te zijn om de te verwachten draagkracht (resulterend uit windbelasting en zwaartekracht). Deze profielen dienen tevens ook voldoende dik te zijn om een stevige verankering van de schroeven mogelijk te maken. De volgende randafstanden dienen te worden gerespecteerd. Bevestigingsmiddel Schroef (niet voorgeboord)
Randafstand in plaat ep (mm)
Randafstand in draaglat er (mm)
Minimum breedte draaglat b (mm)
15
12
60
b
er
ep
ep
er
Bevestiging met schroeven in zware metaalconstructie • dikte gegalvaniseerd profiel: min. 1.5 mm – max. 2.0 mm WILLCO Aventi kan bevestigd worden met inox (A2) bimetal schroeven met verzonken kop met volgende afmetingen. De schroefkop is voorzien van freesranden en de schroef heeft een special uit carbon vervaardigd schroefpunt. Deze schroef is enkel geschikt voor bovenstaande beschreven toepassing.
4.5
7
≥ 32
56
Bevestiging met schroeven in lightgewicht metaalconstructie • dikte gegalvaniseerd profiel: min. 0.6 mm – max. 1.0 mm Speciale roestvrije stalen schroeven geschikt voor toepassing op lightgewicht metalen profielen worden aanbevolen. De schroefkop is voorzien van freesranden. Volgende minimale en maximale randafstanden van de gevelsteunplaat dienen te worden gerespecteerd.
D1 D1
15 mm
D2
50 mm
D2 D2
D1 Volgende randafstanden voor het bevestigen van de schroef in het metalen profiel dienen te worden gerespecteerd.
≥ 1.5 - ≤ 2.0
≥ 15
≥ 10
Het plaatsen van de schroeven gebeurt met behulp van een elektrische schroefmachine voorzien van een kwalitatief hoogwaardige bit, aangepast aan het type schroefkop. De kop van de schroef mag niet te diep in de plaat worden gedreven.
57
6 Voegafwerking
6.1 Gewone voeg tussen platen De gevelsteunplaten worden koud tegen elkaar geplaatst.
1. regenscherm 2. gevelsteunplaat 3. grondmortel 4. glasweefsel 5. voorstrijklaag 6. toplaag sierpleister
6.2 Structurele expansievoeg Structurele expansievoegen worden voorzien volgens de voorschriften van Willco Products, onder andere op volgende plaatsen: - maximaal 33 m voegloze lengte - expansievoegen in de achterconstructie worden overgenomen - om plaatsen waar beweging in de ondergrond kan optreden (bvb. overgang tussen verschillende materialen) - voegbreedte structurele expansievoeg: 5 mm
1. regenscherm 2. gevelsteunplaat 3. grondmortel 4. glasweefsel 5. voorstrijklaag 6. toplaag sierpleister 7. flexibele kit 5
7 Afwerksysteem
Het afwerksysteem bestaat uit een grondmortel, een ingebed glasweefsel, een voorstrijklaag en een eindafwerking. Aanbrengen van de hoekbeschermers en van de nodige stopprofielen waar nodig. Alle profielen worden gekleefd met de WILLCO Kleef- en Uitvlakkingsmortel. - Uitvlakken van de WILLCO Aventi Gevelsteunplaat met de WILLCO Kleef- en Uitvlakkingsmortel/optie -Multilight Plus/optie -Pasta. De WILLCO Kleef- en Uitvlakkingsmortel/optie - Multilight Plus/optie -Pasta gelijkmatig verdelen op platen. Aansluitend de WILLCO Glasvezel Wit Fijn met minimum 10 cm overlapping in de uitvlakkingsmortel duwen en daarna “nat in nat” een tweede laag uitvlakkingsmortel aanbrengen zodanig dat een effen laag bekomen wordt. Voor de optie WILLCO Uitvlakkingsmortel Pasta kan er beter in één laag uitvlakkingsmortel gewerkt worden. - De WILLCO Glasvezel Wit Fijn dient zich zoveel mogelijk aan de buitenzijde van de aangebrachte uitvlakkingsmortel te bevinden. Dit voor minimaal de helft van de aangebrachte laagdikte. Als bescherming tegen hoekscheuren aan raam- en deuropeningen moet er WILLCO Diagonaal Glasvezel gebruikt worden onder de gangbare glasvezelbewapening (zie WILLCO Detailtekening 8.2). 58
