De Albertknoop Lanaken
Naar een eco - efficiënt bedrijventerrein : EXECUTIVE SUMMARY
Teide Projects NV – juni 2014 In opdracht van AGB Lanaken – Sappi – Celanese – Silmaco Met de steun van i-Cleantech Vlaanderen en Provincie Limburg
De Albertknoop Lanaken : Naar een eco-efficiënt bedrijventerrein Lanaken – EXECUTIVE SUMMMARY
Pagina 1
Executive Summary : de Albertknoop : 1. Inleiding Op het Europark Lanaken bevinden zich een aantal bedrijven die grote verbruikers zijn van energie en die door de aard van de huidige technologische processen veel restenergie verloren laten gaan. Verder ontstaan er watervervuiling en afvalstromen. De Provincie Limburg verleende een subsidie voor het uitvoeren van een studie rond samenwerking binnen een eco-efficiënt bedrijventerrein waarin de uitwisseling van rest-en afvalstromen één van de doelstellingen is. Deze subsidie werd gematcht met de oproep van i-Cleantech Vlaanderen rond haalbaarheidstudies. Vertrekkende van de detailanalyse van de bedrijven en hun energie- en materiaalstromen wordt de technische, financiële en juridische haalbaarheid onderzocht van een vijftal deelprojecten. Onderhavige studie werd uitgevoerd in opdracht van het consortium Autonoom Gemeentebedrijf Lanaken met de bedrijven Sappi, Celanese en Silmaco. 2. Maatschappelijke context Bedrijven zijn actief in een mondiale context waar het moeilijk is om marge en omzet te handhaven. Door clustering en samenwerking in Lanaken rond de bestaande productieactiviteiten wordt getracht hier een lokaal antwoord te bieden door middel van een aantal krachtige hefbomen die de Vlaamse overheid de laatste jaren heeft aangeleverd (i-Cleantech Vlaanderen, het Vlaamse materialenprogramma, Vlaanderen in Actie, het Nieuw Industrieel Beleid). Op het kruispunt van bedrijven wordt gezocht naar innovatieve processen en producten die de bestaande productieprocessen een nieuw leven kunnen inblazen. 3. Referentiecases De case in Kalundborg (Denemarken) leert dat samenwerking en uitwisseling van stromen tussen bedrijven in een cluster belangrijke kostenbesparingen opleveren. In Golbey (Noord-Frankrijk) was het antwoord van de papierproducent Norske Skog op een krimpende papiermarkt , naast diversificatie, een verregaande samenwerking met een producent van houtvezelisolatieplaten om kosten te delen in een gedeelde infrastructuur (biomassacentrale voor elektriciteit, warmte en stoom). De industriële site werd verder gepositioneerd als vezelcluster om nieuwe bedrijven aan te trekken. Dichter bij huis wordt in Terneuzen gewerkt aan de totstandkoming van een industriële symbiose tussen de aanwezige bedrijven en de landbouw . 4. Methodologie - 14 voorstellen – doorselectie naar 5 cases : Vanuit een scan op de aanwezige productiebedrijven, hun afval- en reststromen en de ruimere omgeving van Lanaken werden knelpunten opgezocht. Vanuit een multidisciplinaire benadering werd gezocht naar mogelijke verbanden om de kosten om te buigen naar opbrengsten. De screening ervan leverde een 14tal mogelijke projectvoorstellen op waaruit 5 projecten weerhouden werden waarop vervolgens een haalbaarheidsonderzoek diende uitgevoerd (technisch, financieel en juridisch).
