Naar een Formatiemeter voor de RMC-functie 2015
Opdrachtgever
: Ingrado
Contactpersonen Ingrado
: Anne Hulzebosch, Ellen de Wit, Jannette Klaver
Contactpersonen DENSA
: Lazlo van Donkelaar/Jans Speulman
Status
: Definitief
Datum
: 14 april 2015
Inhoudsopgave 1.
INLEIDING. ............................................................................................................... 3
2.
ONDERZOEK NAAR EEN FORMATIEMETER VOOR HET RMC ............................ 4
2.1
Taken van het RMC ................................................................................... 4
2.2
Inbedding, functies en rollen RMC ............................................................ 5
2.3
Analyse formatiemeter leerplicht 2014..................................................... 5
2.4
Analyse formatierichtlijn RMC 2006.......................................................... 6
2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.5.4 2.5.5 2.5.6 2.5.7
Onderzoek in zes RMC regio’s ................................................................... 6 Parkstad ....................................................................................................................................7 RMC West-Brabant...................................................................................................................7 Rivierenland ..............................................................................................................................8 West Friesland ..........................................................................................................................8 Arnhem .....................................................................................................................................8 Den Haag ..................................................................................................................................9 Toetsing resultaten aan werkveld .............................................................................................9
3.
DE FORMATIEMETER RMC 2015 ...........................................................................11
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4
Conclusies uit het onderzoek .................................................................. 11 Wat zijn de curatieve en preventieve taken van het RMC? .................................................. 11 Welke mogelijke andere taken zijn belegd bij het RMC? ...................................................... 11 Welke functies worden onderscheiden binnen het RMC? .................................................... 11 Wat verhoogt de efficiency van het RMC? ............................................................................ 11
3.2
De formatiemeter RMC 2015................................................................... 11
Naar een formatiemeter voor de RMC-functie 2015
2
1. Inleiding. Ingrado is al jarenlang hard bezig om het voorkomen en bestrijden van schooluitval in Nederland te professionaliseren. In 2014 is het project ‘We missen je’ gestart, wat op vele fronten een grote extra impuls geeft. In 2014 heeft Ingrado haar formatierichtlijn voor de leerplichtfunctie vernieuwd: de Ingrado formatiemeter Leerplichtfunctie 2014. De formatiemeter van Ingrado is al jarenlang hét uitgangspunt van gemeenten bij het bepalen van de benodigde formatie om de leerplichttaken efficiënt en effectief uit te voeren. De formatiemeter is bedoeld voor leerplicht én kwalificatieplicht, inwoners van 5 tot 18 jaar. Daarnaast heeft Ingrado een RMC formatierichtlijn, opgesteld door DENSA in 2006. Ingrado heeft het mogelijk gemaakt om binnen het project ‘We missen je’ de oude formatierichtlijn voor de RMC functie te herijken naar 2015. Daarmee gaat een wens van veel RMC regio’s in vervulling en krijgen zij een duidelijker kader voor de formatieve inzet van het RMC. Het gaat hierbij om inzet op bovenleerplichtigen, in de leeftijd van 18 tot 23 jaar. Dit rapport geeft inzicht in het onderzoek wat toewerkt naar het opstellen van een formatiemeter RMC 2015. In de periode vanaf 2006 tot nu is er binnen het RMC enorm veel veranderd. De aandacht voor de hogere leeftijdsgroepen is enorm toegenomen, denk aan de introductie van kwalificatieplicht, de VSV convenanten en de aanpak van verzuim 18+. Het aantal nieuwe VSV-ers is de afgelopen jaren afgenomen, het aantal verzuim 18+ meldingen explosief gestegen. Het onderwijs is op alle fronten veel actiever geworden op het dossier verzuim en VSV. Daarnaast is door de centrale rol van DUO in gegevensdistributie (het verzuimloket en BRON) en de toegang tot SUWI gegevens het zicht op VSV enorm toegenomen. Hiermee zijn de in 2006 gebleken grote verschillen tussen de regio’s over in beeld hebben van de problematiek verleden tijd. De recente aandacht voor kwetsbare jongeren en mogelijke uitbreiding van de RMC taken maken het toegenomen belang van de RMC-functie eens te meer duidelijk. Het effect van al deze veranderingen op de formatieve inzet is echter moeilijk in te schatten. Daarnaast spelen regionaal en lokaal beleid, lokale inbedding van het RMC op beleids- en uitvoerend niveau, de positie van het RMC in het sociaal domein, mate van regionale samenwerking en de bemensing van het RMC een grote rol in hoe het RMC zijn doelen haalt. De diversiteit is groot, waardoor het noodzakelijk is een aantal uitgangspunten vast te stellen voor de formatiemeter 2015: -
-
Al het werk vanuit RMC is preventief, tot het moment van voortijdig schoolverlaten. Dit onderzoek richt zich op de RMC formatie zonder de mogelijke extra taken die het RMC krijgt in het kader van kwetsbare jongeren (n.a.v. de brief aan TK in december 2014). De rol van het RMC in het sociale domein zien we vanuit een netwerkfunctie, dus in het kader van casuïstiek contact leggen en onderhouden. Deelname van het RMC aan wijkteams, jongerenloket e.d. wordt slechts gezien als efficiency verhogend, aangezien het RMC anders extra gefinancierd zou moeten worden voor deze taken. We gaan uit van zorgvuldige melding door het onderwijs en beseffen dat dit een ‘ideaalplaatje’ is en er in de praktijk wisselende ervaringen zijn met meldgedrag. Uitgangspunt is: alle meldingen ontvangen en volgen (administratie) en alleen die meldingen opvolgen waar actie van het RMC ook echt nodig is (begeleiding).
