Naar een gezamenlijke metadata infrastructuur voor Nederlandse bibliotheken
Het is juni 2009 In de WB-sector zijn 37 miljoen items uit meer dat 200 onderzoekcollecties vindbaar zijn voor iedereen die zich begeeft op het World Wide Web. De vijftien miljoen titels die door bibliotheken zijn ingevoerd in OCLC’s centrale catalogiseersysteem GGC zijn via WorldCat en Google vindbaar. De wetenschappelijke bibliotheken (UKB en WSF) hebben zich georganiseerd in het consortium Gemeenschappelijke Informatie Infrastructuur (GII). De netwerkcollectie van de openbare bibliotheken is niet opgenomen in de wereldwijde bibliotheekinfrastructuur. Het pakket aan diensten dat de VOB via www.bibliotheek.nl landelijk aanbiedt, maakt gebruik van de door NBD|Biblion in het GGC ingevoerde titelbeschrijvingen maar functioneert stand-alone, los van een brede (inter)nationale context. De landelijke Zoek&Boek-service genereert slechts honderdduizend leenaanvragen per jaar, waarvan het merendeel wordt geleverd door slechts een handjevol bibliotheken. Ook de sinds april 2004 vrij beschikbare 13-onder-1-knop-catalogus van de Stichting WSF kan moeilijk als een succes worden beschouwd, aangezien eindgebruikers die een bestelling willen plaatsen zich eerst moeten melden bij hun lokale bibliotheek om een IBL-account te openen. De lokale publiekscatalogi zijn samen met een pakket aan digitale content gekoppeld aan de landelijke Aquabrowser-zoekservice zoeken.bibliotheek.nl, maar ook deze titeldatabase is niet verbonden met de (inter)nationale informatie-infrastructuur. Uitgerekend in het Darwin-jaar worstelt de Nederlandse bibliotheeksector met een missing link. In de landelijke informatieinfrastructuur gaapt een diepe kloof tussen de OB- en de WB-sector. Het ontbreken van een gedeeld platform in de vorm van een centraal verzamelpunt voor metadata staat samenwerking tussen beide sectoren in de weg. Nederlandse burgers hebben veel last van deze kloof, want vrijwel iedereen heeft thuis een aansluiting op het Internet, maar bijna niemand heeft directe toegang tot de zo uitgebreide Collectie Nederland. De Nederlandse Centrale Catalogus (NCC) herbergt vijftien miljoen titels, maar is niet toegankelijk voor thuisgebruik. Een kennissamenleving verdient beter, véél beter.
Een gezamenlijke infrastructuur JS 0609 v3 Gemaakt door Stapel - Laatst afgedrukt op 01-07-2009 17:28 - Laatst opgeslagen door Stapel
1
Het is juli 2009… NBD|Biblion realiseert het in november 2008 aangekondigde plan om een centrale catalogus voor openbare bibliotheken (CC|OB) in te richten. De catalogus bevat vijfhonderdduizend beschrijvingen uit het GGC. De holdings zijn vanuit het bestelsysteem van de NBD toegevoegd aan de CC|OB. NBD|Biblion wil in samenwerking met leverancier Ex Libris de administratie van de bezitsgegevens upto-date houden via koppelingen met de lokale bibliotheeksystemen, zodat holdings van gedeselecteerde titels geautomatiseerd kunnen worden verwijderd. Een groot deel van de bibliotheken blijkt hieraan niet mee te willen werken, omdat zij vinden dat de CC|OB architectuur niet strookt met de aanbeveling van de Commissie-Calff om de OB-collecties op te nemen in WorldCat. De projectgroep Bibliotheken komt vervolgens tot een accoord met OCLC over het aan het GGC toevoegen van alle titels en holdings van de OB-sector, zodat deze automatisch doorstromen naar WorlCat. Op advies van de stuurgroep GII eist de projectgroep dat zowel de metadata als de door OCLC aangemaakte indexering mogen worden gebruikt voor alle door het sectorinstituut ondersteunde zoekdiensten. GGC krijgt nu nog meer het karakter van landelijke metadata repository. Deze eis wordt ingewilligd door OCLC, nadat er een herenakkoord is opgesteld over de condities van het vrije gebruik