De totale laagdikte van de WILLCO Kleef- en Uitvlakkingsmortel/optie -Multilight Plus dient minimum 6 mm dik te zijn. Voor de optie WILLCO Uitvlakkingsmortel Pasta dient de totale laagdikte minimum 3 mm dik te zijn. - Als bewapening van de WILLCO Aventi Gevelsteunplaat gebruikt men de WILLCO Glasvezel Wit Fijn. - Aanbrengen van de WILLCO Silicoonhars Voorstrijk of WILLCO Silicaat Voorstrijk in dezelfde kleur als de afwerkingslaag. De WILLCO Voorstrijk mag afhankelijk van de zuigkracht van de ondergrond met maximaal 2:1 water verdund worden. De WILLCO Voorstrijk voldoende dekkend aanbrengen met borstel of rol. - Aanbrengen van de WILLCO Silicoonharssierpleister KR of WILLCO Silicaatsierpleister KR in korreldikte en kleur naar keuze. Deze WILLCO Sierpleisters hebben het uitzicht van tyrolerpleister. Ze zijn gebruiksklaar, maar kunnen indien gewenst met een weinig water gemengd worden voor een betere verwerking. Vooraleer te verwerken, met een mixer op trage snelheid mengen. Na droging van de WILLCO Voorstrijk, ten vroegste na 6 uur, wordt de WILLCO Sierpleister KR op korreldikte aangebracht met een roestvrij stalen spaan of met een spuitmachine. Aansluitend de korrels met een kunststof spaan in draaiende bewegingen op hun plaats brengen. De nog verse sierpleister beschermen tegen vocht en regen. De droogtijd is o.a. ook afhankelijk van de korreldikte. De droogtijd is langer bij een hoge relatieve luchtvochtigheid en/ of lage temperaturen. Onder normale omstandigheden is de sierpleister na 2 à 3 dagen belastbaar. Ongunstige weersomstandigheden tijdens het drogen van de sierpleister, maar ook vochtige of verschillend sterk zuigende ondergronden kunnen vlekken veroorzaken. Dit komt vooral voor bij intensieve kleuren.
8 Toebehoren
Volgende toebehoren kunnen worden verkregen bij Willco Products. WILLCO Aventi Schroef
Rvs
WILLCO Aventi Ventilatieprofielen WILLCO Aventi Niet
ALU of PVC Gegalvaniseerd staal
Voor meer technische informatie zie hoofdstuk ‘Toebehoren’.
9 Andere constructiedetails
Bewegingen in de metalen profielen (hoekprofiel, bodemprofiel, etc.) moeten steeds ontkoppeld worden van de platen. Indien nodig moeten de aluminium profielen worden voorgeboord en worden bevestigd volgens het principe van vaste en vrije bevestigingspunten. Voegen tussen de metalen profielen moeten samenvallen met voegen tussen de platen. Afwerkprofielen in metalen die kunnen uitlopen (zoals zink, koper, lood,..) worden afgeraden vanwege mogelijke vervuilingen. BOVENAFWERKING: Er moeten voldoende ventilatie openingen worden voorzien. ONDERAFWERKING: De open spouw tussen de achterzijde van de plaat en de isolatie of de achterconstructie moet onderaan afgesloten worden met een geperforeerd aluminium 59
afsluitprofiel. Dit profiel belet het binnendringen van vogels en ongedierte. Het opstaande been van het afsluitprofiel zit geklemd tussen de houten draaglat en de gevelplaat en is niet dikker dan 0,8mm. ZETTINGSVOEG: De zettingsvoegen in het gebouw moeten ook in de bekleding opgenomen worden. Ze wordt gerealiseerd door een draaglat aan weerszijde van de voeg te plaatsen. GEBOGEN UITVOERING: WILLCO Aventi kan in een gebogen opstelling worden bevestigd met schroeven. De schroeven worden niet te hard aangedraaid zodanig dat de plaat een gelijkmatige buiging ondergaat. De minimale kromtestraal bedraagt 12 meter. De maximale tussenafstand tussen de verticale draaglatten bedraagt 400 mm. PLAFONDAFWERKING: Bij de overgang van plafond naar gevel moeten voldoende ventilatie openingen worden voorzien. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van een speciaal geperforeerd aluminium profiel dat tevens als stucstopprofiel fungeert.
