1
NATIONAAL UITHOUDINGSKAMPIOENSCHAP MEDIAGROUP VAN DYCK BELCAR 2005 SPORTREGLEMENT 1.
2. 3. 4.
VZW Terlamen, hierna ook de promotor genoemd, gevestigd in Terlaemen 30, 3550 Heusden-Zolder organiseert Mediagroup Van Dyck Belcar 2005, hierna ook het kampioenschap genoemd - deze naam wordt erkend en beheerd door de NSC van de RACB Sport en is eigendom van de promotor -, in overeenstemming met de bepalingen van de internationale sportcode 2005 en zijn bijlagen van de FIA, het geldende jaarboek en zijn bijlagen van de NSC van de RACB Sport, het Algemeen Reglement Organisaties 2005 van de VZW Terlamen, onderhavig reglement en gebeurlijk het bijzonder reglement, waaraan alle deelnemers, teamchefs, piloten, hun aangestelde en afgevaardigden zich onderwerpen door hun deelname. Alle betrokken partijen (FIA, NSC, organisator, promotor, circuituitbater, officiëlen en deelnemers, teamchefs, piloten en hun aangestelde) verbinden er zich toe deze regels steeds toe te passen en er over te waken. Dit Sportreglement werd op 24 januari 2005 gepubliceerd en treedt met onmiddellijke ingang in werking. Het vervangt vanaf de datum van publicatie alle voorgaande Sportreglementen van Mediagroup Van Dyck Belcar. De promotor behoudt zich het recht voor om, in samenspraak met de Sportcommissie één of meerdere wijzigingen aan dit reglement aan te brengen. De deelnemers worden hiervan op de hoogte gebracht door middel van een nota op het officiële uithangbord. Bij discussie over de interpretatie van dit Sportreglement geldt enkel de Nederlandse tekst.
DEELNEMINGSMODALITEITEN 5.
6.
7. 8.
Om te kunnen deelnemen aan de meetings van Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 dient iedere deelnemer per wagen voor 1 maart 2005 bij ING de som van 9300 (exclusief 6% BTW) te hebben gestort op rekeningnummer 335-0340431-07 van de VZW Terlamen, ter verwerving van het gebruiksrecht van de infrastructuur voor de duur van de meeting. Wie eerder betaalt, geniet korting. De datum van registratie geldt als bewijs. a. Voor 04/02/2005: korting van 33% of 6240 (exclusief 6% BTW) te betalen; b. Tussen 05/02/2005 en 19/02/2005: korting van 25% of 6980 (exclusief 6% BTW) te betalen; c. Tussen 20/02/2005 en 28/02/2005: korting van 15% of 7910 (exclusief 6% BTW) te betalen; d. Vanaf 01/03/2005 wordt geen korting meer toegestaan. Deze gebruiksrechten blijven eigendom van de promotor, zelfs indien het toegekende wagennummer de start niet neemt. Geen enkele terugbetaling wordt gedaan, noch totaal, noch gedeeltelijk aan een wagennummer dat wordt uitgesloten door de wedstrijdleiding. Het gebruiksrecht wordt enkel volledig terugbetaald bij het afgelasten van het kampioenschap of een weigering van de deelname door de promotor. Deelnemers, teamchefs, piloten en hun aangestelde verbinden er zich toe te allen tijde de regels van het Huishoudelijk Reglement (zie bijlage 1) te respecteren. Alle bijkomende informatie die over Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 wordt verstuurd, gaat naar het correspondentieadres zoals vermeld op het deelnameformulier. Eventuele rekeningen ten opzichte van de promotor dienen voor de documentencontrole van de promotor te worden vereffend, op straffe van uitsluiting uit de meeting. Schade aan de omloop of aan de installaties waarbij de promotor betrokken is en aan de roerende en/of onroerende goederen van, of beheerd door de VZW Terlamen, dient onmiddellijk gemeld te worden. De schade wordt gefactureerd aan wie de schade berokkend heeft.
2
ALGEMENE VOORWAARDEN 9.
10.
11. 12. 13.
Elke deelnemer dient per wagennummer schriftelijk een teamchef aan te duiden en hem volmacht te verlenen voor alle hierna vermelde handelingen in verband met Mediagroup Van Dyck Belcar 2005. De teamchef mag niet de hoedanigheid van piloot hebben, zelfs niet op een andere wagen in Mediagroup Van Dyck Belcar 2005. Hij/Zij staat er persoonlijk en samen met de deelnemer voor in dat steeds aan alle voorwaarden van dit reglement wordt voldaan. De taak van deze teamchef omvat onder andere volgende elementen: • het volledig invullen van het algemeen inlichtingenformulier (zie bijlage 1 van het Technisch Reglement Mediagroup Van Dyck Belcar 2005) van zijn/haar wagen en de piloten voor de sluitingsdatum van de eerste meeting; • het volledig invullen van het algemeen inlichtingenformulier (zie bijlage 1 van het Technisch Reglement Mediagroup Van Dyck Belcar 2005) bij wijzigingen aan auto en/of team; • minimum 14 dagen voor een meeting de deelname van de wagen(s) bevestigen. Wie niet bevestigt, zal niet kunnen deelnemen. Wie wel bevestigt, doch niet opdaagt of niet voor de vrijdagochtend van de meeting voor 10 uur annuleert, krijgt een boete van 525. Correspondentie in verband met een meeting wordt slechts toegestuurd aan die teams die hun deelname voor sluitingsdatum bevestigd hebben; • er voor zorg dragen dat een piloot die voor het eerst deelneemt aan een meeting van Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 of er voor aangeduid wordt, zich aanbiedt op de weging zoals beschreven in Art. 94 van onderhavig reglement; • er voor zorg dragen dat zijn/haar wagen en/of piloten tijdens een meeting aan onderhavig én het Technisch Reglement Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 voldoen; • voor het einde van de administratieve controle aan de Koersdirecteur de samenstelling meedelen van het team dat zal deelnemen aan de meeting; • zich persoonlijk aanbieden voor de administratieve controle, in het bezit van alle helmen van zijn/haar piloten en de OK-sticker (zie Art. 86); • het in ontvangst nemen van de verplichte publiciteit; • het in ontvangst nemen en voor ontvangst tekenen van instructies of mededelingen van de officiëlen; • gedurende de hele meeting te allen tijde opvorderbaar zijn voor Koersdirecteur, Sportcommissie en Technische Commissie. Dit kampioenschap is voorbehouden aan maximum 70 wagens, die door een geldige deelnemer zijn ingeschreven en die conform zijn aan het Technisch Reglement van Mediagroup Van Dyck Belcar 2005. Het aantal toegelaten wagens tot de trainingen, de warm-up en de wedstrijd wordt bepaald door bijlage O van het FIA- reglement en of het bijzonder reglement. Minstens één uur voor aanvang van de eerste gechronometreerde trainingen wordt de lijst “Wagens en piloten toegelaten tot de trainingen” geafficheerd op het officiële uithangbord. Indien er kwalificaties nodig zijn om het maximum aantal toegelaten wagens aan de wedstrijd te bepalen, worden geen Gastwagens toegelaten, tenzij deze de plaatsen innemen van vaste wagens die niet voldoen aan Art. 9, par. 3. Vervolgens zal, op basis van de lijst “Wagens en piloten toegelaten tot de trainingen” van die bepaalde meeting, het maximum aantal toegelaten wagens vooreerst proportioneel per Divisie worden vastgesteld en vervolgens proportioneel per Klasse. Gastwagens worden voor deze berekening toegevoegd aan de Klasse waartoe ze zouden behoren indien ze vast ingeschreven waren. De promotor beslist autonoom over het toepassen van de eventuele afrondingen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De sluitingsdatum voor de vaste deelnamen, die wensen te genieten van de maximale korting is vastgesteld op dinsdag 1 maart 2005. De officiële deelnemerslijst wordt op donderdag 10 maart 2005 bekendgemaakt. Voor de sluitingsdatum van de eerste meeting voor Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 dient elke teamchef het algemeen deelnameformulier (Bijlage 3) volledig ingevuld terug te sturen naar het secretariaat van VZW Terlamen. Enkel als er zich voor een bepaalde meeting wijzigingen voordoen in de gegevens, zoals vermeld op het algemeen deelnameformulier (Bijlage 3), dient het deelnameformulier van de betreffende meeting volledig ingevuld te worden en voor de sluitingsdatum van die meeting in het bezit te zijn van de VZW Terlamen. Onvolledig ingevulde deelnameformulieren worden niet aanvaard. Minimaal één piloot die voorkomt op de lijst “Wagens en piloten toegelaten tot de trainingen” van de eerste deelname van een wagennummer aan Mediagroup Van Dyck Belcar 2005, moet voor alle volgende meetings op betreffend wagennummer ingeschreven worden en deelnemen (voor zover in dit reglement
3
14.
15.
16. 17.
verplicht) aan de ganse meeting. Indien hieraan niet wordt voldaan, verhuist dit wagennummer voor de betreffende meeting naar de Divisie Gastwagens. De promotor kan per meeting en na betaling van het gebruiksrecht Gastwagens toelaten. Deze gebruiksrechten blijven eigendom van de promotor, zelfs indien een wagennummer de start niet neemt. Geen enkele terugbetaling wordt gedaan, noch totaal, noch gedeeltelijk aan wagennummers die worden uitgesloten door de wedstrijdleiding. Het gebruiksrecht wordt enkel volledig terugbetaald bij een weigering van de deelname door de promotor. Een Gastwagen verbindt er zich toe te allen tijde de regels van het Huishoudelijk Reglement (Bijlage 1) te respecteren. Deze Gastwagens dienen eveneens aan het Technisch Reglement van Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 te voldoen. Ze zijn verder verplicht het deelname- (zie bijlage 3) en inlichtingenformulier (zie bijlage 1 van het Technisch Reglement Mediagroup Van Dyck Belcar 2005) volledig ingevuld voor de sluitingsdatum van betreffende meeting te sturen naar de VZW Terlamen. Ze dienen eveneens te voldoen aan Art. 9 punt 3. Elke teamchef moet er zorg voor dragen dat zijn/haar wagen en/of piloten tijdens de meeting aan onderhavig reglement en het Technisch Reglement voldoet. Een wagen die in Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 is ingeschreven, mag gedurende eenzelfde meeting niet deelnemen aan andere trainingen, warm-ups of wedstrijden, tenzij na schriftelijke aanvraag en goedkeuring door de Koersdirecteur. Deze aanvraag moet minstens 10 dagen voor de betreffende meeting aan de promotor gericht worden.
LICENTIES 18.
19. 20. 21.
22.