van de metadata. OCLC gaat in september aan de slag met het inrichten van de benodigde harvestings- en beheersmechanismen. Op initiatief van de voorzitter van de GII-stuurgroep sluiten de kwartiermakers van het sectorinstituut en NBD|Biblion een tijdelijk akkoord over de aanlevering (aan OCLC) van gegevens over de media die door OB’en zijn aangeschaft, zodat deze kunnen worden toegevoegd aan de holdings in het GGC. Tevens wordt besloten dat NBD|Biblion als waarnemend lid deelneemt aan de bijeenkomsten van de advies- en stuurgroep van het GII-consortium. Het is 2010… Begin januari 2010 zijn de holdings van bijna alle OB-catalogi toegevoegd aan de GGC-database. Nieuwe aanschaf wordt automatisch toegevoegd op basis van door NBD|Biblion aangeleverde data. Uit de collectie verwijderde items worden automatisch verwijderd uit het GGC op basis van delete-signalen uit de lokale bibliotheeksystemen. De collecties van de OB- en de WB-sector vormen nu een geheel. In een klap is het aantal holdings in het GGC verdubbeld: 67 miljoen bibliotheekitems zijn nu vindbaar in NCC, WorldCat én in Google. Bij de eerstvolgende vergadering treedt het sectorinstituut toe tot het GII-consortium. De voorzitter van de GII-stuurgroep, tevens nationaal bibliothecaris, verklaart dat hij het sectorinstituut samen met UKB beschouwt als pijler van de GII. Hij stelt voor dat
Een gezamenlijke infrastructuur JS 0609 v3 Gemaakt door Stapel - Laatst afgedrukt op 01-07-2009 17:28 - Laatst opgeslagen door Stapel
2
UKB en sectorinstituut nu snel een gezamenlijk plan gaan ontwikkelen voor het afsluiten van landelijke licenties voor digitale content. In een overleg tussen het ministerie van OC&W, de KB en de Stichting PICA wordt afgesproken dat de GII-partners de toegang tot de “Netwerkcollectie van Nederlandse Bibliotheken” vrij beschikbaar zullen maken voor iedereen. Vanaf 1 juli 2010 kan iedere Nederlander die lid is van een openbare bibliotheek voor minimaal 10 euro opgeld een landelijke digitale bibliotheekpas aanschaffen die toegang geeft tot een basispakket aan full-text databestanden, waaronder duizenden e-books, ejournals en streaming AV-media. De openbare bibliotheekbranche constateert de daarop volgende maanden een spectaculaire toename van het aantal nieuwe leden. UKB en de VOB besluiten de financiële drempel voor de toegang tot de Netwerkcollectie Nederland fors te verlagen. Vanaf 1 juli 2010 worden de tarieven voor interbibliothecaire documentlevering geuniformeerd. Over de condities waaronder informatie aan het bedrijfsleven mag worden doorgeleverd wordt een onderzoekscommissie ingesteld. Deze adviseert een regeling te treffen met de STMuitgevers en een systeem in te richten, dat zorgt voor een digital rights management (DRM)-systeem dat recht doet aan het eigenaarschap van de publicaties en tegelijk zorgt voor een mechanisme waarmee bibliotheken documenten in digitale vorm kunnen leveren, waarbij er een beperking wordt gehanteerd op de periode dat een digitaal document machineleesbaar is. Op 1 oktober regelt het GII-consortium met de STM-uitgevers een nationale licentie, waarin is overeengekomen dat wetenschappelijke content full-text kan worden opgevraagd door geregistreerde gebruikers van Nederlandse bibliotheken en er afdracht van copyright plaatsvindt op basis van gebruiksstatistieken. Het Ministerie van EZ besluit het bedrag dat aan de uitgevers moet worden betaald te compenseren vanuit de stimuleringsgelden voor de Nederlandse kenniseconomie. Op 1 november verschijnt een persbericht dat meldt dat het GII-consortium erin is geslaagd om na een aantal pittige maar constructieve onderhandelingsronden met OCLC een regeling te treffen over het gebruiksrecht van de metadata op basis van Creative Commons-voorwaarden. Met