10 Gezondheids- en veiligheidsaspecten
Bij de mechanische bewerking van platen kan stof vrijkomen dat irriterend kan zijn voor de luchtwegen en de ogen. Daarnaast, kan het inademen van fijn inadembaar kwartsbevattend stof - in het bijzonder als in hoge concentraties of gedurende langere periodes - leiden tot longziektes en een verhoogd risico op longkanker. Afhankelijk van de werkomstandigheden moeten geschikte werktuigen met stofafzuiging en/of ventilatie worden voorzien. Voor nadere richtlijnen moet het Veiligheidsinformatieblad (gebaseerd op 1907/2006/EG, artikel 31) worden geraadpleegd.
11 Meer informatie
Alle informatie omtrent de bouwplaten en hun verwerking kan worden teruggevonden in de Willco Products productinformatiebladen. Deze zijn terug te vinden op de website of kunnen telefonisch worden aangevraagd. Deze toepassingsrichtlijnen vervangen alle voorgaande uitgaven. Willco Products houdt zich het recht voor deze richtlijnen te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De lezer dient er zich van te vergewissen steeds de meest recente versie van deze documentatie te raadplegen. Niets uit deze tekst mag zonder toestemming worden veranderd.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
60
Toebehoren voor het WILLCO Aventi Systeem
61
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
62
WILLCO Aventi - Toebehoren
WILLCO Aventi Schroef
Voor het bevestigen van de WILLCO Aventi Gevelsteunplaten. Tekening
4,8
9.5
48 mm
Omschrijving
Materiaal
Afmetingen
Verpakking
Schroef met verzonken kop SQD en freesranden
Rvs
4,8 x 48 mm
100 st.
Omschrijving
Materiaal
Afmetingen
Verpakking
Niet in corrosiebestendig staal
Gegalvaniseerd staal
11,4 x ≥ 40 mm
5000 st.
WILLCO Aventi Niet
Voor het bevestigen van de WILLCO Aventi Gevelsteunplaten. Tekening
1.87
≥ 40
11.4
1.71
WILLCO Aventi Ventilatieprofielen
Voor het afsluiten van de open spouw tussen de achterzijde van de plaat en de isolatie of de achterconstructie. Dit profiel belet het binnendringen van vogels en ongedierte. Het wordt geklemd tussen de houten draaglat en de gevelbekleding en de dikte mag niet meer dan 1 mm bedragen. Tekening
Omschrijving - nr.
Materiaal
Afmetingen
Verpakking
PVC
100 x 5000 mm
12 rollen/ karton
Nr. 3695 Vrije keuze van hoek tot 90°
Een flexibel ventilatieprofiel (4 in 1) dat kan geplooid worden naar gelang de hoek.
63
Tekening
Tekening
a
Tekening
a
a
Tekening
Omschrijving - nr.
Materiaal
Afmetingen (a x lengte)
Verpakking
Nr. 3612
PVC
30 x 2500 mm
20 lengtes
Nr. 3610
PVC
50 x 2500 mm
20 lengtes
Nr. 3611
PVC
60 x 2500 mm
10 lengtes
Nr. 3613
PVC
70 x 2500 mm
10 lengtes
Nr. 3617
PVC
90 x 2500 mm
10 lengtes
Omschrijving - nr.
Materiaal
Afmetingen (a x lengte)
Verpakking
Nr. 9312
ALU
50 x 2500 mm
20 lengtes
Nr. 9313
ALU
70 x 2500 mm
20 lengtes
Nr. 9314
ALU
90 x 2500 mm
20 lengtes
Omschrijving - nr.
