Minder geld, minder gelukkig? Een onderzoek naar inkomensterugval en de beleving daarvan
WAOEMINGIEM UNIVERSITEIT WACSENINI#EN=
-+
d*dw-
-Y
cC,*rr@
Landelijk Platform ~ntegra~e Schuldhulpverlening
nibud
Minder geld, minder gelukkig? Een onderzoek naar inkornensterugval en de beleving daarvan
Utrecht, december 2004 Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Prof. Dr. G. Antonides (Wageningen Universiteit)
Inhoudsopgave 1 Het onderzoek .............................. . . ........................................................................ 5 .. 1.1 Inleiding ............................................................................................................. 5 ... 1.2 Beschnjwig onderzoek .......................................................................................5 .. 1.3 Leeswijzer ........................................................................................................... 6
2 Oorzaken van en voorbereiding van inkomensterugval ............................................... 7 .. 2.1 Inleiding ............................. . . ............................................................................. 7 2.2 Rcdcncn van inkomensterugval ......................................................................... 7 .. 2.3 Voorbereiding........................................................................................................ 8 2.4 Conclusie ............................................................................................................. 13 15 3 Gevolgen van inkomensterugval ................................................................................ . . 3.1 Inleiding ............................................................................................................. 15 3.2 Invloed van factoren op de gevolgen van inkomensterugval ..............................16 3.3 Geld maakt niet gelukkig................................................................................. 17 .. 3.4 ... voorbereiding wel .............................. . . ........................................................19 3.5 Alles went? .......................................................................................................... 20 3.6 Conclusie ............................................................................................................. 22 4 Rondkomstrategieën...........
..
Bijlage ...........................
l Het onderzoek 1.1 Inleiding Tijdens de levensloop schommelt het inkomen. Jonge kinderloze paren en alleenstaanden kennen vaak een stijging van het inkomen. Op het moment dat er kinderen worden geboren daalt het inkomen meestal, omdat paren ervoor kiezen hun kinderen te verzorgen en minder te gaan werken. Door redenen van anciënniteit neemt het inkomen daarna vaak weer toe om te dalen wanneer het werkzame leven overgaat op het moment dat de pensioengerechtigde lecftijd wordt bereikt. Deze schommelingen ontstaan vooral door vrijwillige inkomensdalingen en stijgingen. Onvrijwillige dalingen komen echter ook voor. Bij werkloosheid of wanneer iemand (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt raakt, daalt het inkomen meestal flink zonder dat hierom is gevraagd. Hetzelfdc kan gebeuren wanneer de partner overlijdt of wanneer mensen gaan scheiden. Deze daling is onvrijwillig en komt meestal onverwacht, zonder dat men hierop is voorbereid. Ook wanneer iemand met pensioen gaat is er vaak een inkomensdaling, al is deze gebeurtenis van tevoren te zien aankomen. Dit onderzoek gaat in op de gevolgen van een inkomensdaling op economisch en psychologisch vlak. Ook wordt gekeken naar de manier waarop mensen zich voorbereiden op een inkomensdaling en hoe zij hiermee omgaan. Dit rapport is totstandgekomen ter gelegenheid van het congres van het Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening op 10 december 2004. Het is een gezamenlijke uitgave van het Nationaal instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD) en prof. dr. Gerrit Antonides, hoogleraar Economie van consumenten en huishoudens aan de Universiteit van Wageningen. Het onderzoek maakt deel uit van de levenslooppciling die het NIBUD heeft gehouden. Vanaf begin 2004 stond de levenslooppeiling op de website van het NIBUD. Via oproepen en artikelen over het thema Icvcnsloop in dc Telegraaf en op de website van het NIBUD zijn de respondenten verworven. in totaal hebben ongeveer 1.200 respondenten het gedeelte over inkomensterugval ingevuld. Na opschoning zijn er ongeveer 800 correct ingevulde vragenlijsten overgebleven. Dit onderzoek geeft de mening weer van een grote en gevarieerde groep respondenten die een onvrijwillige inkomensterugval hebben mecgcmaakt in dc afgclopen twee jaar.
1.2 Beschrijving onderzoek De vragenlijst bestaat uit drie gedeelten; een algemeen stuk over de persoons- en inkomensgegevens, een specifiek deel dat ingaat op de inkomensachteruitgang en als laatste een aantal geluksvragen. Hierbij moest de invuller met rapportcijfers aangeven
hoe gelukkig hij is met bepaalde dingen. De achtergroiidkeimerken vali de dataset staan vermeld in tabel 1.1.
1.3 Leeswijzer h de volgende hoofdstukken staan de resultaten van verschillende onderwerpen in tabellen weergegeven. Hoofdstuk 2 gaat over de oorzaken van inkomensterugval; hoofdstuk 3 over de gevolgen. Als laatste bekijkt hoofdstuk 4 de strategieën die mensen kunnen toepassen om met de gevolgen van een inkomensterugval om te gaan.
2 Oorzaken van en voorbereiding van inkomensterugval 2.1 Inleiding Minder gaan verdienen kan een bewuste keuze zijn. Er zijn dan andere dingen belangrijker dan werken, zoals zorgen voor kinderen of familieleden of een andere (leukere) baan. Dat kan er ook nog wel eens voor zorgen dat iemand genoegen neemt met minder salaris. Er zijn nog vele andere oorzaken te bedenken. Meestal cchter zal een daling van het inkomen onvrijwillig zijn als gevolg van een gebeurtenis waarop inen geen invloed kan uitoefenen. Te denken valt bijvoorbeeld aan werkloos of arbeidsongeschikt worden, een scheiding, het overlijden van een partner, of met pensioen gaan. In de meeste van bovenstaande gebeurtenissen zien mensen de inkomenstemgval niet aankomen.
2.2 Redenen van inkomensterugval Belangrijk is dan ook om te weten welke gebeurtenis ten grondslag ligt aan de onvrijwillige inkomenstemgval. In dit onderzoek gaat het in eenderde van de gevallen om mensen die werkloos zijn geworden (34%).Bijna een kwart (24%) is arbeidsongeschikt geworden, 15% hccft cen andere baan met een lager salaris en 12% geeft aan dat de inkomensdaling te maken beeft met een scheiding, pensioen of vut, of overlijden van de partner. Bij 15% heefî de daling een andere oorzaak. De verschillende redenen van inkomenstemgval beïnvloeden de periode waarin mensen op een lager inkomensniveau blijven zitten; ouderen die met pensioen gaan, zullen over het algemeen geen hoger inkomen meer krijgen, terwijl mensen die werkloos raken weer een hoger inkomen kunnen krijgen op het moment dat zij weer aan het werk gaan. Meer dan de helft van de ondervraagden verwacht dat ze nooit meer op het oude inkomensniveau zullen terugkomen. In een aantal situaties zijn de ondervraagden van mening dat het lagere inkomen tijdelijk is. Dit zijn vooral respondenten die een andere baan met een lager salaris hebben, die werkloos zijn geworden, zijn gescheiden of door een andere reden een inkomenstemgval hebben meegemaakt. Van de respondenten die arbeidsongeschikt zijn geraakt en waarvan de partner is overleden, denkt respectievelijk 20% en 15% dat het langer dan een jaar zal duren voordat het inkomen weer op hct oude niveau zal zijn.