OCLC is afgesproken dat de NCC voortaan vrij toegankelijk is op NCC.nl. In een persbericht dat OCLC uitbrengt staat dat OCLC vanaf 2011 zal gaan werken volgens een nieuw business-model, met als centrale punten het vrije gebruik van metadata voor aangesloten bibliotheekconsortia volgens het Open Data-principe en een betaalmodel voor op fullfilment gerichte diensten. Op 1 december maakt SURFnet bekend dat voldaan is aan de technische voorwaarden voor aansluiting van alle Nederlandse bibliotheken op SURFfederatie. Leden met een Nationale Bibliotheekpas hoeven hierdoor slechts eenmaal in te
Een gezamenlijke infrastructuur JS 0609 v3 Gemaakt door Stapel - Laatst afgedrukt op 01-07-2009 17:28 - Laatst opgeslagen door Stapel
3
loggen om toegang te krijgen tot alle online databases en hieraan gekoppelde bibliotheekdiensten. Single-sign-on toegang tot digitale content en een landelijk systeem voor identity management zijn hiermee gerealiseerd. Het succes van de aansluiting van de OB-sector op de GII wekt grote interesse in andere bibliotheeksectoren. In de tweede helft van 2010 melden zich hogescholen, wetenschappelijke speciale bibliotheken, ministeriebibliotheken, museumbibliotheken, gerechtsbibliotheken en ziekenhuisbibliotheken voor opname in het GII-consortium. Het is 2011… De bibliotheeksector heeft een aantal belangrijke zaken goed en zakelijk geregeld: Ten eerste: het GII-consortium vormt de bestuurlijke organisatie van de landelijke gemeenschappelijke informatie-infrastructuur. Universiteiten, Innovatiecentra en de Stichting Bibliotheek.nl nemen verantwoordelijkheid voor de organisatie en het beheer van de aan de infrastructuur gekoppelde diensten. SURF committeert zich aan het optimaal inrichten en benutten van het Nederlandse breedbandnetwerk en het beheer van de identificatiemechanismen die zorgen voor toegang tot de online content. Ten tweede: OCLC is naar tevredenheid gecompenseerd voor het verlies aan inkomsten door het vrijgeven van zijn titeldatabase. Het business-model is volledig vernieuwd en kent een scheiding tussen diensten op het gebied van beheer en beschikbaarstelling van metadata (de core business) en additionele bibliotheekdiensten zoals IBL en specifieke discoverytools en applicaties die bij OCLC.org zijn ontwikkeld. Het moederbedrijf gebruikt Nederland als het beste voorbeeld van een succesvolle nationale netwerkstructuur van wetenschappelijke en openbare bibliotheken. De minister van OC&W constateert met grote tevredenheid dat in de bibliotheeksector onder invloed van het door hem ingestelde sectorinstituut in korte tijd een fraaie aantal vrij toegankelijke basisdiensten is gelanceerd. Widgets van deze diensten worden aangetroffen in de gehele cultuursector. Tot ieders verbazing vindt een verassende opleving plaats in het aantal leenaanvragen, terwijl tegelijkertijd het op verzoek laten digitaliseren (DoD) sterk stijgt. De bibliotheeksector onderhoudt de klant-leverancierrelatie met OCLC op een slagvaardige en zakelijke manier met halfjaarlijkse overleggen tussen de stuurgroep van de GII-consortium en de directie van OCLC bv. In de OB-sector worden diensten ontwikkeld onder auspiciën van het sectorinstituut, met OC&W als toezichthouder. De belangrijkste dienst is www.mijnbibliotheek.nl, een gepersonaliseerde informatieportal die wordt beheerd door de Stichting Bibliotheek.nl
Een gezamenlijke infrastructuur JS 0609 v3 Gemaakt door Stapel - Laatst afgedrukt op 01-07-2009 17:28 - Laatst opgeslagen door Stapel
4
