natuur in de stad 10 jaar Aardgasnatuurfonds
1995-2004
natuur in de stad 10 jaar Aardgasnatuurfonds
1995-2004
Wie in een dichtbevolkt land als België over natuur spreekt, denkt wellicht in de eerste plaats aan de Hoge Venen, het Zoniënwoud of het Zwin. Grotere natuurgebieden zijn – terecht – altijd de eerste prioriteit geweest van natuurbeschermers in ons land. Maar recente inzichten in de ecologie hebben ons doen inzien dat je natuur niet kunt opsluiten in eilanden, tussen stedelijke gebieden en cultuurlandschappen in. Het begrip ‘ecologisch netwerk’ veronderstelt het behoud en de ontwikkeling van grote natuurgebieden, maar wijst ook op de onmisbare rol van kleine landschapselementen en stadsnatuur. Het getuigt van visie, dat Figas, de federatie van ondernemingen die actief zijn op de aardgasmarkt, en de Koning Boudewijnstichting, van bij de oprichting van het Aardgasnatuurfonds in 1994 het belang van natuur in de stad onderkenden en beslisten om de belangrijke financiële middelen van het Fonds ervoor aan te wenden. Niet alleen ecologische motieven lagen aan de basis van deze beslissing. Omdat ze zich ook bewust zijn van hun sociale verantwoordelijkheid, wilden Figas en de Stichting de kwaliteit van de leefomgeving in dichtbevolkte wijken in stedelijke gebieden verbeteren. Ze wilden aan de stadsbewoners de ruimte geven om op adem te komen en elkaar te ontmoeten. Speelruimte voor kinderen, een bankje voor ouderen, een speelse speelplaats op school: de sociale meerwaarde van de projecten was even belangrijk als de ecologische. Tien jaar na de eerste projectoproep blijkt nu wat het Aardgasnatuurfonds voor ons land heeft betekend: er kwamen bijna 160 nieuwe of vernieuwde groene ruim-
ten, verspreid over alle grote stedelijke agglomeraties. Een uitzonderlijk resultaat. Met het Fonds heeft de aardgassector op een indrukwekkende manier zijn maatschappelijk engagement geconcretiseerd. Ik wil uitdrukkelijk iedereen danken die het voorbije decennium bij het Aardgasnatuurfonds was betrokken: de vertegenwoordigers van Figas in het bestuurscomité, de medewerkers van de Koning Boudewijnstichting en de juryleden, die zich allemaal onbaatzuchtig en met veel expertise hebben ingezet. Dit boek illustreert op prachtige wijze hoe de ideeën van de oprichters van het Aardgasnatuurfonds tien jaar lang in de praktijk werden gebracht. De foto’s van Stefan Dewickere tonen de schoonheid van natuur in de stad. Ze doen recht aan de inspiratie van de ontwerpers en aan de creativiteit van de natuur. Maar achter iedere realisatie schuilen ook vele verhalen. Verhalen van mensen die zich beroepshalve of als vrijwilliger hebben ingezet voor de leefomgeving in hun buurt, met visie en met enthousiasme. Maar ook verhalen van hen voor wie die speelplaats, dat park of die groene straathoek een belangrijke plaats in hun dagelijks leven heeft ingenomen. Het gaat om tienduizenden mensen – jong en oud – die dankzij het Aardgasnatuurfonds wat meer ademruimte hebben gekregen. Enkele van die verhalen, opgetekend door Peter-Jan Bogaert, vindt u in dit boek. Ik nodig u uit om ze te ontdekken. Veel leesplezier. Robert Urbain Minister van Staat, voorzitter van het bestuurscomité van het Aardgasnatuurfonds
5
‘Aardgasnatuurfonds was een voorbeeld’ Walter Peeraer (Figas) en Luc Tayart de Borms (KBS) over tien jaar Aardgasnatuurfonds
Bijna honderd zestig projecten heeft het Aardgasnatuurfonds gesteund, voor een totaal bedrag van meer dan 2,4 miljoen euro. Walter Peeraer, voorzitter van de federatie die de ondernemingen actief op de Belgische aardgasmarkt groepeert (Figas), en Luc Tayart de Borms, afgevaardigd beheerder van de Koning Boudewijnstichting (KBS), kijken tevreden terug op tien jaar intensieve en succesvolle samenwerking. Het Aardgasnatuurfonds (AGNF), in veel opzichten uniek, heeft als voorbeeld gediend voor tal van andere bedrijfsfondsen. Het was binnen de Stichting het eerste in zijn soort. In 1995 werd gedacht aan een samenwerking van drie jaar. Die is uitgegroeid tot een partnership van tien jaar.
Wat houdt een bedrijfsfonds nu eigenlijk in? Luc Tayart de Borms (KBS, foto p.6): ‘Heel wat ondernemingen willen zich inzetten voor het goede doel. Hun engagement gaat uit van het gezonde besef dat bedrijven alleen welvarend kunnen zijn als ook de samenleving het goed heeft. Samen met de Koning Boudewijnstichting kunnen ze dat engagement concreet maken in een bedrijfsfonds.’ ‘Vanzelfsprekend gaat de Stichting alleen in zee met ondernemingen die voldoen aan de criteria inzake ethisch ondernemen. We werken daarvoor samen met Ethibel, een onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau voor duurzaam beleggen en maatschappelijk verantwoord ondernemen.’ Welke voordelen biedt een bedrijfsfonds aan een onderneming? Luc Tayart de Borms: ‘De onderneming die het fonds financiert, creëert een soort van eigen stichting op kleine schaal, met een minimum aan administratieve formaliteiten. De formule is soepel. Als partner staat de Koning Boudewijnstichting open voor nieuwe ideeën, zolang het algemeen belang wordt gediend.’ ‘Bovendien is een bedrijfsfonds een duurzaam instrument: we werken als partners samen voor minstens drie
6
jaar. Dankzij die structurele aanpak en continuïteit verwerven we steeds meer competentie en professionalisme.’ ‘De Stichting heeft een expertise opgebouwd op het vlak van het selecteren van projecten. Als onafhankelijke instelling hebben wij met alle geledingen van de samenleving contact. We bieden tegelijk een morele waarborg en een kwaliteitsgarantie, die nog versterkt worden door de externe deskundigen in de bestuurscomités en de jury’s.’ ‘Ten slotte is er een grote meerwaarde voor de ondernemingen wat zichtbaarheid betreft. Een bedrijfsfonds draagt meestal de naam van de onderneming die het financiert en bevordert haar imago.’ Welke projecten heeft het Aardgasnatuurfonds gefinancierd? Walter Peeraer (Figas, foto p.7): ‘We kunnen grosso modo twee periodes onderscheiden. De eerste vijf jaar lag de klemtoon op ‘meer natuur in stedelijke gebieden’. De laatste vijf jaar steunden we projecten die meer groen in scholen beoogden. Voor de jury stond de natuurdimensie voorop, maar het uitgangspunt was vanzelfsprekend niet een nieuw grasperk omzoomd met rozenstruiken en onderhouden door de gemeentelijke groendienst. Wij
wilden projecten die de natuur binnenbrengen in de wijk of de school en waarbij iedereen – ook de kinderen – de handen uit de mouwen stak en de natuur respecteert.’ Waarom die aandacht voor groen en natuur? Was dat een bewuste keuze? Walter Peeraer: ‘Het verband ligt voor de hand. Aardgas heeft een natuurlijke oorsprong en biedt een ecologisch voordeel ten opzichte van (andere) fossiele brandstoffen.’ ‘Wij wilden ook projecten financieren die dicht bij de mensen stonden, zoals we met ons Belgisch distributienetwerk van bijna 60.000 kilometer ook heel dicht bij de bevolking staan. We hebben projecten uitgezocht die dat natuurlijk netwerk illustreerden. Partnership is voor ons belangrijk, en voor de uitgekozen projecten was dat ook zo.’ ‘Ten slotte was voor ons het sociale aspect cruciaal. De projecten zijn vaak ontmoetingsplaatsen voor jong en oud, voor allochtonen en autochtonen. En dankzij tewerkstellingsprojecten boden wij ook de laaggeschoolden kansen.’ Heeft het aspect ‘imago’ meegespeeld? Walter Peeraer: ‘Imagovorming is maar één luik van het verhaal. Rentabiliteit is belangrijk voor een onderneming, net als groei. Dat is evident. Nieuwe en bestaande klanten bereik je met doelgerichte marketingacties. Maar je moet een onderscheid maken tussen marketing en sponsoring. De sociale en ecologische bekommernis die we met dit fonds tot uiting wilden brengen, is oprecht en reëel. Trouwens, voor veel bedrijven speelt het sociale en het duurzame een steeds grotere rol in hun missie.’ ‘Energie is belangrijk voor de mensen. Net als sociale contacten, waardering van de natuur en leven in een gezonde, groene omgeving. Dat zijn onze bekommernissen.’
Niet overal heeft het grote publiek onmiddellijk door dat de aardgasindustrie voor de nodige financiering zorgde. Te bescheiden geweest? Walter Peeraer: ‘Zoals gezegd: het was niet onze bedoeling er een grote marketingcampagne van te maken, daar zijn andere middelen en acties voor. Toch leggen veel bezoekers de link tussen natuur en aardgas.’ 7
‘Belangrijk voor ons waren de vele partners: de gemeenten, de scholen, de regionale overheden, de OCMW’s, de stedelijke en gemeentelijke groendiensten, de buurtcomités, de vele vzw’s die met ons in zee gingen… Dat middenveld en dat netwerk van lokale besluitvormers weten en appreciëren wat we de voorbije tien jaar samen hebben gerealiseerd.’ Duurzaamheid is belangrijk voor jullie. Hoe kwam dat tot uiting in de projecten? Walter Peeraer: ‘Het Aardgasnatuurfonds zorgde telkens voor een eenmalige financiële injectie. Zonder die steun voor de opstart zouden veel projecten nooit van de grond zijn gekomen, vertelden velen ons achteraf. Gemeenten, scholen of sociale projecten hebben daar het geld niet voor. Maar we werkten altijd samen met andere partners, die instonden voor het beheer en het duurzame karakter van de projecten: de eigenaars van de terreinen of zij die het verder gingen onderhouden.’ Luc Tayart de Borms: ‘Duurzaamheid was overigens een criterium bij de selectie van de ingediende projecten. Wie kans wilde maken op financiering, moest aantonen
8
dat het project ook dacht aan het onderhoud op lange termijn. We wilden niet dat alles mooi en netjes was bij de opening, en dat er daarna niemand nog naar omkeek. Niets is perfect natuurlijk. Van de bijna 160 projecten zullen er wel enkele niet meer honderd procent in orde zijn. We kunnen niet alles altijd gaan controleren; wij zijn geen politieagenten. Het streven naar duurzaamheid blijft echter ons uitgangspunt.’ Hoe evalueren jullie de samenwerking? Walter Peeraer: ‘Heel goed. Wij hebben veel geleerd. We hadden niet de expertise in huis om goede en duurzame projecten te selecteren. De Stichting heeft zeer goed werk verricht. Ook op het vlak van kostenefficiëntie zijn we tevreden. Hadden we alles zelf moeten doen, dan was het veel duurder uitgevallen.’ ‘Ook het proces op zich was bijzonder boeiend: de selectie, de jury, de samenwerking met alle partners en de tuinarchitecten… Bij deze wil ik iedereen van harte danken voor het geleverde werk, in het bijzonder ook de jury ’s van onafhankelijke experts.’