Tabcl 2.1 Vcnvachting - wanneer inkomen weer op het oude niveau zal komen naar reden inkomensterugval Binnen Nooit meer Binnen een Langer dan Jaar enkele een Jaar
Totaal
I
I
17
110
I
1 26
I
1 57
Bijna de helft (47%) maakte de inkomensterugval in het afgelopen jaar mee, terwijl bij de rest de iIIk0menStenigval 1 A 2 jaar geleden was. Mensen die langer dan een jaar geleden de inkomenstemgval meemaakten, zijn voornamelijk mensen die arbeidsongeschikt zijn geworden.
2.3 Voorbereiding Mensen met een verschillende persoonlijkheid zullen zich verschillend voorbereiden op gebeurtenissen in hun leven. In dit opzicht kan een onderscheid worden gemaakt naar mensen die zelf de controle over gebeurtenissen willen hebben (interne controle) en mensen die gebeurtenissen meer over zich heen laten komen (externe controle). Bij een intcmc controlc zoeken mensen de oorzaken van gebeurtenissen vaak bij zichzelf, nemen zij eigen verantwoordelijkheiden initiatief. Bij een externe controle zien mensen zich meestal als slachtoffer van omstandigheden, en laten verantwoordelijkheid en initiatief over aan derden. De waargenomen mate van controlc dic men over de situatie heeft, is onder andere van invloed op de mate van voorbereiding op een inkomensterugval, het zoeken naar informatie en de maatregelen die men neemt om de inkomcnstcnigval tc verzachten, en op de mening of ineu voldoende heeft gedaan om de inkomensterugval op te vangen. Naast de persoonlijkheid die bepaalt hoe mensen zich voorbereiden op een inkomensterugval is de situatie van invloed op gedrag. Verwacht mag worden dat menscii zich anders voorbereiden op gebeurtenissen die zij al zien aankomen, of waar zij meer rekening mee houden dan met gebcurtcnissen die zij niet zien aankomen. Er is de respondenten gevraagd hoe zij zich op de terugval in inkomen hehhen voorbereid. Er kon worden geantwoord met: ik heb me helemaal niet voorbereid, ik heb erover nagedacht, ik heb alles uitgczocht of ik wcct het niet. Ruiin een kwart van de respondenten heeft zich van tevoren niet voorbereid op de financiele gevolgen van een inkomensterugval. Eenderde heeft erover nagedacht en is ongeveer op de hoogte, terwijl een kwart alles heeft uitgezocht. De mate van
voorbereiding verschilt wel naar de reden waarom het inkomen is gedaald; vooral bij werkloosheid en arbeidsongeschiktheid hebben mensen zich niet voorbereid. Ook als het inkomen is gedaald als gevolg van een andere baan met lager salaris, hebben veel mensen zich niet voorbereid. Vooral bij een inkomensterugval als gevolg van (vervroegde) pensionering of scheiding heeft ruim eenderde juist alles van tevoren uitgezocht. Informatie verzamelen De voorbereiding op gebeurtenissen die kunnen leiden tot een inkoinensterugval begint bij zelf informatie zoeken. Er is de geênqueteerden dan ook gevraagd of zij voor de inkomensterugval informatie hebben ingewonnen over de fmanciële situatie na de gebeurtenis. 36% van de ondervraagden heeft dit gedaan (zie tabel 2.2). Ongeveer een zclfdc percentage (37%) heeft geen informatie ingewonnen omdat ze zelf voldoende op de hoogte waren over de gevolgen, terwijl 16% niet wist waar ze informatie vandaan moesten halen. Van deze mensen mag worden verondersteld dat zij wel informatic hadden willen hebben. 11% heeft zich niet geïnformeerd.
Opvallend is dat van de groep arbeidsongeschikten die een inkomensterugval hebben meegemaakt bijna een kwart (23%) geen informatie heeft ingewonnen, omdat ze niet wisten waar ze de informatie vandaan konden halen.
In totaal heeft eenderde geen informatie ingewonnen over de gevolgen van een financiële achternitgang, omdat zij voldoende op de hoogte waren. Dit geldt vooral voor mensen met een andere baan, mensen waarvan de partner is overleden en gepensioneerden. Van deze laatste twee groepen, evenals van mensen die gescheiden zijn, geeft ongeveer de helft aan dat ze zich wel hebben geïnformeerd over de fmanciële gevolgen van hun nieuwe situatie.
Als mensen informatie hebben ingewonnen, zijn de voornaamste informatiebronnen over het lagere inkomen het UWV of CWI. Het gaat hierbij voornamelijk om werklozen en arbeidsongcschikten.Daarnaast wint een kwart van deze groep informatie in bij vrienden, familie of kennissen, of bij de financiële adviseur.
Tabcl 2.3 Pcrsoodorganisatie waar informatie is ingewonnen
I Vakhnnd
1
Genomen maatregelen Door zich te informeren over gebeurtenissen die een daling van het inkomen tot gevolg kunnen hebben, brengen mensen in kaart wclkc maatrcgclcn zij kunnen treffen om met de nieuwe situatie om te gaan. Er is de respondenten dan ook gevraagd wat zij hebben gedaan voorafgaand aan de inkomenstemgval; hebben zij zich verzekerd, gespaard, de uitgaven aangepast of andere manieren verzonnen? Waar eerder al bleek dat de helft van de ondervraagden zich niet heeft geïnformeerd, wordt dit ondersteund door de cijfers uit tabel 2.4. Daarnit blijkt dat bij de meerderheid van de gebeurtenissen geen maatregelen zijn genomen. Als dit wc1 is gebeurd dan betreft dit vooral sparen of vooraf het uitgavenpatroon aanpassen. Vooral voor het pensioen heeft 39% gespaard. Het aanpassen van de uitgaven gebeurt het meest bij een andere baan met een lager salaris. Verzekeringen worden vooral afgesloten voor het geval de partner overlijdt.
