PC118 VOEDINGSNIJVERHEID VOEDINGSINDUSTRIE
J U L I 2 015
Woordje van de Nationaal Secretaris Na weken vergaderen is het ons gelukt om een sectorakkoord af te sluiten met de werkgevers van de voedingsnijverheid. We hebben als vakbond hard moeten onderhandelen. Maar we blijven volop gaan voor een sectorakkoord. Want zo’n sectorakkoord is belangrijk om de loon- en arbeidsvoorwaarden van alle arbeiders in de sector te verbeteren. Het is van toepassing op de arbeiders van alle subsectoren, in grote en kleine ondernemingen, in heel het land. Wat dit akkoord voor jou betekent, kan je lezen in deze Nieuwsflash. Bart Vannetelbosch
INHOUD Nieuw sectorakkoord 2015-2016 1-5 Bakkerijen 4 Vleessector 5 Delegeeraad over sectorakkoord 6
Nieuw sectorakkoord 2015-2016 Een sectorakkoord wordt onderhandeld tussen werkgevers en vakbonden van een sector. Dit bepaalt de loon- en arbeidsvoorwaarden voor alle 60 000 arbeiders uit de voedingsnijverheid. Een belangrijk akkoord dus. Het akkoord is opgebouwd rond koopkracht, werkbaar werk, eindeloopbaan en vorming.
Indexsprong is gestemd
Functieclassificatie koffie 7 Acties tegen het harde regeringsbeleid gaan verder! 8
Grote lijnen van het akkoord: ÖÖ Lonen: + € 0,07 op 1/1/2016 ÖÖ Vaste premies: + 1,09 % op 1/1/2016 ÖÖ Brutopremie van € 80 per jaar, of een gelijkwaardig voordeel te bepalen in functie van de onderneming ÖÖ Nieuw: minimum ploegenpremie voor grote bakkerijen van € 0,10/uur ÖÖ Weekendpremie kleine bakkerijen wordt € 4 ÖÖ Alle opties voor SWT (vroegere brugpensioen) mogelijk in de sector ÖÖ Alles opties landingsbanen mogelijk in de sector ÖÖ Drie extra eindeloopbaandagen vanaf 60 jaar + loskoppelen van SWT ÖÖ Invoering van drie eindeloopbaandagen vanaf 60 jaar voor de grote bakkerijen ÖÖ Sectorale stimulansen omtrent werkbaar werk ÖÖ Nieuwe initiatieven omtrent vorming voor werknemers
Maar wat betekent dit nu allemaal? We bespreken enkele belangrijke dossiers verder in deze nieuwsflash.
7
prettige vakantie!
Nieuw sectorakkoord 2015-2016 KOOPKRACHT Naar goede gewoonte maakt de koopkracht een belangrijk deel uit van dit akkoord. Door de indexsprong komt de koopkracht de komende jaren onder druk te staan. Maar de voorbije jaren waren de marges om te onderhandelen over de lonen ook al zeer beperkt. Na onderhandelingen tussen vakbonden en werkgevers kon het ACV bekomen dat de lonen van de werknemers in de privésector in 2016 toch licht mochten stijgen. Met deze beperkte marges moesten we dus in de sector aan de slag. Als vakbond wilden we deze marges uiteraard zo maximaal mogelijk invullen. De werkgevers van de voedingsnijverheid wilden de marges echter zeer beperkt invullen. En dit terwijl de voedingsnijverheid een zeer gezonde sector is, met goede omzetcijfers, veel export en mooie winsten. Dit is enkel mogelijk dankzij het harde werk van de arbeiders. Het waren dan ook moeilijke onderhandelingen. Met het volgende resultaat: 1. Loonsverhoging + € 0,07uur Op 1 januari 2016 zullen alle lonen van de voedingsnijverheid met € 0,07 euro verhogen. Dus zowel de sectorale minimumlonen als de werkelijk betaalde lonen worden verhoogd. De lonen zullen op dat moment ook deels geïndexeerd worden (zie verder). Jammer genoeg moesten we ook een uitzondering toestaan. De minimumlonen van bepaalde functies in de subsector van de vleesconserven zullen niet verhogen. Het gaat hier enkel over de lonen van nieuwe werknemers. Wie al in dienst is op 31 december 2015, krijgt wel een verhoging van € 0,07. Meer informatie hierover vind je verder in deze Nieuwsflash.