De herijking van de oude formatierichtlijn heeft plaatsgevonden in de maanden januari tot en met maart 2015. In het onderzoek naar de nieuwe formatiemeter zijn de volgende acties uitgevoerd: 1. Samen met Ingrado verkennen van thema’s met invloed op de formatiemeter; 2. Analyse proces en opzet formatiemeter leerplicht 2014; 3. Analyse proces en opzet oude RMC richtlijn 2006; 4. Beschrijven welke taken/rollen er zijn binnen het RMC anno 2015; 5. Onderzoek in 6 voorbeeldregio’s: onderbouwen formatiemeter en toets aan de omvang van de problematiek. 6. Toetsen onderzoeksresultaten aan het werkveld.
Naar een formatiemeter voor de RMC-functie 2015
3
Vervolgens is in samenspraak met Ingrado gekomen tot de formatiemeter RMC 2015 zoals vastgelegd in dit rapport.
2. Onderzoek naar een formatiemeter voor het RMC 2.1 Taken van het RMC Met ingang van 2001 is naast de Leerplichtwet de RMC-regelgeving van toepassing. RMC staat voor: regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten. Nadat in 1999 de RMC-taak van de gemeenten structureel is gemaakt, werd hiermee ook de wettelijke basis gelegd voor de uitvoering van haar taken. De RMC-regelgeving is niet in een aparte wet vastgelegd. In de Wet op het Voortgezet Onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra is een aantal artikelen opgenomen over voortijdig schoolverlaten en de functie van het RMC hierin. De taken van het RMC zijn te verdelen in: 1. Netwerk: de netwerkfunctie houdt in dat het RMC de regie heeft bij het maken van afspraken met scholen voor voortgezet onderwijs, onderwijsinstellingen voor mbo en andere instellingen en organisaties over de inzet en verantwoordelijkheid bij het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten. 2. Registratie: het RMC organiseert en coördineert de meldingen van voortijdig schoolverlaten en registreert de meldingen. 3. Begeleiding: de hoofdtaak van de RMC-functie is het terugleiden van voortijdig schoolverlaters naar een opleiding zodat deze jongeren alsnog een startkwalificatie kunnen behalen. Een voortijdig schoolverlater is een jongere tussen de 12 en 23 jaar, die het onderwijs heeft verlaten zonder een startkwalificatie behaald te hebben. Een startkwalificatie is een diploma op minimaal havo- of vwo-niveau of een diploma op mbo-2 niveau of hoger. Wat de wettelijke taken zijn die gemeenten in het kader van RMC minimaal dienen uit te voeren kan worden vastgesteld aan de hand van de wettelijk verplichte jaarlijkse RMC effectrapportage aan MinOCW. Het format van de effectrapportage wordt jaarlijks door MinOCW vastgesteld en aan de RMC contactgemeenten gestuurd ter verantwoording van de ontvangen regionale rijksmiddelen. Het betreft hierbij zowel gegevens voor financiële verantwoording als gegevens over de resultaten en inzet op curatieve en preventieve RMC taken op het gebied van netwerk, registratie en begeleiding. Naast de wettelijke RMC taken zijn VSV convenanten afgesloten waarin onderwijs en gemeenten samenwerken op het gebied van VSV. De convenanten hebben als doel verzuim en VSV te voorkomen en bestrijden. Daarbij is er steeds meer aandacht voor preventie van uitval, wat ook te zien is in het convenant ‘Gezamenlijke aanpak van verzuim in het beroepsonderwijs’ [MinOCW, MBO raad, Ingrado, 2012] en de brief van Minister Bussemaker aan de Tweede Kamer van december 2014 over ‘extra kansen voor jongeren in een kwetsbare positie’. RMC regio’s hebben vanuit preventie een duidelijke rol in de aanpak van verzuim van 18- tot 23-jarigen zonder startkwalificatie. Deze taak is inmiddels geaccepteerd als één van de basistaken van het RMC: 4. Bestrijden van verzuim 18+, onder andere door in samenwerking met het onderwijs opvolgen van verzuimmeldingen, houden van spreekuren en begeleiden van jongeren die dreigen uit te vallen. Ingrado heeft in haar visiedocument ‘Gelijke monniken, gelijke kappen’ verwoord dat het aanpakken van verzuim18+ een preventieve basistaak is voor het RMC. Naast de basistaken van het RMC zijn in veel regio’s regionale en lokale accenten gelegd en is aansluiting gezocht bij ketenpartners, o.a. in de vorm van jongerenloketten en
Naar een formatiemeter voor de RMC-functie 2015
