sturingsopgave inrichtingsopgave ruimtelijk-functioneel planconept onzekerheid SWOT prioriteit strategie methoden en technieken van ruimtelijke planning planningsdriehoek object proces context ruimtelijke ordening planologie ruimtelijke ontwikkelingen ruimtelijke conflicten duurzaamheid complexiteit planstelsel gemeente provincie regio landelijke overheid nota Ruimte Randstad 2040 scenarioplanning communicatie transparantie cyclisch-iteratief ruimte en samenleving besluitvorming government en governance geleiden en interveniëren beleid politiek normen waarden en doelen in de ruimtelijke planvorming actoren stakeholders shareholders schaalniveau klimaatontwikkeling mondialisering internationalisering krimpende steden Wet Ruimtelijke Ordening Nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening ruimtelijke samenhang milieueffectrapportage facetplanning sectorplanning integraal bottom-up topdown evaluatie en monitoring monodisciplinair multidisciplinair interdisciplinair transdisciplinair afstemming samenhang doelgerichtheid belangen Stedebouwkundige Basisbegrippen 4 voor multi-crite de BSc BKanmacht alternatievenontwikkeling alyse ria horizontale en verticale coördinatie planologische kernbeslissing plancyclus netwerkstad tijd participatie EU maakbaarheid ruimtelijke kwaliteit probleem(veld)definitie gebruikersgroepen design for all ambiguïteit sociale cohesie segregatiePlanning verdelingsvraagstuk BK6020 / BK8060 _ 2ects _ Werkboek Ruimtelijke
Ruimtelijke Planning Najaarsemester 2010 Remon Rooij Herman Rosenboom Leerstoel Ruimtelijke Planning & Strategie Afdeling Stedebouwkunde, faculteit der Bouwkunde
Het eerste, maar zeker niet het laatste woord over de definitie van het vakgebied der Ruimtelijke Planning:
Ruimtelijke Planning is ‘het zoekproces, waarin door planningsactoren samenhangende denkbeelden en strategieën worden ontwikkeld voor het geleiden van en het interveniëren in het proces van wederkerige aanpassing van ruimte en samenleving, met het oog op de realisering van publieke doeleinden. Een en ander in het kader van beleidsvorming en beleidsuitvoering en ter ondersteuning van weloverwogen en democratisch gelegitimeerde besluitvorming over de aanpak van ruimtelijke vraagstukken.’ (Hidding, 2007; p.91) De zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu. (artikel 21 Grondwet)
Inhoud Inleiding ………………………………………………………………………………………… Ruimtelijke Planning voor Bouwkundigen Leerdoel en Beoordelingscriteria Opzet en Didactiek van de cursus Het tentamen en de leerstof Verdere informatie
01
Sessie 1 Ruimtelijke Conflicten …………………………………………………………… 1.1 Krantenartikel en Voorbereidingsvragen 1.2 Literatuur en verwijzingen
07
Sessie 2 Ruimtelijke Ontwikkelingen …………………………………………………………… 2.1 Krantenartikel en Voorbereidingsvragen 2.2 Literatuur en verwijzingen
13
Sessie 3 Waarden en Doelen in de Ruimtelijke Planning 3.1 Krantenartikel en Voorbereidingsvragen 3.2 Literatuur en verwijzingen
21
………………………………
Sessie 4 Het Stelsel van de Ruimtelijke Planning in Nederland 4.1 Krantenartikel en Voorbereidingsvragen 4.2 Literatuur en verwijzingen
…………………….
27
Sessie 5 Werkwijzen van Ruimtelijke Planning ……………………………………….. A. De Basiskarakteristieken van het Planningsproces / De Plancylcus B. Methoden en Technieken van Ruimtelijke Planning 5.1 Krantenartikel en Voorbereidingsvragen 5.2 Literatuur en verwijzingen
35
Sessie 6 SEMINAR Ruimtelijke Planning: het Masterplan
43
………..……………………..
Sessie 7 Ruimtelijke Planning vanuit een theoretisch perspectief 7.1 Krantenartikel en Voorbereidingsvragen 7.2 Literatuur en verwijzingen Oefententamen
……………………..
47
Inleiding Ruimtelijke Planning voor Bouwkundigen Menselijke nederzettingen, van dorpen tot megasteden, van buurten, wijken, tot EU-regio’s, zijn complexe, dynamische, intra- en interacterende systemen. Steden zijn bolwerken van economie en cultuur, van lange termijn investeringen en van het dagelijkse leven. Steden zijn plekken waar mensen naar toegaan om een bestaan op te bouwen. Stedelijke gebieden zijn (relatief) hoog dynamische gebieden, met enerzijds allerlei belangen (bijvoorbeeld milieu en economie) die moeten worden afgewogen, en met anderzijds een verscheidenheid aan actoren die gezamenlijk de stad maken, in stand houden en transformeren. De ‘statische’ stad moet worden onderhouden ten behoeve van de continuïteit van het dagelijkse leven; de ‘dynamische’ stad moet ruimte krijgen ten behoeve van het voortbestaan op langere termijn. De opgave van communicatie over en coördinatie van ruimtelijke ontwikkelingen is, zeker in de stedelijke agglomeraties, groot en de onzekerheid over de effecten van ingrepen navenant. 1 Wanneer we de (ruimtelijke) werkelijkheid beschouwen vanuit een lagenbenadering , is zij op te splitsen in 4 netwerken, die betrekking hebben op alle schaalniveaus:
de laag van het netwerk van de ondergrond (landschap, bodem en water); de laag van de fysieke netwerken (infrastructuur); de laag van de functionele netwerken (activiteitenknopen, ruimtes en functies, consumptie en productie); de laag van de sociaal-maatschappelijke netwerken (het gebruik van de functionele en fysieke netwerken door individuele personen, huishoudens, bedrijven).
Ruimtelijke planning heeft alles te maken met de benoeming van de sociaal-maatschappelijke complexiteit en onzekerheid (4e laag), en van daaruit het identificeren van ruimtelijke plannings- en ontwerpopgaven, ter onderscheid van, en in combinatie met niet-ruimtelijke opgaven. Communicatie en onderbouwing zijn sleutelwoorden. De kern van de ruimtelijke planning is dan ook: cyclisch werken, de communicatie met de relevante actoren, de onderbouwing van voorgestelde ingrepen en de reflectie op en organisatie van de feitelijke ingrepen in de stedelijke transformatie. Het spanningsveld waarin de Ruimtelijke Planning binnen de stedebouwkunde zich bevindt, is dan ook te omschrijven als de combinatie van maatschappelijke ontwikkelingen en hun ruimtelijke implicaties enerzijds, en ruimtelijke ontwikkelingen en hun maatschappelijke implicaties anderzijds.
