GR
AT IS
m in een fo ee r in ma me M tie xe us o m eu ve pl m r L aa N ive r m at S e ur ci t a al en ll is ce e
Museum Naturalis staat aan de vooravond van een grote vernieuwing. Het wil een open museum zijn, waarbij onderzoek en collectie een grote rol voor het publiek spelen. In de nieuwe zaal LiveScience is hiervoor een baanbrekend experiment gestart. In deze bijlage alles over wat je kunt doen en meemaken in LiveScience, in en na de herfstvakantie.
Duik in de wetenschap
Ga naar theater
Kijk naar een preparatie
NATURALIA
Help de onderzoeker
Van circusdier tot wetenschappelijk object Decennia lang waren ze ’verstopt’ in de depots van het Zoölogisch Museum Amsterdam. De eerste olifant uit Artis, de leeuw van koning Lodewijk en fraaie kabinetten waarmee rijke Nederlanders vroeger hun verzameling rariteiten lieten zien. Tot nog toe waren ze alleen zichtbaar voor de ogen van wetenschappers. In Museum Naturalis zijn vanaf 14 oktober in de tentoonstelling ’Naturalia. Van circusdier
tot wetenschappelijk object’ een aantal bijzondere objecten uit deze inmiddels naar Leiden verhuisde collectie te zien. Samensteller van de expositie Marijke Besselink deed onderzoek naar de natuurhistorische objecten. Zij selecteerde, speciaal voor deze bijlage, zes bijzonderheden. ,,Als eerste is er dit cuvet, het beeldmerk van de tentoonstelling. Het is een stolpfles
met allerlei preparaten: een inktvis, een kreeftachtige, een schelp met zeepokken en zeenaald en een brokkelster. De fles is prachtig versierd met onder meer enkele stukken koraal , een hagedisje en een moerasschildpadje. Mogelijk is hij gemaakt door Frederik Ruysch (1638-1731) die bekend stond om zijn prachtige preparaten die hij afsloot met een dierlijke blaas. Zijn collectie was zo mooi dat tsaar Peter de Grote in 1717
alles opkocht en meenam naar St. Petersburg. Ruysch begon vervolgens opnieuw met het verzamelen. Het verzamelen van ’rariteiten’ begon overigens in de 16e eeuw toen de Nederlanders de zeeën bevoeren. Ze kwamen terug met bijzondere dieren en objecten die door rijke Nederlanders in fraaie kasten (kabinetten) werden tentoongesteld. Deze kabinetten waren de aanzet van het verzamelen van naturalia.’’
OP NAAR ’AAIBAAR’, OPEN EN VERNIEUWEND NATURALIS 37 Miljoen objecten heeft Naturalis in huis. Die vermaarde collectie moet worden gecombineerd met onderwijs, wetenschappelijk onderzoek én een vruchtbare relatie met publiek. Een geweldige uitdaging, menen adjunct-directeur Paul Voogt en projectleider tentoonstellingen Marianne Fokkens. Naturalis moet een ’open’ museum zijn.
LiveScience NCB Naturalis (Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis) is de samenwerking tussen het Zoölogisch Museum Amsterdam, Universiteit Leiden, Wageningen Universiteit, Nationaal Herbarium Nederland en het Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis. Dit nieuwe instituut staat op een keerpunt. De wetenschapstak, die altijd voor het publiek verborgen bleef, wordt meer voor het voetlicht gehaald. Marianne licht toe: ,,Daarvoor hebben we het project LiveScience ontwikkeld. Dat draait sinds april van dit jaar. Wetenschap komt tot leven voor de ogen van het publiek. De komende twee jaar blijven we LiveScience verder ontwikkelen. Neem het prepareren van dieren, dat je van dichtbij kunt volgen. Op een groot scherm wordt het handwerk geprojecteerd. In de toekomst moet dat ook via het web te volgen zijn. Zodat mensen die niet in staat zijn naar ons museum te komen, toch iets meekrijgen.’’ Het grote publiek mag de komende tijd nog meer betrokken raken. Bijvoorbeeld door wetenschappers daadwerkelijk te gaan helpen. Zoals als nu al op kleine schaal gebeurt met de enorme schelpencollectie. ,,Die interactie met publiek moet uiteindelijk een mooie symbiose zijn’’, vindt Marianne. ,,De mensen krijgen dan ook iets van ons terug.’’ ,,Dat proberen we bijvoorbeeld ook te doen met natuurclubs’’, geeft Paul als voorbeeld. ,,Bijna iedere dierensoort heeft wel een vereniging. Over het algemeen staan de leden van zo’n club, doorgaans echte natuurliefhebbers, natuurlijk in het weekeinde liever op het strand of in het bos. Wij bieden ze ruimte voor hun bijeenkomsten en om te werken aan onze collecties en zij voelen zich betrokken bij ons onderzoek.’’ Zo heeft Naturalis met de Nederlandse Malacologische Vereniging onlangs een officiële samenwerkingsovereenkomst ondertekend.