Bijna een op de vijf ondervraagden (18%) die een inkornensterngval hebben meegemaakt als gevolg van pensionering, heeft geen maatregelen getroffen. Mensen die met een daling van het inkomen zijn geconfronteerd als gevolg van het overlijden van hun partner zijn hier over het algemeen wel op voorbereid. Toch hccfi bijna ccn kwart (23%) in dczc groep geen maatregelen getroffen om met de inkomensdaling om te gaan.
Voldoende voorbereid7
Iets minder dan de helft van de ondervraagden (47%) vindt dat men onvoldoende heeft gedaan om de gevolgen van een inkomenstemgval te verzachten (zie totaal in tabel 2.5). Is het lagere inkomen het gevolg van het overlijden van de partner, dan vindt echter eenderde (3 1%) van de ondervraagden dat zij voldoende hebben gedaan. 46% had zich graag beter verzekerd. Heeft men een andere baan met een lager salaris dan voorheen en als men werkloos is geworden, zou respectievelijk 28% en 30% willen dat ze van tevoren meer hadden gespaard. Van de respondenten die gescheiden zijn of arbeidsongeschikt zijn geworden, is dat respectievelijk 18% en 22%. Tabel 2.5 Mening over voldoende gedaan naar reden inkomensterugval
I Achteraf bekeken, vindt u dat u vooraf voldoende heeft gedaan? Nee, ik had meer verzekeringen
Nee, ik had meer moeten sparen
Nee, ik had wat anders moeten doen
Ja
Als er maatregelen zijn genomen, hoe denkt men daar dan over nu de inkomenstemgval heeft plaatsgevonden? In tabel 2.6 valt af te lezen dat van degenen die van tevoren maatregelen hebben getroffen om de financiële gevolgen van de inkomensterugval te verzachten, meer dan de helft vindt dat ze voldoende heeft gedaan. Van degenen die geen maatregelen hebben getroffen heeft 43% geen spijt. Bijna eenderde (31%) vindt dat ze meer had moeten sparen. Tabel 2.6 Mening achteraf over voldoende gedaan naar vooraf genomen maatregelen om met de nieuwe situatie om te gaan
I Achteraf bekeken, vindt u dat u vooraf voldoende heeft gedaan? Ja
I (%) Nee, geen maatregelen 143 genomen Ja. namelijk: Er waren verzekeringen 56 afgesloten die een bedrag . uitkeerden Ik had van tevoren een bedrag / 62 gespaard 1 Ik had bepaalde uitgaven al 65 aangepast
Nee, ik had meer verzekeringen moeten afsluiten I (%) 15
I
Nee, ik had meer moeten sparen 1 (%) 131
Nee, ik had wat anders moeten doen 1 (%) 121
I
13
18
13
16
123
19
6
20
9
I
I
I
Van degenen die vcrzckcringcn hcbbcn afgcslotcn vindt 18% dat zc zich beter had moeten verzekeren, 13% vindt dat ze meer had moeten sparen en eveneens 13% vindt dat ze iets anders had moeten doen. Bijna een kwart van de spaarders vindt dat ze meer had moeten sparen. Over het van tevoren aanpassen van bepaalde uitgaven is men het meest tevrcden en vindt 65% dat ze voldoende maatregelen heeft genomen. Hiervoor is uiteengezet wat de oorzaken kunnen zijn van een onvrijwillige inkomensterugval en hoc mcnscn zich voorbcrcidcn op zulkc gcbcurtcnisscn. Hct blijkt dat mensen lang niet altijd zijn voorbereid op zulke ingrijpende gebeurtenissen en ook heeft lang niet iedereen informatie ingewonnen over de gevolgen ervan. Mensen die zich goed hebben voorbereid, hebben dit gedaan door informatie in te winnen, maatregelen te treffen door verzekeringen af te sluiten, te sparen of hun bestedingsgedrag aan te passen. Degenen die zich op deze manier hebben voorbereid, vinden vaak ook dat zij genoeg hebben gedaan om de gevolgen van een inkomensterugval te verzachten. Hoe ouder hoe wijzer Hiervoor is gekeken in welke situaties mensen zich hebben voorbereid op de inkomensterugval. Daarnaast is het interessant om te weten of bepaalde achtergrondkenmerken van invloed zijn op de voorbereiding. Hoe ouder mensen zijn, hoe vaker zij zich hebben voorbereid op de inkomensterugval en alles van tevoren hebben uitgezocht (zie figuur 2.1). Dit heeft waarschijnlijk te maken met de redenen van inkomensterugval (overlijden partner, pensioenNUT) die anders zijn voor jongere mensen waarbij de oorzaken vaker liggen in een andere baan met lager salaris en werkloosheid. Er blijkt niet veel verschil te zijn in hoe mannen en vrouwen zich voorbereiden; mannen zeggen iets vaker dan vrouwen dat ze alles hebben uitgezocht (respectievelijk 34% en 22%), terwijl vrouwen juist vaker dan mannen zeggen dat ze ongeveer op de hoogte zijn (respectievelijk 39% en 30%). Het percentage inannen en vrouwen dat zich helemaal niet heeft voorbereid, is gelijk. Figuur 2.1 Mate van voorbereiding op de terugval in inkomen naar leeftijd 50 40 I
30
+ongeveer
20
-+alles
i
10
o 18-34
35-44
4554 leeftijd
55
op de hoogte uitgezocht
Een controleschaal De antwoorden op de vier wagen over voorbereiding, informatie zoeken, genomen maatregelen en of men voldoende heeft gedaan, hangen zodanig met elkaar samen dat ze kunnen worden beschreven met behulp van één dimensie. Deze dimensie vormt als het ware een samenvatting van vier wagen. In het vervolg wordt deze dimensie de controleschaal genoemd.
2.4 Conclusie Mensen zoeken vooral informatie over de gevolgen van een inkomensterugval als ze gaan scheiden, met pensioen gaan of als de partner overlijdt. Gemiddeld zegt eenderde van de mensen die een inkomensterugval hebben meegemaakt, dat ze informatie hebben Eenderde heeft dit niet gedaan, omdat ze al voldoende op de hoogte ingewonnen. - waren. Opvallend is dat 17% geen informatie heeft ingewonnen: deze personen wisten niet waar zij de informatie vandaan konden halen. Vooral bij arbeidsongeschikten komt dit vaak Bijna de helft van de mensen die een inkomensterugval hebben meegemaakt hebben van tevoren geen maatregelen getroffen om met de nieuwe situatie om te gaan. Vooral tegen de hanci&legevolgen van een scheiding of werkloosheid nemen mensen vaak geen maatregelen. Iets minder dan de helft van de ondervraagden (47%) vindt dat zij onvoldoende heeft gedaan om de gevolgen van een inkomensterugval te verzachten. Vooral na het overlijden van de partner vindt bijna 70% dat zij onvoldoende heeft gedaan en zou zij vaak willen dat er meer vcrzckcringen waren afgesloten. Van degenen die geen maatregelen hebben getroffen, heeft 43% geen spijt. Bijna eenderde (31%) vindt dat ze meer had moeten sparen. Vooral als mcnscn voorafgaand aan dc inkomcnstcmgval dc uitgaven al hadden aangepast aan de nieuwe situatie, vinden veel mensen dat ze voldoende maatregelen hadden getroffen om met het lagere inkomen om te gaan. Naarmate mensen ouder worden, bereiden ze zich vaker voor op de gevolgen van een inkomensterugval. Het aantal mensen dat zegt ongeveer op de hoogte te zijn verandert niet, maar het aantal mensen dat helemaal niet is voorbereid daalt wel.