De Albertknoop Lanaken : Naar een eco-efficiënt bedrijventerrein Lanaken – EXECUTIVE SUMMMARY
Pagina 2
5. De Cases : 5.1. Warmtenet : De aanwezige restwarmte uit de schouwen van Sappi kan een noordelijke warmtenet voeden waar een school, een toekomstig sportproject, het centrum van Lanaken en een tuinbouwcluster op kan aangesloten worden. Een zuidelijk warmtenet vertrekkende vanuit Celanese kan een rubberproducent en een industriële wasserij voeden. De grootste bron van restwarmte situeert zich bij Sappi. De studie heeft volgende mogelijkheden voor de valorisatie van de restwarmte naar bovengebracht :
Eigen aanwending van restwarmte bij Sappi voor het drogen van slib van de waterzuiveringsinstallatie (intern project bij Sappi); Eigen aanwending warmte bij Sappi voor recuperatie water en grondstoffen uit de afvalwaterzuivering (mogelijk een project voor de cluster van bedrijven); Aanwending van restwarmte voor een tuinbouwcluster. De totale aanwezige warmte kan een tuinbouwcluster van 30 ha voorzien van warmte (clusterproject).
Mogelijkerwijze kunnen verschillende opties in cascade geplaatst worden. Bv. de tuinbouwcluster kan gevoed worden op water met een temperatuur van 45°C. Water op een hogere temperatuur kan bv. een wijk, school of sportcomplex verwarmen. Verder onderzoek dient dit uit te wijzen.
5.2. Valorisatie van afvalwater : Met de firma Purazur (dochter van de DEME Group) werd onderzocht hoe met de aanwezige restwarmte het afvalwater van Sappi kan worden gevaloriseerd door er proper water (ketelwater voor stoom of proceswater en grondstoffen (lignine en kalk) uit te halen. Via Fi-sch werd bij IWT een haalbaarheidsonderzoek ingediend. Deze aanvraag werd goedgekeurd en momenteel lopen in labo omstandigheden testen op het afvalwater om te kijken of de beoogde technologie in situ kan ingezet worden. Dit geïdentificeerde project heeft naast kostenbesparing voor de bedrijven eveneens tot doelstelling om een valorisatietraject op de herwonnen grondstoffen in te zetten met lignine als grondstof voor de biochemie Op moment van beëindiging van deze studie zijn de labotesten op het afvalwater van Sappi in uitvoering. Einde 2014 moet blijken of water en grondstoffen kunnen gerecupereerd worden uit het afvalwater. Verder onderzoek moet blijken welk de kwaliteit is van het water dat kan gerecupereerd worden : proceswater- of ketelwaterkwaliteit. Duidelijk is dat ketelwater voor de aanmaak van stoom voor alle bedrijven een pijnpunt is. Heden worden hiervoor grote hoeveelheden grondwater opgepompt die onzuiverheden bevatten en die hoge kosten zoals filtering met zich meebrengen. Het zou naast de economische meerwaarde een grote maatschappelijke meerwaarde voor het milieu brengen moest Sappi leverancier van ketelwater kunnen worden voor de andere bedrijven.
De Albertknoop Lanaken : Naar een eco-efficiënt bedrijventerrein Lanaken – EXECUTIVE SUMMMARY
Pagina 3
5.3. Agro-industrie : Een workshop met een 60 tal deelnemers uit kennisinstellingen, bedrijven , beleids- en beslissingsmakers diende aan te tonen hoe groot het potentieel in Lanaken is rond valorisatie van nevenstromen naar de landbouw. Naast een tuinbouwcluster van 30 ha die op restwarmte van de bedrijven kan gevoed worden kunnen andere landbouwactiviteiten toegevoegd worden. Zo is aquacultuur een wereldwijde groeimarkt waar in Vlaanderen weinig spelers zijn en waar weinig expertise beschikbaar is. Insectenkweek en algenteelt zijn eveneens experimentele nieuwe markten waarin Lanaken zich kan profileren door het