Factsheet
Hoge sterfte door dialyse
Nieren en nierschade deel 8
Dialyse
De indruk van het publiek is dat dialyse de nierfunctie
Van de totale groep dialysepatiënten overlijdt jaarlijks
overneemt, en de patiënt na aanvang weer gewoon kan
ongeveer 1 op de 6 mensen. In de leeftijdsgroep van
leven. Dat is niet het geval. Dialyse houdt mensen met
45 tot 65 jaar is dit gemiddeld 1 op de 10. In de leeftijds-
nierfalen in leven. Als dialysepatiënten ophouden met
groep 65 jaar en ouder is dit gemiddeld 1 op de 5.1]
dialyseren, overlijden ze snel. Het wordt ook wel een levensverlengende behandeling genoemd, omdat er
Trend in sterftecijfers
Transplantatie is vaak de beste behandeling bij
geen sprake is van genezing, of zelfs maar normaal
De sterfte onder dialysepatiënten daalde tussen 2000
nierfalen, maar dit is medisch gezien niet altijd
functioneren van de nieren.
en 2013, voornamelijk bij patiënten vanaf 45 jaar (zie
mogelijk en niet voor iedereen wenselijk. Dialyse
figuur 2). Verbetering in de kwaliteit van zorg heeft daar
is dan het enige levensreddende alternatief.
Dialyse gaat gepaard met veel bijwerkingen en compli-
voornamelijk voor gezorgd. Maar de sterfte blijft erg
Doorgaans moet dialyse starten bij een
caties, wat de kwaliteit van leven in grote mate beperkt.
hoog, daarbij is het percentage dialysepatiënten jonger
nierfunctie tussen 6 en 15%. Dan verwijdert een
Ook de sterfte onder dialysepatiënten is hoog: de helft
dan 75 jaar dat overleed in 2014 weer wat gestegen.1]
kunstnier afvalstoffen en vocht uit het bloed, met
van de nierpatiënten die tussen hun 45e en 65e levensjaar Overleven op dialyse begint met dialyse, overlijdt binnen vijf jaar (zie figuur 1).
van dialyse: peritoneaaldialyse en hemodialyse.
100
45 40
Leeftijd bij start dialyse: 15-45 jaar
45-65 jaar
65 jaar of ouder
15-45 jaar
45-65 jaar
65-75 jaar
2013
2014
0 2011
10
2012
9
2010
2 3 4 5 6 7 8 overleving na start dialyse in jaren
2009
1
5 2008
0
15 10
2007
0
20
2006
20
25
2005
40
30
2003
60
35
2004
80
2001
sterfte.
2000 tot 2014
2002
Dialyse is een zware behandeling met hoge
Figuur 1 - Overleving na start dialyse
% sterfte per leeftijdsgroep
Het publieke beeld van dialyse is te rooskleurig.
Figuur 2 - Trends in sterfte dialysepatienten van 1]
% dialysepatiënten in leven
In Nederland dialyseren zo’n 6.500 mensen.
sterfte dialyseren
2000
behulp van spoelvloeistof. Er zijn twee vormen
75 jaar of ouder
1
Vormen van dialyse
Er zijn twee vormen van dialyse: peritoneaaldialyse en hemodialyse. Peritoneaaldialyse Bij peritoneaaldialyse (PD) brengt de patiënt spoelvloeistof in de buikholte, via een katheter
De werking van peritoneaaldialyse
Hoe werkt peritoneale dialyse (PD)? 1
Spoelvloeistof loopt via een katheter de buikholte in.
2
in de buik. Het zeer goed doorbloedde buikvlies (peritoneum) werkt vervolgens als filter.
Spoelvloeistof blijft enkele uren in de buikholte. Afvalstoffen en vocht worden via het buikvlies aan het bloed onttrokken.
