AR 16 AT
Natuurkunde en Techniek I
Water in huis DOCENTENHANU~EIDING
I
8616106
WATER IN HUIS Do~entenhandleiding
INHOUD A.
Algem~en
Blz. deel
1. Het project Natuurkunde en Techniek: algemene informatie 2. Opbouw van de lespakketten Natuurkunde en Techniek
8
B. Bijzonder deel
3. Samenvatting en verantwoording van de inhoud 4.
Inpas~ing
van het lespakket in de natuurkunde-lessen
10
12
4. 1 Doelgroep en vereiste voorkennis
12
4.2 Tijdsplanning voor de lessen
12
5. Benodigde materialen en werktekeningen
13
6. Antwoorden bij de vragen en opdrachten
16
7. Opmerkingen bij de tekst, eventuele errata
20
8. Aanvullende literatuur, excursies
24
9. Evaluatie van het lespakket
25
9.1 Toetsen
25
9.2 Leerlingenvragenlijst
26
9.3 Docentenvragenlijst
26
C. Lijst van . publicaties Natuurkunde en Techniek Antwoordblad voor opmerkingen
Deze docentenhandleiding hoort bij de tweede, verbe t erde versie van het lespakket Water i n huis. De experimentele versie i s in de cursus '85/'86 op diverse schole n gebruikt. Op basis van de ervaringen van de docenten is het lesmateriaal herzien.
Veel praktische ervaringen zijn tevens verwerkt in deze
docentenh~ndleiding.
27
- 1 -
A. ALGEMEEN DEEL
1. HET PROJECT NATUURKUNDE EN TECHNIEK: ALGEMENE INfORMATIE Inleiding De techniek speelt in onze moderne samenleving een grote rol. De economie, de sociale verhoudingen, het dagelijks leven worden sterk beinvloed door de techniek. Een groot aantal beroepen is technisch van aard. Van dit alles is in het huidige onderwijs niet veel te merken. Veel leerlingen verlaten het onderwijs zonder ooit expliciet met de techniek in aanraking gebracht te zijn.
Dit is geen goede situatie. Elke leerling zou als voorbereiding van haar of zijn plaats in de samenleving iets van de techniek in het onderwijs gezien moeten hebben. Het is gewenst in het leerplan van elke opleiding, dus ook van het algemeen voortgezet en voorbereidend wetenschi:ippelijk onderwijs (avo en vwo) een apart vak "techniek" op te nemen. Het i~ echter de vraag of dit op korte termijn mogelijk i~. daar er over de invulling van dat vak nog maar weinig bekend is.
Het is mogelijk om in het natuurkunde-onderwijs nu reeds meer aandacht aan de techniek te besteden. Techniek en natuurku0de zijn nauw met elkaar verweven.
In het project Natuurkunde en Techniek wordt de plaats van de techniek in het natuurkunde-onderwijs onderzocht. Dit project, gesitueerd aan de TH Eindhoven, vakgroep Didaktiek Natuurkunde, is een
meer-jari~
onderzoeks- en ontwikkelingspt·oject.
In het kader van dit project zijn de lespakketten, waarvan dit één van de docentenhandleidingen is, ontwikkeld.
- 2 Doel van het project Natuurkunde en Techniek In het project Natuurkunde en Techniek (N&T) wordt gezocht naar een antwoord op de vraag: Welke elementen van techniek kunnen in het natuurkundeonderwijs worden opgenomen ? net
~aat
i ~a ~c. ~
n1er
~avo,
~n
eerste :nstant:e
~~
het aigemeen voo rtgezet 0naerwijs
vwo ; en dan in het bijzeneer ae leerjaren 2 er. 3 ( en
mav c~ .
Deze vraag wordt beantwoord op grond van onderzoek en ontwikkelingswerk.
Opzet van het project Het onderzoek bestaat uit de volgende stappen: 1. Om iets te kunnen zeggen over de invulling van een vak techniek en de elementen van techniek, die in het natuurkunde-onderwijs kunnen worden ingebracht is het nodig eerst te weten wat de leerlingen denken van techniek. Om dat te onderzoeken is een attitude-onderzoek gedaan onder tweede klas leerlingen in het avo en vwo naar hun beeld van en houding tegenover de techniek. Uit dit onderzoek blijkt wat de hiaten in het beeld van techniek ·bij leerlingen
~ijn
en op welke plaatsen dit beeld vertekend is.
2. Op grond van de resultaten van dit onderzoek worden een aantal voorbeeld-lespakketten voor het vak natuurkunde ontwikkeld, waarin de techniek een belangrijke rol speelt en waarin speciale aandacht wordt besteed aan de hiaten en vertekeningen in het beeld dat leerlingen van techniek hebben. Daarbij wordt vooraf onderzocht wat het begrip techniek volgens deskundigen uit de techniek en het techniek-onderwijs inhoudt en wat in andere projecten reeds aan materiaal op dit gebied is ontwikkeld.
- 3 -
Resultaten van het attitude-onderzoek
De belangrijkste conclusies uit het onderzoek naar het beeld van en de houding tegenover techniek van tweede klas leerlingen in het avu en vwo• zijn: - jongen~ zijn tamelijk geinteresseerd in techniek, meisjes minder, - meisjes en jongens vinden dat meisjes geschikt zijn voor techniek; meisjes vinden dat meer dan jongens, - leerlingen
be~effen
dat er een verscheidenheid aan onderwerpen
bij techniek hoort; jongens beseffen dat meer dan meisjes en havo-vwo-leerlinge~
meer dan mavo-leerlingen,
- leerlingen vinden techniek een belangrijk onderwerp; jongens vinden dat meer dan meisjes en mavo-leerlingen meer dan havo-vwo-leerlingen, - leerlingen zijn niet zo bekend met technische apparaten; meisjes minder dan jongens en havo-vwo-leerlingen minder dan mavoleerlingen, - leerlingen zien over het algemeen nauwelijks het belang van creatief ontwerpen in de techniek, leerlingen vinden dat ze op school weinig over techniek horen, - leerlingen vinden het moeilijk om te zeggen of ze een technisch beroep zouden willen hebben , - leerlingen vinden techniek niet erg moeilijk, - het is voor leerlingen moeilijk om een omschrijving te geven van wat techniek inhoudt ; de relatie tussen natuurkunde en techniek is voor leerlingen niet duidelijk.
*Van dit onderzoek is een onderzoeksrapport verschenen onder nummer N&T 85-01 (zie deel C. Lijst van publicaties) en een populaire versie van dit onderzoeksverslag onder nummer N&T 85-02.