opzetten van allerlei pilootprojecten die gelinkt kunnen worden met de landbouwcluster. Op en rond het bedrijventerrein liggen ca 80 ha gronden (onbenutte bedrijventerreinen in agrarisch gebruik en landbouwgronden) in de onmiddellijke nabijheid en die ten dienste van de landbouwcluster kunnen ingezet worden. De grootste hefboom kan gerealiseerd worden wanneer de verwerking van de landbouwproducten tot voeding en grondstoffen voor de industrie lokaal gebeurd. De aanwezige reststromen en de beschikbare ruimte, samen met de ontwikkeling van een gunstig ondernemersklimaat zorgen voor een grote potentie voor het ontwikkelen van een agro- industriële cluster in Lanaken. De voedingsindustrie is één van de voornaamste sectoren in België en dit belang zal enkel toenemen in de toekomst. Zij telt in België meer dan 6 500 ondernemingen. Het is de derde grootste sector qua omzet en toegevoegde waarde en de tweede grootste sector op het vlak van tewerkstelling. Het is een KMO-sector bij uitstek: 4 bedrijven op 5 hebben minder dan 10 werknemers in dienst. Inzetten op innovatieve activiteiten in deze sector biedt dan ook vele perspectieven naar regionale ontwikkeling en tewerkstelling. Het ontwikkelen van nieuwe ondernemingen kost geld en grote engagementen van bedrijven. Overheden en andere stakeholders zijn nodig om van Lanaken een voortrekker te maken in duurzame regionale ontwikkeling met een blik op de toekomst. Er wordt, naar het voorbeeld in Nederland, gepleit tot het invoeren van regelgevingvrije zones om pilootprojecten over de sectorgrenzen heen te kunnen realiseren. Op vlak van tewerkstelling biedt Agro-Industrie de grootste hefboom naar bijkomende tewerkstelling zowel naar laaggeschoold personeel, seizoensarbeid, als naar hoger opgeleiden ttz. 300 tal nieuwe arbeidsplaatsen. Hier ligt ook de kans om nieuwe jonge startende ondernemingen op te zetten.
5.4. Businesschangers : Om de industriële cluster in leven te houden en te verankeren is het belangrijk dat naast kostenverlagingen die kunnen gerealiseerd worden samen te werken in een cluster, er in een krimpende en verzadigde markt wordt ingezet op productdiversificatie. Verpakkingsmaterialen voor de lokale markt (cement- en baksteenindustrie) en grondstoffen voor de biochemie bieden alvast perspectieven om nieuwe markten aan te boren. Vanuit de scan van afval – en materialenstromen blijken voldoende grondstoffen lokaal aanwezig te zijn om hiermee te starten. Binnen de scope van de studie is het niet mogelijk hier volledige businesscases rond op te zetten. Evenwel werd een aanzet voor alle bedrijven gegeven. De Albertknoop Lanaken : Naar een eco-efficiënt bedrijventerrein Lanaken – EXECUTIVE SUMMMARY
Pagina 4
De studie heeft aangewezen dat er op en rond de bedrijven nog ruimte is om nieuwe spelers aan te trekken en de sites open te stellen waarbij nieuwe bedrijven gebruik kunnen maken van de aanwezige utilities op een voordelige manier. Indien naar het voorbeeld van Pavatex op de site van Norkse Skog in Golbey (Frankrijk) bedrijven aangetrokken worden die aanleunen bij de bestaande activiteiten kunnen interessante kostenbesparingen gerealiseerd worden door gedeelde infrastructuur. Zo worden de bestaande bedrijven verankerd. Op de kruispunten van deze bedrijven ontstaan eveneens nieuwe activiteiten, starts-up en spin-outs. Daarnaast zouden enkele bedrijven ook hoger in de waardeketen kunnen gaan door toepassingen van hun producten lokaal te gaan produceren. Hierbij wordt gedacht aan toepassingen voor natriumsilicaat.