4
samenwerkingsverbanden. De taken die hieruit voortkomen zouden moeten leiden tot efficiënt en effectief voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten en verzuim, en daarmee vallen binnen de basistaken van het RMC. Indien het extra taken en inzet betreft, dan is een aanvullende opdracht aan het RMC en aanvullende financiering gebruikelijk. 2.2 Inbedding, functies en rollen RMC Voor het uitvoeren van de curatieve en preventieve taken is nodig: a) Een coördinator die sturing geeft aan de uit te voeren taken en verantwoording aflegt aan MinOCW en over de juiste competenties beschikt. Ingrado heeft hiervoor een competentieprofiel RMC coördinator opgesteld. De RMC coördinator heeft ook een rol bij het leggen van de verbinding naar de andere kolommen zoals sociale zaken en jeugdhulp. b) Een beleidsmedewerker die een schakelfunctie inneemt in het vertalen van landelijk/regionaal/lokaal beleid naar uitvoering en zorgt voor de aansluiting op taakuitvoering in andere domeinen die een raakvlak hebben met RMC (o.a. sociale zaken, jeugdhulp). c) RMC consulenten of trajectbegeleiders die voortijdig schoolverlaters en jongeren die verzuimen begeleiden en er voor zorgen dat zij weer terug gaan naar school, eventueel in combinatie met werk en/of zorg. Voor een succesvolle begeleiding van jongeren dienen deze medewerkers te beschikken over de competenties zoals vastgelegd in het Ingrado competentieprofiel RMC consulent. d) Administratief medewerkers die er voor zorgen dat de RMC administratie up to date is, meldingen verwerkt zijn, gegevens toegevoegd zijn aan het dossier en vervolgens het dossier in behandeling geven aan een consulent/trajectbegeleider. Een administratiesysteem dat de werkzaamheden hierbij op de juiste wijze ondersteunt, is daarbij een vereiste. Tot de administratie behoort ook het applicatiebeheer dat het systeem onderhoudt en zorgt voor alle output die gewenst is voor management en beleid. Administratie en applicatiebeheer zijn de basis voor een efficiënte RMC taakuitvoering. Zonder sluitende administratie zijn niet alle jongeren en problematiek in beeld. Door de volledigheid van het dossier en juiste interpretatie van gegevens wordt de consulent/trajectbegeleider in staat gesteld efficiënt en effectief te werken. Dit vereist dat de administratief medewerker en applicatiebeheerder zijn geschoold voor hun taken en pro-actief de kwaliteit en kwantiteit van de gegevens bewaken. Daarnaast dient het RMC ervoor te zorgen dat de RMC functie breed is ingebed in de gemeentelijke organisatie en bekend is bij andere afdelingen die raakvlakken hebben. Vaak worden dezelfde jongeren in verschillende kolommen gevolgd en/of begeleid zonder dat afdelingen dat van elkaar weten. Dit kan ten koste gaan van een succesvolle begeleiding en ervoor zorgen dat de jongere niet de hulp krijgt die nodig is. 2.3 Analyse formatiemeter leerplicht 2014 De schrijfwijze van de formatiemeter lijkt een goede basis, ook voor het RMC. Gemeenten in Nederland zijn gewend aan de regel ‘1 fte op … inwoners’. De formatiemeter is gebaseerd op de gegevens van de oude richtlijn uit 2007, herijkt aan de situatie in 2014. Bij toetsing bleek hij actueel, mits de correctie naar problematiek en preventieve taken goed toegepast werd (deze was al opgenomen in de oude richtlijn). Bij toepassing van de oude richtlijn bleken veel gemeenten deze correcties niet uit te voeren, waardoor de berekende formatie niet voldeed aan hun behoefte. Bij de herijking is daarom gekozen voor een andere benaderingswijze op basis van de bestaande gegevens van de oude richtlijn van 1 fte leerplichtfunctie op 3800 leerplichtigen. Er is in de herijking een bandbreedte bepaald met een minimum formatie voor curatieve zaken (gerelateerd aan de landelijke gemiddelde caseload van 135 per fte leerplichtfunctie) en een maximum formatie waarin de uitvoering van preventieve taken (berekend a.d.h.v. een correctiefactor van 1,66). Binnen die minimum en maximum bandbreedte hebben de gemeenten zelf de ruimte om in te
Naar een formatiemeter voor de RMC-functie 2015
5