- 4 Deze resultaten hebben de volgende consequenties voor de invulling van "techniek" in het onderwijs: - het is van belang leerlingen duidelijk te rnaken wat algemene
kenmerk ~n
van techniek zijn; zeker het belang van creatief ontwerpen moet aandacht krijgen. - de relatie tussen natuurkunde en techniek moet duidelijk gemaakt worden. - leerlingen moeten meer bekend gemaakt worden met eenvoudige technische apparaten. vooral de aantrekkelijkheid voor meisjes verdient aandacht, - er moet ruimte zijn voor differentiatie wegens de gebleken verschil l en tus5en mavo- en havo-vwo-leerlingen. Deze aandacht5punten z ijn verwerkt in de lespakketten Natuurkunde en Techniek.
Kenmerken van het begrip "techniek"
We geven nu aan wat de belangrijkste kenmerken van het begrip techniek zijn. Het nu volgende gedeelte, waarin deze beschreven worden , is gebaseerd op een uitgebreide studie van · wat deskundigen uit de techniek en uit het techniek-onderwijs hierover geschreven hebben. Omdat het ontwerpproces belangrijk is in de techniek , besteden we daar in een apart gedeelte extra aandacht aan. Tenslotte worden enkele opmerkingen gemaakt over de plaats van meisjes en jongens in h e t onderwijs met de lespakketten Natuurkund e en Techniek. Er is weinig of niets bekend over het beeld dat docenten natuurkunde van techniek hebben. We gaan er van uit, dat het beeld dat zi j van de techniek hebben evenwichtiger zal zijn dan dat van de leerlingen. Toch is het zeer wenselijk, dat de docenten die werken met de lespakketten Natuurkunde en Techniek nagaan of hun beeld van techniek juist is. Zonder een juist beeld bij de docent zal er geen juist beeld bij de leerling entstaan. Het volgende gedeelte wil bijdragen aan de beeldvorming bij de docenten.
-
~
-
Het begrip 'techniek'
---------------------
Vuurdat een beschrijving van het lespakket gegeven wordt. volgt eerst een beschrijving van enkele algemene kenmerken van techniek. Deze kenmerken liggen ten grondslag aan de lespakketten. Het zijn de volgende: 1. De techniek is een specifiek menselijke aktiviteit. Niet de machine. maar de mens staat centraal in de techniek. De techniek hoort wezenlijk bij de mens. zowel bij de vrouw als bij de man. en is in de hele menselijke geschiedenis te vinden. De techniek is dus zeker niet iets van onze eeuw alleen. Bepalend voor de visie op de techniek is de visie voor de mens en de samenleving. 2. De techniek heeft altijd te rnaken met een verandering in plaats of vorm van - materie, - energie en/of - informatie.
3. Er is
een nauwe relatie tussen de techniek en de natuurkunde
(natuurwetenschappen). De techniek maakt zowel gebruik van de kennis van de natuurwetenschappen als van haar
methodolo~ie.
De techniek is omgekeerd vaak een stimulans voor de ontwikkeling van de natuurkunde (natuurwetenschappen). 4. Belangrijke vaardigheden in de techniek zijn: - ontwerpvaardigheden, - praktisch-technische vaardigheden, - vaardigheden in de omgang met technische produkten.
5. De techniek heeft een grote invloed op alle aspekten van de samenleving. Dat impliceert een bepaalde verantwoordelijkheid voor de technikus en allen die werken met of in de techniek. Omgekeerd oefent de samenleving een invloed ait op de ontwikkeling van de techniek. Uit het attitude-onderzoek blijkt, dat er belangrijke hiatén en vertekeningen in het beeld van techniek bij leerlingen zijn. Een aantal kenmerken komen niet of nauwelijks voor in het beeld van techniek.
- 6 -
Een technisch ontwerpproces Het ontwerpproces speelt in de lespakketten een essentiële rol. Daarom geven we hier de fasen weer, waaruit een ontwerpproces bestaat. Niet in elk lespakket zullen alle fasen even uitgebreid aan de orde komen. Maar in grote lijnen verloopt het proces steeds op dezelfde manier.
Een vaag geformuleerde behoefte moet worden tot een scherp geformuleerd probleem. Daarbij wordt - vastgesteld aan welke eisen het eindproduct moet voldoen en welke randvoorwaarden er zijn (kosten, levensduur, vormgeving).
Er worden zoveel mogelijk mogelijke oplossingen bedacht voor het gestelde probleem. Dat vereist creativiteit van de ontwerper.
Van de mogelijke oplossingen moet nu de beste gekozen worden. Daartoe wordt onderzoek gedaan om te bepalen welke oplossing het beste voldoet aan de eisen en randvoorwaarden. Vaak worden modellen gemaakt voor dit onderzoek.
De gekozen oplossing wordt verder in detail uitgewerkt.
De gekozen en uitgewerkte oplossing wordt geconstrueerd.
Het product wordt in de praktijk getoetst. Deze stap kan ertoe leiden dat besloten wordt de hele procedure opnieuw te doorlopen. wanneer de oplossing niet voldoet.
Wanneer het product blijkt te voldoen aan de gestelde eisen wordt het in gebruik genomen.
- 7-
In de lespakketten is de aanpak meestal iets beperkter. Het is van belang steeds duidelijk het probleem te formuleren. Deze stap wordt ten onrechte dikwijls overgeslagen. Vanwege de beperkte omvang van de problemen in de lespakketten, is de probleemanalyse meestal erg beperkt. Dat in de techniek proeven en onderzoeken gedaan worden ontbreekt vaak in het beeld dat leerlingen van techniek hebben en moet dus in de lessen duidelijk tot uitdrukking komen.
Meisjes en jongens
e~
de Natuurkunde en Techniek lessen
Uit het attitude-onderzoek bleek dat meisjes een nog meer vertekend en een nog onvollediger beeld van techniek hebben dan jongens en nog minder bekend zijn met techniek. Zij hebben dus een achterstand op dit gebied. Het is dan ook van belang, dat zij voldoende aandacht krijgen in het natuurkunde-onderwijs, waarin de techniek een plaats krijgt. We verwijzen ook naar de aktiviteiten van het MENT-project (eveneens gesitueerd in de vakgroep Didaktiek Natuurkunde van de TH Eindhoven) . Maar al te gemakkelijk gebeurt het in de les, dat jongens de proeven uitvoeren en de meisjes toekijken of de gegevens noteren. Zo blijft bij hen de onzekerheid in het werken met de techniek bestaan. Van de docent wordt gevraagd om ervoor te zorgen, dat niet alleen de jongens, maar ook de meisjes geactiveerd worden in de ' natuurkundelessen met techn i ek. In de lespakketten is zorg besteed aan de plaats van de meisjes. In tekst en illustraties is gestreefd naar een gelijk aantal voorkomende meisjes en jongens, en in vergelijkbare situaties. Dit heeft ech~~r alleen effect, wanneer de docent in haar/zijn lessen ervoor zorgt, dat de meisjes betrokken worden bij het onderwijs.