5.5. Biomassacentrale: De voorstellen voor een warmtenet en tuinbouwcluster binnen een eco-systeem hebben slechts zin indien de bestaande productieactiviteiten op de site blijven verder bestaan en/of de warmte door een derde speler kan gegarandeerd worden. Een autonome energiecentrale die het eco-efficiënt bedrijventerrein en de omliggende activiteiten van warmte kan voorzien zou een oplossing kunnen bieden. Dit kan eveneens een troef zijn om nieuwe grootwarmte gebruikers aan te trekken. Hierbij wordt gedacht aan een vergistingsinstallatie op lokale biomassastromen. Na overleg met diverse marktspelers blijkt een biomassacentrale van 50 – 80 kton / jaar realistisch. De vraag is of we hiervoor de lokale GFT en groenafval kunnen gebruiken. Afval en slib uit de ecocluster (waterzuiveringsinstallatie , landbouwcluster en aquacultuur) kunnen deze biomassastromen verder aanvullen.
6. Implementatieaanbevelingen : Kleinschalige projecten die op korte en middellange termijn geïmplementeerd kunnen worden zijn het medegebruik van de afvalwaterzuiveringinstallatie bij Sappi voor tankreiniging, herbruik van warm proceswater voor het wassen van vrachtwagens en bussen, paddenstoelenkweek op houtchips en de realisatie van het zuidelijke warmtenet van Celanese naar het rubberbedrijf en de industriële wasserij. Het IWT project rond Lignin-Waste om proper water uit de afvalwaterzuivering van Sappi te halen en de recuperatie van grondstoffen lignine en kalk uit afvalwater door middel van restwarmte is een eerste pilootproject dat tegen einde 2014 kan opgezet worden. Indien deze pilot slaagt kan ingezet worden op het valorisatievervolgtraject van de lignine (lignine als grondstof voor bio - polymeren, lignine als substituut voor lijmen die het kankerverwekkende formaldehyde bevatten, …) Businesschangers : Eénmaal de lignine als grondstof gerecupereerd wordt, kan de productiefaciliteit opgeschaald worden. Toepassingen zijn te vinden in milieuvriendelijke substituten voor de chemie. De
De Albertknoop Lanaken : Naar een eco-efficiënt bedrijventerrein Lanaken – EXECUTIVE SUMMMARY
Pagina 5
papierfabriek kan zich differentiëren naar een bioraffinaderij naar het voorbeeld van Parenco in Nederland. Stone Paper voor verpakkingsmaterialen kan als onafhankelijke activiteit opgestart worden. De materialen zijn nu reeds in de markt verkrijgbaar. Er kan gestart worden met een pilootproject rond assemblage van verpakkingen. Eénmaal een markt succesvol aangeboord kan een productiefaciliteit rond Stone Paper opgezet worden. Serrebouw – Aquacultuur en Algenteelt : Naast de serres van tuinder Holtappels kan een onmiddellijke uitbreiding plaatsvinden(tot 8ha). Dit kan gekoppeld worden op een warmtenet. De cluster kan geleidelijk aan opschalen naar de volledige benutting van de restwarmte. Viskweek en algenteelt kunnen als pilootprojecten eraan gekoppeld worden evenals geënt worden op de bestaande activiteiten. De serre-eenheid naast Celanese zou ook onmiddellijk kunnen gerealiseerd worden indien Celanese hiertoe bereid gevonden wordt. Het warmtenet kan verder uitgebreid worden naar Hercorub en de wasserij Nijverheidslaan. Juridisch dient dan voor de serre-eenheid het ruimtelijke ordeningskader gecreëerd. Grootschalige projecten lange termijn zijn :
Warmtenet naar tuinbouwcluster Tuinbouwcluster 30 ha Businesschangers rond lignine en stone paper. Biomassacentrale
Tijdelijke werkstructuren binnen een maatschappelijke vijfhoek : Om de projecten te realiseren is het wellicht aangewezen dat een lokaal samenwerkingsverband opgericht wordt, wat in eerste fase ondersteund wordt vanuit een neutrale “expertengroep”. Het fundament van deze organisatie is dat het een samenwerkingsverband wordt, waarin verschillende maatschappelijke actoren (bedrijfsleven, lokale overheid, financiers, kenniscentra en burgers) samenwerken. Deze bundeling van krachten kan de sleutel vormen naar een vernieuwde lokale economie. Er moet onderzocht worden in welke vorm dit samenwerkingsverband kan worden opgezet (een feitelijk samenwerkingsverband dan wel een coöperatieve structuur,…). Dit lokaal samenwerkingsverband organiseert alle activiteiten die hierboven geschetst zijn, op een dusdanige manier en vanuit de juiste uitgangspunten, opdat:
Lokale verankering plaatsvindt; (Ver)nieuwe maatschappelijk-economische modellen worden geïmplementeerd, die lokale cashflow op gang brengen; Co-financiering en samenwerking in de praktijk worden gebracht.
