STEMPELHENGST
NABAB DE RÊVE tekst : Emmanuel Spinnewyn
In 2002 stond hij vanwege zijn eigen springprestaties op de vijftiende plaats van de wereldranglijst, inmiddels staat Nabab de Rêve op de vijfde plaats van de aanpalende lijst - vanwege de springprestaties van zijn kinderen. Die “het” dus niet van een vreemde hebben. Op de wereldranglijst van beste vaderpaarden zit Nabab zijn vader Quidam de Revel op de hielen die daarop tweede staat. Gefokt binnen het BWP en als driejarige goedgekeurd door het SBS is Nabab, overigens net als zijn betreurde halfbroer Guidam, een puur Frans gefokt paard dat buiten Frankrijk furore maakt. Onlangs nog is hij, als geboren BWPer en getogen SBSer, bevorderd tot “Ambassadeur” van het BWP. Meteen al in zijn eerste dekseizoen verwekte Nabab twee kinderen die zouden uitgroeien tot absolute toppers: in de sport is dat de vosruin Paradigm (mv. Pachat II) waarmee de Canadese ruiter Mario Deslauriers nu op de negentiende plaats van de wereldranglijst staat. In de fokkerij is het de bruine SBS-hengst Kashmir van Schuttershof (mv. Ténor Manciais). Maar het bleef natuurlijk niet bij een vliegende start want dan zou Nabab niet acteren in deze rubriek. Als vierjarige eindigde hij op de tweede plaats in de klassieke cyclus. Dat zorgde het jaar daarop voor veel dekkingen, waardoor hij als vijfjarige niet noemenswaard uitkwam in de sport. Dat deed hij pas weer als zes- en zevenjarige, tot en met het WK op domein Zangersheide. Hij zette zijn loopbaan voort onder topruiter Philippe Le Jeune en het ging crescendo. Als achtjarige eindigde Nabab op de tweede plaats in de GP Sires of the World in Mechelen, het jaar daarop won hij deze prestigieuze rubriek. De hengst was elf jaar toen hij de Belgische equipe aan de vierde plaats in de Nations Cup van Rome hielp, aan de tweede plaats in de Nations Cup van La Baule en aan de overwinning in de Nations Cup van Aken. In 2001 nam hij deel aan het EK in Arnhem en een jaar later leverde hij zijn meest opvallende prestatie op de Wereldruiterspelen in Jerez waar het Belgische team brons won. Twee jaar eerder had hij zich als fokhengst onderscheiden door zijn vijfjarige dochter Subliem van ’t Paradijs, die zowel de nationale titel in Gesves als de wereldtitel in Lanaken wist te winnen.
Beroemde harddravers
16
© Jacob Melissen
Nabab’s loopbaan doet dus niet onder voor die van Quidam de Revel. En net als die van zijn vader is ook de loopbaan van Nabab gestuurd door de bekwame hand van diens eigenaar, in zijn geval de bekende Belgische hengstenhouder/dierenarts/ET-specialist Joris de Brabander. De basis van het succes ligt echter niet in België maar in het grazige Normandië. De moederlijn begint met een zekere Oreille, geboren op z’n laatst in 1915, dochter van Un Domino (1898), een hengst die geen gekeurde zonen leverde maar achteraf gezien wel van enig belang is. Zijn vader is de harddraver Portici (1893) die in 14 dekjaren 19 goedgekeurde zoons bracht. Niet verwonderlijk, want Portici’s moeder was een dochter van Serpolet Bai (1874) die uitzonderlijk goed combineerde met Portici’s vader, de legendarische
Nabab de Rêve behoort tot de toonaangevende vaderpaarden binnen de Europese springpaardenfokkerij. Hier zien we hem tijdens het WK in Jerez de la Frontera waar hij met Philippe Le Jeune ging voor de bronzen teammedaille.
NABAB DE RÊVE
Fuchsia (1883). Laatstgenoemde was niet alleen enorm productief met 115 goedgekeurde zoons, hij had kracht en snelheid en vererfde die eigenschappen ook trouw. Fuchsia is één van de stamvaders van het Franse harddraverras, maar via zijn zoon Bémécourt (1901) ook van het Franse springpaard. Bémécourt’s beschrijving doet denken aan de Almé Z-zoon Galoubet A, wiens moeder trouwens een harddraver is. Ter verduidelijking: de Franse harddraver (tegenwoordig: TF) en het Franse zadelpaard (SF) hebben dezelfde oorsprong en zijn pas na de Eerste Wereldoorlog geleidelijkaan uitelkaar gegroeid. En nog steeds maakt de SF-fokkerij (sporadisch) gebruik van TF-materiaal.