-
ö -
2 . OPBOUW VAN DE LESPAKKETTEN NATUURKUNDE EN TECHNIEK Elk lespakket bestaat uit 6 paragrafen basisstof , 3 herhaalbladen en
3 extra stof bladen. Dit om te zorgen voor differentiatie-mogelijkheden. Het is echter niet noodzakelijk om alle stof te gebruiken. Bij de samenstelling is uitgegaan van het meest uitgebreide differentiatiemodel: het basisstof-herhaalstof-extra stof model (BHE-model). Docenten, die in hun natuurkunde-lessen volgens dit model werken, vinden in de lespakketten al het nodige materiaal hiervoor. Een docent(e) die werkt met een minder uitgebreid differentiatiemodel (bijvoorbeeld alleen basisstof en extra stof) kan die onderdelen die zij of hij nodig heeft gebruiken voor de lessen en de rest eventueel aan de leerlingen ter lezing aanbevelen. We geven nu van elke paragraaf een korte algemene omschrijving. Basisstof De ::~~~=-E~~~§~~~~ van de basisstof is bedoeld om de benodigde natuurkundekennis te herhalen. Deze wordt beknopt behandeld. Er wordt van uit gegaan dat deze in eerdere lessen al aan de orde geweest is. De ~~==~=-E~~~§~~~~ laat de leerlingen een ontwerpproces doorlopen. Deze paragraaf is belangrijk voor de beeldvorming t.a.v. techniek. Gebleken is. dat leerlingen bij techniek niet of nauwelijks aan ontwerpen denken. terwijl dit toch een wezenlijk onderdeel van de techniek is. Het gaat in deze paragraaf niet zozeer om het eindproduct als wel om het ontwerpen ervan. De ~=~~=-~~-~~=~~=-E~~~§~~~~ maken de leerlingen
vertrouwd met het
principe van enkele technische voorwerpen of apparaten. De leerling leert zien waarom het apparaat zó ontworpen is als we het nu kennen. Ook hier ligt de nadruk op het ontwerpen: wat heeft de ontwerpers en ontwerpsters bewogen om het apparaat zó te ontwerpen en niet anders. De ~~J~~=-e~~~§~~~~ ' laat de leerlingen door middel van vragen en opdrachten nadenken over de rol van de techniek in hun eigen leven. Deze paragraaf biedt scholen van verschillende signatuur de om volgens hun eigen levensbeschouwelijke achtergro.nd de
~gelijk
p~aats
van
de techniek door de leerlingen te laten overdenken. De ~=~~=-E~~~§~~~~ laat de leerlingen expliciet zien wat kenmerken van techniek zijn en wat de relatie met natuurkunde is. Deze paragraaf is een explicitering van zaken, die in eerdere paragrafen meer impliciet staan.
- g -
Herhaalstof Het~~~:~~-~~~~~~~~~~~ is steeds gericht op de fysische kennis. die
in het thema verondersteld is. Deze is in de eerste paragraaf van de ba~isstof
opgehaald. maar kan bij een aantal leerlingen misschien
zijn weggezakt. Het tweede herhaalblad richt zich op het ontwerpproces. Het sluit aan bij paragraaf 2 van de basisstof. Aan de hand van een ander voorbeeld leert de leerling opnieuw zien wat een ontwerpproces inhoudt. Het ~~~~~-~~~~~~~~~~~ gaat over de in paragraaf 3 en 4 behandelde technische apparaten, De werking hiervan wordt opnieuw kort uitgelegd. Alle herhaalbladen bevatten enkele opgaven om extra te oefenen. Extra stof In de extra stof bladen kunnen diverse onderwerpen voorkomen. Enkele voorbeelden: iets historisch, - een knutselblad, - een nog niet behandeld technisch apparaat.
Docentenhandleidingen Bij elk lespakket is een docentenhandleiding beschikbaar.
Toetsen Ook zijn voor elk lespakket twee toetsen gemaakt. Er is gestreefd naar gelijkwaardigheid van de bé~de toetsen. Ze kunnen gebruikt worden aLs formatieve en summatieve toets of als links-rechts versies.
-
1~
-
B. BIJZONDER DEEL
3. SAMENVATTING EN VERANTWOORDING VAN DE INHOUD Keuze van het thema In elk huishouden wordt veel gebruik gemaakt van water. Er bevinden zich in huis diverse technische voorwerpen en apparaten, die werken met water. Dit thema staat dus zeker dicht bij de leefwereld van de leerlingen. Basisstof De benodigde fysica, die in paragraaf 1 staat, omvat: - de druk van een kolom water. - communicerende vaten, - de wet van Archimedes, - zinken. zweven, drijven, - de drie vormen van
warmte-transpo~t
(geleiding, stroming en
straling). In paragraaf 2 staat het ontwerpen centraal. Aan de hand van het ontwerpen van de gasgeiser en de gasboiler wordt duidelijk gemaakt in welke stappen het ontwerpproces verloopt. Belangrijk zijn de materiaaleigenschappen in het maken van keuzen tijdens het ontwerpen. De leerlingen doen een reeks proeven om dit te onderzoeken. Gageiser en gasboiler worden met elkaar vergeleken: wanneer is welke oplossing het best ? Paragraaf 3 gaat over de tapkraan: hoe zit die in elkaar; hoe is bij het ontwerpen ervan het probleem opgelost, dat soms de druk in de waterleiding moet worden tegengehouden en soms geheel of gedeeltelijk moet worden doorgelaten. Paragraaf 4 gaat over de wc: over de stortbak (zowel het vollopen als het doortrekken) en de stankafsluiter. Het verrichten van eenvoudige reparaties als het vervangen van een kraanleertje komen aan de orde. In de vijfde paragraaf van de basisstof
denke~ - de
leerlingen na over verantwoord gebruik van water in huis.
- 11 -
In paragraaf 6 wordt nog eens benadrukt, dat het in de techniek niet allereert gaat om een grote verzameling apparaten, maar om mensen, die dingen bedenken, ontwerpen, maken en gebruiken. Bij het ontwerpen wordt vaak gebruik gemaakt van kennis en methoden uit de natuurkunde (natuurwetenschappen). Deze paragraaf is belangrijk voor de beeldvorming t.a.v. techniek.
