Nefub beleidsplan 2007-2012 Floorball: van sportief spel naar speelbare sport
Inleiding Het is nu 8 jaar geleden dat de NeFUB werd opgericht en 10 jaar geleden dat de Stichting Unihockey Nederland van start ging met de actieve introductie van de sport in het onderwijs. In de afgelopen jaren is veel bereikt. De basisinfrastructuur staat; met clubs, teams, competities en nationale teams, met trainers, scheidsrechters, materialen, clinics en verhuur. Daarnaast heeft floorball z’n plek verworven in het onderwijs. Helaas moeten we constateren dat velen nog onbekend zijn met floorball, maar ook hier is een duidelijke kentering waar te nemen. Met name onze belangrijkste doelgroep, de jeugd tussen 10-18 jaar, blijkt goed bekend met de spelvorm unihockey. Dat het hier gaat om meer dan een ‘leuk spelletje’, is echter minder bekend. In het vorige beleidsplan hadden we ons ambitieuze doelen gesteld. We moeten nu constateren dat het oprichten van verenigingen en de groei van floorball als verenigingssport minder snel gaat dan gehoopt. De ‘doorbraak’ is wel bereikt, maar dan vooral in het onderwijs. Om de bestaande verenigingen te versterken en het oprichten van nieuwe verenigingen te vereenvoudigen kiezen we een 4 tal speerpunt regio’s. In deze 4 regio’s moeten voldoende nieuwe clubs en speelmogelijkheden ontstaan voor het organiseren van regionale competities voor jeugd en volwassenen, voor het opleiden en begeleiden van trainers en scheidsrechters en voor het aantrekken van regionale pers en publiek. De NeFUB wil de komende jaren uitgroeien tot een sportbond nieuwe stijl, die meer is dan een vertegenwoordiger van de sport en haar verenigingen. De NeFUB wil zich nadrukkelijk gaan manifesteren als aanbieder, met name gericht op de samenwerking school en sport, bewegingsstimulering, bedrijfssport en organisator van toernooien en evenementen. We staan daarmee voor de uitdaging om floorball de komende 5 jaar te laten doorgroeien tot nationaal herkende en erkende sport. Dit onder het motto: “Floorball: van sportief spel naar speelbare sport” Dit beleidsplan is goedgekeurd door de Algemene Leden Vergadering op 25 november 2006.
NeFUB beleidsplan 2007-2012
Versie 2.1, 4-12-2006
Blz.
1
Visie en missie Visie: Floorball is een aantrekkelijke en laagdrempelige sport. Floorball is geschikt als schoolsport, recreatiesport, wedstrijdsport en kijksport en heeft de potentie om uit te groeien tot een van de populairste teamsporten van Nederland. Floorball moet echter opereren in een guur klimaat, waarbij de traditionele, vanuit de verenigingen en bonden georganiseerde sport onder druk staat. Missie: Ontwikkeling van Floorball tot volwaardige school-, recreatie en wedstrijdsport. Ontwikkeling van de NeFUB tot een volwaardige en zelfstandige moderne bond die over voldoende middelen beschikt om de floorballsport breed uit te dragen en te organiseren.