De vereniging herbergt professionals en amateurs met belangstelling voor mollusken (schelpen en weekdieren). Onder de vlag van LiveScience ondersteunen zij de malacologen bij het samenvoegen van de collecties van de Universiteit van Amsterdam met die van Naturalis . ,,Dankzij de speciaal ingerichte werkstraat kan het publiek weer volgen hoe 800.000 mollusken worden gesorteerd en gedigitaliseerd’’, aldus Marianne. Ook thuis achter de computer kun je de onderzoekers van Naturalis helpen door oude handschriften op etiketten te ontcijferen. ,,Een object zonder etiket heeft namelijk geen wetenschappelijke waarde. Op zo’n etiket staat waar het gevonden is, door wie en wanneer. Helaas kunnen wij die oude handschriften niet altijd even goed lezen en daarom vragen we om hulp.’’
Programma Herfstvakantie Museum Naturalis in Leiden gunt met LiveScience een kijkje achter de schermen. Daar is altijd wel iets te doen: een ScienceTalk, een ScienceLink of een preparatie. Kijk maar op www.livescience.nl of www.naturalis.nl. In de herfstvakantie is er een apart, uitgebreid programma. Een overzicht.
Zaterdag 15 oktober
11.00-15.00 uur: Preparatie
Zondag 16 oktober
11.00-11.45 uur: ScienceLink (voorstelling) 12.30-13.00 uur: ScienceTalk over vleermuizen 13.30-14.00 uur: ScienceTalk over vleermuizen 15.00 uur : Schedel lezen 15.30 uur: Skelet puzzelen
Nep of echt: edelstenenexpert Hanco Zwaan weet het.
Dinsdag 18 oktober
Ga kijken hoe Duncan Reeder dieren prepareert.
Vernieuwing Museum Naturalis is verder toe aan een herinrichting. Van boven tot beneden is sinds de opening in 1998 weinig veranderd. ,,Gelukkig zijn we een populair museum’’, begint Paul. ,,Maar willen we die status in de toekomst behouden, moet er wel wat gebeuren.’’ Paul Voogt en Marianne Fokkens willen beiden af van de ’dode opstellingen’ in het museum. Paul: ,,Daarom staan er opgezette dieren die je wél mag aaien.’’ De aaibaarheidsfactor van die kleurrijke vachten is nu eenmaal hoog, dus waarom zou je het publiek die beleving niet gunnen? ,,Onlangs kocht een vrouw een museumjaarkaart omdat haar kind minstens eens per maand onze pony wil komen aaien’’, vertelt Paul. De topstukken die Naturalis herbergt, moeten in de toekomst intenser belicht worden. Paul: ,,Neem het schedelkapje van Dubois. Dat is wereldberoemd omdat het heeft bijgedragen aan het onderzoek naar de vroege-mensachtigen. Wij hebben het origineel in huis dat min of meer ligt weggestopt op de Oerparade. Zo’n belangrijk topstuk moet veel meer aandacht krijgen. Het verhaal dat daarbij hoort, is daarbij onontbeerlijk.’’ De komende tijd kan het publiek al iets meekrijgen van de vernieuwingen. ’Kijken met je handjes op je rug’ wordt minder. Naturalis wordt een beleving.
NATURALIA
11.00-11.45 uur: ScienceLink 12.30 uur: Schedel lezen 13.00 uur: Skelet puzzelen 13.30 uur: Schedel lezen 14.00 uur: Skelet puzzelen 15.00 uur : Schedel lezen 15.30 uur: Skelet puzzelen
Woensdag 19 oktober
11.00–15.00 uur: Preparatie 15.00 uur : Schedel lezen 15.30 uur: Skelet puzzelen
Donderdag 20 oktober
11.00-11.45 uur: ScienceLink 12.00-14.00 uur: Paddenstoelencollege 15.00 uur: Schedel lezen 15.30 uur: Skelet puzzelen
Vrijdag 21 oktober
Bewonder de tekeningen van Inge van Noortwijk.
11.00-11.45 uur: ScienceLink 12.30 uur: Schedel lezen 13.00 uur: Skelet puzzelen 13.30 uur: Schedel lezen 14.00 uur: Skelet puzzelen 15.00 uur : Schedel lezen 15.30 uur: Skelet puzzelen
Zaterdag 22 oktober
11.00-11.45 uur: ScienceLink 12.30 uur: Schedel lezen 13.00 uur: Skelet puzzelen 13.30 uur: Schedel lezen 14.00 uur: Skelet puzzelen 15.00 uur: Schedel lezen 15.30 uur: Skelet puzzelen
Ga luisteren naar paddenstoelenkenner Hans Adema.
Help Jeroen Goud met de schelpencollectie.
,,Ooit was Jack een beroemde circusolifant. Hij kon onder meer aan een orgel draaien en een flesje wijn openmaken. In 1839 werd hij verkocht door menageriehouder Cornelis van Aken aan het net opgerichte Artis. Jack werd de lieveling van het Amsterdamse publiek maar het dier werd steeds onhandelbaarder. Zo erg dat het dier een gevaar werd voor het publiek. Artisdirecteur Westerman schoot het dier, geassisteerd door zes oppassers, tien jaar later eigenhandig dood. Het skelet van
Maandag 17 oktober
11.00-11.45 uur: ScienceLink 12.30 uur: Schedel lezen 13.00 uur: Skelet puzzelen 13.30 uur: Schedel lezen 14.00 uur: Skelet puzzelen 15.00 uur : Schedel lezen 15.30 uur: Skelet puzzelen
Jack werd opgezet en is nu te zien in Leiden. De menagerieën waren voorlopers van de dierentuinen. Er kwamen steeds meer bijzondere dieren, onder andere uit het toenmalige Nederlands-Indië en Afrika. Zo is Jack hier gekomen maar ook de leeuw van de Lodewijk Napoleon. In 1806 koning van Holland, wil hij naar Frans model een menagerie opzetten en kocht daar dieren voor. Het skelet van die leeuw, die ook nog is afgebeeld op een schilderij in het Rijksmuseum van Amsterdam, staat naast Jack de olifant.’’