Luc Tayart de Borms: ‘Ook wij zijn bijzonder tevreden. Op het terrein, zoals de lezer zal merken, zijn er een pak mooie projecten gerealiseerd.’ ‘Het Aardgasnatuurfonds was het eerste bedrijfsfonds en diende als voorbeeld voor de twaalf andere die we momenteel hebben. We gaan zelf niet echt actief op zoek naar bedrijven. Het is eerder omgekeerd. Bedrijven komen naar ons. Vaak verwijzen ze naar het Aardgasnatuurfonds.’ Als iedereen zo tevreden is, waarom stopt het Aardgasnatuurfonds dan? Walter Peeraer: ‘Een partnership van tien jaar is in de huidige marktomstandigheden zeer lang. Eigenlijk zijn we begonnen met een engagement van drie jaar. Dat hebben we tot tweemaal toe verlengd.’ ‘De gassector zette jaren geleden met dit bedrijfsfonds de toon en werkte mee aan een innoverend initiatief. Innovatie betekent dat je regelmatig vernieuwt. De tijd was voor ons rijp om te evolueren naar andere sponsoringformules, die weer een frisse wind doen waaien. De identiteit, de rol en het beleid van de gasbedrijven die
actief zijn in België, zijn ondertussen ook sterk veranderd in functie van de nieuwe marktomstandigheden, maar onze basiswaarden hebben we bewaard. Wij blijven ons inzetten voor projecten met een brede sociale en ecologische impact, maar in een andere formule. Nu werken we meer samen met natuurverenigingen.’ Luc Tayart de Borms: ‘Tien jaar is inderdaad lang voor een samenwerking. Maar het werk gaat verder. Elia, dat in België het elektrisch hoogspanningsnet beheert, heeft ook een bedrijfsfonds opgericht. De projecten die door het Elia Fonds worden gesteund, hebben als doel mensen met een verminderde mobiliteit een makkelij-
ker toegang te bieden tot alle soorten ‘groene’ recreatie bij hun ontdekking van de natuur en het erfgoed. In 2004 stelde het Elia Fonds een bedrag van 250.000 euro ter beschikking voor projecten over heel het land.’ Jullie hebben zelf een aantal projecten bezocht. Wat zijn jullie favorieten? Luc Tayart de Borms: ‘Ik woon in Gent en heb echt genoten van de drijvende tuinen – zeg maar eilandjes – op de Gentse binnenwateren. Die brachten meer leven in en op het water. Een mooi project voor de Gentenaren, met daarnaast een duidelijke toeristische meerwaarde. Knap was ook het Gentse project rond de serviceflats voor bejaarden midden in een migrantenwijk. Mooi en groen, en zeer goed onderhouden.’ Walter Peeraer: ‘Het project in Laken van de École Robert Dubois trof mij sterk. De school richt zich enkel naar gehospitaliseerde kinderen en jongeren van het universitair kinderziekenhuis Koningin Fabiola. Er zijn daar didactische tuinterrassen aangelegd rond het thema ‘de vier seizoenen’. In Kortrijk heeft men in de sociale woonwijk Venning een geplande KMO-zone omgetoverd tot dé plek van en voor de wijk: buurtbewoners werkten mee aan de heraanleg van het terrein met onder meer een unieke vlindertuin, volkstuintjes en een speelveld voor de kinderen en jongeren. Ook in Doornik heeft het groenproject een sterke sociale inslag. Het wordt in dit boek voorgesteld. Er zijn nog zoveel andere projecten die de moeite waard zijn. Dit boek is daar een prachtige illustratie van.’ 9
Wat is een bedrijfsfonds bij de Koning Boudewijnstichting? Een bedrijfsfonds is een structuur zonder eigen rechtspersoonlijkheid die wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting. Een fonds wordt opgericht voor minstens drie jaar. Het kan een specifieke doelstelling hebben, maar dient altijd het algemeen belang. Hoe werkt een bedrijfsfonds? Drie instanties zorgen voor de goede werking: 1. het bestuurscomité – bepaalt in een ruime autonomie de krachtlijnen van het fonds en beslist over de besteding van de middelen; – wordt benoemd door de Raad van Beheer van de Koning Boudewijnstichting; – wordt voorgezeten door een onafhankelijke persoon die de Stichting en de onderneming in samenspraak aanduiden; – bestaat uit maximaal drie vertegenwoordigers van de onderneming en een van de Stichting, naast onafhankelijke experts. 2. een onafhankelijke jury – wordt samengesteld als het bedrijfsfonds concrete initiatieven wil ondersteunen; – doet het bestuurscomité gemotiveerde voorstellen over de projectsteun of prijs. 10
3. een secretariaat – werkt binnen de Koning Boudewijnstichting; – staat in voor de coördinatie van de activiteiten en het dagelijks beheer van een bedrijfsfonds. Financiële middelen Een onderneming die binnen de Koning Boudewijnstichting een bedrijfsfonds opricht, doet jaarlijks een schenking van minstens 50.000 euro. Dat geld gaat volledig naar de financiering van initiatieven die beantwoorden aan de doelstellingen. Naast die jaarlijkse dotatie verbindt de onderneming zich ertoe eenmalig te participeren in de oprichtingskosten van het fonds. Elk jaar betaalt het bedrijf ook de beheerskosten. Daarbij komen eventueel nog operationele kosten voor uitzonderlijke evenementen (persconferenties, prijsuitreikingen…). De ervaring leert dat een onderneming over een budget van minstens 225.000 euro moet beschikken om het bestaan van het fonds de eerste drie jaar te kunnen waarborgen. Stortingen aan de Koning Boudewijnstichting – ook voor bedrijfsfondsen – zijn aftrekbaar van de belastbare winst.
11
OCMW helpt cliënten uit doolhof De aanleg van de tuinen in het Seminarie van Choiseul
Het regent pijpenstelen in Doornik, maar dat kan Pierro (42) niet deren. Hij harkt ijverig de bladeren bijeen. Straks nog het onkruid verder wieden en het labyrint van beukenhagen ziet er opnieuw picobello uit. Pierro straalt. ‘Ik heb vast werk en dat is belangrijker dan eens een dag slecht weer,’ zegt hij. Samen met 17 collega’s onderhoudt hij de prachtig aangelegde tuinen van het oude seminarie van Choiseul. ‘Ik ben trots dat ik dit mag doen.’
Tussen twee regenvlagen door toont technisch verantwoordelijke Christian Desprets ons zijn fotoboek, dat het verhaal van het project uitstekend in beeld brengt. In den beginne was er een groot stuk braakliggend terrein van 1,28 hectare, achter een gerenoveerd seminarie waarin vandaag bejaardenflats zijn ondergebracht. De eigenaar, het OCMW, koesterde grootse plannen. Het gebouw dateert uit het einde van de 16de eeuw. Waarom geen klassieke tuinen aanleggen die de renaissancesfeer van toen oproepen? En waarom daarvoor geen OCMW-cliënten inschakelen die op die manier werkervaring zouden opdoen en zo vlotter doorstromen naar het gewone arbeidscircuit? Onder impuls van OCMW-secretaris Marie DumonDupont ging het project in 1996 effectief van start. Geld kwam er onder meer van het Waalse gewest, het Euro14
pees Sociaal Fonds en het Aardgasnatuurfonds. Christian Desprets schudt het hoofd bij het zien van al die oude foto’s. ‘Wat hebben we gezwoegd in het begin. Tonnen bouwafval haalden we uit de grond. En hier, een oude boomstam met enorme wortels. Met z’n zessen hebben we ons een hele dag in het zweet gewerkt om die eruit te krijgen.’ Beetje bij beetje krijgt de klassieke tuin in het fotoboek vorm. Seizoen per seizoen, jaar na jaar. Eigenlijk zijn het twee tuinen. Eerst een siertuin van symmetrisch aangelegde perkjes met allerlei schitterende bloemen, planten en struiken, en met in de vier hoeken de labyrinten van beukenhagen. In de zomer zoeken kinderen er hun weg naar de ene uitgang. De tweede tuin bestaat uit de moestuin, fruitbomen en kruidenperkjes. Desprets neemt ons mee naar de zolder van het ver-
bouwde seminarie. Van daaruit zie je nog beter hoe knap en precies aangelegd de tuinen wel zijn. ‘Het moet tot op de centimeter juist zijn,’ stelt Pierro, als we weer buiten staan.’De boordjes, de hoogte van de heggen. Symmetrie is hier alles. Anders is het niet mooi.’ Strikte regels De afgelijnde aanpak van de tuin kan symbool staan voor de strikte regels voor wie in de tuin werkt. Op tijd komen, niet te veel kletsen, niet te lang pauzeren en zeker verwittigen als je ziek of te laat bent. Pierro heeft er geen moeite mee. Ook niet met het vroege uur – halfacht ’s ochtends – waarop de medewerkers in de tuin verwacht worden. ‘De tuin vraagt om onderhouden te worden. Er is werk genoeg. Hoe vroeger ik mag beginnen, hoe liever.’
Seminarie van Choiseul Voorlopig enkel toegankelijk op aanvraag Info: Dienst voor Toerisme . Vieux Marché aux Poteries 14 . 7500 Doornik 069 22 20 45 of 069 21 62 21 .
[email protected]
Hij begon bij het project als een zogeheten ‘artikel 60’er’: leefloners die om een of andere reden geen recht hebben op een werkloosheidsuitkering, krijgen van het OCMW een tijdelijk contract (tussen één en twee jaar). In die periode volgen ze een opleiding en nadien hebben ze recht op een uitkering. Nog beter is natuurlijk dat ze werk vinden. Pierro had geluk. Het OCMW bood hem een definitief contract aan. Hij had het uitstekend gedaan en Christian Desprets had net nog een plaats vrij in zijn team. Minder zeker van zijn toekomst is Ahmed (31). Zijn termijn als ‘artikel 60’er’ zit er bijna op. Nu heeft hij zich ingeschreven bij interim-kantoren en zal hij ook aankloppen bij privé-bedrijven als potentiële nieuwe tuinwerker. ‘Ik heb hier een fantastische tijd beleefd. In het begin had ik het moeilijk met de regels. Op tijd komen en zo. Maar na
een paar weken ging dat wel. Ik kom uit een lastige periode. Echtscheiding, werkloosheid, geen zin meer, in niets. Maar nu voel ik me een stuk beter. Ik kan het leven weer aan.’ Ahmed heeft er geen probleem mee dat er iemand anders in zijn plaats komt. Integendeel. ‘Er moeten zoveel mogelijk mensen kunnen genieten van dit project. Ervaring opdoen is belangrijk.’ Van het team van Christian Desprets maken ook een aantal personen deel uit met een lichte mentale handicap die in een naburige instelling verblijven. ‘Beter werken dan niets doen in de zetel thuis,’ zegt Michel (48), terwijl hij het onkruid rond de labyrinten wiedt. Plots wijst hij mij de weg in de doolhof. Makkelijk, zo lijkt het wel. ‘Wacht maar,’ lacht hij me toe, ‘tot het zomer is en alles in bloei staat. Dan vind je zeker je weg niet terug.’
Ook ’s winters is er werk genoeg in het project. Het team kweekt in de kelders eigen witloof – tot 1000 kilo per jaar – en heeft een aantal serres. En er staan nog projecten op stapel. De vijver verder aanleggen, een derde stuk van de tuin fatsoeneren en de openingstijden uitbreiden. Nu is de tuin enkel open op afspraak voor begeleide groepsbezoeken. Christian Desprets zal straks een nieuw fotoboek nodig hebben.