Doelen Hoofddoel: In 2012 is floorball een volwaardige sport: bekend, erkend en beoefend. Bekend: • Aandacht voor de nationale teams en de hoogste divisie van de competitie in de landelijke pers; on-line, kranten en TV • Minimaal 50% van alle Nederlanders tussen de 8 en 28 jaar kennen de sport floorball. • Alle Nederlandse gemeenten (afdeling sport/recreatie) zijn bekend met de sport floorball • Organisatie van minimaal 2 grote internationale evenementen in de periode 20092012 Erkend: • Volwaardig lid NOC*NSF vóór 2010 • Volwaardig gesprekspartner voor overheid en sportwereld • Opgenomen in alle meet- en adviesinstrumenten die gebruikt worden om mensen te ondersteunen bij de keuze voor een sport • Alle 5 opleidingen voor gymleraren (ALO’s) hebben floorball opgenomen in hun lesprogramma als ‘meest geschikte sticksport voor het onderwijs’ • Minimaal 25% van de ‘Sport en Bewegen’ opleidingen heeft floorball opgenomen in het lesprogramma Beoefend: • Floorball staat in de top 3 van meest beoefende/populairste teamsporten op school • Opgenomen in het sportaanbod van 75% van alle buurt/wijk sport organisaties • Speelmogelijkheid (training/wedstrijden/toernooien) in alle plaatsen met meer dan 100.000 inwoners, in 50% van alle plaatsen tussen 20.000 en 100.00 inwoners en in 10% van alle kleinere plaatsen tot 20.000 inwoners. • Minimaal 4 sterke floorball regio’s - Noord (Groningen/Friesland), Midden (Amsterdam-Amersfoort-Utrecht), West (Den Haag-Rotterdam) en Zuid (Brabant, inclusief Zuid Gelderland) - met regionale competities voor volwassenen (dames en heren), jeugd en scholieren
Doelgroepen Floorball is bij uitstek geschikt voor iedereen. Idealiter richten we ons op alle Nederlanders. Gezien onze beperkte middelen zullen we echter keuzes moeten maken: • Primaire doelgroepen zijn de jeugd van 7-17 jaar en de jongvolwassenen van 1727 jaar. Daarbij zullen we ons wel nadrukkelijk profileren als een sport voor iedereen, dus ook voor mensen met een geestelijke of lichamelijke functiebeperking. NeFUB beleidsplan 2007-2012
Versie 2.1, 4-12-2006
Blz.
2
• •
Als secundaire doelgroep zien we de volwassenen van 28 en ouder, zowel de ‘oudere’ clubleden als de bedrijfssporters Indien ons daartoe voldoende tijd en middelen ter beschikking staan, willen we floorball ook gaan profileren als sport voor ouderen (55+).
NeFUB beleidsplan 2007-2012
Versie 2.1, 4-12-2006
Blz.
3
Prioriteiten en activiteiten Bovenstaande doelen zijn breed en ambitieus, maar dragen elk op hun manier bij aan het hoofddoel: ontwikkeling tot volwaardige sport. Om deze doelen te bereiken willen we de komende jaren een groot scala aan maatregelen gaan inzetten. De belangrijkste maatregelen zetten we hieronder uiteen, waarbij we ze op volgorde van prioriteit zetten.
Prioriteiten 1. Vergroten van het aantal trainers/begeleiders 2. Professionalisering van de NeFUB 3. Ondersteuning van bestaande en nieuw op te richten verenigingen, concentratie op een viertal speerpunt regio’s 4. Uitbouw van NeFUB tot volwaardig sportaanbieder 5. Eenduidige naam, spelvorm en regels 6. Lobby voor erkenning richting georganiseerde sport 7. Ontwikkeling van floorball als topsport 8. Stimulering van floorball als schoolsport 1. Vergroten van het aantal trainers/begeleiders Grootste knelpunt is het gebrek aan trainers/begeleiders. Zonder voldoende en gekwalificeerde trainers geen trainingen, geen clubs en geen topsport. Daarom is onze topprioriteit het werven en opleiden van meer trainers. a. Samen met CIOS en ALO opleidingen gaan we workshops en cursussen ontwikkelen voor gebruik in hun onderwijs en bij naschoolse cursussen voor docenten en trainers. b. We gaan een on the job train-de-trainer programma voor bestaande en nieuwe clubs ontwikkelen en aanbieden c. We gaan de door het ministerie van VWS ontwikkelde opleidingspiramide nader invullen en vertalen in concrete cursussen, die zoveel mogelijk door bestaande sportopleidingen worden verzorgd. d. We gaan cursussen ontwikkelen en aanbieden voor scholieren/jongeren om ze op te leiden tot jeugdtrainer/begeleider, bij de club en op school e. We gaan werven onder de trainers/coaches van andere teamsporten zoals handbal, basketbal, volleybal, korfbal en veldhockey. f. We gaan de opleiding en begeleiding van scheidsrechters sterk verbeteren. Nieuwe scheidsrechters krijgen weer een echte opleiding. Voor bestaande scheidsrechters komt er elk jaar minimaal 1 workshop en elke scheidsrechter heeft een aanspreekpunt/begeleider en wordt minimaal 2x per seizoen geobserveerd. 2. Professionalisering van de NeFUB Als jonge en kleine sportbond vissen we in een kleine vijver. Daardoor is er een nijpend tekort aan vrijwilligers en zijn er onvoldoende middelen om professionele krachten in te schakelen. Willen we de te verwachten groei kunnen realiseren en tegelijkertijd de kwaliteit van de dienstverlening verbeteren, dan moeten we professionaliseren. Onder professionalisering verstaan we: a. Een volledige bestuursbezetting met minimaal 7 bestuursleden, die zich primair richten op besluit- en beleidsvorming, maar ook beschikbaar zijn voor een aantal uitvoerende taken. b. Instellen van een aantal duidelijke afgebakende taakgebieden, die goed uitvoerbaar zijn door enthousiaste en ter zake kundige vrijwilligers c. Verhoging van de contributie en wedstrijdlicentie, om zo meer ruimte te scheppen voor bureaumedewerkers.