vullen welke taken zij bovenop de wettelijke taakuitvoering (curatie) doen en welke formatie zij daarvoor nodig hebben. De formatiemeter is getoetst aan de managers van de G32 gemeenten die overwegend positief waren. Lering uit het proces is dat het benadrukt en uitgelegd moet worden dat de formatiemeter “slechts” een richtlijn is en geen star geheel. Zwaarte van problematiek die in een lokale of regionale situatie kan verschillen met het landelijke gemiddelde is daarom ook sterk van invloed op de uitkomst en toepassing van de formatiemeter. Het doel van een formatiemeter is het geven van een handvat aan gemeenten over de omvang van de benodigde formatie voor leerplicht. 2.4 Analyse formatierichtlijn RMC 2006 In 2006 heeft DENSA in opdracht van Ingrado een formatierichtlijn opgesteld voor het uitvoeren van de RMC functie. In deze paragraaf is beschreven hoe de oude richtlijn tot stand is gekomen en geconcludeerd wat we hiervan kunnen leren voor de nieuw te ontwikkelen RMC formatiemeter. In het kader van de RMC formatierichtlijn 2006 zijn gegevens verzameld van alle 49 officiële RMC (sub)regio’s in Nederland op basis van de RMC effectrapportages en uitvraag van gegevens bij de regio’s. Van alle (sub)regio’s zijn basisgegevens verzameld zoals het aantal 16-17 jarigen en boven-leerplichtigen en mate van verstedelijking. Daarnaast zijn gegevens verzameld over nieuwe en oude VSV-ers, aantal herplaatsingen, de zwaarte van problematiek en de begrotingen (rijksbijdrage en gemeentelijke bijdragen). Naar aanleiding van de uitvraag van gegevens is door 27 (sub)regio’s opgegeven wat de omvang van de actuele formatie was en wat de door hen geschatte benodigde formatie was, op basis van een indeling van casuïstiek in licht, middelzwaar en zwaar. De volgende richtlijn is in 2006 opgesteld: Richtlijnen functie
formatie
per
Huidige formatie
Gewenste formatie
1 fte coördinatie
per 38.620 jongeren
per 31.068 jongeren
1 fte trajectbegeleiding
per 10.623 jongeren
per 7.816 jongeren
1 fte administratie
per 20.770 jongeren
per 20.040 jongeren
1 fte registratie-automatisering
per 206.083 jongeren
per 94.630 jongeren
Als op basis van de RMC gegevens uit 2006 dezelfde formulering als bij de leerplicht formatiemeter wordt gehanteerd, dan ontstaat het volgende beeld: 1 fte RMC functie per 4080 jongeren van 18 t/m 22 jaar (huidige formatie 2006) 1 fte RMC functie per 3200 jongeren van 18 t/m 22 jaar (wenselijke formatie) De RMC functie bestaat hierbij uit een stabiele verhouding van: 1. RMC coördinatie (15%) 2. trajectbegeleiding (55%) 3. administratie/applicatiebeheer (30%) De door de regio’s ingeschatte verhouding in casuïstiek was 50% licht, 30% middelzwaar en 20% zwaar. Daarnaast is in het onderzoek via verschillende onderzoeksmethoden een schatting van de jaarlijkse caseload per trajectbegeleider gemaakt. Deze schatting kwam neer op gemiddeld 400 afgeronde begeleidingstrajecten per jaar. 2.5 Onderzoek in zes RMC regio’s In afstemming met Ingrado zijn zes regio’s bepaald en bereid gevonden om mee te werken aan een onderzoek naar hoe in deze regio’s de RMC taken worden uitgevoerd, welke taken worden uitgevoerd, welke problematiek zij tegenkomen en in welke omvang, welke prioriteiten gelden en
Naar een formatiemeter voor de RMC-functie 2015
6
met hoeveel formatie de taken worden uitgevoerd. Deze zes regio’s geven een goed beeld van hoe in Nederland de RMC taken op diverse manieren worden uitgevoerd. Er zijn regio’s waar alle leerplicht en RMC taken zijn samengevoegd in een regionaal bureau en er zijn regio’s waar leerplicht en kwalificatieplicht lokaal worden uitgevoerd. Met alle zes regio’s hebben gesprekken plaats gevonden en nadien zijn door hen relevante beleidsmatige stukken en cijfermatige gegevens aangeleverd. Aan de hand van de gesprekken en toegezonden informatie is van elk van de zes regio’s een analyse gemaakt. 