Zondag 23 oktober
11.00-11.45 uur: ScienceLink 12.30-13.00 uur: ScienceTalk over vleermuizen 13.30-14.00 uur: ScienceTalk over vleermuizen 15.00 uur: Schedel lezen 15.30 uur: Skelet puzzelen
Zoek met Natasja den Ouden fossielen in het zand.
VRAGEN STAAT VRIJ IN LIVESCIENCE ook digitaal te ontsluiten. ,,De naamgeving van mollusken, die bestaan uit 700 families en 100.000 soorten, is in ontwikkeling. Amsterdam en Leiden verzamelen al ruim tweehonderd jaar schelpen. Door de samenvoeging van de collecties worden nu alle schelpen gelijk van de nieuwe naam voorzien. En dat is soms lastig hoor. Af en toe roepen we hulp in van experts om te kijken hoe we sommige groepen moeten indelen. Laatst hadden we dat nog met een groepje zoetwaterslakken waarvan de expert meldde dat we gerust Wikipedia konden aanhouden.’’ Bij het opnieuw nummeren van de doosjes met soms minuscule schelpjes doen de wetenschappers ook bijzondere vondsten. ,,We hadden een paar exemplaren waar we echt geen weg mee wisten. Het bleken maagstenen van stormvogels en pinguïns te zijn die een functie hebben bij de spijsvertering. Die zijn ooit in een verkeerd kastje gestopt. We hebben ze aan onze collega’s gegeven.’’ Monnikenwerk is wel, de klus die het team van Jeroen Goud in de komende maanden moet verrichten. ,,Als het klaar is, is onze hele collectie mollusken op internet te zien. Een enorme schat aan gegevens waar veel meer gebruik van gemaakt kan worden dan nu het geval is. Door de digitalisering verwacht ik dat het onderzoek aan
MEEST GEVRAAGD
Vragen mag in LiveScience. De meest gestelde vragen op een rij. Wat is een schelp? Schelpen zijn huisjes van dieren: de weekdieren. Deze dieren heten zo, omdat ze een heel zacht en week lijf hebben. De twee grootste groepen van weekdieren met een schelp zijn de huisjesslakken en de tweekleppigen. In de schelp van tweekleppigen wonen weekdieren zoals mosselen, oesters etcetera. De kleppen worden door het weekdier met stevige spieren tegen elkaar aan getrokken. Meestal vind je op het strand maar één klep. Welke schelp heeft het giftigste beestje? Een zeeslak met de naam ‘Conus geographus’ is zo giftig dat hij genoeg gif heeft om wel 15 mensen te doden. Hij jaagt met een harpoen over de bodem van ondiep water. Deze soort komt voor van de oostkust van Afrika tot in Oceanië. Wat is de grootste schelp? Dat is de doopvontschelp. Hij kan rond de 250 kilo zwaar worden en meer dan anderhalve meter groot. Hij leeft in de Zuidelijke Grote Oceaan en de Indische Oceaan. Wat is de oudste schelp? De Noordkromp. Hij heeft net als sommige bomen een soort ringenpatroon, waardoor je kunt zien hoe oud hij is. Daarom wordt hij in Engeland ook wel de boom van de zee genoemd. In IJsland werd er in 2007 één opgevist van zo’n 410 jaar oud. Hoe worden slakken geboren? Ze komen uit een ei en hebben dan al een klein schelpje. Als ze ouder worden, groeit de schelp uit tot een grote schelp. Hoe kun je zien of het een jongetje of een meisje is? Aan de schelp kun je dat niet zien. Wel aan de slak. Als hij een penis heeft, is het een mannetje. Meestal zijn slakken hermafrodiet: mannetje en vrouwtje tegelijk. Enkele soorten kunnen zichzelf bevruchten, maar de meeste soorten paren. Dat kan bij slakken enkele uren duren. Bij tweekleppigen spuit het mannetje een wolk van zaadcellen in het water, het vrouwtje de eitjes. In het water worden de eitjes bevrucht.
