OTB &
2 2015
Omgeving Kwartaaluitgave van OTB - Onderzoek voor de gebouwde omgeving Faculteit Bouwkunde
Gunstige ontwikkeling van de koopwoningmarkt
Navigeren door een rampgebied
Geomatics Day groot succes
Uit de Monitor Koopwoningmarkt kan worden opgemaakt dat de verkoop van woningen duidelijk is toegenomen. Ook de prijzen stijgen licht. Strengere normen, zoals verlaging van de leencapaciteit, drukken het herstel echter onnodig.
Navigatiesystemen zijn bij het bestrijden van rampen onontbeerlijk, maar hoe navigeer je door een gebied waar delen van het wegennet door een ramp ontoegankelijk zijn geworden? Daarvoor moet je voorspellingen over locaties van bewegende obstakels aan bestaande navigatiesystemen kunnen doorgeven. pagina 3
De master Geomatics for the Built Environment, waaraan het OTB een grote onderwijsbijdrage levert, organiseerde een goedbezochte Geomatics Day. De snelle groei die het vak doormaakt en de grote behoefte aan jonge allround GIS-specialisten kunnen daar niemand zijn ontgaan.
Creatieve broedplaatsen leren van elkaar
Netwerkkracht van groot belang voor Nederlandse steden
OTB-cursussen, -congressen en -studiedagen 2015
Broedplaatsen voor startende creatieve ondernemers zijn vaak te afhankelijk van overheidssubsidie. Een scala aan commerciële activiteiten en samenwerking met bedrijven en kennisinstellingen biedt meer financiële armslag, mits de broedplaats zakelijk wordt geleid.
De Nederlandse steden kunnen de concurrentie met buitenlandse steden aan, mits ze deel uitmaken van een internationaal netwerk. Ook regionaal plukken Nederlandse steden de vruchten van een sterke wederzijdse inbedding in een netwerk.
pagina 2
pagina 5
pagina 6
pagina 4
pagina 7
Nieuws pagina 8
Aangescherpte financieringsvoorwaarden drukken herstel
Gunstige ontwikkeling van de koopwoningmarkt Uit de Monitor Koopwoningmarkt kan worden opgemaakt dat de verkoop van woningen duidelijk is toegenomen. Ook de prijzen stijgen licht. Strengere normen, zoals verlaging van de leencapaciteit, drukken het herstel echter onnodig.
Aantal verkochte woningen hoger dan in voorgaande jaren.
E
r is sprake van gunstige ontwikkelin-
Herstel markt nieuwbouwwoningen
gen op de koopwoningmarkt in het
Zeker op de markt van nieuwbouwwoningen zet het herstel
eerste kwartaal van 2015 in verge-
duidelijk door. Het aantal transacties is in het vierde kwar-
lijking met het eerste kwartaal in de
taal van 2014 toegenomen (+15%) ten opzichte van het
voorgaande jaren. Dat blijkt uit de
derde kwartaal. In vergelijking met het vierde kwartaal in
ziet de woonuitgaven als sluitpost van huishoudens, maar
Monitor Koopwoningmarkt. Ten opzichte van het eer-
2013 is er zelfs sprake van een enorme stijging (+48%). De
veel huishoudens zijn bereid om meer te besteden aan het
ste kwartaal van 2014 is het totaal aantal verkochte
gemiddelde prijs van verkochte nieuwbouwkoopwoningen
wonen.” In het rapport ‘Kopers verdienen meer!’ doen de
woningen met 19% toegenomen en zet het herstel
ligt met € 249.600 nog zo’n 12% onder het niveau van eind
auteurs Boelhouwer en Schiffer onder meer de aanbeveling
van de koopwoningmarkt dus door. Met ruim 34.500
2008. Het aantal verkopen op de nieuwbouwmarkt kent
om een nieuwe methodiek te ontwikkelen waarbij ook de
transacties kent 2015 zelfs het beste eerste kwartaal
waarschijnlijk een stabilisatie rond de 8.000 tot 8.500 in het
gezinssamenstelling, de verschillen in fiscale behandeling en
sinds 2008. “Het consumentenvertrouwen stijgt en
tweede en derde kwartaal van 2015.
de belangrijkste gezinsspecifieke uitgaven worden meegeno-
heeft een hoogterecord bereikt”, constateerde prof.
Een ander gunstig signaal is dat in het vierde kwartaal van
men. Ook stellen zij voor om de NIBUD-normen niet langer
dr. Peter Boelhouwer, eindverantwoordelijke voor de
2014 voor bijna 8.300 nieuw te bouwen koopwoningen een
voor alle leningen verplicht te stellen, maar net als vóór
Monitor, al in een toelichting op de cijfers van het
bouwvergunning is verleend. Dit is bijna 50% meer dan in
2011 slechts als referentiepunt te hanteren voor leningen
voorgaande kwartaal tijdens het eerste colloquium van
hetzelfde kwartaal een jaar eerder.
zonder NHG.
het Expertisecentrum Woningwaarde. “Wel stabiliseert
Het aantal verkopen van bestaande woningen trekt in het
het vertrouwen de laatste maanden.”
tweede kwartaal van 2015 verder aan tot circa 34.000 en
Sinds medio 2013 stijgt de gemiddelde verkoopprijs
mogelijk 45.000 in het derde kwartaal. Daarna kan er een
licht. Met € 222.000 ligt deze nog 14% lager dan het
zekere stabilisatie optreden.
