STEMPELHENGST
GUIDAM tekst : Emmanuel Spinnewyn
Zijn moederlijn mag dan heel wat eenvoudiger zijn dan die van zijn vader Quidam de Revel - die immers uit het topsegment van de Normandische halfbloedfokkerij is voortgekomen - toch is ook Guidam een klassieke Selle Français “van den bloede”. Zijn moederlijn is met negen generaties bepaald niet kort maar er is weinig mee gefokt dat van belang is voor de sportpaardenpopulatie. Uit dit lijntje brengen de merries hoofdzakelijk nakomelingen van hengsten van het tweede garnituur die op zijn best te beschouwen zijn als “dragers” van het betere springbloed. Gefokt voor rekening van een amateur in de Bourgogne uit diens enige fokmerrie Fougère kwam Guidam ca. 600 km westelijker ter wereld in zijn eigenlijke bakermat, de noordelijke Cotentin vlakbij Cherbourg, in de befaamde fokstal van Jean-François Noël. Tegenwoordig is die bekend als fokker van Wereldbeker-winnaar Idéo du Thot. Deze omgeving was bevorderlijk voor een veelbelovende toekomst in handen van echte vakmensen. Zonder hen zou de nu zo populaire fokhengst Guidam, net als de rest van zijn familie, ongetwijfeld in het vergeetboek zijn geraakt. Guidam bleek eerst een bovengemiddeld sportpaard onder het zadel van Eric van der Vleuten. Vervolgens bleek hij zijn talent excellent te vererven. Met name de internationals Authentic (Beezie Madden), Luidam (Billy Twomey), Armani (Jeffery Welles) en Ninja la Silla (Rolf Göran Bengtsson) bezorgden hem wereldfaam. Guidam is een eerste-klas vererver wiens pedigree bij nadere beschouwing de actuele stand van zaken onderbouwt. In de schaduw van de grote Normandische fokfamilies leefde Guidam’s lijntje voort in handen van diverse fokkers die niet in de eerste plaats waren geïnteresseerd in de productie van sportpaarden. Desalniettemin ontwikkelden zij deze merrielijn in de loop der jaren in gelijke tred met hun omgeving. Guidam’s moederlijn gaat terug op een harddraversmerrie en volgt verschillende fasen. Eerst waren er de Engelse halfbloedhengsten omstreeks het midden van de 19e eeuw. Dan de Franse stamvaders, ook halfbloeds maar veel meer doorgefokt dan hun Engelse voorgangers. Vervolgens was de beurt aan directe Engelse volbloeds om halverwege de 20e eeuw de weg te bereiden voor de
kruising van halfbloeds onderling. Laatstgenoemde fase vormt de basis van de huidige sportpaardenfokkerij. Van de merrielijn die het onderwerp is van dit verhaal gaat het spoor terug tot het eind van de 19e eeuw. Het betreft een merrie met de naam Lapin, eigendom van een zekere Charles Lejeune in Octeville, aan de westelijke stadsrand van Cherbourg. Lapin was een dochter van de halfbloed Caprara (1880) en bracht van de hengst Japhet (1887) een merrieveulen dat ons in het bijzonder interesseert. Haar naam was Escarmouche. Zij interesseert ons omdat zij al een lijnenteeltproduct was op de Engelse halfbloedhengst Serenader (1851), overgrootvader aan vaders kant van zowel Caprara als Japhet. Deze Serenader, een kleine vos met opmerkelijke bewegingen, is één van de stamvaders van het Anglonormandische paardenras. Deze Engelse halfbloedhengsten brachten wat men destijds wilde hebben: paarden voor de harddraverijen. Caprara en Japhet - en kijk nog maar eens goed naar hun geboortejaren - werden op de renbaan van Caen als driejarigen getest in draverijen onder de man, vóórdat ze de dekdienst in mochten!