Pilotenlicenties: Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 staat open voor: • Belgische A-, B- en C- vergunningshouders; de C-vergunning is echter niet geldig voor de Euphony 24 Uren van Zolder; • Europese vergunningshouders, zonder toelating van hun NSC; • andere buitenlandse vergunningshouders met toelating van hun NSC. Een piloot mag niet geschorst zijn door een autosportinstantie. Deelnemerslicentie: elke deelnemer moet in het bezit zijn van een geldige deelnemerslicentie. Op een nader te bepalen datum voor de eerste meeting van het seizoen houdt de promotor een licentiecontrole voor alle ingeschreven piloten en deelnemers. Voor de eerste meeting van het seizoen kan de promotor op Circuit Zolder een toelatingsproef houden. Deze beoogt de veiligheid voor alle betrokkenen te optimaliseren door piloten die een risico kunnen vormen, te onderwerpen aan een test. Elke piloot die in de voorbije 24 maanden niet aan Mediagroup Van Dyck Belcar deelnam, dient op straffe van niet deelname, deze toelatingsproef of vrijstelling ervan zelf aan te vragen. Vrijstelling voor een actieve piloot kan op voorlegging van een palmares dat de goedkeuring van de promotor wegdraagt. Deze aanvraag wordt minstens 10 dagen voor het begin van de meeting aan de promotor gericht. De door de promotor voor een toelatingsproef aangeduide piloot zal zich op de gestelde dag aanbieden met de wagen waarmee hij/zij aan Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 wenst deel te nemen. In de loop van 10 opeenvolgende ronden moet hij/zij, voor het oog van ervaren piloten en officiëlen met een NSC-licentie de normtijd van zijn/haar Klasse halen. Dit comité van piloten en officiëlen delibereert over de kandidaten en hanteert hierbij ook volgende normtijden, respectievelijk in droge en/of natte omstandigheden: Droog Nat • GTA 1’52” 2’10” • GTB 1’57” 2’15” • GTC 2’00” 2’20” • S 1’57” 2’15” • TA 1’57” 2’15” • TB 2’00” 2’20” • TC 2’02” 2’20” Elke laatst beschikbare donderdag voor een wedstrijd voor Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 kan, indien nodig of gewenst, opnieuw een toelatingsproef gehouden worden op Circuit Zolder. De promotor kan deze toelatingsproef in de loop van het seizoen ook op de omloop van Francorchamps organiseren. Hier geldt dezelfde procedure als voor Circuit Zolder, uitgezonderd de normtijden. Deze zijn als volgt, respectievelijk in droge en/of natte omstandigheden: Droog Nat • GTA 2’50” 3’15” • GTB 2’55” 3’20”
4 • • • • •
GTC S TA TB TC
3’05” 2’55” 3’00” 3’05” 3’08”
3’30” 3’20” 3’25” 3’30” 3’33”
KAMPIOENSCHAPSWEDSTRIJDEN 23. Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 staat open voor maximum 70 vast ingeschreven wagens en Gastwagens, deze laatste enkel voor zover het maximum toegelaten aantal vaste wagens in een evenement niet wordt overschreden. Voor de Euphony 24 Uren van Zolder zijn 70 wagens tot de start van de wedstrijd toegelaten. Indien een deelnemer tijdens een meeting van wagen wenst te wisselen, dient hij minstens één uur voor aanvang van de gechronometreerde trainingen een schriftelijke aanvraag te richten tot de Sportcommissie. Na eventuele goedkeuring door de Sportcommissie, dient de wagen goedgekeurd te worden door de Technische Commissie. 24. Het maximum aantal wedstrijden voor het kampioenschap is 8, het minimum 7. De definitieve lijst der meetings wordt uiterlijk op donderdag 10 maart 2005 gepubliceerd. 25. De voorlopige kalender (onder voorbehoud van wijzigingen): 17 maart Trainingsnamiddag Circuit Zolder 24 maart Trainingsvoormiddag Circuit Zolder 26-27 maart Belcar New Race Festival 125’ Circuit Zolder 16-17 april LMES 1000 km van Spa 2 x 60’ Francorchamps 10-11juni Spa Euro Race 360’ Francorchamps 25-26 juni EERC Meeting 125’ Brands Hatch (GB) 25-28 augustus Euphony 24 Uren van Zolder 24 u Circuit Zolder 1-2 oktober Racing Festival 125’ Francorchamps 22-23 oktober Belcar Masters 125’ Circuit Zolder 9 december Belcar Party INDELINGEN EN KLASSEMENTEN 26.
Divisie- en Klasse-indeling • Deelname aan Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 is voorbehouden aan wagens die voorkomen op de lijst "Merken en Types", als bijlage 2 bij dit reglement. • Divisie GT: vanaf 1551 cc tot en met 8000 cc • Klasse GTA: • GT-wagens vanaf 3601 cc voor wagens met meer dan 2 kleppen per cilinder en vanaf 3801 cc voor wagens met 2 kleppen per cilinder. • Chrysler Viper Competition Coupé: volgens het specifieke reglement van de serie. • Lamborghini Diablo/Murciélago Cup: volgens het specifieke reglement van de serie. • Klasse GTB: • GT-wagens vanaf 2001 tot en met 3600 cc voor wagens met meer dan 2 kleppen per cilinder en tot 3800 cc voor wagens met 2 kleppen per cilinder. • Maserati Trophy: volgens het specifieke reglement van de serie. • Marcos Mantis Challenge: volgens het specifieke reglement van de serie. • Klasse GTC: GT-wagens vanaf 1551 tot en met 2000 cc. • Divisie Silhouet: vanaf 1551 tot en met 3200 cc • Klasse S: Silhouetwagens met 6-cilindermotoren vanaf 1551 cc tot en met 3200 cc. • Divisie Toerisme: vanaf 1751 cc tot en met 8000 cc • Klasse TA: Toerismewagens vanaf 3201 cc. • Klasse TB: Toerismewagens vanaf 2001 tot en met 3200 cc. • Klasse TC: Toerismewagens vanaf 1751 tot en met 2000 cc. • Divisie Gastwagens • Klasse G: bovenvermelde wagens die niet vast zijn ingeschreven in Mediagroup Van Dyck Belcar 2005. Indien er kwalificaties nodig zijn om het maximum toegelaten aantal wagens tot de start te bepalen (zie Art. 10), dan worden de Gastwagens ingedeeld in die Klasse uit de Divisie GT, Divisie Silhouet of Divisie Toerisme, tot de welke ze als een vast ingeschreven team zouden behoren.
5 • Handicaps voor onder druk gevulde motoren: • enkele turbo- of mechanische compressor: cilinderinhoud x 1,7; • dubbele turbo- of mechanische compressoren: cilinderinhoud x 2,0; • alternatieve zuigers of rotors: (volume dat wordt vastgesteld tussen maximale en minimale capaciteit van de werkkamer) x 1,8. DRIVER CHALLENGE EN TITELS 27.
28. 29. 30.
31. 32. 33.
34.
De titel van winnaar van de Mediagroup Van Dyck Belcar Driver Challenge 2005 wordt toegekend aan de pilo(o)t(en) die het hoogste aantal punten heeft(hebben) gescoord op een en hetzelfde wagennummer. Hiervoor worden de resultaten van alle wedstrijden in rekening gebracht. Om in aanmerking te komen, moet een piloot minstens vier wedstrijden op betreffend wagennummer hebben gereden. Indien op het hoogst geklasseerde wagennummer geen enkele piloot vier wedstrijden heeft gereden, gaat de titel van winnaar van de Mediagroup Van Dyck Belcar Driver Challenge automatisch naar de rechthebbende piloten op de tweede best geklasseerde wagen, enzovoort. Bij gelijke punten tellen eerst de meeste eindoverwinningen van het wagennummer, dan de meeste tweede plaatsen, dan de meeste derde plaatsen tot er een winnaar is. Indien deze procedure niet volstaat, duidt de promotor de winnaar aan. De titel(s) van Belgisch Nationaal Kampioen Uithouding 2005 Divisie Groot Toerisme, Belgisch Nationaal Kampioen Uithouding 2005 Divisie Silhouet en Belgisch Nationaal Kampioen Uithouding 2005 Divisie Toerisme wordt(en) toegekend aan de pilo(o)t(en) die het hoogste aantal punten heeft(hebben) gescoord op een en hetzelfde wagennummer binnen hun Divisie. Hiervoor worden de resultaten van alle wedstrijden in rekening gebracht. Om in aanmerking te kunnen komen, moet een piloot minstens vier wedstrijden op betreffend wagennummer hebben gereden. Indien op het hoogst geklasseerde wagennummer geen enkele piloot vier wedstrijden heeft gereden, gaat de titel automatisch naar de rechthebbende piloten op de tweede best geklasseerde wagen, enzovoort. Bij gelijke punten tellen eerst de meeste eindoverwinningen van het wagennummer, dan de meeste tweede plaatsen, dan de meeste derde plaatsen tot er een winnaar is. Indien deze procedure niet volstaat, duidt de promotor de winnaar aan. Elke piloot die aan het kampioenschap deelneemt in de Divisies GT, Silhouet en Toerisme kan punten scoren op voorwaarde dat hij minstens 25% van de duur van een wedstrijd – waarvan de duur wordt bepaald in Art. 25 – heeft gereden, tenzij anders vermeld door middel van een schriftelijke nota van de Koersdirecteur en de Sportcommissie. Puntentoekenning: Per wedstrijd • Per wedstrijd worden een algemene wedstrijduitslag, een klassement per Divisie en een klassement per Klasse opgemaakt. Voor alle berekeningen voor de kampioenschappen of trofeeën worden punten noch plaatsen toegekend aan Gastwagens. • Indien in de klassen TB, TC, GTB en GTC minder dan 5 wagens op de lijst “Wagens en piloten toegelaten tot de trainingen” voorkomen, gaan deze wagens over naar een hogere Klasse. De eventueel in deze hogere Klasse behaalde punten nemen ze supplementair mee naar hun oorspronkelijke Klasse. • Indien in de Klassen GTA en TA en in de Divisie Silhouet minder dan 5 wagens op de lijst “Wagens en piloten toegelaten tot de trainingen” voorkomen, blijven deze wagens in hun Divisie en in hun Klasse, maar worden de punten voor de Klasse, zoals hieronder bepaald, gehalveerd. • Het puntenverloop is identiek voor de algemene wedstrijduitslag en voor de klassementen per Divisie en per Klasse. Plaats Punten 1 20 punten 2 17 punten 3 15 punten 4 13 punten 5 11 punten 6 10 punten 7 9 punten 8 8 punten 9 7 punten 10 6 punten
6 11 5 punten 12 4 punten 13 3 punten 14 2 punten 15 1 punt Alle verdere geplaatsten: 1 punt • Bovenvermelde puntentelling geldt voor alle wedstrijden, met uitzondering van de Euphony 24 Uren van Zolder. Daar worden de punten verdeeld volgens volgende schaal: 1ste Na 6 uur: 10 Na 12 uur: 10 Na 24 uur: 20 2de 8,5 8,5 17 3de 7,5 7,5 15 4de 6,5 6,5 13 5de 5,5 5,5 11 6de 5 5 10 7de 4,5 4,5 9 8ste 4 4 8 9de 3,5 3,5 7 10de 3 3 6 11de 2,5 2,5 5 12de 2 2 4 13de 1,5 1,5 3 14de 1 1 2 15de 0,5 0,5 1 Alle verdere geplaatsten 0,5 0,5 1 De punten na 6 en na 12 uur worden verdeeld op basis van de rangschikking na 6 en na 12 uur. Verdere criteria zijn niet van toepassing. • Enkel voor de Mediagroup Van Dyck Belcar Driver Challenge 2005 zijn er bonuspunten voor de piloot die: • de pole position uit de gechronometreerde trainingen rijdt: 5 punten; • de snelste tijd per Klasse uit de gechronometreerde trainingen rijdt: 3 punten. Deze punten zijn niet cumuleerbaar met bovenvermelde bonus. Indien twee of meerdere piloten dezelfde tijd hebben gereden, wordt voordeel gegeven aan degene die deze tijd als eerste heeft gezet; • de absoluut snelste wedstrijdronde rijdt. Indien twee of meerdere piloten dezelfde tijd hebben gereden, wordt voordeel gegeven aan degene die deze tijd als eerste heeft gereden: 1 punt. • Bij uitsluiting uit een meeting van één of meerdere wagens of bij schrappen der punten van één of meerdere wagens, worden deze punten toegekend aan de volgende wagens in de rangschikking. • Om geklasseerd te worden dient elke wagen minimaal 70% (afgerond naar het dichtste volledige cijfer) afgelegd te hebben van de afstand welke door de winnaar in zijn Klasse is afgelegd. Indien een wagen voor zijn laatste ronde meer tijd nodig heeft dan tweemaal de tijd van de snelste wedstrijdronde, dan wordt deze laatste ronde niet in rekening gebracht om de totaal afgelegde afstand van deze wagen te berekenen. • Indien een wagen meer dan 70% heeft afgelegd van het aantal ronden van de winnaar in zijn Klasse, maar niet wordt afgevlagd, wordt hij geklasseerd na de laatst afgevlagde wagen en in volgorde van het aantal afgelegde ronden. • Om geklasseerd te worden, moet elke piloot minstens 25% van de duur van de wedstrijd – dit is de tijd dat de piloot aan het stuur zit, ongeacht of de wagen in beweging is – hebben afgelegd. Er moeten minstens twee piloten per wagen worden geklasseerd. Indien er slechts twee piloten op een wagen zijn ingeschreven, en één van beide piloten heeft geen 25% van de duur van de wedstrijd afgelegd, wordt deze wagen uit de uitslag van de wedstrijd geschrapt. • Indien er drie piloten op een wagen zijn ingeschreven en één piloot heeft geen 25% van de duur van de wedstrijd afgelegd, wordt de desbetreffende piloot uit de uitslag van de wedstrijd geschrapt, op voorwaarde dat minimaal twee piloten minstens 25% van de duur van de wedstrijd afgelegd hebben. Zo niet wordt deze wagen uit de uitslag van de wedstrijd geschrapt.