Familiefokkerij
© Jacob Melissen
Pas na de Tweede Wereldoorlog komt het lijntje van Oreille in een stroomversnelling en wel door haar achterachter-kleindochter Rose du Fief, die als afgespeend veulen in bezit kwam van Eugène Morel. Morel was een jonge boer die net als zijn buren naast zijn melkvee ook wat paarden hield voor werk en ontspanning. Zijn familie woont nog steeds op de boerderij in St. Aubin de Terregatte, waar Normandië grenst aan Bretagne. Zij zoons Denis en Christian zetten de fokkerij voort onder de stalnaam “de Laume”. Behalve de stam van Rose du Fief (SF-130) hebben ze nog een andere, veel bekendere stam, geërfd van hun grootvader van moederskant François Couétil. Dit is de stam van Caméra (SF-20/21). Deze Caméra (Rantzau xx) is een halfzuster van één van de steunpilaren van het Franse team in de jaren ’80, het Olympische paard Flambeau C (Un Prince xx) van Frédéric Cottier. Het is een echte familiefokkerij want de Morels en de Couétils schuiven van beide stammen paarden heen en weer. Rose du Fief (1939, Kami du Fief) is gefokt uit La Joconde (1933, Vingt Mai) die ook de grootmoeder is van de goedgekeurde hengst Bel
Het internationale springpaard Goldy is een tegenpool van haar volle broer Nabab. De compacte vosmerrie blonk uit door veel souplesse en bloed. Op vijfjarige leeftijd won Goldy brons op het WK voor jonge paarden in Lanaken.
Nabab de Rêve - 1990 - bruin - Ruiter : Philippe Le Jeune (BEL) - Fokker : Stephan de Bruyn, Zandhoven (BEL) Almé Z Jalisco B Tanagra B Quidam de Revel Nankin Dirka Ondine de Baugy Pierreville Artichaut Jariose Melodie en Fa Bel Avenir Caravelle Univers
Ibrahim Girondine Furioso xx Delicieuse Fra Diavolo xx Constellation Harphortas xx Nadine Plein d'Espoirs Duchesse Furioso xx Reaction L'Avenir xx Nicaella Rantzau xx Impératrice
SF SF-28 & 48 TB-1o SF-1 TB-2 SF TB-4d SF-7 SF SF-119 TB-1o SF-68 TB-27a SF TB-23 SF-130
17
NABAB DE RÊVE
SELLE FRANÇAIS FAMILIE 130
THE LEADING MARES
QUELLIA La Joconde
FRANCE
Taquine B
Geisha J
(Atour)
(Rantzau xx)
(Taquin)
MESCAM (Kissovo)
Univers
Caravelle
GRACIEUSE K
(Rantzau xx)
(Bel Avenir)
(Artichaut)
(Paladin des Ifs)
Mélodie en Fa
NABAB
Hémonie (Cully)
(Artichaut)
(Quidam de Revel)
(Vingt Mai)
(Mon Béguin)
Tamise
Bel Orange
(Mon Béguin)
(Quasi Orange)
SF
DE
ISP
CALADIN II
DE
ISP
ISP-SBS
RÊVE
ISP
Auréole
GOLDY
(Nerveux)
(Quidam de Revel)
PRINCE
Oreille (Un Domino)
Violoncelle
DE
(Kalabaka xx of Rantzau xx)
(Irak E)
ISP
ILLICO
CHEUX
Déesse IX (Nostradamus)
130.1
ISP
Impératrice
Rose du Fief (Kami du Fief)
Duchesse
OF
DE
ISP-CH
RÊVE
(Olisco)
Rose dÊIman (Imam d’Or)
Version
ISP
Deesse de Laume
LONGANE
(Lou Piguet xx)
(Vas Y Donc Longane)
DE
LAUBRY
SF
(Grand Veneur)
Beau Veneur
SF
(Grand Veneur)
In dit stamoverzicht staan uitsluitend paarden die genoemd worden in het artikel
Orange (1945, Quasi Orange). Bel Orange was, net als zijn vader Quasi Orange (1938, Orange Peel xx), nogal miskend. Kami du Fief was eveneens van Orange Peel xx; hij was een beetje licht gebouwd, althans naar de smaak van destijds, met nogal een korte hals, zoals het merendeel van de Orange Peel xx-nafok.