NeFUB beleidsplan 2007-2012
Versie 2.1, 4-12-2006
Blz.
4
d. Bureaumedewerkers zijn primair verantwoordelijk voor: Coördinatie van clinics/verhuur, competities en toernooien (clubs en onderwijs), uitvoeren van het sportaanbod (prioriteit 4) en uitvoeren van stimuleringsprojecten. e. Vergroting van het aantal fte op het bureau van 0,3 nu tot 3,0 in 2012 f. Instellen van regionale steunpunten/ondersteuners, gericht op regionale (jeugd)competitie, verenigingsondersteuning en opleidingen. 3. Ondersteuning van bestaande en nieuw op te richten verenigingen, concentratie op een viertal speerpunt regio’s De verenigingen blijven een van de belangrijkste pijlers. Als ledenorganisatie blijven we ons primair inzetten voor het ondersteunen van de verenigingen. We ondersteunen de bestaande verenigingen bij al hun activiteiten. Daarnaast bieden we actieve steun aan nieuwe verenigingen. Dit is een voortzetting van het beleid zoals dat in de afgelopen jaren ook gevoerd is. Voor wat betreft de ondersteuning van jeugdgroepen, gaan we meer werken vanuit regionale clusters, om zo sterke regio’s te vormen met voldoende aanbod en speelmogelijkheden. a. Als speerpuntregio’s kiezen we: Noord (Groningen/Friesland), Midden (Amsterdam-Amersfoort-Utrecht), West (Den Haag-Rotterdam) en Zuid (Brabant, inclusief Zuid Gelderland). b. Bij de jeugdontwikkeling hanteren we het inktvlekmodel: stimuleer in een straal van 30km rond bestaande clubs met een jeugdafdeling de oprichting van nieuwe clubs/jeugdafdelingen. Passief op basis van vraag en actief via ‘Freakz’ model. Zo kan je een nieuwe jeugdclub al direct tegenstanders/speelmogelijkheden bieden. c. Bij de jong-volwassenen richten we ons primair op de studentensteden. In 2010 moet er een voor studenten aantrekkelijke club of trainingsgroep zijn in alle bij de NSSS aangesloten steden en alle andere steden met minimaal 6.000 WO en HBO studenten. d. Schoolsport komt steeds meer in de belangstelling. We spelen in op deze trend door actief de oprichting van schoolclubs en schooltrainingsgroepen te ondersteunen. 4. Uitbouw van NeFUB tot volwaardig sportaanbieder Volgens het traditionele model zijn de verenigingen verantwoordelijk voor het daadwerkelijke sportaanbod. De bond is voorwaardenscheppend, ondersteunend, normgevend en controlerend. Ook de NeFUB zal deze rol vervullen, maar wil daarnaast nadrukkelijk zelf optreden als aanbieder en organisatiebureau:Om zo meer inkomsten te verwerven voor het uitvoeren van de andere taken, omdat de verenigings-infrastructuur nog niet dekkend is en omdat de sport in Nederland langzaam verschuift van de verenigingscultuur naar een meer individuele, event gerichte sportcultuur. a. Uitbouw van het ‘floorball freakz’ concept: het opzetten van eigen trainingsgroepen in die plaatsen waar nog geen vereniging actief is. Deze trainingsgroepen zijn primair gericht op de jeugd van 7-12 en 12-18 jaar. b. Uitbouw van de NeFUB als sportorganisatiebureau: Ontwikkelen en aanbieden van een eigen sportaanbod, met name gericht op sportstimulering, bewegingsstimulering, naschoolse sportactiviteiten, bedrijfssport en toernooien/evenementen. c. Uitbouwen van de huidige lokale scholencompetities tot een event met landelijke bekendheid en uitstraling, voor zowel basis- als voortgezet onderwijs. Elk jaar groeit de competitie en komen er steden bij. Tegelijk gaan we actief op zoek naar ondersteuners/sponsors om de scholencompetities te professionaliseren en meer uitstraling te geven. Zo moeten alle scholencompetities vanaf 2008 met boarding worden gespeeld. d. Ontwikkelen en aanbieden van fun-evenementen zoals panna-toernooien, een zomerkamp, een freestyle-workshop, ed. 5. Eenduidige naam, spelvorm en regels NeFUB beleidsplan 2007-2012