spoelvloeistof
Afvalstoffen en vocht verlaten het bloed en stromen naar de spoelvloeistof. Dat gebeurt
buikvlies
als gevolg van osmose: de spoelvloeistof bevat een hoge concentratie glucose. Na enkele uren moet de spoelvloeistof ververst worden. De spoelvloeistof zit dus 24 uur per dag in de buikholte, en dialyse verloopt continu. Daarmee haalt PD zo’n 5 tot 10% van de zuiverende werking van gezonde nieren. katheter
spoelvloeistof
Peritoneaal dialyse moet elke dag en vindt thuis plaats. Patiënten krijgen een training om deze dialysebehandeling zelf uit te voeren. Bij sommige dialysecentra is het mogelijk om PD thuis uit te voeren met hulp van gespecialiseerde thuiszorg. Er zijn twee vormen van peritoneaal dialyse: APD en CAPD:
bloedvat buikvlies: bedekt maag, darmen en binnenkant van de buikholte
3
Daarna loopt de oude spoelvloeistof met afvalstoffen er uit en loopt er weer nieuwe spoelvloeistof in. nieuwe spoelvloeistof
• Automatische Peritoneaal Dialyse: de patiënt wisselt gedurende de nacht, elke 2-3 uur de spoelvloeistof automatisch, met behulp van een machine. Overdag blijft de buik gevuld met spoelvloeistof. Soms is dan een extra handmatige wisseling van de vloeistof nodig. • Continue Ambulante Peritoneaal Dialyse: de patiënt wisselt handmatig de spoelvloeistof, zo’n vier tot vijf keer per dag. Het verwisselen van de vloeistof vergt ongeveer een half
spoelvloeistof met afvalstoffen
uur tijd per keer. Peritoneaaldialyse is niet zonder meer mogelijk, en meestal beperkt vol te houden. Er
Na drie jaar PD is ongeveer 20% van de patiënten overgestapt naar hemodialyse, blijkt
kunnen medische redenen zijn waarom PD niet mogelijk is, zoals een chronische darm
uit een Nederlands onderzoek (NECOSAD).3] Bij een overstap in de eerste maanden is
ziekte, een geschiedenis van buikvliesontstekingen of verklevingen in de buikholte door
dat meestal vanwege (technische) katheterproblemen. In de periode daarna is dat vooral
buikoperaties. Bij 10% van de patiënten raakt het buikvlies beschadigd door langdurige
vanwege psychosociale factoren (zoals zich niet zeker voelen), en infecties.
blootstelling aan de hoge glucoseconcentraties van de spoelvloeistof; dan is geen effectieve dialyse meer mogelijk.[2, 3] 2
Hemodialyse
De werking van hemodialyse
Bij hemodialyse (HD) wordt het bloed van de patiënt door een kunstnier geleid, die onder-
Hoe werkt hemodialyse (HD)?
deel is van een dialysemachine buiten het lichaam. De kunstnier haalt afvalstoffen, en over-
spoelvloeistof
tollig vocht en zout uit het bloed. Daarna pompt de dialysemachine het bloed weer terug. Tijdens een dialyse passeert al het bloed meerdere keren de kunstnier. Om de dialysema-
kunstnier luchtbelopvanger
chine herhaaldelijk te kunnen aansluiten op de bloedbaan van de patiënt, wordt operatief een speciale verbinding gelegd tussen een ader en een slagader (shunt), meestal in de arm.
bloedpomp
Hemodialyse haalt 10 tot 15% van de zuiverende werking van gezonde nieren. Hoe vaak (per week) en hoe lang (per keer) hemodialyse nodig is, hangt deels af van de bloed
mate waarin de nieren nog functioneren. De meeste hemodialysepatiënten dialyseren drie keer per week, meestal vier tot vijf uur per keer. Maar ook vaker dan drie keer per week komt voor. Slechts een klein deel van de hemodialysepatiënten dialyseert thuis (figuur 3). Meestal gebeurt het op een dialyseafdeling van een ziekenhuis, of in een apart daarvoor
filter
In de kunstnier kunnen bloedlichaampjes niet door het filter, maar afvalstoffen wel.
ader
slaga
der shunt
ingericht dialysecentrum (beide noemen we dialysecentrum). Hemodialyse kan overdag maar ook ’s nachts plaatsvinden.
spoelvloeistof met afvalstoffen
spoelvloeistof
Nieuwe ontwikkelingen: de draagbare kunstnier Aantal dialysepatiënten
Figuur 4 - Dialysevorm per leeftijdsgroep (1-1-2015)
Op 1 januari 2015 dialyseerden in totaal 6461 mensen.
1]
2500
Zo’n 13% daarvan dialyseert thuis met peritoneaal-
242
dialyse, 87% wordt behandeld met hemodialyse.
Figuur 3 -Dialysepatiënten (1-1-2015)
13%
873 peritoneaaldialyse 4%
244 hemodialyse thuis 5344 hemodialyse in een dialysecentrum 6461 mensen dialyseren
thuis te dialyseren. De Nierstichting werkt aan een draagbare kunstnier die patiënten meer vrijheid en een betere conditie kan geven, en daarmee de mogelijkheid om weer
2000 aantal dialysepatiënten
Dialyse aantallen
2382
Er komen steeds meer mogelijkheden voor patiënten om
1500
1772
1724
282
249
1490
1475
2140
45-65
65-75
75 of ouder
een gewoon leven te leiden.