17
Over sneeuw, verzekeringsmaatschappijen en tipi’s Groen voor beton in de basisschool van Bütgenbach
Het was geweldig, knikken Morgane, Charlène, Hélène en Nathalie, meisjes van 12, overtuigd. De kinderen van de gemeentelijke basisschool in het Duitstalige Bütgenbach hebben de winter van hun leven meegemaakt. Vijfendertig dagen lang lag er een halve meter sneeuw in de Hoge Venen. De natuurlijke hellingen naast de speelplaats bleken ideaal om met (en zonder) de slee naar beneden te glijden. Ook de gewone glijbaan in inox was super in sneeuwtijden, vonden de kinderen. Een fantastisch idee om dat daar te zetten. Maar ook zonder sneeuw is het natuurlijk aangelegde terrein een heerlijke speelplek. Vlak voor en na de schoolbel wordt er geravot, gestoeid, gegleden en getetterd. Iedere groep kinderen heeft zijn favoriete plekje. Per klas lijken ze hun eigen hoekje of bankje te hebben uitgekozen. De jongens houden van de voetbal- en 20
Het klopte niet, vond lerares Martine Dewalque. De Hoge Venen staan symbool voor prachtige natuur, glooiende open landschappen en uitgestrekte bosgebieden waar wandelaars en levensgenieters graag vertoeven. En toch overheerste het beton op de school waar ze lesgaf, waardoor alles monotoon en gesloten leek. Daar is nu gelukkig verandering in gekomen. Weg beton, leve het speelterrein! Süper!
basketbalterreinen, de meisjes zijn verzot op de zandbakken. ‘Als de zon maar even schijnt, zitten ze met hun blote voeten in het zand,’ vertelt juf Martine. Charlène vindt het ook goed dat er nieuwe regels zijn ingevoerd. De verschillende terreinen om te voetballen en te basketballen worden per dag aan een andere klas toegekend. Zo’n beurtrol zorgt ervoor dat het niet altijd de grote jongens zijn die het terrein letterlijk en figuurlijk bezetten. En ja, bij het glijden en ravotten wordt er al eens gevallen en gebotst, maar ‘dat hoort erbij,’ vindt Morgane. Verzekeringsmaatschappij ‘Onze verzekeringsmaatschappij is dolgelukkig met wat hier is gebeurd,’ verrast schooldirecteur Alfons Bodarwé ons tijdens de rondleiding. ‘Sinds we het beton voor
meer groen hebben ingeruild, is het aantal ongevallen spectaculair gedaald. Twee jaar geleden hadden we er nog veertien, vorig jaar is dat gedaald tot acht en dit jaar hopen we daar zeker onder te blijven.’ Er zijn minder ongevallen, maar er is ook minder ruzie op de speelplaats, stellen de juffen en meesters vast. Meer ruimte om te spelen doet wonderen, blijkbaar. Directeur Bodarwé doet enthousiast het verhaal van het project van de school uit de doeken. Dit was vroeger een atheneum (voor jongens en meisjes tot 18 jaar) met monotone en grijze gebouwen. Door de hertekening van het regionale schoollandschap sloot de secundaire afdeling haar deuren. Hierdoor kwam een blok van het vroeger atheneum volledig vrij te staan. Bovendien fuseerden de lagere afdelingen van het atheneum met de gemeentelijke kleuter- en lagere school.
‘We stonden voor de keuze: de gebouwen moderniseren en gebruiken. Of alles platgooien en er een groene zone van maken voor de kinderen van de lagere school.’ Met de steun van het Aardgasnatuurfonds koos men voor de tweede optie en vanaf 2002 veranderde de school grondig van uitzicht. Christine Maraite, lid van het oudercomité, was een van de voortrekkers van het project. ‘We hebben een werkgroep samengesteld met mensen uit de school, het oudercomité en de gemeente. Dat was het leuke eraan: veel partners die gezamenlijk hun schouders onder het project hebben gezet.’ Het speelterrein is in totaal 12.000 vierkante meter groot. Werk was er genoeg. ‘Op een dag met slecht weer hebben we eens 300 bomen geplant,’ herinnert Christine zich. Ook het moment toen een paar vrachtwagens 250 kubieke meter grond aanbrachten, was bijzonder. 21
Dat was nodig om een ‘maanlandschap’ te creëren met veel heuvels en putten. Bij de aanleg werden zoveel mogelijk natuurlijke materialen gebruikt: hout uit de streek, planten en struiken… De vele zitbanken zijn van hout, net als de wegwijzers voor de kinderen en de bezoekers. Kinderlijk engagement Het grote speelterrein naast de speelplaats is maar één onderdeel. Daarnaast omvat het project ook tientallen natuurlijke tipi’s (indianententen) en tunnels, gemaakt uit struiken en waar de kinderen van de kleuterklas en de lagere school ‘huisje’ kunnen spelen. Veel harde, saaie betonnen tegels zijn vervangen door groene, gezellige hoekjes die de kinderlijke fantasie en speellust bevorderen. Tegen de vroegere grijze muren 22
groeien nu klimplanten en er is een vijvertje met waterplanten. Bij de projecten werden de kinderen zoveel mogelijk betrokken. Een boswachter kwam uitleggen hoe je het best een boom plant en hoe een bos groeit en onderhouden wordt, er waren educatieve sessies rond natuur en milieu, en er is een kunstenaar gekomen die sculpturen in hout maakt en de banken op die manier heeft versierd. Enthousiasme alom. Het project is lang nog niet ‘af’ – er zijn nog veel wilde plannen – maar de directeur prijst zich gelukkig. Zowel het personeel als de kinderen en de ouders vinden het een ongelofelijke verbetering voor de school. Alleen de poetsvrouwen van de school zijn niet altijd even blij met de veranderingen. Meer spelen in zand, sneeuw en modder betekent vuilere vloeren en meer
poetswerk. Daarom is nu afgesproken dat het speelterrein bij regenweer afgesloten wordt. Een rood bord op een paal – vergelijk het met een rode vlag aan zee – moet dat duidelijk maken. ‘Alleen heeft de gemeente dat bord nogal hoog geplaatst,’ lacht directeur Bodarwé. ‘Niet alle juffen kunnen er makkelijk aan. Af en toe moet ik iemand opheffen om het bord te kunnen draaien.’
Basisschool van Bütgenbach Wirtzfelderweg . 4750 Bütgenbach 080 44 65 18 of 080 44 58 37
23
Zuiver water op de kinderboerderij van het Maximiliaanpark Een groene ontmoetingsplek midden in Brussel
De boerderij van het Maximiliaanpark is een uniek stukje Brussel. Het ligt verscholen tussen de drukke kleine ring en de flat- en kantoorgebouwen van de Noordwijk. Een oase van groen en rust, midden in de stad. Een plek waar ook kinderen uit de achtergestelde buurt graag komen om er de ezels, schapen, geiten, pauwen, ganzen, poezen en honden te verzorgen en hun vrienden te ontmoeten. Zoals Milia (12 jaar) en Oualid (11 jaar), die bijna elke dag waarop het park open is even langslopen. ‘Het is een van de weinige plekjes in de buurt waar je kan spelen,’ zegt Oualid. ‘Wat verderop kan je wel wat voetballen en zo. Maar ik zit liever bij de dieren.’ Later wil hij dierenarts worden, zegt hij beslist. ‘Ik ben verzot op honden,’ legt Milia uit. Daarom komt zij zo graag naar het park. ‘Ik mag ze hier eten geven en verzorgen. En aaien! Dat vind ik fantastisch.’ 26
‘Help, een slang!’ krijst de vijfjarige Sabrina. Ze wijst verschrikt naar het krinkelende waterding dat ze net uit het water heeft gevist. ‘Het is maar een wormpje,’ sust de animator. De andere kinderen zijn al even verrast over het onbekende leven in de vijver van de kinderboerderij. Het was ooit anders. Met de steun van het Aardgasnatuurfonds wordt het afvalwater hier nu natuurlijk gezuiverd. En krioelt de bijna dode vijver van vroeger opnieuw van het leven.
Vandaag troffen Milia en Oualid bij het hek twee kuikentjes aan. Achtergelaten in een doos. ‘Paaskuikentjes,’ zucht begeleidster Geneviève. Ze kent het fenomeen. ‘Na een tijdje beseffen mensen dat die beestjes veel verzorging en aandacht nodig hebben, en dat zij dat niet kunnen geven. Zo belanden ze hier.’ Milia en Oualid ontfermen zich met liefde over de in de steek gelaten dieren. Ze geven ze wat graan en water. Gezuiverd Het water hier is niet langer duur stadswater. Sinds een aantal jaar wordt het afvalwater dat op de kinderboerderij wordt geproduceerd, natuurlijk gezuiverd en terug in de vijver geloosd. Het is geschikt als drinkwater voor de dieren. Vroeger moest de vijver regelmatig volledig ververst worden. ‘Het water stonk en er zat niet veel le-
ven in,’ zegt Johnny De Crem, schatbewaarder en vrijwilliger bij de vzw die de boerderij uitbaat. Het vuile water werd naar de rioleringen afgevoerd en het propere kwam uit de kraan van het leidingwater. De Crem: ‘Een duur en geen duurzaam systeem. Gelukkig konden we een beroep doen op het Aardgasnatuurfonds voor de installatie van een waterzuiveringssysteem.’ Die zuivering verloopt nu in drie fasen via water- en grondecosystemen en dankzij de beplanting in de bassins die het water opvangen. ‘Met dit project konden we diverse dingen realiseren,’ zegt Johnny De Crem. ‘We gebruiken veel minder stadswater en we lozen geen vuil water meer in de rioleringen. Bovendien koppelden we er een educatief project aan. We leggen kinderen het belang uit van waterzuivering en hoe die precies werkt.’ 27
Onderwaterleven Paasvakantie. Een groepje Brusselse kinderen – ze zijn tussen 4 en 6 – heeft zich ingeschreven voor een educatieve stage op de boerderij. Ze leren onder meer wat de dieren graag eten en hoe je ze verzorgt. Ook de wondere wereld van de vijver en wat er zich allemaal onder water afspeelt, trekt hen aan. Merlin (5,5 jaar) steekt een plastic buis in het water, met onderaan een schermpje. De ineengeknutselde onderwaterkijker levert onverwachte, mooie beelden op. Krioelende beestjes, grappige wormpjes die zich razendsnel voortbewegen, wortels van planten en struiken. En het is helemaal feest als iedereen visjes, wormpjes en andere wriemelende beestjes mag vangen en in een eigen potje bewaren om straks onder de microscoop te leggen. Wat verderop staat Melissa (7 jaar) met haar schepnet 28
te vissen. ‘Ik zoek forellen. Ik weet zeker dat hier van die kleine visjes zitten. Die zijn makkelijk te pakken.’ Af en toe ziet ze een kanjertje passeren. ‘Zeker zo groot.’ Vol overtuiging wijst ze met haar twee handen zowat dertig centimeter aan. ‘Maar die vang ik nooit.’ Melissa heeft al veel educatieve stages gelopen. ‘Nu ben ik er te oud voor, maar ik kom nog altijd graag met mijn papa naar de boerderij en de vijver. Zoveel als ik kan.’ Hoe het water precies wordt gezuiverd, kan ze me niet vertellen. Of toch. ‘Het komt daar vuil uit,’ – ze wijst naar de eerste opvangbak – ‘loopt dan via die bakken met planten en komt daar proper uit.’ Haar vinger wijst naar de vijver. ‘En nu ben ik weg. Daaaaag.’ Alice Pieraerts is 81 en ziet het graag gebeuren. Zoals bijna iedere dag zit ze op het bankje bij de ingang. Te genieten van de spelende kinderen en de dieren rond-
om haar. ‘Ik ben sinds een jaar weduwe,’ zegt ze. ‘Ik woon vlakbij en kom hier voor wat gezelschap. Ik kijk graag naar de kinderen en de beesten.’ Meestal ontmoet ze haar vriendin, ook pas weduwe. ‘Dan praten we wat bij,’ zegt Alice. ‘Over het leven en hoe het verder moet. ‘Een dag met een keer,’ zeggen we altijd tegen elkaar. Maar ik mag niet klagen. Ik kan nog alles zelf en met de gezondheid valt het goed mee.’ ‘Het park is meer dan een kinderboerderij,’ geeft Johnny De Crem als afscheid mee. ‘Het is een ontmoetingsplek voor kinderen én ouderen. Een sociale, groene plek midden in de stad én belangrijk voor de buurt. Die heeft zelf mee aan het project getrokken en zo de overheid gestimuleerd om erin te investeren. De buurt leeft dankzij het park, en het park dankzij de buurt.’