Mon Béguin bracht “ras” en beweging In 1947 leverde Rose du Fief haar dochter Duchesse (Mon Béguin). Duchesse was Eugène Morel’s favoriet want zij “wilde alles trekken”, een kwaliteit die we op de achtergrond van onze beste springstammen heel vaak tegenkomen. Haar vader Mon Béguin (1934) beantwoordde volkomen aan de eisen van zijn tijd. Hij ging geweldig, soepel en over veel bodem, had een mooi model en bracht “ras” in de fokkerij. Duchesse kreeg slechts één dochter en dat was Impératrice (1952, Atour). Morel deed haar onder de beste volbloed die in de regio beschikbaar was, de superhete Rantzau xx, waarvan ze drie dochters op rij bracht. De eerste dochter Taquine B (1963) is grootmoeder van het internationale springpaard Quellia de Mescam (1980, Kissovo) onder Stéphane Gramont. De laatste dochter uit Impératrice is Violoncelle (1965) waarvan het niet duidelijk is of Rantzau xx de vader is. Het kan namelijk ook Kalabaka xx zijn. Zij bracht o.a. het internationale springpaard
18
© Jac Remijnse
Prince de Cheux (1981, Irak E) van Marc Houssin. De eerste dochter van Violoncelle is Déesse IX (1969, Nostradamus). Zij deed het goed in de springsport en in het eventing en kwam pas als twaalfjarige in de fokkerij. Déesse IX bracht twee gekeurde zoons: Version (1987) en Beau Veneur (1989), beide van Grand Veneur. Version liep jaren in de sport onder diverse leden van de familie Grossin. Beau Veneur kwam als veulen in bezit van de destijds bekende hengstenhouder Gilbert Lefèvre die hem verkocht aan Franlaren Stud, bij Johannesburg. Tot hij geblesseerd raakte presteerde Beau Veneur zowel in de Zuidafrikaanse springsport als in de dressuursport. Dat laatste zou best wel eens een erfenis van Mon Béguin kunnen zijn. De tak van Déesse IX is ook aanwezig in de huidige topsport met Longane de Laubry (Vas Y Donc Longane). Onder het zadel van Thiago Ribas da Costa won deze SF-ruin vorig jaar o.a. de Grote Prijs van Bonheiden.
Weesje De hoofdpersoon van dit verhaal komt uit de tak van de middelste Impératrice-dochter, de in 1964 geboren Univers. Zij bracht slechts één enkel veulen, een vosmerrie genaamd Caravelle. Tijdens de geboorte barstte Univers’ maag zodat Eugène Morel een pleegmoeder moest zoeken. Caravelle (1968) was, gerekend naar menselijke
NABAB DE RÊVE
maatstaven, een weesje want één van de zes merrieveulens uit het laatste dekjaar van haar vader, de gerenommeerde Bel Avenir (1945, L’Avenir xx). Als zesjarige raakte deze voshengst rechtsachter geblesseerd waardoor hij moeilijk te beoordelen was maar als vaderpaard kreeg hij veel waardering vanwege de mooie hals- en schouderpartij die hij doorgaf. Geen slechte combinatie trouwens, van Bel Avenir uit een Rantzau xx-moeder; dezelfde combinatie zien we bij de moedersmoeder van Baloubet du Rouet. Caravelle bracht vijf dochters en als laatste een zoon. Op oudste dochter Gracieuse K (1972, Artichaut) won Patrice Delaveau twee keer de nationale titel in Frankrijk bij de junioren. Na veulens van Vin d’Honneur en Elf III gebruikte Eugène Morel Artichaut pas weer in 1977, toen Gracieuse K als vijfjarige blijk gaf van een enorm talent. In 1978 kwam dan Melodie en Fa ter wereld, de moeder van Nabab. Denis Morel reed haar als vijfjarige en dat ging zo goed dat de bekende ruiter Christian Hermon haar kocht en haar vervolgens naar België doorverkocht. Daar reed Jan Vleugels haar als zesjarige naar het brons op het nationaal kampioenschap. Haar wedstrijdloopbaan leek alle kans te krijgen want ze verhuisde naar de stal van vader en zoon Pessoa. Een peesblessure gooide echter genoeg roet in het eten om de sport te vergeten. Zij begon bij Stephan de Bruyn in Zandhoven aan een tweede loopbaan als fokmerrie met Nabab de Rêve als eersteling. In 1992 volgde Nabab’s volle zusje Pin Up de Rêve, een vosje dat onder de naam Goldy en met Jenny Zoer in het zadel in 1997 brons won op het WK in Lanaken. Met Peter Geerink presteerde Goldy later op internationaal niveau. In 1996 leverde Melodie en Fa van Olisco de gekeurde hengst Illico de Rêve die naar Zwitserland verhuisde. Illico (zijn jaarletter is overigens niet BWP, maar SF) sprong daar internationaal onder Beat Grandjean. Zijn twee jaar oudere volle broer Rush de Rêve stond ter dekking in Chili.