2. Brutopremie, ploegenpremie of gelijkaardig voordeel Naast de marge voor loonsverhoging, werd er nog een tweede marge vastgelegd. In ondernemingen met een syndicale delegatie zal deze marge in de onderneming onderhandeld worden. Voor ondernemingen zonder bedrijfsakkoord geldt de algemene regeling die voor de sector werd onderhandeld. Voor de bakkerijen werd een aparte regeling afgesproken. • Ondernemingen met syndicale delegatie: onderhandelingen In ondernemingen met een syndicale afvaardiging, mag er onderhandeld worden over 0,3% van de loonmassa. Dit betekent dat in de onderneming kan gekozen worden op welke manier dit wordt ingevuld. Er kan gekozen worden voor het optrekken van de maaltijdcheques, een extra premie, een bijkomende loonsverhoging, enz. Als er geen akkoord wordt bereikt voor 31/12/2015, dan krijgen de arbeiders een brutopremie van € 80, zoals bepaald in de algemene regeling. • Algemene regeling: brutopremie van 80 euro In ondernemingen waar er niet onderhandeld wordt, zullen alle arbeiders vanaf 2016 een brutopremie van € 80 per jaar krijgen. De premie wordt uitbetaald volgens dezelfde modaliteiten als de eindejaarspremie.
• Ploegenpremie voor arbeiders van bakkerijen van 20 of meer werknemers Vanaf 1 januari 2016 wordt er een sectorale ploegenpremie van € 0,10 per uur ingevoerd. In sommige ondernemingen krijgen werknemers die in ploegen werken al langer een ploegenpremie. In andere ondernemingen worden deze arbeiders op geen enkele manier vergoed voor de ongemakken van het werken in ploegen. Daarom waren de vakbonden al lang vragende partij om een ploegenpremie in te voeren. Wie nog geen ploegenpremie kreeg, zal vanaf 2016 dus een premie van € 0,10/ uur krijgen. In grote bakkerijen waar er reeds een ploegenpremie bestaat, zal er ook kunnen onderhandeld worden over 0,3% van de loonmassa. • Kleine bakkerijen: brutopremie en verhoging weekendpremie In bakkerijen met minder dan 20 werknemers, krijgen de arbeiders vanaf 2016 ook een brutopremie van € 80. Daarnaast zal de weekendpremie vanaf 1 januari 2016 verhoogd worden naar € 4 (in plaats van € 2,97 nu). 3. Verhoging van de vaste premies De vaste premies en vergoedingen worden verhoogd op 1 januari 2016. De nieuwe bedragen vind je hieronder.
PREMIES EN VERGOEDINGEN VANAF 01/01/2016 Ploegenpremies
vanaf 01/01/2016
• Ochtend :
€ 0,48
• Namiddag:
€ 0,54
• Nachtpremie :
€ 1,88
Tijdelijke werkloosheid • Eerste 5 dagen :
€8
• Na 5 dagen :
€ 11
Bestaanszekerheid na beëindiging arbeidsovereenkomst wegens overmacht
€ 10,46
Vergoeding langdurige ziekte
€ 6,95
Kledij • Ter beschikking :
€ 3,64
• Onderhoud:
€ 4,30
-2-
WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) De regering nam een ingrijpende beslissing in verband met het SWT, het vroegere brugpensioen. De regering wil dat iedereen langer blijft werken, en verhoogde de leeftijd waarop werknemer SWT kunnen opnemen van 60 naar 62 jaar. Het ACV heeft hier een aantal uitzonderingen op bekomen. Die uitzonderingen zijn nu ook van toepassing in de sector : SWT vanaf 58 jaar - zwaar beroep of nachtarbeid Geldig van 1 januari 2015 tot 31 december 2016 Voorwaarden : • 58 jaar • 33 jaar loopbaan • 20 jaar nachtarbeid of zwaar beroep hebben uitgeoefend.
SWT vanaf 60 jaar Geldig van 1 januari 2015 tot 31 december 2017 Voorwaarden: • 60 jaar • 40 jaar loopbaan voor mannen – 31 jaar (in 2015), 32 jaar (in 2016), 33 jaar (in 2017) voor vrouwen Medisch SWT vanaf 58 jaar Geldig van 1 januari 2015 tot 31 december 2016 Voorwaarden : • 58 jaar • 35 jaar loopbaan • erkende mindervalide of ernstige fysieke problemen Zwaar beroep is de laatste 10 jaar gedurende minstens 5 jaar of de laatste 15 jaar gedurende minstens 7 jaar gewerkt hebben in ploegen, in onderbroken dienst of met nachtprestaties.