Materiaal
Afmetingen (a x lengte)
Verpakking
Nr. 9309
ALU
30 x 2500 mm
20 lengtes
Nr. 9301
ALU
40 x 2500 mm
20 lengtes
Nr. 9071
ALU
50 x 2500 mm
20 lengtes
Nr. 9330
ALU
60 x 2500 mm
10 lengtes
Nr. 9072
ALU
70 x 2500 mm
20 lengtes
Nr. 9306
ALU
90 x 2500 mm
20 lengtes
Nr. 9332
ALU
100 x 2500 mm
10 lengtes
Nr. 9334
ALU
120 x 2500 mm
10 lengtes
Omschrijving - nr.
Materiaal
Afmetingen
Verpakking
Nr. 9320
ALU
50 x 2500 mm
20 lengtes
Nr. 9040
ALU
70 x 2500 mm
20 lengtes
Nr. 9322
ALU
80 x 2500 mm
20 lengtes
Nr. 9324
ALU
100 x 2500 mm
20 lengtes
Nr. 9095
ALU
120 x 2500 mm
20 lengtes
64
WILLCO Aventi Stopprofiel 3512
Dient als randbescherming voor de WILLCO Aventi Gevelsteunplaten. Men bekomt een strakke en mooie afwerking, doordat men tegen het profiel kan aanwerken. Tekening
Omschrijving - nr.
Materiaal
Afmetingen
Verpakking
Nr. 3512
PVC
2500 mm
10 lengtes
Omschrijving - nr.
Materiaal
Afmetingen
Verpakking
Regelbare winkelhaak 150 Regelbaar van 110 tot 150 mm
Gegalvaniseerd staal
150 mm
Per stuk
Regelbare winkelhaak 190 Regelbaar van 150 tot 190 mm
Gegalvaniseerd staal
190 mm
Per stuk
WILLCO Aventi Winkelhaken
Voor de bevestiging van de houten draagstructuur. Tekening
WILLCO Aventi Thermostop
De steunwinkelhaken worden bij voorkeur thermisch gescheiden van de draagwand door een kunststof vulplaatje (Thermostop) te plaatsen tussen de draagwand en de winkelhaak. Omschrijving - nr.
Materiaal
Afmetingen
Verpakking
Thermostop
PVC
50x60x5 mm
Per stuk
5
Tekening
60
30
35
10
30
20
65
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
66
Detailtekeningen WILLCO Aventi
67
WILLCO Aventi - opbouw draagstructuur
WILLCO Aventi_opbouw draaglatten
Detail: Aventi 0.1
Vooraanzicht
Datum: 03.2015
Toepassing: WILLCO Aventi
Ondergrond
Bovenaanzicht
Dit principe detail is een schematische voorstelling van een buitengevelisolatiesysteem. De aansluitingen met vreemde materialen worden alsook schematisch voorgesteld. De werkelijke situatie kan verschillen met deze voorstelling. Dit principedetail dient als leidraad, maar moet eventueel worden aangepast door de installateur rekening houdend met de concrete situatie.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België - Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
68
WILLCO Aventi - bevestiging WILLCO Aventi Gevelsteunplaat op draagstructuur
Detail: Aventi 0.2
Vooraanzicht WILLCO Aventi_bevestiging WILLCO Aventi op draaglatten
Datum: 03.2015
Toepassing: WILLCO Aventi
WILLCO Aventi Gevelsteunplaat
Ondergrond
Bovenaanzicht
Dit principe detail is een schematische voorstelling van een buitengevelisolatiesysteem. De aansluitingen met vreemde materialen worden alsook schematisch voorgesteld. De werkelijke situatie kan verschillen met deze voorstelling. Dit principedetail dient als leidraad, maar moet eventueel worden aangepast door de installateur rekening houdend met de concrete situatie.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België - Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
69
WILLCO Aventi WILLCO Aventi Ventilatieprofiel
Detail: Aventi 0.3
Verticale snede
Datum: 03.2015
Toepassing: WILLCO AventiWILLCO Aventi_opbouw met ventilatieprofiel
WILLCO Aventi Ventilatieprofiel
Dit principe detail is een schematische voorstelling van een buitengevelisolatiesysteem. De aansluitingen met vreemde materialen worden alsook schematisch voorgesteld. De werkelijke situatie kan verschillen met deze voorstelling. Dit principedetail dient als leidraad, maar moet eventueel worden aangepast door de installateur rekening houdend met de concrete situatie.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België - Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