Goed bloed kan niet liegen!
© Jacob Melissen
Hoewel Nabab in zijn eerste drie generaties geen volbloed voert, is hij toch een halfbloed. In de vierde generatie zien we Rantzau xx, Furioso xx (2x), L’Avenir xx, Harphortas xx en Fra Diavolo xx. In de vijfde generatie zien we Orange Peel xx zelf en diens zoons The Last Orange, Jus de Pomme en Plein d’Espoirs. De beroemde Orange Peel xx zit, zoals eerder gemeld, ook nog in de achtste generatie, als vadersvader van Rose du Fief. Het harddraverbloed achter deze stammoeder komen we ook tegen in Nabab’s moedersvader Artichaut. Irlandaise, de moedersmoeder van Artichaut’s vader Pierreville, was een TF en haar vader Jongleur was een zoon van de eerder in dit verhaal geprezen Bémécourt. Het ‘bloed’ dat Nabab zelf niet zo toont maar wel doorfokt, komt
Walnut de Muze van Harrie Smolders behoort tot de beste kinderen van Nabab in de topsport. Nabab’s eigenaar Joris de Brabander fokte Walnut de Muze middels embryotransplantatie uit zijn beroemde sportmerrie Qerly Chin (Chin Chin).
19
NABAB DE RÊVE
© Peter Van den Bulck
In de huidige topsport is de Franse familie 130 niet alleen present met kinderen van Nabab. Ook het internationale springpaard Longane de Laubry (Vas Y Donc Longane) van Thiago Ribas da Costa is gefokt uit deze merrielijn.
Het internationale springpaard Gracieuse K van Patrice Delaveau is een tante van Nabab de Rêve. Na haar sportcarrière werd Gracieuse K o.a. moeder van het internationale springpaard Caladin II (Paladin des Ifs) van Stephane Delaveau.
dus niet uit de lucht vallen. De resultaten spreken voor zich: Afgelopen zomer namen Walnut de Muze onder Harrie Smolders en Vigo d’Arsouilles onder Philippe Le Jeune deel aan het EK in Windsor. Kort daarna eindigde Valentina van ’t Heike onder Jos Lansink als tweede in de Global Champions Tour finale in Doha. In 2006 reed Sergio Alvarez Moya al in de finale van het WK in Aken met Le Rêve de Nabab en in 2008 nam Wido deel aan de Olympische Spelen in Hong
Kong met in het zadel de Saoudische prins Faysal al Shaalan. Andere succeskinderen van Nabab zijn Vici van ‘t Plutonia Hof met Ludo Phillipaerts, Nabab’s Son Z met Denis Lynch, Tikila met Mark Jespers, Mentor de Smet met Fabrice Dumartin en Merveille de Muze met Davide Kainich. Hun vader is een puur Frans gefokt paard dat inderdaad buiten Frankrijk furore maakt: “Bon sang ne peut mentir!”
HAVENS: het meest complete speciaalvoer voor fokmerries (met veulen)
”Uw goedkoopste verzekering voor een gezond veulen” Het fokken van veulens is duur. Neem daarom qua voeding géén risiso. HAVENS Ferto-LAC 3 Merriebrok is méér dan compleet. Het bevat allerlei extra’s zoals extra amino-zuren, verhoogd energie- en eiwitgehalte, MultiCalcium-Complex, meervoudige kopervoorziening en extra vitamines. Voor een verrassende prijs!
Info: www.paardenvoeders.nl of bel 0478 – 638 238 P08-116.indd 1
Official Supplier
FEI World Equestrian Games www.CHIO Aachen.de
01-04-2008 14:55:39
20