3 Gevolgen van inkomensterugval 3.1 Inleiding De gevolgen van een onvrijwillige inkomensdaling zijn allereerst terug te zien in het niveau van het inkomen en de beoordeling ervan (zie tabel 3.1). Zoals verwacht vindt de meerderheid het inkomen niet voldoende of net toereikend om rond te kunnen komen. Tabel 3.1 Beoordeling van de hoogte van het huidige inkomen Inkomensoordeel Oh Ruim onvoldoende 5 Onvoldoende 24 Net genoeg 29 Voldoende 31 Ruim voldoende 11 In de vragenlijst is een groot aantal vragen gesteld over de geluksbeleving van de responde&en. Met rap~ortcijfersis aangegeven hoe gelukkig zij zijn metde persoonlijk financiële situatie, de economie in het algemeen en enkele sociale aspecten, zoals de met behulp hoeveelheid vrije tijd, het sociale leven e i dergelijke. Deze scores k-en van factoranalyse heel duidelijk worden samengevoegd tot twee factoren van geluksbeleving, namelijk economische en psychologische geluksbeleving. -
-
Figuur 3.1 laat zien dat geluksoordelen over inkomen, financiële situatie, vermogen en de manier waarop het is belegd, economische situatie, inflatie, baancarrière, zekerheid, huisbank, lening en rente een cluster vormen in het linkerdeel van de grafiek. Vanwege de aard van deze onderwerpen wordt dit cluster economisch geluk genoemd. Gcluksoordelen over het uitgeven van geld, bijhouden van de financiën, gezondheid, tijdsbesteding, huwelijk, sociale leven, vrije tijd, woonsituatie, en het leven in zijn geheel clusteren in het rechterdeel van de grafiek. Vanwege de aard van deze onderwerpen wordt dit cluster psychologisch geluk genoemd. Het onderwerp milieu valt buiten deze twee clusters. De beide dimensies hangen enigszins met elkaar samen: de correlatie bedraagt .31.
Figuur 3.1 Twee dimensies van geluk
C
0.8
-
0.7
-
Inkomen Finsit x Belegd Vermogen EcSit
0.6
.ËO
0.5 .
O
0.4
-
0.3
-
0.2
-
C
8
0.1
+ In?%aan
Carrier: Zekerheid Huisbank X Lening Rente
-
A Uitgeven ai!
Bijhouden Gezon
+ Milieu
O
x Woon
-
e b e s t Huwelijk Sociaal
-
X Vrijetijd
Psychologisch De rest van dit hoofdstuk ondcrschcidt dczc twcc vormen van geluksbeleving en ook de beoordeling van het inkomen als meetfactoren van de gevolgen van inkomenstemgval.
3.2 Invloed van factoren op de gevolgen van inkomensterugval De gevolgen van een inkomensterngval worden beïnvloed door een aantal factoren. Met behulp van rcgrcssic-analyse is onderzocht hoe groot de invloed van deze factoren is op de inkomensoordelen, het economisch en psychologisch geluk. De grootte van de invloed van een aantal factoren op het inkomensoordeel is uitgebeeld in het staafdiagram in figuur 1 in de bijlage.
Inkomensoordeel Inkomen blijkt hct grootste effect te hebben op de inkomensoordelen. Voor mensen die geen inkomen hebben opgegeven, is meestal wel bekend of hun inkomen boven of beneden modaal is. Voor beide indicaties van het inkomen is het effect positief, geheel volgens verwachting. Het effect van de gezinssamenstellingis beschouwd ten opzichte van de categorie alleenstaanden (het effect van deze categorie is hierbij willekeurig op nul gesteld). Paren met en zonder kinderen hebben een positiever oordeel over hun inkomen dan alleenstaandcn; alleenstaande ouders zijn hierover negatiever. Op soortgelijke wijze is te
zien dat vrouwen een iets positiever inkomensoordeel hebben dan mannen. Deze effecten zijn gecorrigeerd voor de invloed van de overige factoren. Een relatief belangrijke factor is de controleschaal, die een positief effect heeft op het inkomensoordeel. Hoe meer controle mensen zelf hebben uitgeoefend om de inkomensterugval te verzachten, hoe positiever zij hun inkomen beoordelen, afgezien van de overige factoren. Dit is ook voor dc praktijk van hulpvorlcning een belangrijk resultaat. Als mensen het idee hebben dat ze greep op hun situatie hebben, geven ze een relatief positief oordeel over hun inkomen. De periode van inkomensterugval, leeftijd en inkomensvenvachting hebben nauwelijks invloed op de inkomensoordelen. De reden van de inkomensterugval heeft eveneens invloed op de inkomensoordelen. Ten opzichte van andere redenen hebben pensioen en VUT een negatieve invloed, terwijl het overlijden van de partner en scheiding een positieve invloed hebben. De overige redenen betreffen meestal faillissement, werkloosheid van de partner en combinaties van redenen. Het negatieve effect van pensioenNUT duidt waarschijnlijk op grote aanpassingsproblemenmet de nieuwe inkomenssituatie. Economisch geluk Hoe gelukkig mensen zijn mct de economische omstandigheden wordt eveneens beïnvloed door de hierboven beschreven factoren. Omdat inkomensoordelen in de beleving dicht bij de economische omgeving liggen, zijn de resultaten vergelijkbaar met die over de inkomensoordelen. Het belangrijkste verschil is dat werkloosheid en arbeidsongeschiktheid beide een relatief negatieve invloed op het economische geluk hebben, terwijl pensioen en VUT een relatief positicvc invlocd hcbbcn. Zic figuur 2 in dc bijlage voor de omvang van de invloed van een aantal factoren op het economisch geluk. Psychologisch geluk Het psychologisch geluk wordt op een andere manier beïnvloed dan het economisch geluk. Het belangrijkste verschil is dat inkomen nauwelijks bijdraagt aan het psychologisch geluk (zie figuur 3 in de bijlage). Ook hier is een sterk positieve invloed van de controleschaal. Hoewel de controle sterk was gericht op de economische situatie van inkomcnstenigval, blijkt deze een veel verderstrekkende invloed te hebben op het welzijn van de respondenten.