70
WILLCO Aventi - lagenopbouw
Detail: Aventi 0.4
Verticale snede
Datum: 03.2015
Toepassing: WILLCO Aventi
WILLCO Aventi_laagopbouw
WILLCO Sierpleister Geventileerde spouw
WILLCO Glasvezel WILLCO Uitvlakkingsmortel WILLCO Aventi Gevelsteunplaat
Ondergrond Draagstructuur
Ventilatie
Ventilatie openingen boven/onder: >10 mm/m of 100 cm²/m Gebouwhoogte Minimale spouwbreedte
0 - 10 m 20 mm
10 - 20 m 25 mm
20 - 30 m 30 mm
Tabel erbij zetten in Indesign! (zie origineel Strikotherm) Dit principe detail is een schematische voorstelling van een buitengevelisolatiesysteem. De aansluitingen met vreemde materialen worden alsook schematisch voorgesteld. De werkelijke situatie kan verschillen met deze voorstelling. Dit principedetail dient als leidraad, maar moet eventueel worden aangepast door de installateur rekening houdend met de concrete situatie.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België - Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
71
WILLCO Aventi - buitenhoek
Detail: Aventi 0.5
Horizontale snede
Datum: 03.2015
Toepassing: WILLCO Aventi
WILLCO Aventi_buitenhoek
Ventilatie
WILLCO Sierpleister WILLCO Glasvezel WILLCO Uitvlakkingsmortel WILLCO Aventi Gevelsteunplaat Ondergrond
Draagstructuur
Hoekprofiel met weefsel
Geventileerde spouw
Dit principe detail is een schematische voorstelling van een buitengevelisolatiesysteem. De aansluitingen met vreemde materialen worden alsook schematisch voorgesteld. De werkelijke situatie kan verschillen met deze voorstelling. Dit principedetail dient als leidraad, maar moet eventueel worden aangepast door de installateur rekening houdend met de concrete situatie.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België - Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
72
WILLCO Aventi - buitenhoek (wand - plafond)
Detail: Aventi 0.6
Verticale snede
Datum: 03.2015
Toepassing: WILLCO Aventi WILLCO Aventi_buitenhoek wand-plafond - verticale snede
Ondergrond
Draagstructuur
WILLCO Glasvezel WILLCO Uitvlakkingsmortel WILLCO Aventi Gevelsteunplaat
Geventileerde spouw
WILLCO Sierpleister
WILLCO Aventi Ventilatieprofiel WILLCO Aventi Stopprofiel
Ventilatie
Dit principe detail is een schematische voorstelling van een buitengevelisolatiesysteem. De aansluitingen met vreemde materialen worden alsook schematisch voorgesteld. De werkelijke situatie kan verschillen met deze voorstelling. Dit principedetail dient als leidraad, maar moet eventueel worden aangepast door de installateur rekening houdend met de concrete situatie.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België - Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
73
WILLCO Aventi - binnenhoek (wand - plafond)
Detail: Aventi 0.7
Verticale snede
Datum: 03.2015
Toepassing: WILLCO Aventi WILLCO Aventi_binnenhoek wand-plafond
Ondergrond
Geventileerde spouw
WILLCO Aventi Stopprofiel WILLCO Aventi Ventilatieprofiel WILLCO Sierpleister WILLCO Glasvezel WILLCO Uitvlakkingsmortel WILLCO Aventi Gevelsteunplaat
Draagstructuur
Dit principe detail is een schematische voorstelling van een buitengevelisolatiesysteem. De aansluitingen met vreemde materialen worden alsook schematisch voorgesteld. De werkelijke situatie kan verschillen met deze voorstelling. Dit principedetail dient als leidraad, maar moet eventueel worden aangepast door de installateur rekening houdend met de concrete situatie.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België - Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
74
WILLCO Aventi Aansluiting op een plint
Detail: Aventi 1.1
Verticale snede
Datum: 03.2015
Toepassing: WILLCO Aventi WILLCO Aventi_aansluiting met plint