1
Zie ook Dupuy, G. (2008) Urban Networks – Network Urbanism. Design Science Planning Series. Techne Press Amsterdam
-2-
Ruimtelijke Planning is overal om ons heen. Nederland heeft een lange traditie in het systematisch en planmatig organiseren van de ruimte. Reeds in de Middeleeuwen ontstonden de Waterschappen die ervoor zorgden dat mensen (relatief) veilig en droog in de dorpen en steden in de lage landen van de Rijndelta konden wonen en leven. Maar tegenwoordig zijn het niet alleen meer de overheden (EU, nationale overheid, de provincie, de regio, de gemeente, het waterschap) die aan ruimtelijke planning doen. Ook de markt (corporaties, bedrijven, ed) en de ‘civic society’ (bewoners, groeperingen, belangenbehartigers, ed) dragen hun steentje bij. In de eindtermen van de BSc BK opleiding worden ruimtelijke planning als discipline en de sociaal maatschappelijke context expliciet genoemd. Voor architecten en bouwtechnologen is de ruimtelijke planning relevant, omdat zij veelal de context bepaalt, waarbinnen zij opereren met hun gebouw(deel)ontwerp. Voor stedebouwkundigen, landschapsarchitecten, volkshuisvesters en vastgoedbeheerders behoort de ruimtelijke planning tot de kern van hun kennisdomein. BSc Bouwkunde eindtermen heeft kennis van de basisbegrippen op het gebied van theorie en methoden van stedenbouwkundig ontwerpen, landschapsarchitectuur en ruimtelijke planning heeft begrip van de samenhang tussen stedenbouwkundige compositie, landschappelijke context en functioneel programma, en kan deze samenhang in verband brengen met een maatschappelijke context Uit: Onderwijs- en Examenreglement (OER) BSc opleiding Bouwkunde Studiejaar 2009-2010
Leerdoel en Beoordelingscriteria Het leerdoel van deze cursus Ruimtelijke Planning is studenten kennis te laten maken met het vakgebied der Ruimtelijke Planning, gezien vanuit de Nederlandse situatie. De beoordelingscriteria van deze cursus Ruimtelijke Planning zijn daarbij de volgende: De student kan het proces van de wederkerige aanpassing tussen ‘ruimte’ en ‘maatschappij’ duiden als het object van de ruimtelijke planning De student kan zowel de huidige ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland alsmede de belangrijkste historische ontwikkelingen plaatsen in deze ruimtelijke-maatschappelijke context De student kent de cyclisch-iteratieve basiswerkwijze van de ruimtelijke planner De student kent de volgende methoden en technieken van ruimtelijke planning: SWOT analyse, planconceptontwikkeling, top-down planning, bottom-up planning, mixed scanning, scenarioplanning, strategische planning, alternatieven ontwikkeling, multicriteria analyse, ex-
-3-
ante evaluatie, monodisciplinair, multidisciplinair, interdisciplinair, transdisciplinair, integraal werken, sectoraal werken De student kent het stelsel van Ruimtelijke Planning in Nederland De student heeft theoretische achtergrondkennis van de Ruimtelijke Planning mbt de inrichtings- en sturingsopgave.
Opzet en Didactiek van de cursus De maatschappelijke relevantie van het vakgebied der Ruimtelijke Planning ligt letterlijk ‘op straat’ voor het oprapen. Nederland ligt vol met planningsopgaven op allerlei schaalniveaus. In deze cursus hebben wij getracht een groot aantal van deze praktische planningsopgaven van vandaag, gisteren en morgen de revue te laten passeren om de relevantie, nut&noodzaak en mogelijkheden en onmogelijkheden van het vakgebied RP in beeld te brengen. Ook beogen wij 2 mythes over ruimtelijke planning te ontkrachten: dat (i) ruimtelijke planning iets is dat zich alleen afspeelt op de hogere schaalniveaus, en (ii) dat ruimtelijke planning iets is, wat alleen is voorbehouden aan overheden. In deze cursus Ruimtelijke Planning wordt een serie basisbegrippen Ruimtelijke Planning uiteengezet door middel van deze instructie, kleine voorbereidingsopdrachtjes, casuïstiek, de colleges en de literatuur. Om de student actief te betrekken bij de les- en leerstof, hebben wij deze instructie ontwikkeld die de student helpt om pro-actief (want daar leer je immers het meest van) de colleges en leerstof te lijf te gaan. De collegereeks bestaat uit 7 sessies die allemaal een centraal thema kennen. Elke sessie kent een kleine opdracht (het lezen van een kort (kranten)artikel + het beantwoorden van een klein aantal vragen) die idealiter vooraf aan de colleges en het bestuderen van de leerstof gedaan moet worden. Ook zullen de docenten tijdens de colleges studenten geregeld opdrachtjes geven om tijdens het college over na te denken als input voor dat college. Bij de verschillende sessies hebben we ook gastcolleges, professionals vanuit de praktijk of de wetenschap die rondom het thema van de desbetreffende sessie een illustrerend en/of verdiepend verhaal zullen houden. De zevende sessie zullen de studenten (onder andere) een oefententamen krijgen. De zesde sessie zal een seminar zijn, waarbij meerdere ruimtelijke planning professionals en academici aanwezig zullen zijn. Met hen zal een debat worden aangegaan over de toekomst van de ruimtelijke planning. Dit debat is gebaseerd op vragen die de studenten aanleveren. De thema’s van de 7 sessies: 1. 02/09/2010 Ruimtelijke Conflicten 2. 09/09/2010 Ruimtelijke Ontwikkelingen 3. 16/09/2010 Waarden en Doelen in de Ruimtelijke Planning 4. 23/09/2010 Het Stelsel van de Ruimtelijke Planning in Nederland
-4-
5. 6. 7.
