NEWSBYTES 2 December 2006 BJIT wenst iedereen, it-journalisten, familie en vrienden een schitterend 2007, professioneel interessant, maar vooral persoonlijk boeiend en verrijkend.
2006 was behoorlijk ingrijpend met fusies en overnames in zowel de dagblad (De Tijd en L’Echo) als de it-tijdschriftensector (VNU), de komst van nieuwe bladen (Minoc) en de toenemende verschuiving naar webgebaseerde berichtgeving. En je mag er donder op zeggen dat 2007 die trend alleen maar zal versnellen. Dat de journalisten van Time magazine ‘You’ aanwezen als belangrijkste figuur van 2006, duidt tevens terecht op het groeiende nieuwsaanbod buiten de strikt journalistieke omgeving. Het enige antwoord vandaag is integriteit, gedegen onderzoek en marktkennis, vertaald in sterk onderbouwde maar toch aantrekkelijke en erg leesbare (hapklare?) artikels. Geen makkelijke taak omdat redacties de jongste vijf jaar vaak tot een minimum werden herleid, terwijl in sommige gevallen bovendien ook nog wordt aangedrongen om minder met freelancers te werken. Anderzijds neemt de druk van it-bedrijven, marketing- en advertentieafdelingen op journalisten steeds meer toe (zie ook verder in deze nieuwsbrief). BJIT doet een poging om duidelijkheid te scheppen, niet alleen voor it-journalisten, maar tevens voor pr-bedrijven en de woordvoerders van it-ondernemingen. Voor het eerst zal deze nieuwsbrief dan ook naar die betrokken partijen verzonden worden. Op die manier willen we constructief samenwerken zodat itjournalisten er alvast beter van worden.
Luc Blyaert BJIT voorzitter Brigitte Doucet BJIT vice voorzitter
Chinese muur redactie & advertentie, een must Een aantal it-bedrijven probeert meer grip te krijgen op redacties en it-journalisten om de publicatie van ‘negatieve’ (lees kritische) teksten te voorkomen. Soms dreigen ze, al dan niet rechtstreeks, met het terugtrekken van een advertentiecampagne na enkele minder gunstige artikels. Het zijn en blijven gelukkig uitzonderlijke gevallen, maar BJIT vindt deze tendens verontrustend en ontoelaatbaar. Aanleiding is een recente telefonische oproep aan een hoofdredacteur van een it-blad, die aangespoord werd om een opeenvolgende reeks verwijzingen naar het it-bedrijf stop te zetten om mogelijke publicitaire annulaties te voorkomen.
Het dreigen bij de redactie met annulatie advertentiecampagne is ontoelaatbaar
BJIT wil met klem protesteren tegen dergelijke praktijken en wijst erop dat er een duidelijke scheiding moet zijn tussen redactie en advertentieafdeling. Journalisten moeten autonoom, zelfstandig en kritisch te werk kunnen gaan. Inmenging van de advertentieafdeling is ontoelaatbaar en laakbaar. Een ‘Chinese muur’ tussen redactie en advertentie is dan ook een must. Dat geldt in de eerste plaats voor uitgeverijen, maar naar aanleiding van het incident pleit BJIT ook voor een scheiding bij it-bedrijven tussen pers- en marketingverantwoordelijk en. In een aantal gevallen is de perswoordvoerder of woordvoerster immers ook verantwoordelijk voor de advertentiebudgetten. Dat kan leiden tot eerder aangehaalde aberaties. BJIT wil pr-bedrijven er tevens op wijzen dat zij bij it-ondernemingen, klanten dus, een belangrijke rol kunnen/moeten spelen in het verduidelijken van het standpunt en de rol van journalisten. Het kan niet dat een pr-agentschap (of een woordvoerder) in opdracht van een it-onderneming bij een journalist dreigt met het stopzetten van advertenties. Dat maakt bovendien toekomstige ‘samenwerkingen’ met het betrokken pr-bureau onmogelijk. Sommigen ‘full service bureaus’ beheren bovendien ook zelf advertentiebudgetten van hun klanten. Ook daar is een duidelijk scheiding in de organisatie aangewezen. Algemeen wil BJIT constructief overleg plegen en een debat over dit ‘spanningsveld’ organiseren in februari of maart 2007. Streedatum is 1 maart 2007.
Nalezen van teksten: nee, en als, dan Sinds enkele jaren is er een toenemende aandrang tot zelfs dwingende vraag om teksten van it-journalisten na te lezen voor publicatie. BJIT verwerpt deze praktijk en wil een duidelijk standpunt verstrekken voor it-ondernemingen en pr-bedrijven.
