beheer
Nieuw beheerplan voor de
Bourgoyen-Ossemeersen Een gebied van 220 hectare beheer je niet zomaar. Daarom heeft de beheercommissie voor het Stedelijk Natuurreservaat Bourgoyen-Ossemeersen een nieuw beheerplan opgesteld, dat het college van burgemeester en schepenen op 26 januari 2012 heeft goedgekeurd. Het beheerplan beschrijft gedetailleerd wat er de komende jaren in het natuurgebied zal gebeuren om de natuur- en landschapswaarden te versterken. Als het beheerplan ook wordt goedgekeurd door de Vlaamse overheid kan de stad Gent tot 70% van de beheerkosten gesubsidieerd krijgen en worden de BourgoyenOssemeersen ook een erkend natuurreservaat met extra juridische bescherming. Bart Vangansbeke
34
Snep! · 1ste trimester 2012
BEheer
T
ot op vandaag wordt het natuurgebied beheerd volgens de doelstellingen en acties die vervat zaten in het inmiddels sterk verouderde vorige beheerplan, dat al dateert van 1996. Maar sinds 1996 is er veel veranderd. Sindsdien is alle grond – op een paar kleine perceeltjes na – in eigendom van de stad Gent of Natuurpunt gekomen, heeft het gehele gebied een stevige juridische bescherming gekregen en is bijna het volledige gebied in natuurbeheer gebracht. Bovendien zijn er ook bijkomende ecologische inzichten gegroeid en zijn de maatschappelijke noden veranderd, denk maar aan de sterk toenemende zachte recreatie in het gebied. Ook de realisatie van het natuurinrichtingsproject heeft veel veranderd. Dat project werd door de Vlaamse overheid ingesteld in 1999 en effectief uitgevoerd op het terrein in de periode 2004 tot 2009. De investering van 6 miljoen euro zorgde voor een grondige herinrichting, met maatregelen als het ruimen van de Loopgracht, het aanleggen van geluidswerende gronddammen, het afgraven van de ‘schapenweide’ tot op het oorspronkelijke maaiveld – een absolute voltreffer –, het bouwen van kijkhutten en de volledige ‘restyling’ van de wandel- en onthaalinfrastructuur. Het beheerplan van 1996 was dan ook dringend aan herziening toe.
Die noodzakelijke actualisatie werd meteen aangegrepen om te werken aan een integraal beheerplan, dat tegelijk voldoet als landschapsbeheerplan voor het Agentschap Onroerend Erfgoed en als natuur beheerplan van het Agentschap voor Natuur en Bos van de Vlaamse overheid.
Dikke turf
Het nieuwe beheerplan beschrijft gedetailleerd wat er de komende 27 jaar in het natuurgebied zal gebeuren om de natuuren landschapswaarden te behouden of zo nodig te versterken. Het gaat enkel in op de beheermaatregelen voor de 206 hectare die eigendom zijn van de Stad Gent. Natuurpunt heeft daarnaast ook een afzonderlijk beheerplan – dat trouwens al een tijdje is ingediend bij de Vlaamse overheid voor erkenning als natuurreservaat – voor de 14 hectare die de vereniging beheert.
informatie- en onderzoeksmateriaal verzameld. Dat alles wordt gebundeld en gekristalliseerd in het nieuwe beheerplan, dat ook bijzonder gedetailleerd ingaat op het toekomstige beheer van het gebied.
huidige bestemming ‘natuurgebied’ van dit winkelcentrum zal hopelijk op termijn de basis vormen om die enclave om te toveren tot een deelgebied van het natuurreservaat.
Uiteindelijk is het beheerplan een dikke turf geworden met een tekstgedeelte van meer dan 110 pagina’s en een ondersteunend en sterk verhelderend deel met 90 figuren en 30 tabellen. We kunnen hier uiteraard niet op alles uitgebreid ingaan.
Het tweede hoofdstuk ‘Beschrijving’ behandelt de cultuurhistorische vormgeving, het landschap, de abiotische gegevens (zoals bodem, reliëf, oppervlaktewater en grondwater), de flora (met uitgebreide informatie over de voorkomende vegetatietypes, de veranderingen ervan en de redenen voor die veranderingen), de fauna (met uitgebreide informatie over overwinterende watervogels en broedvogels), exoten, zwammen en mossen en korstmossen. Die bijzonder uitgebreide en heel interessante informatie toont nogmaals aan dat de Bourgoyen-Ossemeersen een schitterend natuurgebied is, waar ook al bijzonder veel van bekend en onderzocht is.