Versie 2.1, 4-12-2006
Blz.
5
Tijdens de ALV van november 2005 is besloten om onze sport primair de naam ‘floorball’ te geven en daarnaast de naam ‘unihockey’ te blijven voeren voor kleinveld zonder keeper. In de praktijk blijkt dit nog niet goed te functioneren. Bovendien blijken er, met name in het buurtwerk en onderwijs, nog vele verschillende versies en varianten in omloop. Daarbij is veelal sprake van te veel belemmerende spelregels, waardoor de sport een deel van haar unieke aantrekkingskracht verliest. Deze verschillende versies en varianten zorgen bovendien voor veel verwarring en frustratie bij toernooien en competities. a. Vanuit de NeFUB spreken we voortaan consequent over floorball. Er komt ook geen apart website, flyer of andere publiciteit meer voor de naam ‘unihockey’. Ook richting scholen gaan we voortaan primair de naam ‘floorball’ hanteren. b. We gaan een actieve campagne voeren richting onderwijs, buurtwerk en gemeenten om meer bekendheid te geven aan de sport floorball, en dan met name de internationale wedstrijdvorm 5 tegen 5 met keeper. c. We maken een flyer met een handzame samenvatting van de belangrijkste spelregels en gaan die breed verspreiden in het onderwijs om zo de ‘juiste’ spelregels meer bekendheid te geven. d. We gaan een actieve lobby voeren richting het bewegingsonderwijs, de ALO’s en de Sport en Bewegen opleidingen om te komen tot een eenduidige hantering van de spelvormen en spelregels. 6. Lobby voor erkenning richting georganiseerde sport Hier is sprake van een typische kip-ei situatie. We moeten groeien om erkenning te krijgen maar juist die erkenning biedt veel betere mogelijkheden om te kunnen groeien. Daarom hanteren we een parallel traject. Primair richten we ons op de verdere ontwikkeling van de sport. Tegelijk zorgen we dat we steeds zichtbaarder worden. Niet zozeer in de vorm van publiciteit, maar vooral als actieve, positieve organisatie. NOC*NSF moet niet meer ‘om ons heen kunnen’. Zo trachten we nu al de vruchten te kunnen plukken door ons nadrukkelijk te melden voor al die activiteiten en projecten die normaal gesproken voorbehouden zijn aan de bij NOC*NSF aangesloten bonden. Samenwerking met de TC Rolstoelhockey kan hierbij onze organisatie versterken, tot wederzijds voordeel van de betrokken clubs leiden en de lobby richting NOC*NSF ondersteunen. Het is denkbaar dat een fusie met de TC Rolstoelhockey en erkenning door NOC*NSF samen zullen vallen. a. We voeren een actieve lobby voor aansluiting bij NOC*NSF. b. We voeren een actieve lobby om floorball op de agenda te zetten bij grotere sportevenementen, zoals het GNSK, de zapp zomerspelen, de jeugd olympische dagen, ed. c. We voeren een actieve lobby om floorball op te laten nemen in de verschillende sportadvies instrumenten, die gebruikt worden om mensen te adviseren bij de keuze van een sport. d. We voeren een actieve lobby om sporthallen te voorzien van floorball belijning en bij de bouw van nieuwe sporthallen rekening te houden met de voor boarding benodigde opslagruimte. e. We starten serieuze samenwerkingsgesprekken met de TC Rolstoelhockey om te komen tot een fusie, een federatie voor floorball en rolstoelhockey. Daarbij bieden we de TC Rolstoelhockey steun bij de lobby richting IFF om ook internationaal tot samenwerking/fusie te komen. 7. Ontwikkeling van floorball als topsport Een volwaardige erkende sport omvat de gehele sportkolom van recreatiesport tot topsport. Topsporters spelen een belangrijke rol als ambassadeur van de sport en toekomstig kader. Bovendien brengen zij kennis en ervaring naar de clubs, die daardoor hun spelniveau en spelplezier kunnen vergroten. Topsport mag tegelijk niet kannibaliserend werken. De kosten moeten primair worden gedekt uit eigen bijdragen, sponsoring en subsidies, aangevuld met een bescheiden bijdrage vanuit de algemene middelen. NeFUB beleidsplan 2007-2012