30/09/2010 Werkwijzen van de Ruimtelijke Planning 07/10/2010 SEMINAR Ruimtelijke Planning 14/10/2010 Ruimtelijke Planning vanuit een Theoretisch Perspectief
Het tentamen en de leerstof Het tentamen betreft een twee uur durend schriftelijk (gesloten boek)tentamen aan het eind van het kwartaal. De precieze leerstof voor het tentamen is aangegeven bij elke sessie en behelst altijd al de collegepresentaties én de aangegeven verplichte literatuur (‘tentamenstof’). De leerstof is of downloadable van Internet of is te vinden op BSc6 Blackboard onder Stedebouwkundige Basisbegrippen 4.
Verdere informatie Coördinatoren Dr.ir. Remon Rooij Drs. Herman Rosenboom Leerstoel Ruimtelijke Planning & Strategie, Afdeling Stedebouwkunde www.urbanism.nl; secretariaat Stedebouwkunde - Linda de Vos
Verplichte literatuur Festen-Hoff, K. en F.A.M. Hobma (2009), Recht voor Ingenieurs. 7e druk VSSD. In Bouwshop Hidding, M. (2006) Planning voor Stad en Land. Derde herziene druk. Uitgeverij Coutinho Bussum Op blackboard NIROV en Ministerie VROM (2010) Canon RO.nl. Juryrapport ‘Goed gemaakt’. Downloadable: http://www.canonro.nl/upload/iets.pdf Ruimtelijk Planbureau (2007) De Staat van de Ruimte 2007. Nederland Zien Veranderen. NAi uitgevers Rotterdam. Downloadable: http://www.pbl.nl/nl/publicaties/rpb/2007/De-staat-van-de-ruimte2007.html Spit, T. en P. Zoete (2006) Ruimtelijke Ordening in Nederland. Een Wetenschappelijke Introductie in het Vakgebied. Reeks Planologie Sdu Uitgevers Den Haag Op blackboard
-5-
Rooij, R.M. en H. Rosenboom (2010) Werkboek Ruimtelijke Planning. Stedebouwkundige Basisgebrippen 4 voor de BSc Bouwkunde. Najaarsemester 2010. Leerstoel Ruimtelijke Planning & Strategie, faculteit Bouwkunde, TU Delft Op blackboard
-6-
-7-
Sessie 1 Ruimtelijke Conflicten 02/09/2010 Kernbegrippen Ruimte en Samenleving Actoren en Belangen Schaalniveau Onzekerheid en Complexiteit Probleem(veld)definitie
De casus (die in het college behandeld zullen worden) 1. Het schoolplein 2. De skatebaan 3. De huisvesting van junks 4. Het groen in naoorlogse woonwijken 5. IKEA Delft 6. A4 Midden-Delfland 7. De Westerschelde ontpoldering: land terug aan het water 8. Randstad versus de rest van Nederland 9. Schiphol 10. HSL-Zuid Vraag 1 Wat is het conflict/probleem? Vraag 2 Wie zijn de actoren? Vraag 3 Wat zijn hun belangen? Vraag 4 Wat zijn oplossingsrichtingen? Vraag 5 Wat is de rol van de ruimtelijke planning hierbij?
1.1 Krantenartikel en Voorbereidingsvragen
-8-
(minimaal 1800 meter diep) bijna lege aardgasvelden worden geïnjecteerd met ruimt 10 miljoen ton kooldioxide. Alles ‘ingepakt’ door een ondringbaar gesteente. Barendrecht is een testgebied. Als de proef slaagt, worden met name in NoordNederland nog veel grotere ondergrondse oppervlakten met CO2 gevuld.
Ministers trotseren boze en bange burgers Inwoners en bestuurders Barendrecht geven verzet tegen CO2-opslag niet op NRC 02/12/2009 Barendrecht weet het zeker: ondergrondse opslag van broeikasgas is gevaarlijk. De ministers weten het ook zeker: CO2-opslag is veilig. Barendrecht is boos. Heel erg boos. Na de aanleg van de HSL en de Betuwelijn zijn de plannen voor een ondergrondse CO2-opslag onder twee woonwijken in de Zuid-Hollandse gemeente een brug te ver. Bevolking en college dreigen het kabinet met juridische stappen. De vakministers Cramer (VROM) en Van der Hoeven (EZ) hadden beloofd naar Barendrecht te komen voor tekst en uitleg. Ze gaven de voorkeur aan een publieksdebat boven een speciale raadsvergadering. Niet alleen de bevolking is tegen, ook het college en de raad. De veiligheid zou niet gegarandeerd zijn. En de huizenprijzen gaan kelderen.
‘Hoe u het ook wendt of keert, elk onderzoek toont aan dat het veilig kan. De veiligheid staat voorop, het maakt niet uit of er vijfhonderd of een paar duizend mensen wonen’, aldus de ministers. Boegeroep in de zaal.
Als de plannen doorgaan, zal Shell Pernis in samenwerking met de Nederlandse Aardolie Maatschappij eind 2012 beginnen met de aanleg van een pijplijn van zo’n achttien kilometer. Daar moeten dan op twee locaties onder de grond Vragen
Kunnen de ministers zo maar hun zin doordrukken? Kan de gemeente Barendrecht de ontwikkeling nog voorkomen? Welke niet-technische argumenten zouden nog meer kunnen spelen in deze discussie?
-9-
1.2 Literatuur en Verwijzingen Tentamenstof Spit, T. en P. Zoete (2006) Ruimtelijke Ordening in Nederland. Een Wetenschappelijke Introductie in het Vakgebied. Reeks Planologie Sdu Uitgevers Den Haag → pagina 133 (helemaal onderaan) t/m 136 (tot paragraaf 5.2) over de tegenstrijdigheden in het Nederlandse ruimtelijke planningstelsel
Colleges Rooij, R. en H. Rosenboom (2010) Ruimtelijke Conflicten. BSc6 Lezingencyclus Stedebouwkundige Basisbegrippen 4. Faculteit Bouwkunde, TU Delft
Aanbevolen Literatuur pm
- 10 -
Aantekeningen sessie 1 Ruimtelijke Conflicten
- 11 -
- 12 -
- 13 -
Sessie 2 Ruimtelijke Ontwikkelingen 09/09/2010 Kernbegrippen Ruimte en Samenleving Ruimtelijke Ideaalbeelden en Schrikbeelden De Staat van Nederland o Heldere scheiding tussen stad en land o Binnenstad als hart van de stad o De gemengde buurt o De stedelijke uitbreiding als maquette o Wegen als symbool van ruimte en vrijheid o Het idyllische platteland o Ongerepte natuur Opgaven van de toekomst o Klimaat / Water / Deltaplanologie o Mondialisering / Internationalisering o Krimpende steden 2.1 Krantenartikel en Voorbereidingsvragen zetten en een waterrijk woongebied te creëren. Woningbouw, nieuwe natuur en een kunstmatig 800ha groot meer moesten de streek een sociaaleconomische impuls geven. Het meer ligt er inmiddels en er staan 180 woningen, 300 minder dan gepland. In totaal moeten er 1480 woningen komen in de duurdere prijsklassen.