We overlopen hier kort de verschillende hoofdstukken en gaan nadien in op de opvallendste wijzigingen tegenover het beheerplan van 1996. Voor grote delen van het gebied blijft het beheer behouden zoals uitgewerkt in het beheerplan van 1996.
Hoofdstuk per hoofdstuk
Het eerste hoofdstuk ‘Identificatie’ beschrijft de (nieuwe) grensafbakening van het natuurreservaat Bourgoyen-Ossemeersen, de beheerders van het gebied (de stedelijke Groendienst en Natuurpunt), de leden van de beheercommissie, de huidige beschermingsstatus en de relatie met de andere Gentse beleidsplannen zoals het Ruimtelijk Structuurplan en het Groenstructuurplan. Het gebied is intussen aangegroeid tot een oppervlakte van 220 hectare. Daarvan is 206 hectare in eigendom van de stad Gent, 7,52 hectare in eigendom van Natuurpunt en 1,1 hectare in eigendom van het Vlaams Gewest. Er zijn nog vier locaties met privé-eigendommen, in totaal 2,5 hectare. Daarnaast is (een deel van) de Grijtgracht eigendom van de provincie Oost-Vlaanderen en de Oude Leiearm is eigendom van het Vlaams Gewest. Opvallend is dat het winkelcentrum met parking aan de Brugsesteenweg (7044 m²) in het nieuwe beheerplan alvast binnen de grenslijn van het natuurgebied blijft. De
Het derde hoofdstuk omvat de ‘Beheerdoelstellingen landschap’. Uitgaande van een streefbeeld wordt de hoofddoelstelling verwoord: ‘het behouden, verbeteren of herstellen van de waarden van de landschappelijke structuur met haar karakteristieke, traditionele landschapselementen’. Daarna is er aandacht voor meersen, donk, kouter(relict), waterlopen, wegen, paden en wegbermen, archeologische sites en cultuurhistorisch waardevolle gebouwen (Valkenhuis en Hoosmolen) en de spoorwegdijk. Daarna komen ‘nieuwe landschapselementen’ aan bod, zoals de Aalscholverplas, het bosbuffergroen en de geluidwerende constructies. Ten slotte wordt ingegaan op een belangrijke nevendoelstelling, namelijk het garanderen van een aangename landschapsbeleving met nadruk op het minimaliseren van storende (visuele, auditieve, e.a.) invloeden vanuit de onmiddellijke omgeving.
Het nieuwe beheerplan is jarenlang voorbereid door de beheercommissie Bourgoyen-Ossemeersen (zie kader: Beheercommissie). Het biedt een schat aan informatie over het gebied op allerlei vlakken zoals beschermings- en beleidsstatus, landschap, natuurwaarden, archeologische en cultuurhistorische gegevens en natuurlijk ook het natuur- en landschapsbeheer. Bij de inmiddels veertig jaar oude strijd voor het behoud en de ontwikkeling van dit unieke stedelijke natuurgebied is er heel wat gerealiseerd en zijn er ‘sloten’ vol interessant
Snep! · 1ste trimester 2012
35
beheer
Het vierde hoofdstuk behandelt de ‘Beheerdoelstellingen natuur’. Eerst komt het ecologisch wensbeeld aan bod, namelijk een halfnatuurlijk ‘wetland’ met onbemeste graslandtypes die voldoende open zijn om blijvend overwinterende watervogels en broedende weidevogels aan te trekken. Daarbij hoort ook een goede viswaterkwaliteit met waterpeilen die bijdragen tot een hogere biodiversiteit. Een extensief beheer moet gradiënten van vegetatiestructuur, vochtgehalte en successie toelaten. Naast de hoofddoelstellingen voor het gehele gebied worden beheerdoelstellingen geformuleerd voor de vier deelgebieden. De noordelijke en zuidelijke delen zijn primair gericht op de botanische waarden en de centrale twee delen op de ornithologische waarden.