Draagstructuur
WILLCO Glasvezel WILLCO Uitvlakkingsmortel WILLCO Aventi Gevelsteunplaat
Geventileerde spouw
WILLCO Sierpleister
Ondergrond
WILLCO Aventi Stopprofiel WILLCO Aventi Ventilatieprofiel WILLCO Voegdichtband Ventilatie WILLCO Isolatieplaat voor Plint WILLCO Estolan 2K Afdichting door derden
Dit principe detail is een schematische voorstelling van een buitengevelisolatiesysteem. De aansluitingen met vreemde materialen worden alsook schematisch voorgesteld. De werkelijke situatie kan verschillen met deze voorstelling. Dit principedetail dient als leidraad, maar moet eventueel worden aangepast door de installateur rekening houdend met de concrete situatie.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België - Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
75
WILLCO Aventi - Aansluiting met dakrand plat dak - met WILLCO Dakrandprofiel Detail: Aventi 2.1
Verticale snede
Datum: 03.2015
Toepassing: WILLCO Aventi WILLCO Aventi_aansluiting dakrand plat dak met WILLCO Dakrandprofiel
WILLCO Dakrandprofiel Ventilatie WILLCO Aventi Stopprofiel WILLCO Aventi Ventilatieprofiel Ondergrond
WILLCO Glasvezel WILLCO Uitvlakkingsmortel WILLCO Aventi Gevelsteunplaat
Geventileerde spouw
WILLCO Sierpleister
Draagstructuur
Dit principe detail is een schematische voorstelling van een buitengevelisolatiesysteem. De aansluitingen met vreemde materialen worden alsook schematisch voorgesteld. De werkelijke situatie kan verschillen met deze voorstelling. Dit principedetail dient als leidraad, maar moet eventueel worden aangepast door de installateur rekening houdend met de concrete situatie.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België - Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
76
WILLCO Aventi - Systeemaansluiting plat dak met opstaande muur WILLCO Aventi_aansluiting plat dak met opstaande muur
Detail: Aventi 2.2
Verticale snede
Datum: 03.2015
Toepassing: WILLCO Aventi
Muurafdekplaat in aluminium
WILLCO Aventi Ventilatieprofiel
WILLCO Aventi Stopprofiel Ventilatie
Dakdichting door derden
WILLCO Glasvezel WILLCO Uitvlakkingsmortel
Geventileerde spouw
WILLCO Sierpleister
Ondergrond
WILLCO Aventi Gevelsteunplaat Draagstructuur
Dit principe detail is een schematische voorstelling van een buitengevelisolatiesysteem. De aansluitingen met vreemde materialen worden alsook schematisch voorgesteld. De werkelijke situatie kan verschillen met deze voorstelling. Dit principedetail dient als leidraad, maar moet eventueel worden aangepast door de installateur rekening houdend met de concrete situatie.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België - Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
77
WILLCO Aventi - aansluiting schrijnwerk in het vlak van het metselwerk WILLCO Aventi_aansluiting aluminium schrijnwerk bovenkant - verticale snede
Detail: Aventi 3.1
Verticale snede
Datum: 03.2015
Toepassing: WILLCO Aventi
Draagstructuur
WILLCO Glasvezel WILLCO Uitvlakkingsmortel WILLCO Aventi Gevelsteunplaat
Ondergrond Geventileerde spouw
WILLCO Sierpleister
WILLCO Aventi Ventilatieprofiel WILLCO Aventi Stopprofiel
Ventilatie
WILLCO Voegdichtband
Dit principe detail is een schematische voorstelling van een buitengevelisolatiesysteem. De aansluitingen met vreemde materialen worden alsook schematisch voorgesteld. De werkelijke situatie kan verschillen met deze voorstelling. Dit principedetail dient als leidraad, maar moet eventueel worden aangepast door de installateur rekening houdend met de concrete situatie.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België - Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
78