Boerderij van het Maximiliaanpark Schipperijkaai 21 . 1000 Brussel 02 201 56 09 .
[email protected]
Natuur en jeugd in volle bloei Domein De Groene Long in Kuurne
32
‘Fantastisch.’ Met één woord omschrijft Vera Vandenberghe haar idee van De Groene Long. Ze woont vlakbij en wandelt met haar hondje dagelijks in het natuurpark. ‘Het is geen afgelijnd, strak stadspark, maar een domein dat er iedere dag iets anders uitziet,’ vertelt ze. Een nieuwe vogel die komt broeden, een struik plots in volle bloei. Of jongeren die aan het stoeien zijn. Er valt altijd wat te beleven.
Iets meer dan zeven hectare is De Groene Long in Kuurne groot. ‘Eigenlijk is het een longblaasje,’ lacht Danny Depypere van de Kuurnse milieudienst en beheerder van het park. ‘Het is wat aan de kleine kant. Maar goed, ik ben blij dát het er is. Voor hetzelfde geld stonden hier huizen.’ In veel steden en gemeenten verloopt het omgekeerd, maar Kuurne besliste eind 1998 een woonuitbreidingsgebied om te vormen tot een recreatieve groene zone. De gewestplannen werden ervoor aangepast. Zo’n groene bufferzone kon de kleine West-Vlaamse gemeente goed gebruiken. De oprukkende verstedelijking in en rond Kortrijk treft ook Kuurne en de vraag naar nieuwe bouw- en industrieterreinen in ‘het Texas van WestVlaanderen’ is groot. Met de inplanting van een natuurdomein nam de gemeente een moedige beslissing.
Dankzij onder meer de steun van het Aardgasnatuurfonds kon De Groene Long in 1999 officieel worden geopend. Waar vroeger weilanden lagen, is nu een heel park aangelegd. Met nieuw aangeplante bomen, struiken, hooiland, een rietkraag, holle wegen, weiden, grachten, vijvers, akkers en boomgaarden. De natuur kreeg alle kansen. Seizoen na seizoen, jaar na jaar kwam er spontaan meer leven in het park. Van kleine insecten, vlinders, vleermuizen, muizen en kikkers tot zeldzame vogels. Goed zes jaar later is de ontwikkeling van het domein nog in volle gang. Wie tijd en wat geluk heeft, kan in de kijkhut helblauwe ijsvogels, blauwe reigers, meerkoeten of waterhoenen spotten. Er lopen een paar ezels en ganzen rond. Ook aan planten en struiken is er geen gebrek: sleutelbloemen, de steenanjer, wilde marjolein, wondklaver, valeriaan, meidoorn, hulst, wilde roos… Maar er
groeien ook distels en zuringplanten. Die worden secuur met de hand verwijderd door Danny en zijn medewerker Abdel, die af en toe hulp krijgen van een stagiair. Abdel komt uit Nigeria, waar hij als cartoonist werkte. De politiek vluchteling – de milieudienst geeft mensen die het op de arbeidsmarkt moeilijk hebben, een duwtje in de rug – heeft het naar zijn zin als parkmedewerker. ‘Ik werk graag buiten en met mijn handen. En België is oké. Alleen vallen het weer en de politiek wat tegen. Daar ga ik nu niet over beginnen,’ lacht hij. ‘Mijn vrouw – ze is Belgische – zegt dat ik erover moet zwijgen.’ Abdel schudt het hoofd terwijl hij in een snel tempo verder werkt. Protestactie Onkruid speelt ook een hoofdrol in het verhaal van Jozef Dheygere, wiens tuin aan het domein grenst. Ooit had 33
zijn moeder een proces-verbaal gekregen wegens distels op haar weiland. Boos omdat ook op het domein het onkruid welig tierde – en zo zijn moestuin naar de knoppen hielp – hield Jozef bij de officiële opening van het park een ludieke protestactie. Met een boeket distels in de hand verwelkomde hij de gezagsdragers. Jozef kan nu lachen om zijn rebelse daad. Hij heeft zich met het park verzoend. Meer nog: ‘Het domein wordt goed onderhouden en ik kom er vaak wandelen met mijn vrouw. Het is goed dat het er is. Het is wat klein en er had best een cafetaria mogen zijn, maar soit. Mijn doening zal ondertussen wel in waarde gestegen zijn dankzij het park.’ Het domein wordt omringd door woonwijken. Er is bewust gekozen voor veel – een zevental – toegangen, waardoor de buurt makkelijk in en uit kan lopen. Buurtbewoonster Vera Vandenberghe vindt dat uitstekend. 34
‘De buurt voelt zich hierdoor echt betrokken bij het domein. Het park is een beetje van ons allemaal.’ Coole plek Maar niet iedereen houdt zich aan de regels, zuchten enkele andere buurtbewoners. Meer groen is goed. Maar meer controle op sommige parkgangers – meer blauw in het park, zou je kunnen zeggen – mag ook wel. Honden zonder leiband, baasjes zonder plastic zakjes om het resultaat van een lekker hondenmaal op te ruimen, blikjes cola en sigarettenpeuken op de grond. Ook dat is De Groene Long. En op warme zomeravonden gaat het er al eens lawaaierig aan toe en mogen niet alle bezigheden het daglicht zien… Speciaal voor jongeren is er in het park een speelheuvel en een speelbos aangelegd. Samen met de tuintafels
vlak voor het educatief centrum van het domein vormen ze een ideale rondhangplek. Na de examentijd bijvoorbeeld komen de jongeren van de buurt er samen om een feestje te bouwen. De bakken bier en cola worden op de tafels gezet, er wordt gedanst en meegebruld met de muziek. ‘Het is een coole plek,’ zegt Tine (19) die in de buurt woont en nu even met haar vriendin rond het park fietst. ‘Als het warm weer is, is het hier vollen bak ambiance. Veel andere plaatsen om rond te hangen heb je niet in Kuurne. Dit is hier echt speciaal.’ Of er in het park gefriemeld en gestoeid wordt? Gegiechel alom, en een gouden tip: ‘Boven op de groene speelheuvel is een plateau gemaakt dat net iets lager ligt dan de rand. Als je daar gaat liggen, kan niemand je zien van beneden… Meer moet ik toch niet zeggen, hé?’
De Groene Long Oudstrijderslaan . 8520 Kuurne 056 73 71 46
[email protected]
35
Speelplaats voor de Zidane’s en Kompany’s van morgen De groene ruimte Ten Eekhovelei in Deurne
‘Alsjeblief, meneer?’ Tot vier maal toe vraagt de kleine Mohammed (7) of hij in deze reportage ‘Zidane’ genoemd mag worden. Zinedine Zidane, de Franse sterspeler van Algerijnse afkomst, is een halfgod voor de jongens uit de Ten Eekhovelei in Deurne. Voetbal is alles voor hen. En ja, fantastisch dat de groene speelruimte er is. Maar: ‘Mogen de goalen wat groter, meneer? Zo kunnen we niet veel doelpunten maken.’
Je vindt ze elke dag op het plein, zeggen ze zelf. Mohammed (7), Souleman (12), Imas (8), Benjamine (10), Aziz (10) en Gregory (14), en de twee meisjes Ikram (9) en Zineb (7). Van net na school tot etenstijd, en dan vlug terug. In de schoolvakanties blijven ze tot het donker wordt. Ouders? Die vinden het oké. Huiswerk? Op school gemaakt, meneer. Of gauw even tussendoor. De meisjes houden ervan rond te hangen, met hun springkoord te spelen en te gaan neuzen wat er zich allemaal afspeelt. Van spelende kinderen op de glijbaan tot kletsende mamma’s aan de picknicktafels. Voor de jongens is voetbal hun leven. Alle vingers gaan omhoog als je hen vraagt wie de beste voetballer is. En sterspelers genoeg naar wie de jongens uit Deurne opkijken. Zidane (Real Madrid), Ronaldinho (FC Barcelona), en ook de Anderlechtspelers Vincent Kompany en 38
Mbo Mpenza. Niet toevallig allemaal ‘allochtonen’ die het in de voetbalwereld gemaakt hebben. Van en voor de buurt Het grasveld – vlak, veel ruimte – is een ideaal voetbalterrein. Alleen vallen de goalen inderdaad wat klein uit. ‘Er stonden grotere doelkaders,’ zegt Leo Schuddinck, papa van Gregory en voorzitter van het buurtcomité. ‘Maar die waren niet zo goed in de grond vastgemaakt. Op een dag kreeg een kindje zo’n goal op zijn hoofd, met een hersenschudding als gevolg.’ Er moesten stevig verankerde doelkaders komen, en die zijn kleiner. Tot spijt van de goalgetters. Leo is de geestelijke vader van de groene speelruimte die in 1997 vorm kreeg, met uitdrukkelijke steun van het Aardgasnatuurfonds. Of beter gezegd: een van de gees-
telijke vaders, want het project berustte op een samenwerkingsakkoord tussen het buurtcomité, de Stedelijke Jeugddienst en de Groenvoorziening van de stad Antwerpen, en het opbouwwerk van Deurne. Het terrein, vlak bij de Antwerpse ring en het Sportpaleis, lag er jaren verloederd bij. De moestuintjes waren herschapen in een halve stortplaats waar autohandelaars dubieuze zaken deden en honden ongestoord hun gang gingen. De stad wou het terrein wel opkuisen, maar had er niet echt plannen mee. ‘Toen zijn we met een aantal partners gaan brainstormen over wat het moest worden,’ herinnert Rein Domus van het Opbouwwerk Deurne zich. De wijk, met veel oudere sociale woonhuizen, stond bekend als een wat achtergestelde buurt die een impuls kon gebruiken. De eigenaar, het Vlaams gewest, ging
akkoord om de grond te verkopen aan de stad én aan de buurtbewoners, die zo hun aangrenzende tuintjes groter zagen worden. Het is een uniek verhaal. ‘Het project betekent veel voor de buurt,’ zegt Leo Schuddinck. ‘Dankzij een collectieve aankoop hebben we allemaal onze tuin vergroot. Bovendien zijn we van bij het begin betrokken geweest bij het ontwerp en de planning van de speelruimte. Op die manier hebben veel buren elkaar beter leren kennen.’ Lange adem De speelruimte kreeg snel vorm: veel gras om te voetballen, een speelberg om met de fiets op en af te rijden, kruiptunnels, speeltuigen, een muur voor graffiti, overal grote stenen en wat bankjes om te zitten. Het nieuwe speelpark is ook voor scholen en jeugdverenigingen een 39
ideaal ravotterrein. De openingsbarbecue trok 470 buurtbewoners aan. Ze waren enthousiast over wat ze samen hadden gerealiseerd. De speelruimte gaf het sociale leven in de buurt een impuls. Bij mooi weer is het drummen bij de banken. Zeker ’s zomers is dit een ontmoetingsplaats voor gezinnen en families. ‘De jongeren vinden het geweldig. Als de zon schijnt, zit het hier vol spelende en joelende kinderen. Veel andere plekken om te ravotten zijn er niet in de buurt,’ zegt Schuddinck. En honden en hun baasjes hebben een speciale hondenweide. Toch is niet alles rozengeur en maneschijn in DeurneNoord. ‘Veel van de oorspronkelijke bewoners zijn uit de buurt weggetrokken. Nu leven er vooral gezinnen van Marokkaanse en Albanese afkomst. Samenleven in diversiteit is niet altijd evident.’ Positief is wel dat het 40
buurtcomité ondertussen een veelgevraagde partner is voor het beleid. Schuddinck: ‘Ons buurtcomité is blijven bestaan en wordt door het district regelmatig betrokken bij plannen en projecten.’ Nu voert het comité vooral actie tegen de overlast van het Sportpaleis. Maar ook het speelplein blijft een aandachtspunt. Aanleggen is één zaak. Onderhouden en verder uitbouwen een ander. Niet alles wat gepland was, is ondertussen uitgevoerd wegens geldgebrek. De stad Antwerpen staat, met de Groendienst en de Speelpleinwerking, in voor het beheer en onderhoud van het terrein. ‘Die mannen hebben veel werk, dat besef ik wel. Maar het onderhoud kan wat beter en er mogen zeker extra bankjes en speeltuigen komen. Het is een project van lange adem.’