record in 2008, maar ruim 5% boven het dieptepunt in
2015 kent het beste eerste kwartaal sinds 2009 voor hy-
2013. Hier spelen volgens de Monitor waarschijnlijk de
potheekaanvragen. In vergelijking met het eerste kwartaal
verder aangescherpte financieringsvoorwaarden een
van 2014 is het aantal aanvragen, inclusief oversluitingen en
rol. De extra overheidsbijdrage aan de Starterslening
tweede hypotheken, gestegen met 18%. Het aantal nieuw
is stopgezet, de LTI-norm (de verhouding tussen inko-
afgesloten hypotheken loopt naar verwachting in het tweede
men en woonlasten) is aangescherpt en wordt strikter
kwartaal van 2015 op naar ongeveer 60.000.
toegepast en de maximale LTV-ratio (de hoogte van
OTB & Omgeving juli 2015
Gemiddelde prijs heeft dieptepunt verlaten
Informatie
de lening ten opzichte van de waarde van de woning)
NIBUD-normen temperen herstel
wordt stapsgewijs verlaagd. Daarnaast komen kopers
Boelhouwer signaleert een onnodig negatief effect op
De Monitor Koopwoningmarkt is een gezamenlijk
alleen nog voor hypotheekrenteaftrek in aanmerking
het herstel van de koopwoningmarkt als gevolg van de
product van BKR, CBS, Hypotheken Data Netwerk, Stichting
wanneer zij een nieuwe hypotheek ook daadwerkelijk
verlaging van de leencapaciteit vanaf januari 2015 op basis
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten,
aflossen. Het prijsniveau van koopwoningen stijgt
van NIBUD-aanbevelingen. “Huishoudens die best een
VEH en WEW. Kopers verdienen meer! Naar een even-
naar verwachting in de loop van 2015 verder, maar
hypotheek op hun koopwoning kunnen aflossen, krijgen
wichtige toepassing van de NIBUD-normen, Peter
het duurt waarschijnlijk nog tot eind 2017 voordat in
niet altijd een hypotheek op basis van NIBUD-normen. De
Boelhouwer en Karel Schiffer, 2015. Het essay is geschreven
nominale termen het prijsniveau van voor de crisis
banken mogen van de AFM nauwelijks nog uitzonderingen
in opdracht van NVB en is als pdf beschikbaar via de website
bereikt wordt.
maken of deinzen daarvoor terug. Ook houdt het NIBUD in
van het OTB. De colloquia worden op uitnodiging bezocht
die normen onvoldoende rekening met de individuele situ-
door een klein gezelschap experts dat discussieert over een
atie en de inkomensdynamiek van huishoudens. Het NIBUD
aantal actuele thema’s rondom de koopwoningmarkt.
2
Met real-time geo-data bewegende obstakels vermijden
Navigeren door een rampgebied Navigatiesystemen zijn bij het bestrijden van rampen onontbeerlijk, maar hoe navigeer je door een gebied waar delen van het wegennet door een ramp ontoegankelijk zijn geworden? Daarvoor moet je voorspellingen over locaties van bewegende obstakels aan bestaande navigatiesystemen kunnen doorgeven.
N
avigatiediensten zijn steeds belangrijker geworden voor allerlei activiteiten: van het rondleiden van toeristen tot het onder-
Promovendus Zhiyong Wang: “Mijn onderzoek draagt bij aan veiligheid en welzijn van burgers en hulpverleners”
steunen van reddingsoperaties tijdens
de berekeningen zijn ook andere factoren verwerkt, zoals de benodigde tijd voor het uitvoeren van taken, de vereiste aankomsttijd en het tijdstip van vertrek om de vertraging door de ontstane obstakels te minimaliseren.
navigatiesysteem. In juni 2015 promoveerde hij op dit
Ook informatie over het soort hulpverlener draagt bij aan
aanzienlijke hoeveelheid onderzoek wordt verricht naar
onderwerp.
het bepalen van een geschikte route. Zo hebben sommige
navigatie, zijn er nog vele aspecten die aandacht verdienen,
Wang behaalde zijn Master in Shanghai, waarna hij naar
hulpverleners de beschikking over beschermende uitrusting
zoals toepassing door eerstehulpdiensten. Zo kunnen er tij-
Nederland kwam voor zijn promotieonderzoek. “Mijn
die het mogelijk maakt zich door de bewegende obstakels
dens rampen ‘bewegende obstakels’ ontstaan die delen van
onderzoek heeft een zeer concreet maatschappelijk doel,
heen te bewegen. Ter ondersteuning van de routebere-
het wegennet tijdelijk of permanent ontoegankelijk maken.
te weten het vergroten van de veiligheid en het welzijn van
kening moet niet alleen informatie over obstakels worden
Denk aan om zich heen grijpende bosbranden, laaghan-
burgers en hulpverleners. Dat gaf veel voldoening tijdens
gestructureerd en opgeslagen in een database, maar ook
gende giftige rookwolken, overstromingen en files die door
het onderzoek. Ik kon er ook mijn informatica- en program-
informatie over de toestand op het wegennet. Het zo ef-
rampen kunnen ontstaan. Juist voor hulpverleners is het dan
meervaardigheden in kwijt, wat ik net zo plezierig vond. Mijn
ficiënt mogelijk laten navigeren door een rampgebied vraagt
belangrijk om snel een vrije route te vinden naar en van de
promotoren Peter van Oosterom en Sisi Zlatanova hielden
dus om maatwerk.
rampplek. Hiervoor hebben zij een routeplanner nodig die
mij scherp. Voortdurend vroegen ze mij de toegevoegde
Een prototype van het door Wang ontwikkelde navigatie-
dergelijke obstakels kan weergeven en voorspellen en ook
waarde van mijn onderzoek voor ogen te houden, te weten
systeem is getest in verschillende situaties. Een belangrijke
alternatieve routes aanbiedt.