7 •
Het is verboden een wagen te duwen, te trekken of te laten duwen of te laten trekken met het doel de finishlijn te overschrijden of de deceleratiepiste te bereiken. Overtreders worden uit de uitslag geschrapt. • Gelijktijdig met het afvlaggen van de winnaar wordt het licht op het einde van de pitlane op rood gezet. Vanaf dan is het verboden om de pitlane nog te verlaten. Rangschikkingen • Voor de rangschikkingen worden de uitslagen van alle wedstrijden weerhouden. • Voor de Mediagroup Van Dyck Belcar Driver Challenge 2005 worden de behaalde punten in de algemene rangschikking, de Divisie, de Klasse en eventueel de bonuspunten samengevoegd. • Voor de berekening van de titel Belgisch Nationaal Kampioen Uithouding in de Divisies GT, Silhouet en Toerisme worden de behaalde punten in de Divisie en de Klasse samengevoegd. • Punten die worden behaald in verschillende Klassen en Divisies zijn niet cumuleerbaar, met uitzondering voor de Mediagroup Van Dyck Belcar Driver Challenge 2005. Indien een wagennummer in de loop van het seizoen voor één of meerdere meetings binnen eenzelfde Divisie van Klasse verandert, krijgt men enkel punten voor de Divisie én voor het Pilotenkampioenschap Mediagroup Van Dyck Belcar (zoals bepaald in dit reglement). Men neemt echter geen punten, noch plaatsen voor de Klasse, evenmin als voor de oorspronkelijke Klasse. • In de Divisie Toerisme wordt een titel van Kampioen der Merken uitgeschreven. Het puntenverloop, gebaseerd op de wedstrijduitslag in de Divisie Toerisme: 1ste plaats - 10 punten; 2de plaats - 8 punten; 3de plaats - 6 punten; 4de plaats - 5 punten; 5de plaats – 4 punten; 6de plaats – 3 punten; 7de plaats – 2 punten; 8ste plaats – 1 punt. Voor de Euphony 24 Uren van Zolder worden de behaalde punten vermenigvuldigd met factor 2. Alle in deze Divisies geklasseerde wagens worden in aanmerking genomen. Enkel de best geklasseerde wagen van een merk scoort punten, maar de andere nemen wel plaatsen. Bij gelijke punten tellen eerst de meeste overwinningen van het merk, dan de meeste tweede plaatsen, dan de meeste derde plaatsen tot er een winnaar is. Indien deze procedure niet volstaat, duidt de promotor de winnaar aan. • Voor elke Klasse die bij de bekendmaking van de nummers niet minstens vijf wagens bevat, kan ter vervanging van een klassentitel een Mediagroup Van Dyck Belcar Challenge voorzien worden. De betroffen wagens behouden de technische kenmerken van de Klasse waarvoor ze inschreven, hoewel de Klasse zelf voor het hele seizoen wordt opgeheven. Ze verhuizen voor de rangschikkingen van Divisie en Klasse naar een andere Klasse, waar ze punten scoren voor Klasse, Divisie en Driver Challenge. Het puntenverloop, gebaseerd op de algemene wedstrijduitslag: 1ste plaats - 10 punten; 2de plaats - 6 punten; 3de plaats - 3 punten; 4de plaats - 1 punt. Voor de Euphony 24 Uren van Zolder worden de behaalde punten vermenigvuldigd met factor 2. Bij gelijke punten tellen eerst de meeste overwinningen van het wagennummer, dan de meeste tweede plaatsen, dan de meeste derde plaatsen tot er een winnaar is. Indien deze procedure niet volstaat, duidt de promotor de winnaar aan. • Voor alle piloten van het vrouwelijke geslacht schrijft de promotor een Mediagroup Van Dyck Belcar Ladies Challenge uit. Kandidaten dienen hun deelname via het algemene inlichtingenformulier en/of het deelnameformulier per wedstrijd mee te delen. Het puntenverloop, gebaseerd op de algemene wedstrijduitslag: 1ste plaats - 10 punten; 2de plaats - 8 punten; 3de plaats - 6 punten; 4de plaats - 5 punten; 5de plaats – 4 punten; 6de plaats – 3 punten; 7de plaats – 2 punten; 8ste plaats – 1 punt. Voor de Euphony 24 Uren van Zolder worden de behaalde punten vermenigvuldigd met factor 2. Bij gelijke punten tellen eerst de meeste overwinningen van de pilote, dan de meeste tweede plaatsen, dan de meeste derde plaatsen tot er een winnares is. Indien deze procedure niet volstaat, duidt de promotor de winnares aan. • De promotor van de Mediagroup Van Dyck Belcar schrijft de Philip Verellen Junior Challenge uit voor alle piloten die geboren zijn in 1980 of later, maar die maximaal hun tweede jaar in Mediagroup Van Dyck Belcar rijden én een toelatingsproef hebben afgelegd. Kandidaten dienen hun deelname via het algemene inlichtingenformulier en/of het deelnameformulier per wedstrijd mee te delen. Het puntenverloop, gebaseerd op de algemene wedstrijduitslag: 1ste plaats - 10 punten; 2de plaats - 8 punten; 3de plaats - 6
8
•
•
punten; 4de plaats - 5 punten; 5de plaats – 4 punten; 6de plaats – 3 punten; 7de plaats – 2 punten; 8ste plaats – 1 punt. Voor de Euphony 24 Uren van Zolder worden de behaalde punten vermenigvuldigd met factor 2. Bij gelijke punten tellen eerst de meeste overwinningen van de piloot, dan de meeste tweede plaatsen, dan de meeste derde plaatsen tot er een winnaar is. Indien deze procedure niet volstaat, duidt de promotor de winnaar aan. Alle piloten die in 2005 voor het eerst aan Mediagroup Van Dyck Belcar deelnemen en alle piloten die in de voorbije drie seizoenen niet aan meer dan vier Belcar-meetings deelnamen, komen automatisch in aanmerking voor de Mediagroup Van Dyck Belcar Welcome Challenge. Voor de berekening gelden alle punten die de betroffen piloot voor de Mediagroup Van Dyck Belcar Driver Challenge behaalt. Bij gelijke punten telt eerst het hoogste klassement van het wagennummer in een wedstrijd, dan het tweede hoogste, dan het derde hoogste tot er een winnaar is. Indien deze procedure niet volstaat, duidt de promotor de winnaar aan. De winnende teams van Divisies en Klassen, evenals de winnaar(s) van het Pilotenkampioenschap en een Challenge moeten aanwezig zijn op de officiële jaarlijkse slotceremonie “Belcar Party”, in 2005 gepland op vrijdag 9 december.
ORGANISATIE 35.
Wedstrijdleiding Koersdirecteur: Adjuncten-Koersdirecteur:
Dubois Danny Deferme Jo Kersten Lode Stalmans Walter Vanduffel Urbain Van Emelen Wim Tony Eyckmans Gallucci Lucia Geyskens Marc Jorissen Jean-Marie Snoekx Cor Martens Marc
: Lic. Nr. 1249 : Lic. Nr. 1331 : Lic. Nr. 1707 : Lic. Nr. 1790 : Lic. Nr. 1924 : Lic. Nr. 1708 : Lic. Nr. 589 : Lic. Nr. 1559 : Lic. Nr. 2072 : Lic. Nr. 1788 : Lic. Nr. 395 : Lic. Nr. 2074
Hoofd Veiligheid: Secretaris van de Meeting: Ombudsman: Relatie Deelnemers: Paddockverantwoordelijke: Promotor: 36. Organisatie der meetings • Trainingen • Een vrije training (niet deel uitmakend van de meeting). • Twee gechronometreerde trainingen. • Een warm-up: maximum 20 minuten voor de vier Divisies samen, gehouden op de dag van de wedstrijd. • Wedstrijd: elke wedstrijd duurt minimum 125 minuten, tenzij anders bepaald door een bijzonder reglement. 37. De trainingen en de wedstrijd mogen plaatsvinden over een totale tijdsduur van drie dagen, tenzij anders vermeld in een Bijzonder Reglement (o.a. Euphony 24 Uren van Zolder). 38. De promotor kan in functie van de vereisten van de timing, bepaalde uitzonderingen toestaan. De definitieve timing van een meeting wordt door de NSC van de RACB Sport bevestigd. VERZEKERING 39.
De promotor neemt de nodige schikkingen zoals voorgeschreven in het geldende jaarboek van de NSC van de RACB Sport. Deze verzekeringspolis kan door elke teamchef ingekeken worden op het wedstrijdsecretariaat.
INSTRUCTIES EN MEDEDELINGEN AAN DE DEELNEMERS 40. 41.
In uitzonderlijke omstandigheden kunnen officiëlen, in overeenstemming met het reglement bepaalde instructies of mededelingen geven aan de deelnemers. Zulk rondschrijven wordt aan de teamchefs uitgedeeld en deze moeten voor ontvangst tekenen. Alle klassementen en uitslagen van trainingen en wedstrijd, evenals alle beslissingen van de officiëlen worden op het officiële uithangbord uitgehangen.
9
BESTRAFFINGEN 42.
43.
44. 45. 46.
47.
48.
Voor inhalen onder gele vlag tijdens en/of inbreuk op een Safety Car-procedure, evenals voor het sneller rijden in de pitlane – de pitlane is het gedeelte tussen de panelen “Entry Pitlane” en “Exit Pitlane”; de pitlane wordt opgedeeld in drie delen: het deel tegen de muur is de signalisatiezone, het deel tegen de boxenmuur is de binnenste zone en is de enige zone waar aan de auto mag gewerkt worden en het tussenliggende deel is de rijzone – dan de maximum toegelaten snelheid van 60 km/h en/of het negeren van het rode licht einde pitlane en/of het inhalen tijdens de formatieronde en/of het overschrijden van de gele of witte lijn op de acceleratiepiste – de acceleratiepiste is het gedeelte tussen het paneel of pictogram “Exit pitlane” en de piste – zijn volgende bestraffingen van toepassing: • 1ste inbreuk: "Stop and go penalty" van 10 seconden in de "Stop and go area"; • 2de inbreuk: "Stop and go penalty" van 3 minuten in de "Stop and go area"; • 3de inbreuk: “Stop and go penalty” van 10 minuten tot mogelijke uitsluiting van de wagen. • Gedurende de stilstand van de wagen in de "Stop and go area" mag behalve de officiëlen van de wedstrijd niemand de wagen aanraken, tenzij in geval van Art. 111. Bovenvermelde overtredingen begaan tijdens de gechronometreerde trainingen worden als volgt bestraft: • 1ste inbreuk: annulering van de tijden van betreffende chronosessie; • 2de inbreuk: starten als laatste wagen; • 3de inbreuk: mogelijke uitsluiting van de wagen uit de wedstrijd. Bovenvermelde overtredingen begaan tijdens de laatste 10 minuten van de wedstrijd worden bestraft met aftrek van twee wedstrijdronden. Als een wagen een "Stop and go penalty" krijgt, wordt het bord "Stop and go" samen met het wedstrijdnummer getoond. Een "Stop and go penalty" mag niet vergezeld gaan van een pitstop of een tankbeurt in de tankzone. De wagen mag in dit geval enkel stoppen in de pitlane na expliciete toestemming van de Koersdirecteur en dit voor een veiligheidsmaatregel. Elke inbreuk wordt bestraft met een nieuwe “Stop and go penalty” van 10 seconden. Het binnenkomen in de deceleratiepiste – de deceleratiepiste is het gedeelte tussen de piste en de pitlane moet binnen de drie ronden gebeuren: • na het krijgen van een zwarte vlag met wedstrijdnummer; • of na het krijgen van een zwarte vlag met oranje bol vergezeld van het wedstrijdnummer; • of na het krijgen van het bord "Stop and go" en het wedstrijdnummer. Bij het negeren van het bord "Stop and go", de zwarte vlag of de zwarte vlag met oranje bol worden verdere sportieve sancties getroffen.