De val van Tarzan In een wedstrijd mochten de kinderen uit de buurt het terrein zelf een naam geven. Het werd ’t Schijntje, naar analogie met de waterloop in de buurt. Een andere naam die de aandacht trekt, is ‘Tarzanbos’. Volgens de oorspronkelijke plannen moest dit een (bescheiden) speelbos worden met bomen die, zoals in de goede oude tijd, als klimtoestellen dienden. Maar toen er een jongen uit de boom was gevallen, gaven de beheerders opnieuw de voorkeur aan veiligheid boven risicovol speelplezier. Niemand die nog maalt dat je niet meer in de bomen kunt klimmen. Alleen Souleman is ongelukkig. Zijn bal hangt metershoog vast in de takken van een van de resterende bomen. ‘Kan u eraan, meneer?’ kijkt hij hoopvol. Nee, knikt meneer.
Speelplein ’t Schijntje Ten Eekhovelei, ter hoogte van nummer 69 . 2100 Deurne Contact via Pleinconsulent Deurne – Noord 03 326 19 41
Warmoes, brave hendrik en mystiek Ecologische tuinen in de Parkabdij in Heverlee
Davy (28) trekt nauwgezet het onkruid uit en maakt de grond losser. Straks groeien de ajuinen hier weelderig, net als de pastinaak en het warmoes. De jongeman heeft het moeilijk gehad, maar nu voelt hij zich tot rust komen. Leunend op de schoffel bekijkt hij de moestuin van de abdij. Ja, het doet hem iets. Hier werken, wetend dat eeuwenlang norbertijnen op dezelfde plek hetzelfde werk deden.
Wie in het park van de abdij in Heverlee rondwandelt, voelt het meteen: dit is een bijzondere plaats. De gebouwen zijn in harmonie met de natuur, alles ademt de juiste verhoudingen. De site straalt een merkwaardige rust uit. Zo dicht bij de altijd drukke en jonge studentenstad en toch zo ver weg in ruimte en tijd, lijkt het. De abdij is gesticht in 1129. Sindsdien woonden en werkten er altijd norbertijnen, tot op vandaag, met een korte onderbreking door de Franse Revolutie. Al die tijd is de site onderhouden, uitgebreid, aangepast en… intact gebleven. Sinds goed tweehonderd jaar is er niets fundamenteels meer veranderd. Maaiende viroloog ‘We vragen het ons ook altijd af,’ zegt Zeger Debyser van de Vrienden van de Parkabdij, terwijl we in de convents44
tuin wandelen. ‘Is deze plek uitgekozen omdat het hier in de 12de eeuw zo speciaal was? Of zorgde de abdij ervoor dat de omgeving bijzonder werd?’ Iedere eerste zaterdag van de maand komt de werkgroep Natuur van de Vrienden samen om in de boomgaarden, de verschillende tuinen en op de velden te werken. ‘Iedereen heeft een drukke baan. Telefoons, e-mails, van hier naar daar hossen… je kent dat. Maar het blijft keer op keer treffend: na een halve dag werken is de stress verdwenen. Zeker als de zon schijnt, kan deze omgeving je diep raken. Ja, soms is het pure mystiek. Moeilijk te omschrijven wat het precies is, maar het is bijzonder.’ Debyser is in het ‘gewone’ leven arts-viroloog aan de KU Leuven. ‘Alle leven fascineert mij, dus ook de natuur. Er zit een bioloog in mij,’ verklaart hij zijn interesse voor de groene werkgroep waar hij zich goed vijf jaar geleden bij
aansloot. ‘Ik had een cursus natuurgids gevolgd en zo kwam ik in contact met de Vrienden.’ De werkgroep Natuur heeft veel om handen: er zijn de boomgaarden, het kruidentuintje, de velden die moeten gemaaid en gehooid worden, er is een bijenhal en verschillende keren per jaar leiden ze bezoekers rond. Verrezen tuinen De Vrienden van de Abdij concentreerden zich eerst vooral op de cultuurschatten van de abdij: boeken, schilderijen, glasramen. Soms halen ze zelfs terug wat ooit is verkocht. Zo konden ze enkele 17de-eeuwse glasramen op de kop tikken en terugplaatsen. Later kwam er het accent ‘groen’ en ‘duurzame natuurontwikkeling’ bij. De laatste norbertijn die de velden bewerkte en vee hoedde, is er midden de jaren negentig mee ge-
stopt. Net als andere instellingen en ordes in de katholieke Kerk kampen de norbertijnen met een tekort aan roepingen. Nu verblijven in de abdij nog zes oudere paters. Omdat ze zelf niet langer alles kunnen onderhouden, beslisten de bewoners in 2003 een groot deel van de site (het neerhof, de poorten, de watermolen, de bijbehorende gronden en vier vijvers) in erfpacht te geven aan de stad Leuven. De kerk en het klooster blijven van de paters, die er blijven wonen. Op termijn krijgen belangrijke delen van het kloostergebouw een museale herbestemming. Het wagenhuis is in erfpacht bij Kerk in Nood / Oostpriesterhulp, een organisatie gelieerd aan de norbertijnen. Samen met verschillende partners – het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur vzw (CRKC), de provincie Vlaams-Brabant, de Vlaamse overheid, de norbertijnen zelf, de Vrienden van de Abdij… en het 45
Aardgasnatuurfonds, dat steun en begeleiding bood voor de moestuin en de boomgaarden – wil de stad Leuven de site herwaarderen en haar oude luister herstellen. Alle partners verbonden er zich toe te streven naar een duurzame ontwikkeling. De conventstuin herleeft. Oude fruitbomen werden vervangen door nieuwe, de kruidentuin verspreidt opnieuw straffe en milde geuren. ‘Bij de kruiden, planten- en fruitsoorten hebben we bewust gekozen voor oudere soorten, zoals de dubbele bellefleur en de winterbanaan (een appelsoort),’ zegt Zeger Debyser, die beklemtoont dat hij het werk niet alleen heeft gedaan. ‘Dat is het mooie aan dit project. Het geeft een grote voldoening om door het gezamenlijk werk van velen de site te zien opleven.’ Op oude prenttekeningen zie je goed dat binnen de abdijmuren grote nutstuinen waren aangelegd. Die moes46
tuinen zijn nu heraangelegd, op dezelfde plek. Niet toevallig op een helling en naar het zuiden gericht, ideaal om allerlei groenten te kweken. De bewerking en het onderhoud van de grote moestuin neemt een andere partner voor haar rekening, de vzw Wonen en Werken, in het kader van een sociaal project waarbij mensen worden opgeleid die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt en in de samenleving. Voor velen die ‘arbeidszorg’ nodig hebben, blijft de niet-betaalde arbeid die ze op de velden verrichten, het hoogst haalbare. Maar op dat veld vinden ze rust en regelmaat. ‘Beter werken dan thuis nietsdoen,’ zegt Davy, die een ziekte-uitkering krijgt na zijn opname in een psychiatrische instelling. Hij is een van de weinigen die wellicht kan doorstromen naar een gewone job. ‘Siersmid zou ik willen worden,’ lacht hij. ‘Ik werk graag met mijn handen.’
De oude namen van de biologisch geteelde groenten die via abonnementen verkocht worden, klinken vandaag exotisch: pastinaak, warmoes, koolrabi, kardoen en… brave hendrik (een soort spinazie). ‘Pastinaak is mijn favoriet,’ glimlacht Davy. ‘In de soep die we iedere middag met de groenten maken, smaakt het heerlijk. Het is een beetje een zoete, kruidige wortel. Eens proeven?’
