Eurolect Observatory Project Observatory Project Nederlands in de EU‐wetgeving en in de nationale wetgeving 8 oktober 2015
Oprichting en financiering project Università degli studi di Roma (Unint) Departement voor Vertalen en Tolken Coördinatie Prof. Laura Mori Voorziene duur 2013‐2016 Onderzoekpartners en betrokken talen 11 EU‐talen 11 EU talen – 13 Europese universiteiten 13 Europese universiteiten – 24 onderzoekers 24 onderzoekers Engels, Fins, Frans, Duits, Grieks, Italiaans, Lets, Maltees, Nederlands, Pools, Spaans
Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
2
Gemeenschappelijke onderzoeksvraag Gemeenschappelijke onderzoeksvraag Ontstond er als gevolg van processen in de EU‐talen g g p (linguïstische standaardisatie en normalisatie) die versterkt wordt door de gemeenschappelijke EU‐ redactie en de EU‐vertaling redactie en de EU vertaling een geheel van een geheel van gemeenschappelijke kenmerken en patronen? Is er sprake van een EU‐juridische taalvariant die verschilt van de nationale varianten op één of meer van volgende gebieden: lexiale eenheden, van volgende gebieden: lexiale eenheden morfologische, morfosyntactische en/of syntactische eigenschappen? Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
3
Verdere onderzoeksvragen • Is het mogelijk pan‐Europese kenmerken vast te g j p p stellen in de verschillende eurolecten? • Is er sprake van gemeenschappelijke kenmerken in de verschillende talenfamilies, bv. pan‐ Romaanse of pan‐Germaanse Romaanse of pan Germaanse kenmerken? kenmerken? • Zijn er talige gelijkenissen bij de stichtende j g g j j lidstaten of bij de recent toegetreden lidstaten? (diachrone taalfenomenen) Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
4
Methodologie ‐
‐ ‐
EU‐corpora met richtlijnen en corpora met omzettingsteksten uit de nationale regelgeving vergelijken en op zoek gaan naar “meetbare” lijk k “ tb ” verschillen en overeenkomsten in EU‐talen en nationale talen Gemeenschappelijk onderzoeksplan met specifieke kenmerken voor de verschillende talen Aangevuld met enquêtes en gesprekken met EU‐ vertalers, jurist‐linguïsten en de nationale verantwoordelijken voor implementatie verantwoordelijken voor implementatie
Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
5
Fase 1: opstellen corpus A en B Fase 1: opstellen corpus A en B Er werd een corpus opgesteld met twee subcorpora Subcorpus A Alle richtlijnen die werden aangenomen door de EU in de periode 1/1/1999 – 31/12/2008 periode 1/1/1999 – 31/12/2008 = 660 EU‐richtlijnen in 11 talen Subcorpus B Alle nationale implementatiewetten van de 660 richtlijnen in de 11 talen 11 talen Voor het Nederlands: 505 Nederlandse implementatieteksten (wetten en besluiten) Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
6
Fase 2: opstellen corpus B Fase 2: opstellen corpus B‐BE BE en C en C Subco pus C Subcorpus C (in progress) ( p og ess) Representatief corpus van Nederlandse wetgeving Subcorpus B‐België (gepland) Corpus met omzettingsteksten uit het Belgische Corpus met recht Subcorpus D (gepland) Representatief corpus van de Belgische corpus van de Belgische wetgeving Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
7
Onderzoeksgroep Nederlands Erasmus University Rotterdam Erasmus School of Law: Kees van Noortwijk Universiteit Gent Department Vertalen Tolken en Communicatie Sara Vandewaetere Klaar Vanopstal p Gert De Sutter (Language and Translation Technology Team and Empirical & Quantitative Translation & Interpreting Studies) p Q p g ) Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
8
Uitgangspunten • In EU‐taal streeft men naar helderheid (plain language movement) • <‐> EU‐taal wordt gekenmerkt door bureaucratische formuleringen, vaagtermen, acroniemisering enz. enz. • In EU‐taal is interferentie met het Engels onvermijdelijk • Juridisch Nederlands kent een parallel streven naar vereenvoudiging en een parallel effect van “juridisering” juridisering
Tot nu toe bekeken Globale numerieke gegevens
Aantal woorden Unieke woorden Unieke woorden Woordlengte
Lexicaal/terminologisch
Initialen ‐ letterwoorden Vaagwoorden Latinismen
Syntaxis
Lengte van de zinnen Nominalisaties Passief Deontologie
Tekstueel
Verdeling over onderdelen (preambules, Verdeling over onderdelen (preambules, dispositieven, bijlagen)
Algemene gegevens Algemene gegevens TOTAAL
Preambules Dispositief Bijlagen
A (EU) 3,510,315
677,691 19.3 %
1,432,678 40.8 %
1,464,489 41.7 %
B (NL) 4,072,593
91,826 2.2 %
3,281,766 80.5 %
693,833 17.03 %
Unieke woorden Hele corpus Corpus A (EU)
Teksten 660
Aantal woorden 3,510,315
Corpus B (NL)
505
4,072,593
Diapositieven Corpus A
Teksten 660
Aantal woorden 1,432,678
C Corpus B
505
3 281 766 3,281,766
Alle unieke woorden 76082 2.1 % 50676 1.2 %
Unieke woorden 23693 1,6 % 39732 1,2 %
Gemiddelde woordlengte g Woordlengte
Alle woorden
Unieke woorden
A (EU) dispositieven
5 75 5,75
11 92 11.92
B (NL) dispositieven