INCIDENTEN 49.
50. 51. 52.
Met incident wordt bedoeld elke gebeurtenis of reeks van gebeurtenissen waarbij een of meer piloten zijn betrokken, of een handeling van een piloot waarover door de Koersdirecteur wordt gerapporteerd aan de Sportcommissie, die: • het stoppen van de wedstrijd onder Art. 213 ten gevolge heeft; • een inbreuk op dit Sportreglement of andere reglementen betekenen; • een valse start van een of meerdere wagens veroorzaakt; • een vermijdbaar ongeval veroorzaakt; • een piloot van de baan heeft gedrongen; • onrechtmatig verhinderd heeft een rechtmatige inhaalmanoeuvre van een piloot te laten uitvoeren; • onrechtmatig een andere piloot tijdens het inhalen heeft gehinderd; • het gevolg is van onsportief rijgedrag. De Sportcommissie oordeelt na een rapport of een verzoek van de Koersdirecteur of een of meerdere piloten die betrokken zijn bij een incident gestraft worden. Indien een piloot bij een ongeval of een incident is betrokken, mag hij de omloop niet verlaten zonder toestemming van de Sportcommissie. De Sportcommissie kan een bestraffing opleggen aan elke piloot die bij een incident betrokken is. Een piloot moet naar de deceleratiepiste komen binnen de drie ronden na het tonen van: • een zwarte vlag met zijn wedstrijdnummer; • een zwarte vlag met oranje bol, vergezeld van zijn wedstrijdnummer; • het bord "Stop and go", vergezeld van zijn wedstrijdnummer.
10 53.
De Sportcommissie kan naast de aangehaalde bestraffingen, nog andere bestraffingen of boeten opleggen, zoals deze zijn beschreven in de algemene reglementen van de NSC van de RACB Sport.
SPORTIEVE GESCHILLEN 54. 55. 56.
Piloten, teamchefs, deelnemers en hun aangestelde, promotor en officiëlen mogen zich ter beslechting van een geschil op sportief vlak of van een geschil dat zijn oorzaak vindt in een sportkwestie, enkel en bij voorrang wenden tot de sportrechtbank, ingesteld door de NSC van de RACB Sport. In de eerste plaats moeten zij de naleving van de reglementen evenals een onberispelijk gedrag betrachten en zich steeds gedragen volgens de geldende normen zoals beschreven in de geldende jaarboeken van NSC van de RACB Sport en FIA. Door hun deelname ontslaat een deelnemer en/of teamchef en/of piloot en/of aangestelde de sportmacht, de promotor en hun vertegenwoordigers, aangestelde en ieder van hen in het bijzonder van elke aansprakelijkheid voor de vorderingen, kosten, uitgaven, terugvorderingen en klachten die betrekking hebben op dodelijke en andere verwondingen, menselijke schade en zakenschade, wat ook de oorzaak mag zijn, hetzij voortkomend of het gevolg zijnde van zijn deelname of deelneming aan de wedstrijd, hetzij of deze al dan niet het onmiddellijke of indirecte gevolg zijn van een nalatigheid of een fout van gezegde promotor, hun vertegenwoordigers of hun aangestelde, of van de sportmacht.
PILOTEN, PILOTENWISSELS EN TEAMCHEFS 57. 58.
59. 60. 61. 62.
Gedurende een meeting mag een wagen niet door minder dan twee en niet door meer dan drie piloten bestuurd worden. Uitzondering wordt gemaakt voor de Euphony 24 Uren van Zolder, wanneer een wagen door vier piloten mag worden bestuurd. De samenstelling van het team dat deelneemt aan de wedstrijd, moet voor het einde van de administratieve controle door de teamchef aan de Koersdirecteur worden meegedeeld. Tenzij in geval van overmacht, wat afzonderlijk wordt bekeken, mag geen pilotenwissel meer gebeuren dan met goedkeuring van de Sportcommissie. Enkel de teamchef mag optreden als bevoegde vertegenwoordiger voor zijn/haar wagen(s). Hij/zij mag tijdens de wedstrijd niet de hoedanigheid van piloot hebben, ook niet op een andere wagen. Gedurende een meeting mag een piloot niet van de ene naar een andere wagen overstappen. Een piloot moet de wagen alleen en zonder hulp besturen. Een pilotenwissel mag slechts gebeuren in de pitlane voor de eigen box.
VERPLICHTE PUBLICITEIT 63. 64. 65.
66.
67.
De promotor maakt voor 1 maart 2005 aan de teamchefs de verplichte publiciteit bekend en stelt die uiterlijk tijdens de eerste meeting ter beschikking. Deze publiciteit moet aangebracht worden vooraleer de wagen wordt aangeboden aan de technische controle. Zij dient aanwezig te zijn gedurende de hele meeting. Volgende ruimten op een wagen zijn hiervoor voorbehouden: • de bovenste rand van de voorruit voor het aanbrengen van een zonneband van de sponsor; • één strook op linker- en rechterzijde van de zonneband; • een strook met een breedte van 50 cm en een hoogte van 10 cm voor- en achteraan op de plaats waar de nummerplaat wordt bevestigd; • een strook met een breedte van 50 cm en een hoogte van 10 cm boven en onder de wedstrijdnummers; • een strook met een maximale breedte van 30 cm en een maximale hoogte van 10 cm op elke achterste zijruit; indien een wagen geen achterste zijruiten heeft, dient de verplichte publiciteit aangebracht langs de namen van de piloten. Bij afwezigheid (geheel of gedeeltelijk) van deze verplichte publiciteit op de daartoe voorziene plaats op de wagen, zijn volgende bestraffingen voorzien: • tijdens de Warm-up mag de wagen niet of niet verder deelnemen aan de Warm-up; • tijdens Gechronometreerde Trainingen worden de trainingstijden van de betreffende sessie(s) geannuleerd en zal de wagen vanaf de laatste plaats starten; • Tijdens de wedstrijd zelf wordt de wagen onherroepelijk uit wedstrijd genomen. Indien de promotor on-board-camera' s installeert voor de captatie van de wedstrijd, dient er in het zicht van de camera op het dashboard ruimte te worden voorzien voor het officiële embleem van het kampioenschap, aangebracht door VZW Terlamen.
11 68.
69.
In het geval van een conflicterende sponsor met de sponsors van Mediagroup Van Dyck Belcar 2005, kan een deelnemer een aanvraag doen bij de promotor om op een deel of de totaliteit van bovenvermelde verplichte vrije ruimten een uitzondering te verkrijgen. In geval van goedkeuring worden per wagen en per sponsor volgende afkoopsommen voor dit uitzonderingsrecht voorgehouden: • Zonneband: 2.600; • Startnummers links en rechts en op het dak: 1.300 per sponsor; • Nummerplaten voor- en achteraan: 1.300 per sponsor; • Achterste zijruiten (of daarmee gelijkgesteld): 1.300. Deze afkoopsom dient uiterlijk 72 uren voor de aanvang van de meeting aan de promotor te zijn betaald.
WEDSTRIJDNUMMERS 70. 71.
72. 73. 74.
75. 76. 77.
De promotor van Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 kent de wedstrijdnummers toe bij de bekendmaking van de officiële deelnemerslijst. In 2005 gaat het nummer 1 automatisch naar de hoogst geklasseerde(n) van de Wisselbeker 2004. Doen piloten en/of deelnemer niet meer samen mee in hetzelfde team aan Mediagroup Van Dyck Belcar 2005, dan gaat het nummer 1 naar het team dat de winnende wagen heeft ingezet. Neemt dat team niet deel aan Mediagroup Van Dyck Belcar 2005, dan gaat het nummer 1 naar de eerste en vervolgens naar de tweede piloot van de winnende wagen. Is dan nog geen rechthebbende op startnummer 1 gevonden, gaat dit nummer naar de tweede gerangschikte(n) van de Wisselbeker 2004 enzovoorts. Regerende klassenwinnaars krijgen, indien zij in dezelfde Klasse blijven rijden, een nummer eindigend op 1. Veranderen zij van Klasse, vervalt dit voorrecht en gaat het nummer eindigend op 1 naar de hoogst geëindigde wagen in betreffende Klasse. Elke deelnemer dient een ruimte van 50 x 50 cm te voorzien op de beide voordeuren en op het dak. Nummers en achtergronden, evenals de verplichte publiciteit worden door de promotor ter beschikking gesteld. Deze zijn verkrijgbaar bij de paddockverantwoordelijke van Mediagroup Van Dyck Belcar 2005. Tijdens de meetings op Circuit Zolder is dat op het wedstrijdsecretariaat, tijdens andere meetings in de Mediagroup Van Dyck Belcar-mobilhome. Deze dienen voor de technische controle en voor de volledige duur van de meeting in zijn geheel te worden aangebracht: • op de voorste deuren van de wagen, loodrecht op de as van de weg; • op het dak, centraal naar voor gericht. Op de rechterzijde van de zonneband is 10 x 10 cm voorbehouden voor het plaatsen van de wagensticker (Art. 95) en een klein wagennummer tot voordeel van de tijdopname. De tekening der cijfers wordt door de promotor bepaald. Volgende kleurencodes worden aan de respectievelijke klassen toebedeeld: • Klasse GTA wit • Klasse GTB roze • Klasse GTC rood • Klasse S oranje • Klasse TA geel • Klasse TB blauw • Klasse TC groen • Klasse G lila
DOCUMENTENCONTROLE: UITREIKING VAN DE DOCUMENTEN DOOR DE PROMOTOR 78. 79.
80.