onze collectie toeneemt omdat wetenschappers ook op afstand onderzoek kunnen doen’’, aldus Goud. Hij wijst erop dat je straks via internet informatie kunt vinden over alle schelpen die op een bepaalde plek zijn gevonden, de verandering van schelpen in de tijd op een bepaalde vindplek maar ook informatie over een verzamelaar en zijn reizen in de vorige eeuw. ,,We hebben hier schelpen uit de hele periode dat Nederland de zeeën bevoer. Dus er is veel materiaal uit de Oost en de West. Je kunt aan mollusken zien wat het gevolg is van menselijk handelen, van reizen en van klimaatsveranderingen. Vragen die allemaal steeds vaker worden gesteld.’’ Na de schelpen is een andere collectie aan de beurt. Achter de schermen wordt hard gewerkt aan de digitalisering van herbariumbladen, insectengroepen, zoogdieren en vogels, archieven, en alcoholcollecties. Goud: ,,We hebben 37 miljoen voorwerpen in de toren. We moeten eerst nog ruim 600.000 monsters met mollusken verwerken. En dan zijn we nog niet klaar want er komen nog steeds nieuwe monsters bij. We worden daar wel kritischer mee, ook omdat de natuurbeschermingsregels veel strenger zijn geworden. Maar als iemand, die jarenlang strandwacht is geweest zich bij ons meldt met iets bijzonders, dan zijn we nog steeds heel blij.’’
’Schelpen zijn mooi, schelpdieren bijzonder’ Amateurs worden ze genoemd. Superexperts noemen anderen ze. De kennis van de leden van de Nederlandse Malacologische Vereniging (NMV) is groot. Jan Jaap Vermeulen over ’zijn’ vereniging. Wat zijn malacologen? ,,Malacologen zijn mensen die op een of andere manier in weekdieren (Mollusca) geïnteresseerd zijn. Mollusca omvatten de schelpdieren (kokkels, mossels, wulken, tuinslakken enzovoort) maar ook de inktvissen. De leden van de NMV zijn dus malacologen.’’ Bestaat de vereniging uit amateurs of superexperts? ,,De vereniging heeft zowel amateurs als wetenschappelijk onderzoekers onder haar leden. Ook onder de amateurs zijn leden die expert op wereldniveau zijn voor een bepaalde groep mollusken. Maar we hebben ook leden die
NATURALIA
Studeren in alle rust, in je eentje op een kamertje. Voor sommige wetenschappers is dat niet aan de orde. Zij ‘werken’ met grote regelmaat in de speciaal ingerichte ’werkstraat’ in LiveScience, een bijzondere expositie in NCB Naturalis. Bezoekers van LiveScience kunnen nog net niet over de schouders van de wetenschappers meekijken terwijl er ongeveer 800.000 doosjes met schelpen worden gefotografeerd én voorzien van een nieuwe barcode. Vragen stellen kan wel. Graag zelfs. Jeroen Goud, wetenschappelijke collectiebeheerder en molluskenexpert (kenner van schelpen) en zijn team worden echt niet gek van de vragen die in LiveScience worden gesteld. Ook al is het vooral tijdens het weekeinde soms best druk. ,,Natuurlijk gaat het werken bij het publiek ten koste van de concentratie en wellicht worden er iets meer fouten gemaakt dan normaal. Daar hebben we wel rekening mee gehouden. Zo is de werkstraat dusdanig opgesteld dat er altijd nog meerdere controles zijn op het verrichte werk.’’ Concentratie is wel nodig om de 800.000 monsters met gemiddeld vijf schelpen allemaal te voorzien van een nieuwe identificatie. Dat is nodig om de schelpencollecties van Leiden en Amsterdam te integreren maar vooral
gewoon mooie schelpen verzamelen. Of zijn geïnteresseerd, bijvoorbeeld, in afbeeldingen van schelpen, of in postzegels met schelpen erop.’’ Wat doen jullie eigenlijk tijdens LiveScience? ,,We hebben eens per maand een informele bijeenkomst waar leden met elkaar kunnen praten over hun hobby. Leden kunnen elkaar bijvoorbeeld helpen met het determineren van schelpen (ze de juiste naam geven). Vaak zijn ook specialisten aanwezig om te helpen. Verder
,,De poolexpedities van Willem Barentz die, op zoek naar een noordelijke weg naar Azië, overwinterden op Nova Zembla in het van sprokkelhout gemaakte Behouden Huys, kent iedereen nog van de basisschool. Maar dat er ook in de 19e eeuw nog expedities zijn geweest naar hetzelfde gebied, is veel minder bekend. Toch zijn er tussen 1878 en 1884 zeven poolreizen geweest met
assisteren specialisten en andere leden uit onze vereniging bij de werkzaamheden in LiveScience.’’ Hoe spannend is het onderzoek aan weekdieren? ,,Schelpen zijn bijzonder mooie objecten, en de dieren die in de schelpen leven hebben allerlei bijzondere eigenschappen en leefstijlen. Sommige zijn planteneters, andere zijn jagers, sommige vermommen zichzelf als een stuk van het koraal waarop zij leven, ga zo maar door. Er is, ook voor amateurs, nog zeer veel nieuws te ontdekken.’’
de poolschoener Barents. Tijdens één van de laatste (wetenschappelijke) expedities in 1884 werd een flinke ijsbeer geschoten die in de zee zwom. Het ruim twee meter lange mannetje werd aan boord getakeld, de huid werd gestroopt en geconserveerd. Het vlees verdween in de magen van de bemanning. Terug in Nederland werd de ijsbeer opgezet en kreeg een plekje in het Amsterdamse Zoölogisch Museum. Nu in Leiden te zien.’’