Blauwestad stagneert in krimpende regio NRC 04/11/2009 De verkoop van kavels in het Oost-Groningse nieuwbouwproject Blauwestad stagneert volledig. Dit jaar werden vier kavels verkocht, tegen negen vorig jaar. In de prognose ging de provincie Groningen uit van een verkoop van 150 kavels per jaar.
Het nieuws rond Blauwestad viel gisteren samen met de presentatie van een rapport over krimp in Groningen. De daling van inwoners en huishoudens is een urgent probleem. In Noordoost-Groningen krimpt de bevolking tot 2025 met 16 procent.
Blauwestad ging vijf jaar geleden van start. Het idee was om oude landbouwgronden onder water te Vragen
Bij welke maatschappelijke ontwikkelingen sluit het plan de Blauwestad aan?
- 14 -
Plankaart De Blauwestad
- 15 -
Dat de regio langzaam maar zeker leeg loopt is nu geaccepteerd. Vooral mentaal was dit een groot probleem. Groei is wat men van nature wil: meer groei, meer marktaandeel, meer inwoners. Deze leegloop levert een groot aantal problemen op. De huizenprijzen zijn gedaald, de verpaupering dreigt in buurten waar de leegstand oprukt. Basisscholen hebben moeite om de klassen vol te krijgen.
Meer ruimte voor de achterblijvers De Volkskrant 14/10/2009 R. du Prè Parkstad Limburg rouwde om de leegloop. Het roer is nu inmiddels om. De gemeenten willen samen werken aan een sterke regio.
Het doel is nu het leefbaar houden van de streek voor de mensen die er straks nog wel wonen. De gemeenten proberen samen van de krimp een ‘kans’ te maken. Niet elke gemeente kan alle voorzieningen, zoals scholen, verpleeghuizen, theaters en winkelcentra overeind houden. Liever één groot centrum in Heerlen met veel aanbod van winkels dan leegloop in alle centra tegelijk. Ten aanzien van krimp worden er wel positieve en negatieve effecten onderscheiden: Positief: een zegen voor natuur, milieu en landschap; daling huizenprijzen en het verdwijnen van wachtlijsten voor huurwoningen; verwijderen van lelijke oude woningen. Negatief: de uittocht is een zichzelf versterkend proces, mensen met mogelijkheden trekken weg, de sociaal zwakkeren blijven achter; koopwoningen worden onverkoopbaar en huurwoningen komen leeg te staan; aan onderhoud van huizen en gebouwen wordt steeds minder aandacht besteed;verloedering en vandalisme slaan toe; alleen ouderen en de allerarmsten blijven over: de gemeente wordt een spookstad.
In het Zuid-Limburgse Landgraaf is een mooi voorbeeld van de positieve kant van de krimp te zien. In een wijk waar voor enkele jaren nog hoge galerijflats stonden zijn deze flats nu gesloopt. Daarvoor in de plaats staan er nu nieuwe appartementen en ruime eengezinswoningen. Er is nu ook ruimte voor brede groenstroken, doorsneden door vriendelijke wandelpaden.
Vragen
Geef meer voorbeelden hoe van krimp een kans gemaakt kan worden.
- 16 -
2.2 Literatuur en Verwijzingen Tentamenstof Ruimtelijk Planbureau (2007) De Staat van de Ruimte. Nederland Zien Veranderen. NAi uitgevers Rotterdam. Downloadable: http://www.pbl.nl/nl/publicaties/rpb/2007/De-staat-van-de-ruimte-2007.html → Pagina 8-37 NIROV en Ministerie VROM (2010) Canon RO.nl. Juryrapport ‘Goed gemaakt’. Downloadable: http://www.canonro.nl/upload/iets.pdf
Colleges Rooij, R. en H. Rosenboom (2010) Ruimtelijke Ontwikkelingen. BSc6 Lezingencyclus Stedebouwkundige Basisbegrippen 4. Faculteit Bouwkunde, TU Delft - De Staat van de Ruimte (RPB, 2007) - Netwerkstad (Rooij, 2005) - Leisure City (EMU, 2008) Sijmons, D. (2010) De Gevolgen van de Klimaatontwikkeling voor de Ruimtelijke Planningsopgaven in Nederland. BSc6 Lezingencyclus Stedebouwkundige Basisbegrippen 4. Faculteit Bouwkunde, TU Delft Zandbelt, D. (2010) Internationalisering en Mondialisering: Gevolgen voor de Nederlandse Stad en Regio. BSc6 Lezingencyclus Stedebouwkundige Basisbegrippen 4. Faculteit Bouwkunde, TU Delft
Aanbevolen Literatuur Noordhoff Uitgevers (2009) De Bosatlas van Nederland Planbureau van de Leefomgeving (2010) De staat van de ruimte 2010. De herschikking van stedelijk Nederland. Den Haag/Bilthoven. Downloadable: http://www.rivm.nl/bibliotheek/digitaaldepot/De_Staat_van_de_Ruimte_WEB.pdf
- 17 -
- 18 -
Aantekeningen sessie 2 Ruimtelijke Ontwikkelingen
- 19 -
- 20 -
- 21 -
Sessie 3 Waarden en Doelen in de Ruimtelijke Planning 16/09/2010 Kernbegrippen ruimtelijke kwaliteit planning is niet neutraal maakbaarheid belangen en macht afweging van doelen en verdeling van middelen design for all sociale cohesie duurzaamheid & leefbaarheid ambiguïteit
3.1 Krantenartikel en Voorbereidingsvragen deze Bavelse Berg en het omliggende terrein, 65 hectare, een ‘leisurecomplex’ maken, gericht op wellness en sport. Compleet met winkels, horeca, evenementenhal, helihaven en skihal. Goed voor meer dan twee miljoen bezoekers per jaar en 750 nieuwe banen.