5,71
12.09
Aantal hele lange woorden Aantal hele lange woorden 700 600 500 400 300
Corpus EU‐NL
200
Corpus NL 100 0
Voorbeelden: EG‐typegoedkeuringsnummer bedrijfspensioenvoorzieningswerkzaamheden
Deontologische uitdrukking Deontologische uitdrukking Manieren om deontologie in het juridisch Nederlands weer te geven: ““De burger betaalt” (1) “De burger moet betalen” (2) g ( ) “De burger dient te betalen” (3) Vermoedelijk komt constructie 1 meer voor in Corpus B , 2 en 3 meer in A
EU‐NL National‐NL corpus
Moeten (“shall”) 36,762 (0.9%) 15,930 (0.3%)
Dienen (“shall”) 10,597 (0.2%) 7,834 (0.2%)
Totaal 1.1 % 0.5 %
In de Beknopte stijlgids voor het Nederlands van de EU staat expliciet “Shall in dispositief vertalen door onvoltooid tegenwoordige tijd van het toepasselijke werkwoord” Complicatie: richtlijnen hebben per definitie veel “bindend” taalgebruik (zie Caliendo, C li i i h lij h bb d fi i i l “bi d d” l b ik ( i C li d 2007), maar in mindere mate ook de omzettingsteksten EU‐corpus.
Eerste indruk Op basis van de voorlopige resultaten, lijkt het Nederlandstalige eurolect gekenmerkt door een Nederlandstalige eurolect gekenmerkt door een zekere lexicale creativiteit (bv. veel erg lange woorden, bovendien met nogal wat acroniemen en initiaalwoorden) maar op syntactisch vlak lijkt de EU‐variant niet meteen helderder of g eenvoudiger. Er zijn een aantal aanwijzingen voor interferentie van het Engels bijvoorbeeld bij de spelling van van het Engels, bijvoorbeeld bij de spelling van acroniemen of bij het gebruik van deontologische werkwoorden.
Terminologische luik • Verdere Verdere mogelijkheden voor terminologisch mogelijkheden voor terminologisch onderzoek? • Kwalitatief onderzoek naar deelthema(’s) uit de corpora p Bv. Thema immigratie, thema arbeid enz. Via termenextractie voor deelthema’s gemeenschappelijke en uiteenlopende terminologie opsporen Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
17
Enkele voorbeelden
Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
18
Van (inter)nationaal naar EU Van (inter)nationaal naar EU Meestal kunnen EU‐vertalers op bestaande terminologie terugvallen: terugvallen: Non‐refoulement In Conventie van Genève In Conventie van Genève Term blijft behouden in immigratierichtlijnen en in de nationale wetgeving nationale wetgeving
Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
19
Van EU naar nationaal Van EU naar 2009/90/EU “Blue 2009/90/EU Blue Card Directive Card Directive” A (EU) Blauwe kaart ( ) l k B (NL) Blauwe kaart (o.a. wet 15/12/2011) ‐>> Nieuw concept Nieuw concept ‐>> nieuwe term nieuwe term
Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
20
Van EU naar nationaal Van EU naar Europese migratierichtlijnen: gezinshereniging Nederlandse vreemdelingenwet: gezinshereniging i h i i / gezinsvorming: verschil / i i hil voor de inkomensvereiste d i k i Arrest‐Chakroun Arrest Chakroun Hof van Justitie‐EU 4 maart 2010: Hof van Justitie EU 4 maart 2010: Lidstaten mogen geen onderscheid maken tussen gezinshereniging en gezinsvorming in verband met de inkomensvereiste ‐> een daling van term gezinsvorming ten voordele van gezinshereniging i h i i is te voorzien i i Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
21
Van EU naar nationaal (of niet) Van EU naar (of niet) Richtlijn 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 juni 2003 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening bevat de term Bedrijfspensioenvoorzieningswerkzaamheden (= activiteit van verzekeringsondernemingen) In de Engelse versie: In de Engelse versie: occupational retirement provision business Bij de omzettingstekst vind je volgende omschrijving terug Bij d i k i dj l d h ij i activiteiten in verband met pensioenuitkeringen en werkzaamheden die daarmee verband houden Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
22
EU‐termen EU termen en nationale varianten en nationale varianten Onderdaan van een derde land/derdelander Derdelander
EU
Onderdaan van een derde land 280
NL
101
25
0
Gebruik van het woord migrant /migratie EU Komt niet als dusdanig voor in de richtlijnen rond asiel en migratie Wel bv. vreemdeling, vluchteling, ontheemde l ht li th d Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
NL Migrant Asielmigrant Huwelijksmigrant Volgmigratie G i Gezinsmigratie i ti …. 23
Neutrale termen, kenmerkend voor richtlijnen Het overkoepelende karakter van de richtlijnen leidt tot gebruik van meer neutrale termen
A (EU) ( ) B (NL)
A (EU) B (NL)
Opleidingstitel 55
Diploma 47
38 per miljoen
32 per miljoen
35
159
10 10 per miljoen ilj
48 48 per miljoen ilj
Verblijfstitel 87 24 per miljoen
Verblijfsvergunning 33 9 per miljoen
20 5 per miljoen l
385 94 per miljoen l
Lidstaat‐neutrale Lidstaat neutrale termen termen EU‐Nederlands moet twee lidstaten bedienen Dit zorgt voor keuzes van 1 overkoepelende term Voor dit onderzoek is een Belgisch omzettingscorpus nodig. Bv.