het real-time genereren van gegevens maar ook het voor-
conclusie: “De aanpak die ik voorstel is breed inzetbaar. Het
spellen van bewegende barrières en dit zichtbaar maken
datamodel is makkelijk aanpasbaar en te integreren met
Geïntegreerd navigatiesysteem
via de routeplanners van hulpdiensten. Daarnaar was nog
informatie van modellen van andere typen rampen, zoals
Zhiyong Wang, GIS-specialist bij het OTB, heeft onderzocht
nauwelijks onderzoek gedaan.”
voorspellingen van bijbehorende bewegende obstakels.”
hoe hulpverleners met hun voertuigen veilig en snel naar
Voor zijn onderzoek bracht Wang eerst in kaart wat voor
hun bestemming kunnen navigeren via een geïntegreerd
soort navigatiesituaties er mogelijk zijn in rampgebieden
Verdere verbetering
en heeft hij deze geclassificeerd. Zo moet een hulpverlener
Er is na deze promotie nog veel onderzoek te doen. Zo
soms naar meerdere bestemmingen of moeten meerdere
adviseert Wang om specifieke situaties verder te onder-
soorten hulpverleners (politie, brandweer, ambulance)
zoeken, zoals die waarbij de bestemming van hulpdiensten
naar één locatie navigeren, meestal vanaf verschillende
onbereikbaar lijkt te zijn door obstakels. Ook moet er
startpunten. Om deze situaties te kunnen koppelen aan een
aandacht zijn voor communicatie tussen hulpdiensten tijdens
routeplanningsysteem heeft hij vervolgens onderzocht welke
de rampbestrijding. Het kan zijn dat de communicatie vanuit
datamodellen het meest geschikt zijn om de dynamische in-
een centraal punt onmogelijk is en dan moeten hulpverleners
formatie over de obstakels te koppelen aan de al bestaande
andere communicatiemethoden hebben om te kunnen com-
informatie, zoals het wegennetgegevens.
municeren.
rampenbestrijding. Maar hoewel er een
Literatuur
“Er lijkt voldoende belangstelling voor de uitkomsten van het Bruikbaar bij uiteenlopende rampen
onderzoek”, constateert Wang. “Maar hoewel de brandweer
Path planning for first responders in the presence of
Om met behulp van alle gegevens te kunnen navigeren
geïnteresseerd is in deze toepassing en we ook voor de
moving obstacles, Zhiyong Wang, 2015. Het boek is ver-
ontwikkelde Wang verschillende routeplanningsalgoritmes.
minister van Defensie een presentatie hebben gegeven, is
schenen in de serie Architecture and the Built Environment
Deze algoritmes berekenen wat de beste route is tijdens een
het nu afwachten of mijn onderzoek ook daadwerkelijk tot
(ISBN 978-94618-647-72). Zie www.books.bk.nl.
bosbrand of een ramp waarbij giftige stoffen vrijkomen. In
een toepassing zal leiden.”
3
Veel belangstelling van werkgevers voor afgestudeerden
Geomatics Day groot succes De master Geomatics for the Built Environment, waaraan het OTB een grote onderwijsbijdrage levert, organiseerde een goedbezochte Geomatics Day. De snelle groei die het vak doormaakt en de grote behoefte aan jonge allround GISspecialisten kunnen daar niemand zijn ontgaan.
Afgestudeerde Geomatics-studenten, huidige studenten en studenten die wellicht de master Geomatics willen gaan doen tijdens Geomatics Day.
E
en kleine drie jaar na de start van de
soms een tijd onvindbaar en kost het tijd en mankracht
tweejarige opleiding Geomatics for
om te achterhalen in welk land en op welk emplacement
the Built Environment organiseerde de
ze gerangeerd zijn. Energiebedrijven krijgen steeds meer
faculteit Bouwkunde in april de eerste
te maken met pieken in stroomverbruik in woonwijken
Geomatics Day. Geomatics is een van de
Vak van GIS-specialist ontwikkelt zich razendsnel
nu het aantal elektrische auto’s toeneemt, maar ook nu
Belangstelling bij werkgevers
twee masteropleidingen op deze faculteit. De studen-
huishoudens en bedrijven stroom kunnen leveren aan het
Van der Spek meldt met trots dat Geomatics-studenten
ten kunnen naast deze master een track uit de andere
energiebedrijf. Zo visualiseert Alliander zijn energienet-
makkelijk een baan vinden. Ook zijn er volop stageplek-
masteropleiding – Architecture, Urbanism and Building
werken in 3D, voert daar simulaties mee uit en maakt zo
ken beschikbaar. “Er is veel vraag naar GIS-specialisten,
Sciences – volgen. Ook studenten van andere faculteiten
de gevolgen van aanpassingen zichtbaar.
zowel vanuit het bedrijfsleven als vanuit de overheid. Ik krijg zelfs de vraag van werknemers of ook zij de
kunnen instromen in de Geomatics-master. “De master startte in 2012 met een handvol deelnemers die inmid-
Onderwijsprogramma
opleiding kunnen volgen. Een bewijs van de waardering
dels zijn afgestudeerd en dit studiejaar hebben we dertig
De afdeling OTB levert een flinke inbreng in de master.
van de opleiding is ook dat detacheringsbureau TRACÉ
eerstejaarsstudenten en twintig tweedejaars”, meldt
Peter van Oosterom, hoogleraar GIS-technologie: “Alle
Geomatics-studenten al tijdens hun studie trainingen en
opleidingsdirecteur Stefan van der Spek.
thema’s uit het OTB-onderzoeksprogramma Geo-infor-
toetsen aanbiedt. Daarmee kunnen zij hun studie nauw-
“De dag was georganiseerd voor alumni, voor de huidige
mation Technology & Governance zijn terug te vinden in
keuriger laten aansluiten op een toekomstige baan.”
