Nadere regel Wmo Gemeente Ede
Inhoud Inhoud
2
Hoofdstuk 1 - Inleiding
3
Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (PGB)
3
Artikel 1. Tarief PGB
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Artikel 2. Hoogte PGB
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Hoofdstuk 3 - Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen of PGB's
4
Artikel 3. Hoogte eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of PGB's
4
Artikel 3a. Duur van de eigen bijdrage
4
Artikel 3b. Geen eigen bijdrage
4
Artikel 3c. Inning eigen bijdrage
4
Artikel 4. Sociaal vervoer
4
Hoofdstuk 4 - Tegemoetkoming meerkosten
4
Artikel 5. Tegemoetkoming voor meerkosten
4
Hoofdstuk 5 - Meldingregeling calamiteiten en geweld Artikel 6. Meldingsregeling calamiteiten en geweld
6 6
Hoofdstuk 6 - Jaarlijkse waardering mantelzorgers
6
Artikel 7. Jaarlijkse waardering mantelzorgers
6
Hoofdstuk 7 - Slotbepalingen
6
Artikel 8. Hardheidsclausule
6
Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel
6
Toelichting
7
Artikel 1. tarief PGB
7
Artikel 3. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of PGB's
7
Artikel 4. Sociaal vervoer
7
Artikel 5. Tegemoetkoming voor meerkosten
7
Artikel 6. Meldingsregeling calamiteiten en geweld
7
Artikel 7. Jaarlijkse waardering mantelzorgers
8
Artikel 8. Hardheidsclausule
8
2
Hoofdstuk 1 - Inleiding In deze nadere regel wordt het PGB, de eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of PGB, alsmede de tegemoetkoming meerkosten verder uitgewerkt. Op een later tijdstip wordt hieraan toegevoegd: - de meldingsregeling calamiteiten en geweld en - de jaarlijkse waardering van mantelzorgers.
Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (PGB)
Artikel 1. Hoogte PGB professioneel 1. Het uurtarief voor een PGB voor Huishoudelijke Hulp door een persoon, die niet als professional werkzaam is, bedraagt 60% van het in de betreffende situatie adequate goedkoopste tarief in natura, zoals de gemeente dat is overeengekomen met een gecontracteerde aanbieder. 2. Het uurtarief voor een PGB voor Huishoudelijke Hulp door een persoon, die als professional werkzaam is, bedraagt 70% van het in de betreffende situatie adequate goedkoopste tarief in natura, zoals de gemeente dat is overeengekomen met een gecontracteerde aanbieder. 3. Het uurtarief voor een PGB anders dan voor Huishoudelijk Hulp: a. is gebaseerd op een in overleg en samenwerking met de belanghebbende opgesteld plan over hoe zij het PGB gaan besteden; b. is toereikend om effectieve en kwalitatief goede ondersteuning in te kopen, en c. is maximaal 90% van het Zorg in Natura tarief. 4. In het tarief voor een PGB wordt geen rekening gehouden met kosten voor administratie en coördinatie en belangenbehartiging. Artikel 2. Hoogte PGB sociale netwerk of niet-professional 1. Het uurtarief voor een PGB: a. is gebaseerd op een in overleg en samenwerking met de belanghebbende opgesteld plan over hoe zij het PGB gaan besteden; b. is toereikend om effectieve en kwalitatief goede ondersteuning in te kopen, en c. bedraagt bij besteding aan een persoon vanuit het sociaal netwerk of door hulpverleners die niet aan de kwaliteitseisen van een professional voldoen, ten hoogste € 20,- per uur en bij kortverblijf maximaal € 30,- per etmaal. 2. In het tarief voor een PGB wordt geen rekening gehouden met kosten voor administratie en coördinatie en belangenbehartiging.