2.5.1 Parkstad De subregio Parkstad-Limburg wordt gevormd door 8 gemeenten. Heerlen is de RMC contactgemeente namens de regio. De regio is een subregio van de RMC regio: Gewest ZuidLimburg (regio 39). De RMC en leerplicht taken worden sinds een aantal jaren integraal uitgevoerd door het bureau VSV Parkstad-Limburg. Consulenten die de jongeren begeleiden richten zich op de totale doelgroep van 5 tot 23 jaar. Binnen het team zijn er medewerkers met specialismen die worden ingezet voor de jongeren met grotere problemen. Bureau VSV richt zich met name op zorg en minder op handhaving. Het zwaartepunt ligt bij preventie. Dit uit zich in de “Bewust aanwezig op school (BAS)” methode waar veelvuldig korte gesprekken met jongeren worden gevoerd. De gedachte hierachter is dat vroegtijdig in het proces interveniëren erger (schooluitval) doet voorkomen. De RMC basistaken (administratie, begeleiding, netwerk en verzuim 18-plus) zijn geborgd en worden uitgevoerd. Huisbezoeken behoren tot de standaard taken. Extra taken die door bureau VSV worden uitgevoerd zijn de aanwezigheid in het Jongerenloket, advisering van sociale zaken i.v.m. studierichting voor 23-plussers en controle van verzuimadministraties op scholen. Oude VSV-ers worden gevolgd en worden na een jaar, als geen sprake is van werk of school, nog een keer benaderd. Als daar niet op wordt gereageerd verdwijnt deze uit beeld en krijgt geen aandacht meer. Omdat bureau VSV de taken integraal uitvoert is er geen aparte formatie voor RMC. Daarom is aan de hand van de caseload en het aantal jongeren een analyse gemaakt van het deel formatie dat wordt ingezet op voortijdig schoolverlaten. Op basis van deze analyse blijkt dat in de regio Parkstad 22,78% van de totale caseload betrekking heeft op RMC taakuitvoering, wat in Parkstad overeenkomt met 4,15 fte voor RMC. Ten opzichte van het totaal aantal inwoners 16 tot 23 betekent dit 1 fte op 4300 jongeren en ten opzichte van de populatie van 18 tot 23 is dat 1 fte op 3000 jongeren. De formatiemeter RMC in Parkstad komt daarmee, afhankelijk van de caseloadverdeling en rolverdeling leerplicht - RMC, uit op 1 fte op 3000 tot 4300 jongeren. De conclusie uit de analyse van Parkstad is dat er voldoende RMC formatie is, maar voor leerplicht heeft bureau VSV te weinig formatie waardoor de RMC formatie onder druk staat. 2.5.2 RMC West-Brabant De regio West Brabant bestaat uit 18 gemeenten waarvan Breda de RMC contactgemeente is. Sinds een aantal jaren worden taken gezamenlijk uitgevoerd binnen het RBL West Brabant. Alle 18 gemeenten hebben de administratieve taken van leerplicht en RMC belegd bij het RBL en daarnaast hebben 7 gemeenten de leerplichttaken en RMC-trajectbegeleiding bij het RBL belegd. De overige 11 gemeenten voeren de leerplicht en RMC taken zelfstandig uit, soms gezamenlijk in sub regionale verbanden. In de regio zijn de basistaken (administratie en trajectbegeleiding) geborgd. De prioriteit ligt bij het oppakken van verzuim 18+. De laatste maanden is een verschuiving naar preventieve taakuitvoering zichtbaar, wat mede komt door een toename van het aantal verzuimmeldingen van het MBO en een afname van de verzuimmeldingen van het VO. Het RBL doet geen taken die met 23-plussers te maken hebben. Het RBL heeft, mede geholpen door een suwi-koppeling, een outreachende aanpak als het gaat om oude VSV-ers. Het oppakken van oude VSV-ers vraagt om specifieke competenties van medewerkers. In de 7 gemeenten die alle taakuitvoering bij het RBL hebben belegd heeft 22% van de totale caseload betrekking op RMC taakuitvoering, wat overeenkomt met 4,8 fte. Ten opzichte van de
Naar een formatiemeter voor de RMC-functie 2015
7
formatie die in deze 7 gemeenten in het RBL wordt ingezet voor RMC taakuitvoering betekent dit dat de formatiemeter uitkomt op ongeveer 1 fte op 4650 jongeren van 18 tot 23 en een caseload per fte van ongeveer 200. De conclusie uit de analyse is dat er iets te weinig RMC formatie is om alle taken goed te kunnen uitvoeren en voldoende aandacht te geven. 