SWT vanaf 58 jaar - zwaar beroep Geldig van 1 januari 2015 tot 31 december 2016 Voorwaarden : • 58 jaar • 33 jaar loopbaan • zwaar beroep hebben uitgeoefend SWT vanaf 56/58 jaar –lange loopbaan Geldig van 1 januari 2015 tot 31 december 2016 Voorwaarden: • 56 jaar in 2015 – 58 jaar in 2016 • 40 jaar loopbaan
Wil je weten of je in aanmerking komt voor SWT? Neem dan contact op met onze dienstverleners.
AANVULLEND PENSIOEN
TIJDSKREDIET
Vakbonden en werkgevers hebben ervoor gekozen om de beperkte marges volledig om te zetten in onmiddellijke verhoging van de koopkracht. Op deze manier kunnen we de indexsprong gedeeltelijk verzachten. Daardoor komt er deze keer geen verhoging van het sectoraal aanvullend pensioen. De afspraken uit het vorige akkoord blijven echter gelden. Alle arbeiders van de sector blijven dus verder hun aanvullend pensioen opbouwen. Vakbonden en werkgevers bevestigen het belang van een goed aanvullend pensioen voor de arbeiders. Er zal tegen eind 2016 een langetermijnvisie ontwikkeld worden en er zullen afspraken gemaakt worden om het systeem efficiënter te maken.
De regering zette ook het mes in de systemen van tijdskrediet en de landingsbanen. Het tijdskrediet zonder motief werd afgeschaft en de leeftijd om een landingsbaan op te nemen werd opgetrokken van 55 naar 60 jaar. Ook dit heeft het ACV nog een stuk kunnen bijsturen en is er beslist om de overgebleven opties maximaal mogelijk te maken in de sector. Zo zullen arbeiders met een loopbaan van 35 jaar, met 20 jaar nachtprestaties of met een zwaar beroep toch nog op 55 jaar een landingsbaan kunnen opnemen. Zwaar beroep is de laatste 10 jaar gedurende minstens 5 jaar of de laatste 15 jaar gedurende minstens 7 jaar gewerkt hebben in ploegen, in onderbroken dienst of met nachtprestaties.
-3-
EINDELOOPBAANDAGEN In het vorige akkoord werd het systeem van eindeloopbaandagen ingevoerd. Dit zijn drie tot zes extra vrije dagen voor werknemers die recht hadden op SWT, maar die toch blijven verder werken. Deze waren niet van toepassing op de bakkerijen. Met de verstrenging van het systeem van SWT moesten we dit systeem herbekijken. Als vakbond wilden we ook extra eindeloopbaandagen. Dit was een zeer moeilijk punt in de onderhandelingen. Uiteindelijk hebben we toch een doorbraak bereikt. De eindeloopbaandagen worden losgekoppeld van het systeem van SWT. Vanaf 1 juli 2015 heeft al wie een loopbaan van 35 jaar heeft, waarvan 10 jaar bij de huidige werkgever, vanaf de leeftijd van 56 jaar recht op eindeloopbaandagen. Onder 35 jaar loopbaan wordt verstaan alle gewerkte periodes en gelijkgesteld periodes die meetellen voor het wettelijk pensioen. De werkgever kan een bewijs hiervan vragen met bijvoorbeeld een attest van de pensioendienst. Bovendien werden er drie extra eindeloopbaandagen ingevoerd vanaf 60 jaar. Samengevat : • 56 jaar : 3 eindeloopbaandagen per jaar • 58 jaar : 6 eindeloopbaandagen per jaar • 60 jaar : 9 eindeloopbaandagen per jaar Arbeiders die voor het eerst in 2015 deze dagen krijgen, hebben in 2015 recht op de helft van deze dagen. Als vakbond eisten we dat deze eindeloopbaandagen ook werden ingevoerd voor de werknemers van de bakkerijen. Want ook zij moeten langer werken. Ook dit was een zeer moeilijke discussie. De arbeiders van de grote bakkerijen en banketbakkerijen vanaf 20 werknemers hebben vanaf 1 juli 2015 vanaf 60 jaar recht op drie eindeloopbaandagen. De werknemers van kleine bakkerijen (minder dan 20 werknemers) hebben geen recht op eindeloopbaandagen. Volgens de werkgevers is dit onmogelijk te organiseren. Als compensatie krijgen deze werknemers een verhoging van de weekendpremie (zie p. 2, koopkracht).