studenten en voor studenten die wellicht de master
de opleiding. Elk studiejaar wordt de stof geactualiseerd,
Geomatics willen gaan doen. De studenten konden zich
ook omdat het vakgebied zich snel ontwikkelt. Daarmee
bovendien laten informeren door de bedrijven die zich
zit het onderwijs dicht tegen het wetenschappelijk onder-
die dag presenteerden. Ook wilden we ons goed binnen
zoek aan.” Studenten die afstuderen op onderwerpen zo-
de TU Delft profileren. We zijn nog een kleine en pas
als privacy-aspecten die kleven aan het vrij beschikbaar
gestarte opleiding, maar een met veel potentie.”
stellen van overheidsdata, het ontwikkelen van traploze
OTB & Omgeving juli 2015
schalen van digitale kaarten en het modelleren in 3D, Wijken ontwerpen in 3D
worden begeleid door GIS-specialisten van het OTB.
In twee blokken zijn veelbelovende en enkele reeds toe-
Met ingang van het komend studiejaar wordt het onder-
gepaste technieken gepresenteerd, zoals het visualiseren
wijsprogramma enigszins aangepast. Van der Spek: “Alle
van nog niet gebouwde wijken, het testen van netwer-
verplichte vakken vallen dan in het eerste jaar, evenals
ken, ondersteuning bij rampenbestrijding, serious gaming
een groepsproject in de praktijk. Daardoor is in het twee-
en het gebruik van drones voor het maken van foto- en
de jaar meer ruimte voor keuzevakken en het afstudeer-
filmbeelden. Met toepassingen uit de gaming industrie
onderzoek. Dankzij deze aanpassing is het ook mogelijk
zijn ruimtelijke plannen snel driedimensionaal te visua-
een semester in het buitenland door te brengen.”
liseren. Enkele bedrijven toonden een breed scala aan
Behalve aan de Geomatics-master draagt de afdeling OTB
toepassingen, zoals het verzamelen van treinreizigers-
ook bij aan de interuniversitaire GIS-opleidingen National
http://www.bk.tudelft.nl/onderzoek/onderzoeksprogram-
informatie via actueel wifi-gebruik, waarmee vervolgens
GI Minor, die in deeltijd kan worden gevolgd, en GIMA.
mas/
reizigers worden geïnformeerd over de drukte en te ver-
De komende vier jaar is de faculteit Bouwkunde zelfs de
www.geomatics.tudelft.nl
wachten drukte in de treinen. Voorwerpen kunnen wor-
thuisbasis van GIMA (Geographical Information Ma-
facebook.com/GeomaticsDelft
den voorzien van een tag om ze makkelijker te kunnen
nagement and Applications). OTB-medewerker Marjolein
@GeomaticsDelft
vinden. Zo zijn goederenwagons die door Europa sporen
Spaans is in die periode de opleidingsdirecteur.
delftgeomatics.wordpress.com
4
informatie
Nog een slag te maken voor gezonde financiële basis
Creatieve broedplaatsen leren van elkaar Broedplaatsen voor startende creatieve ondernemers zijn vaak te afhankelijk van overheidssubsidie. Een scala aan commerciële activiteiten en samenwerking met bedrijven en kennisinstellingen biedt meer financiële armslag, mits de broedplaats zakelijk wordt geleid.
Overleg tussen onderzoekers en beheerders in een informele setting in de Creative Factory te Rotterdam.
D
oor de toenemende internationale concurrentie tussen steden en regio’s
Gedetailleerde kennis van regionale context nodig om te kunnen leren van elkaar
is een vitale en innovatieve econo-
plannen voor implementatie van de projectresultaten, die de projectpartners in alle deelnemende regio’s opstelden in
mie belangrijker dan ooit. Incubatoren - broedplaatsen voor startende
regio’s nuttig kunnen zijn. Deze vormden de basis voor de
nauwe samenwerking met regionale beleidsmakers, broeden kennisinstellingen bleken veelbelovend, maar het project
plaatsmanagers, ondernemers en kennisinstellingen.
bedrijven, vaak gevestigd in lang leegstaande scholen,
leverde ook nieuwe inzichten op in de manier waarop regio’s
De vele casussen leverden een schat aan ‘best practices’ op.
oude fabrieken of pakhuizen - zijn hiervan een belang-
van elkaar leren.
Die zijn samengevat tot 16 aandachtsgebieden, gebundeld
rijk onderdeel: ze ondersteunen jonge, vaak innovatieve
Het projectteam bestond uit 12 partners uit 15 regio’s,
in een Best Practices Toolkit. Behalve deze inhoudelijke
maar onervaren ondernemers die geen noemenswaardige
verspreid over heel Europa. Binnen het project namen Arie
informatie leverde het project ook een aantal inzichten
financiële buffer hebben. Lokale of regionale overheden
Romein en Jan Jacob Trip van het OTB de inhoudelijke coör-
die het niveau van de individuele regio of het individuele
steunen daarom veel van zulke broedplaatsen. Dit maakt
dinatie van het onderzoek voor hun rekening.
project overstijgen. Zo is de rol van beleidsmakers in het
de broedplaatsen echter kwetsbaar voor bezuinigingen
bestuur van de broedplaatsen gering, en daardoor ook hun
die vooral sinds de financiële crisis van 2008 bijna overal
Best practices
mogelijke invloed bij het invoeren van aangetroffen ‘best
worden doorgevoerd.