WILLCO Aventi - aansluiting schrijnwerk in het vlak van het metselwerk
Detail: Aventi 3.2
Horizontale snede
Datum: 03.2015
Toepassing: WILLCO Aventi WILLCO Aventi_aansluiting aluminium schrijnwerk_horizontale snede
Ondergrond
WILLCO Voegdichtband WILLCO Aventi Stopprofiel WILLCO Sierpleister WILLCO Glasvezel WILLCO Uitvlakkingsmortel
Geventileerde spouw
WILLCO Aventi Gevelsteunplaat Hoekprofiel met weefsel
Draagstructuur
Dit principe detail is een schematische voorstelling van een buitengevelisolatiesysteem. De aansluitingen met vreemde materialen worden alsook schematisch voorgesteld. De werkelijke situatie kan verschillen met deze voorstelling. Dit principedetail dient als leidraad, maar moet eventueel worden aangepast door de installateur rekening houdend met de concrete situatie.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België - Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
79
WILLCO Aventi - Aansluiting aluminium schrijnwerk in het vlak van het metselwerk WILLCO Aventi_aansluiting alu schrijnwerk in het vlak van het metselwerk - verticale snede
Detail: Aventi 3.3
Verticale snede
Datum: 03.2015
Toepassing: WILLCO Aventi
WILLCO Voegdichtband
WILLCO Aventi Ventilatieprofiel WILLCO Aventi Stopprofiel
Draagstructuur WILLCO Sierpleister Ondergrond
WILLCO Glasvezel
WILLCO Aventi Gevelsteunplaat
Geventileerde spouw
WILLCO Uitvlakkingsmortel
Dit principe detail is een schematische voorstelling van een buitengevelisolatiesysteem. De aansluitingen met vreemde materialen worden alsook schematisch voorgesteld. De werkelijke situatie kan verschillen met deze voorstelling. Dit principedetail dient als leidraad, maar moet eventueel worden aangepast door de installateur rekening houdend met de concrete situatie.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België - Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
80
WILLCO Aventi - Start op plat dak
Detail: Aventi 4.1
Verticale snede
Datum: 03.2015
Toepassing: WILLCO Aventi WILLCO Aventi_start op plat dak
Draagstructuur
WILLCO Glasvezel WILLCO Uitvlakkingsmortel WILLCO Aventi Gevelsteunplaat
Geventileerde spouw
WILLCO Sierpleister
Ondergrond
WILLCO Aventi Stopprofiel WILLCO Ventilatieprofiel WILLCO Voegdichtband Ventilatie Isolatie door derden Dakdichting door derden
Dit principe detail is een schematische voorstelling van een buitengevelisolatiesysteem. De aansluitingen met vreemde materialen worden alsook schematisch voorgesteld. De werkelijke situatie kan verschillen met deze voorstelling. Dit principedetail dient als leidraad, maar moet eventueel worden aangepast door de installateur rekening houdend met de concrete situatie.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België - Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
81
WILLCO Aventi Aansluiting lessenaarsdak WILLCO Aventi_aansluiting lessennaarsdak
Detail: Aventi 4.2
Verticale snede
Datum: 03.2015
Toepassing: WILLCO Aventi
Draagstructuur
WILLCO Glasvezel WILLCO Uitvlakkingsmortel WILLCO Aventi Gevelsteunplaat
Geventileerde spouw
WILLCO Sierpleister
Ondergrond
WILLCO Aventi Ventilatieprofiel WILLCO Aventi Stopprofiel WILLCO Voegdichtband
Ventilatie
Waterdichting door derden
Dit principe detail is een schematische voorstelling van een buitengevelisolatiesysteem. De aansluitingen met vreemde materialen worden alsook schematisch voorgesteld. De werkelijke situatie kan verschillen met deze voorstelling. Dit principedetail dient als leidraad, maar moet eventueel worden aangepast door de installateur rekening houdend met de concrete situatie.
Willco Products - Kwalestraat 72 - 9320 Nieuwerkerken - België - Tel 053/77 13 72 - Fax 053/78 16 56 -
[email protected]
82