WERKBAAR WERK Het ACV wil ervoor zorgen dat de kwaliteit van de jobs in de bedrijven verbetert. In de sector werd er afgesproken om een onderzoek te laten uitvoeren om de problemen rond werkbaarheid in kaart te brengen. We kijken ook naar voorbeelden in binnen- en buitenland. Er zal specifieke aandacht besteed worden aan arbeiders in moeilijke werkomstandigheden, zoals werken in hoge of lage temperaturen en werken in shiften. Verder zal de sector concrete aanbevelingen doen omtrent werkbaar werk. Het IPV, het vormingsinstituut van de voedingsnijverheid, begeleidt sinds kort ondernemingen die rond ergonomie willen werken. Veel werknemers in de voedingsnijverheid hebben gezondheidsklachten doordat ze in een slechte houding moeten werken en vaak dezelfde bewegingen moeten herhalen. Via de ergonomiescan kunnen problemen opgespoord worden en kunnen er maatregelen genomen worden om fysieke klachten te voorkomen. Op basis van de aanbevelingen die in verschillende ondernemingen gemaakt werden, kunnen er lessen voor de hele sector getrokken worden. Vakbonden en werkgevers zullen samen aanbevelingen formuleren voor specifieke functies in de sector.
Verder beveelt de sector aan dat in ondernemingen waar er onderhandeld wordt, ook aandacht besteed wordt aan werkbaar werk in het ondernemingsakkoord. Daarbij kan ook beroep gedaan worden op de diensten van het IPV : de ergonomiescan, de website, vorming voor leidinggevenden en informatie rond de reïntegratie van langdurig zieke werknemers en werknemers met ernstige gezondheidsproblemen. Deze instrumenten worden nog verder uitgewerkt binnen de raad van bestuur van het IPV. Via de gegevens van het sociaal fonds zal verder op niveau van de sector de tewerkstelling van oudere werknemers opgevolgd worden. Ook het aantal dossiers van langdurige ziekte wordt nauwgezet gecontroleerd. Zo kunnen we nagaan wat de impact is van de regeringsbeslissingen omtrent langer werken. Binnen het IPV wordt er verder nog een werkgroep opgezet omtrent tewerkstelling, die zich specifiek zal richten op lokale tewerkstelling. Tenslotte zal de sector ook onderzoeken welke maatregelen genomen kunnen worden om de resultaten van outplacement te verbeteren. VORMING De sector blijft verder inzetten op vorming van de werknemers. De delegees kunnen voortaan het opleidingsaanbod van het IPV, het vormingsinstituut van de sector, in hun onderneming verspreiden.
Bakkerijen Ook voor de bakkerijen verliepen de onderhandelingen zeer moeilijk. Deze sector kon in het verleden veel uitzonderingen bekomen. Het is dan ook tijd voor een inhaaloperatie, zodat de werknemers uit de bakkerijen dezelfde loon- en arbeidsvoorwaarden kunnen genieten als de rest van de sector. De werkgevers wilden echter niet met geld over de brug komen. Na lang onderhandelen konden we enkele verbeteringen bekomen. Voor de grote bakkerijen wordt er een sectorale ploegenpremie van € 0,10 ingevoerd. De werknemers van de grote bakkerijen kunnen voortaan ook eindeloopbaandagen opnemen, vanaf de leeftijd van 60 jaar. Voor de werknemers van kleine bakkerijen waren de eindeloopbaandagen onbespreekbaar. Voor hen hebben we een verhoging van de weekendpremie onderhandeld. Deze bedraagt € 4 vanaf 1 januari 2016.