Elke teamchef en elke piloot die nog niet de afstand van verhaal heeft getekend, moet zich uiterlijk voor het einde van de administratieve controle persoonlijk naar deze controle begeven. De precieze locatie wordt meegedeeld op de timing. Worden gecontroleerd: • ondertekening afstand van verhaal, individueel per piloot, indien nog niet eerder gebeurd; • het volledige deelnameformulier. Tijdens deze controle moeten wijzigingen van piloten of deelnemer worden meegedeeld; • het volledige inlichtingenformulier voor nieuwe deelnemers, teamchefs, piloten en wagens uit de Divisie Gastwagens. Pas indien de documentencontrole volledig is voltooid, worden volgende items overhandigd: • toegangskaarten en doorlaatbewijzen voor auto' s en personeel;
12 •
81. 82.
enkel indien Art. 79 volledig wordt gerespecteerd, kunnen toegangskaarten en doorgangsbewijzen voor auto’s en personeel worden opgestuurd of vroeger afgegeven; • drie kazuifels met Pitwall Access. Hiervoor wordt een waarborg van 250 gevraagd. De waarborg wordt teruggegeven wanneer deze kazuifels in goede staat worden teruggebracht op het wedstrijdsecretariaat uiterlijk een uur na het beëindigen van de laatste wedstrijd van Mediagroup Van Dyck Belcar 2005. Voor wedstrijden op Circuit Zolder liggen kaarten en doorgangsbewijzen 14 dagen voor de wedstrijd ter beschikking op het secretariaat van de promotor. Indien volledig is voldaan aan de documentencontrole kunnen deze door de teamchef of een gevolmachtigde worden afgehaald. Tijdens een wedstrijdweekend op Circuit Zolder kunnen kaarten en doorgangsbewijzen worden afgehaald in het Welcome Center. De openingsuren staan vermeld in de timing van betreffend weekend. De promotor biedt verder de service om tijdens deze openingsuren op te treden als tussenpersoon bij het verdelen van kaarten aan de teamgasten. De kaarten dienen in duidelijk van een familie- en eventueel firmanaam voorziene omslagen te worden aangeleverd. Voor het verdelen van gadgets dient elk team zelf te zorgen. Voor alle verplaatsingen naar andere omlopen tijdens Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 dient elk team in een eigen service te voorzien en verloopt de verspreiding volledig op eigen verantwoordelijkheid.
TECHNISCHE CONTROLE 83. 84. 85.
86.
87. 88. 89.
90.
Geen enkele wagen mag aan een meeting deelnemen zonder door de Technische Commissie vrijgegeven te zijn. Plaats en tijdstip van de technische keuring worden meegedeeld via de timing. Een teamchef moet een nauwkeurig ingevulde identiteitskaart van zijn/haar wagen - zie bijlage 1, luik B van het Technisch Reglement Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 - voorleggen en ondertekenen voor het begin van de eerste meeting waaraan de betreffende wagen deelneemt. Zonder dit document is geen technische controle mogelijk. De Technische Commissie controleert o.a.: • de identiteitskaart van de wagen; • de overeenstemming van de wagen met zijn identiteitskaart; • of de wagen voldoet aan de geldende veiligheidsnormen; • de brandvrije uitrusting van elke piloot: balaclava, ondergoed, sokken, racepak, handschoenen, helm. Na de technische controle overhandigt een lid van de Technische Commissie een OK-sticker aan het team. De teamchef dient deze sticker af te geven bij het begin van de Administratieve Controle. Elke wagen die wordt ontmanteld of gewijzigd op een manier die de veiligheid of de overeenstemming met de identiteitskaart aantast nadat hij door de Technische Commissie is toegelaten, moet opnieuw worden aangeboden ter controle voordat hij weer tot de meeting wordt toegelaten. Elke wagen die na een ongeval met dezelfde gevolgen werd hersteld, moet opnieuw worden aangeboden ter controle voordat hij weer tot de meeting wordt toegelaten. De Koersdirecteur, de Sportcommissie en de Technische Commissie kunnen op eender welk ogenblik gedurende het evenement een wagen voor een verdere controle aanduiden. De Koersdirecteur kan elke wagen die bij een ongeval betrokken was, doen stoppen en hem doen onderwerpen aan een technische controle. De kosten van een technisch onderzoek en/of kosten ontstaan naar aanleiding van een technisch onderzoek, zijn voor rekening van de deelnemer. In geval van non-conformiteit krijgt een wagen startverbod of wordt een wagen gediskwalificeerd.
ADMINISTRATIEVE CONTROLE 91. 92.
Plaats en tijdstip van de administratieve controle worden vermeld op de timing. Tijdens de administratieve controle dient elke teamchef zich persoonlijk aan te bieden. Worden gecontroleerd: • de OK-sticker (Art.86); • samenstelling van het team; uiterlijk tijdens deze controle moeten de wijzigingen van deelnemer, wagen, teamchef en/of pilo(o)t(en) worden meegedeeld; • licentiecontrole van elke nieuw ingeschreven piloot, indien nodig met een schriftelijke toelating van zijn NSC; • licentiecontrole van de deelnemer indien deze wijzigt; • naam en handtekening van de teamchef.
13 93.
Tijdens elke administratieve controle worden alle helmen van elke piloot geïdentificeerd. Deze helmen worden meegebracht door de teamchef. • elke helm van de eerste piloot wordt voorzien van een gele sticker op de linkerzijde van de helm; • elke helm van de tweede piloot wordt voorzien van een groene sticker op de linkerzijde van de helm; • elke helm van de derde piloot wordt voorzien van een oranje sticker op de linkerzijde van de helm. • Het is verboden aan enig wedstrijdonderdeel – deel uitmakend van de meeting – deel te nemen zonder een van een sticker voorziene helm. 94. Op een nader te bepalen datum voor de eerste meeting van Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 dient elke piloot zich persoonlijk aan te bieden voor licentiecontrole én om gewogen te worden. Hij/Zij dient zijn/haar volledige racekledij, zoals beschreven in Art. 92 en 93 van het Technisch Reglement Mediagroup Van Dyck Belcar 2005, evenals zijn/haar helm te dragen. Wordt een piloot in een latere meeting voor de eerste maal ingeschreven, dient hij/zij zich eveneens persoonlijk aan te bieden. De promotor en/of sportmacht behouden zich het recht voor de weging om het even wanneer men dit nodig acht, te herhalen. Elke piloot wiens gewicht in de loop van het seizoen ingrijpend verandert, dient zich zelf ter controle aan te bieden. 95. Pas nadat de documenten-, de technische en de administratieve controle zijn afgehandeld, krijgt de teamchef een sticker waarmee de wagen tot de trainingen wordt toegelaten. Deze sticker dient verplicht aangebracht te worden op de bovenzijde van de voorruit. Zonder deze sticker krijgt de wagen geen toegang tot de piste. SIGNALISATIE TUSSEN PILOOT, PITWALL EN BOX 96.
97.
98.
Elke deelnemer, teamchef, piloot, teamlid of een aangestelde, die wenst gebruik te maken van een toestel met radioverbinding teneinde een verbinding tot stand te brengen tussen de wagen en het team dient, minstens één maand voor de aanvang van een meeting een aanvraag te doen bij: B.I.P.T. Dienst Licenties Astronomielaan 14, bus 21 1210 Brussel Tel 02/226.88.60-61-62 Fax 02/226.88.03 Voor bijkomende inlichtingen kan men nog steeds terecht op: R.A.C.B. Afdeling Radio Brasseur Bernard Tiberghienstraat 8 1210 Brussel Tel 02/218.09.53 Fax 02/218.09.52 GSM 0495/27.09.53 De aanvraagprocedure, het aanvraagformulier evenals de volledige tekst over radioverbindingen staan beschreven in het jaarboek van de NSC van de RACB Sport.
ALGEMENE VEILIGHEID 99. 100. 101. 102. 103. 104.
De piloten krijgen de officiële instructies via de signalen zoals die in de geldende sportcode staan vermeld. Deelnemers of hun aangestelde mogen op geen enkele wijze gelijkaardige vlaggen of panelen gebruiken. Behalve de piloot die op dat ogenblik achter het stuur zit en de officiëlen van de wedstrijd, mag niemand een wagen aanraken behalve op de startgrid, in de pitlane of in de box, i.e. de garageboxen aangrenzend aan de pitlane. Indien een piloot een technisch probleem heeft, moet hij zo snel als mogelijk de ideale lijn verlaten en zijn wagen op een veilige plaats parkeren of zo veilig mogelijk de pits - de pits bestaat uit pitlane en boxen opzoeken. Indien een piloot verplicht wordt zijn wagen te stoppen, om het even welke de reden is, wordt deze zo snel als mogelijk van de piste verwijderd, zodat hij geen gevaar vormt voor de overige piloten. Het is de piloten gedurende de hele meeting ten strengste verboden tegenovergesteld aan de rijrichting te rijden, tenzij dit absoluut noodzakelijk is om de wagen van een gevaarlijke plaats te verwijderen. Indien een piloot er niet in slaagt om zijn wagen te verwijderen van een gevaarlijke positie zullen de baancommissarissen hem/haar helpen. Slaagt de piloot er dan in zijn/haar motor te doen draaien en de
14
105. 106. 107. 108.
109. 110.
111. 112. 113. 114. 115. 116. 117. 118. 119. 120.
121. 122. 123.
wedstrijd te vervoegen zonder een inbreuk te begaan en zonder voordeel te halen uit dit veilig stellen, wordt hij/zij niet uit wedstrijd genomen. Elke piloot die de piste wenst te verlaten om naar de pitlane te gaan, moet zijn intentie kenbaar maken en er zich van vergewissen dat hij dat kan doen zonder enig gevaar. Gedurende de trainingen en de wedstrijd mogen de piloten enkel de piste gebruiken. Zij moeten zich op elk ogenblik gedragen zoals de geldende sportcode hen dat voorschrijft. Een piloot die zijn wagen achterlaat, moet die ongesloten en in neutraal laten staan, met het stuurwiel op zijn plaats. Elke inbreuk wordt bestraft met een boete van 250. Herstellingen aan een wagen mogen enkel en alleen in de pits worden uitgevoerd, behalve in gevallen zoals beschreven in de Artikels 186, 192 en 219 en behalve door de piloot die op dat ogenblik achter het stuur zit, op voorwaarde dat die gebruik maakt van het materieel dat zich aan boord van de wagen bevindt. Elke hulp van buitenaf heeft de onmiddellijke uitsluiting van de wagen tot gevolg. Op geen enkel ogenblik mag een wagen in de pitlane op eigen kracht achteruit rijden. Elke inbreuk tijdens de trainingen of de warm-up wordt bestraft met een boete van 70; elke inbreuk tijdens de race wordt bestraft met een “stop and go penalty” van 10 seconden. Gedurende de periode beginnend 15 minuten voor en 5 minuten na elke chronosessie en de periode tussen het groene licht (Art. 199) en het ogenblik dat de laatste wagen het gesloten wagenpark binnenrijdt, is niemand toegelaten op de omloop behalve: • baancommissarissen of ander toegelaten personeel bij de uitoefening van hun taak; • piloten die rijden of door de baancommissarissen worden begeleid; • mecaniciens, enkel in geval van Artikels 219, 220 en 221. Gedurende de trainingen, de warm-up en/of de wedstrijd mag de motor met de starter of met een externe batterij gestart worden. Starten mag slechts gebeuren als de wagen met de vier wielen op de grond staat. Piloten moeten tijdens trainingen en wedstrijd altijd gekleed zijn zoals voorgeschreven door het Technisch Reglement Mediagroup Van Dyck Belcar 2005. Vanaf het ogenblik dat zijn/haar wagen in beweging is, moet hij/zij de veiligheidsriemen hebben vastgemaakt. Tijdens de trainingen, de warm-up en de wedstrijd is een snelheidsbeperking van 60 km/h van toepassing in de pitlane. Indien een wagen tijdens de wedstrijd stilstaat langs de piste en de piloot verwijdert zich meer dan 20 meter van zijn wagen, wordt dit beschouwd als een opgave van de wagen. In geen geval mag de piloot te voet de piste oversteken of zich te voet naar de pitlane, de boxen, de paddock of de openbare weg begeven om daarna terug te keren naar zijn wagen. Elke inbreuk op dit artikel zal automatisch beschouwd worden als opgave van de wagen. Slechts drie teamleden per deelnemende wagen, die allemaal het speciale Pitwall Access-kazuifel dragen, mogen zich in de signalisatiezone bevinden tijdens de trainingen, de warm-up en gedurende de wedstrijd, behalve tijdens de eerste ronde. Gedurende de startprocedure (“paneel 3 minuten”) en de eerste ronde van de wedstrijd mag zich niemand, behalve de officiëlen van de meeting in de signalisatiezone bevinden. Wanneer de Koersdirecteur dit beslist en in functie van de zichtbaarheid, zullen de lichten van de wagens worden ontstoken, uiterlijk na het tonen van het paneel "LIGHT". Van zodra hij/zij regenbanden gebruikt die opspattend water veroorzaken, moet de piloot de verlichting van zijn/haar wagen en de achtermistlamp aansteken. Tijdens de meeting mag een wagen, die niet meer aan racesnelheid – dit is beduidend langzamer rijden dan zijn gewone snelheid en beduidend langzamer rijden dan de rest van het veld; enkel de Koersdirecteur beslist over de interpretatie - kan rijden maximaal drie ronden afleggen aan deze lagere snelheid. Een wagen die na drie ronden niet naar zijn box komt, krijgt een zwarte vlag. Het is verboden om meerdere malen naar zijn box te komen om deze procedure te ontlopen. Tegen deze beslissing kan geen klacht worden ingediend. Jongeren beneden de 16 jaar zijn gedurende alle trainingen, de warm-up en de wedstrijd niet toegelaten in de pitlane en de signalisatiezone. Behalve de dieren die bij de veiligheidsdiensten horen, zijn er geen dieren toegelaten op de piste of in de pitlane en de signalisatiezone. De Koersdirecteur en de medische verantwoordelijke mogen een piloot op eender welk ogenblik tijdens een meeting aan een medisch onderzoek onderwerpen. Het niet naleven van de algemene veiligheidsmaatregelen uit de geldende sportcode of uit dit Sportreglement kan leiden tot uitsluiting van de wagen en/of de piloot uit een meeting.