In de volgende paragrafen worden de samenhangen die hierboven zijn beschreven verder inzichtelijk gemaakt.
...
3.3 Geld maakt niet gelukkig
De hoogte van het inkomen bepaalt dus hoe tevreden mensen zijn met hun inkomen en hoe gelukkig zij zijn met hun financiële situatie. Het heeft echter bijna geen invloed op de psychologische geluksbeleving (zie figuur 3.2).
Figuur 3.2 Gcluk naar bcoordcling inkomcn 7
6 b
55
l Bieconomische geluksbeleving ~psycholcgischegeluksbeleving
F2 1
o (ruim) onvoldoende
net genoeg
(mlm) voldoende
lnkomenibeoordeling
Alhoewel mensen gemiddeld meer gaan verdienen naarmate zij ouder zijn, lijkt de gevonden samenhang tussen inkomen en geluk niet de enige factor die verklaart dat naarmate mensen ouder zijn, zij ook gelukkiger blijken te zijn op economisch en psychologisch gebied. Figuur 3.3 Geluk naar leeftijd
l 8 tot 35 jaar
35 tot 45 jaar
45 tot 55 jaar
55 jaar en ouder
leeflijd
Wordt alleen gekeken naar de psychologische geluksbeleving, dan valt op dat paren met of zonder kinderen gelukkiger zijn dan alleenstaanden, die op hun beurt weer gelukkiger zijn dan alleenstaande ouders.
Figuur 3.4 Geluk naar huishoudsamenstelling
paar zonder kinderen
paar met kinderen
alleenstaande
alleenstaande ouder
huishoudsamensielling
3.4
... voorbereiding wel
Uit paragraaf 3.2 bleek al dat mensen gelukkiger zijn naarmate zij zich beter hebben voorbereid op de gevolgen van een inkomenstemgval. Van degenen die aangeven zich helemaal niet te hebben voorbereid op de inkomensterugval,oordeelt de helft (50%) dat het inkomen onvoldoende is. Van de mensen die ongeveer op de hoogte waren van het nieuwe inkomen, vind 39% het inkomen onvoldoende, en mensen die alles hebben uitgezocht, 30%. Figuur 3.5 Geluk naar mate van inwinnen informatie I
ia
nee. voldoende op de hoogte
nee. wist niet waar
nee. ik zie wel
informatie ingewonnen
Of mensen wel of geen informatic hcbbcn ingcwonncn, hccft geen direct verband met hoe zij het economisch en psychologisch geluk ervaren. Wel blijkt uit de figuur dat zij minder gelukkig zijn als zij wel informatie hadden willen inwinnen, maar dit niet hebben gcdaan omdat zij nict wistcn waar zij tcrccht kondcn mct vragcn.
Er blijkt ook ccn licht positicf vcrband tc zijn tusscn dc gcluksbclcving cn bct trcffcn van maatregelen om de gevolgen van een inkomensachtemitgangte verzachten. Mensen die vinden dat ze van tevoren genoeg hebben gedaan om de gevolgen van een inkomenstenigval te verzachten, zijn gelukkiger dan mensen die vinden dat ze niet gcnocg hcbbcn gedaan. Figuur 3.6 Geluk naar mening of van tevoren voldoende maatregelen zijn genomen om mct dc gcvolgcn van dc inkomenstemgval om te gaan
l
economische geluksbeleving .psychologische geluksbeleving
ia nee Vindt u dat u voldoende heen gedaan?
Samengevat: mensen die zich van tevoren hebben voorbereid op bet lagere inkomen, die van tevoren informatie hebben ingewonnen, en die maatregelen hebben genomen en vinden dat die maatregelen voldoende zijn geweest, hebben de meeste controle uitgeoefend op de gevolgen van een inkomenstemgval. Het blijkt dat deze mensen ook gelukkiger zijn dan mensen die de minste controle hebben uitgeoefend op de situatie.
3.5 Alles went? Naarmate het langer is geleden dat bet inkomen is gedaald, mag worden verwacht dat men aan de nieuwe situatie is gewend. De beoordeling van het inkomen zal misschien iets positiever zijn en daarmee samenhangend de economische en psychologische geluksbeleving. Er blijkt echter geen verband te bestaan tussen de duur van de inkomenstemgval en de beoordeling van het inkomen. De geluksbeleving verandert ook niet naarmate de tijd vordert. Wel blijkt er samenhang te zijn tussen de duur en toekomstverwachtingen die mensen hebben. Hoe langer de inkomenstemgval geleden is, hoe negatiever zij denken over de mogelijkheid dat het inkomen weer zal gaan stijgen.
Figuur 3.7 Verwachting over inkomensstijging naar duw inkomensterugval I
l
+binnen
-m-
minder dan 3 maanden
3 tot 6 maanden
6 tot 12 maanden
12 tot 18 maanden
enkele maanden
binnen een jaar
18 tot 24 maanden
Hoe lang geleden hsefi de Inkomensterugval plaatsgevonden?
Op het moment dat de inkomensterugval nog maar kort geleden is (minder dan drie maanden), denkt bijna de helft dat het inkomen nooit meer zal stijgen. Tot aan een jaar blijft dit percentage ongewijzigd. Daarna echter neemt het percentage dat denkt dat hct inkomen nooit meer zal stijgen toe tot bijna 70% op het moment dat de inkomensterugval 18 tot 24 maanden geleden heefî plaatsgevonden. Het aantal ondcrvraagdcn dat dcnkt binnen een jaar weer terug te zijn op het oude inkomensniveau daalt naarmate de inkomensterugval langer geleden is; zo ook als zij denken dat het inkomen over een jaar zal stijgen. Tot aan het moment dat de inkomensterugval minder dan een jaar geleden plaatsvond, denkt ongeveer 10% erg positief dat binnen enkele maanden het oude inkomensniveau weer is bereikt. Wanneer de inkomenstenig~allanger dan een jaar geleden beeft plaatsgevonden, is nog ongeveer 5% zo positief. Hoe jonger mensen zijn, hoe vaker zij denken dat de inkomensterugval slechts tijdelijk is, Dit heefì opnieuw te maken met het verband tussen de redenen van de inkomenstemgval en de leeftijd.
