Nederlandstalige pers Pers over BASta!: “…Met toestellen waarmee hij zichzelf opneemt bekomt hij een orkestrale sound in zijn typische filmische mengstijl . Elementen uit klassieke muziek, rock, jazz en folk worden gecombineerd tot een organisch geheel…” “Joris Vanvinckenroye gaat vooral de toer op van rock, folk en minimal music. Melancholie loert om de hoek, soms sober, soms als een wervelstorm van klanken”. De Zondag “Bassist Joris Vanvinckenroye is een componist met een visie die zich niet laat afschrikken door bepaalde muzikale wetmatigheden en zich louter laat leiden door zijn gevoel.” Stage Magazine “Joris Vanvinckenroye zijn filmische stijl laveert tussen explosieve brokken muziek en verstild minimalisme. In zijn hoofd woont Astor Piazolla naast John Cale en Jethro Tull. Onderlinge bezoekjes doen nooit geforceerd aan...” De Tijd
Jâk - folkroddels.be De tweede solo-artiest was Joris Vanvinckenroye op een contrabas. We kennen deze muzikant al jaren, eerst als één van de broers binnen TROISSOEUR en later als bezieler en componist bij ARANIS (waarvan we onlangs nog een CD-recensie publiceerden). Zijn soloproject heet BASTA (vat je hem?). Al tijdens het eerste nummer 'Delayed' was het net of er een gans orkest op het podium stond. Om te vermijden dat het publiek zou denken dat hij stond te playbacken legde hij uit dat hij dit effect bereikte dankzij twee elektronische snufjes die bediend worden met zijn voeten: een loopstation en een delay. Hij is zeker niet de enige die we kennen die dit doet: denk maar aan Jeroen Geerinck (onlangs nog op 't boombalfestival) en Daniel Detamaecker, maar hier werden deze effecten gebruikt in functie van de schitterende composities. Dat een contrabas diepe zware tonen kan spelen dat weet natuurlijk iedereen, maar Vanvinckenroye haalt er veel meer uit: nu eens percussie, dan weer hoge tonen of een krassend geluid. Soms met de handen, vaak met de strijkstok slaagde hij erin het publiek muisstil te doen luisteren. Onze fotografe durfde op den duur zelfs niet meer te fotograferen, want zelfs het klikken van de spiegelreflex was te horen tot ver in de tent. Het was geleden van een optreden van Renaud Garcia Fons lang geleden in Gent dat ik nog zo onder de indruk geweest was van een contrabassist. Hij kreeg oververdiend een staande ovatie. Later viel deze eer ook de beurt aan SNAARMAARWAAR en STYGIENS, maar de eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat dit ongetwijfeld kwam omdat de stoelen tegen dan verwijderd waren uit de tent. Dit soloproject BASTA verscheen ook op CD. Binnenkort publiceren we een recensie van dit kleinood. Luther Zevenbergen - New Folk Sound De vroegere contrabassist van Troissoeur Joris Vanvinckenroye is na het opbreken van die groep nooit uit beeld verdwenen. Zo is hij de laatste jaren vooral actief in Aranis, een groep die hij al in de nadagen van Troissoeur oprichtte. Aranis heeft zojuist haar vierde cd opgenomen die in de loop van dit jaar verschijnt en Vanvinckenroye verraste vorig jaar met een bijzondere solo-cd onder de naam
Basta!. Daarnaast maakte hij ook muziek voor dansen theaterprojecten. Onlangs trof ik hem op een straattheaterfestival in leper. Ik sprak met hem over de verschillende muzikale projecten waar hij druk mee is. Onder de naam Basta! Staat hij alleen op het podium, slechts gewapend met zijn contrabas en een loop-sampler. Met dit apparaat kan hij, terwijl hij speelt, korte stukjes samplen om die vervolgens als basis te gebruiken voor een nieuwe laag. Ik vraag hem hoe dit project precies tot stand is gekomen. "Met Troissoeur probeerden we van alles uit en hebben