De herhaalstof Herhaalblad 1 bevat de natuurkundige begrippen en wetten, die in paragraaf 1 van de basisstof staan. Er staan extra oefeningen in voor de leerlingen die met de rekenopgaven moeite hebben. Herhaalblad 2 sluit aan bij paragraaf 2 van de basisstof. Hierin gaat het om de vraag: hoe zorg je ervoor, dat de in huis water onder druk in de leidingen komt. De oplossing van de watertoren wordt opnieuw met behulp van een proefje geillustreerd. Herhaalblad 3 zet nog eens de principes uiteen van de gasgeiser en de gasboiler, de tapkraan, de stortbak van de wc en de stankafsluiter. De extra stof Blad 1 van de extra stof gaat over waterzuivering. De drie belangrijkste manieren om drinkwater te zuiveren worden behandeld: grondwaterwinning, filteren van rivierwater in de duinen en chemisch reinigen van rivier- en oppervlaktewater. Extra stof blad 2 is historisch van aard. Het gaat over de geschiedenis van de watervoorziening in Nederland. Extra stof blad 3 gaat over de centrale verwarming. Het is geen uitgebreide behandeling van de cv, maar legt de nadruk op enkele natuurkundige eigenschappen, die een rol spelen bij het ontwerpen van de centrale verwarming.
- 12 -
4. INPASSING VAN HET LESPAKKET IN DE NATUURKUNDE-LESSEN 4.1 DOELGROEP EN VEREISTE VOORKENNIS Het lespakket Water in huis is bedoeld voor klas 3 mavo/havo/vwo. Het kan ook in klas 2 gebruikt worden, wanneer de vereiste voorkennis al behandeld is. Dit zal echter meestal pas in klas 3 gebeuren. De veronderstelde voorkennis bestaat uit het volgende: - berekening van de druk van een kolom water, - berekening van de opwaartse kracht in water met de wet van Archimedes, - het verband tussen de soortelijke massa van een voorwerp en het in water zinken, zweven of drijven ervan, - de drie vormen van warmte-transport: geleiding, stroming en straling.
4.2 TIJDSPLANNING VOOR DE LESSEN Wanneer we hier een suggestie geven voor de tijdsplanning van de lessen, zijn we ons ervan bewust, dat er per docent(e) verschillen op kunnen treden. De een zal een bepaald onderdeel uitgebreider behandelen dan een ander. De hier gegeven getallen moeten dan ook als een soort gemiddelde worden opgevat. Paragraaf
H les
paragraaf 2
1t
les
paragraaf 3
les
paragraaf 4
les
paragraaf 5
_,
les
paragraaf 6
les
7 lessen Herhaalblad herhaalblad 2 herhaalblad 3 Extra stof blad extra stof blad 2
, ,
les
~
les
·~
les
,
~
les les
extra stof blad 3
les
Toetsen en vragenlijsten
les
- 13 5. BENODIGDE MATERIALEN EN WERKTEKENINGEN Bij de beschrijving is steeds uitgegaan van één opstelling.
Proef 1 : - een gasbrander, - statief met klemmen, glazen pijp met diameter 5 mm, - enkele slangen, - 2 thermometers, - een emmer met maatverdeling of een bekerglas met maatverdeling, waarmee door uitscheppen gemeten kan worden hoeveel liter water er in de emmer zit, twee T-stukjes, waarin een thermometer past. Proef 2 : -hetzelfde materiaal als bij proef 7, maar dan met een glasbuis van 10 mm dikte. Proef 3 : -hetzelfde materiaal als bij proef 7, maar dan met een koperen buis van 5 mm diameter. Proef 4 : - een tapkraan, - een waterpomptang. Proef 5 : - een stortbak uit een toilet. Proef 6 : - twee emmers, - een stuk tuinslang. Proef 7 : - een stortbak uit een toilet. Proef 8 : - een waterpomptang.
-
14 -
Extra stof blad 1, proef 1: - 4 latten, - een stuk plastic van ong. 2 bij 2 meter, - punaises. Proef 2: - een trechter, - koffiefilters, - een bekerglas.
Extra stof blad 2 Proef 1: - een lange plastic cilinder, - een langwerpige bak om het water in op te vangen, -enkele kleine kurkjes.
Proef 2: -twee plastic trechters, - een stuk tuinslang of rubber slang. Proef 3 : -een plastic trechter, - een stuk tuinslang of rubber slang.
Extra stof blad 3, onderdeel 1: - een groot bekerglas of een glazen bak, - een klein flesje of erlemeyer, - kleurstof om in water op te lossen. Onderdeel 2: -bekerglas, - dompelaar of gasbrander met driepoot en gaasje.
- 15 Onderdeel 3: - metalen conservenblik, -even groot bekerglas, - 2 houten deksels of stukken piepschuim, - 2 thermometers. Onderdeel 4: - twee even grote conservenblikken, - witte en zwarte verf, - 2 houten deksels of stukken - 2 thermometers.
piepsch~im,
- lfi -
6. ANTWOORDEN BIJ DE VRAGEN EN OPGAVEN Basisstof 1. Ga uit van een grondvlak van 1
~.
De massa boven 60 cm water is dan 600 kg. het gewicht daarvan is 6.000 N. De druk is 6.000 Pa. 2. Het gaat alleen om het volume van het voorwerp, dat water verplaatst en dat is in dit geval 3, 5 dm3 . De massa van het verplaatste water is 3,5 kg. Het gewicht daarvan, en dus ook de opwaarste kracht, is 35 N.
3. De warmte van de zon bereikt de aarde. 4. Analoog aan som 2: 50 N. 5. De soortelijke massa van het voorwerp is groter dan die van water. Het voorwerp zinkt dus.
6. Geiser, boiler, wasmachine, koffiezetapparaat, gas- of electrisch fornuis, kookplaatje.
7. 8. a. De ,seiser moet 200 mj.nuten aanstaan. b. In die tijd wordt !}.40 m3 gas verbrand. c. De hoeveelheid omgezette energie is in die tijd: 115. 200 kJ.
9. Kunststof roest niet. 10. Dat is het moertje waarmee de pakking aangedrukt wordt.
11. De kraan krijgt een glimmend oppervlak en vaak een wat sierlijke vorm (breder uitlopende mond bijvoorbeeld). Om de kraan goed hanteerbaar te maken zit er een knop op (vaak van plastic) met gekleurde dopjes om aan te geven of het een warm- of koud-water kraan is.
12. Water zet uit bij bevriezen. Daardoor kunnen de leidingen stuk vriezen als er water is staat. Het stuk vriezen merk je pas als het watre weer smelt en weglekt door het lek in de leiding.