Figuur 3.8. Verwachting over inkomensstijging naar leeftijd I
+langer dan een jaar binnen een jaar
Van de 55-plussers die een inkomenstemgval hebben meegemaakt, denkt bijna iedereen dat het inkomen nooit meer op het oude niveau terechtkomt. Daar het hier waarschijnlijk mensen betreft die met pensioen zijn gegaan of van de VUT-regeling gebruikmaken, ligt dit in de lijn der verwachting. Toch denkt een vijfde van de jonge mensen (18 tot 35 jaar) dat het inkomen nooit meer op het oude niveau temgkomt.
3.6 Conclusie In dit hoofdstuk is gekeken naar de gevolgen van een inkomensterugval,zowel hoe mensen het lagere inkomen beoordelen als hoe gelukkig zij in de nieuwe situatie zijn. Na een inkomensterugval vindt meer dan de helft van de mensen dat het inkomen onvoldoende is of maar net genoeg. Daarmee samenhangend zijn zij economisch gezien niet erg gelukkig. Inkomen draagt echter nauwelijks bij aan de psychologische geluksbeleving en gemiddeld zijn de ondervraagden in dit onderzoek psychologisch gezien dan ook redelijk gelukkig. De belangrijkste conclusie die kan worden getrokken is dat de controleschaal een positief effect heeft op het inkomensoordeel. Hoe meer controle mensen zelf hebben uitgeoefend om de inkomenstenigval te verzachten, hoe positiever zij hun inkomen beoordelen, afgezien van de overige factoren. Dit is ook voor de praktijk van hulpverlening een belangrijk resultaat. Als mensen het idee hebben dat ze greep op hun situatie hebben, geven ze een relatief positief oordeel over hun inkomen. De periode die verstreken is na de inkomenstemgval heeft geen effect op geluksbeleving. De economische en psychologische geluksbeleving stijgt niet en ook het oordeel over het inkomen wordt niet beter naarmate het langer geleden is dat de inkomensterugval heeft plaatsgevonden.
4 Rondkomstrategieën In de vragenlijst konden de respondenten aangeven welke manieren ze gebmiken om alle uitgaven toch te betalen als ze niet uitkomen met hun inkomen als gevolg van een inkomensdaling. Kuim de helft van de respondenten geeft aan geld van een spaarrekening te gebruiken. Eenderde bezuinigt op bepaalde posten en een kwart leent geld. Tabel 4.1 Manieren om uitgaven te betalen als men niet uitkomt met het inkomen .. Y0
Ik gebruik geld van de spaarrekenlng Ik zet minder geld opzij
Ik bezuinig op bepaalde posten Ik leen het geld
51
30 29
23
De spaarrekening wordt het meest aangesproken na het overlijden van een partncr cn bij pensionering. Ruim een kwart bezuinigt op bepaalde zaken, behalve na het overlijden van de partner en bij pensionering, dan is het percentage dat bezuinigt op bepaalde zaken lager (15%). 25 tot 35% legt minder geld opzij, behalve na het overlijden van de partner en na een scheiding, dan is het percentage lager. 20 tot 25% leent geld, behalve na het overlijden van de partner of pensionering, dan Icent niemand geld. Vooral na een scheiding vragen mensen hulp, ook bij werkloosheid of arbeidsongeschiktheid. Mensen bij wie de inkomenstemgval langer is geleden, passen geen andere strategieën toe dan mensen die net een terugval van het inkomen hebben meegemaakt. Als mensen denken dat het inkomen niet meer zal stijgen, passen zij dan andere strategieën toe om met het geldtekort om te gaan? Er lijkt alleen een verband te bestaan tussen de toekoms~envaehtingen het gebmik van spaargeld en lenen. Naarmate mensen denken dat het langer duurt voordat het oude inkomensniveau weer is bereikt, gebruiken zij vaker geld van de spaarrekening. Denken zij dat het lagere inkomen tijdelijk is, dan maken zij vaker gebmik van leningen dan als zij verwachten dat het inkomen niet meer zal stijgen. Tabel 4.2 Rondkomstrategieën naar verwachting waarop inkomen weer op oude niveau is I Binnen I Binnen een I Langer dan I Nooit meer
1
Eenderde van de mensen die verwachten dat de inkomensterugval tijdelijk is, leent geld als ze niet kunnen rondkomen. Conclusie Er wordt vaker geld geleend dan dat mensen om hulp vragen. Lenen is een wij drastische maatrcgcl, vooral als mensen toch al niet kunnen rondkomen en het inkomen na verloop van tijd niet blijkt te stijgen.
Bijlage Hoe dichter de staafies bij nul liggen, hoe minder effect de factoren hebben. De effecten van de factoren zijn tegelijkertijd geschat, zodat met alle factoren tegelijk rekening is gehoudcn.
Figuur 1 Effect van een aantal factoren op het inkomensoordeel
Figuur 2 Effect van een aantal factoren op het economisch geluk 0.3
Figuur 3 Effcct van ccn aantal factoren op het psychologisch geluk
Pagina 3 van 3
1. Kunt u met een rapportcijfer (0-10) aangeven hoe gelukkig u op dit moment bent
met uw baan uw financiële situatie uw gezondheid uw woonsituatie de hoeveelheid vrije tijd de manier waarop u uw vrije tijd besteedt het milieu UW sociale leven uw huwelijk, de gezinssituatie uw leven in zijn geheel /i
1 0 ~ -
(\t
I1
2. Kunt u met een rapportcijfer (0-10) aangeven hoe gelukkig u op dit moment bent met: de hoogte van uw inkomen de hoogte van uw vermogen de manier waarop uw vermogen belegd is uw carrièremoaeliikheden uw huisbank de economische situatie in het algemeen de zekerheid dat u uw inkomen kunt behouden de huidige rentestand het huidige inflatiepeil de manier waarop u uw financiën bijhoudt de manier waarop u geld uitgee* uw leningen
-
p.
kies een rapportcijfer
i kies een rapportcijfer ;a1
Als u nog verdere opmerkingen heeft over het onderwerp levensloop, kunt u die hier invullen.
Inkomensterugval
c Ja. Maar ik ben toch op zoek naar een goedkopere woning 12. Had u van te voren maatregelen genomen om de inkomensachteruitgang te vetzachten ? Meerdere antwoorden mogelijk i- Er waren verzekeringen afgesloten die een bedrag uitkeerden i-I k had van tevoren een bedrag gespaard rI k had bepaalde uitgaven al aangepast r Anders, nl. T Nee, geen maatregelen 13. Achteraf bekeken, vindt u dat u vooraf voldoende had gedaan om om te gaan met de nieuwe financiële situatie?
c Ja c Nee, ik had meer verzekeringen moeten afsluiten r Nee, ik had meer moeten sparen c Nee, ik had wat anders moeten doen, nl. 14. Wat is het grootste voordeel van de nieuwe situatie?