15
PITLANE 124. Tijdens de meeting staat er aan het einde van de pitlane een groen/rood licht. Wagens mogen de pitlane enkel verlaten als het licht op groen staat. 125. Deelnemers en teams mogen geen lijnen schilderen in de pitlane. 126. Er mogen zich geen onderdelen of materiaal in de "rijzone" bevinden. 127. Iedere warmtebron die een vlam produceert, is verboden in de pitlane en in de boxen. 128. Alle elektrische apparaten moeten aan de geldende veiligheidsnormen voldoen. 129. Het is ten strengste verboden te lassen in de pitlane en/of in de boxen. 130. Het is ten strengste verboden te roken in de pitlane en/of in de boxen. 131. Tijdens de trainingen, de warm-up en de wedstrijd dient alle materiaal zoals banden, werktuigen en onderdelen in de box te blijven, tenzij bij stilstand van de betreffende wagen. 132. Een wagen mag zich enkel in de "rijzone" bevinden met de piloot in de normale positie achter het stuur en op eigen kracht rijdend. 133. Teneinde een controle uit te voeren op de identiteit van de piloot achter het stuur en op de sluiting van de veiligheidsriemen, dient elke wagen die de pitlane verlaat tijdens gechronometreerde trainingen en de wedstrijd, te stoppen ter hoogte van het rood-groen licht aan het einde van de pitlane. 134. Hij/zij dient de sticker op zijn/haar helm te tonen aan de controlerende standcommissaris en mag de piste slechts vervoegen nadat het groene licht werd ontstoken. 135. De standcommissaris beschikt over een rood-groen licht. Het negeren van dit licht wordt bestraft zoals beschreven in Artikels 42, 43 en 44. Een wagen mag de pitlane slechts verlaten bij groen licht. 136. Indien de breedte van de pitlane dit toelaat, mogen steunarmen worden gebruikt om het gebruik van kabels en bedrading te vergemakkelijken. De lengte van de steunarmen mag de vier meter niet overschrijden, en deze moeten op minstens twee meter hoogte hangen (gemeten vanaf de voet van de boxenmuur). 137. Tijdens de trainingen, de warm-up en de wedstrijd van andere reeksen dan Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 mag zich geen enkel materiaal, noch de wagen zelf in de pitlane bevinden, teneinde de betrokkenen bij de andere reeksen niet te storen. Elke inbreuk wordt bestraft met een boete van 55. SERVICE IN PITLANE 138. Tijdens de trainingen, de warm-up en de wedstrijd is iedere bevoorrading of herstelling buiten de pitlane of de box verboden. 139. Het is verboden de wagen te duwen of te trekken, of te laten duwen en te laten trekken om de pitlane te bereiken. Overtreders worden uit wedstrijd genomen. Een wagen mag tot aan zijn box geduwd worden vanaf het ogenblik dat zijn vier wielen het bord of pictogram “Pit Entry” hebben overschreden, tot aan het bord of pictogram “Pit Exit”. 140. Een wagen mag in de pitlane enkel achteruit verplaatst worden door de wagen te duwen. 141. Indien een piloot zijn box voorbijrijdt, mag de wagen enkel door duwen en onder begeleiding van standcommissarissen teruggebracht worden naar zijn box. 142. Een wagen die zich aan zijn box aanmeldt, moet de motor stilleggen. Voor elke vorm van reparatie, tuning of afstelling mag de motor weer worden gestart, ook met een externe energiebron. 143. Het aantal mecaniciens dat gelijktijdig aan een wagen mag werken, is beperkt tot: • maximum twee bestemd voor het tanken. Deze moeten minstens uitgerust zijn met een brandvrije overall, handschoenen, een balaclava en een veiligheidsbril of een helm. Tijdens het tanken aan de box is een pilotenwissel toegestaan. Er mag slechts één persoon de piloot helpen bij het vastmaken van zijn veiligheidsgordels en er mag slechts één persoon de buitenzijde van de voorruit poetsen. Elke andere interventie is verboden tijdens het tanken; • een maximum van 4 personen voor alle andere werkzaamheden; • een maximum van twee externe technici (voor bijvoorbeeld banden en remmen) mag de wagen aanraken voor controle, maar zij mogen geen enkele werkzaamheid verrichten; • een piloot gezeten achter het stuur wordt niet meegerekend. 144. Er is geen beperking op het aantal mecaniciens dat in de box aan een wagen mag werken, indien er een box ter beschikking is. De poort van de box mag in dat geval echter niet dichtgetrokken worden. Wanneer de wagen klaar is om de wedstrijd te vervoegen, moet hij voor de box geduwd worden, van waar enkel de piloot de motor mag starten, eventueel met de hulp van een externe batterij. 145. Het gebruik van warmtehoudende of warmteopwekkende middelen voor banden is toegelaten, behalve tijdens de startprocedure (begin van startprocedure wordt beschreven in Art. 186 van dit Sportreglement).
16 Het gebruik van warmtehoudende of warmteopwekkende middelen voor banden is wel toegelaten voor wagens die vertrekken vanuit de pitlane. TANKEN 146. Tanken is enkel toegelaten voor de box, behalve tijdens de Euphony 24 Uren van Zolder, waarvoor een apart reglement wordt uitgevaardigd. 147. Tanken mag slechts via één vulopening. 148. Tanken mag enkel aan het begin of aan het einde van een pitstop gebeuren. Tijdens het tanken moet de wagen op zijn wielen staan en mag hij niet van niveau verwisselen. 149. De piloot mag achter het stuur blijven zitten, maar moet de motor stilleggen. 150. De teamchef moet ervoor zorgen dat een teamlid met een eigen brandblusser met een inhoud van minstens 5 kg bij het tanken aanwezig is en dat het tanken gebeurt door maximum twee personen, die hiervoor speciaal zijn aangeduid en die een brandvrije overall, handschoenen, een balaclava en een veiligheidsbril of een helm dragen. 151. Gedurende het tanken mag op de wagen geen enkele andere interventie uitgevoerd worden dan deze welke in Art. 143 zijn vermeld. 152. Voor en tijdens het tanken moet de wagen elektrisch geaard zijn. 153. Het bijtanken van de brandstoftoren tijdens het tanken is verboden. 154. Alle benzinereservoirs die zich in de box bevinden, moeten gesloten zijn. BRIEFING 155. De Koersdirecteur houdt tijdens elke meeting een briefing voor alle piloten en teamchefs. Het precieze uur en de plaats worden meegedeeld via de timing. 156. Alle piloten en teamchefs moeten aanwezig zijn gedurende de hele duur van de briefing en het aanwezigheidsformulier aftekenen. Bij afwezigheid zonder geldige reden van een teamchef en/of een piloot dient de wagen de wedstrijd te starten vanuit de pitlane, zoals beschreven in Art. 189. Bovendien dient elke piloot en/of teamchef die niet aanwezig was tijdens de briefing zich te melden bij de Koersdirecteur vooraleer de auto de toelating krijgt om op de piste te mogen. 157. Een lid van elk team duidt op de aanwezigheidslijst aan welke piloot de start van de wedstrijd neemt. Deze beslissing kan herroepen worden tot maximum twee uur na het einde van de warm-up. Op het niet vermelden staat een boete van 50, uiterlijk te betalen 3 uur voor de start van de wedstrijd. VRIJE TRAINING, GECHRONOMETREERDE TRAININGEN, WARM-UP EN WEDSTRIJD 158. Tenzij dit Sportreglement anders vereist, zijn het gedrag in de pits en op de omloop evenals de veiligheidsmaatregelen dezelfde voor alle trainingssessies, warm-up en de wedstrijd. 159. Geen enkele piloot mag deelnemen aan de wedstrijd zonder deelgenomen te hebben aan de gechronometreerde trainingen op de wagen waarmee hij is ingeschreven en zonder de kwalificatienorm gehaald te hebben. 160. Het is ten strengste verboden tijdens de trainingen te zigzaggen over de piste. 161. Tijdens de vrije trainingen rijden alle tot de trainingen toegelaten wagens en piloten samen. 162. Tijdens de gechronometreerde trainingen worden de wagens ingedeeld in twee groepen. Groep 1 wordt gevormd door de oneven nummers, terwijl groep 2 bestaat uit de even wagennummers. 163. Gedurende de eerste sessie wordt gereden als volgt: • 15 minuten voor groep 1; • 15 minuten voor groepen 1 en 2; • 15 minuten voor groep 2. De wagens met even nummers blijven voor hun box staan tot aan de 15de minuut, die wordt aangegeven door middel van een groene vlag einde pitlane. 164. Gedurende de tweede sessie wordt gereden als volgt: • 15 minuten voor groep 2; • 15 minuten voor groepen 2 en 1; • 15 minuten voor groep 1. De wagens met oneven nummers blijven voor hun box staan tot aan de 15de minuut, die wordt aangegeven door middel van een groene vlag einde pitlane.