Guidam - 1988 - vos - Ruiter : Eric van der Vleuten - Fokker : J. Linguanotto, Arnay le Duc (FR) Almé Z Jalisco B Tanagra B Quidam de Revel Nankin Dirka Ondine de Baugy Rantzau xx Venutard Rosee Fougère Saïd Pacha Bagatelle Flickma
14
Ibrahim Girondine Furioso xx Delicieuse Fra Diavolo xx Constellation Harphortas xx Nadine Foxlight xx Rancune xx Atour Novice Red Star II xx Idallie Fox Cake xx Baby du Val
SF SF-28 & 48 TB-1o SF-1 TB-2 SF TB-4d SF-7 TB-5h TB-23 SF SF TB-11a SF TB-14f SF
STEMPELHENGST - GUIDAM
© Jacob Melissen
Guidam werd zelf met succes uitgebracht in de internationale springsport door Eric van der Vleuten in de periode 1995-1998.
15
STEMPELHENGST - GUIDAM
© Sandra Nieuwendijk
De voshengst Venutard (links) heeft als moedersvader een grote stempel gedrukt op het model van kleinzoon Guidam (rechts).
Tweede garnituur Het is de merrie Escarmouche die met haar nafok zorgt dat de moederlijn van Guidam kortstondig enige beduiding krijgt in de Franse fokkerij middels een aantal goedgekeurde hengsten. Te beginnen met Eyder (1926, v. Gaban), een rechtstreekse zoon van Escarmouche. Hij was toegewezen aan het hengstendepot van Cluny (Bourgogne) aan de andere kant van het land waar hij geen enkele kans kreeg om iets blijvends voor het ras tot stand te brengen. Eyder’s halfzusje Paquerette (Chevain) bracht diverse veulens, waaronder de merries Gironde (Reuilly) en Iphigénie (Artaban). Gironde is respectievelijk moeder en grootmoeder van de hengsten Thaon (1941, v. Nénuphar) en Dieppe (1947, v. El Mers xx). Thaon stond op het station Villedieu waar hij werd gewaardeerd ondanks zijn niet onberispelijke model. Hij stond slechts vijf jaar ter dekking. Dieppe was ook weer een hengst van tweede garnituur. Hij was een zoon van El Mers xx en stond één jaar op het depot Roche sur Yon (Vendée, ten zuiden van Nantes). Iphigénie, de andere dochter van Paquerette, bracht van El Mers xx ook weer zo’n tweede-garnituurs hengst met Sire du Val (1940), die in 1944 en 1945 in Avranches ter
)JQQP;PSH )JQQP;PSHCJFEU LXBMJUFJU [FLFSIFJEFO DPODVSSFSFOEFQSFNJFT 5FM XXXIJQQP[PSHOM
16
dekking stond en toen wegens slechte vruchtbaarheid is gecastreerd. Hij verwekte slechts twaalf veulens. Iphigénie bracht ook Te Voilà (1941), dochter van de (doorgefokte) halfbloed Nord Ouest. In 1945 stond Te Voilà als vierjarige aan kop op de exterieurkeuring in Cherbourg. Bij die gelegenheid had zij een merrieveulen aan voet van Le Pinard xx. Het veulen heette Baby du Val en het is zij, de eerste directe volbloeddochter in deze merrielijn, die we onderin de pedigree van onze hoofdrolspeler terugvinden. Ze is namelijk de betovergrootmoeder van Guidam.