3
Hoofdstuk 3 - Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen of P G B ' s Artikel 3. Hoogte eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
of
PGB's
1. De eigen bijdrage is gelijk aan de werkelijke kostprijs van de voorziening, voor zover in dit artikel of het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 niet anders is bepaald. 2. De eigen bijdrage voor het gebruik van de kortingspas voor de Regiotaxi bedraagt het verschil tussen het laagste reguliere tarief van de Regiotaxi en het Wmo-tarief als bedoeld in artikel 4, eerste lid. 3. De eigen bijdrage voor persoonlijke verzorging, individuele begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf bedraagt: a. € 14,20 per uur bij individuele begeleiding; b. € 14,20 per dagdeel van maximaal vier uur bij begeleiding die wordt verleend in groepsverband. 4. De in het derde lid bedoelde bijdrage voor individuele begeleiding wordt naar evenredigheid verminderd indien korter dan een uur begeleiding wordt verleend. 5. Voor zover de op basis van dit artikel vastgestelde eigen bijdrage hoger is dan de maximale eigen bijdrage die geldt ingevolge het bepaalde in artikel 3.1, eerste lid en artikel 3.8 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 wordt deze vastgesteld op de maximale eigen bijdrage. Artikel 3a. Duur van de eigen bijdrage 1. Voor een traplift in eigendom van de gemeente is maximaal 91 perioden van vier weken een eigen bijdrage verschuldigd. 2. Voor voorzieningen in eigendom is maximaal gedurende 39 perioden van vier weken een eigen bijdrage verschuldigd. 3. Voor andere maatwerkvoorzieningen is een eigen bijdrage verschuldigd zolang de cliënt van de voorziening gebruik maakt dan wel bij PGB's gedurende de periode van de verstrekking. Artikel 3b. Geen eigen
bijdrage
1. Voor woningaanpassingen ten behoeve van een persoon onder 18 jaar is geen eigen bijdrage verschuldigd. Artikel 3c. Inning eigen
bijdrage
1. De eigen bijdrage wordt vastgesteld en geïnd door het CAK met uitzondering van opvang. 2. De eigen bijdrage voor opvang wordt vastgesteld en geïnd door het College. Artikel 4. Sociaal vervoer 1. Voor het reizen met de Regiotaxi met een toegekende kortingspas is voor een rit een tarief verschuldigd, dat is gebaseerd op het tarief dat in het regulier openbaar vervoer wordt gehanteerd. 2. Voor de kortingspas zelf is belanghebbende de aanschafkosten verschuldigd van € 7,50. 3. Belanghebbende kan maximaal per kalenderjaar negenhonderd zones met het collectief aangepaste vervoer reizen tegen het tarief als bedoeld in het eerste lid. Uitbreiding van het aantal zones is mogelijk als er sprake is van zwaarwegende omstandigheden waardoor 900 zones in het specifieke geval onvoldoende blijken te zijn. Belanghebbende dient aannemelijk te maken dat sprake is van zwaarwegende omstandigheden. 4. Als op medische indicatie begeleiding van de belanghebbende tijdens het gebruik van het collectief systeem van aangepast vervoer noodzakelijk is, is de rit voor de begeleider gratis. 5. Als op sociale indicatie begeleiding van belanghebbende nodig is tijdens en na het gebruik van het collectief systeem van aangepast vervoer betaalt belanghebbende behalve voor zichzelf ook voor de begeleider het vaste tarief als bedoeld in artikel 4 . 1 .
Hoofdstuk 4 - Tegemoetkoming meerkosten Artikel 5. Tegemoetkoming voor meerkosten 1. De tegemoetkoming voor: a. Gebruik eigen auto bedraagt maximaal € 800,00 per jaar; b. Verhuiskosten- en inrichtingskosten bedraagt: € 2.750,00; c. Een burger die zijn woning verlaat ten behoeve van iemand met beperkingen maximaal 4
€ 5.799,00; d. Aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel bedraagt € 2.600,00. e. Het bezoekbaar maken van een woning wordt bepaald op basis van: 1. De omvang van de aanpassing; 2. Het programma van eisen voor de aanpassing; 3. De keuze van de cliënt om al dan niet gebruik te maken van een erkende aannemer, en 4. De laagste kostprijs voor het bezoekbaar maken van een woning opgenomen in het door de gemeente gesloten contract met een erkende aannemer; 5. En bedraagt niet meer dan € 5.000,00. f. Indien de voorziening een woningsanering betreft waarbij stoffering en/of vloerbedekking dient te worden vervangen, verlenen burgemeester en wethouders een financiële tegemoetkoming waarbij afhankelijk van de ouderdom van de te vervangen zaken de volgende systematiek wordt gehanteerd: a. Tot 2 jaar oud: vergoeding 100% van het normbedrag; b. Tot 4 jaar oud: vergoeding 75% van het normbedrag; c. Tot 6 jaar oud: vergoeding 50% van het normbedrag; d. Tot 8 jaar oud: vergoeding 25% van het normbedrag; e. Ouder dan 8 jaar: geen vergoeding. Het college sluit aan bij de normbedragen van de Nibudprijzengids. g. Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming voor de kosten van tijdelijke huisvesting geven bij een noodzakelijke aanpassing van de huidige woonruimte van belanghebbende of de door belanghebbende nog te betrekken woonruimte gedurende 6 maanden. 1. De hoogte van een te verlenen financiële tegemoetkoming voor tijdelijke huisvesting bedraagt: a. De werkelijke kosten - met een maximum van € 681,02, zijnde de maximale huursubsidiegrens per maand - in verband met het tijdelijk betrekken van zelfstandige woonruimte; b. De werkelijke kosten - met een maximum van € 350,00 per maand - in verband met het tijdelijk betrekken van niet - zelfstandige woonruimte. h. Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming voor de kosten van het verwijderen van woonvoorzieningen verlenen indien een woning door de aangebrachte voorzieningen onverhuurbaar wordt. Ook kan het college een financiële tegemoetkoming verstrekken voor het verwijderen van een voorziening, die niet meer wordt gebruikt en die door het verwijderen beschikbaar komt voor hergebruik. De financiële tegemoetkoming wordt vastgesteld op de hoogte van de kosten die noodzakelijk gemaakt moeten worden.