Het nalezen van een tekst voor publicatie is een gunst, geen recht.
Op geen enkele wijze hebben ondernemingen voor publicatie het recht op het nalezen van teksten van journalisten. Het nalezen van een tekst na een interview kan niet afgedwongen worden door de geïnterviewde of de betrokken onderneming, laat staan door het begeleidende pr-bedrijf. De tekst is het intellectuele werk van de journalist die de volledige eigenaar is van het resultaat. Hij heeft dan ook geen verplichting om dit te laten nalezen voor publicatie. Het staat de geïnterviewde vrij om te vragen de tekst na te lezen, maar als de betrokken journalist weigert, is de zaak meteen afgedaan en hoeft men niet langer aan te dringen. Anderzijds is het om praktische reden (deadlines, vertalingen, productietijd) vaak ook onmogelijk om nalezen toe te staan. Bij wijze van gunst, om een aantal feiten of technische aangelegenheden te laten verifiëren, kan de journalist zelf vragen om de tekst na te lezen. De eventuele wijzigingen kunnen uitsluitend gaan over feiten en technische aspecten. Nooit kan ingegrepen worden over de inhoud zoals het schrappen van negatieve passages of het doorspelen van een positievere marketingboodschap. De journalist behoudt het recht om aangebrachte aanpassingen te negeren of te wijzigen. BJIT roept journalisten op om wantoestanden door te spelen zodat de betrokken bedrijven in kaart kunnen worden gebracht.
IT-journalisten verdienen auteursrecht Van journalisten wordt verwacht dat ze zowel voor de papieren versie, de website of andere dragers een bijdrage leveren. Sommige teksten worden in buitenlandse bladen overgenomen of verkocht aan ict-bedrijven die ze op hun website plaatsen. Voor elk medium gelden echter individuele en collectieve auteursrechten. Elke journalist die zich aansluit bij de Journalisten Auteursrechten Maatschappij (JAM) kan daarom rekenen op een jaarlijkse vergoeding die kan oplopen tot enkele honderden euro. Alain Guillaume, voorzitter van de JAM-SAJ kwam één en ander toelichten tijdens een informatievergadering van BJIT. Elke bijdrage (tekst, audio, video) is ‘beschermd’ en eigendom van de auteur. Het is zijn persoonlijke en individuele creatie. De auteur (de journalist) en niet de producent (de uitgever) is eigenaar van het werkstuk. In principe kan er dus niets gedaan worden met een artikel zonder de voorafgaande toestemming van de auteur. Het feit dat een bezoldigd journalist een contract getekend heeft, betekent bovendien niet dat hij zijn auteursrechten volledig afstaat. In elk geval vallen de collectieve auteursrechten niet onder dit contract (zie verder). In elk geval moet hij het contract goed nakijken. Vaak zijn er nogal wat valkuilen en zelfs illegale passages in opgenomen. Wie zekerheid wil, kan het contract trouwens steeds laten natrekken door de JAM. Een aantal voorbeelden van wantoestanden in een contract: - een journalist staat zijn auteursrechten af voor de ‘normale periode’. Dat betekent tot 70 jaar na zijn dood! - een journalist staat zijn auteursrechten af voor publicatie in elke gekende en ‘niet-gekende’ publicatie. Dit is illegaal zodat het contract automatisch niet geldig is… tenzij de uitgever zich alsnog ingedekt heeft en een contractclausule ingebouwd heeft die de eventuele illegaliteit verwerpt. Wat zegt de wet: Niemand mag een origineel werkstuk gebruiken zonder voorafgaande toestemming van de auteur en zonder een overeenkomst die de bezoldiging regelt. Het auteursrecht omvat twee belangrijke onderwerpen: - het individuele recht, dat de afstand van het gebruiksrecht aan een uitgever regelt. Een journalist kan dat zelf bepalen (bijvoorbeeld in een contract met de uitgever) of kan zijn auteursrechten laten beheren door de JAM. - het collectieve recht: het collectieve beheer van een aantal rechten zoals bv. het fotokopierecht (dat wordt geïnd door de ‘reprobel’ taks, waarvan een deel beheerd wordt door de JAM en herverdeeld wordt onder de aangesloten journalisten. Die moeten uiteraard wel jaarlijks aangeven hoeveel en waar hun werk gepubliceerd is. Of het nu om een bezoldigd of een zelfstandig journalist gaat, hij staat enkel het gebruiksrecht af voor de éénmalige publicatie van zijn werk. Eens het artikel (of de foto) verschenen is, wordt het opnieuw eigendom van de journalist. Voor het hergebruik van het werk (website, cd-rom, verkoop aan derden, overname in andere bladen) moet de uitgever de toelating vragen aan de journalist.