-4-
Werknemers zullen ook over het aanbod geïnformeerd worden via het opleidingsgesprek. Zo kunnen we meer arbeiders op de hoogte brengen van de vormingen die ze kunnen volgen. Verder zet de sector in op vorming voor specifieke groepen. In het kader van de ingroeibanen, wordt er geïnvesteerd in vorming voor jongeren. De sector erkent dat het belangrijk is om jongeren kansen te geven. Laaggeschoolde jongeren (jonger dan 26 jaar), hebben het eerste jaar van hun aanwerving recht op een budget van 2500 euro om vorming te volgen via het IPV. Verder wordt er binnen het IPV een pilootproject opgezet rond de versterking van werknemers in kwetsbare functies. Zo kunnen werknemers in jobs die dreigen te verdwijnen tijdig worden bijgeschoold. De sector zal een unaniem advies uitbrengen om stages voor minderjaren uit de bakkerijen ook ‘s nachts mogelijk te maken. Nu is dit verboden. Maar aangezien veel bakkers ‘s nachts werken, missen ze zo een belangrijk onderdeel in hun stage. Om misbruiken te voorkomen zal er wel een duidelijk kader uitgewerkt worden. Tenslotte komt er een advies van de sociale partners dat vorming voor werknemers, in de mate van het mogelijke, tijdens de werktijd moet gebeuren. Meer info: www.ipv-ifp.be
Vleessector Een van de redenen waarom de onderhandelingen zeer moeilijk verliepen, is omdat de werkgevers een verlaging van de minimumlonen vroegen voor bepaalde functies van het vlees. Voor de werkgevers was dit een breekpunt. Voor de vakbonden was dit onbespreekbaar. Na meerdere vergaderingen werd er een compromis bereikt. Voor bepaalde functies uit de vleessector zal het minimumloon voor nieuwe werknemers op 1 januari 2016 niet verhoogd worden met 0,07 euro. Wie op dat ogenblik al in dienst is, heeft wel recht op de loonsverhoging. Het gaat hier om functies die het grootste risico lopen om in andere paritaire comités met lagere lonen te worden ondergebracht. De lijst met deze functies wordt bepaald tegen het einde van dit jaar. Deze uitzondering is voor de vakbonden enkel aanvaardbaar op voorwaarde dat de sector inspanningen doet om alle vleesactiviteiten in de toekomst terug onder het paritair comité van de voedingsnijverheid te brengen. Sommige bedrijven hebben in het verleden hun activiteiten namelijk opgesplitst om bepaalde functies onder te brengen in het paritair comité van de voedingshandel of de logistiek. Daar liggen de minimumlonen lager. Er zal gewerkt worden aan een classificatie voor de gehele vleessector. Daarna zal er geprobeerd worden om alle vleesactiviteiten terug onder ons paritair comité te brengen. Zo kan de oneerlijke concurrentie worden stopgezet, zodat de druk op de lonen vermindert.
INTERIMARBEID
ARBEIDERS EN BEDIENDEN
De sociale partners bevelen aan dat er zo veel mogelijk gewerkt wordt met contracten van minstens een week. In het vorige akkoord werd het werken met dagcontracten verstrengd. In de praktijk zien we dat sommige werkgevers nu werken met opeenvolgende contracten van twee dagen. Dit is uiteraard niet de bedoeling. Daarom vragen de sociale partners nu om zoveel mogelijk met contracten van een week of langer te werken.
De aanvullende vergoeding bij werkloosheid na ontslag wordt vanaf 1 juli 2015 afgeschaft voor nieuwe contracten. Deze aanvullende vergoeding werd ingevoerd om de lagere opzegvergoedingen voor arbeiders te compenseren. Sinds de invoering van het eenheidsstatuut werd deze discriminatie tussen arbeiders en bedienden weggewerkt, waardoor deze compensatie niet meer nodig is. In de sector zal er verder opgelijst worden welke verschillen er nog bestaan tussen arbeiders en bedienden op niveau van de sector.
Ondernemingsraad of syndicale delegatie hebben nu al om de 3 maand recht op gedetailleerde informatie over het gebruik van uitzendarbeid in hun onderneming. Vakbonden en werkgevers zeggen nu dat deze informatie over interimarbeid best maandelijks wordt overgemaakt aan de ondernemingsraad of syndicale delegatie. Zo kunnen delegees korter op de bal spelen.