Parkabdij Abdij van Park 7 . 3001 Heverlee 016 40 63 29 www.leuven.be/parkabdij www.parkabdij.be
48
De vallei van de Vogelzangbeek anderlecht
Natuur aan de (hoofd)stadsrand Op de grens van de gemeenten Anderlecht en Sint-Pieters-Leeuw ligt de beschermde en historisch waardevolle vallei van de Vogelzangbeek. Die heeft zijn bosrijke Pajottenlandschap behouden, met name dankzij de inspanningen van de Commissie voor Behoud, Beheer en Ontwikkeling van de Natuur in de Vogelzangbeekvallei vzw (CBN). Zo bleef aan de rand van de stad een fraai gebied bewaard met bosjes, weiden, hagen, knotwilgen, plassen en rietvelden. Een beek slingert er zich doorheen. Het project richtte zich op het ontwerpen en uitvoeren van een algemeen en duurzaam beheersplan en op de educatieve openstelling van het natuurgebied. Op de ‘Groene Wandeling’ en de paden door het gebied zijn infoborden aangebracht. Anderlecht – Bergense Steenweg . 02 640 19 24 CBN Vogelzang vzw 49
Basisschool Sint-Lodewijkscollege Brugge (Sint-Andries)
Groen speelplezier De basisschool van het Sint-Lodewijkscollege en het Instituut Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart in Sint-Andries hebben hun groenzone achter het schoolgebouw stevig aangepakt. Dit initiatief groeide uit tot een tuinproject waarbij leerlingen, leerkrachten, ouders, senioren en buurtbewoners werden betrokken. Tijdens het schooljaar 2003-2004 resulteerde dat in een resem nieuwe initiatieven: een didactische kruidentuin en vijver, een didactische moestuin, een natuurpad, een weerstation, een openluchtklas, een barbecue- en bloemenweide, een fruitgaard en een petanquebaan. De kleuters ‘kregen’ een verfraaide speelplaats en een heraangelegd speelplein. Brugge (Sint-Andries) – Gistelse Steenweg 440 . 050 40 68 90 50
51
52
Park Jean-Felix Hap etterbeek
Botanische blikvanger midden in de stad Het Park Jean-Felix Hap in Etterbeek is een van de laatste getuigen van de eens zo groene vallei van de Maalbeek. Toen de gemeente het aankocht, werd het kasteelpark een openbaar park. In het beschermd gebied bleef een bijzonder interessante flora bewaard, waaronder een aantal zeldzame bomen. Maar het werd decennialang onvoldoende beheerd en de vijver was dichtgeslibd. Met de steun van het Aardgasnatuurfonds werd de natuurlijke vijver heraangelegd en is het biologisch evenwicht er hersteld. Er kwam een beheersplan en de bestaande wandelpaden werden opnieuw voor het publiek ontsloten. Voor de uitvoering van het project werden langdurig werklozen ingeschakeld. Etterbeek – Waversesteenweg 508 . 02 627 27 21 Gemeentelijke Groendienst 53
binnenwateren gent
Drijvende eilanden Op de Gentse binnenwateren werden langs de oevers drijvende groene eilanden aangelegd. Dat gebeurde met veel zin voor creativiteit en in samenwerking met de buurtbewoners. Aanvankelijk waren het er twee en met de steun van het Aardgasnatuurfonds kwamen er nog vier bij. Deze vegetatie-eilanden brengen meer leven in en op het water. Ze bieden plaats aan typische oeverplanten en trekken insecten aan. Watervogels zoeken er voedsel en nestgelegenheid, en vissen vinden in het onderwatergedeelte een paarplaats en zetten er hun eieren af. De bloeiende planten geven de stenige kaden frisse kleurtjes. Dit vernieuwende, kunstzinnige project vormt een alternatief voor de vaak ‘gebetonneerde’ oevers. Gent – binnenwateren . 09 239 43 80 Dienst Leefmilieu en Natuurontwikkeling 54
55
56
Institut Sainte-Marie Fraternité schaarbeek
Samen van grijs naar groen Het Institut Sainte-Marie Fraternité is een kleuter- en basisschool in de Brabantwijk aan het Noordstation in Schaarbeek, een van de meest dichtbevolkte wijken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De wijk biedt door zijn ligging hoge potenties maar kampt met een ernstige grootstedenproblematiek. De speelplaats van de school – een beperkte ruimte ingesloten door grijze muren – had op enkele bomen na geen groen. In 2003 kwam hierin met de steun van het Aardgasnatuurfonds verandering. Kleuters en leerlingen, leerkrachten en ouders, buurtbewoners, handelaars en gemeentelijke diensten werkten samen. Ze legden een botanische minituin aan, plantten klimplanten tegen de muren, hingen nestkastjes op, maakten de hal van de school gezellig dankzij plantenbakken met geurende kruiden… Het resultaat werd ingehuldigd op het jaarlijkse feest van de wijk. Schaarbeek – Broederschapstraat 20 . 02 217 96 32 57
Het domein van de pastorie pont-à-celles
Onder de kerktoren Het domein rond de beschermde 18de-eeuwse pastorie in het hart van Pont-à-Celles lag er sterk verwaarloosd bij. Het project dat werd gesteund door het Aardgasnatuurfonds richtte zich op de herwaardering ervan. Het gemeentebestuur legde er, in samenwerking met het bisdom Doornik en de scouts en gidsen van Pont-à-Celles, een klein park met een hoge ecologische waarde aan. Er kwamen hagen en bosjes van inheemse soorten en er werden fruitbomen aangeplant. Wandelpaden zorgen voor de toegankelijkheid van het terrein, waar leraren met hun klassen ook aan natuurexploratie kunnen doen. Vlak bij de oude pastorie verschenen nieuwe bloemenperken. Tegelijk met dit project werden de daken en de klokkentoren van de aanpalende kerk gerenoveerd. Zo worden vleermuizen en kerkuilen aangemoedigd om er verblijf te houden. Pont-à-Celles – Rue de l’Église . 071 84 90 62 Gemeentebestuur 58
59
60
Tommelen Stadsnatuurpark hasselt
Levendige kraters Net buiten de Hasseltse ring ligt het gebied Tommelen, een onderdeel van de dichtbevolkte wijk Runkst. Het gebied stond in 1997 nog als KMO-zone op het gewestplan maar werd door de stad – en onder druk van enkele comités – grotendeels als groenzone ontwikkeld. Heel eigen aan dit gebied zijn de bommenkraters. Die ontstonden toen de geallieerden in 1944 bommen dropten op de spoorweginstallaties om de Duitsers tot stilstand te brengen. De kraters vulden zich met water en groeiden mettertijd uit tot een ideaal biotoop voor amfibieën, salamanders en kikkers. Het park is uniek in Vlaanderen, wordt ecologisch beheerd en er grazen galloways. Er is een hoogstamboomgaard met oude streekeigen fruitrassen en de wandelwegen brengen bezoekers langs kleine landschapselementen: poelen, hagen, weiden, ruigtes en bossen. Hasselt – tussen de Veldstraat, de Tommelenstraat en de Spoorwegstraat . 011 23 90 11 Natuurdienst 61
Recreatief natuuren parkgebied Venning Kortrijk
Van woonuitbreidingsgebied tot uniek landschap De sociale woonwijk Venning is een sterk verstedelijkt gebied. Een voormalig woonuitbreidingsgebied werd er in vier jaar tijd omgetoverd tot een uniek stukje landschap, een park- en natuurgebied voor verschillende vormen van zachte recreatie: er is een wandelpad, een ruimte met volkstuintjes, een vlindertuin en een trapveld met een ‘keet’ voor jongeren. Langdurig werklozen krijgen een opleiding tot natuur- en tuinarbeider. Van bij de start werden de wijkbewoners – verenigd in een wijkcomité – zeer actief bij het project betrokken: ze planten bomen, zorgen voor het onderhoud, leggen volkstuinen aan… Scholen komen hier voor natuureducatie, die wordt verzorgd door Natuurpunt vzw, afdeling Kortrijk. Initiatiefnemer van dit project is het OCMW en er is een engagement van het stadsbestuur. Vzw De Poort Leerwerkplaats Groenbeheer en de landschapswacht beheren het gebied op ecologische wijze. Kortrijk – Vennestraat . 056 24 41 00 OCMW, dienst Integratieprojecten 62
63
64
Van weide naar ecologisch park welkenraedt
Een groen openbaar park in het centrum Aanvankelijk was dit gemeentelijk terrein, een stukje landbouwgebied dicht bij het centrum van Welkenraedt, een weide met weinig ecologische waarde. Het gemeentebestuur besliste, in samenwerking met een lokale natuurvereniging, het om te vormen tot een openbaar park. Vandaag is de weide omgetoverd in een gebied met een natuurlijke rijkdom: in het vochtige gedeelte van het terrein werd een vijver aangelegd, een boomgaard met oude variëteiten van bomen werd aangeplant en verder zijn er bloemenweiden en enkele grasperken. De wandelpaden werden omzoomd met inheemse hagen die het natuurlijke effect versterken. De plek is nu een groene en intens gebruikte verbinding tussen verschillende wijken. Welkenraedt – achter het Cultuur- en Sportcentrum . 087 89 91 94 Gemeentebestuur 65
De terril van Martinet charleroi (Roux)
Met zicht op Charleroi De terril van Martinet in Roux is een beschermd natuurgebied van 50 hectare in een stedelijke omgeving. Vanaf de jaren 1970 streden buurtcomités voor het behoud van de terril als parkgebied. Deze semi-natuurlijke groene site telt meer dan 300 planten- en 50 vogelsoorten. In de jaren 1990 werd de site beschermd als landschap en patrimonium. Er zijn talrijke wandelwegen en op de top geniet je van een uitzonderlijk zicht op Charleroi. Met de steun van het Aardgasnatuurfonds werd een ecologische en didactische ontsluiting van de terril mogelijk. De terril van Martinet is opgenomen in een projectontwikkeling door Espace Environnement dat alle terrils van Wallonië omvat. Charleroi (Roux) – Rue de Limelette . 071 45 58 06 Wijkcomité 66
67
Geselecteerde projecten Aardgasnatuurfonds 1995-2004
Alle projectvoorstellen voor de campagnes van het Aardgasnatuurfonds werden door een onafhankelijke jury beoordeeld. Ze zijn hieronder per provincie gerangschikt voor Vlaanderen en Wallonië en apart voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Per gemeente wordt de initiatiefnemer vermeld en gaat de volgorde van de projecten van recent (2004) naar ‘oud’ (1995).
De voorzitters van de jury’s Aardgasnatuurfonds (1995–2004) Brussel Joseph De Gryse, erevoorzitter van de European Foundation for Landscape Architecture (1995–2005) Vlaanderen Herman Van den Bossche, erfgoedonderzoeker bij de cel Strategisch Onderzoek van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (2003-2005) Jan Rammeloo, directeur van de Nationale Plantentuin van België (1995–2003) Wallonië Herbert Meunier, ancien vice-président de l’Association belge des architectes de jardin et des architectes paysagistes, responsable de la section francophone (2003–2005) Bernard Dethier, secrétaire honoraire de l’Alliance agricole belge (2001–2003) Alfred Froment, professeur au Département de Botanique de l’Ulg (1995–2001) 69
70
Verwezenlijkt door middel van Brussels UrbIS®© – Distribution & Copyright C.I.B.G.