Opa’s schelpenkist De grootvader van Karin Lammers had een uitgebreide schelpenverzameling. En nu mag zij die hebben. Zo neemt de enthousiaste educatief medewerkster (of ScienceLink) de toeschouwers mee op een vertelreis, om te ontdekken wat wetenschappers zoal doen. Met een koffer vol verrassingen gaat Karin samen met haar publiek op pad. Ze doen vanzelf mee; ze worden uitgedaagd vragen te stellen en na te denken. ,,Ik wil even weten: wie heeft er thuis een verzameling?’’ Als snel bieden vooral de jonge toeschouwers tegen elkaar op. ’Barbiepoppen’, ’kastanjes’ en ’munten’. Dit is voor Karin een opstapje naar een paar korte spannende verhalen met grappige weetjes. ,,De eerste natuurverzamelingen heetten rariteitenkabinetten. Een paar honderd jaar geleden was het populair onder de rijke families mooie dingen uit verre landen in een kast uit te stallen.’’ De spullen die uit opa’s schelpenkist te voorschijn komen, wijzen de weg naar de omvangrijke verzameling schelpen van Naturalis. De kleine theatervoorstelling wordt afgesloten met een bezoek aan de ’werkstraat’ waar de collectiemedewerkers over de schelpen gebogen zitten. Niet voor de show, er wordt daar serieuze arbeid verricht. Al snel barst het vragenvuur los. ’Waarom worden er zoveel schelpen bij jullie bewaard?’’ ’Hoe kun je zien of een schelp een jongen of een meisje is?’ ’Hoeveel verschillende soorten zijn er’ en zo gaat het door. Uiteindelijk heeft iedereen zoveel geleerd dat ze zelf een schelpenverzameling mogen indelen.
NATURAL HEEFT HE WAT IN H
ScienceLink, de interactieve theatervoorstelling. Elke zondag 11.00 en 15.00 uur, in de herfstvakantie dagelijks om 11.00 uur. Voor actueel programma: www.livescience.nl.
Inge van Noortwijk tekent details In atlassen, tijdschriften en promotieonderzoeken prijkt haar werk. Minuscule vliegjes, sluipwespen en slakken worden onder de twee-ogige microscoop gelegd om met potlood te worden nagetekend. Waarom nog tekenen als je ook een foto kunt maken? Inge van Noortwijk heeft die vraag vaker gehoord. ,,Met een tekening kun je alle kenmerken heel goed laten zien. We krijgen op de tekentafel heel vaak beschadigde exemplaren. Er mist een vleugeltje of een pootje en dus moeten we soms uren puzzelen om een compleet diertje te krijgen. Maak je een foto dan zie je een dood, beschadigd beestje. Wij maken een tekening van een compleet exemplaar. Het gaat erom dat wetenschappers aan de hand van onze tekeningen een soort kunnen herkennen.’’ Foto’s maken is ook lastig omdat Van Noortwijk tekeningen maakt van heel kleine beestjes die bijna niet te fotograferen zijn. De wetenschappelijke illustratrice werkt met een bijzondere microscoop waarbij ze met één oog naar haar tekening kijkt en met het andere oog naar het diertje. ,,Je raakt gewend aan dat dubbele beeld maar je moet echt pauzes nemen.’’ Van Noortwijk maakt na het ’puzzelwerk’ eerst een potloodschets. Die wordt vervolgens ingekleurd met aquarelverf of kleurpotloden. ,,We ontdekken door heel goed te kijken vaak dingen die de wetenschappers zelf nog niet hadden gezien. Vorig jaar had ik een sluipwesp met een uitklapbaar zaagje op de kop om in een vijg te komen. Als een tekening iets oplost, dan ben ik heel trots.’’
37 Miljoen objecten heeft NCB Naturalis in huis. Het merendeel moet nog digitaal geregistreerd worden. Dat gebeurt niet altijd achter gesloten deuren. Sterker nog, bezoekers mogen helpen. Dat kan door oude handschriften op vergeelde etiketten te ontcijferen, zand uit de Maasvlakte uit te pluizen of schelpencollecties te sorteren. In het speciaal ingerichte StudioLab op de vierde verdieping worden tal van uitdagingen en demonstraties voor jong en oud aangeboden. Zo kun je er getuige van zijn hoe dieren worden ontleed en ondertussen vragen stellen aan de preparateur. Je kunt ook genieten van een speciale theatervoorstelling of luisteren en vragen stellen bij een ScienceTalk. Kortom: Naturalis heeft en haalt heel wat in huis. Ga en doe mee.
ScienceTalk: Elke zondag om 12.30 en 13.30 uur een bijzondere spreker. Voor actueel programma: www.livescience.nl.