zo ook met elektronica geëxperimenteerd. Onze gitarist had altijd wat van die apparatuur, die eigenlijk speciaal voor gitaar gemaakt is, zoals bijvoorbeeld een loopstation. Ik vond dat tof en heb daar ook dingen mee uitgeprobeerd. Op een gegeven moment ben ik voor mijn eindexamen van het conservatorium de uitdaging aangegaan om zo'n stuk te maken. Ik vond dat ik voor mijn examen beter zoiets kon doen dan een concerto uit 1800 te spelen. Dat is mijn ding niet helemaal, ik wilde echt iets persoonlijks creëren. Alleen de contrabas vond ik wat te mager en dus ging ik het uitproberen met die loops. Daar ben ik een paar jaar vrij ongedwongen mee bezig geweest, maar met het eindexamen had ik een doel en heb ik zo'n stuk uitgewerkt. Ik ben daar goed op beoordeeld en dat gaf me de stimulans om het uit te bouwen en er wat nieuwe stukken bij te maken. Een concert vormde dan weer de gelegenheid om nieuwe stukken uit te werken en zo heb ik in vier, vijf jaar een heel programma samengesteld. Het leek mij een goed idee om naast de laatste Aranis-cd tegelijkertijd ook deze cd uit te brengen, dan kun je dat meteen meenemen in dezelfde promotie." De interactie van een groep wordt met Basta! dus eigenlijk vervangen door de interactie met de technische middelen, zoals een loopstation. "In de tijd met Troissoeur heb ik wel gemerkt dat het heel moeilijk is om zoiets als een loopstation te gebruiken in combinatie met andere muzikanten. Omdat je een vaste puls moet hebben. En dat moet je dan synchroon zien te krijgen. Zover zijn we als groep nooit gekomen. Je kunt dat dan het beste solo doen, dan heb je de controle over alles. Ofwel werk je zonder ritme en maak je meer soundscapes. Dat laatste hebben we met Troissoeur wel gedaan." Wie de Basta!-cd beluistert heeft regelmatig het gevoel dat er meer muzikanten aan het werk zijn. Joris legt een basis van basloopjes en ritmische patronen en speelt daarover melodieën in de hoge registers. Op bepaalde momenten lijk je een strijkkwartet te horen. De vraag is dan ook op welke manier hij die lagen opgebouwd heeft in de studio en hoe hij dat live in zijn eentje doet. "Alle structuren van een stuk komen min of meer overeen met wat er op de cd staat. Uiteraard is een cd geen live-concert, en ik heb wel kleine aanpassingen gedaan om het voor de cd wat beter te maken. Soms moet je twee schema's wachten voor je de volgende partij kan spelen, puur omwille van de techniek. In de studio ga je dat niet doen, want dat wordt dan een saai moment. Tijdens een optreden kan dat best omdat er toch wel meer gebeurt. De grote structuur van een stuk blijft echter wel hetzelfde. Ik heb in de studio ook niets op voorhand opgenomen. Want het moest geen cd worden met stukken die tijdens optredens onspeelbaar zijn." De muziek op de cd klinkt allemaal vrij spontaan, alsof het geïmproviseerd is, maar tegelijk klinken de melodieën doordacht en vloeiend. "Voor Aranis schrijf ik altijd alles uit, terwijl we met Troissoeur een veel intuïtievere manier van werken hadden. Basta! Is eigenlijk een combinatie van die twee manieren van werken. Met die loopstation, kwam ik al improviserend tot iets, om dan vervolgens een melodie uit te werken. Voor de optredens heb ik geoefend om de gecomponeerde melodieën over de loops te spelen. Met improvisatie vanuit loops is het gevaar dat het vaak terugvalt op patronen die op den duur niet genoeg afwisseling brengen. Het basisschema ligt vast. De bovenste laag kan wel een beetje variëren van concert tot concert, maar als je vraagt of het allemaal improvisatie is, dan moet ik zeggen dat dit slechts voor een klein deel zo is."