De rol van de JAM De Journalisten Auteursrechten Maatschappij verdedigt de auteursrechten van journalisten. Het controleert en onderhandelt over de goede toepassing van de collectieve rechten. Zo onderhandelt de JAM met de uitgever over de journalisten die voor hem werken. Het int en herverdeeld het geld aan de aangesloten betrokken journalisten. De JAM onderhandelt tevens met de diverse eindgebruikers (uitgeverijen, bedrijven die overzichten van persartikels aanbieden, pr-bedrijven die in hun dossiers artikels van journalisten plaatsen, webmasters etc). Daarnaast biedt de JAM onder andere ook gratis juridisch advies, analyseert het contracten en biedt het assistentie bij conflicten. In het geval van een rechtzaak neemt de JAM de advocaatskosten voor zijn rekening. Het pand van de JAM in Brussel staat trouwens ook open voor verenigingen. Toekomstige vergaderingen van BJIT zullen dan ook daar plaatsvinden. Conclusie: BJIT raadt journalisten aan zich aan te sluiten bij de JAM (de aansluiting kost éénmalig 50 euro). De verdediging van de auteursrechten is immers bijzonder belangrijk. Bovendien levert een aansluiting bij de JAM dank zij het collectieve recht ook financieel aardig voordeel op. Meer info op www.jam.be
‘Pigiste pas pigeon’ De calvarieberg van de zelfstandige journalisten ‘Inkomsten die onder het levensminimum liggen, onbestaande barema’s, verschrikkelijke concurrentie, te late of geweigerde betalingen, tarieven die sinds twintig jaar niet meer aangepast zijn, totale onderwerping aan de grillen van de werkgever, gevraagde teksten die nooit gepubliceerd zijn… dat is het lot van steeds meer professionele zelfstandige journalisten, of het nu redacteurs zijn, tekstenmakers bij radio of televisie, fotografen of cameramensen.’ Dat is het bilan van ‘Le livre noir des journalisten indépandants’ dat uitgegeven is door de AJP (Association des Journalistes Professionnels). Jammer genoeg is het enkel in het Frans beschikbaar. Het project kadert in een sensibiliseringscampagne rond de werkomstandigheden van zelfstandige journalisten. Het boek is gebaseerd op de getuigenverslagen ‘uit eerste hand’. Het wil: informeren, sensibiliseren, zaken vooruit doen gaan, opnieuw interessantere tarieven en werkomstandigheden bedingen. “De omstandigheden van het statuut, schandalig voor wie het moet ondergaan, zet tevens het journalisme zelf op de wip. Persvrijheid kan slechts bestaan als de werkomstandigheden goed zijn.’ Sommigen onder jullie zullen zich herkennen in dit boek. Bij anderen kunnen de ogen openen. Een leerrijk boek, om te lezen, en te laten lezen. Prijs: 14 euro (10 euro voor de leden van de AJP) Meer info op www.pigistepaspigeon.be
De Nederlandstalige zusterorganisatie VVJ, Vlaamse Vereniging van Journalisten, heeft drie jaar geleden een ‘Vadecum voor Zelfstandige Journalisten’ (een honderdtal pagina’s) uitgebracht. Motivatie en besluiten liggen in lijn met het ‘zwartboek’: ‘onze eerste doel is het invullen van de vraag naar informatie van heel wat freelancers, zeker de jongeren. We duiden op de valkuilen en bieden hen praktische tips. Met dit werk willen we tevens de redactieverantwoordelijken en de directie inspireren. Het zou hen sieren dat ze de freelance journalist met evenveel respect bejegenen. Deze uitgave verdient tevens de aandacht van de politici. Als de uitgeverijen niet bereid zijn om serieuze engagementen te nemen, zouden politici ervoor kunnen zorgen dat de situatie van de freelancer verbetert. Dat zal niet allen de journalist te goede komen, maar ook de kwaliteit van de informatie, en bij uitbreiding de democratie.’ Het vademecum is online te lezen voor leden van de vvj (/www.agjpb.be/vvj)
BJIT cocktail 2007
De BJIT cocktail vindt volgend jaar plaats op 7 juni 2007 in het pand van Telindus, Belgacom ict, in Haasrode. BJIT dankt alvast Telindus voor het vriendelijk aanbod. Het is precies 10 jaar geleden dat de cocktail plaats vond in de Belgacom torens in Brussel. Toen werd een recordopkomst opgetekend van 550 aanwezigen. Alle it-journalisten zijn hiermee uiteraard uitgenodigd.