InCompass richtte zich op de financiële duurzaamheid van
practices’. De rol van de managers van de broedplaatsen
In het EU-project InCompass: ‘Regional policy improve-
broedplaatsen voor de creatieve industrie, een van de meest
was in de meeste gevallen aanzienlijk groter.
ment for financially sustainable creative incubator units’
innovatieve sectoren van de economie. Het projectteam
bogen onderzoekers uit heel Europa zich over de financiële
onderzocht hoe broedplaatsen inkomsten realiseren uit
Grote verschillen tussen broedplaatsen
duurzaamheid van broedplaatsen voor startende creatieve
commerciële activiteiten, netwerkactiviteiten, relaties met
De verscheidenheid van de onderzochte broedplaatsen was
ondernemers. In 29 broedplaatsen keken zij naar de afhan-
de lokale gemeenschap, samenwerking met bedrijven en
zo groot dat eigenlijk niet kan worden gesproken over ‘de’
kelijkheid van overheidssubsidie en de mogelijkheden van
universiteiten, en uit de vergoedingen voor de ondersteu-
broedplaats. Er bestaan grote verschillen in de economische,
alternatieve bronnen van inkomsten. Vooral een scala aan
ning van startende ondernemers. Het eerste studiebezoek
sociale, culturele, institutionele en wettelijke context van de
commerciële activiteiten en samenwerking met bedrijven
vond plaats in Rotterdam, waar het onderzoeksteam de
broedplaatsen. Zo verschilt de verhouding tussen overheid
Creative Factory in de Maassilo en de DNAMO op de RDM
en bedrijfsleven in verschillende Noord- en Zuid-Europese
Campus bezocht en sprak met de leiding van deze broed-
landen, en zijn bepaalde activiteiten waar de ene broed-
plaatsen, met regionale beleidsmakers en met de startende
plaats succes mee heeft niet toegestaan bij een andere
ondernemers zelf. Bij dit bezoek bleek meteen dat hoewel
broedplaats. Daarom is gedetailleerde kennis van de regi-
broedplaatsen een belangrijke sociale functie hebben voor
onale context nodig, willen broedplaatsen in verschillende
de startende ondernemers, en vaak ook voor de omgeving,
regio’s van elkaars ‘best practices’ kunnen leren.
Informatie
een incubator toch in de eerste plaats een bedrijf is dat bedrijfsmatig moet worden geleid. Het uitgangspunt van INTERREG – de Europese subsidieregeling voor onderzoek naar ruimtelijke en regionale ontwikkeling, waarin partijen uit verschillende landen De verslagen van alle studiebezoeken, de Best Practices
samenwerken en waaronder het InCompass-projact valt
Toolkit en het regionale implementatieplan voor de regio
– is dat beleidsmakers in verschillende regio’s van elkaar
Rotterdam-Delft zijn te vinden op de website: www.incom-
leren. Het doel van InCompass was daarom ‘best practices’
passproject.eu
te identificeren die voor andere broedplaatsen en andere
5
Steden die naast elkaar liggen: lust of last?
Netwerkkracht van groot belang voor Nederlandse steden
Nederland heeft Europees gezien niet de grootste steden, maar ze zijn wel relatief goed ingebed in netwerken, waaraan ze concurrentiekracht ontlenen.
De Nederlandse steden kunnen de concurrentie met buitenlandse steden aan, mits ze deel uitmaken van een internationaal netwerk. Ook regionaal plukken Nederlandse steden de vruchten van een sterke wederzijdse inbedding in een netwerk.
N
ederlandse steden zijn klein in verhouding
Beter een goede buur én een verre vriend
buursteden werpen dan een schaduw over elkaar, en dat
tot concurrerende steden in het buiten-
biedt weinig mogelijkheden tot groei en succes by samen-
land. Ze leggen het af op ‘agglomeratie-
werking. In die situatie bieden de steden hun inwoners en
kracht’. Toch hebben ze een belangrijke troef in handen om te kunnen blijven
bedrijven minder agglomeratievoordelen dan ze in potentie automatisch leidt tot meer agglomeratievoordelen. Als een
bezitten.”
concurreren: netwerkkracht. Sterke integratie in netwerken
stad relatief kleiner is dan zijn concurrenten is het belangrijk
met steden – nabij en ver weg – is essentieel om te kunnen
dat deze stad onderdeel uitmaakt van een internationaal of
Fuseren versus samenwerken
blijven concurreren. Dit blijkt uit onderzoek in het kader van
regionaal netwerk waarin geld, goederen en ideeën tussen
De rol van bestuurlijke integratie op het presteren van
het ‘Kennis voor Krachtige Steden’ onderzoeksproject dat
mensen, bedrijven en organisaties uitgewisseld worden. Dit
steden bleek beperkt. Nabijgelegen steden die tot dezelfde
de concurrentiepositie en -kracht van Nederlandse steden
verbindt de stad met andere steden, in de regio en wereld-
regionale bestuurlijke eenheid behoren doen het niet beter
en stedelijke regio’s verkende. De onderzoekers, waaronder
wijd. Hiermee creëer je netwerkkracht: door het netwerk
dan nabijgelegen steden waar een bestuurlijke grens tus-
Evert Meijers van het OTB, hebben uitgezocht met welke
heeft de stad toegang tot de agglomeratievoordelen van an-
sen loopt. “Eigenlijk onderbouwt dat ook weer de stelling
Europese regio’s de participerende steden (Amsterdam, Rot-
dere steden.” Voor de ontwikkeling van kennis en innovatie
dat je qua omvang niet heel groot hoeft te zijn, maar dat
terdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven en Groningen-Assen)
is een goede inbedding in dat soort internationale netwerken
netwerken, zoals bestuurlijke samenwerking, het gebrek aan
concurreren en vooral welke factoren van belang zijn voor
zelfs belangrijker dan de omvang van de stad. Zeker de wat
omvang kunnen compenseren. Fusies van steden zijn dus
groei in deze steden.
grotere Nederlandse steden kunnen meer verwachten van
vanuit dit perspectief niet nodig.”
de ontwikkeling van deze ‘netwerkkracht’ dan van een verAgglomeratievoordelen
dere groei van hun eigen massa. “De meeste Nederlandse
Grotere steden presteren economisch beter dan kleinere
steden zijn relatief goed ingebed in dergelijke netwerken,
steden, blijkt uit onderzoek. Zij hebben meer agglomeratie-
wat zorgt dat we de concurrentie met het buitenland aan-
voordelen: bijvoorbeeld meer voorzieningen, een grotere en
kunnen”, constateert Meijers.