Voor elk project waarin Joris Vanvinckenroye actief is, geldt dat het muzikaal heel moeilijk te plaatsen is. Ook in zijn solo-cd herkent de luisteraar flarden klassiek, geïmproviseerde muziek, maar ook elementen uit de folk en wereldmuziek. Maar een vergelijking die je overal terugziet is die met componisten als Steve Reich en Michael Nyman. De eerste is de grootmeester van de 'minimal music', terwijl de tweede daar veel elementen uit leent, maar tevens veel sterke melodische ontwikkeling in zijn werken stopt. "Ik ken de muziek van Michael Nyman en Steve Reich natuurlijk wel, maar zij zijn eigenlijk geen grote voorbeelden voor me of vormen voor mij geen streefdoel. Door die loops kom je uit op herhaalde patronen. Dat is eigenlijk een technische belemmering, maar ik probeer dat om te zetten naar iets muzikaals. De gedachtegang van Steve Reich was juist om vanuit herhaling iets te creëren en hij werkte veel met faseverschuiving. Zulke dingen doe ik nooit. Maar die invloeden neem ik natuurlijk wel mee, zoals ik uit allerlei genres invloeden meeneem. In die vijftien jaar dat ik actief ben heb ik diverse fasen doorgemaakt. In de begintijd van Troissoeur was dat onder andere de folk. En dan vooral de wat avontuurlijke folk uit Scandinavië, of de Balkan. Groepen die iets meer doen dan alleen traditionele muziek spelen. Tegenwoordig heb ik vooral veel voeling met Chamber Rock of Rock in Opposition. De essentie van die genres is dat je alle stijlen vermengt en zo tot nieuws komt." Joris deed in 2005 eindexamen op het conservatorium en begon die opleiding dus toen hij al actief was met Troissoeur. Maar voor iemand met zo'n brede muzikale oriëntatie zou het conservatorium benauwend kunnen zijn. "Ik heb gelukkig leraren gehad die mij niet in een keurslijf wilden steken. Ze gaven me de vrijheid, ook omdat ik al iets ouder was en goed wist wat ik wilde. Ze hebben me daar goed in gesteund. Uiteindelijk ben ik het conservatorium gaan doen om me te ontwikkelen en vooral de strijktechniek wilde ik goed leren. Daarom heb ik ook de klassieke richting gekozen en niet de jazz, waarin die strijktechniek niet echt bestaat. Ik heb nog wel gevraagd op de informatiedag of ik de twee richtingen kon combineren, maar dat was dus niet mogelijk." De muziek waar hij binnen zijn studie veel aan gehad heeft is Bach. En misschien vinden we daarin wel een link met Basta!. Want Bach mocht dan geen loopstation hebben, de gedachte om één muzikant tegelijkertijd twee partijen te laten creëren is in de Cello Suites van Bach ook aanwezig. "Hij deed dat allemaal met noten. Daarom is het ook mooi en uitdagend om te bestuderen, omdat je voelt, hier is over nagedacht, hier zit iemand achter die dat met visie deed, die een ongelofelijk vakmanschap had. Ik heb alle Cello Suites van Bach gestudeerd. Dat is echt heel moeilijk en ik zou het ook nooit op een concert durven spelen. Maar ik vind het prachtig, het is ook het enige van het klassieke repertoire dat ik nog regelmatig studeer." Zelf heeft hij dus een vruchtbare tijd gehad op het conservatorium, maar hij ziet ook wel de beperkingen. "Hoe er nu mee omgegaan wordt is heel intellectueel. Het gaat vooral om de details en niet meer om zelf muziek creëren. Uw eigen muziek maken geeft veel meer voldoening. Daar is veel te weinig aandacht met medestudenten tijdens de opleiding. Dat is toch het moment om zoiets te doen." De muziek van Aranis leunt veel sterker op de klassieke muziek