en waarvan de doorontwikkeling gebeurt in nauwe samenwerking met het Digitale Bibliotheek-expertsnetwerk in de bibliotheek20.ning-community. Een groot succes is Fiducia, een zoekmachine voor leerlingen van het voortgezet onderwijs, die werd ontwikkeld door Innovatiecentrum Oost-Nederland en met financiële steun van het sectorinstituut landelijk wordt uitgerold. Het UKB-consortium ontwikkelt in nauwe samenwerking met SURF, KNAW en NWO nieuwe diensten voor een wetenschappelijke doelgroep. De vernieuwde website Proefschriften.nl geeft open access tot tienduizenden wetenschappelijke publicaties. Enige minpunt is dat de site op de dag van lancering meermalen bezwijkt ten gevolge van het grote aantal online bezoekers. Ook de KB laat zich niet onbetuigd en lanceert in 2010 allekrantenvannederland.nl, een zoeksysteem waarin gedigitaliseerde Nederlandse kranten kunnen worden geraadpleegd die door het project Databank Digitale Dagbladen (DDD) zijn geinventariseerd en onder auspicien van de Nationale Coalitie voor Digitale Duurzaamheid (NCDD) permanent duurzaam wordt gearchiveerd in het e-Depot van de KB. De site blijkt niet alleen populair bij onderzoekers en publicisten, maar slaat ook aan bij het algemene publiek. Het tijdperk waarin de gebruikers werden opgezadeld met een onsamenhangend en beperkt toegankelijk aanbod van diensten lijkt definitief voorbij. De verzakelijkte relatie met OCLC heeft geleid tot een betere samenwerking omdat de klantleverancierrelatie helderder is. De Nederlandse metadata-infrastructuur is bij OCLC in goede handen en de mogelijkheid tot samenwerking met de research-afdeling van het Amerikaanse moederbedrijf zorgt voor een aantal experimenten waaronder het gepersonaliseerde romanadvies-systeem fictionfinder.nl. Verrassend succesvol is ‘Wie, Wat, Waar en Wanneer’, een innovatieve toepassing van semantic web-technologie waarmee gebruikers op kinderlijk eenvoudige manier verbindingen kunnen leggen tussen personen, onderwerpen, plaatsen en historische gebeurtenissen, die vervolgens kunnen worden gekoppeld aan publicaties. Deze verbindingen worden gekoppeld aan de metadata en blijken een fraaie aanvulling op de door bibliotheken toegekende onderwerpsontsluiting. Bibliotheken, musea en archieven tonen belangstelling voor de mogelijkheid om cross-sectorale verbanden te leggen met bibliotheekcollecties. In november wordt op een druk bezochte Online Conferentie door vele sprekers vastgesteld dat de bibliotheeksector een enorme slag heeft gemaakt in het innoveren van haar diensten. Een aantal cross-sectorale collaboratories heeft geleid tot versterking van zelfbewustzijn t.a.v. de innovatiekracht van de sector. Een groeiende groep jonge informatieprofessionals heeft emplooi gevonden bij Innovatiecentra en
Een gezamenlijke infrastructuur JS 0609 v3 Gemaakt door Stapel - Laatst afgedrukt op 01-07-2009 17:28 - Laatst opgeslagen door Stapel
5
maakt intensief gebruik van open source-ontwikkelplatforms. Door de vrije toegang tot de verzameling metadata kunnen snel prototypes worden gemaakt. Veel daarvan zijn gericht op specifieke doelgroepen zoals ouderen, leesgehandicapten en boekwetenschappers. Het grote aantal nieuwe initiatieven roept soms herinneringen op aan de onsamenhangende situatie van begin 2009. De GII-stuurgroep, gesteund door het legertje ‘GII-watchers’ op Bibliotheek 2.0, houdt de samenhang echter scherp in de gaten en bewaakt de uitgangspunten van de gemeenschappelijke informatie-infrastructuur. De Stichting Pica en de Stichting Weten drukken hun waardering uit voor het sectorinstituut met een gift van € 500.000,Als op de slotdag van de Online Conferentie de minister van OC&W bekend maakt dat het budget van het sectorinstituut vanaf 2012 zal worden verdubbeld, moeten zelfs de grootste pessimisten erkennen dat de toekomst van de Nederlandse bibliotheeksector er zonnig uitziet. Het is 2012…
Een gezamenlijke infrastructuur JS 0609 v3 Gemaakt door Stapel - Laatst afgedrukt op 01-07-2009 17:28 - Laatst opgeslagen door Stapel
6