2.5.3 Rivierenland De regio Rivierenland wordt gevormd door 10 gemeenten waarvan Tiel de RMC contactgemeente is. Het RMC is belegd bij de Regio Rivierenland (GR). De taken op het gebied van coördinatie/management, administratie/applicatiebeheer en RMC worden regionaal voor deze 10 gemeenten uitgevoerd. De basistaken van het RMC (administratie, verzuim 18-plus en trajectbegeleiding) zijn geborgd. De administratie is op orde en doet veel voorwerk voordat de consulenten een casus oppakken. De kwaliteit van meldingen door scholen is goed, mede dankzij jarenlange inzet van het “aanjaagteam”. Het oppakken/begeleiden van een jongere in het kader van preventie krijgt steeds meer het karakter van een VSV-traject. Als extra taak heeft het RMC de projectleiding over een project waarbij jongeren worden gecoacht door vrijwilligers. Het totale werkaanbod is te verdelen in 1/3 preventie en 2/3 VSV. Daarbij is de trend dat het aantal VSV trajecten afneemt en er een toename is van het aantal verzuimmeldingen 18-plus. De RMC formatie is op te splitsen in 20% administratie, 65% traject begeleiding en 15% coördinatie/management. De analyse van de aangeleverde cijfermatige gegevens laat zien dat de formatiemeter voor RMC uitkomt op ongeveer 1 fte per 3400 jongeren en een gemiddelde caseload per fte van 275. De conclusie uit de analyse is dat er voldoende RMC formatie in Rivierenland is, maar dat er meer formatie nodig is als het aantal 18-plus verzuimmeldingen verder toeneemt. 2.5.4 West Friesland De regio West Friesland is een regio met 7 gemeenten waarvan Hoorn de RMC contactgemeente is. Leerplichttaken worden lokaal uitgevoerd. Het RMC doet coördinatie/management, de begeleiding van jongeren en de taakuitvoering van administratie/applicatiebeheer. Het RMC houdt zich bezig met de basistaken (administratie, begeleiding, netwerk en verzuim 18-plus). De basistaken zijn geborgd inclusief spreekuur op scholen en huisbezoeken. De interne begeleiding op scholen is goed wat betekent dat de jongeren die worden gemeld aan het RMC ook echt een probleem hebben. De VSV begeleiding levert niet altijd het gewenste resultaat op en daarom is preventie belangrijk. Alle jongeren zijn in beeld door verzuim 18+, waardoor er niet veel hoeft te worden ingezet op het zoeken van en in contact komen met de jongeren. De administratie werkt zeer effectief en doet veel voorwerk voordat de trajectbegeleiding aan de slag gaat. Het telefonisch benaderen van jongeren maakt deel uit van de taken van de administratie. De trajectbegeleiders zijn vastberaden en doortastend totdat een oplossing voor een jongere is gevonden. De analyse van de aangeleverde cijfermatige gegevens laat zien dat de formatiemeter voor RMC uitkomt op ongeveer 1 fte per 2000 jongeren en een caseload van tussen de 100 en 200 zaken per fte. De conclusie uit de analyse is dat de RMC formatie in West Friesland ruim voldoende is, mede doordat er tijdelijk extra wordt ingezet vanuit de RMC reserves. 2.5.5 Arnhem De regio Arnhem is een subregio van de regio Arnhem/Nijmegen. De subregio bestaat uit 10 gemeenten die alle taken van leerplicht en RMC hebben belegd bij het RBL Midden-Gelre dat is ondergebracht bij de RMC contactgemeente Arnhem. De RMC trajectbegeleiding maakt sinds kort deel uit van het RBL team. Tot recent was de RMC taakuitvoering als team VSV ondergebracht bij een ROC. Het RMC houdt zich bezig met de basistaken (administratie, begeleiding, netwerk en verzuim 18-plus). Als extra taken doet het RBL loopbaanadviezen voor 23-plussers en worden in het kader van de sluitende keten door het RMC ook 18- verzuimmeldingen opgepakt. Het project 2getthere (voorheen een taak van het VSV team) waarbinnen jongeren die uitvallen worden opgeleid tot coach om andere jongeren te helpen is een extra RMC taak die bij het ROC is gebleven. Huisbezoeken behoren tot de standaard taken van het RMC. Spreekuur is geen
Naar een formatiemeter voor de RMC-functie 2015
8
standaard taak die prioriteit heeft. De prioriteit van het werk ligt bij verzuim en nieuwe VSV-ers. Oud VSV-ers worden niet actief gevolgd en alleen geholpen als zij daar om vragen. Het zwaartepunt zal de komende tijd verschuiven naar meer inzet op preventie. Scholen gaan ook als er nog geen verzuim is preventief melden. Op twee scholen loopt nu een pilot. Binnen het RBL is de taakuitvoering van leerplicht en RMC gescheiden en ook de administratie is, hoewel men gebruik maakt van hetzelfde systeem, een gescheiden taakuitvoering. Telefonische bereikbaarheid wordt wel gezamenlijk door het administratieve team ingevuld. Daarnaast doet de applicatiebeheerder van leerplicht ook het applicatiebeheer voor de RMC taken. De