EU‐term
NL‐term
BE‐term
personen, belast met de wettelijke controle de wettelijke controle van boekhoudbescheiden (Richtlijn 1984)
bedrijfsrevisor
registeraccountant
Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
25
Harmonisatie: concepten en terminologie Harmonisatie: concepten en terminologie Cfr. veel besproken “Algemene wet gelijke behandeling” (NL) Vs. “Europese Kaderrichtlijn arbeid” (2000) Basisconcept EU: niet discrimineren Basisconcept EU: niet discrimineren Basisconcept: NL: geen onderscheid maken Het begrip onderscheid leidt tot een reeks “uitzonderingen” Men mag geen onderscheid maken behalve in bepaalde gevallen. Discrimineren kan nooit. Dit verschil heeft de implementatie bemoeilijkt en uiteindelijk tot een nieuw wetsvoorstel geleid. i l l id Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
26
Algemene bevindingen Het Europese onderzoeksproject kan meer inzicht brengen in EU‐terminologie en nationale terminologie en nationale terminologie. In een eerste fase moeten bijkomende corpora op punt worden opgebouwd.
Er is een kruisbestuiving tussen EU‐ en nationale wetgevingsterminologie (woordvormingsprocessen?) Typisch voor de situatie van het Nederlands zijn de lidstaatneutrale termen
Er kan een concreet thema worden afgebakend voor diepgaand terminologisch onderzoek, gekoppeld aan inzicht in de juridische concepten
Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
27
Extra/Back‐up
Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
28
Latinismen
Eurolect: Latinismen fungeren soms als supranationale term (Biel, 2014); verschillende EU‐varianten, verschillende Latinismen (Winiarskia2014) Juridisch Nederlands gebruikt ook veel Latinismen
Latinismen : dispositieven (gebaseerd op lijst met 240 items) EU‐NL corpus
Nationaal corpus
10 unieke uitdrukkingen
2.48 per M
41 totaal
11.67 per M
NL‐ 9 unieke uitdrukkingen 155 totaal
2.20 per M 38.55 per M
De variatie in Latijnse uitdrukkingen ligt dicht bij elkaar D i ti i L tij itd kki li t di ht bij lk Afspraken en gewoonten beïnvloeden gebruik: Bv. EU‐NL: mutatis mutandis NL‐NL: juncto
Latijnse subnummering De sub‐nummering van artikelen gebeurt in het Latijn in de EU‐teksten Bv. EU‐tekst EU‐NL: Artikel 16 septies / Article 16 g Dit bemoeilijkt voor de Nederlandse redacteurs het overschakelen tussen Dit bemoeilijkt voor de Nederlandse redacteurs het overschakelen tussen verschillende talenversies. In België wordt wel gewerkt met Latijnse sub‐nummering maar er zijn In België wordt wel gewerkt met Latijnse sub nummering maar er zijn verschillen vanaf nummer 18 18: octovicies 18 i i (EU‐NL) (EU NL) <‐> duodevicies d d i i (BE‐NL) (BE NL) 22: duovicies (EU‐NL) <‐> viciesbis (BE‐NL)
Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie
30
Acroniemen en initiaalwoorden = typisch voor Eurolect (Mori, 2008; Cosmai, 2014) = typisch voor juridische taal/juridisch Nederlands (Gerits, 2005) Eerste indruk bij manuele filtering: Eerste indruk bij 3000 most frequent words d Hele corpus
3000 most frequent words Di Dispositieven ii
EU‐NL corpus
76
24
Nationaal‐NL corpus
40
31
De spelling van initiaalwoorden in het EU‐corpus is duidelijk door het E l b ï l d i iti l Engels beïnvloed: initiaalwoorden die in het Nederlands met kleine d di i h t N d l d t kl i letters worden geschreven, worden systematisch met hoofdletter geschreven in de EU‐teksten, volgens interne afspraken.