Dorpsbewoners zijn bang voor de feestberg NRC 30/10/2009 - door Jessica van Geel De Bavelse Berg, ooit vuilstort, moet skiers, feesten congresgangers gaan trekken. Tot afschuw van de omwonenden. Maar met de plannen lukt het niet zo.
…Zo’n complex past totaal niet in de landelijke omgeving van Bavel, zegt Ben Akkermans, voorzitter van de Dorpsraad Bavel… …Bewoners maken zich vooral zorgen over de verkeersoverlast… …Vanaf Breda moeten er bussen gaan rijden naar de Bavelse Berg, maar dat werkt niet. Iedereen heeft tegenwoordig een tomtom en rijdt direct naar de festivallocatie… …Dan het geluid. In de MER staat dat er twaalf dagen per jaar evenementen mogen worden gehouden die de geluidsnorm overschrijden. …En de overlast van de helihaven is helemaal een ramp…
Ze moeten er vooral van af blijven. De berg lekker met rust laten. Vraag je oudere bewoners van Bavel naar de plannen met de voormalige vuilstortplaats, dan is dit kortweg hun antwoord. Tegenwoordig is alleen nog een 25 meter hoge bult te zien, begroeid met geel gras, maar de meeste Bavelaars kennen de plek nog uit de tijd dat werd gestort. …Breda, waar Bavel toebehoord, heeft andere plannen. De gemeente tekende in 2007 een samenwerkingsovereenkomst met projectontwikkelaars Grontmij en ING Real Estate. Ze zouden van
- 22 -
Het gaat Breda vooral om de komst van een nieuwe evenementenhal, die in 2012 open zou moeten gaan. Sinds de sluiting van Het Turfschip, in 1998, heeft de stad geen plek meer voor congressen en andere massale bijeenkomsten.
Dat past niet in het beeld van de toekomst van de openbare ruimte in Nederland. Vooral niet als de stad Breda zich inzet om van het HSL station het belangrijkste openbaarvervoerknooppunt van NoordBrabant te maken’, aldus Breda bewoner en emiritus hoogleraar Vastgoedkunde Kohnstamm.
…’De Bavelse Berg is een locatie die volledig gericht is op automobiliteit. Er is geen OV aanwezig.
Foto: De Bavelse Berg Vragen
Wie zijn de belangrijkste actoren in deze planningsopgave? Welke belangen hebben de verschillende actoren?
- 23 -
3.2 Literatuur en Verwijzingen Tentamenstof Hidding, M. (2006) Planning voor Stad en Land. Derde herziene druk. Uitgeverij Coutinho Bussum → Pagina 89-113; Hoofdstuk 4 Ruimtelijke Planning onder de loep Spit, T. en P. Zoete (2006) Ruimtelijke Ordening in Nederland. Een Wetenschappelijke Introductie in het Vakgebied. Reeks Planologie Sdu Uitgevers Den Haag → pagina 17 t/m 30 (paragraaf 1.2) over Het werkveld van de Ruimtelijke Planning
Colleges Rooij, R. en H. Rosenboom (2010) Waarden en Doelen in de Ruimtelijke Planning. BSc6 Lezingencyclus Stedebouwkundige Basisbegrippen 4. Faculteit Bouwkunde, TU Delft Vollebregt, A. (2010) Spatial Planning in Vulnerable Communities; Values and Goals Revisited. BSc6 Lezingencyclus Stedebouwkundige Basisbegrippen 4. Faculteit Bouwkunde, TU Delft (in English) Vanstiphout, W. (2010) Ontwerp en Politiek. Hoe (politieke) waarden en doelen hun neerslag vinden in stedebouwkundige plandocumenten. BSc6 Lezingencyclus Stedebouwkundige Basisbegrippen 4. Faculteit Bouwkunde, TU Delft
Aanbevolen Literatuur pm
- 24 -
Aantekeningen sessie 3 Doelen en Waarden in de Ruimtelijke Planning
- 25 -
- 26 -
- 27 -
Sessie 4 Het Stelsel van de Ruimtelijke Planning in Nederland 23/09/2010 Kernbegrippen nationaal, provinciaal, regionaal, lokaal grensoverschrijdend WRO, nWRO Horizontale coördinatie, verticale coördinatie Sectorplanning, facetplanning nota Ruimte, Randstad 2040, provinciale structuurvisie, gemeentelijke structuurvisie, bestemmingsplan Instituties; van government naar governance
4.1 Krantenartikel en Voorbereidingsvragen debat over de vraag of waterschappen niet zouden moeten worden afgeschaft. Provincies zouden de taken wel kunnen overnemen, was de redenering. Met dit plan gebeurt feitelijk het omgekeerde.
‘Andere overheden zijn duurder’ Waterschap: laat ons meer werk doen NRC 04/11/2009 – door Arjen Schreuder
Veel waterplannen van overheden overlappen elkaar, menen de waterschappen. Plannen van provincies kosten onnodig veel geld. ‘Het kan simpeler, aldus Sybe Schaap, voorzitter van de Unie van Waterschappen. Zo moet alleen nog het Rijk strategische waterplannen maken en moeten de waterschappen operationele plannen maken. En als het aan de waterschappen ligt, is ook de rol van de provincies bij de vijfjaarlijkste toetsing van dijken en kades uitgespeeld.
De waterschappen kunnen honderden miljoenen euro’s per jaar besparen op waterbeheer en waterzuivering. Dat staat in een plan van de waterschappen, dat vandaag gepresenteerd wordt aan het kabinet. De grootste besparingen halen de waterschappen door veel taken bij Rijk, provincies en gemeenten weg te halen. Enkele jaren geleden woedde nog een
- 28 -
Illustratie De Waterschappen van Nederland Vragen
Wat is de rol van Waterschappen in de ruimtelijke planning van Nederland? Welke verantwoordelijkheden hebben gemeentes, provincies en de nationale overheid op het gebied van water?
- 29 -
gebrekkige afstemming, fouten en het niet nemen van besluiten. Juridische ingrepen bieden daarvoor geen oplossing. Integendeel, vluchtiger onderzoek en minder inspraak leiden vaak tot slechtere besluiten met minder draagvlak.
Crisiswet onnodig en juist verkeerd NRC 18/09/2009 De door het kabinet ingediende Crisis- en herstelwet bestrijdt de crisis niet en leidt ook niet tot snellere besluitvorming. Deze wet lijkt vooral bedoeld om omstreden projecten toch te kunnen doorzetten. Met als gevolg minder aandacht voor natuur, milieu en leefomgeving en minder rechtsbescherming voor burgers en bedrijven. In een tijd waarin de Natuuren Milieubalans 2009 van het Planbureau voor de Leefomgeving laat zien dat vrijwel alle doelen voor 2020 niet worden gehaald, is dat ronduit onverantwoord.