OTB & Omgeving juli 2015
gespecialiseerde arbeidsmarkt, meer potentiële toeleveranciers, een betere infrastructuur en meer ontplooiingsmo-
Buursteden en interactie
gelijkheden. Het loont dus voor bedrijven en huishoudens
Het gaat niet alleen om een goede inbedding in internati-
om dicht op elkaar te zitten. Deze voordelen zijn groter
onale netwerken, ook de relaties van steden met andere
naarmate de steden groter zijn.
steden in de regio zijn van belang. Ook hier speelt netwerk-
Informatie
De Nederlandse steden scoren internationaal goed als
kracht een belangrijke rol. Meijers: “Wat we ontdekten is dat
De concurrentiepositie van Nederlandse steden, Frank
kenniseconomie, in de handel en in de zakelijke dienstverle-
hoe sterker buursteden geïntegreerd zijn, des te beter dit is.
van Oort, Evert Meijers, Mark Thissen, Marloes Hooger-
ning, maar ze zijn in internationaal opzicht relatief klein qua
Hier plukken ze beide de vruchten van, want ze hebben dan
brugge en Martijn Burger, 162 pag., uitgave van Platform31,
omvang. Het lijkt er dan ook op dat ze minder agglomeratie-
samen meer agglomeratievoordelen dan ze in hun eentje
2015. Te koop en als pdf beschikbaar via http://www.
voordelen kunnen bieden dan hun buitenlandse concurren-
zouden kunnen realiseren. Hoewel nagenoeg alle Nederland-
platform31.nl/publicaties
ten. Dit leidt tot de vraag of Nederlandse steden nog steeds
se steden buursteden nabij hebben, zijn netwerken tussen
De publicatie is een van de resultaten van het NAPOLEON-
de competitie met steden als Berlijn of Londen kunnen
buursteden vaak nog onvoldoende ontwikkeld.”
onderzoek, dat is uitgevoerd in het kader van het on-
aangaan en hoe ze dat het beste kunnen doen.
Het onderzoek bewees dat het tegenovergestelde ook waar
derzoeksprogramma ‘Kennis voor Krachtige Steden’ van
is: wanneer nabijgelegen steden niet sterk geïntegreerd zijn,
Platform31. Het onderzoek is medegefinancierd door de
Netwerkkracht creëren
zijn ze elkaar vooral tot last. “Competitie tussen de steden
gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht,
Evert Meijers vertelt: “Gebleken is dat bevolkingsgroei niet
leidt dan tot wat we ‘agglomeration shadows’ noemen. De
Eindhoven, Groningen en Assen.
6
OTB|Platform31 Wooncongres: Naar nieuwe verhoudingen in het wonen 3 november 2015 | Haagse Hogeschool, Den Haag
OTB-cursussen, -congressen en -studiedagen 2015 Seminar Entrepreneurial Neighbourhoods 9/10 september 2015, Delft
In dit seminar staat onderzoek naar het belang van de buurt en sociale netwerken voor lokaal ondernemerschap centraal, alsmede de rol van sociaal kapitaal en veranderende business netwerken van ondernemers in woonwijken. Sprekers uit de VS, Groot Brittannië, Zweden, Italië en Nederland zullen empirisch onderzoek presenteren naar wijkondernemingen (community enterprises), social enterprises, sociale netwerken en de rol van de civic economy en zelforganisatie bij (sociaal) ondernemerschap. Dit seminar is met name interessant voor Nederlandse professionals die werken met sociale ondernemingen en coöperaties die sterk lokaal gericht zijn, bijvoorbeeld op steden of wijken; State-of-the-art onderzoek, beleid en praktijk zullen aan de orde komen, evenals dwarsverbanden tussen Nederlandse en buitenlandse praktijken. De voertaal van het seminar is Engels.
Discussiedagen ‘Toekomst van de sociale huisvesting’ 24/25 september 2015, Doorn
Na unanieme instemming van de Eerste Kamer met de nieuwe Woningwet zijn de uitgangspunten van de sociale huisvesting voor de komende jaren vastgelegd. De komende tijd staat de verdere implementatie van deze wet op het programma. Deze tweedaagse discussiebijeenkomst heeft als doel om samen een volgende stap te zetten in het denken over en verder vormgeven van de toekomst van de sociale huisvesting. De deelnemers schrijven van tevoren een paper dat als basis dient voor de discussie.
De woningmarkt lijkt op een aantal plekken langzaam uit het dal te kruipen, maar we zien ook dat vraagstukken als doorstroming en betaalbaarheid nog steeds veel aandacht nodig hebben. Maar wie is eigenlijk aan zet? Welke partijen kunnen en willen nog investeren? En welke invloed heeft de herziene Woningwet op de bestaande verhoudingen? Toonaangevende sprekers nemen u mee in de stand van zaken op de woningmarkt. In de middag bezoekt u verdiepende sessies waar innovaties en onderzoeksresultaten over de gehele breedte van de woningmarkt worden uitgelicht.
woningen. In deze tweedaagse cursus doet u kennis op van de laatste ontwikkelingen op het gebied van woonruimteverdeling. Verder is er aan de hand van praktijkpresentaties ruime aandacht voor discussie over en reflectie op uw eigen werksituatie.