-5-
Delegeeraad over sectorakkoord
Na de onderhandelingen met de werkgevers, werd het voorstel van akkoord op 18 juni voorgelegd aan de delegeeraad. Want het is aan de delegees om te bepalen of het ACV dit akkoord goedkeurt. Zo’n 150 delegees uit de sector kwamen samen om het sectorakkoord te bespreken. Daarna werd er gestemd. Het akkoord werd door de delegees van het ACV goedgekeurd. De delegees zagen veel goede elementen in het akkoord, maar er waren ook veel kritische bedenkingen. Een moeilijk punt voor de delegees was dat bepaalde functies van de vleessector geen loonsverhoging zouden krijgen. Volgens de delegees chanteren de werkgevers hun werknemers met de dreiging om te delocaliseren of om bepaalde taken uit te besteden. Zo wordt er onterecht druk gezet op de lonen. Want in
veel vleesbedrijven worden er grote winsten gemaakt. Bovendien vrezen ze dat de werkgevers in de toekomst ook voor andere activiteiten lagere lonen zullen eisen. De delegees lieten zeer duidelijk verstaan dat ze dit niet zouden toelaten en dat ze bereid zijn om hier actie tegen te voeren. Verder waren de delegees teleurgesteld over de beperkte koopkrachtstijging. Al begrepen de delegees dat dit vooral kwam door de beperkte marges waarbinnen wij konden onderhandelen. Maar ook door de moeilijke houding van de werkgevers van de sector. De delegees herhaalden dat het dankzij het harde werk van de arbeiders is, dat er in de sector winst gemaakt kan worden. De meeste delegees besloten echter dat de voordelen van het sectorakkoord harder doorwegen
-6-
dan de nadelen. Ze erkenden dat de onderhandelaars van het ACV er zo veel mogelijk hadden uitgehaald. De verhoging van de koopkracht, het recht op SWT en landingsbanen, de eindeloopbaandagen en de andere punten zijn belangrijk voor alle werknemers. Het akkoord betekent een belangrijke verbetering voor de arbeiders van de sector. Bovendien vinden de delegees dat ze solidair moeten zijn met de werknemers van KMO’s, die zonder akkoord niets zouden krijgen. Het akkoord werd dan ook door de delegees van het ACV goedgekeurd. Ondertussen hebben alle vakbonden en werkgeversorganisaties het akkoord goedgekeurd.
Indexsprong is gestemd WET OP DE INDEXSPRONG De indexsprong, die werd aangekondigd in het regeerakkoord, is ondertussen wettelijk vastgelegd. Dit ondanks zwaar protest van het ACV. De wet bepaalt dat pas wanneer er 2% indexering ingeleverd is, er terug zal geïndexeerd kunnen worden. Volgens de huidige voorspellingen, zal dit ten vroegste in 2017 zijn. Dit betekent dat iedereen minstens 2% koopkracht zal verliezen!
PROTEST BIJ GRONDWETTELIJK HOF De vakbonden laten hun protest tegen de indexsprong niet vallen. Ze vechten de indexsprong aan bij het Grondwettelijk hof. De indexsprong treft enkel de werknemers en mensen die leven van een uitkering, en is daarom discriminerend. Bovendien gaat de indexsprong tegen afspraken die de sociale partners in het verleden hebben gemaakt over de index. Het is dus een schending van het recht op collectief onderhandelen. We hopen dan ook dat het Grondwettelijk Hof deze onrechtvaardige maatregel zal vernietigen.
TOCH 0,47 % OP 1/1/2016 Omdat de index pas in maart is geblokkeerd, zullen de lonen in de voedingsindustrie op 1/1/2016 nog geïndexeerd worden met 0,47 %. Opgelet, dit betekent niet dat de inlevering vermindert. Omwille van de techniek die men gebruikt, zal de indexsprong van 2% gewoon over meerdere jaren, in stukjes, bereikt worden. Dus voor alle duidelijkheid: de indexsprong is door de regering in gang gezet en zal op het einde van de rit aan iedereen 2% koopkracht kosten.
Sociale verkiezingen In mei 2016 vinden de sociale verkiezingen plaats. Het ACV warmt zich al op. Vanaf september beginnen wij volop campagne te voeren en kandidaten te zoeken. Het ACV speelt in de sector een voortrekkersrol. Wij willen die rol blijven spelen maar daarom is het belangrijk dat wij bij de sociale verkiezingen de steun krijgen van een maximum aantal werknemers en dat wij in alle diensten zouden vertegenwoordigd zijn. Zo kunnen wij onze stem nog luider laten horen. Hierover hoor je binnenkort ongetwijfeld nog meer.