Daarnaast zijn allerlei wetten in de afgelopen jaren allang vereenvoudigd en gestroomlijnd, zoals bij de modernisering van de milieueffectrapportage, de Spoedwet Wegverbreding, de komende wijziging van de Tracéwet, de Interimwet Stad en Milieu en de gewijzigde wet op de ruimtelijke ordening. De Crisis- en herstelwet zou alleen moeten gelden voor een duidelijk beperkt en zorgvuldig gekozen aantal projecten die al in een vergevorderd stadium van besluitvorming zijn, en die van groot economisch en duurzaam belang zijn. Daar zijn Nederland en de crisis mee geholpen.
Op Prinsjesdag heeft het Kabinet de langverwachte wet naar de Tweede Kamer gestuurd… …Bijna alle grote projecten, van de A4 Midden Delfland, de snelweg Schiphol-Amsterdam-Almere tot vliegvelden bij Twente, Lelystad en Eindhoven, vallen straks onder deze wet. De Raad van State heeft al forse kritiek geuit op deze Crisiswet. De Raad vindt dat hij niet doet waar deze voor bedoeld is: een snellere procesgang en meer inkomen creëren. Uit alle onderzoeken blijkt dat de kern van de vertraging bij grote projecten meestal niet zit bij juridische procedures, maar bij de overheid zelf:
Vragen
Hand Bartelink, De 12 Landschappen Jan Jaap de Graeff, Natuurmonumenten Johan van de Gronden, WNF Joris Hogenboom, Provinciale Milieufederaties Hidde van Kersen, de Waddenvereniging Mirjam de Rijk, Natuur en Milieu Liesbeth van Tongeren, Greenpeace Fred Wouters, de Vogelbescherming
Wat is het PBL? Wie zijn de auteurs van deze ingezonden brief en wat is hun rol en positie in de ruimtelijke planning in Nederland?
- 30 -
4.2 Literatuur en Verwijzingen Tentamenstof Festen-Hoff, K. en F.A.M. Hobma (2009), Recht voor Ingenieurs. 7e druk VSSD. → hoofdstuk 13 Bouwen en Ruimtelijke Ordening
Colleges Rooij, R. en H. Rosenboom (2010) Het Stelsel van de Ruimtelijke Planning in Nederland. BSc6 Lezingencyclus Stedebouwkundige Basisbegrippen 4. Faculteit Bouwkunde, TU Delft Schrijnen, J. (2010) De Kracht van de Regio; Wat is de Rol van de Randstad in de Nederlandse Planning?. BSc6 Lezingencyclus Stedebouwkundige Basisbegrippen 4. Faculteit Bouwkunde, TU Delft Nadin, V. en D. Stead (2010) The NL spatial planning compared to European planning cultures. BSc6 Lezingencyclus Stedebouwkundige Basisbegrippen 4. Faculteit Bouwkunde, TU Delft
Aanbevolen Literatuur e Festen-Hoff, K. en F.A.M. Hobma (2009), Recht voor Ingenieurs. 7 druk VSSD. → hoofdstuk 15 Milieurecht Hidding, M. (2006) Planning voor Stad en Land. Derde herziene druk. Uitgeverij Coutinho Bussum → Pagina 115-133; paragraaf 5.1 t/m 5.3 over het stelsel van Ruimtelijke Planning in NL Wet Ruimtelijke Ordening; http://wetten.overheid.nl/BWBR0020449/geldigheidsdatum_06-11-2009 → Artikel 1, 2, 3
- 31 -
- 32 -
Aantekeningen sessie 4 Het Stelsel van de Ruimtelijke Planning in Nederland
- 33 -
- 34 -
- 35 -
Sessie 5 Werkwijzen van Ruimtelijke Planning 30/09/2010 A De basiskarakteristieken van het Planningsproces / de Plancyclus; kernbegrippen cyclisch-iteratief werken omgaan met de maatschappelijke onzekerheid, complexiteit en dynamiek doelgerichtheid en prioriteit in ruimte en tijd object, proces, context inrichtingsopgave en sturingsopgave leren en verbeteren door evaluatie en monitoring communicatie en transparantie B Methoden en Technieken van de Ruimtelijke Planning; kernbegrippen SWOT analyse Planconcept Top-down – bottom-up – mixed scanning Integraal – sectoraal Scenarioplanning Strategische Planning Alternatievenontwikkeling + multicriteria analyse ex ante / ex post / andante evaluatie en monitoring Mono-, Multi-, Inter-, Transdisciplinair Participatieve planvorming Strategische keuzebenadering Stratcon Gebiedsontwikkeling (PPS) Ontwikkelingsplanologie
5.1 Krantenartikel en Voorbereidingsvragen
- 36 -
Maar niet iedereen is enthousiast. Want bij alle vernieuwing blijft er van het plein weinig meer over. De bestaande bebouwing wordt in volume ‘aanzienlijk vergroot’ en de openbare ruimte ‘sterk teruggedrongen’, aldus een adviescollege, de Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling. ‘De overblijvende ruimte zal niet als plein worden ervaren. Er dreigt een introverte ruimte te ontstaan, verscholen in de buurt, zonder de levendigheid en aantrekkingskracht die passen bij een nieuw hart voor de wijk.’ ‘Het plein wordt nu nog goed gebruikt. Mensen komen elkaar tegen en knopen gesprekken aan. Kinderen spelen er. Mensen zitten op bankjes te lunchen. Het is best gezellig. Het draagt bij aan wederzijdse acceptatie’, aldus bewoner Rutte.
Bruisend hart dreigt dicht te slibben met supermarkt Bewoners en bestuurders van Amsterdamse stadsdeel Slotervaart zijn het niet eens over herinrichting van berucht plein NRC 04/12/2009 Eerst even een misverstand uit de wereld helpen. Veel mensen denken dat het aan het Amsterdamse August Allebéplein niet pluis is. Dat met name Marokkaanse jongeren het centrum van de wijk Overtoomse Veld terroriseren. Hoe anders is de werkelijkheid. Bewoner Boomgaard: ‘Ik kan natuurlijk niet ontkennen dat mensen als Samir A. en Mohammed B. hier zijn geboren. Maar mijn kinderen hebben hier een fantastische jeugd gehad. En hangjongeren heb je overal.’