Versie 2.1, 4-12-2006
Blz.
6
Om het algemene spelniveau in Nederland te bevorderen blijven we actief samenwerken met ‘buitenlandse Nederlanders’. Tegelijk ligt de prioriteit bij de in Nederland actieve spelers. Door enerzijds versterking van de clubs en anderzijds het ontwikkelen en aanbieden van topsporttrainingen stimuleren we de topsport. Topsport moet floorball ook ontwikkelen tot publiekssport, maar dat heeft in de periode 2007-2012 nog geen prioriteit. a. We gaan meer Nederlands kader opleiden: in Nederland woonachtige trainers, coaches en begeleiders. b. We gaan een ‘floorball academie’ opzetten, gericht op heren en dames en jongens en meisjes vanaf 15 jaar, waarbij getalenteerde spelers kennis en ervaring kunnen opdoen. Anno 2012 moeten er trainingen aangeboden worden in alle 4 speerpunt regio’s. c. We leggen een nauwe relatie tussen de nationale teams voor volwassenen en de onder 19 selecties en proberen de trainingen zoveel mogelijk te combineren. d. Vanaf 2007 komt er in de brede damesselectie ruimte voor U19 speelsters, die zo kennis en ervaring kunnen opdoen. e. Opstarten van een meisjes U19 team in 2010, deelname aan het WK U19 meisjes in 2011. f. g. We gaan een jeugdontwikkelingsplan opzetten, waarbij getalenteerde jeugd van 10-15 jaar zich middels regionale trainingen kan ontwikkelen tot de nationaal team spelers van de toekomst. Anno 2012 moeten er trainingen aangeboden worden in alle 4 speerpunt regio’s. h. We gaan vóór 2012 minimaal 2 topsportevenementen organiseren: een Euro Floorball Cup kwalificatie in 2009. In 2011 organiseren we een kwalificatietoernooi voor het WK heren in 2012. i. We gaan actief internationale scheidsrechters opleiden en ondersteunen, door ze zowel in Nederland als internationaal voldoende ervaring op te laten doen. In 2012 moeten we minimaal 1 scheidsrechterspaar hebben op het één na hoogste internationale niveau. 8. Stimulering van floorball als schoolsport Floorball sport geniet een goede bekendheid in het VO en een redelijke bekendheid in het BO als ‘unihockey’. Daarbij is nog teveel sprake van verwarring met veld/zaal hockey. De spelvormen en regelinterpretatie zijn verre van duidelijk. In 2012 moet floorball algemeen bekend zijn als wedstrijdsport en moet overal in het onderwijs volgens de standaard NeFUB regels worden gespeeld. a. In de komende jaren willen we vooral nadruk leggen op floorball als basis ‘sticksport’ voor het BO en VO EN als wedstrijdsport. We richten ons daarbij primair op het (bij)scholen van de lesgevers om ze zo beter bekend te maken met de specifieke kenmerken en regels van floorball. Het aanbieden van clinics en toernooien op scholen valt daar natuurlijk ook onder maar moet altijd kostendekkend zijn. b. We gaan floorball nadrukkelijker als wedstrijdsport profileren (zie prioriteit 4.c). c. We gaan de scholen en gemeenten actief stimuleren om boarding, grootvelddoelen en volwaardige wedstrijdsticks aan te schaffen. d. We voeren een actieve lobby richting de 5 ALO’s om floorball op te nemen in hun lesprogramma als de meest geschikte sticksport voor het bewegingsonderwijs. e. We voeren een actieve lobby richting alle Sport en Bewegen opleidingen om floorball op te nemen in hun lesprogramma.