Foxhunter xx Met Baby du Val begint hier over vier opeenvolgende generaties het gebruik van hoog in het bloed staande hengsten. Hetzelfde geldt trouwens niet alleen voor Guidam’s moeder Fougère, maar voor de SF-populatie in haar geheel. Fougère (1971) had voldoende bloed en een uitstekend temperament. Zij was een lang gelijnde vos met correct beenwerk en goede bespiering, maar qua model nog iets eenvoudig. Haar vader Venutard stond in 1968 aan kop tijdens de hengstenkeuring in St.-Lö. Voor zijn vaderschap komen twee volbloedhengsten in aanmerking: Rantzau xx (Foxlight xx) en Kalabaka xx (Vandale xx) zoals het Stud Book als tweede mogelijkheid vermeldt. Volgens de toenmalige directeur van Haras du Pin had hij een echt Rantzau xx-type en absoluut niet dat van Kalabaka xx, die dan ook niets noemenswaards heeft nagelaten. Op een kleine 180 nakomelingen heeft Venutard zes producten gegeven die zich in de sport wisten te onderscheiden, ook al kwamen ze uit nogal ongelijksoortige, zeg maar gewoonachtige moeders. Meest bekende hiervan is Hepatum, internationaal springpaard van Roger-Yves Bost. Wat betreft de moedersvader van Fougère: Saïd Pacha was geen verbeteraar zoals zijn vader, de wonderbaarlijke
STEMPELHENGST - GUIDAM
Guidam’s moeder Fougère hier op 23 jarige leeftijd in 1994 met haar dochter Gipsy de la Tour II (Amour de Meautis).
De beroemde volbloedhengst Foxhunter xx treffen we twee maal aan in de afstamming van Fougère via Venutard en Fox Cake xx.
Red Star II xx. Met zijn onberispelijke exterieur trok die het neusje van de zalm aan merries uit de omstreken van St.-Lô en Isigny sur Mer. Saïd Pacha droeg duidelijk meer het stempel van zijn moeder(lijn). Zijn moeder Idallie (1952) stamt af van Urus uit een merrie van onbekende afstamming. De hengst Urus is van groot belang in de pedigree van Guidam omdat hij als enige het bloed van Orange Peel xx inbrengt via een dochter. Daarnaast heeft Saïd Pacha een sterke moederlijn toegevoegd aan de pedigree van Guidam. Moeder Idallie is namelijk niemand minder dan grootmoeder van het beroemde internationale springpaard La Belletière (Pot d’Or xx-Starter) waarmee Hervé Godignon o.a. het kampioenschap van Frankrijk (1987) op zijn naam schreef. In de derde generatie staat de volbloedhengst Fox Cake xx op het papier van Fougère. Fox Cake xx (1939)
was een specialist op de lange afstanden. Hij stond na WO II ter dekking op het staatshengstendepot St.-Lô, waar hij zowel in de volbloed- als in de halfbloedfokkerij werkzaam was. Fox Cake xx is een belangrijke schakel in de pedigree van Guidam, want een rechtstreekse zoon van de belangrijke volbloed Foxhunter xx. De voshengst Foxhunter xx (1929) koerste in Engeland zeer verdienstelijk op de koninginne-afstand (2.400m) en op de echte lange afstanden (3.200 tot 4.000m). Hij dekte eerst in Frankrijk en vervolgens in Argentinië waar hij veel invloed had. In Frankrijk leverde hij Foxlight xx, eveneens een goed langeafstands-paard die op zijn beurt de beroemde Rantzau xx voortbracht. Hierdoor is Guidam’s moeder Fougère ingeteeld op Foxhunter xx. Een belangrijk deel van Guidam’s verervingskracht mogen zeker toeschrijven aan de grote invloed van
Selle Français familie
Escarmouche (Japhet)
THE LEADING MARES
Gironde
Reveuse
Dieppe
(Chevain)
(Reuilly)
(Artaban)
(El Mers xx)
SF
Thaon
(Gaban)
FRANCE
SF
Paquerette
Eyder
OF
SF
(Nénuphar)
Iphigénie
Sire du Val
(Artaban)
(El Mers xx)
SF
Lapin (Caprara)
ISP-KWPN
Te Voilà
Baby du Val
Flickma
Bagatelle
Fougère
GUIDAM
(Nord Ouest)
(Le Pinard xx)
(Fox Cake xx)
(Saïd Pacha)
(Venutard)
(Quidam de Revel)
In dit stamoverzicht staan uitsluitend paarden die genoemd worden in het artikel
© Jac Remijnse
17
STEMPELHENGST - GUIDAM
© Jacob Melissen
© Jacob Melissen
Authentic is het meest succesvolle product van Guidam in de topsport als winnaar van de Grote Prijs van Aken en dubbel zilver op het WK in Aken.