Beheercommissie
Hoofdstuk 5 ‘Ruimtelijke beheereenheden’ vormt het eigenlijke hart van het beheerplan. Het bakent dertien deelgebieden af en beschrijft voor elk daarvan de vlak-, lijn- en puntvormige beheereenheden. Voor de vlakvormige beheereenheden wordt eerst het eindbeheer geschetst, daarna het omvormingsbeheer dat nodig is om tot dat eindbeheer te komen. Daarbij hoort telkens een figuur ‘eindbeheer’ en een figuur ‘omvormingsbeheer’ en een tabel met de actuele natuurtypes en de natuurstreefbeelden. Voor de lijn- en puntvormige beheereenheden (kleine landschapselementen) wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘houtige landschapselementen’ en ‘sloten’, met telkens ook een figuur ‘KLE’.
Het beheerplan voor het Stedelijk Natuurreservaat Bourgoyen-Osemeersen is opgesteld door de beheercommissie voor het natuurgebied. Eind 2007 keurde de Gentse gemeenteraad de oprichting en samenstelling van de Beheercommissie BourgoyenOssemeersen goed. De hoofddoelstelling van de beheercommissie is de Groendienst te begeleiden bij de opmaak van een nieuw beheerplan voor het stedelijk natuurreservaat en bij de uitvoering ervan. Het secretariaat van de beheercommissie is in handen van Bart De Muynck, ambtenaar van de Groendienst. De heer Johan Heirman is de voorzitter. De beheercommissie telt naast vertegenwoordigers van de stedelijke Groen- en Milieudienst ook een vertegenwoordiging van Natuurpunt Gent vzw, Natuurpunt Beheer vzw, het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), de Universiteit Gent Vakgroep Biologie, het Agentschap Ruimtelijke Ordening Vlaanderen, het Agentschap voor Natuur en Bos, de Vlaamse Landmaatschappij en de gemeentelijk Adviesraad voor Milieu en Natuur. Deze laatste instantie wordt vertegenwoordigd door Geert Spanoghe (tevens voorzitter van Natuurpunt Gent). Voor Natuurpunt Gent zetelt Bart Vangansbeke in de beheercommissie en voor Natuurpunt Beheer Tom Debeelde.
36
Snep! · 1ste trimester 2012
Per deelgebied wordt ook het uitvoeringsprogramma voor een periode van 27 jaar (2013-2039) beschreven. Een erkenning als natuurreservaat geldt immers voor 27 jaar. De start van de uitvoering van het nieuwe beheerplan valt samen met een nieuwe stedelijke bestuursperiode (20132018). De uitvoeringsprogramma’s worden verduidelijkt aan de hand van twee tabellen, één voor de vlakvormige beheereenheden en één voor de lijnvormige landschapselementen (hout en sloten). De tabellen geven een beeld van de oppervlaktes en hoeveelheden van de verschillende ruimtelijke beheereenheden en voor elk jaar van de periode 2013-2039 staat aangegeven welke beheermaatregel nodig is in functie van het eindbeheer. De omvormingen staan duidelijk aangeduid. Hoofdstuk 6 ‘Beheermaatregelen’ geeft een gedetailleerde beschrijving van het landschaps- en natuurtechnisch terreinbeheer dat nodig is te komen tot het gekozen eindbeheer. Niet minder dan zeventien onderdelen komen aan bod: de waterpeilen, waterlopen, graslanden, natte ruigte, struweel-ruigte, rietland, stilstaande wateren, hooghout, hakhout, akker, houtkant en houtwal, hagen, bomen en bomenrijen, hoogstamboomgaard, wegbermen, wegen en paden en pestsoorten. Hoofdstuk 7 behandelt het uitwendig beheer. Het pleit voor een nog steviger bescherming van de randzones. Op basis van het beheerplan zal de stad een uitbreiding van het beschermd landschap en een erkenning als natuurreservaat aanvragen bij de Vlaamse overheid. Omdat het natuurgebied naast enkele drukke verkeerswegen
beheer en een dichtbevolkte stadswijk ligt, zijn er heel wat negatieve invloeden. Vandaar de specifieke aandacht voor de aanpak van zowel de geluidshinder (door de vele drukke wegen rondom het gebied) als de geurhinder (door het lossen van aal in het waterzuiveringsstation), de visuele hinder (door de storende bebouwing), de lichthinder (van de R4 en de spots op de parking aan het NMC), de slechte waterkwaliteit (ongezuiverde lozingen van woningen), de afvalstorten en de verstoring door het luchtverkeer. Bij elk item wordt beschreven wat daarvoor zal gebeuren. Dit wordt verder geconcretiseerd in een stevig actieplan. Hoofdstuk 8 ‘Monitoring’ gaat in op de opvolging van de effecten van de voorgestelde ingrepen. De monitoring omvat de volgende onderdelen: oppervlaktewaterpeil, grondwaterpeil, waterkwaliteit, terrestrische vegetatie, watervegetatie, watervogels en broedvogels. Voor elk onderdeel staat uitgeschreven wat er zal gebeuren. Het negende en laatste hoofdstuk gaat over de toegankelijkheid. Na een schets van het algemeen kader volgt een tekst over de sociaal-recreatieve functie van het
gebied en specifiek van de oostelijke randzone (Malpertuus en ‘Oostrand Bourgoyen’).