Cursus Portefeuille- en assetmanagement bij woningcorporaties 13/14 oktober en 17/18 november 2015, Doorn
Het portefeuillebeleid is een van de belangrijkste beleidsthema’s bij corporaties. Het doel is vastgoed en diensten zo goed mogelijk aan laten sluiten op de wensen van huidige en toekomstige bewoners. Hierbij wordt vaak onderscheid gemaakt in strategisch niveau (portefeuillemanagement), tactisch niveau (assetmanagement) en operationeel niveau (property management). Tijdens deze cursus leert u zelf het portefeuillebeleid te ontwikkelen. In het eerste cursusblok ligt de nadruk op het portefeuillemanagement (d.w.z. het strategisch niveau). In het tweede cursusblok ligt de nadruk op het assetmanagement (d.w.z. het tactisch niveau, complexgericht).
Cursussen Cursus Recente ontwikkelingen in het wonen
7/8 oktober en 2/3 december 2015, Doorn De woningmarkt lijkt zich voorzichtig te herstellen. De koopprijzen stijgen licht en de woningverkopen zitten al gedurende 7 kwartalen in de lift. Zet dit herstel in 2015 en in de jaren daarna door of is de opleving van korte duur geweest? Met de nieuwe woningwet staan de mogelijkheden van de sociale sector volop ter discussie. Volkshuisvestingsvraagstukken, zoals betaalbaarheid en beschikbaarheid van voldoende woningen, staan weer hoog op de beleidsagenda. Woonvraagstukken als restschuldproblematiek en hoge woonuitgaven krijgen ook nog steeds veel aandacht in de pers. In deze cursus brengt men recente ontwikkelingen in het wonen met elkaar in verband, reikt men nieuwe beleidsinstrumenten aan en komen de effecten van nieuw beleid aan de orde.
Cursus Trends in de woonruimteverdeling 12/13 oktober 2015, Doorn
Efficiënter werken, met een scherpere blik op volkshuisvestelijke doelen en tegelijkertijd het bieden van maatwerk, met meer oog voor de wensen van huurders en woningzoekenden. Dat is anno 2015 dé uitdaging voor woningcorporaties, ook bij het verdelen van vrijkomende
Cursus De wijkaanpak: sociaal, fysiek en economisch Najaar 2015
De wijkvernieuwing in Nederland is in een nieuwe fase terechtgekomen. De grootschalige fysieke aanpak, die lang vrijwel standaard is toegepast, is verlaten. In talloze wijken zijn ingrijpende vernieuwingsplannen inmiddels bijgesteld wat betreft inhoud en fasering. Nog steeds zijn er wijken die te maken hebben met een dalende populariteit en een zwakke reputatie. In veel van die wijken staat de leefbaarheid onder druk. Dat vraagt om een nieuwe aanpak. Waar zitten de nieuwe mogelijkheden om de woon- en leefsituatie te verbeteren? En wat voor rol nemen mogelijke nieuwe financiers in?
INFORMATIE EN AANMELDING Ongeveer 2 maanden voor aanvang van een cursus of congres is uitvoerige informatie over het programma beschikbaar. Voor een specifieke programmafolder kunt u mailen naar Angélique Dersjant:
[email protected], of gebruik maken van de invulstrook. Ook kunt u kijken op onze website www.otb.tudelft.nl/agenda voor ons actuele aanbod.
Ik wil graag meer informatie over: � � � � � � �
Seminar Entrepreneurial Neighbourhoods, 9/10 september 2015 Discussiedagen Toekomst van de sociale huisvesting, 24/25 september 2015 4-daagse cursus Recente ontwikkelingen in het wonen, 7/8 oktober en 2/3 december 2015 2-daagse cursus Trends in de woonruimteverdeling, 12/13 oktober 2015 4-daagse cursus Portefeuille- en assetmanagement bij woningcorporaties, 13/14 oktober en 17/18 november 2015 OTB|Platform31 Wooncongres Naar nieuwe verhoudingen in het wonen, 3 november 2015 4-daagse cursus De wijkaanpak: sociaal, fysiek en economisch, najaar 2015
� � � �
Ik Ik Ik Ik
wil wil wil wil
graag op de postverzendlijst komen van OTB & Omgeving standaard per post op de hoogte worden gehouden van alle OTB-cursussen en -studiedagen standaard per e-mail op de hoogte worden gehouden van alle OTB-cursussen en -studiedagen standaard op de hoogte worden gehouden van alle OTB-boeken (alleen mogelijk per e-mail)
Naam Instelling Afdeling/dienst Soort instelling/organisatie Adres Postcode/plaats E-mail
: : : : : : :
................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ................................................................................................................................