17 -
13. Hieronder staat een gedeelte uit een technische encyclopedie over mengkranen.
M~~kra.IUl
is een toestel bestemd tot het mengen koud en warm water tot een gewenste tempera"~ur. Een mengkraan heeft twee aansluiteinden, die !au rle koudwaterleiding respectievelijk warmwater~e>d1ng (of warmwatertoestel) zijn verb~~den! twee l...-óic.ningsiaa~E'!n _en een gemeenschappelijke uttloop. p~ linkse bedtenmgskraan laat m geopende stand warm water en de rechtse koud water naar de uitloop door. In de mengruimte van de mengkraan komen warm en koud water samen, zodat water op een be~lde mengtemperatuur kan worden getapt. Des~.,.-enst k.a.n de mengkraan ook uitsluitend warm ...ater zonder bijmengwg van koud, en omgekeerd, if'\-eren. ,.n
.~e:-:gkranen
a. Voor keuken;
b. ','oo• wasbak of keuken;
:-\aar de bestemming worden onderscheiden in uitvoering: keulr.enmengkraa.n, wasbakmengkraa.n, douchemengkraan en badmengkraan. Een badmengkraan heeft gewoonlijk nog e~!l omleg;..raan• om het gemengde water naar keuze in een \"311 twee richtingen te kunnen leiden. Voor indu~trieel gebruik zijn er mengkranen voor de menging '\"an koud w:..~!r en stoom. D<: nominale doorlaatwijdten kunnen, afhankelijk van de bestemming van de menR'kraan. variëren van 3/8' tot .3/.t,'.
c. Voor dou
d. Voor bad
-
18 -
14. Dan doe je het te snel, zodat de hevel niet goed in werking komt. Het is te vergelijken met te kort of niet krachtig genoeg zuigen bij proef
6.
15. De vorm van de wc-bril is aangepast aan het menselijk zitvlak. Voor kleine kinderen bestaan aangepaste wc-bril opzetstukken. Bij wc's voor gehandikapten is de trekker lager gehangen en zitten geen drempels in de wc. Ook zijn die wc's veel breder zodat er goed met een invalidenwagen in te rijden is.
16. a. Wanneer er water in de v.lotter is gekomen, ligt deze lager h. in het water dan anders. Daardoor komt hij bij het vollopen niet hoog genoeg om de kraan af te sluiten. c. Op de stortbakzit een overlooppijpje, waaruit het water in de wc-pot kan stromen als de kraan van de stortbak niet gesloten wordt.
17. Enkele schattingen: een douche kost gemiddeld 50 liter water, een ligbad 125 liter, een keer met de hand afwassen 3 liter, een keer met de vaatmachine afwassen 20 liter, een keer de was doen met de wasmachine 40 liter, een keer je handen wassen 8 liter, een keer de wc doortrekken 20 11 ter. Per dag gebruikt een persoon voor drinken, eten koken, koffie en thee zetten ongeveer 6 liter water. In totaal schat men, dat elke Nederlanddr per dag ongeveer 150 liter water verbruikt.
18' .
Uitgaande van elke dag 1 keer met de vaatwasmachine afwassen en
3 liter per keer met de hand afwassen in plaats van 20 liter
met de vaatmachine is de besparing: ong. 120 liter in de week.
19 • 20. -
- 19 -
21. Enkele voorbeelden: bijltjes en speerpunten, eenvoudige muziekinstrumenten, overbrengen van boodschappen met tam-tam. Tegenwoordig
22. Vroeger de
ontwerpe~
maakte zelf
ontwerper en maker zijn vaak
ook het voorwerp.
verschillende personen.
de techniek was tamelijk
de techniek maakt veel
onafhankelijk van de
gebruik van de kennis en
natuurkunde.
methoden van de natuurkunde.
de techniek was niet zo
de techniek beïnvloedt het
sterk van invloed op de
milieu heel sterk.
omgeving
23. 24. Als het goed is, moet er een zekere verscheidenheid in de verzamelde berichten zitten (niet alleen over geavanceerde technologie). De verzamelde berichten kunen zeker aanleiding geven tot een diskussie over wat je eigenlijk wel of niet tot de techniek rekent. 25. (dit is gebleken bij ons onderzoek onder tweedeklassers
~n
het avo en vwo) 26. Ook dit zijn voorbeelden van (eenvoudige) technische produkten. Techniek is niet altijd groot en ingewikkeld !
Herhaalblad 1. 2.000
1
Pa.
2. 0,05 N.
3. Het blokje zinkt. 4.
1 N.
5. a. straling.
b. stroming. c. geleiding.
Herhaalblad 2 1. a. Geleiding van metalen (de warmte moet goed doorgegeven worden. b. Isolatie van warmte bij het materiaal van de wand. Omdat warm water opstijgt in koud water zit het verwarmingselement bij een boiler onderin.
- 20 -
2. Wanneer de druk op het water geringer is, stroomt het water minder krachtig door de buizen, waarin het verwarmd wordt. Het zal daar iets langer in blijven en dus langer verwarmd worden.
Herhaalblad 3 1. a. Geleiding van metalen (de verwarmingsbuizen geven de warmte door) of juist isolatie van stilstaande lucht (in de mantel van de boiler). b. De wet van Archimedes bij het drijven van de vlotter. De hevelwerking bij het doortrekken. c. De gelijke stand van het water in communicerende vaten. 1. De afvoer staat altijd vol water (de stankafsluiter). 2. Kleiner dan die van water (=1 kg/dm3 ).
3. Hoe hoger de stortbak hangt, hoe harder het water in de wc-pot valt.
Extra stof blad 1 1. Ketelsteen in de fluitketel en in het koffiezetapparaat, ruwe handen na het afwassen, een "smaakje" aan het water. 2. -
3. 4. a. In Frankrijk door de Kali-mijnen en in het Ruhr-gebied. b. Deze stichting wil bevorderen dat er internationale overeenkomsten komen om ervoor te zorgen, dat het water van de Rijn minder wordt vervuild door de industrieën. 5. In principe zou het kunnen. Het water moet dan wel ontzilt worden (het zout moet er uit). Dat vraagt echter een heel proces, want
all~en
destilleren is niet
voldoende. Er wordt momenteel wel veel onderzoek naar gedaan.
- 21 -
Extra stof blad 2 1. Bedoeld is hier een natuurlijke geiser. Deze spuit warm water omhoog uit diepere aardlagen. Je vindt ze vooral op Ijsland. 2. In Midden- en Zuid-Italië zijn nog veel aquaducten te zien. Het zijn goten; die op hoge bogen staan. Ze brachten het water van hoge naar lagere plaatsen, waar steden gebouwd waren. Aquaducten konden wel tientallen kilometers lang zijn.