15. Wat is het grootste nadeel van de nieuwe situatie?
r I k denk dat ik nooit meer op het oude inkomensniveau terugkom c Op de lange termijn (langer dan een jaar) denk ik wel weer op het oude inkomensniveau terug te komen r I k verwacht dat ik binnen een jaar weer op het oude inkomensniveau terug te komen r I k verwacht dat ik binnen korte tijd (enkele maanden) weer op het oude inkomensniveau terug te komen 7. Hoe heeft u zich voorbereid op de terugval in inkomen? Kies het antwoord wat het meest op u van toepassing is. r Helemaal niet. Je merkt wel hoe hoog het nieuwe inkomen wordt en of je hier van kunt rondkomen r I k ben wel ongeveer op de hoogte van het nieuwe inkomen en ook van mijn uitgaven. I k heb erover nagedacht of dit goed zou gaan. r I k heb alles uitgezocht. I k heb berekeningen gemaakt en gekeken of ik zou rondkomen. I k had van te voren maatregelen genomen om rond te kunnen komen. r Weet niet
8. Heeft u informatie ingewonnen over de gevolgen van de financiële achteruitgang ? c Nee, want ik was zelf voldoende op de hoogte r Nee, ik wist niet waar ik de informatie vandaan kon halen c Nee, ik zie wel wat er gaat gebeuren c Ja, bij (meerdere antwoorden mogelijk) rvrienden /kennissen/familie
r uwv/cw~ rAccountant/belastingadviseur/verzekeringsadviseur rBank / financiële instelling r P&O medewerker bedrijf,-voormaliqe -. r Vakbond
werkqever
r Anders, namelijk
10. Is uw woonsituatie veranderd als gevolg van de inkomensterugval ? r Nee,
r Ja, ik ben groter gaan wonen r Ja, ik ben kleiner gaan wonen 11. Denkt u dat u uw eigen woning moet verkopen ?
c Niet van toepassing, ik heb een huurwoning r Nee, ik kan mijn hypotheek nauwelijks betalen. I k verwacht dat ik mijn huis binnenkort moet gaan verkopen i- Nee, het kost mij steeds meer moeite om mijn hypotheek te betalen. I k ben bang dat ik op termijn mijn huis moet verkopen. r Ja. het kost mij wel steeds meer moeite om mijn hypotheek te betalen, maar ik ben niet bang dat ik mijn huis moet verkopen. c Ja. het kost mij nauwelijks meer moeite om mijn hypotheek te betalen. I k ben dan ook niet bang dat ik mijn woning moet verkopen.
Inkomensterugval pagina 2 van 3
U heeft aangegeven dat u de afgelopen twee jaar een onvrijwillige inkomensterugval heeft meegemaakt. De volgende vragen gaan over deze fase in uw leven.
1.Wat is de reden van de inkomensachteruitgang in uw huishouden?
r Andere baan met lager salaris c Werkloos geworden Arbeidsongeschikt geworden r Overlijden partner r Met pensioen/VUT gaan r Ben gescheiden c Anders, nl. 2. Wanneer heeft de inkomensterugval precies plaatsgevonden? t Minder dan 3 maanden geleden Tussen de 3 en 6 maanden geleden r Tussen de 6 en 12 maanden geleden r Tussen de 12 en 18 maanden geleden I- Tussen de 18 en 24 maanden geleden 3. Hoe beoordeelt u de hoogte van uw huidige inkomen? c Ruim voldoende I- Voldoende r Net genoeg r Onvoldoende c Ruim onvoldoende
4. Kunt u op dit ogenblik rondkomen ? r Ja > ga door naar vraag 6 t Nee 5. Als u niet uitkomt met uw geld, hoe zorgt u ervoor dat alle uitgaven toch betaald worden? (Er zijn meerdere antwoorden mogelijk) -i I k gebruik geld van de spaarrekening T I k besteed te weinig aan bepaalde posten zoals: I k zet minder geld opzij I k leen het geld rI k vraag hu r Anders, nl.
r r
6. Denkt u dat uw inkomen op de korte termijn weer zal stijgen, bijvoorbeeld doordat u betaald werk vindt? Kies de mogelijkheid die u denkt dat het meest realistisch is.
Inkomensterugval: gelukcvraag leven als geheel (score: 0-10) naar voorbereiding, informatie ingewonnen, mening voldoende maatregelen getroffen en beoordeling inkomen. uit NIBUD-ondetzoek: "Minder geld, minder gelukkig".
gelukvraag leven als geheel 'hoe voorbereid op terugval inkomen gelukvraag leven als geheel N Mean hoe voorbereid op temgval inkomen 6.81 helemaal niet 6,97 ongeveer op hoogte 7.16 alles uitgezocht 632 weet niet 6.93 Total
Std. Deviation 214 299 219 94 826
gelukvraag leven als geheel info gezocht over gevolgen tinanciele achteruitgang gelurnvraag leven als geheel info gezocht over gevolgen financiele achteruitgang 1 Mean I N I Std. Deviation 7.191 3141 1.67 nee. voldoende op de hoogte nee. wist niet waar nee ik zie wel
gelukvraag leven als geheel achteraf van mening dat er voldoende is gedaan om om te gaan met de nieuwe elukvraag leven als geheel hteraf van mening dat er voldoende is gedaan om om te gaan met N Std. Deviation nieuwe financiele situatie Mean I 7. ,1.1.1 4431 171R . .,nee 6,711 3761 Total 6,931 8181
I
gelukvraag leven als geheel * hoe beoordeelt u huidige inkomen gelukvraag leven als geheel N Mean hoe beoordeelt u huidige inkomen 59 ruim voldoende 7,34 224 7,33 voldoende
Std. Deviation 1,604 1,576
RE: geld en geluk *
-
Subject: RE: geld en geluk From: "Jasja Bos" <
[email protected]> Date: Mon, 17 Jan 2005 12:13:10 +O100
To: "Ruut Veenhoven"
Beste Ruut, Voor de letterlijke tekst van de vragen zie bijlagen: twee gedeelten uit de vragenlijst over inkomensterugval en geluk. Groet, Jasja
r
Van: Ruut Veenhoven [mailto:[email protected]] Verzonden: Monday, January 17,2005 11:25 AM Aan: Jasja Bos Onderwerp: Re: geld en geluk
Beste Jasja Bedankt. Wat is de letterlijke tekst van deze geluksvraag? Ruut Veenhoven Jasja Bos wrote: Beste Ruut,
h
Bijgevoegd een uitdraai van de geluksvraag naar "uw leven in zijn geheel" uit de groep ondervraagden die een inkomensterugval hebben meegemaakt zoals gepresenteerd in het rapport "Minder geld, minder gelukkig". Met vriendelijke groet, Jasja Bos NIBUD 030 - 2391375
-----Oorspronkelijk bericht----Van: Antonides, Gerrit [mailto:[email protected] Verzonden: Tuesday, January 11, 2005 11:14 AM Aan: Jasja Bos Onderwerp: FW: geld en geluk Beste Jasja,
RE: geld en geluk
Zie bijgaande emails van Ruut Veenhoven. Zou jij kunnen zorgen voor een uitdraai die hij verlangt? Dan wordt het onderzoek vermeld in zijn World Database of Happiness misschien wel aardig. Groet, Gerrit
-----Original
Message----From: [email protected] [mailto:[email protected]] Sent: Monday, 10 January, 2005 5:06 PM To: Antonides, Gerrit Subject: RE: geld en geluk Ja uitdraai is prima. Groet, Ruut
Leuk dat je het rapport hebt Ja, er zit een vraag in naar aangegeven in rapportcijfers Een uitdraai tegen de andere Is dit voldoende?