Provincie Antwerpen – 18 projecten –
Gemeentebestuur Antwerpen heraanleg bosgedeelte van het Park van Bouckenborgh in Merksem – 1995
Antwerpen Stedelijke Kleuterschool in Deurne heraanleg van de weide naast de school tot een creatieve zone waar kleuters de natuur kunnen ontdekken en beleven – 2004 Stedelijke Basisschool De Luchtballon in Merksem groendaken voor de speelplaatsen, aanleg van een moes- en kruidentuin, een pergola en een plantentuin, en planten van bomen – 2004 Stedelijk Handelsinstituut in Merksem (SHIM) aanleg van groene daken – 2004 Buso De Ark aanleg van een groentetuintje, een tuin met educatieve beplanting, een mini-kinderboerderij, een compostruimte, een amfitheater en een vijver – 2003 Hiberniaschool aanleg van een geur- en proeftuin – 2003 Siblo 2 Kiel aanleg van kweektuinen waar leerlingen gewassen verbouwen en verzorgen – 2003 Sint-Maria Instituut plaatsing van plantenbakken en een houten pergola met klimmende druivelaar en kruisbessen – 2003 Sint-Eduardusinstituut in Merksem aanleg van een kruidentuin, een moerasbiotoop met rietveld, een schaduwtuin en een composttuin – 2003 Buurtontwikkelingsmaatschappij Zuidrand vzw Silvertopcomplex: van niemandsland tot ecologisch gebruiksen belevingspark – 1998 De Schuur vzw in Berendrecht aanleg van een natuureducatief landschaps- en recreatiepark op de gronden Viswater – 1997 en 1998 Opbouwwerk Deurne vzw en gemeentebestuur Antwerpen inrichting van een avontuurlijke groene speelruimte ‘Ten Eekhovelei’ in Deurne – 1996 Buurtontwikkelingsmaatschappij Noord-Oost Antwerpen vzw aanleg van een kleine binnentuin in de wijk Stuivenberg – 1995
Herentals Boskat vzw herwaardering van landschapselementen in het gebied De Hellekens – 2000 en 2002 Lier Gemeentebestuur herwaardering van de stadsvesten – 1996 Mol Sint-Jan Berchmanscollege, Voorbereidende Afdelingen en Secundaire School educatieve zone bij het college – 1995 Provincie Henegouwen – 13 projecten – Binche Gemeentebestuur heraanleg van het Park Derbaix – 1998 Boussu Gemeentebestuur aanleg en openstelling voor het publiek van het kasteelpark van Boussu – 1999 Charleroi École Fondamentale Libre Subventionnée in Gilly aanleg van een tuin in de vorm van een ganzenspel – 2004 Institut médico-pédagogique ‘René Thone’ in Marcinelle aanleg tuintjes die door de kinderen worden onderhouden, ontwikkeling van een compostzone en een vijver, en aanplanting van enkele fruitbomen – 2004 Wijkcomité ecologisch beheer en didactische ontsluiting van de terril van Martinet in Roux – 1995
Châtelet Cv Le foyer moderne ‘De Vogeltuin’: inrichting van een oud weiland in een sociale wijk in Châtelineau – 2000 Courcelles Gemeentebestuur ecologische aanleg van een groene ruimte – 1999 Doornik OCMW aanleg van de tuinen in het voormalige seminarie van Choiseul – 1996 Leuze-en-Hainaut Educatief Centrum Saint-Pierre aanbrengen van planten- en bloembakken en een composteerzone, en aanplanten van struiken en fruitbomen – 2004 Moeskroen Gemeentebestuur renovatie van de voormalige Tuin Scheppens – 1995 Pont-à-Celles Gemeentebestuur heraanleg van het park bij de oude pastorie – 1998 Quaregnon École Sainte-Bernadette schoonmaken van de verwaarloosde tuin en aanleg van een boomgaard met oude variëteiten – 2003 Saint-Ghislain École fondamentale annexée à l’Athénée royal aanleg van een vijver met waterplanten en een aromatische plantenrotstuin – 2003
71
Provincie Limburg – 6 projecten – Hasselt De Wroeter Arbeidscentrum vzw boomgaard Siegerveld: aanleg van een evenwichtig ecosysteem met biologische laagstambomen en poel – 1997 Gemeentebestuur bommenkraters Tommelen: omvorming van een KMO-zone tot een ecologisch beheerd natuurpark – 1997 Sint-Truiden Katholieke Centrumscholen vzw indeling van de speelplaats door aanplanting met streekeigen natuurelementen: bomen, leifruitbomen, gevelbeplanting en muurvegetaties – 2003 en 2004 Katholieke Centrumscholen vzw heraanleg van twee natuurtuinen op de voormalige abdijsite – 2000 en 2002 Provincie Luik – 15 projecten – Ans Athénée Royal d’Alleur aanleg van een grote vijver – 2004 Büllingen Peter Nikolaus Schweitzer Schule in Rocherath aanplanting van fruitbomen en hagen, en aanleg van een observatieruimte met een vijver, bloemenwei, schuilplaatsen voor dieren… – 2003 Bütgenbach Basisschool natuurlijk aangelegde schoolterreinen en aankleding van enkele muren met klimplanten en aanplanting van fruitbomen, doorlevende planten en hagen van inheemse struiken – 2003 72
Eupen Gemeentebestuur aanleg van een groene publieke zone als een van de belangrijkste schakels in het ecologisch netwerk van de gemeente – 2003 Gemeentebestuur inrichting van een groene ecologische ruimte aan de rand van de stad waarbij ook een gedeelte van de Stadtbach wordt gevaloriseerd – 2000 en 2002 Flémalle Gemeentebestuur en Comité ‘Qualité village-Les Awirs’ aanleg van een ecologische groene zone en een ontmoetingsplaats in de wijk Awirs – 2002 en 2003 Gemeentebestuur ontwikkeling van stedelijke toontuinen in de wijk Chockier – 1996 Hoei Haute École Charlemagne, Institut supérieur industriel toegankelijk maken van een braakliggend terrein langs het jaagpad van de Maas, met aandacht voor de biologische diversiteit – 2000 en 2002 Luik École Fondamentale Libre de Chênée groene ingrepen op de hele schoolsite – 2004 Cultureel Centrum Les Chiroux aanleg van verticale tuinen en bloemenvelden op metalen dragers – 2002 Gemeentebestuur ecologische ontwikkeling van de site Oasis, een groene zone in de wijk Bressoux – 1996 Welkenraedt Gemeentebestuur aanleg van een groene publieke ruimte – 1998 Provincie Luxemburg – geen projecten –
Provincie Namen – 1 project – Namen École Saint-Joseph Belgrade vervanging van een deel van de gewone esdoorns op het terrein door andere inheemse heesters en bomen – 2003 Provincie Oost-Vlaanderen – 14 projecten – Aalst Sint-Jozefscollege aanleg van een vijver met pedagogische waarde – 2004 Stedelijke Basisschool groen speelplezier voor een kleuterschool in stedelijk gebied – 2004 Freinetschool De Ooievaar aanleg van een moes- en kruidentuin, een composteerruimte, een zittheater, plantenbakken en een wilgendoolhof – 2003 Gent Onze-Lieve-Vrouwcollege in Ledeberg omvorming van een braakliggende zone tot een groene, educatieve en actieve ruimte – 2004 Kleuterschool De Toverstaf inrichting van een zintuigentuintje waar de kinderen leren ruiken, proeven, voelen, kijken en luisteren – 2003 Vrije Basisschool De Mozaïek creatie van een rustige groene plek voor de leerlingen door de aanleg van een moestuin, een vlindertuin en een composthoop, en het planten van fruitbomen… – 2003 Gemeentebestuur inplanting van drijvende eilanden op de Gentse binnenwateren – 2002 Dienstencentrum Mozaïek inrichting van een poel en een weiland door de verstandelijk gehandicapte bewoners van het sociaal dienstencentrum – 1999 De Papegay vzw Papegay-plantsoen: herinrichting van
een bestaand plantsoen tot groene hoek – 1997 OCMW aanleg van een binnentuin van een nieuwbouwcomplex met serviceflats – 1995 Merelbeke KTA GITO omvorming van de grijze speelplaats tot een knussere, frisse en groene plaats met eigen accenten – 2004 Sint-Niklaas Onze-Lieve-Vrouw Presentatieschool indeling van de nieuwe speelplaats in verschillende zones met plantenbakken en groen – 2003 Temse Basisschool De Vierklaver plaatsing van plantenbakken die dienstdoen als kruidentuintje voor bol- en knolgewassen en klimplanten – 2003 Wetteren OCMW ontsluiting van ’t Hommelveld, de ecologisch verantwoorde tuin van de OCMW-campus ‘Bejaardenvoorzieningen’, tot een ontmoetingsplaats – 1998 Provincie Vlaams-Brabant – 12 projecten – Aarschot Regionaal Landschap Noord-Hageland De Laak: ontwikkeling van een groen lint door de stad – 1996 Drogenbos Regionaal Landschap Zenne, Zuun en Zoniën vzw restauratie van een cultuurhistorisch agrarisch relictenlandschap in de nabijheid van het Museum Felix De Boeck – 1996
Leuven Freinetschool Krullevaar’t in Wilsele aanleg van een ‘oerwoud’ met tunnels in natuurlijke materialen – 2003 Vrienden van de Abdij van ’t Park vzw in Heverlee restauratie van de moestuin, boomgaard en kruidentuin in de historische site van de Abdij van ’t Park – 2000 Steinerschool in Wijgmaal heraanleg van een industriële site tot een groene schoolomgeving – 1999 De Valkerij cv aanleg van een groene ruimte na aankoop en renovatie van twee leegstaande fabriekspanden – 1998 Kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw Vlierbeek en gemeentebestuur Leuven herinrichting van de tuinen van de abdij van Vlierbeek in Kessel-Lo – 1998 Linkebeek Gemeentebestuur natuurlijke erosiebestrijding in het Wijnbrondal – 2002 Vilvoorde Koninklijk Atheneum inrichting van een speelplaats met sportvelden, omringd met een groene muur en bomen en aanleg van een ‘mediteerparkje’ met zitbanken, bloemen en struiken – 2003 Natuurpunt vzw, afdeling Vilvoorde-Machelen-Steenokkerzeel en gemeentebestuur ecologisch herstel van drie holle wegen in de vallei van de Tangebeek – 2003 Natuurpunt vzw, afdeling Vilvoorde-Machelen-Steenokkerzeel en gemeentebestuur beheer van holle wegen met een grote ecologische waarde en realisatie van een wandelpad voor natuureducatie – 2002 Zoutleeuw Vrije Basisschool Zoutleeuw aanleg van twee nieuwe poelen, een gemengde haag met inheemse planten, een boomgaard met streekeigen hoogstammen en een compostplek – 2002 73
Provincie Waals-Brabant – 2 projecten – Ottignies-Louvain-la-Neuve École des Bruyères in Louvain-la-Neuve herstructurering van de ‘natuur-educatie-ruimte’ voor observatie en heraanleg van de vijver – 2004 La Fattoria asbl heraanleg van een gemeenschappelijk stuk groen met aandacht voor de biodiversiteit – 1998 Provincie West-Vlaanderen – 13 projecten – Brugge Basisschool Sint-Lodewijkscollege in Sint-Andries aanleg van een composteerruimte, een bakoven voor brood, nutstuin, natuurpad, boomgaard, weerhuisje, infiltratiebekken en zonnewijzer, en de omvorming van de voortuin tot een ‘groen paradijs’ – 2003 en 2004 Immaculata Instituut in Sint-Michiels aanleg van gevelbegroeiing en een groene luifel door het gebruik van klim- en hangplanten en een zithoek – 2003 Koninklijk Technisch Atheneum in Sint-Michiels creatie van ruimtes op de speelplaats met inheemse beplantingen – 2003 Deerlijk Gemeentebestuur park Oosthoek: aanleg van diverse biotopen en een rustgebied voor zachte recreatie – 1997 Ieper Sint-Vincentiuscollege aanleg van de oude binnentuin van het aangrenzende klooster – 2004 Gemeentebestuur het Ieperse Vestigingslandschap: natuur rondom de stad – 1997 74
Kortrijk Sint-Theresia Instituut aanleg van een vijver met waterplanten en een berm, een pad in hakselhout en een ponton voor observatie – 2003 OCMW creatie van een recreatief natuurpark in de sociale woonwijk Venning – 1999 Kuurne Gemeentebestuur ontwikkeling van een woonuitbreidingsgebied tot groene zone – 1995 Menen VTI Sint-Lucas aanleg van een groeneiland langs de Leiekant met educatieve waarde en integratie van kunstwerken – 2004 Roeselare Koninklijk Atheneum Roeselare Internaat aanleg van een kruidentuin, fruitbomen en een plek om biologisch te tuinieren en een kleuterspeelplaats met zandbak en wilgenhut – 2003 Torhout Middenscholen Sint-Rembert beplanting van de speelplaats met klimplanten, hagen en bomen – 2003
Brussels Hoofdstedelijk Gewest – 60 projecten – Anderlecht – 4 projecten Rudolf Steinerschool aanleg van twee natuurlijke vijvers omgeven met wilde planten en een omheining, een biologische moestuin, composteerruimte, bloemenweiden, inheemse bloemen… – 2003 Centre d’Éducation et de Formation en Alternance plaatsing plantenbakken op de speelplaats, klimplanten en de aanleg van een didactische groentetuin – 2002 École l’Étincelle groene gevels – 2002 CBN Vogelzang vzw (Commissie voor Behoud, Beheer en Ontwikkeling van de Natuur in de Vogelzangbeekvallei) ontwikkeling van een beheersplan en educatieve openstelling van het natuurgebied – 1998 Brussel – 19 projecten Gesubsidieerde Vrije Basisschool Ten Nude herinrichting van twee speelplaatsen en de aansluitende overdekte ruimte – 2004 Institut Bischoffsheim aanleg van een agora met hoogstammige bomen, een klein gazon met struiken en het bedekken van de achterste muur met klimplanten – 2004 Institut Saint-Louis aanleg van thematuinen, klimplanten en wandelpaden – 2004 École La Retraite du Sacré-Cœur aanleg van de speelplaats met (klim)planten, plantenbakken op wieltjes met pedagogische planten en bakken met afhangende planten op het platte dak – 2003 École maternelle Les Pagodes in Laken omvorming van de speelplaats tot ontdekkings- en observatieplaats voor natuur in de stad – 2002 en 2003 École Robert Dubois in Laken creatie van een semi-natuurlijke didactische ruimte waar zieke kinderen uit het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola de seizoenen kunnen waarnemen – 2003
Verwezenlijkt door middel van Brussels UrbIS®© – Distribution & Copyright C.I.B.G.