3. Een emmer water kost ongeveer: 1 à 2 cent. Je kunt dat niet goed vergelijken met de cent van vroeger, want die was toen meer waard. 4. Je moet erg zorgvuldig zijn bij het aanleggen van de leidingen. Het risico van twee leidingen is namelijk, dat op de een of andere manier het water van de ene in de andere leiding komt. Als dat zo is, drink je (misschien zonder het direct te merken) water, dat onvoldoende gezuiverd is.
5. 40.000 Pa.
6. a. Dan zal het waterpeil weer zakken tot het niveau van de watertoren. b. Zorgen, dat het water niet meer terug kan. Dat kan door z.g. terugslagkleppen in de leiding op te nemen.
1. a. Het water staat in de flat niet hoger dan in de watertoren, want de flat en de watertoren zijn communicerende vaten. b. Het probleem zal verholpen zijn door het water in de flat verder omhoog te brengen met behulp van pompen.
Extra stof blad 3 1. Met aardgas.
2. De thermostaat van de cv.
3. Soms kan er in de leiding van de cv lucht komen. Daardoor wordt de doorstroming belemmerd. Om die lucht er uit te laten, moet je het ontluchtingskraantje even open zetten. Je hoort de lucht dan ontsnappen.
- 22 -
7. OPMERKINGEN BIJ DE TEKST, EVENTUELE ERRATA Pag. 3: deze inleiding kan door de leerlingen thuis worden gelezen. De inleiding geeft een overzicht van het hele pakket.
Pag. 8: deze paragraaf is belangrijk voor de beeldvorming t.a.v. ontwerpen in de techniek.
Pag.
9 : de proeven r ,2 en 3 zijn in wezen steeds hetzelfde, maar steeds met verschillende buizen. Om tijd te besparen zou ook alleen proef 7 gedaan kunnen worden.
Pag. 12: het is plezierig als over een oude geiser beschikt kan worden, zodat de leerlingen het inwendige kunnen bekijken. De leerlingen kunnen echter ook als opdracht meekrijgen om de geiser thuis van binnen te bekijken ("van binnen" betekent hier: zonder de frontkap). Pag. 16: tabel 5 bevat voor de opgave te veel gegevens. Het is de bedoeling dat de leerlingen zelf de relevante gegevens er uit halen. Deze tabel is overgenomen uit een grotere tabel met gegevens over verschiilende soorten gasgeisers. Pag. 19: het weglaten van proef .4
zou de b-edoeling van deze paragraaf
tekort doen. Wanneer het niet mogelijk is om zelf een tapkraan te bemachtigen kan contact worden opgenomen met de vakgroep Didaktiek Natuurkunde van de TU ~indhoven.
- 23 Pag. 19
hieronder een tekening met de onderdelen en hun namen: 1. Kraansleutel. 2. Kraanspil.
3. Aandrukmoer. 4. Pakking. 5. Bevestiging van het bovenstuk aan het kraanhuis.
6. Pakkingring. 7. Bewegingsschroefdraad.
8. Danser. 9. Schijfje. 10. Bevestigingsmoertje. 11. Kraanhuis. 12. Zitting of zetel.
Alles weer in elkaar:
pakking drukker
moer
buitenwerkse draa van de kraanspil ~-~3
moertje voor het vasthouden van de kraanschijf
i{
g --} 'B'
- 24 -
Pag. 27: Tegenwoordig zijn er ook veel stortbakken met een druksysteem. Een tekening daarvan staat hieronder. De werking ervan is ook gebaseerd op de hevelwerking. Door het indrukken van de knop wordt een straaltje water in C gespoten, dat in de valbuis terecht komt en zo de hevelwerking start.
l
_-=I-
j_ 11~ ,.__
_,é.';.·~~ ~:\;.~:.: :;~
-
1r
1'-1 l
J"'
-
--"
\ ~ f Bij een derde type wordt de hevelwerking ingeleid door het trekken aan de valpijp zelf. Daardoor verlengt men als het ware de in de pijp staande waterkolom waardoor ook weer een hevelwerking wordt ingeleid.
Pag 32: op de volgende pag. van deze handleiding staat een krante-artikel over een zuinige manier van wc-spoeling (als voorbeeld van het benutten van de techniek om op watergebruik te bezuinigen).
25
i
Uitvinder waterbesparend closetsysteem:
'Per Spoeling 7liter water dat iS heel vaak niet nodig' door Ttlly Be/JDI!JJ
De eldrtrotedu.Jea L. SUJIC all bet I ene Sb
voudl' ap".,...,U te oatwt&Jo:e1-. 1rJiariDH YO~ ~ berdreaUwea lll mJJJIII'If leJ~aétlrper j..r be~ .t.ua wonii!JJ bJNedr:rJ.uad. ZJJa aJtrbJ~ betren """ bJ n1Jyrellodu mocferu tratneioset.JM te DJODienull
uw
.te~p.waanaeedeb~
· veelbeid W11W YO« JclebJe ea tn>te~rere~d h.a wordea. De larulbt ...,. de'"" lentl""t>OfD bJJel.te~U.a, blJJit deullth.
Met bet meehenisme is bet lD bee!nsel moce.lljk zo'n zeventig procent van bet lj!ici.IDcwa· ter dat mor:o.enteel voor een gewone spoeling gebNikt wordt te bespan:a. De huidige waten:losets zijn al&esteld op een vubNik vanzeven Uter per spoell.nc, maar volgens de beer Senlt Is dat lanc niet al· tijd nodig. Met de keuzeknop kan het •aterverbruik bij een spoell.nc desgewenst tot twee liter •orden tel"\lggebradlt.