analyse van de aangeleverde cijfermatige gegevens laat zien dat de formatiemeter voor RMC in de regio Arnhem uitkomt op ongeveer 1 fte per 3070 jongeren van 18 tot 23 en een caseload van 230 zaken per fte. 2.5.6 Den Haag In de gemeente Den Haag worden de taken van leerplicht en RMC uitgevoerd binnen de productgroep Leerlingzaken. Onlangs is de beweging ingezet naar geïntegreerde taakuitvoering leerplicht-RMC, maar ten tijde van het onderzoek werden de 18-plussers door een apart team van trajectbegeleiders begeleid. Het voorkomen van verzuim en voortijdig schoolverlaten is primair de verantwoordelijkheid van de onderwijsinstellingen. De aanpak van het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten richt zich op het terugleiden naar of behouden van de leerling in het onderwijs, al dan niet in combinatie met werk. Jongeren die naar het VMBO en MBO gaan worden zoveel mogelijk integraal benaderd, een doorgaande lijn staat daarbij voorop. Er is daarnaast een wijkgerichte aanpak aangezien problematiek in enkele wijken groot is. De productgroep houdt zich bezig met de basistaken (administratie, begeleiding, netwerk en verzuim 18-plus). Daarnaast voert de productgroep tevens actief controles uit op verzuimadministraties, wat mogelijk een effect heeft op het nog steeds toenemende aantal verzuim18+ meldingen (6069 afgelopen jaar). Jongeren die uitvallen ontvangen een rappelbrief met een aanbod voor ondersteuning. Na 2 weken worden de reacties op verstuurde brieven verwerkt. Indien de jongere aangeeft ondersteuning te wensen wordt een dossier toegewezen aan een trajectbegeleider. Bij geen of een negatieve reactie volgt een administratieve SUWI-check bij sociale zaken van de woongemeente om te achterhalen of de jongere een inkomen heeft en mogelijk via een ketenpartner te benaderen is. De jongeren die persoonlijke begeleiding wensen worden begeleid door een trajectbegeleider. Na begeleiding naar school en/of werk worden jongeren in het kader van nazorg gevolgd. Indien zij opnieuw uitvallen wordt de begeleiding herstart. Huisbezoeken behoren tot de standaard taken. Daarnaast worden jongeren preventief gesproken in spreekuren op school. De analyse van de aangeleverde cijfermatige gegevens laat zien dat de formatiemeter voor RMC in de gemeente Den Haag uitkomt op ongeveer 1 fte per 1555 jongeren van 18 tot 23 en een caseload van 475 zaken per fte. Conclusie is dat de problematiek in een grote stad als Den Haag én de werkdruk bij de afdeling fors zijn. 2.5.7 Toetsing resultaten aan werkveld Vervolgens zijn de uitkomsten van het onderzoek gespiegeld aan vertegenwoordigers van zes andere RMC (sub)regio’s. In dit proces zijn waardevolle discussies gevoerd en is nuttige informatie opgehaald om de formatiemeter te staven, verstevigen en aan te vullen. De belangrijkste opbrengsten van de toetsing zijn: Een formatiemeter van 1 fte RMC functie per 3000 tot 4000 inwoners van 18-23 jaar voor een goede en efficiënte RMC taakuitvoering lijkt realistisch. Een caseload van rond de 300 per jaar per fte lijkt realistisch. De huidige caseload ligt voor meerdere regio’s echter op meer dan 400, mede door het grote aantal verzuim18+ meldingen.
Naar een formatiemeter voor de RMC-functie 2015
9
-
-
Verdeling van de formatie in 15% coördinatie/management, 65% consulent en 20% administratie/applicatiebeheer wordt als een reëel beeld ervaren. Als medewerkers niet van voldoende niveau zijn of voldoende kennis/kunde hebben, dan heb je meer fte nodig om hetzelfde werk te doen of het leveren van voldoende kwaliteit. De winst van de aanpak verzuim18+ is dat jongeren al in beeld zijn vóór de eventuele uitval, de begeleiding loopt door en dat scheelt veel ‘zoektijd’ om in contact te komen die je anders kwijt was na de uitval. Besparende maatregel: coördinatie/management en regionaal beleid RMC én leerplicht samen doen. Besparende maatregel: regionaal samen administreren. Regio’s bevestigen een reductie van inzet van fte op administratie bij regionalisering en samengaan van administraties leerplicht en RMC. Daarnaast is aangegeven dat sommige softwarepakketten duidelijk meer fte (applicatie)beheer vragen dan andere.