dan de andere projecten van Joris. Dat heeft voor een deel natuurlijk ook met de samenstelling van de groep te maken. "We proberen dat nu wel een beetje te veranderen. Als we proberen om het een keer te laten, rocken, dan lukt dan vaak maar half. Vorige week hebben we de nieuwe cd opgenomen. We hebben er nu een drummer bij, die helemaal geen klassieke achtergrond heeft. Hij heeft meer een rockmentaliteit en dat past goed in de groep, hoe vreemd dat ook mag klinken." Aranis is ook een groep met veel verschillende invloeden, maar de klassieke stempel heeft misschien ook wel te maken met het feit dat de muziek vooraf gecomponeerd wordt. Of speelt daar toch een groepsproces mee, zoals bij Troissoeur? "Dat groepsproces was er hij Troissoeur wel meer dan met Aranis, maar ik wil dat ook wel relativeren. Troissoeur was naar buiten toe een groepsproces, maar
dat was ook niet altijd zo. Daar werden veel dingen ook afzonderlijk voorbereid en in de groep gebracht, maar dat mocht naar buiten toe niet gezegd worden. Het was niet zo dat alles in de oefenruimte ontstond, er waren riffs en zelfs structuren die thuis werden voorbereid en dan gezamenlijk werden gearrangeerd. Als we wat samen probeerden te maken, vooral in de laatste jaren, kwam het nooit tot een resultaat. Iedereen had een ander idee en dat liep zo uit elkaar dat er niets uitkwam. Dat is ook de redden dat Troissoeur is vastgelopen. Op een gegeven moment kon ik mijn ideeën ook niet meer kwijt. Die stijl wilden de anderen niet meer, dus ben ik uiteindelijk maar een eigen groep oprichten. Zo is Aranis ontstaan." Naast de muzikale projecten werkt Joris ook samen in een dansvoorstelling. En in leper spreek ik hem vlak voor een optreden met theatermaker Kurt Demey die er zijn voorstelling De Gehoornde Man speelt. "Dat is heel fijn om te doen. Het is een heel ander publiek, dat niet direct voor de muziek komt, maar wel apprecieert wat ik doe. Met dans is het voor mij veel makkelijker, omdat muziek en dans elkaar niet in de weg zitten. Er is meer interactie, zoals dat ook tussen muzikanten is. Als iemand nu iets met tekst doet, moet ik me daar aan aanpassen. Maar het belangrijkste is voor mij dat ik mijn muziek kan brengen. Ik wil er wel voor waken dat niet iemand van mij vraagt om in de stijl van wie dan ook te schrijven. Ik kan muzikaal wel alle kanten opgaan, maar moet het wel zelf zo voelen." Marius Roeting. - pzc.nl
Wat zou een solo-instrument mij als muziekliefhebber kunnen bieden? Ik dacht in dertig seconden de cd Basta! wel even door te kunnen skippen. Het tegendeel bleek waar. Vijfenveertig minuten bleef ik gefascineerd en gepassioneerd gekluisterd aan de geluidsboxen. Eén man, Joris Vanvinckenroye, acteert met één instrument (een contrabas) als een ware one-man-band en creëert een dynamisch groepsgeluid. Oók live maakt hij dat totaalgeluid waar. Vrijdagavond presenteert Vanvinckenroye Basta! in theater De Wegwijzer in Nieuw- en Sint Joosland. Vanvinckenroye speelt contrabas. Maar niet alleen maar 'pom pom pom'. Hij plukt, trekt, strijkt, slaat, wrijft en trommelt op snaren en klankkast. Zijn muziek kent vele uitingsvormen. Het is een samengaan van diverse opgedane invloeden en omvat onder meer klassiek, jazz, pop, rock, folk, wereldmuziek en kamermuziek. Het valt niet te categoriseren in een van die vakjes, maar is tegelijkertijd alles tezamen. Zijn composities zijn als een muzikale puzzel, waarbij alle stukjes passend zijn in