Kostbaar .. Op diemanier kan permid· delgrote woning twintig procent op brtwaterverbruik worden be5paard", zo meent de beer SenJt op grond van door hem veiTichte berekeningen" ... Dat u natuurlijk mooi meegenomen, 'Wanneer men de rekeninc vanbet waterbedrijf betaalt. Maar toch zit er voor mij een nog stilkien belancrijker kant aan. Mrt dit apparaatje kan venpilllnc van steeds kostbaarder wordend · drink•ater teceJlleca.an wor-
Zo lu.rue1U all dit 'natte blok' hoeft em . .sanitaire ruimte echt niet te rijn om in a.annurking te Jcomen uoor het waurbupart11d clo.tet.tyst:eem dAt uitgekiend u door de heer Seuft.
den". De stem van de heer Senft, een oonpronkelijk uit Nederland afkomstige Ier. die momenteel weer tijdelijk in ons land verblijft, klinkt !><>wogen en overtulcen"d . ..Kijk. wij zijn hier geneigd te zenen 'wat is nu wate.r?' Of llever ge-. · zegd, we wl.ren geneigd dat te zeggen. De laatste tijd boren we steeds meer van vervuild wateren de noodzaak waterzuiverlncsinstallatieS"te bouwen. Water, goed Nlver drinkwater is kostbaar. En het ziet er naar uit dat het de komende jaren noc kostbaarder zal worden. De water!el- ci.IDgbedrijven hebben niet - voor niets aancekondl&d bun capaciteit de komende tien jaar met 175 miljoen kubieke meter water uit te moeten breiden, om aan de behoefte
Ingewikkeld
In de afgelopen jaren zijn er. venchiliende technici geweest die een waterbesparend toilet en/of stortbak hadden ontvd.kkeld. In de meeste cevallen bleek de techniek zo ingewikkeldof waren de investeaan drinkwater te kunnen vol· apparaat over een maand of ringen zo boog, dat ze voor doen. Ik verwacht dat wij hier drie op de markt te hebben. toepassine op grote schaal De heer Senft voorziet zelf een in Nederland binnen een x niet In aanmerking kwamen produktie van miljoenen aantal jaren met dezelfde waen bijgevolc van de markt verterproblemen zullen zitten als exemplaren, waarvan bet . dwenen. De laatste poginc tot een land als Spanje nu. Elk te- crootste cedeelte naar 27 laneen waterbesparend sanitair eensaan van waterverspilltnc den zal worden geëxporteerd . . · systeem was dievan de Hij hoopt echter dat ook in Is van belang". Zweedse onderneming Gusons land op grote schaal ge- · tavsberc, die in een zestal w<>brulk gemaakt zal gaan wornlngen in de Hengelose nieuwden van zijn waterbesparende Nieuwbouw bouwwijk een proef nam met ultvlndlnc. dievolgens hezn ~n spoelsysteem, waannee bijvoorbeeld standaard aanVoleens de beer S.ntt bestaat vijf liter water per keer bevoorzijn uitvinding veel 1><>cebracht zou kunnen worden spaard kan worden. Met een langstelling. T.Jit het buiten- . Ln nieuwbouwvToningen. te-investering die 175 cutden la.nd is hij al bemaaldelijk 1><>een geringe kosten. Hij heeft duurder is aan de gangbare naderd. Ook in ons land heeft hierover dan ook een brief cespoelsystemen, zal het volstuurd aan minister wmhij inmiddels de aandacht c• ~•ns waterleidinsdeskunditrokken, niet het minst tlie mi\15. gen echter enkele jaren duren Dat bet de beer Senft ernst is van milleuorcan.lsatles. De voor men deze beef! terugvermet zijn zorg over de waterelektrotechnicus laat zijn uit· diend. Wat dat betreft biedt vindins dooreen Nederlandse voorziening, blijkt uit hrt feit bet veel goedkopere systeem dat hii maandenlang aan dit firma- Tradlmex in Vianen. van de heer Senft betere uitapparaat heeft gewerkt. maken. Deze tlnna hoopt hrt zichten.
De SIT-2000 is uw beste boodschap van deze w..k. Met deze unieke vinding bespaart u zowel
Geld als Water 'Grote boodachap'
1[leine boodschap'
~
~. Knop optrekken en loslalen (normale spoelinq ± 7 llr. )
Besparing:
Steeds moest er cescbaafd en verbeterd worden. totdat bet 'marlrtrijp' genoemd kon worden. In zijn wonins beeft bij overigens behalve dit waterbesparingssysteem noceen tweede s y - aangebracht. zo vertelt hij: Het water dat gebNikt Is voor bet bad, wordt nirt zondermeer door brtriool gespoeld, maar opgevangen in een container. Via een pomp wordt bet gebruikte badwater bercebruikt om het toilet door te spoelen. De beer Sentt Is zelf heel tevreden over dit systeem maar ziet wel, dat dat niet zo cemak.kelljk in alle wonlilgen ·.an te • breneen is als zijn 'bespa- · rinesknop'.
daarna indrukken (kleine spoelinq ± 2 llr.)
± 70% per toiletspoeling ± 20% op het totale watergebruik in de woning!
Iedereen kan het ~onteren . Bestemd voor een duo bloc van Sphinx (sinds 1958 tot 1986 het meest verkocht)
- 26 -
Pag. 31. deze paragraaf kan aanleiding geven tot een discussie-les.
Pag. 34: Deze paragraaf is belangrijk voor de beeldvorming t.a.v. techniek. Het verdient aanbeveling er ruime aandacht aan te schenken.
in de tekening hieronder zijn de drie manieren van water-
Pag. 51
zuivering weergegeven. Deze tekening is afkomstig uit een brochure van de VEWIN.
1
INFU.TAAT.e 'IIAN
~-~~
• RIVIEFNWATER IN OE OUIHfN
'._>. ~rpr~--
'"'":'-..
--_",-
N)W'VIllt.f~
t:.~ :.:.;~ :.:.:~ ~ ~:.: = :='t;J ~ll.TER
-
NAFII..TE.flll
.... •· •I
1•·1
.. 2
CHiMISCHE ZUIVERING VAN • OPPERVlAKTE IAIVIERWlTEA
;
i
(
t.
i·· ...
Pag. 54: adres voor meer informatie over de stichting Reinwater: Vossiusstraat 20, 1071 AD
Amsterdam (tel. 020- 71 93 22).
Pag. 55: van dit extra stof blad kunnen ook werkstukken of voordrachten gemaakt worden. Pag. 61: om het extra stof blad beperkt te houden is slechts op enkele facetten van de cv gewezen. Indien gewenst kan de docent door de leerlingen een werkstuk laten maken over de cv of er een presentatie over laten houden.
- 27 8. AANVULLENDE LITERATUUR, EXCURSIES - Bij de VEWIN (adres: Sir Winston Churchilllaan 273, 2288 EA Rijswijk) zijn een aantal folders en brochures te bestellen, zoals: Informatie over water voor het onderwijs, De openbare watervoorziening in feiten en cijfers, Ons dagelijks water, Waterwijzer, Water • • • zoals wij en anderen het zien, Duinen sparen. Spaar duin en ·water voor nu en later. - In het blad Energie en Water, dat 4 maal per jaar huis aan huis verspreid wordt door de VEEN, de VEWIN en de VEWIN, staan vaak aardige artikelen over watergebruik en apparaten die daarmee te maken hebben. - In de door Prisma uitgegeven delen van Hoe werkt dat staan paragrafen over centrale verwarming (7.20 t/m 7.22), kranen en afsluiters (8.1), WC-stortbak (8.2), geisers (8.4), boiler (8.12 en 8.13), waterontharding (6.11 van deel 4) en waterontzilting (6.12 van deel 4).