NeFUB beleidsplan 2007-2012
Versie 2.1, 4-12-2006
Blz.
7
Floorball anno 2012 We hebben een beeld gegeven van onze doelen en prioriteiten. In dit hoofdstuk geven we een schets van floorball anno 2012. Waar staan we qua sport en bond? Een van onze speerpunten is om te komen tot een federatie voor floorball en rolstoelhockey. Deze nieuwe federatie heeft uiteraard een bredere scope dan de NeFUB. Dit beleidsplan richt zich echter primair op floorball. Onderstaande toekomstschets concentreert zich daarom op floorball. Competitie • Op het hoogste niveau landelijke competitie voor dames en heren, met uit- en thuiswedstrijden, wedstrijden gespeeld met effectieve tijd. Competitie wordt afgesloten met play off’s. • regionale competities voor dames en heren in minimaal 4 regio’s, heren in elke regio op 2 niveau’s. • Op het een na hoogste niveau dames en heren spelen we wedstrijden van 3x20 minuten zonder effectieve tijd, verder in toernooivorm: 2x20 minuten, waarbij een team 2 wedstrijden op 1 dag speelt. • Mixed competitie uitsluitend regionaal, met landelijke finales/play offs. • jeugd regiocompetitie volgens toernooimodel in 4 regio’s met landelijke finale/play offs. • Jeugd 7-10 jaar speelt kleinveld 5 tegen 5 zonder keeper, jongens en meisjes samen. • Jeugd 10-12 jaar speelt kleinveld 3 tegen 3 met keeper, jongens en meisjes samen. • Jeugd 12-15 jaar speelt grootveld, jongens en meisjes apart. • Jeugd 15-18 jaar speelt mee met de volwassenen, dames en heren gescheiden. • Landelijke competitie wordt gefloten door een vaste groep scheidsrechters die zelf niet op het hoogste niveau spelen. Deze scheidsrechters ontvangen een reiskostenvergoeding en vergoeding per gefloten wedstrijd. • Betaalde coördinator (0,5 fte) op het bureau voor de landelijke en regionale competities, ondersteund door een regionale coördinator (vrijwilliger) in alle 4 regio’s. Organisatie • De NeFUB is opgegaan in een zelfstandige federatie voor floorball en rolstoelhockey, aangesloten bij IFF en NOC*NSF. • Ledenorganisatie voor aangesloten verenigingen, organiseren van competitie, internationale evenementen en nationale teams. • De NeFUB rust op 3 pijlers: verenigingen, schoolsport en het eigen sportaanbod (trainingsgroepen/toernooien/evenementen). • Opleidingen en begeleiding voor trainers, coaches en scheidsrechters (samen met andere sporten/sportopleidingen?). • Actieve sportaanbieder, organisator van cursussen, clinics, naschools aanbod, toernooien, trainingsgroepen. • Verhuur van materialen, clinics ed. • Vernieuwend en aanvullend aanbod zoals Floorball Panna, Freestyle, Floorball workout, ... • landelijk bureau met 3 medewerkers (3 fte). • regionale (vrijwillige) staf in 4 regio’s. • lokale/regionale freelance staf voor het uitvoeren van projecten (organisatoren, trainers, ed). • nauwe banden met de verschillende sportopleidingen, provinciale sportraden en andere organisatoren van sportstimuleringsprojecten.