1000 566
500 0
93
17
7 10
0-15
473
15-45
leeftijdsgroep
83% hemodialyse
peritoneaaldialyse
3
Zelf meebeslissen: peritoneaaldialyse of hemodialyse
Wanneer dialyse moet starten hangt af van de resterende nierfunctie (meestal bij 6 - 15%), de klachten van de patiënt, de gemeten hoeveelheid van bepaalde afvalstoffen in het bloed, en de mate waarin het lichaam vocht vasthoudt.4] Over het algemeen zijn PD en HD in medisch opzicht gelijkwaardige behandelingen. Afgelopen 15 jaar is de totale overleving van dialysepatiënten gestaag verbeterd voor beide behandelingen. Uit verschillende onderzoeken blijkt verder geen duidelijk verschil is in de overleving, tussen PD en HD, noch in de ervaren kwaliteit van leven.[5, 6, 7] Er bestaat (internationaal) discussie over de vraag wanneer dialyse nog toegevoegde waarde heeft voor oudere patiënten (>75 jaar) met veel bijkomende aan doeningen. Bij oudere patiënten is verbetering van kwaliteit van leven vaak een belangrijke meespelende factor. Op een zeker moment kan het de voorkeur hebben om die zware, ingrijpende dialyse niet te starten, en conservatief te behandelen. De behandeling is dan gericht op het ver minderen van de klachten door nierfalen. Welk moment dat is, verschilt per persoon. In 2015 zijn er nog te weinig gegevens uit onderzoek beschikbaar om hierover een
Goede informatie belangrijk
algemene uitspraak te doen. Hoe dan ook wordt zo’n
De boodschap dat dialyse moet starten, is aangrijpend.
Als transplantatie geen optie is, bepalen de medische
beslissing altijd genomen in overleg tussen patiënt en
Dialyse is fysiek zwaar. En dialyse heeft verstrekkende ge-
mogelijkheden en de persoonlijke voorkeuren van de
behandelteam.
volgen voor het dagelijks leven, door onder meer de tijd die
patiënt samen de keuze: peritoneaal- of hemodialyse.
dialyse kost, de strenge leef- en dieetregels die bij dialyse
De (veelal praktische) verschillen tussen beide vormen
komen kijken, en de vermoeidheid en verminderde conditie
(en de verschillen in voor- en nadelen) zijn groot; daarom is
die dialyse veroorzaakt.
goede informatie voor de patiënt van groot belang.
4]
4
Belangrijke aspecten bij keuze dialysevorm
Vrijheid: tijd en plaats van de behandeling en bewegings-
Medicatie, dieet en leefregels
vrijheid.
Dialyse neemt maar beperkt de nierfunctie over (PD: 5-10%,
groot. Veel dialysepatiënten hebben een zogeheten
• Hemodialyse en peritoneaaldialyse zijn beide thuis en in
HD: 10-15%). Een dieet en medicatie zijn noodzakelijk om te
dialysekater. Die ontstaat doordat in korte tijd een grote
een dialysecentrum mogelijk. Sommige patiënten heb-
hoge ophoping van afvalstoffen in het bloed tegen te gaan.
verandering optreedt in de samenstelling van het bloed,
ben de voorkeur voor dialyseren in een centrum, omdat
• Dieet hemodialyse: beperking van bepaalde zouten (na-
waarbij ook grote schommelingen kunnen optreden in
ze zich daar veiliger voelen. Peritoneaal dialyse kan ook elders: op het werk of op school. • Beide dialysevormen zijn ’s nachts en overdag uit te voeren, en dagelijks of juist een paar keer per week (3 tot 4 keer).
trium, kalium) en eiwitten. • Dieet peritoneaaldialyse: vergelijkbaar als bij dieet HD, maar meestal iets minder streng. • Vochtbeperking: bij zowel HD als PD, afhankelijk van de
• HD: bijwerkingen - De verschillen in bijwerkingen zijn
de bloeddruk. Als er (te) veel vocht wordt afgevoerd kan kramp, misselijkheid en duizeligheid ontstaan. De meeste HD-patiënten voelen zich het best op de dagen tussen dialyses in.
resterende nierfunctie en de intensiteit van de dialyse.