1
gelezen. tevredenheid met het leven als geheel (a la Cantril). variabelen is dus mogelijk.
Groet, Gerrit Original Message----From: Ruut Veenhoven [mailto:[email protected]~ Sent: Monday, 03 January, 2005 3:23 PM To: Antonides, Gerrit Subject: geld en geluk Beste Gerrit, Ik las je rapport 'Minder geld, minder gelukkig?' Leuk. De re sult^ zou ik graag opnemen in mij World Database of Happiness. Je maat psychologisch welbevinden sluit echter niet aan op de eisen daarvc Begrijp ik goed dat er in de vragenlijst ook een item zat over satisfactie met het leven als geheel? Zo ja, dan zou het daarmee h kunnen. Kun je in dat geval levensvoldoening uitdraaien tegen de variabelen in pargraaf 3.4? Prof. dr. Ruut Veenhoven Erasmus University Rotterdam, Faculty of Social Sciences POB 1738, NL3000DR, Rotterdam, Netherlands
RE: geld en geluk
1 Tel: + 31-10-408-2102, Fax: +31-10-408-9098 E-mail: [email protected] Website: http://www.eur.nl/fsw/research/veenhoven
-
Prof. dr. Ruut Veenhoven Erasmus University Rotterdam, Faculty of Social Sciences POB 1738, NL3000DR, Rotterdam, Netherlands Tel: + 31-10-408-2102, Fax: +31-10-408-9098 E-mail: [email protected] Website: http://www.eur.nl/fsw/research/veenhoven
Inkomensterugval pagina 2 van 3 U heeft aangegeven dat u de afgelopen twee jaar een onvrijwillige
inkomensterugval heeft meegemaakt. De volgende vragen gaan over deze fase in uw leven. 1. Wat is de reden van de inkomensachteruitgang in uw huishouden? r Andere baan met lager salaris r Werkloos geworden c Arbeidsongeschikt geworden r Overlijden partner r Met pensioen/VUT gaan r Ben gescheiden c Anders, nl. - 1 2. Wanneer heeft de inkomensterugval precies plaatsgevonden? r Minder dan 3 maanden geleden r Tussen de 3 en 6 maanden geleden r Tussen de 6 en 12 maanden geleden r Tussen de 12 en 18 maanden geleden cTussen de 18 en 24 maanden geleden 3. Hoe beoordeelt u de hoogte van uw huidige inkomen?
RE: geld en geluk r Nee, ik zie wel wat er gaat gebeuren
c Ja, bij (meerdere antwoorden mogelijk) r Vrienden /kennissen/familie r UWV/CWI r Accountant/belastingadviseur/verzekeringsadviseur r Bank / financiële instelling r P&O medewerker bedrijf, voormalige werkgever r Vakbond r Anders, namelijk 7 10. I s uw woonsituatie veranderd als gevolg van de inkomensterugval ? c Nee, c Ja, ik ben groter gaan wonen c Ja, ik ben kleiner gaan wonen 11. Denkt u dat u uw eigen woning moet verkopen ? r Niet van toepassing, ik heb een huurwoning r Nee, ik kan mijn hypotheek nauwelijks betalen. I k verwacht dat ik mijn huis binnenkort moet gaan verkopen c Nee, het kost mij steeds meer moeite om mijn hypotheek te betalen. I k ben bang dat ik op termijn mijn huis moet verkopen. r Ja. het kost mij wel steeds meer moeite om mijn hypotheek te betalen, maar ik ben niet bang dat ik mijn huis moet verkopen. r Ja. het kost mij nauwelijks meer moeite om mijn hypotheek te betalen. I k ben dan ook niet bang dat ik mijn woning moet verkopen. r Ja. Maar ik ben toch op zoek naar een goedkopere woning 12. Had u van te voren maatregelen genomen om de inkomensachteruitgang te verzachten ? Meerdere antwoorden mogelijk r Er waren verzekeringen afgesloten die een bedrag uitkeerden r I k had van tevoren een bedrag gespaard r I k had bepaalde uitgaven al aangepast r Anders, nl. r Nee, geen maatregelen 13. Achteraf bekeken, vindt u dat u vooraf voldoende had gedaan om om te gaan met de nieuwe financiële situatie? c Ja c Nee, ik had meer verzekeringen moeten afsluiten c Nee, ik had meer moeten sparen
RE: geld en geluk
r Nee, ik had wat anders moeten doen, nl.
Pagina 3 van 3 1. Kunt u met een rapportcijfer (0-10) aangeven hoe gelukkig u op dit moment bent
met: uw baan uw financiële situatie uw gezondheid uw woonsituatie de hoeveelheid vrije tijd de manier waarop u uw vrije tijd besteedt het milieu uw sociale leven uw huwelijk, de gezinssituatie uw leven in zijn geheel
-
.~
-L"
~-
i kies een rapportcijfer ! j
kies een rapportcijfer
2. Kunt u met een rapportcijfer (0-10) aangeven hoe gelukkig u op dit moment bent met:
de hoogte van uw inkomen de hoogte van uw vermogen de manier waarop uw vermogen belegd is uw carrièremogelijkheden uw huisbank
RE: geld en geluk
de economische situatie in het algemeen de zekerheid dat u uw inkomen kunt behouden de huidige rentestand het huidige inflatiepeil de manier waarop u uw financiën bijhoudt de manier waarop u geld uitgeeft uw leningen
Als u nog verdere opmerkingen heeft over het onderwerp levensloop, kunt u die hier invullen.