Hanco Zwaan herkent échte steen ,,We krijgen hier bezoek van veilinghuizen, juweliers en particulieren. Ze hebben dan maar een vraag: is deze edelsteen echt? Wij kunnen het antwoord geven.’’ Aan het woord is Hanco Zwaan, wetenschappelijke onderzoeker, gespecialiseerd in edelstenen. ,,Het vaststellen van de echtheid van een edelsteen of een parel is beslist niet eenvoudig. Je kan tegenwoordig immers bijna alles nagenoeg namaken. Je ontdekt verschil soms alleen aan de kleinste details. In ons Nederlands Edelsteen Laboratorium hebben we de kennis én apparatuur om vast te stellen wat op een natuurlijke wijze tot stand is gekomen en wat niet. Wij herkennen de natuurlijke stenen, die alleen zijn gepolijst, maar verder niet behandeld, en ook natuurlijke parels. Die kunnen een vermogen waard zijn, de imitaties en gekweekte producten zijn dat niet.’’ Tijdens LiveScience laat Hanco zien hoe edelstenen op hun echtheid worden onderzocht. Hoe je verschil kan ontdekken in een fabrieksmatig gemaakte parel, een gekweekt exemplaar die Chinezen in enorme aantallen op de markt brengen en de zeldzame exemplaren die op een natuurlijke wijze groeien in oesters en mosselen. Ook vraagt hij aandacht voor het ongelooflijke belang van mineralen, want zonder natuurlijke grondstoffen is geen leven mogelijk. En staat hij stil bij het simpele feit, dat er een eind komt aan onze natuurlijke voorraden. Van de zeldzame mineralen als coltan voor mobiele telefoons tot aardolie- en gas, koper en goud. Zonder mineralen is er geen leven mogelijk, dus we moeten er verstandig mee om gaan.
NATURALIA
ScienceTalk: Elke zondag om 12.30 en 13.30 uur een bijzondere spreker. Voor actueel programma: www.livescience.nl.
,,Artis was de eerste dierentuin van Nederland. Aanvankelijk waren er vooral papegaaien te zien maar al snel kwamen er steeds grotere dieren in het park. Beesten werden uit de particuliere menagerieën opgekocht zoals olifant Jack, leeuw Nero en tijger Atir uit de menagerie van Cornelis van Aken. In 1865 komen er vijf giraffes naar Amsterdam. In Parijs en Londen waren enkele decennia eerder al giraffen te zien, een cadeautje van de Pasha van Egypte. Een lootje bepaalde welke koning het beste exemplaar kreeg. Frankrijk won en de giraf werd ingescheept naar Marseille. Het dier
moest vervolgens 800 kilometer naar Parijs lopen. Het was een triomftocht waarvoor duizenden mensen uitliepen. De giraf beïnvloedde vervolgens de Parijse mode. Dames gingen bijvoorbeeld hun haar heel hoog opsteken en er verschenen afbeeldingen op onder meer een tasje dat nu nog in het Amsterdamse Tassenmuseum Hendrikje is te zien. De eerste ’Amsterdamse’ giraf, uit de stallen van de Egyptische grootvizier, is opgezet en te zien in Naturalia. Het dier verkeert in vrij slechte staat, je ziet het hout onder de huid. Vroeger werden skelet en huid apart opgezet.’’
LIS EL UIS
Hans Adema kent elke paddenstoel Nederland heeft wel 4500 soorten paddenstoelen. Bioloog Hans Adema weet hoe je die soorten herkent. Hij weet alles van paddenstoelen maar als je met hem door de Leidse Hortus loopt, weet hij over alles wat je ziet groeien, kruipen, vliegen en fladderen wel iets boeiends te vertellen. Tijdens LiveScience staat bij hem het herkennen van de paddenstoel centraal. ,,We hebben alle zintuigen nodig. Het gaat om geur, smaak en vorm. Soms gaat het om het geluid dat je hoort als je erin knijpt. Je kan een microscoop nodig hebben en chemicaliën.’’ ,,Slechts vijf soorten paddenstoelen die in ons land voorkomen zijn dodelijk als je ze eet. Honderd soorten zijn goed eetbaar waarvan er 20 lekker smaken. Eet alleen nooit paddenstoelen die je langs autowegen plukt, want die zijn vol giftige afvalstoffen. Vaak te vinden en prima eetbaar is de champignon. Er bestaat maar één giftige champignon en die herken je direct aan z’n vieze ziekenhuislucht. Het is de karbol champignon”, aldus Adema. ,,Nederlanders plukken geen wilde paddenstoelen; we zijn zelfs bang om ze aan te raken. Die fobie eindigt bij de landsgrenzen. Wij halen onze paddenstoelen liever op de Leidse markt.’’ ScienceTalk: Elke zondag om 12.30 en 13.30 uur een bijzondere spreker. Voor actueel programma: www.livescience.nl. Hans Adema is 20 oktober tussen 12 en 14 uur doorlopend aanwezig.