17 165. Op het einde van het gezamenlijke gedeelte voor de groepen 1 en 2 zwaait de Koersdirecteur of zijn aangestelde een roodwit geblokte vlag en toont hij het bord “GR.1 IN” of “GR.2 IN”. Dit betekent dat de wagens die tot de bedoelde groep behoren, de volgende ronde moeten binnenkomen. 166. Indien een piloot dit bevel weigert en/of indien een piloot in een verkeerde groep traint, worden alle tijden die deze wagen tijdens deze trainingssessie heeft gereden, ongeldig verklaard. 167. Indien de weersomstandigheden gedurende de gechronometreerde trainingen drastisch veranderen, kan de Koersdirecteur beslissen dat de wagens links en rechts worden opgesteld, in functie van de opsplitsing. Enkel de Koersdirecteur beslist over het begrip "drastisch veranderen". De snelste tijd tijdens de gechronometreerde trainingen bepaalt de pole position. Over deze beslissing is geen enkele klacht ontvankelijk. 168. De Koersdirecteur mag de trainingen meerdere malen en zo lang hij dit nodig acht, onderbreken om de piste te ontruimen of om het verwijderen van een wagen toe te laten. 169. In het geval van vrije trainingen wordt deze tijd niet ingehaald. 170. In het geval van gechronometreerde trainingen wordt de tijd ingehaald als de omstandigheden het toelaten. In het geval één of meerdere trainingen worden onderbroken, wordt geen enkele klacht ontvankelijk bevonden die een niet-kwalificatie of een slechte kwalificatie van een wagen betreft. 171. Indien een onderbreking naar de mening van de Sportcommissie opzettelijk is veroorzaakt, kan de betrokken piloot al zijn tijden van die sessie verliezen en kan men hem de deelname aan een andere trainingssessie weigeren. 172. Mocht het noodzakelijk worden om een gechronometreerde trainingssessie af te breken omdat de piste volledig geblokkeerd is of omdat de weers- of andere omstandigheden het te gevaarlijk maken om verder te gaan, toont de Koersdirecteur of zijn aangestelde de rode vlag. Tegelijkertijd worden overal rond de piste rode vlaggen gezwaaid. Wanneer dit signaal om te stoppen is gegeven, moeten alle auto' s onmiddellijk hun snelheid verminderen en langzaam naar de "rode vlag"-lijn rijden. Er geldt een algemeen inhaalverbod. 173. Alle auto' s die tijdens trainingssessies langs de piste worden achtergelaten, kunnen tijdens het interval door de organisator naar de pits worden gesleept. Zij mogen opnieuw deelnemen aan de volgende sessies. 174. Indien een of meerdere gechronometreerde sessies op deze wijze worden afgebroken, wordt geen enkele klacht ontvankelijk verklaard die betrekking heeft op de gevolgen die deze onderbreking mocht hebben op de resultaten van de piloten of de wagen. 175. Alle ronden van een gechronometreerde training worden gechronometreerd teneinde de startplaats van de wagens voor de wedstrijd te bepalen. Behalve in een ronde waarin de rode vlag werd getoond, telt elke keer dat een auto over de startlijn komt als een afgelegde ronde. 176. De minimale kwalificatietijd voor de wagen bedraagt maximum 130% van het gemiddelde van de beste drie tijden tijdens de gechronometreerde trainingssessies. De promotor kan een lager percentage eisen. 177. Om te mogen deelnemen aan de wedstrijd moet iedere piloot tijdens de gechronometreerde trainingen minimum één gechronometreerde ronde afleggen aan boord van de wagen waarop hij is ingeschreven en die aan de wedstrijd zal deelnemen. De promotor kan een lager percentage eisen. 178. Vooropgesteld dat het maximum aantal toegelaten wagens niet wordt overschreden, kan de Sportcommissie wagens en/of piloten tot de wedstrijd toelaten die de kwalificatienorm niet hebben gehaald, indien deze: • geen wagens uitsluiten die reeds gekwalificeerd zijn; • reeds eerder de vereiste kwaliteiten toonde(n) om een kwalificatie te bereiken; • de piloten alle veiligheid waarborgen (zoals kennis van de piste, enz.). 179. Hiertoe dient een schriftelijke aanvraag te gebeuren bij de Koersdirecteur, en dit ten laatste vijf uren voor het begin van de wedstrijd. 180. Deze wagen zal vanuit de pitlane starten, zoals beschreven in Art. 189. 181. De Koersdirecteur mag het vertrek weigeren aan iedere piloot die de vereiste kwaliteiten niet heeft getoond om aan de wedstrijd deel te nemen. 182. Op het einde van de gechronometreerde trainingen mogen de piloten slechts eenmaal over de finishlijn rijden. Elke inbreuk wordt beboet met het schrappen van de tijden van de betreffende chronosessie. STARTOPSTELLING 183. Op het einde van de gechronometreerde trainingen wordt de snelste tijd van elke wagen officieel gepubliceerd. 184. De startopstelling wordt opgemaakt in functie van de snelste tijden van de gekwalificeerde wagens. Indien twee of meer wagens dezelfde tijd hebben gezet, wordt de pole position gegeven aan degene die deze tijd als eerste liet optekenen. 185. De snelste wagen vertrekt van op de plaats die vorig jaar de pole position was, of indien het een nieuw of gewijzigd circuit betreft, de plaats die door de FIA is bepaald.
18
STARTPROCEDURE 186. 15 minuten voor de start van de wedstrijd verlaten de auto' s de pitlane of de paddock en worden ze in het vooropstellingsvak geplaatst. 187. De wagens rijden achter de wagen van de koersdirectie een verkenningsronde of een deel ervan tot aan de startlijn. Daar wordt de motor stilgelegd. 188. Het naderen van de start wordt aangekondigd door het tonen van de panelen "10 minuten", "5 minuten", "3 minuten", "1 minuut" en "30 seconden" voor het begin van de formatieronde; deze worden telkens door een geluidssignaal begeleid. 189. Wanneer het paneel "10 minuten" wordt getoond en een geluidssignaal weerklinkt, hebben de wagens nog twee minuten alvorens de toegang tot de piste wordt gesloten. Elke wagen die zich dan nog in de pitlane of de paddock bevindt, mag van daaruit vertrekken, maar enkel na toelating van een officiële en nadat het volledige veld na de definitieve start voorbij de uitgang van de pitlane is. 190. De sportcommissarissen kunnen op deze procedure uitzonderingen toestaan, in functie van de configuratie van de omloop, de ligging der paddocks en de timing van de meeting. 191. Iedereen, behalve de piloten, de officiëlen en de technische staf van de teams moet de piste verlaten. 192. Het wisselen van wielen op de startgrid dient beëindigd te zijn, uiterlijk voor het tonen van het paneel “5 minuten”; elke wagen waarvan de wielen niet voor die tijd werden gewisseld, dient achteraan de grid te vertrekken. Elke wagen die zijn plaats op de grid niet heeft ingenomen bij het tonen van het paneel “5 minuten”, vertrekt achteraan op de grid of vanuit de pitlane of paddock, overeenkomstig hetgeen hierna is bepaald in Art. 196 en 197. Bijtanken op de startgrid is nooit toegelaten. Inbreuk op deze regel heeft uitsluiting van de wagen tot gevolg. 193. Wanneer het paneel "1 minuut" wordt getoond, worden de motoren gestart, eventueel met de hulp van een externe batterij. Alle technisch personeel en de officiëlen moeten de piste verlaten. 194. 30 seconden nadat het paneel "30 seconden" wordt getoond, geeft een groene vlag het begin van de formatieronde aan. Deze gebeurt achter de officiële openingswagen en de piloten zijn verplicht in hun startvolgorde te blijven rijden. Gedurende deze formatieronde is het verboden proefstarts te maken en de formatie moet zo dicht als mogelijk bijeen blijven. 195. Inhalen tijdens de formatieronde is enkel toegelaten wanneer een wagen is opgehouden bij het verlaten van zijn plaats in de startorde en wanneer achteropkomende wagens het niet kunnen vermijden om hem in te halen zonder de rest van het deelnemersveld te hinderen. 196. Elke piloot die wordt opgehouden bij het verlaten van de grid, mag geen enkele bewegende wagen meer inhalen. Hij moet achteraan op de grid starten. Deze verplichting geldt ook voor een wagen die de start van de formatieronde heeft genomen, maar in de onmogelijkheid verkeert om zijn plaats in de startorde te behouden. Elke inbreuk wordt bestraft met een “Stop and go penalty” van 10 seconden. 197. Indien een wagen wel kan starten, maar door de officiëlen om veiligheidsredenen in de pitlanezone wordt geduwd, of indien een wagen niet kan starten na het signaal voor de formatieronde en op de piste blijft staan, dient de piloot dit te signaleren door zijn deur te openen. De wagen wordt door de baancommissarissen en/of eigen teamleden in de pitlanezone geduwd, waar de mecaniciens van het team mogen werken; dit is op de binnenste zone van de pitlane of in de box. Hij mag de formatieronde niet voltooien. De wagen mag de start nemen vanuit de pitlane, ten vroegste na de eerste doortocht van de laatste wagen op de omloop, ten laatste 15 minuten na de definitieve start. 198. Tijdens de formatieronde moeten alle wagens hun snelheid aanpassen zodat zij hun voorganger volgen op een afstand van niet meer dan vijf wagenlengten. Ieder voertuig dat het tempo niet kan volgen of de afstand tot zijn voorganger niet kan respecteren, moet onmiddellijk de piste verlaten en in het gras of in een andere uitloopstrook rijden en mag aansluiten na de doortocht van het volledige deelnemersveld. Startrechters oordelen over deze procedure. Elke inbreuk wordt bestraft met een “Stop and go penalty” van 10 seconden. De officiële openingswagen verlaat aan het einde van de formatieronde de piste. De wagens vervolgen alleen met de wagen in pole position voorop aan een minimumsnelheid van 70 km/h en een maximumsnelheid van 90 km/h. Een startrechter oordeelt met een radartoestel over de snelheid van de wagen in pole position. Een afwijking van de voorgeschreven snelheden (70 en 90 km/h) voor de start kan resulteren in een "Stop and go penalty" van 10 seconden. 199. Er wordt rollend gestart. Het startsein wordt door de Koersdirecteur gegeven door middel van het uitschakelen van de rode startlichten. Gedurende de start en tot en met het verstrijken van de eerste ronde moet de pitmuur volledig vrij blijven, met uitzondering van officiëlen. 200. Indien er zich een probleem voordoet vooraleer of terwijl de wagens de formatieronde beëindigen, blijft het rode licht branden. Overal worden gele vlaggen gezwaaid. De wagens blijven in formatie met de pole