Daarnaast zijn de volgende zaken naar voren gekomen: We hebben het niet meer over zware en lichte casussen, maar over tijdsintensieve en minder tijdsintensieve. Zware problematiek is niet voor het RMC om op te lossen, dat doen ketenpartners in het sociaal domein. Graag meer eenheid tussen verzuim 18+ tussen verschillende MBO's en RMC regio's. Nu is er al weinig tijd voor echt begeleiden. Doelgroep PRO/VSO die nu komt heeft veel intensievere begeleiding nodig. Hoe gaan we dat doen? Besparende maatregel/efficiënt inzetten van RMC geld: duidelijk maken dat RMC een regionale taak is, niet een lokale taak van de contactgemeente. Duidelijk maken dat overhead van de contactgemeente niet geheel doorberekend mag worden naar de andere gemeenten. Hiermee hebben verschillende RMC's al tot 30% op loonkosten bespaard. In de overhead van de contactgemeente zitten niet alleen de kosten voor de facilitering van het RMC maar ook de kosten die de contactgemeente heeft voor o.a. het bestuur, stadsbeheer, afschrijvingen van een nieuw stadhuis etc. Deze generieke doorbelasting van alle overheadkosten is niet reëel. Er zijn in Nederland diverse voorbeelden waar bij uitvoering van regionale taken (o.a. bij een RBL) alleen de overhead wordt doorberekend die direct kan worden toegerekend aan de uitgevoerde RMC taken. Directe kosten die specifiek kunnen worden toegerekend zijn bijvoorbeeld huisvesting, ICT, postbezorging, financiën, HRM, juridische ondersteuning en het risico op personeel. In het algemeen wordt daarvoor een overheadpercentage van rond de 25%, als opslag op werkgeverslasten, als normaal beschouwd.
Naar een formatiemeter voor de RMC-functie 2015
10
3. De formatiemeter RMC 2015 3.1 3.1.1 Binnen 1.
Conclusies uit het onderzoek Wat zijn de curatieve en preventieve taken van het RMC? de formatie van de formatiemeter 2015 valt: VSV, oud en nieuw. Alle basisgegevens administreren en jongeren volgen tot zij een startkwalificatie hebben of 23 jaar zijn. VSV trajecten inclusief in contact komen/blijven door whatsapp/telefoon en huisbezoek. Oude VSV-ers worden periodiek benaderd om alsnog naar onderwijs en/of werk te begeleiden. 2. Verzuim 18+, waarbij jongeren gesproken worden bij spreekuren op school, of een vergelijkbaar begeleidingsaanbod krijgen van het RMC als zijnde VSV traject.
3.1.2 Welke mogelijke andere taken zijn belegd bij het RMC? Voor deze taken geldt dat zij buiten de formatiemeter vallen. Indien deze taken worden uitgevoerd door medewerkers van het RMC, dan dient er extra financiering te zijn: Inzet van RMC in wijkteams, anders dan op basis van casuïstiek schakelen met elkaar; Arbeidsmarkttoeleiding; Begeleiden jongeren 23-27 jaar; Begeleiden van jongeren vanaf 18 jaar met startkwalificatie; Bepalen school/leerbaarheid voor sociale zaken; Controleren verzuimadministraties scholen; Toekomstige extra taken met betrekking tot kwetsbare jongeren. 3.1.3 -
Welke functies worden onderscheiden binnen het RMC? Coördinatie: beleid/processturing; Management: aansturing team; Begeleiding: preventief en curatief; Administratie en applicatiebeheer.
3.1.4 -
Wat verhoogt de efficiency van het RMC? Regionale samenwerking leerplicht en RMC; Krachtige samenwerking bepaalt omvang en kwaliteit uitstroommogelijkheden; Goede kwaliteit administratiesysteem; Kundige medewerkers met de juiste competenties; Meer eenduidigheid tussen MBO’s en RMC regio’s; Doorberekenen van een realistische overhead = meer inzet voor jongeren; Kwalitatief goede taakuitvoering vereist aansturing vanuit kennis en kunde.
3.2 De formatiemeter RMC 2015 Op basis van de gegevens van het onderzoek is de volgende formatiemeter RMC bepaald, voor een goed werkend en georganiseerd RMC die jongeren opvolgt waarbij actie van het RMC nodig is: Minimum benodigde inzet: 1 fte RMC functie per 3800 inwoners van 18 tot 23 jaar Een realistische caseload per fte RMC functie in Nederland is 300. Deze caseload bevat 50% casuïstiek die weinig (begeleiding)tijd kost, 30% casuïstiek die meer tijd kost en 20% casuïstiek die tijdrovend is voor RMC begeleiding. Indien de caseload per fte hoger/lager is, dan zijn in dezelfde verhouding meer/minder fte nodig om het werk aan te kunnen. De RMC functie is hierbij onderverdeeld in ongeveer: 1. RMC coördinatie/management (15%) 2. Begeleiding (65%) 3. Administratie/applicatiebeheer (20%)
Naar een formatiemeter voor de RMC-functie 2015
11