Opvallendste wijzigingen
Herstel open meersenlandschap en beter bufferende randzones De landschapsdoelstellingen beogen vooral het versterken en waar nodig herstellen van het open landschapskarakter van de meersen, de donk met het Valkenhuis en het Vliegpleinkouterrelict. De meersen met hun dicht slotenpatroon vormen een cultuurhistorisch uniek middeleeuws landschap. Een herstel van dit open karakter, betekent niet enkel een herstel van dit cultuurhistorisch erfgoed, maar biedt ook de bezoekers de mogelijkheid om het open landschap beter te beleven zeker door het contrast met de naastgelegen drukke en dichtbevolkte stadswijk. De randzone wordt specifiek ingericht als parklandschap voor de steeds talrijker bezoekers en ten slotte beschermt een buffer het gebied. Er zijn evenwel niet alleen landschappelijke en recreatieve redenen om het centrale meersengebied te herstellen. Ook de natuurdoelstellingen van dit deelgebied varen daar bijzonder wel bij. De Europees belangrijke aantallen overwinterende watervogels en broedende
weidevogels vereisen immers een uitgesproken open meersengebied. Om dit open karakter te herstellen, zijn een aantal maatregelen nodig, zoals ontbossing, afvlakken van steile taluds, het kappen van bomenrijen en het verwijderen van een deel van de oude vuilnisbelt. In de eerste plaats zullen centraal in het gebied enkele delen worden ontbost. Het gaat om drie kleine loofbosjes in de centrale meersen (0,65 ha) en om het Valkenhuisbos (4,88 ha). In totaal zal 5,53 hectare bos worden gerooid. Het Valkenhuisbos bestaat voornamelijk uit exoten (lorken, sparren en dennen) en heeft nauwelijks natuurwaarde. De beslissing om het Valkenhuisbos te laten verdwijnen, is intussen al ongeveer tien jaar geleden voor het eerst genomen, met de unanieme goedkeuring van het vorige beheerplan door de gemeenteraad op 26 februari 1996. Het Valkenhuisbos zal in 2014 worden gerooid (zie ook kader). Om de storende visuele horizonvervuiling te beperken, zal anderzijds ook heel wat bos worden aangeplant, die zal zorgen voor beter ‘aangeklede’ randzones. Dit zal de belevingswaarde van het totale gebied voor de bezoekers gevoelig verbeteren. Op
Snep! · 1ste trimester 2012
37
beheer verschillende plaatsen wordt extra inheems bos voorzien om de bufferfunctie nog beter waar te maken. Dit nieuwe bos (veelal op opgehoogde percelen) zal de ontbossing in het centrale deel van het gebied integraal compenseren binnen de grenslijnen van het natuurreservaat (zie figuur boscompensatie). Naast de ontbossing in het centrale deel staat ook het afvlakken van het talud rond
Kappen Valkenhuisbos
het Valkenhuis en van het talud van het oude slibstort aan de Leie op het programma. Dit past eveneens in de keuze om centraal een open landschap te behouden en herstellen. In beide gevallen wordt gestreefd naar een schuine helling van ongeveer 20%. De zandige hoogte ter hoogte van het Valkenhuis is in het verleden door de vroegere eigenaars opgehoogd tot aan de perceelsgrenzen. Om een geleidelijke reliëfgradiënt te bekomen tussen de laag-