75
Institut De Mot-Couvreur creatie van een groene ruimte op de speelplaats met klimplanten, volle-grondplanten en ‘groene’ bakken die de vuilnisbakken van de speelplaats scheiden – 2002 en 2003 Maria Boodschaplyceum groener maken van de speelplaats door de aanleg van bodembedekkers, planten achter de tribune en een speelterras – 2003 Vrije Basisschool Sint-Joris aanbrengen van klimplanten, plantenbakken, regentonnen en een composthoop of wormenbak op een ecologische manier – 2003 Athénée royal Gatti de Gamond heraanleg van een ecologische poel en aanleg van een botanisch tuintje samen met de leerlingen – 2000 Basisschool Sint-Ursula in Laken ontwikkeling van een groene speelzone – 2000 Centre pédagogique des Pagodes in Laken aanleg van de speelplaats, inrichting van een rusthoekje, een moestuin en een plek voor dieren – 2000 École maternelle de la Buanderie aanleg van een speelplein, een biologische moestuin, een kleine boomgaard, een ecologische poel en een kippenhok – 2000 École maternelle Reine Astrid aanleg van een poel, een moestuintje en een geurige tuin op twee aparte terreinen rond de school – 2000 Brussels Instituut voor Milieubeheer uitzonderlijke toelage van 322.226 euro voor de oprichting van een ambitieus tuincentrum in de serres van Stuyvenberg in Laken – 1999 VUB-vakgroep Algemene Plantkunde en Natuurbeheer valorisatie van fauna en flora op braakliggende gronden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – 1998 Boerderij van het Maximiliaanpark vzw installatie van een waterzuiveringssysteem en de ontwikkeling van een educatief project – 1996
76
E lsene – 3 projecten École spéciale La Cime inrichting en gebruik van een serre om planten te kweken waarmee op de speelplaats een tuintje wordt aangelegd – 2000 Gemeentebestuur omvorming van een vroegere parking tot groenzone in de Kleine Malibranstraat – 1999 Gemeentebestuur en buurtcomité Leopoldswijk heraanleg ‘groene’ hoek Limaugestraat-Vandenbroeckstraat – 1996 Etterbeek – 4 projecten Koninklijk Atheneum aanleg van een terrein met educatieve planten en bloemen, kweken in bakken, aanleg van een zitgelegenheid en vlechten van wanden in wilg – 2003 Basisschool Het Regenboogje aanleg biologische moestuin, compostbak, zandbak en fietspad door leerlingen, leerkrachten en ouders – 2002 Lutgardisschool aanleg moestuintjes, een boomgaard en een tunnel op de speelplaats, aanleg van wilgentenen – 2002 Gemeentebestuur heraanleg van de natuurlijke vijver en educatieve ontsluiting van het Park Jean-Felix Hap – 1997 Jette – 2 projecten VUB-vakgroep Algemene Plantkunde en Natuurbeheer bosherstel in het Laarbeekbos – 1996 Jets Leefmilieu vzw onderhoud van een hoogstammige boomgaard – 1995 Schaarbeek – 13 projecten Institut Communal Technique Frans Fischer heraanleg van de tuin door de aanplanting van fruitbomen en klimplanten en de aanleg van twee watervlakken – 2004 BSGO Schaarbeek 3 De Buurt plaatsing van speeltuigen en aanleg van een biologische moestuin, een krui-
denspiraal, fruitbomen, een kippenren, een wormenbak en een composthoop – 2002 en 2003 Gesubsidieerde Vrije Basisschool Champagnat indeling van de speelplaats in verschillende zones met daarin een moestuin, een konijnenren, fruitbomen, een speelheuvel in gazon, een zandbak, speeltoestellen en een verhard gedeelte voor sport en spel – 2002 en 2003 Centre d'Éducation et de Formation en Alternance plaatsing rekken aan de voorkant van het sportterrein voor klimplanten, aanplanting struiken en bomen – 2002 Centre scolaire Sainte-Marie La Sagesse opknappen verwaarloosde tuinen met een kleine serre, een moestuin met aromatische kruiden en groenten, een composthoek, zonnepanelen en een waterverwarmer op zonne-energie – 2002 École communale n°2 aanleg drie hangende tuinen door ‘metalen bomen’ – 2002 École communale n°12 aanleg drie hangende tuinen rond het thema ‘ongerepte natuur’ – 2002 Institut Sainte-Marie Fraternité aanleg botanische minituin, plaatsing plantenbakken, klimplanten aan de muur, groene ontvangsthal met geurende kruiden – 2002 Lycée Émile Max aanleg hangende tuinen, installatie van houten banken en modules langs de muur voor groen – 2002 Collège Roi Baudouin heraanleg leertuin en inrichting van de oevers van de poel – 2000 École communale 17 JST aanleg van een groene buffer tussen school en woonwijk – 2000 Sint-Gillis – 1 project Centre communal d’Enseignement technique et professionnel Pierre Paulus een groenere speelplaats – 2000 Sint-Jans-Molenbeek – 5 projecten École n° 5 omvorming van de voormalige zandbakken tot kleine moestuintjes – 2004
Athénée Royal Serge Creuz aanleg van vier perken als geurentuin in de observatietuin – 2003 Gemeentelijke basisscholen Windekind, Windroos, Regenboog, Gesubsidieerde vrije basisschool Vier Winden groene en educatieve ruimte voor de binnenplaats van de vier scholen – 2002 École de la Réussite herstel van de Sippelbergtuin, een educatief natuurreservaat voor 16 scholen – 2000 Gemeentebestuur en bewoners heraanleg van een klein pleintje in de oude wijk ’t Pleintje – 1995 Sint-Joost-ten-Node – 1 project Maison de la famille renovatie van de tuinen van SaintFrançois – 1995 Sint-Lambrechts-Woluwe – 2 projecten Koninklijk Instituut Woluwe heraanleg van de speelplaats met natuureducatieve vegetatie afgestemd op visueel gehandicapte kinderen – 2003 Angelus Instituut een groenere speelplaats – 2000 Ukkel – 2 projecten École communale de Saint-Job aanleg van de schooltuin, rekening houdend met de biodiversiteit van het Avijl-plateau waar de school gelegen is – 2003 École de Messidor aanleg van een ecologische vijver in de tuinierruimte van de speelplaats – 2003 Vorst – 4 projecten École Beth-Aviv indeling van de speelplaats met behulp van plantenbakken waarin elke klas planten kan zetten en verzorgen – 2004 Institut communal professionnel Horticole aanleg van groene zones rond de speelplaats en de parking – 2002 École de la Cordée aanleg van de speelplaats met speeltuigen, een picknickplaats, groene hoekjes, fruitbomen en een drinkwaterfontein – 2000 en 2002 77
colofon
Bestuurscomité van het Aardgasnatuurfonds voorzitter Robert Urbain, député honoraire, ministre d’Etat, premier vice-président d’Intermixt
coördinatie en redactie Els Tijskens redactie dubbelinterview en verhalen Peter-Jan Bogaert eindredactie Patrick De Rynck fotografie Stefan Dewickere advies Antoinette Dewit-Timmermans, Pascal Colomb, Katia Booghs vormgeving Meer wit – www.meerwit.be druk Dv3 coördinatie Koning Boudewijnstichting Gerrit Rauws Wouter De Broeck Véronique Biunkens An Van Campenhout juli 2005 ISBN 90-5130-496-x wettelijk depot D/2005/2893/09 NUR 740
Jean-Pierre Connerotte, directeur général, net management d’Electrabel sa Joseph De Gryse, erevoorzitter van de European Foundation for Landscape Architecture, voorzitter van de Jury van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Ferdinand de Lichtervelde, secrétaire général de la Fédération de l’industrie du Gaz (Figaz) Yvan Dupon, directeur-generaal distributie van Electrabel nv Griet Heyvaert, departementshoofd Communicatie en Public Affairs van het algemeen secretariaat Fluxys Luc Hujoel, directeur général d’IBE/IBG Sibelgaz Herbert Meunier, ancien vice-président de l’Association belge des architectes de jardin et des architectes paysagistes, responsable de la section francophone Jan Rammeloo (tot 17.06.2003), directeur van de Nationale Plantentuin van België Gerrit Rauws, directeur bij de Koning Boudewijnstichting Gilbert Van Bouchaute, directeur général de l’Association liégeoise du Gaz Herman Van Den Bossche (vanaf 17.06.2003), erfgoedonderzoeker bij de cel Strategisch Onderzoek van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, gewezen ondervoorzitter van de Belgische Vereniging van Tuinarchitecten en Landschapsarchitecten, verantwoordelijk voor de Vlaamse afdeling
Koning Boudewijnstichting De levensomstandigheden van de bevolking helpen verbeteren www.kbs-frb.be De Koning Boudewijnstichting is een stichting van openbaar nut, die in 1976 – toen Koning Boudewijn 25 jaar koning was – werd opgericht. De Stichting is onafhankelijk en pluralistisch. We zetten ons in om de levensomstandigheden van de bevolking te verbeteren. De Stichting spendeert jaarlijks zo’n 39 miljoen euro. Met dat geld kunnen we heel wat realiseren in dienst van de samenleving. Maar we kunnen niet alles doen. Daarom leggen we accenten en passen we onze centrale werkthema’s aan aan de steeds veranderende noden van de samenleving. Als Europese stichting in België is de Koning Boudewijnstichting actief op lokaal, regionaal, federaal, Europees en internationaal niveau. Vanzelfsprekend benutten we het feit dat we gehuisvest zijn in Brussel, de hoofdstad van Europa, van België en van de twee grote Gemeenschappen van ons land.