-7-
Functieclassificatie koffie Zoals je in vorige flashes reeds kon lezen, hebben we gewerkt aan een nieuwe functieclassificatie voor de subsector van de koffiebranderijen. Deze classificatie is al lang klaar. De onderhandelingen over de bijhorende minimumlonen verlopen echter zeer moeilijk. Wegens de sectoronderhandelingen werden deze vergaderingen voorlopig opgeschort. Nu er duidelijkheid is over het sectorakkoord, kunnen de onderhandelingen over de minimumlonen voor de koffie opnieuw verder gezet worden. Meer nieuws volgt dus later!
CONTACTEER ONS AALST Hopmarkt, 45 053/73.45.38
Acties tegen het harde regeringsbeleid gaan verder!
ANTWERPEN Aalmoezenierstraat 14-16 03/222.70.70 BRUGGE Oude Burg, 17 050/44.41.61 BRUSSEL Grisarstraat 44 02/500.28.80 GENT Poel, 7 09/265.43.41 IEPER St.-Jacobsstraat, 34 059/34.26.36
LEUVEN Martelarenlaan 8 3010 Kessel-Lo 016/21.94.60 HASSELT Mgr. Broekxplein, 6 011/29.09.52 MECHELEN Onder den Toren, 4A 015/71.85.50 OOSTENDE Dr. L. Colensstraat, 7 059/55.25.57 ROESELARE H. Horriestraat, 31 051/26.55.22 ST.-NIKLAAS H. Heymanplein, 7 03/765.23.50 TURNHOUT Korte Begijnenstraat, 20 014/44.61.45 NATIONAAL SECRETARIAAT (BRUSSEL) Kartuizersstraat, 70 02/500.28.11
Zoals je in de flash al kon lezen, heeft de regering beslissingen genomen die de arbeiders zeer zwaar treffen. De indexsprong betekent een groot verlies aan koopkracht. Wie op economische werkloosheid wordt gezet, krijgt een lagere uitkering. Dit hebben we in de sector gelukkig kunnen rechtzetten, maar werknemers van andere sectoren zullen dit zeker voelen in hun portemonnee. Deeltijdse werknemers worden zwaar getroffen, doordat er zwaar geknipt wordt in hun inkomensgarantie-uitkering. Verder moeten we allemaal langer werken. De pensioenleeftijd wordt opgetrokken naar 67 jaar en ook de leeftijd voor SWT wordt opgetrokken. Bovendien willen ze iedereen die SWT neemt verplichten om nieuw werk te zoeken. Tegelijk worden de mogelijkheden om tijdskrediet of een landingsbaan te nemen sterk beperkt. Dit is maar een deel van de maatregelen die de werknemers treffen. Tegelijk krijgen de werkgevers allerlei cadeaus. Zo krijgen ze een lastenverlaging. Zonder dat de regering enige garanties vraagt dat er nieuwe jobs gecreëerd zullen worden.
-8-
De regering beweert dat deze maatregelen allemaal nodig zijn en dat er geen alternatief is. Als vakbond zijn we het hier niet mee eens. Daarom eisen we dat er werk gemaakt wordt van rechtvaardige belastingen. Maar hiervan lijkt weinig in huis te komen. Terwijl de werkende mensen zwaar getroffen worden, vraagt men geen inspanningen van mensen die zwemmen in het geld. En daar leggen we ons niet bij neer! De voorbije maanden werd er zwaar actie gevoerd. Zo was er een betoging met meer dan 100 000 aanwezigen, de grootste betoging in jaren. Er werd in jaren niet zo veel gestaakt. En deze acties hadden resultaat. Op bepaalde punten werd het regeringsbeleid afgezwakt. Maar er werd onvoldoende naar ons geluisterd. In oktober zal de regering een jaar aan het werk zijn. En dat is het uitgelezen moment om opnieuw massaal te laten horen dat we het harde regeringsbeleid afkeuren. Daarom organiseren de vakbonden op 7 oktober opnieuw een nationale betoging. We rekenen op jullie massale aanwezigheid om aan de regering te laten horen dat ze hun beleid moeten veranderen!
Verantwoordelijke uitgever: Bart Vannetelbosch - Kartuizersstraat 70, 1000 Brussel
KORTRIJK P. Kennedypark, 16D 056/23.55.55