Elk snippertje vet moet weg… Geen grammetje vet of vlees mag achterblijven. Prepareren is een kwestie van engelengeduld en absolute toewijding. Dat laten de preparateurs van Naturalis zien als zij voor het oog van het (meestal griezelende) publiek hun werk doen. Millimeter voor millimeter wordt het verenkleed van zijn onderlaag losgesneden. Dit monnikenwerk wordt geprojecteerd op een groot scherm, zodat je er niets van hoeft te missen. Tijdens de live prepareersessies kun je onder anderen Duncan Reeder aan het werk zien. Onlangs ontleedde hij nog een zeldzame mierenegel. ,,We zetten niet elk dier op. Als ze voor de tentoonstelling zijn, stoppen we natuurlijk wel een kunstlichaam in het jasje van het dier. Dan kies je hoe je het dier wilt exposeren. Liggend, staand, springend of zelfs zittend. Voor de wetenschappers die onderzoek doen naar bepaalde diersoorten, maken we studielichamen. Als je een paar van dezelfde platte pakketjes, balgen, naast elkaar legt, kun je ze goed bestuderen. Dan zie je de kleur en lengte beter.’’ Af en toe wordt een uniek exemplaar ontleed. Zo ging een paar jaar geleden een vale gier onder het mes die een paar dagen eerder dood was gevonden in de Wieringermeer. (Zelden dat in ons land het lichaam van zo’n grote aaseter wordt gevonden…) ,,We krijgen vaker dode vogels aangeleverd’’, vertelt preparateur Bas Perdijk. ,,Voor het merendeel zijn dat de veelvoorkomende soorten. Dikwijls zijn het verkeersslachtoffers. Met dikke stadseenden ben ik zelf nooit zo blij. Je moet namelijk elk snippertje vet wegsnijden, anders blijft de preparatie niet goed.’’ Elke woensdag en (bijna elke) zaterdag zijn er preparaties bij te wonen vanaf 11.00 uur.
,,’Iets zeldzaams, de rhinoceros’. Een reclamepamflet geeft al aan hoe bijzonder een neushoorn in de 19e eeuw was. Voor een nijlpaard gold hetzelfde. Het allereerste nijlpaard van Nederland was Herman die in 1860, samen met het vrouwtje Marguette, werd gekocht van Madame Casanova. Zij trok met de nijlpaarden, die aan de oevers van de Nijl waren gevangen, door Europa. Het nijlpaard, waarvan het skelet te zien is, had geen tragisch leven. Het ging het dier en zijn vrouwtje zo goed in Artis dat ze meerdere kleintjes kregen. Herman junior werd door Artisdirecteur Westerman met de hand bijgevoerd. Het jonge nijlpaardje werd later doorverkocht aan een Amerikaan die het dier tijdens een tussenstop in Londen tentoonstelde in het Crystal Palace. Daar brak brand uit waarbij de jonge Herman het leven liet.’’
Nicole de Voogd duikt onder ,,Op een diepte van vijftien meter kunnen we elkaar nog nauwelijks zien, je weet alleen dat je bij elkaar in de buurt bent door het geluid van het ademen onder water. Te dicht bij de bodem komen is ook gevaarlijk, want het ligt er bezaaid met zee-egels. De één nog pijnlijker dan de ander. Turend in het groen zoeken we de zandbodem af. We raken elkaar toch al snel kwijt en moeten omhoog.’’ Een blog van marien bioloog Nicole de Voogd leest als een avonturenroman. Die fascinerende kant van haar werk, wil de enthousiaste wetenschapper in haar ScienceTalk benadrukken. Zeesponzen, met name in Zuidoost Azië, hebben gewoonlijk haar aandacht. Ze is een absolute expert op haar gebied. Toch gaat ze het niet uitgebreid over sponzen hebben. ,,Onlangs deden we onderzoek bij de Duizend Eilanden en de Baai van Jakarta. De gezondheid van de riffen is drastisch verslechterd. Er zijn initiatieven om dit tegen te gaan, maar we zijn er nog lang niet. Één koraalrifje beschermen, is niet genoeg.’’ ScienceTalk: Elke zondag om 12.30 en 13.30 uur een bijzondere spreker. Voor actueel programma: www.livescience.nl.
’BUKKIENUM, IS DAT DE SOORTNAAM?’
Win een parel Wie meehelpt met het overtikken van de etiketten, kan net als bij Sjakie en de Chocoladefabriek geluk hebben. Alleen krijg je als helper van NCB Naturalis geen gouden wikkel maar een parel cadeau. Dagelijks worden er ongeveer twee (volstrekt willekeurig) weggegeven want ’voor wat hoort wat’ vinden ze bij Naturalis.