Toegankelijk, bijkomend bos in Gent is van groot (sociaal en ecologisch) belang. Natuurpunt Gent is al jaren een van de grootste pleitbezorgers voor meer bos in Gent. Lees er maar ons verkiezingsmemorandum op na. Toch vindt Natuurpunt Gent dat ontbossing soms mogelijk moet zijn, of zelfs gewenst is, op voorwaarde dat daar goede redenen voor zijn en dat de ontboste oppervlakte ten minste volledig wordt gecompenseerd. Een natuurreservaat heeft de bedoeling om de belangrijkste (potentiële) natuurwaarden te beschermen en (verder) te ontwikkelen. Een uitgekiend beheersplan biedt daarvoor het beste kader. In de Bourgoyen-Ossemeersen zijn vooral natuurwaarden van open, natte graslanden en water van belang. Natuurwaarden in de bossfeer hebben er veeleer weinig belang. Natuurbeheer betekent keuzes maken. En kiezen betekent soms ook ‘verliezen’. Bij de keuze van het soort natuurbeheer dat wordt gevoerd in de Bourgoyen-Ossemeersen, spelen de cultuurhistorische aspecten van het laatmiddeleeuwse landschap mee. Veel dier- en plantensoorten hebben voordeel bij de eeuwenlang volgehouden aanpak (kievit, grutto, watersnip, slobeend, krakeend, bruine kiekendief, waterral, roerdomp, dotterbloem, pinksterbloem, echte koekoeksbloem, …). De Bourgoyen-Ossemeersen genieten internationale faam door hun grote aantallen overwinterende watervogels. Vooral de slobeend is een belangrijke doelsoort, omdat die bijna jaarlijks de 1%-norm van de Noordwest-Europese populatie haalt. Hoe groter een open nat graslandgebied, hoe waardevoller en levensvatbaarder het is. De wetenschappelijke studie (van de toenmalige Actiegroep Bourgoyen-Ossemeersen) ‘Voorkomen en verspreiding van overwinterende watervogels in de Bourgoyen 1981-1993’ wees duidelijk op een significant positief verband tussen de dichtheden van watervogels (als slobeend) en de oppervlakte van de deelgebieden en beklemtoonde dan ook het belang van ‘grote’ natuurlijke deelgebieden. De studie hield toen al voor het eerst een pleidooi voor het afgraven van de Schapenweide. De positieve correlatie tussen dichtheden en oppervlaktes maakt ook duidelijk dat elke verdere versnippering best vermeden wordt en dat bestaande versnippering best wordt ongedaan gemaakt (ook bos werkt versnipperend voor wateren weidevogels). Natuurlijk zou het ook mogelijk zijn om te kiezen voor een ‘natuurlijker’ boslandschap in de Bourgoyen-Ossemeersen. Maar dat doet het nieuwe beheersplan uitdrukkelijk niet. Als uitgangssituatie voor natuurlijk bos is het Valkenhuisbos allerminst geschikt. Dit ‘bos’ is veeleer te omschrijven als een houtakker. Dat was ook zo bedoeld door de aanplanter-eigenaar. Het bos deed ook dienst als jachtdomein tot het moment dat het gebied in 1978 als landschap beschermd werd. Het Valkenhuisbos heeft weinig natuurwaarde, zeker in vergelijking met de rest van de Bourgoyen-Ossemeersen. Het bos is trouwens pas begin van de jaren 1960 aangeplant. Vóór de bebossing was dit terrein een akker en weiland; de laaggelegen zone langs de Loopgracht deed dienst als hooiland.
38
Snep! · 1ste trimester 2012
gelegen hooiweide en het hoger gelegen weiland, worden de bestaande steile taluds afgevlakt en wordt de grond afgevoerd. Ook het talud van het oude slibstort wordt aangepakt. Op die manier zal ook hier een geleidelijke reliëfgradiënt ontstaan vanuit de Leie naar het hoger gelegen deel met struweel-ruigte. Het steile talud wordt afgevlakt en de grond wordt hier op het hoger gelegen perceel verspreid.