Het Amerikaanse team was in 2007 winnaar van de landenwedstrijd in Aken. Ze deden dat met twee zonen van Guidam waaronder Armani van Jeffrey Welles.
Foxhunter xx aan moederszijde. Als laatste hengst in de moederlijn van Guidam noemen wij Le Pinard xx (1939), de vader van Guidam’s betovergrootmoeder Baby du Val. Hij liep hoofdzakelijk als driejarige op de baan in het zuidwesten van Frankrijk waar hij uit elf starts er één won, de Prix Daniel Guestier (3.000m) in Pau. Vervolgens kocht de Staatsstoeterijdienst hem en stationeerde hem in St. Lô.
vervolgens te worden gedekt door de hengst “van het huis” Shaliman du Thot (1984, Brilloso-Quastor). Fougère kreeg nooit meer de kans om terug te gaan naar een hengst van de kwaliteit van Quidam de Revel en dat was aan de rest van haar nafok te merken.
Niet weer naar Quidam In 1987 was Fougère al 16 jaar en haar afstamming begon men ouderwets te vinden. Quidam de Revel was daarentegen een vijfjarige jongeling die een veelbelovende toekomst vóór zich had. Hij had geschitterd op de wedstrijden voor vierjarigen, hij had op kop gestaan tijdens de exterieurkeuring en hij had de finale in Fontainebleau met twee foutloze rondjes afgesloten. Hij begon dat jaar aan zijn eerste dekseizoen en was beschikbaar voor natuurlijke dekking! Afgezien van de buitengewone springaanleg die Quidam al op jonge leeftijd demonstreerde, van zijn moderne model en van zijn geestelijke habitus die hem voorbestemde voor de grote sport - kwaliteiten die bij hem zowel van vaders- als van moederkant komen - had Quidam ook nog eens aanknopingspunten in zijn pedigree die hem tot de ideale partner voor Fougère maakten. Het bloed van Almé Z en Furioso xx gaat hier immers samen met dat van Rantzau xx. Aan het eind van de zomer 1987 kwam Fougère weliswaar drachtig maar sterk vermagerd terug van het dekstation. Haar eigenaar besloot haar daarom het jaar daarop niet weer bij Quidam de Revel te brengen, ondanks het advies van een vriend om dat wèl te doen. In het voorjaar van 1988 veulende ze af in de stal van Jean-François Noël in Normandië om
18
Indirecte invloed Als je de afstamming van Guidam bekijkt vertoont die buitengewoon slimme lijnenteelt in de zesde en zevende generatie op drie volbloed-stamvaders: Orange Peel (1919), Son-in-Law xx (1911) en Teddy xx (1913). Als geen andere volbloedhengst heeft Orange Peel xx (1919) de SF-fokkerij in de laatste 80 (!) jaar bepaald. Zijn betovergrootvader St. Simon xx (1881), bijgenaamd “Sint Verschrikkelijk”, is meer dan 50 keer present in Guidam’s pedigree. En dan is er nog de bekende Blandford xx (1919, Swynford xx-White Eagle xx), die twee keer voorkomt in Guidam’s vader Quidam de Revel. Maar Guidam’s moeder Fougère is totaal vrij van Blandford xx. Het valt op, dat de voornaamste drie stamvaders in de moderne SF-populatie, de hengsten Almé Z, Uriel en Grand Veneur, eenzelfde combinatie van Orange Peel xx en Blandford xx vertonen. Guidam voert in zijn vijfde generatie 16 volbloed- en 16 warmbloedvoorouders. Maar hoe verder je teruggaat in zijn pedigree, hoe meer volbloeds je aantreft. In Frankrijk vind je in bijna alle merrielijnen dochters van Furioso xx en/of Rantzau xx, Foudroyant II xx, Fra Diavolo xx, Ultimate xx, Amarpour xx... Ook al is er in Fougère’s pedigree geen directe invloed van “grote verervers”, indirect is die er wel. En niet zo weinig! Dit artikel kwam mede tot stand met medewerking van Sophie Bianchi.