vorm, (klank)kleur, thematiek en sfeer. De Vlaming maakt daarbij gebruik van elektronische hulpmiddelen. De delay voor geluidsvertraging en nagalm - en een loop-station zijn de belangrijkste hulpbronnen. Met het laatste kan hij live, dus niet voorgeprogrammeerde, stukjes opnemen en ze laten terugspelen. Zo bouwt de bassist laag voor laag een compositie op. "Het alleen spelen brengt een beperking met zich mee. Meestal begin ik met een ritme dat als basis voor de melodie geldt. Daarna komt een baspartij, een melodielijn, een tweede lijn enzovoort. Zo vul ik de compositie langzaam in. Na twee minuten moet ik wel een groepsgeluid gecreëerd hebben. Alles moet kloppen. Dat vergt veel oefening." "De begrenzing van het alleen spelen is eveneens een voordeel. Je speelt exact in dezelfde sfeer en timing. Bovendien kan je als solist veel makkelijker aansluiten bij andere projecten, zoals voorstellingen met dans en toneel", vertelt de bassist.
Het gebruik van de techniek is geen doel op zich, maar staat in dienst van de muziek. "Zo'n zes jaar geleden begonnen we in mijn voorgaande groep Troisseur te experimenteren met elektronica. Ik studeerde in die periode af op het conservatorium en wilde iets bijzonders en persoonlijks als eindproject leveren. Ik heb het gebruik en toepassen van die elektronica toen verder ontwikkeld. Langzamerhand groeide het aantal composities en kon ik er een heel repertoire en een cd mee vullen. Er is eerder een muzikale beperking dan een technische." Al is er sprake van enige improvisatie tijdens een uitvoering, vooral de structuur van de compositie ligt vast. "Ik heb geen standaard werkwijze. Elke compositie heeft een eigen verhaal, een eigen geschiedenis. Maar meestal ontstaan ze uit een improvisatiemoment. Dat registreer ik. Het zijn kleine muzikale ideetjes die ik later aanvul." Joris Vanvinckenroye is contrabassist én componist. Hij was één van de oprichters en bezielers van Troissoeur & Aranis waar hij een belangrijke functie kende als componist. Een tour van 34 concerten in BE, NL & UK. Mirjam Adriaans - folkforum.nl Gelaagde basavonturen door expressieve muzikant Joris Vanvinckenroye. Het café van de Mezz in Breda is goed gevuld bij de laatste editie van Ent Op Streek in 2009. Er is wat geroezemoes, maar het optreden van BASta! wordt goed ontvangen, er wordt enthousiast gereageerd op de gelaagde basavonturen die Joris Vanvinckenroye uit zijn instrument tovert. Lange sterke vingers sluiten zich om de hals van de bas. De muzikant legt zijn oor bijna tegen het instrument, dat hij tot leven brengt door te drukken, kneden, slaan en strijken. Joris Vanvinckenroye kennen we als inventieve bassist en componist van Aranis en Troissoeur, en als gastmuzikant bij tal van andere groepen. Vanmiddag maakt hij optimaal gebruik van de mogelijkheden van de bas in zijn nog jonge eenpersoonsproject BASta!. Als je niet beter weet zou je denken dat er meer instrumenten aan bod komen, het geluid van een viool wordt benaderd door de dunste snaar apart te nemen vlak boven de kam, toch is het enkel de bas die rockt, swingt, melancholiek jammert of ritmisch overtuigt. Sommige composities heeft hij al enkele jaren op de plank liggen, waaronder het titelnummer van zijn solo cd Cycles die in september verscheen. Het is het eerste stuk dat hij voor dit project schreef, dus werd het album ernaar vernoemd. Titels interesseren hem niet zo, het publiek wordt zelfs uitgenodigd om een betere naam te