De bewoners hebben een alternatief plan gemaakt. Het liefst willen de omwonenden hun alternatief in ‘coproductie’ met het stadsdeel uitwerken. Rutte: ‘Het stadsdeel heeft altijd de mond vol van samenwerken.’ Maar in de praktijk verloopt de samenwerking moeizaam. Ketelaar: ‘Er is vier jaar aan dit plan gewerkt. We hebben veel energie gestoken in de inspraak. De actievoerders willen nu helemaal terug naar af. Zelfs als we dat zouden willen, dan is dat onmogelijk doordat er zo veel andere partijen bij dit plan zijn betrokken.
Het stadsdeel Slotervaart wil het plein weer tot het ‘bruisende hart’ van Overtoomse Veld maken. Projectontwikkelaars, woningcorporaties en de overheid steken honderden miljooenen euro’s in de bouw. Stadsdeelwethouder Ketelaar: ‘We zijn blij dat men in tijden van crisis deze bedragen wil investeren.’
Vragen
Waarom is/blijkt participatieve planvorming zo lastig? Hoe kom je achter de criteria voor ‘een goed August Allebéplein’?
- 37 -
Het August Allebéplein 5.2 Literatuur en Verwijzingen Tentamenstof Spit, T. en P. Zoete (2006) Ruimtelijke Ordening in Nederland. Een Wetenschappelijke Introductie in het Vakgebied. Reeks Planologie Sdu Uitgevers Den Haag → pagina 86 t/m 88 (paragraaf 3.2.1) over Fasen in Planningsprocessen → pagina 96 t/m 98 (paragraaf 3.4) over Integraal werken met haar valkuilen → pagina 185 (paragraaf 6.3.3, box 6.1) over Communicatieve Ruimtelijke Planning
- 38 -
Colleges Rooij, R. en H. Rosenboom (2010) De Werkwijze van de Ruimtelijk Planner. BSc6 Lezingencyclus Stedebouwkundige Basisbegrippen 4. Faculteit Bouwkunde, TU Delft Rooij, R. en H. Rosenboom (2010) Methoden en Technieken van de Ruimtelijke Planning. BSc6 Lezingencyclus Stedebouwkundige Basisbegrippen 4. Faculteit Bouwkunde, TU Delft Zonneveld, W. (2010) De Rol van Planconcepten in de Ruimtelijke Planning. BSc6 Lezingencyclus Stedebouwkundige Basisbegrippen 4. Faculteit Bouwkunde, TU Delft Rocco, R. (2010) Strategic Planning. BSc6 Lezingencyclus Stedebouwkundige Basisbegrippen 4. Faculteit Bouwkunde, TU Delft (in English)
Aanbevolen Literatuur Rijksplanologische Dienst (1997), Nederland 2030 Zonneveld, W. en F. Verwest (2005) Tussen droom en retoriek. De conceptualisering van ruimte in de Nederlandse planning. Ruimtelijk Planbureau. NAi Publishers, Rotterdam Hulsbergen, E.D. and I.Kriens (2003) Monograph Plancycle. Spatial Planning chair, department of Urbanism, faculty of Architecture, Delft University of Technology. http://www.tudelft.nl/rmrooij/ (Education) Brouwer, M., E. Hulsbergen en I. Kriens (2004) Monograph Strategy. Spatial Planning chair, department of Urbanism, faculty of Architecture, Delft University of Technology. http://www.tudelft.nl/rmrooij/ (Education)
- 39 -
- 40 -
Aantekeningen sessie 5 Werkwijzen van de Ruimtelijke Planning
- 41 -
- 42 -
- 43 -
Sessie 6 Seminar Ruimtelijke Planning: het Masterplan 07/10/2010 De rol en positie van het Masterplan Binckhorst binnen de ruimtelijke planningscontext. Het Masterplan Binckhorst is het eindproduct van de urban management game van het ontwerponderwijs in de BSc6. Het Masterplan is een op uitvoering gerichte (strategische) visie, waarbij een aantal zaken zullen zijn vastgelegd, maar ook een aantal zaken nog open zullen zijn. In dit seminar bespreken we de (on)bruikbaaheid, (in)flexibiliteit en (on)robuustheid van de Masterplannen die in de management game zijn ontwikkeld. De Binckhorst heeft enerzijds duidelijk behoefte aan sturing, visie en interventie, maar anderzijds is het gebied zo groot (en de transformatie zal zoveel tijd in beslag nemen) dat flexibiliteit gewenst is om in de toekomst in te kunnen springen op verander(en)de sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen. De experts zullen zich in het seminar buigen over de door de studenten geformuleerde vragen met betrekking tot hun eigen masterplan. Daarnaast zal de dagvoorzitter (Rooij/Rosenboom) de experts aan de tand voelen op basis van studentenvragen rondom het thema Ruimtelijke Planning in het algemeen. Een aantal van de experts (reeds opgetreden tijdens de colleges) Dr Roberto Rocco Prof. Dr Wil Zonneveld Prof. Ir Joost Schrijnen Ir Alexander Vollebregt Prof. Vincent Nadin Dr Dominic Stead Prof. Ir Dirk Sijmons Ir John Westrik Ir Daan Zandbelt Prof. Dr Wouter Vanstiphout
- 44 -
Aantekeningen Seminar
- 45 -
- 46 -
- 47 -
Sessie 7 Ruimtelijke Planning vanuit een theoretisch perspectief 14/10/2010 Kernbegrippen inrichtingsopgave en sturingsopgave planningsdriekhoek: object, context, proces de ontwikkeling van het polycentrische stedelijke veld van government naar governance publiek-private-samenwerking
6.1 Krantenartikel en Voorbereidingsvragen
Almere Uitbreiding van de stad: impuls voor kenniseconomie of overbodige milieubelasting? NRC 05/11/2009 Dubbelstad geeft dynamiek De Randstad kan niet zonder uitbreiding van Almere, stellen Bernard Wientjes (voorzitter VNO-NCW), Elco Brinkban (voorzitter van Bouwend Nederland) en Loek Hermans (voorzitter MKB Nederland) Niemand wil wonen in dat verre Almere Het is veel te duur en leidt tot een dagelijkse volksverhuizing, stelt Mirjam de Rijk, algemeen directeur Stichting Natuur en Milieu.