Van buitenaf gezien lijkt het bos massief, maar dit klopt voor het grootste gedeelte niet. Een groot deel kunnen we veeleer omschrijven als een open plek omringd door enkele bomenrijen. De aangeplante boomsoorten lork, den, spar en Canadapopulier zijn geen streekeigen planten, ook in een ver verleden niet. Bovendien laten de naaldbomen heel weinig licht door, waardoor er in het naaldhoutgedeelte bijna geen ondergroei is, behalve wat varens. Er is dus bijzonder weinig diversiteit aan planten vast te stellen. Een uitzondering vormt het noordwestelijk uiteinde van het lager gelegen gedeelte, ter hoogte van de Kroosvarenplas. Daar is sprake van spontane verjonging en een evolutie naar meer natuurlijk (moeras)bos. Om die reden – en ook omwille van de bufferfunctie tegen de R4 – kiest het nieuwe beheerplan er dan ook voor om dit deel als bos te behouden. Bij de kapping van het Valkenhuisbos zullen dus uiteindelijk niet zo veel natuurwaarden verloren gaan, zeker als je in acht neemt wat er in de plaats komt: een open schraal graslandgebied palend aan een rijk (riet)moeras en open watergebied. De grotendeels niet-vergraven en onbemeste bodem in het hoger gelegen naaldhoutgedeelte bestaat uit zuiver zand; de lager gelegen strook met populieren langs de Loopgracht heeft een zware bodem van klei en leem. De gave overgang van zeer droog naar zeer nat op enkele tientallen meter afstand draagt enorm veel potenties in zich om belangrijke natuurwaarden te creëren, zowel voor de avifauna als voor de vegetatie. Zo kan de bruine kiekendief zijn intrede doen in het van bomen ontdane rietveld langs de Loopgracht en aan de rand van de Aalscholverplas. Er ontstaat een open ruimte die kansen biedt voor de nationaal met uitsterven bedreigde watersnippen die hier vroeger altijd baltsten en broedden. Na het kappen van de naaldbomen zal de laag van verzuurde grond weggeschraapt worden. Een deel wordt omgezet in akker, het grootste deel in weiland. Dat laatste deel zal eerst worden gemaaid en zal daarna een schok- of stootbegraving krijgen. Dat is een vrij intensieve begrazing gedurende ongeveer dertig dagen. Het is de bedoeling om daarna te kunnen starten met graslandbeheer. Dat is gunstig voor weidevogels en de vegetatie zal heel snel ontwikkelen naar heischraal grasland. Een van de grote bekommernissen van Natuurpunt Gent is de sterkere visuele vervuiling die zal ontstaan na het kappen van het bos. De grote hangars aan de overkant van de Ringvaart – die nu verstopt zitten achter het Valkenhuisbos – zullen waarschijnlijk na het rooien beter zichtbaar worden vanaf de Valkenhuisweg. Dit valt deels bij te sturen door bomen en struiken op de gronddam te planten. Anderzijds zal er ook een mooie inkijk ontstaan vanop het wandelpad naast de R4 in het Stedelijk Natuurreservaat in de richting van de Valkenhuishoeve.
beheer
Natuurpunt Gent en fietsen in de Bourgoyen-Ossemeersen
Natuurpunt Gent is van oordeel dat zoveel mogelijk mensen moeten kunnen genieten van het prachtige natuurgebied Bourgoyen-Ossemeersen, uiteraard op voorwaarde dat er zo weinig mogelijke natuurverstoring is. Onze slogan is niet voor niets ‘natuur voor iedereen’. Natuurpunt Gent betreurt dan ook dat er tot op vandaag een fietsverbod geldt in het stedelijk natuurreservaat, een gebied vlak bij dichtbevolkte buurten. Binnen de beheercommissie is er lang gediscussieerd over het al dan niet toelaten van fietsers in het natuurreservaat. Alle pro’s en contra’s kwamen uitgebreid aan bod en uiteindelijk is er dus een compromis uit de bus gekomen. Verder zullen ook enkele bomenrijen (van vooral Canadapopulieren) verdwijnen. De 32 Canadapopulieren op de Leiedijk en de 26 populieren langs de Bunderweg worden gekapt om de huidige fragmentatie tussen de Bourgoyen en de Ossemeersen ongedaan te maken. Een andere ingrijpende maatregel om het open meersengebied te herstellen, is het verwijderen van het ophogingsmateriaal van een deel van de oude vuilnisbelt aan de Valkenhuisweg. De zogenaamde ‘tip van de laars’ wordt afgegraven. Nieuwe landschapselementen Een andere opvallende wijziging is het opnieuw creëren van soortenrijke akkers met veel zeldzame akkerkruiden op twee plaatsen in het natuurgebied (op