5
Hoofdstuk 5 - Meldingregeling calamiteiten en geweld Artikel 6. Meldingsregeling (gereserveerd)
calamiteiten en geweld
Hoofdstuk 6 - Jaarlijkse waardering mantelzorgers Artikel 7. Jaarlijkse waardering (gereserveerd)
mantelzorgers
Hoofdstuk 7 - Slotbepalingen
Artikel 8.
Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van deze Nadere regels als toepassing daarvan leidt tot een onaanvaardbare situatie. Artikel 9. Inwerkingtreding
en citeertitel
1. Deze nadere regel treedt in werking op 1 januari 2016. 2. Deze nadere regel wordt aangehaald als: Nadere regel Wmo.
Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 8 december 2015, onder nummer 40273.
6
Toelichting Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven, worden hieronder behandeld. Artikel 1. tarief PGB Lid 2 In het tarief PGB worden geen kosten opgenomen voor: Administratie De doorlopende administratiekosten die de budgethouder bij derden heeft belegd komen niet voor vergoeding uit het PGB in aanmerking. De PGB-administratie doet een budgethouder zelf of een vertegenwoordiger doet dit zonder hiervoor geld uit het PGB te ontvangen. Met de invoering van het trekkingsrecht worden de administratieve lasten beperkt. - Coördinatie en belangenbehartiging: Een budgethouder komt in principe alleen in aanmerking voor een PGB als hij zelf (of een vertegenwoordiger) op verantwoorde wijze regie kan voeren. Bij een budgethouder zal daarom coördinatie niet aan de orde zijn, deze rol vervult de budgethouder immers zelf of is belegd bij de vertegenwoordiger. Het zelfde geldt voor belangenbehartiging. Artikel 3. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
of
PGB's
Deze bepaling is een uitwerking van artikel 1 1 , vijfde lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Ede 2015. De bedragen per vier weken en de inkomensbedragen worden op grond van artikel 3.8 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 jaarlijks bij ministeriële regeling gewijzigd. Persoonlijke verzorging: het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging in verband met een verstandelijke handicap, zintuiglijke handicap of psychiatrische aandoening/beperking. Kortverblijf: kortdurend verblijf in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger (respijtzorg). Opvang: onderdak en begeleiding voor personen die de thuissituatie hebben verlaten, al dan niet in verband met risico's voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Artikel 4. Sociaal vervoer 1. Voor het gebruik van het collectief vervoer is een vergoeding verschuldigd. Zonder beperking zou de belanghebbende immers ook kosten maken voor het openbaar vervoer. De meerkosten van het collectief vervoer worden middels subsidiëring aan de vervoerder door de gemeente vergoed. 2. De aanschafkosten voor de kortingskaart komen overeen met de kosten van een ov chipkaart. 3. Het gebruik van collectief vervoer tegen een laag tarief is niet onbeperkt. Een aantal van 900zones per kalenderjaar wordt normaal gesproken voldoende geacht om de vervoersbehoefte te dekken. Aanvullende toekenning tot een hoger aantal zones blijft in bijzondere, individueel bepaalde omstandigheden mogelijk. Belanghebbende dient zelf aan te tonen dat er sprake is van bijzondere omstandigheden. 4. Als het om medische reden noodzakelijk is om een begeleider te laten mee reizen, dan kan deze gratis meereizen. Hiervoor is evenmin een eigen bijdrage verschuldigd. 5. Als het om sociale reden noodzakelijk is een begeleider mee te laten reizen dan betalen belanghebbende en de begeleider beide het vaste tarief genoemd in artikel 4 . 1 . 6. Het is alleen toegestaan te reizen met de kortingspas voorzover het gaat om sociaal vervoer. Artikel 5. Tegemoetkoming
voor
meerkosten
De tegemoetkoming wordt op grond van artikel 17 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Ede 2015 op aanvraag verstrekt. Er is geen directe relatie tussen de hoogte van de tegemoetkoming meerkosten en de kosten van het geval waarop de tegemoetkoming betrekking heeft. Artikel 6. Meldingsregeling calamiteiten en geweld Dit artikel wordt op een later moment ingevuld.
7
Artikel 7. Jaarlijkse waardering mantelzorgers Dit artikel wordt op een later moment ingevuld. Artikel 8.
Hardheidsclausule
De hardheidsclausule kan bijvoorbeeld worden toegepast bij een inwoner die te maken heeft met onevenredig hoge zorgkosten en die niet tot de doelgroep van de bijzondere bijstand behoort. Er kan dan op grond van individuele omstandigheden een vergoeding van een deel van de kosten worden gegeven.
8