Via een Erasmusbrug naar Almere Wie wil groeien, moet durf hebben. Verbind Almere en Amsterdam dus met een brug of tunnel, zegt architect en stedebouwkundige Winy Maas.
- 48 -
Almere en minister Bos ruziën over nieuw spoor AD 06/11/2009 – J. Boer, J. de Vreede Het kabinet neemt vandaag waarschijnlijk een beslissing over de ontwikkelingsmogelijkheden van Almere. Almere wil, mede op verzoek van het kabinet, alleen al 10.000 woningen bouwen in het IJmeer. Almere groeit hiermee van de huidige 187.000 inwoners naar 350.000 inwoners in 2030. Dit kan, volgens Almere, echter niet zonder de aanleg van de IJmeerspoorlijn. Hiervoor is echter veel geld nodig, zo’n vier tot zes miljard. Dit geld moet van minister Bos komen die daar niet veel voor voelt. Echter Almere, bij monde van wethouder Duivesteijn, weigert zonder aanleg van deze ‘cruciale’ spoorverbinding te gaan bouwen. Voorzien wordt dat er een compromis tot stand komt: Almere mag 10.000 woningen buitendijks gaan bouwen en er komt een studie naar de haalbaarheid van de IJmeerspoorlijn.
Vragen
Wat is voor de beschreven casus Almere de inrichtingsopgave en sturingsopgave?
6.2 Literatuur en Verwijzingen Tentamenstof Hidding, M. (2006) Planning voor Stad en Land. Derde herziene druk. Uitgeverij Coutinho Bussum → Pagina 89-113; Hoofdstuk 4 Ruimtelijke Planning onder de loep Spit, T. en P. Zoete (2006) Ruimtelijke Ordening in Nederland. Een Wetenschappelijke Introductie in het Vakgebied. Reeks Planologie Sdu Uitgevers Den Haag → pagina 17 t/m 30 (paragraaf 1.2) over Het werkveld van de Ruimtelijke Planning
- 49 -
Colleges Rooij, R. en H. Rosenboom (2010) De Ruimtelijke Planning vanuit een Theoretisch Perspectief. BSc6 Lezingencyclus Stedebouwkundige Basisbegrippen 4. Faculteit Bouwkunde, TU Delft
Aanbevolen Literatuur Pm
- 50 -
Aantekeningen sessie 7 Ruimtelijke Planning vanuit Theoretisch Perspectief
- 51 -
Oefententamen Stedebouwkundige Basisbegrippen 4 _ Ruimtelijke Planning 1 De nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening geeft de gemeente een aantal formele juridische instrumenten voor haar ruimtelijke ordeningsbeleid. Kruis aan welke. (meerdere antwoorden kunnen goed zijn) O Bestemmingsplan O Masterplan O Uitbreidingsplan O Streekplan O Structuurvisie O Strategisch plan 2 De ‘Staat van Nederland’ van het Ruimtelijk Planbureau (2007) beschrijft 7 ruimtelijke ideaalbeelden/schrikbeelden en 3 opgaven voor de toekomst. Kruis de drie opgaven voor de toekomst aan: O De deltaplanologie O De gemengde buurt O De snelwegen O De scheiding tussen stad en land O De mondialisering O De krimpende stad O De ongerepte natuur O Het idyllisch platteland O De binnenstad als stadshart O De stedelijke uitbreiding als maquette 3 Welke elementen komen voor in de planningsdriehoek van Spit en Zoete (2006)? O Opgave O Object O Context O Actoren O Strategie O Concept
- 52 -
4 Welk instituut heeft NIETS te maken met ruimtelijke ordening? O SCP O KEI O NIROV O EZ O VROM O CPB O LNV O VROM raad O VROM O PBL O NICIS O V&W 5 Ruimtelijke Planning heeft als vakgebied in haar werkwijze per definitie tegelijkertijd met twee (typen) opgaven te maken (Spit en Zoete (2006)). Welke 2? O de ontwerpopgave O de sturingsopgave O de milieuopgave O de verdelingsopgave O de inrichtingsopgave O de communicatieopgave O de planologieopgave
- 53 -
6 Stelling 1: Bij interdisciplinair werken, kijk je over de grenzen van je vakgebied heen. Maar ook over de grenzen van je professionele achtergrond: academici werken dan bijvoorbeeld niet alleen met andere academici, maar ook met beleidsmakers en vakmensen uit de praktijk. Stelling 2: Bij multidisciplinair werken, kijk je over de grenzen van je vakgebied heen. Maar vanuit een gedeelde probleemdefinitie / opgaveformulering / doelstelling, die is samengesteld door de verschillende disciplines tezamen. O O O O
Stelling 1 is juist, stelling 2 is juist Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is onjuist
7 Stelling 1: Mixed scanning is een methode die gebruikt wordt in de ruimtelijke planning. In deze methode worden de top-down en bottom-up benadering gecombineerd. Stelling 2: Ex ante evaluatie is een methode die gebruikt wordt in de ruimtelijke planning. Deze methode wordt ingezet tijdens het proces van planrealisatie. O O O O
Stelling 1 is juist, stelling 2 is juist Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is onjuist
- 54 -
8 Stelling 1 De Randstad als geheel functioneert als daily urban system voor het merendeel van haar bewoners. Stelling 2 VROM’s Randstadvisie 2040 stelt dat het Groene Hart onveranderd en onaangetast moet blijven. O O O O
Stelling 1 is juist, stelling 2 is juist Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is onjuist
9 Stelling 1 Besluitvorming in de ruimtelijke planning is mede door haar systematische werkwijze een volledig rationeel proces. Stelling 2 Ruimtelijke kwaliteit is een ambigu begrip. O O O O
Stelling 1 is juist, stelling 2 is juist Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is onjuist
10 Stelling 1 Volgens Hidding (2007) is het object van de ruimtelijke planning ‘het proces van hoe de ruimte en de ruimtelijke ontwikkelingen de samenleving beïnvloeden.’ Stelling 2 Volgens Hidding (2007) dient de ruimtelijke planning ‘publieke doeleinden te realiseren’. O O O O
Stelling 1 is juist, stelling 2 is juist Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is onjuist
- 55 -
- 56 -
Naam: ………………………………………………………………………………………..
Vraag voor het Seminar ‘Ruimtelijke Planning: het Masterplan’ …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………...
- 57 -