de donk en op Vliegpleinkouter). De akker op de donk (waar nu nog een lorkenbestand staat) zal jaarlijks in het voorjaar worden ingezaaid met een graangewas en met autochtone, regionaal inheemse akkeronkruiden. Net als de donk was de Vliegpleinkouter van oudsher een open kouter met akkers. Om dit landschap te herstellen, wordt het huidige grasland aan de Oranje boomstraat omgevormd tot akker. Hierbij zal de huidige graslandvegetatie gefreesd en ingezaaid worden met wintergraan en akkerkruiden. Het graan vormt in de winter een voedselbron voor akkervogels en blijft dus tot in het voorjaar op het veld staan. Educatieve zone Het Stedelijk Natuurreservaat BourgoyenOssemeersen is een paradijs voor planten en dieren. De hoofddoelstelling op het vlak van natuur is dan ook het versterken van de botanische en ornithologische natuurwaarden. Om de natuur nog beter van dichtbij te kunnen gadeslaan, komt er een educatieve zone rond het Natuur- en Milieucentrum De Bourgoyen. In de percelen
ten oosten van de Driepikkelstraat worden schepvijvers uitgegraven om al wat leeft in en om het water nog beter te kunnen exploreren. Fietsen door de BourgoyenOssemeersen Het fietsen in het Stedelijk Natuurreservaat Bourgoyen-Ossemeersen stond al een tijdje ter discussie (zie ook kader). Het beheerplan heeft nu een nieuwe regeling uitgewerkt die de mogelijkheden voor fietsers uitbreidt. Die regeling kan pas in werking treden als de bevoegde minister ze heeft goedgekeurd – vermoedelijk over enkele maanden. De nieuwe regeling zal fietsen door het gebied toelaten op twee bijkomende fietsassen, namelijk tussen de Driepikkelstraat en de Jean-Pierre Baudetlaan en tussen de Baudetlaan en de Bunderweg. Om mogelijke conflicten tussen fietsers en andere bezoekers te vermijden, komen er wel ‘tijdsvensters’. Dat betekent dat fietsers toegelaten zijn vóór 9.00 uur en na 16.00 uur. Om verder te onderzoeken of fietsers en andere bezoekers te combineren zijn, komt er een pilootproject voor een periode van één jaar waarbij fietsen op zaterdag de hele dag toegelaten zal zijn. Als de evaluatie positief is, zal het fietsen op zaterdag ook na het proefjaar behouden blijven. Bij een negatieve evaluatie vervalt de regeling en geldt op zaterdag hetzelfde tijdsvenster als op de andere dagen. Naast deze nieuwe regeling blijft ook de fietspas bestaan. Mensen die moeite hebben om te wandelen, kunnen bij de Groendienst van de stad Gent een fietspas aanvragen die hun de toelating geeft om ook overdag door het gebied te fietsen. Ten slotte is het ook nog altijd toegestaan om te fietsen langs de Bourgoyendreef. Deze route vormt een voorlopig alternatief
Een heel belangrijke, zo niet de belangrijkste reden voor Natuurpunt Gent om het fietsverbod ongedaan te laten maken, was dat fietsen in een natuurgebied geen negatieve effecten heeft op de natuurwaarden. Fietsen blijkt zelfs de minst verstorende recreatievorm omdat fietsers meer op de paden blijven dan wandelaars. Bovendien laat hun geruisloze, gelijkmatige voortbewegen de dieren minder opschrikken. Op dat vlak vormt fietsen dus geen enkel probleem in de Bourgoyen-Ossemeersen, ook al is dit een natuurgebied met als hoofdfunctie natuur. De infrastructuur in de BourgoyenOssemeersen leent zich bovendien prima voor fietsers en wandelaars, want op de voldoende brede wegen is fietsen naast wandelen heel goed mogelijk. De Valkenhuisweg, de Bunderweg, de Jean-Pierre Baudetlaan en het pad langs de afgraving zijn volgens Natuurpunt Gent prima geschikt als wandel- en fietstracé. We vinden wel dat wandelaars in het natuurreservaat expliciet ‘voorrang’ hebben op fietsers. We verwachten dan ook van fietsers een hoffelijke houding tegenover wandelaars (en ook wel omgekeerd). De zeldzame fietsers die problemen veroorzaken, moeten aangesproken worden op hun gedrag. voor het Westerringfietspad dat in de bufferzone ten oosten van de spoorwegdijk wordt ingericht als rechtstreekse verbinding tussen de Brugsesteenweg en de Mahatma Gandhistraat. Het fietsen langs de Bourgoyendreef blijft toegelaten zolang het ontbrekende deel van het Westerringfietspad tussen de Noormanstraat en de Mahatma Gandhistraat niet is aangelegd.
Snep! · 1ste trimester 2012
39