U kunt dit strookje in een ongefrankeerde envelop sturen aan: OTB – Onderzoek voor de gebouwde omgeving Faculteit Bouwkunde, TU Delft t.a.v. Angélique Dersjant Antwoordnummer 10178 2600 VB Delft
7
In memoriam Bas Kok
Tweede NWO-beurs voor Evert Meijers
Met het overlijden van
NWO heeft een Vìdi-beurs van € 800.000 toegekend aan OTB’er Evert Meijers voor zijn
Bas Kok – OTB-mede-
onderzoeksvoorstel naar de ruimtelijke spreiding van agglomeratievoordelen. Meijers is
werker en directeur
de eerste ruimtelijk planner in Nederland die een Vidi-beurs ontvangt. Deze beurs valt
van het Kenniscentrum
binnen het NWO-domein ‘Maatschappij en gedragswetenschappen’ waarin 13 van de 107
Open Data – heeft de
voorstellen zijn gehonoreerd. Meijers is daarnaast een van de weinige sociale weten-
geo-informatiesector,
schappers die zowel een Veni-beurs (in 2008) als een Vidi-beurs hebben gekregen.
in Nederland en
Binnen de geografie en economie zijn agglomeratievoordelen al lange tijd een sleutelbe-
daarbuiten, een van zijn drijvende krachten verloren. In
grip. De agglomeratievoordelen van grote steden zouden de drijvende kracht achter eco-
1998 werd hij in deeltijd universitair hoofddocent aan de
nomische groei zijn. in West-Europa doen kleine en middelgrote steden het echter zelfs
TU Delft. Vijftien jaar lang verzorgde hij colleges Spatial
beter dan de grootste steden. De vraag is of dergelijke voordelen eigenlijk wel voorbehouden zijn aan agglomeraties, zoals het begrip suggereert en in hoeverre en waardoor
data infrastructures, internationale ontwikkelingen op geo-informatiegebied, en de beoordeling van het succes
agglomeratievoordelen zich over een groter gebied spreiden. Meijers kan met deze beurs de komende vijf jaar een eigen,
van SDIs. Eerder was hij onder meer directeur van de
vernieuwende onderzoekslijn ontwikkelen en zelf een onderzoeksgroep opzetten om een antwoord te vinden. Voor deze
Raad voor de vastgoedinformatie (Ravi), oprichter van het
groep zullen twee promovendi en een postdoc worden aangesteld.
vakblad VI matrix en de European Umbrella Organisation for Geographic Information (EUROGI) en was hij nauw betrokken bij de oprichting van de Global Spatial Data Infrastructure association (GSDI). Van GSDI was hij twee jaar president. Hij richtte het Kenniscentrum Open Data op waarin met acht partnerorganisaties wordt gewerkt aan kennisvraagstukken op het gebied van de governance
NWO/ESRC/FAPESPsubsidie voor Tuna Taşan-Kok
Onderwijs op maat voor Chinese specialisten geo-informatie
van (open) geo-informatie. Het OTB werd de thuisbasis
Tuna Taşan-Kok heeft een
Op 16 april hebben
van dit centrum. De startconferentie van het Kennis-
belangrijke subsidie binnen-
prof. Peter Boel-
centrum in 2014 met bijna 300 deelnemers kon hij tot
gehaald voor haar onderzoek
houwer (afdelings-
zijn verdriet niet bijwonen. Zijn ziekte belemmerde hem
naar het waarborgen van be-
voorzitter van het
echter niet om op de achtergrond de lijnen uit te zetten.
wonersbelangen in publiek-pri-
OTB) en dr. Wang
Hij overleed op 23 april 2015 op 68-jarige leeftijd.
vate contracten. De subsidie,
Qian (National
€ 750.000 waarvan € 247.600
Administration of
voor het OTB, is gezamenlijk
Surveying, Mapping
toegekend door NWO, de São
and Geoinforma-
Jaarverslag beschikbaar
tion te Bejing)
Paulo Research Foundation en het Britse Economic and Social
een contract ondertekend voor een onderwijsprogramma
Research Council, die uiteinde-
op maat voor Chinese medewerkers van het NASG. Het
lijk 7 van de 36 ingediende
Kenniscentrum Open Data zal dit onderwijs gaan verzorgen
voorstellen beloonden.
en de komende paar jaar komen per half jaar drie tot vier
Het voorstel is mede beloond dankzij het innovatieve concept
medewerkers naar Nederland. Het gaat om onderwijs over
en interdisciplinaire karakter. Afdeling OTB wordt lead partner
spatial data infrastructure (SDI) vanuit overheidsperspectief
en zal samenwerken met de universiteit van São Paulo en
en management van geo-informatie binnen organisaties.
University of the West of England in Bristol.
Daarmee moet SDI in China verder ontwikkeld kunnen wor-
Het onderzoek heeft een looptijd van drie jaar.
den. De opleiding wordt mede-gefinancierd door de VN.
COLOFON OTB & Omgeving is een kwartaaluitgave van OTB - Onderzoek voor de gebouwde omgeving REDACTIE Peter Boelhouwer, Dirk Dubbeling, Daniëlle Groetelaers, Christel Swarttouw-Hofmeijer en Eveline Vogels VORMGEVING Itziar Lasa DRUK NIVO, Delfgauw Afdeling OTB - Onderzoek voor de gebouwde omgeving is onderdeel van de
stuurskundigen en woonecologen. Peter Boelhouwer is afdelingsvoorzitter.
- Stedelijke en Regionale Ontwikkeling (coördinator Kees Maat)
faculteit Bouwkunde van de TU Delft en bestaat sinds 1985. Het is gespe-
De onderzoekers zijn verdeeld over zes secties:
- Stedelijke Vernieuwing en Wonen (coördinator Maarten van Ham)
cialiseerd in onafhankelijk onderzoek op het gebied van wonen, bouwen
- Duurzame Woningkwaliteit (coördinator Henk Visscher)
- Volkshuisvesting en Woningmarkt (coördinator Harry van der Heijden).
en de gebouwde omgeving. Er werken ongeveer 130 mensen, waaronder
- Geo-informatie en Grondbeleid (coördinator Willem Korthals Altes)
planologen, sociaal-geografen, bouwkundigen, economen, geodeten, be-
- GIS-technologie (coördinator Peter van Oosterom)
OTB - Onderzoek voor de gebouwde omgeving - Julianalaan 134 2628 BL Delft - Tel. (015) 2783005 -
[email protected] - www.otb.bk.tudelft.nl