verzinnen voor het nummer SRP, het gaat Vanvinckenroye om de klanken, de muziek. Dat heeft hij op zijn album al laten horen en vanmiddag laat hij het ook nog eens zien. Zijn gezicht oogt gespannen, soms licht verbaasd, af en toe zelfs gekweld. Waarschijnlijk is het pure concentratie, die zorgt voor een intensiteit en vooral expressiviteit die op een cd nauwelijks te vangen is. De bas lijkt een verlengstuk te worden van zijn bespeler. De nummers worden laag voor laag live geconstrueerd, zo legt hij tussendoor kort uit. Een man, een bas, een loop station en een delay apparaat, meer is niet nodig voor een uur lang boeiende muziek. RUIS n°53 BASTA! is het soloproject van Joris Vanvinckenroye, de bassist van de Belgische groep Aranis. De sfeer van Basta! is vergelijkbaar met die van Aranis, maar iets meer filmisch en melancholisch. Alle nummers worden gespeeld met contrabas, telkens in meerdere lagen, en ritme en melodie vullen elkaar aan. Mooi werk zonder meer.
Jan van Leersum - mazzmusikas 131 Basta is een soloproject van contrabassist/componist Joris Vanvinckenroye. Hij was één van de oprichters van Troissoeur en Aranis, waar hij een belangrijke functie kende als componist. Een soloalbum op de bas is in de jazz niet uniek, maar Joris beweegt zich meer in de richting van rock, folk en minimal music, met een duidelijk klassieke achtergrond. Het gevaar van éénvormigheid ligt op de loer bij dit soort soloprojecten, maar daar is hier zeker geen sprake van, ik had ook niet anders verwacht van Homerecords. De wisseling van sferen en de opnametechnieken, zoals overdubbing, zorgen voor een orkestraal geluid, in het nummer SRP klinkt het als een complete strijkersectie, heel bijzonder. In het persbericht heet het dat Astor Piazolla naast John Cale en Jethro Tull in zijn hoofd wonen; Tull haal ik er niet uit, maar die andere twee wel. Alle nummers de revue laten passeren heeft weinig zin, niet dat ze zoveel op elkaar lijken, maar het beschrijven van deze muziek is lastig. Eén van de fraaiere stukken is Sleeping Dogs, dat doet denken aan het solowerk van Paul Chambers. Waarschijnlijk niet voor een ieders oor, bij mij zit dat wel snor. Jan de Raaf - folkforum.nl "Naast de vele praktijkervaringen, (hij was ook contrabassist bij tangogroep Lunfardo en reisde als orkestmuzikant mee met het orkest van Björk en Robby Lakatos), heeft Joris ook een opleiding genoten aan het Koninklijk Conservatorium voor Muziek te Antwerpen." (bron: homerecords.be) En de veelzijdigheid van deze bassist en componist, Joris Vanvinckenroye, hoor je goed op deze cd. Dit is een solo cd van deze topmuzikant waarin je sterk de invloed van minimalistische muziek van componisten als Philip Glass, Steve Reich en Michael Nyman hoort. De gelaagdheid en de motief gerichte composities zijn hier kenmerkend voor. Echter wat ik mis en wat de voorgaande componisten wel in hun muziek hebben is eenvoudige maar pakkende melodielijnen. De cd is wel melodisch maar een echte melodie waarvan je achterover slaat mis ik helaas. Wat deze cd echter meer maakt dan een minimalistische cd, zijn de zijdelingse invloeden van jazz/funk die een duidelijke swing geven aan bepaalde stukken op de cd (de rock invloeden bijvoorbeeld op Sonan, track 3). De cd begint met een agressieve compositie (Codis). Het heeft wat weg van de cello metalgroep, Apocalyptica. Het stuk wordt laag voor laag opgebouwd en het heeft een stevige rechte Ÿ puls. Het wordt aangevuld met