De kans op een dialysekater is kleiner bij intensieve
• Ongeacht de vorm, zijn alle dialysepatiënten beperkt
Het vocht dat patiënten binnenkrijgen via eten en drin-
dialyse, omdat de schommelingen in het bloed dan
in hun bewegingsvrijheid op dagen dat ze overdag
ken, kan alleen via dialyse worden verwijderd. Maar per
afnemen en de bloeddruk stabiliseert. Intensiever dialy-
dialyseren.
dialyse is dit een beperkte hoeveelheid. Daarom geldt
seren betekent langer (‘s nachts) of vaker (korter maar
een beperking op inname van vocht via eten en drinken.
wel dagelijks).
Zelfmanagement: behandeling zelf doen of laten doen.
• PD: gevolgen katheter - Peritoneaaldialyse vereist een
Afhankelijk van de mogelijkheden die de patiënt heeft
Lichamelijke gevolgen, mogelijke bijwerkingen en
verbinding van buiten naar de buikholte. Daarvoor wordt
(thuissituatie, fysieke en mentale conditie), kan die geheel
risico’s
operatief een katheterslangetje aangebracht door de
zelfstandig dialyseren of met hulp. Dit kan ondersteuning
• HD: gevolgen shunt - Hemodialyse vereist een speciale
buikwand. De buikomvang kan toenemen bij PD door de
zijn van een helpdesk, van een mantelzorger, van een
verbinding tussen een ader en een slagader (een zoge-
spoelvloeistof in de buik, maar ook door gewichtstoe-
verpleegkundige uit het dialysecentrum of gespecialiseerde
heten shunt) om de patiënt te kunnen aansluiten op de
name: de glucose in de spoelvloeistof wordt gedeeltelijk
thuiszorg.
dialysemachine. Die wordt operatief gemaakt, meestal
door het lichaam opgenomen. Verder komen katheter-
op de arm, en is vaak als verdikking zichtbaar. De shunt
problemen voor, zoals huidirritatie, infecties of lekkage,
kan beperkingen opleveren bij sporten en bewegen, en
en buikvliesontsteking.
Dialysecentra in Nederland
problemen opleveren zoals verstopping of infectie.
• HD en PD: bloedarmoede kan optreden als complicatie.
Het aantal dialysecentra is afgelopen jaren sterk toege-
Gezonde nieren regelen via hormoonproductie de aan-
nomen: van ongeveer 50 centra in 2002 tot 107 centra
maak van rode bloedcellen. Dialyse voorziet niet in die
in 2014. Daarvan zijn er drie kinderdialysecentra. De
functie.
8]
dialysecentra lijken redelijk over Nederland verspreid, in verhouding tot de spreiding van de bevolking. 5
Colofon Deze factsheet is een uitgave van de Nierstichting. De inhoud is gebaseerd op de huidige stand van de wetenschap en met grote zorg en in samenwerking met deskundigen samengesteld. De Nierstichting kan echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele onjuistheden of onvolkomenheden. Deze factsheet is deel 8 van de serie van tien factsheets over nieren en nierschade. De serie bestaat uit de volgende factsheets: 1 Nieren en chronische nierschade 2 Oorzaken van chronische nierschade 3 Stadia chronische nierschade 4 Klachten en behandeling chronische nierschade 5 Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade 6 Nierfalen en behandeling 7 Niertransplantatie, donatie en wachtlijst 8 Dialyse 9 Nieren en zout 10 Nieren en medicatie Tekst
Met dank voor hun inhoudelijke inbreng en deskundig
Coördinatie en eindreactie
• Beatrijs van der Poel, Verpleegkundig Beleid en Advies
commentaar:
• Dr. Katja van Geffen, programmamanager preventie,
• Dr. Marjolijn van Buren, internist-nefroloog, Haga ZiekenVormgeving en infographics • Maaike Wijnands, oeHoe infographics en illustraties
afdeling Zorg & Innovatie, Nierstichting.
huis Den Haag en Leids Universitair Medisch Centrum. • Prof. dr. Ron Gansevoort, nefroloog, Universitair Medisch Centrum Groningen. • Prof. dr. Jeroen Kooman, nefroloog, Maastricht Universitair Medisch Centrum. • Dr. Vianda Stel, epidemioloog, Academisch Medisch
Bronnen De lijst met literatuurreferenties is te vinden op www.nierstichting.nl/bronnen-factsheets of kan opgevraagd worden door een e-mail te sturen naar
[email protected]
Centrum, Amsterdam.
© Nierstichting, september 2015 6