,,Bukkienum. Is dat de soortnaam?’’ Vragend kijkt Jip van den Berg zijn vader aan. ,,Ik denk het wel’’, zegt die. ,,Vul dat dus maar in.’’ De tienjarige Jip doet overduidelijk zijn best. ,,Het is net spionnetje spelen. Je moet iets ontcijferen. Sommige etiketten zijn heel moeilijk. Die sla ik over. Ik vind dit wel heel leuk om te doen. Want later word ik onderzoeker.’’ ,,Dat ben je nu al een beetje’’, vindt pa. En zo is het maar net. Jip helpt de wetenschappers van Naturalis een handje bij het digitaliseren van soms eeuwenoude etiketten die in en onder doosjes met mollusken (schelpen, red.) zijn geplakt. Jip doet dat vandaag op een van de iPads in het museum, maar ook thuis achter de computer kan hij de wetenschap op weg helpen. Er staan al 25.000 foto’s van schelpen met bijbehorende etiketten (kijk op www.naturalis.nl of www.livescience.nl) klaar om ’verwerkt’ te worden. Het is allemaal materiaal dat in de ’werkstraat’ in LiveScience wordt klaargezet. In die werkstraat is het team van collectiebeheerder Jeroen Goud bezig met het integreren en digitaliseren van de complete Amsterdamse en Leidse schelpencollectie van 800.000 monsters. Een deel van die collecties was al digitaal maar heel veel monsters waren dat nog niet. Wetenschappers moesten dus altijd naar Leiden komen om een kijkje in het materiaal te nemen. ,,Jongere onderzoekers werken
vooral met internet. Wat daar niet opstaat, bestaat niet. Straks is onze hele collectie digitaal en bestaat zij dus’’, zegt Jeroen grappend. Dat betekent dat ook alle opnieuw
,,Hoogleraar in de zoölogie, en eerste directeur van het Zoölogisch Museum, Max Weber maakte de poolexpeditie van 1881 mee. Uit het logboek van de kapitein blijkt dat de bemanning regelmatig dregde in de diepzee en op jacht ging. Er werden insecten verzameld en zes zadelrobben, een sneeuwuil, een vos en enkele lemmingen geschoten. Weber
ingetikte etiketten straks via internet zijn te lezen. Ook de sierlijke krabbels die soms op de achterkanten van talloze doosjes schelpen staan waarmee wordt aangegeven wie wat waar heeft gevon-
verzamelde ook kleding van Samojeden en Lappen voor het huidige Museum Volkenkunde. Extra aandacht besteedde Weber aan wieren en algen, het specialisme van zijn vrouw Anna Weber-van Bosse. Ook bestudeerde hij waar mogelijk de landfauna. In Noorwegen verzamelde hij vogels, eieren en zoogdieren. Hij noteerde nauwkeurig de waargenomen vogels en zoogdieren op Nova Zembla en vindt daar
den. ,,Een c betekent de naam van de verzamelaar, een d de naam van de gever’’, ontdekt Jip. Maar er zijn ook doosjes waarbij een vorige onderzoeker een extra briefje heeft gestopt met de mededeling dat de verzamelaar een fout heeft gemaakt. Jeroen: ,,Locality wrong, staat er regelmatig. Negen van de tien keer klopt het maar een keer blijkt het toch anders te liggen. Daarom worden álle etiketten overgetikt en digitaal gemaakt. Een fout is dan altijd herstelbaar. We gooien nooit een etiket weg, dat is echt uit den boze.’’ Met 800.000 monsters en dus heel veel etiketten om in de computer te stoppen, kunnen de wetenschappers wel een beetje hulp gebruiken. Dat kan, net als Jip, op de iPad in het museum. Wie een uurtje over heeft ’s avonds thuis achter de computer moet het ook maar eens proberen. Jip heeft ondertussen zijn vader enthousiast gemaakt. ,,Hier is ’braintraining’ op de Nintendo niks bij.’’ ,,En als ik nou per ongeluk een fout maak’’, wil Jip weten. Geen probleem! Elk etiket wordt minstens door vijf verschillende mensen ingetikt en vervolgens ook nog eens gecontroleerd door het team van Jeroen Goud. Wat hij tot nog toe heeft gezien, lijkt allemaal goed werk. ,,We komen geen soortnamen als ’roze olifanten’ tegen. Bovendien komen de ingetikte etiketten niet direct in onze database terecht. We kijken er eerst nog even heel goed naar.’’
deze set van in elkaar verstrengeld geraakte geweien van twee rendieren.’’ Voor de wetenschap werd niet alleen in de koude poolstreken verzameld. In Naturalia zijn ook bijzondere vlinders te zien. Het Zoölogisch Museum Amsterdam nam in de jaren ’80 en ’90 deel aan vele expedities naar het Turkije om de 380 soorten vlinders in kaart te brengen. Deze vlinders zijn nu te bewonderen in Naturalia in Leiden’’, aldus Marijke Besselink.
Zoek naar wolharige neushoorn Natasja den Ouden is als onderzoeker actief binnen Naturalis en voorzitter van de Werkgroep Pleistocene Zoogdieren (WPZ)). Ook is ze projectleider Maasvlakte waarbij het nodige onderzoek is gedaan door medewerkers van Naturalis. Hiervoor wordt in de decembermaand hulp gevraagd aan het publiek. In plaats van etiketten overtypen, gaat het hier om het grabbelen in het zand (er ligt een grote zak klaar met een kubieke meter zand van de Maasvlakte) en kijken wat je vindt. ,,Je vindt stukjes van de mammoet, bizon en de wolharige neushoorn. Botjes, hout, schelpen en andere resten van 50.000 jaar geleden.’’ Eigenlijk een soort schatgraven dus maar dan naar fossielen. Voor jong en oud een spannend avontuur. Wie mee wil doen, kan zich het beste aanmelden via www.livescience.nl.
Colofon De bijlage over LiveScience is gemaakt door de redactie Speciale Producties van het Leidsch Dagblad voor en in samenwerking met NCB Naturalis. Teksten: Willem Buijteweg, Nancy Ubert en Roza van der Veer Eindredactie en coördinatie: Astrid Kromhout (NCB Naturalis) en Roza van der Veer Vormgeving: Marco Kroes Foto’s: Dick Hogewoning, Hielco Kuipers, Nancy Ubert en NCB Naturalis (Joris van Alphen, Esther Herberts, Astrid Kromhout, Eelco Kruidenier en Mylène Siegers)