19 position voorop en ze maken een nieuwe formatieronde. Ze worden vervoegd en geleid door de officiële openingswagen. 201. Er kan worden afgeweken van de startprocedure indien het begint te regenen nadat het paneel "5 minuten" is getoond en indien de Koersdirecteur vindt dat de teams de gelegenheid moet worden gegeven om van banden te wisselen. Op dat ogenblik wordt het paneel "start delayed" getoond. De startprocedure wordt dan hernomen met het paneel "10 minuten". 202. In uitzonderlijke omstandigheden kan de wedstrijd achter de Safety Car – de Safety Car draagt de woorden “Safety Car” op de achterkant en op de zijkanten; de wagen is voorzien van gele zwaailichten op het dak worden gestart. De procedure is als volgt: • 15 minuten voor de start neemt de Safety Car vooraan op de startgrid plaats; • indien er een normale start wordt gegeven, blijft de Safety Car op de piste tot en met het geven van het paneel “5 minuten”. Na dit paneel verlaat de Safety Car het startvlak. • indien er een start achter de Safety Car wordt gegeven, steekt deze zijn gele zwaailichten aan bij het tonen van het paneel “5 minuten”. Eens de rode startlichten uitgaan, verlaat de Safety Car het startvlak, gevolgd door alle wagens in gridorde, op een onderlinge afstand van minder dan vijf wagenlengtes. Er is geen formatieronde en de wedstrijd begint als de leider voor de eerste maal de finishlijn overschrijdt; • enkel tijdens de eerste ronde wordt inhalen toegelaten, indien een wagen achterstand heeft door het verlaten van zijn positie op de grid en indien de wagens die volgen moeten inhalen om de overige wagens niet te vertragen; • een piloot die achterstand opliep door het verlaten van de grid, moet plaatsnemen op het einde van de rij wagens die achter de Safety Car rijden. Zijn meerdere wagens in dit geval, moeten zij de rij wagens vervoegen in de orde volgens dewelke zij de grid hebben verlaten; • een “Stop and go penalty” van 10 seconden wordt opgelegd aan iedere piloot die, volgens het oordeel van de Koersdirecteur onnodig een andere wagen heeft ingehaald tijdens de eerste ronde. WEDSTRIJD 203. Een wedstrijd wordt niet afgebroken in geval van regen, tenzij de piste is geblokkeerd of het te gevaarlijk is om verder te rijden. SAFETY CAR 204. De Safety Car wordt ingezet om de wedstrijd te neutraliseren, dit enkel na beslissing van de Koersdirecteur. Hij wordt enkel gebruikt indien piloten of officiëlen in gevaar verkeren, maar de omstandigheden zijn niet van dien aard dat de wedstrijd moet afgebroken worden. Elke inbreuk op de Safety Car-reglementering wordt bestraft met een “Stop and go penalty” van 10 seconden. 205. Wanneer de Koersdirecteur de Safety Car uitstuurt, tonen alle baanposten eerst een gestrekte gele vlag en het paneel "SC" en dit tot het einde van de interventie van de Safety Car. Aan de startlijn wordt het gele knipperlicht ontstoken. Alle wagens vertragen en inhalen is absoluut verboden. 206. Wanneer de Koersdirecteur dit veilig acht, zal de Safety Car met ontstoken oranje zwaailichten de piste oprijden, ongeacht waar de leider van de wedstrijd op dat ogenblik zit. 207. Iedere keer dat de Safety Car aan een baanpost voorbijkomt, wordt de gele vlag gezwaaid tot de Safety Car en de wagens die hem volgen in de volgende sector zijn. 208. Alle wagens moeten in een rij achter de Safety Car plaatsnemen en hun snelheid aanpassen, zodat zij hun voorganger volgen op een afstand van niet meer dan 5 wagenlengten. Het is verboden in te halen, tenzij dit wordt opgedragen door de passagier van de Safety Car. Ieder voertuig dat het tempo en/of de afstand tot zijn voorganger niet kan respecteren, moet onmiddellijk de piste verlaten en in het gras of een andere uitloopstrook rijden. Hij/Zij mag als de toestand veilig is, de piste weer oprijden na de doortocht van het gehele deelnemersveld. Desgevallend dient de betrokken piloot dit zolang de Safety Car procedure duurt elke ronde te herhalen. 209. Vanaf het ogenblik dat hij van de Koersdirecteur daartoe de opdracht krijgt, zal de passagier van de Safety Car wagens doorlaten door middel van de groene zwaailichten op het dak van de Safety Car tot hij de leidende wagen achter zich krijgt. De wagens die doorgelaten werden, rijden aan een gematigd tempo en zonder inhalen verder tot zij de rij van wagens achter de Safety Car bereiken. 210. Terwijl de Safety Car in actie is, mogen de deelnemende wagens aan hun box stoppen, maar ze mogen pas weer buiten rijden wanneer het licht aan de pitlane exit op groen staat. Het groene licht gaat enkel aan wanneer de laatste wagen in de ononderbroken lijn van wagens achter de Safety Car voorbij de uitgang van de pitlane is en enkel om de wachtende wagens op de piste te laten. Daarna blijft het nog 15 seconden
20 branden. Een wagen die opnieuw op de piste komt, moet dat aan een gematigde snelheid doen, tot hij achter aan de rij van wagens achter de Safety Car kan aansluiten. Het is verboden in te halen. 211. Wanneer de Koersdirecteur de Safety Car weer binnen roept, zal deze zijn oranje zwaailichten doven, een teken voor de piloten dat hij aan het einde van deze ronde zijn standplaats zal innemen. Van zodra de Safety Car van de piste afrijdt, wordt het veld vrijgegeven. Aan de startlijn wordt het groene licht ontstoken en wordt een groene vlag gezwaaid. Ook alle baanposten zwaaien gedurende één ronde de groene vlag. 212. Elke ronde die achter de Safety Car wordt afgelegd, wordt beschouwd als een afgelegde ronde. STOPPEN VAN DE WEDSTRIJD 213. Indien het noodzakelijk wordt om de wedstrijd te stoppen omdat de veiligheid niet langer kan verzekerd worden, toont de Koersdirecteur of zijn aangestelde een rode vlag ter hoogte van de finishlijn. Gelijktijdig worden op alle baanposten rode vlaggen gezwaaid. 214. Wanneer het signaal tot stoppen wordt gegeven, moeten alle wagens hun snelheid minderen en is het strikt verboden om in te halen. Men moet op elk ogenblik kunnen stoppen. 215. Alle wagens verzamelen aan de rodevlaglijn. De ingang van de pitlane wordt gesloten, behalve voor wie een toelating van de Koersdirecteur heeft. 216. Geen enkele interventie aan de wagens, van welke aard ook, is toegelaten gedurende de ganse duur van de stopzetting van de wedstrijd, behalve voor wie een toelating van de Koersdirecteur heeft. Dit betekent eveneens dat alle werken in de pitlane en/of boxen moeten ophouden vanaf het tonen van de rode vlag tot aan de herstart van de wedstrijd. 217. Het klassement is dat welk wordt opgemaakt aan het einde van de voorlaatste ronde, voorafgaand aan het tonen van de rode vlag. HERSTART VAN DE WEDSTRIJD 218. 10 minuten voor de herstart wordt het bord "10 minuten" getoond. Dit gaat vergezeld van een geluidssignaal. 219. Wagens die de herstart wensen te nemen van op de startgrid, krijgen 5 minuten de tijd om de pitlane te verlaten om hun plaats in te nemen op de startgrid. 220. 5 minuten voor de start wordt het bord "5 minuten" getoond op de startlijn. Dit gaat vergezeld van een geluidssignaal. De uitgang van de pitlane wordt op hetzelfde ogenblik gesloten tot na de definitieve herstart. 221. Dan volgt de normale startprocedure zoals beschreven in Artikels 188 en 193 tot en met 202. 222. De wedstrijd wordt beschouwd als betwist in twee of meerdere delen en het klassement wordt opgemaakt door optelling van de afstand verreden in deze twee of meerdere delen. 223. De posities van de wagens op de nieuwe startgrid worden bepaald door het klassement van het vorige gedeelte. Mogen echter slechts deelnemen aan dit nieuwe gedeelte: • de wagens die de start genomen hebben en niet opgegeven hebben; • de wagens die de pitlane of de “rode vlag”-lijn hebben kunnen bereiken op eigen middelen en die veilig bevonden zijn door de technische commissie. 224. Ongeacht het aantal onderbrekingen en de tijd van deze onderbrekingen, zal de totale werkelijke tijd van de wedstrijd nooit langer zijn dan de oorspronkelijk aangegeven wedstrijdduur. 225. Indien de wedstrijd niet herstart wordt, dienen alle wagens zich onmiddellijk naar het gesloten wagenpark te begeven. FINISH 226. Het eindsignaal van de wedstrijd wordt op de aankomstlijn – dit is enkel de lijn op de piste, dus niet de pitlane of de deceleratiepiste – gegeven, zodra de leidende wagen de volledige duur van de wedstrijd heeft afgelegd en de aankomstlijn heeft overschreden. 227. Wordt het eindsignaal om het even welke reden gegeven, anders dan voorzien in Art. 226 voordat de leidende wagen de volledige wedstrijdduur heeft gereden, wordt de wedstrijd als beëindigd beschouwd wanneer de leidende wagen voor de laatste keer de aankomstlijn heeft overschreden voor het geven van de zwartwit geblokte vlag. Wordt de zwartwit geblokte vlag om eender welke reden te laat gegeven, wordt de wedstrijd als beëindigd beschouwd op het moment waarop zij normaal beëindigd moest worden. 228. Elke wagen die in de laatste 15 minuten van de wedstrijd stilstaat in de rode zone wordt automatisch uit de klassementen genomen. De rode zone begint op 250 meter van de finishlijn en wordt afgebakend met een
21 witte driehoek als het begin en de finishlijn als het einde. Deze zone wordt doorgetrokken op de deceleratiepiste. 229. Wordt de wedstrijd onder de procedure met de Safety Car afgevlagd, is het klassement datgene dat wordt opgemaakt op het einde van de voorlaatste ronde, voorafgaand aan de ronde waarin de zwartwit geblokte vlag werd gegeven. 230. Na het eindsignaal moeten alle nog rijdende wagens meteen naar het gesloten wagenpark, zonder stoppen, zonder welk object dan ook toegestoken te krijgen en zonder enige hulp van buitenaf, tenzij deze van de baancommissarissen indien die nodig zou zijn. Het is verboden een wagen in te halen op straffe van intrekking van 2 ronden. 231. Elke wagen die niet op eigen kracht naar het gesloten wagenpark kan, wordt onder de exclusieve controle van de baancommissarissen geplaatst, die de wagen indien mogelijk naar het gesloten wagenpark brengen. GESLOTEN WAGENPARK 232. Enkel de officiëlen belast met de bewaking of de controle hebben toegang tot het gesloten wagenpark. Geen enkele tussenkomst van welke aard ook is toegelaten, behalve met uitdrukkelijke toestemming van die officiëlen. 233. De reglementering van het gesloten wagenpark wordt toegepast in de zone tussen de aankomstlijn en de ingang van het gesloten wagenpark. 234. Het gesloten wagenpark moet groot en veilig genoeg zijn opdat geen ongeoorloofde personen toegang kunnen hebben. 235. Indien er geen klachten zijn, blijven de wagens 30 minuten na het uithangen van de voorlopige uitslag in het gesloten wagenpark. RANGSCHIKKING 236. De wagen die aan het einde van de wedstrijd als eerste de eindmeet overschrijdt, wordt eerste geplaatst. Alle afgevlagde wagens worden geklasseerd volgens het aantal ronden dat zij hebben afgelegd en voor degenen die evenveel ronden aflegden, in de volgorde dat ze de eindmeet overschreden. Alle niet afgevlagde wagens worden geklasseerd na de laatst afgevlagde wagen en in volgorde van het aantal ronden. Voor diegenen die evenveel ronden aflegden, geldt de volgorde waarin ze het eerst het betreffende aantal hebben bereikt. 237. Daarenboven dient elke wagen om geklasseerd te worden minimaal 70% (afgerond naar het dichtste volledige cijfer) afgelegd te hebben van de afstand welke door de winnaar in zijn Klasse is afgelegd. Indien een wagen voor zijn laatste ronde meer tijd nodig heeft dan tweemaal de tijd van de snelste wedstrijdronde, dan wordt deze laatste ronde niet in rekening gebracht om de totaal afgelegde afstand van deze wagen te berekenen. 238. Om geklasseerd te worden, moet elke piloot minstens 25% van de duur van de wedstrijd hebben afgelegd. Er moeten minstens twee piloten per wagen worden geklasseerd. Indien er slechts twee piloten op een wagen zijn ingeschreven, en één van beide piloten heeft geen 25% van de duur van de wedstrijd afgelegd, wordt deze wagen uit de uitslag van de wedstrijd geschrapt. Indien er drie piloten op een wagen zijn ingeschreven en één piloot heeft geen 25% van de duur van de wedstrijd afgelegd, wordt de desbetreffende piloot uit de uitslag van de wedstrijd geschrapt, op voorwaarde dat minimaal twee piloten minstens 25% van de duur van de wedstrijd afgelegd hebben. Zo niet wordt deze wagen uit de uitslag van de wedstrijd geschrapt. 239. De officiële uitslag wordt na de wedstrijd gepubliceerd. De enig geldende is deze welke is geofficialiseerd door de Sportcommissie. SLOTCEREMONIE 240. Alle piloten van de wagens die eerste, tweede en derde eindigen in de algemene rangschikking of in de Divisies moeten op het podium deelnemen aan de slotceremonie. 241. Indien er in de Divisie Gastwagens geen 4 wagens per wedstrijd zijn ingeschreven, is er geen podium voor deze Divisie voorzien. 242. Alle piloten van de wagens die eerste, tweede en derde eindigen in de respectievelijke Klassen, worden gehuldigd tijdens de persconferentie. 243. De persconferentie wordt 30 minuten na het podium gehouden in de Mediagroup Van Dyck Belcar-tent, tenzij anders vermeld.
22 GOEDKEURING 244. Reglement goedgekeurd door de NSC van de RACB Sport op 24 januari 2005. Visa nummer : BB 01/05.
Bijlage 1 - Huishoudelijk reglement Bijlage 2 - Merken en types toegelaten tot Mediagroup Van Dyck Belcar 2005 Bijlage 3 - Deelnameformulieren Bijlage 4 - Standaardbestraffingen 2005