NeFUB beleidsplan 2007-2012
Versie 2.1, 4-12-2006
Blz.
8
Financieel • inkomsten: 15% uit contributies, 30% uit sponsoring en ondersteuning, 55% uit activiteiten en projecten. • activiteiten en projecten leveren voldoende meerinkomsten op om organisatie te financieren. 20% van de totale inkomsten gaan naar topsport. Topsport • Alle teams die uitkomen in de hoogste divisie hebben een volwaardige trainer/coach en trainen minimaal 3x per week. • Landskampioenen maken serieus kans op kwalificatie voor de eindronde van de Euro Floorball Cup. • Nationale teams voor Heren, Dames, U19 jongens en U19 meisjes. • Floorball Academie voor topsporters en talenten met trainingen in 4 regio’s. • Heren en Damesteams maken serieus kans op kwalificatie voor de WK eindronde, U19 teams spelen in B divisie. • Regionale jeugdselecties 10-15 jaar in 4 regio’s. • Dankzij externe ondersteuning en sponsoring betalen de nationaal team spelers alleen een eigen bijdrage voor de eigen deelnamekosten aan evenementen zoals internationale toernooien en het wereldkampioenschap. De kosten van trainingen en alle kosten van begeleiders worden volledig vergoed. Communicatie en PR • Communicatie verloopt volledig elektronisch. Geen papieren uitgaven. • Uitslagen van de hoogste divisie worden vermeld in de landelijke en regionale pers. • Regionale en plaatselijke pers besteedt regelmatig aandacht aan floorball: clubactiviteiten, spelers in de nationale teams, toernooien, competities. • Wedstrijdbeelden van de hoogste divisie en de nationale teams zijn te zien via (web) TV. • Er zijn minimaal 2 grotendeels op Nederland gerichte on-line communities voor floorball spelers die beide voldoende bestaansrecht hebben. Opleidingen • Alle 5 opleidingen voor gymleraren (ALO’s) hebben floorball opgenomen in hun lesprogramma als ‘meest geschikte sticksport voor het onderwijs’. • Minimaal 25% van de ‘Sport en Bewegen’ opleidingen heeft floorball opgenomen in het lesprogramma. Minimaal 5 opleidingen bieden ook een specialisatie als floorball trainer. • In alle 4 regio’s is er minimaal één keer per jaar een cursus voor (jeugd)trainers/coaches op VWS niveau 2. • Landelijk is er minimaal één keer per jaar een cursus voor trainers niveau 3 en minimaal één keer per twee jaar een cursus voor trainers niveau 4. • De scheidsrechtersopleiding is ook volledig ingebed in het VWS model en kent eenzelfde indeling en frequentie als de opleiding voor trainers en coaches. Bovendien is er een basisopleiding beschikbaar die alle clubs intern kunnen aanbieden aan beginnende (jeugd)scheidsrechters. Op school • Floorball staat in de top 3 van meest beoefende/populairste teamsporten op school en wordt aangeboden op minimaal 75% van alle scholen in het middelbaar onderwijs. • Floorball wordt aangereikt als sportactiviteit voor het bewegingsonderwijs op minimaal 25% van de Pabo’s. • Minimaal 75% van de scholen die floorball aanbieden in hun bewegingsonderwijs of als sportactiviteit hanteren daarbij de officiële NeFUB spelregels en spelvormen. • Op minimaal 50 scholen is een naschoolse trainingsgroep floorball actief. • In minimaal 30 plaatsen wordt een naschoolse scholencompetitie floorball georganiseerd. NeFUB beleidsplan 2007-2012
Versie 2.1, 4-12-2006
Blz.
9