Excursies: Waterleiding-museum Watertoren, Predikherenkerkhof, Utrecht. Via contacten bij het waterleidingbedrijf een watertoren bezoeken.
- 28 -
9 EVALUATIE VAN HET LESPAKKET
9.1 TOETSEN Bij het lespakket zijn twee toetsen gemaakt. Deze kunnen gebruikt worden als formatieve en summatieve toets wanneer gebruik gemaakt wordt van differentiatie. Ook zijn ze te gebruiken als links- en recht-versie bij afname . In verband met het bijstellen van het lespakket wordt de docent verzocht de resultaten van de toetsen (de leerlingen-antwoorden) op te sturen naar de vakgroep Didaktiek Natuurkunde van de TH Eindho ven. De afname van de toetsen kost ongeveer 30 minuten. In verband met eventueel gebruik van één van de toetsen als formatieve of diagnostische toets, volgen hier de bij de toetsvragen behorende paragraaf van de basisstof en het bijbehorende herhaalblad. Vraag
Paragraaf basisstof
Herhaalblad
3
2
2
4
2
5
3
2 3
6
4
3
7
2
2
9
2
2
10
3
3
11
4
3
12
5
2
8
Deze verwijzingen gelden zowel voer de A- als voor de B-versie van de toets.
- 29 -
9.2 LEERLINGENVRAGENLIJST Bij het lespakket hoort ook een leerlingen-vragenlijst. De resultaten hiervan zijn van belang voor de bijstelling van het lespakket en voor verder onderzoek. De docent wordt dan ook verzocht de leerlingenantwoorden eveneens op te sturen naar de TH Eindhoven, vakgroep Didaktiek Natuurkunde. De afname van de leerlingen-vragenlijst duurt ongeveer 15 minuten.
9.3 DOCENTENVRAGENLIJST Van de docent wordt tenslotte gevraagd om een vragenlijst in te vullen waarin haar/zijn mening wordt gevraagd t.a.v. het lespakket op grond van het gebruik ervan in de klas. Het invullen hiervan kost de docent ongeveer een uur. De resultaten ervan zijn erg belangrijk voor
het onderzoek met
lespakket. Het invullen en opsturen wordt dan ook zeer gewaardeerd.
Het is ook mogelijk om het lespakket bovendien te evalueren door de leerlingen een werkstuk te laten maken, een tentoonstelling te laten opbouwen, elkaar te laten informeren over een bepaald onderdeel van het lespakket. Ook in de resultaten van deze evaluatie-mogelijkheden is de vakgroep Didaktiek geinteresseerd.
- 30 -
C. LIJST VAN PUBLICATIES NATUURKUNDE EN TECHNIEK Te bestellen bij de vakgroep Didaktiek Natuurkunde van de TH Eindhoven: N&T 85-01
Wat vind je van techniek 7 Een onderzoek naar het beeld van en de houding tegenover techniek van tweede klas leerlingen in het avo en vwo. Onderzoeksrapport.
N&T 85-02
Wat vinden meisjes en jongens van techniek ? Het beeld van en de houding tegenover techniek van tweedeklas leerlingen in het avo en vwo.
N&T 85-03 * Muziekinstrumenten maken
(experimentele versie)
N&T 85-04 * Electrische apparaten in huis (experimentele versie) N&T 85-05 * Communicatie (experimentele versie) N&T 85-06 * Water in huis N&T N&T N&T N&T
85-07 * 85-08 * 85-09 * 85-10 *
N&T 85-11
(experimentele versie)
Muziekinstrumenten maken - docentenhandleiding Electrische apparaten in huis - docentenhandleiding Communicatie - docentenhandleiding Water in huis - docentenhandleiding What do 13-year old pupils think about technology 7 The conception of and the attitude towards technology of 13-year old girls and boys.
N&T 85-12
Technology as an element of general education. Characteristics and themes of the project Physics and Technology.
N&T 85-13* Wat is techniek 7
(concept-rapport)
Het begrip techniek in de lespakketten Natuurkunde en Techniek. N&T 85-14
De ontwikkeling van lespakketten in het project Natuurkunde en Techniek.
N&T 85-15
Meisjes en jongens schrijven over techniek.
N&T 85-16
Techniek in de natuurkundeles. Cursusboek nascholing
N&T 85-17
Making musical instruments
N&T 85-18
Electrical equipment at home
N&T 85-19
Communication
N&T 85-20
Water at home
N&T 85-21 t/m 24 N&T 85-27
Teachers' guides bij N&T 85-17 t/m 20
Het project Natuurkunde en Techniek (brochure)
* niet meer verkrijgbaar (vervangen door definitieve versie)
- 31 N&T 86-02
Muziekinstrumenten maken
N&T 86-03
Elektrische apparaten in huis
N&T 86-04
Communicatie
N&T 86-05
Water in huis
N&T 86-06
Wat vinden leraren van techniek? Een verkennend onderzoek naar het beeld van en de houding tegenover techniek van docenten in het AVO/VWO en MTO.
N&T 86-07
Wat is techniek? Het begrip techniek in het voortgezet onderwijs.
N&T 86-08
Muziekinstrumenten maken - docentenhandleiding
N&T 86-09
Elektrische apparaten in huis - docentenhandleiding
N&T 86-10
Communicatie - docentenhandleiding
N&T 86-11
Water in huis - docentenhandleiding
N&T 86-12
De formatieve evaluatie van de lespakketten Natuurkunde en Techniek
N&T 86-13
Verlichting - docentenhandleiding
N&T 86-14
Verlichting (experimentele versie)
N&T 86-15
Doe-het-zelf (experimentele versie)
N&T 86-16
Doe-het-zelf - docentenhandleiding
N&T 86-17
Studiedag Natuurkunde en Techniek. Verslag van de studiedag, gehouden op 24 april 1986 te Eindhoven
N&T 86-18
Nuclear Engineering (experimentele versie)
N&T 86-19
Nuclear Engineering- teachers' guide
Jan H. Raat en Marc de Vries (editors), What do girls and boys think of technology? Pupils' Attitude Towards Technology (verslag van de internationale workshop PATT). Te bestellen bij de TH Boekhandel, Den Dolech 2, 5612 AZ Eindhoven (prijs:
+
f 25,-)