wat eenvoudige korte melodielijntjes die op den duur als een breiwerk van harmonieën in elkaar vallen tot tegen- en middenmelodieën. Tot zover allemaal gestreken partijen, maar tegen het eind van het nummer komt er een groovende geplukte baspartij inzetten. Dit zet de compositie op een ander been, het gaat in tegen de "rechte" pulse, in tegen de Ÿ maatsoort en geeft swing en contrast aan het stuk, geweldig! (zie hier een filmpje). De vijfde compositie op de cd, getiteld SRP, begint in tegenstelling tot het eerste nummer op de cd met geplukte motieven. Op de achtergrond komt er een soort van gestreken engelen gloed voorbij gespeeld in het hoge register van de bas wat een mooi contrast levert met de geplukte groove waarmee het stuk is ingezet. Ik vind dit persoonlijk een mooi stuk, het heeft een goede opbouw en leuke melodische motieven, sommige klinken ritmisch lekker vrij wat de swing ten goede komt en het inkomen van de strijkers om daarna de geplukte partijen te "verdrijven" geeft een mooie weergave van de twee technieken (plukken en strijken). Toch heb ik een soort van incompleet gevoel als het nummer af is. Het heeft een climax maar voor mij een iets te "milde", waardoor het meer een soort van overgangs compositie lijkt tussen twee stukken, wat ik persoonlijk jammer vind. Track 7, Delayed, is een mooie compositie die een weergave is van "onorthodoxe" geluiden die je kan creëren op een bas. Het geeft een beetje een Haunted gevoel wat heel goed tot zijn recht zou
kunnen komen in een thriller of horror film. Mooie filmische compositie! De "club" hit van deze cd voor mij is track 8, Sleeping dogs. Het heeft een mooie melodisch groovende puls die mij dansend achter de computer krijgt. Echter de melodie die later eroverheen gespeeld wordt heeft veel weg van een solo (is misschien een solo?) en mist in mijn ogen wat "zekerheid". De melodielijn had er wat meer uit mogen springen, maar dat neemt niet weg dat ik het een fijn nummer vind. Ik vind het een geweldige cd en zeer zeker een aanrader. Het geeft een nieuwe dimensie aan de contrabas als instrument! Het is een cd waarop je een mooie mix van filmmuziek, rock, klassiek, folk en funky muziek te horen krijgt. Jan de Raaf, waardering: 8.5 Artiesten die ook interessant kunnen zijn als je deze cd goed vindt zijn: Renaud Garcia Fons, Apocalyptica, Cello Octet Conjunto Iberico, Het Kronos Quartet, Edgar Meyer. Andere groepen waarin Joris Vanvinckenroye zijn kunsten vertoont/vertoonde en zeer de moeite waard zijn om te beluisteren zijn: Troissoeur en Aranis. Holly Moors - moorsmagazine.com Basta! is bassist Joris Vanvinckenroye, die hier in zijn eentje op zijn contrabas kleine wonderen verricht. Vanvinckenroye componeert en speelt, en het verbijsterende is dat drie kwartier bas totaal niet verveelt. Integendeel, want Basta laat de kracht en de energie van de bas horen. De donkere kant van de klank en de melancholie die daar bij hoort spelen hier een ondergeschikte rol, al is de melancholie zeker niet afwezig. Maar de pure energie van Vanvinckenroye domineert. En dat betekent dat de bas hier danst, schreeuwt en juicht. De verstilde momenten zijn in de minderheid, maar ook daarin toont Vanvinckenroye zich een ware meester. Minimalistische ritmeherhalingen worden hier gecombineerd met machtige melodieën en de bas mag zich van al zijn kanten laten zien. Een magnifiek muzikaal avontuur dat nog lang natrilt bij de luisteraar. Een absolute aanrader.