De Albertknoop Lanaken : Naar een eco-efficiënt bedrijventerrein Lanaken – EXECUTIVE SUMMMARY
Pagina 6
Sleutel tot succes is een dusdanig sociaal - innovatief proces te creëren tussen de bestaande maatschappelijke vijfhoek, dat die meerwaarde echt ontstaat. De bouwstenen daartoe zijn gelegd, de uitrol daarvan kan verdergaan met ondersteuning van de juiste expertise en middelen :
Pioniers/Burgers/lokale actoren: deze partijen (bv. burgemeester, provinciegouverneur,..) brengen – op lokaal vlak (want daar gebeurt het) – de andere partijen samen. Bedrijfsleven/Ondernemers: zij vertalen ideeën naar actie. Theorie en visie wordt praktijk. Overheid: creëert mee het (regulerend) kader waarbinnen doorbraken gerealiseerd kunnen worden. Financiers: zij leveren de noodzakelijke financiële middelen aan in de vorm van prefinanciering en investering, niet als subsidie. Het kan gaan om publieke-, privé- of gemengde (pps) fondsen. Netwerk van kennis en inspiratie: de transitiebewegingen, de kennisinstellingen, consultants,… : zij leveren ideeën, inhoud, ervaring, aanpakken,… aan.
3 stappen, 3 pijlers :
Korte termijn businesscases opstarten met de lokale stakeholders, om goodwill en positieve cash-flow te creëren, en zo het crisisgevoel te doorbreken; Lange termijn speerpunt en focus ontwikkelen, als duurzame verankering van een lokale economie (linken met Nieuw Industrieel beleid EN Vlaams Materialenprogramma), ook binnen het strategisch project ALBERTKNOOP, als onderdeel van het Economisch Netwerk Albertkanaal; Bouwen van een sociaal - innovatief samenwerkingsverband, die de condities creëert binnen dewelke deze economische omschakeling kan plaatsvinden voor regionale en lokale ontwikkeling en opbouwen van een grensoverschrijdend draagvlak.
De Albertknoop Lanaken : Naar een eco-efficiënt bedrijventerrein Lanaken – EXECUTIVE SUMMMARY
Pagina 7
Maatschappelijke impact : Indien alle voorstellen gerealiseerd worden kunnen we binnen de eco-cluster potentieel 26.000 ton CO2 per jaar uitwisselen met de tuin- en landbouw, CO2 die anders de lucht in verdwijnt. Daarnaast kunnen we het equivalent van 29.000 ton CO2 / jaar besparen door de warmte uit de schouwen naar een warmtenet te brengen. De voorstellen in deze studie leveren een 300 tal nieuwe arbeidsplaatsen op. Zij zorgen eveneens voor verankering van de 750 directe en 750 indirecte arbeidsplaatsen die de bestaande cluster met zijn toeleveranciers nu verschaffen. Het is duidelijk dat realisatie van deze voorstellen belangrijke maatschappelijke en economische opbrengsten met zich zal meebrengen. Dit project kan pas echt groeien wanneer men vertrekt vanuit een clustergedachte waarbij de projecten in een lokale samenwerking worden gerealiseerd vanuit meervoudige opbrengsten en vanuit een systeemdenken met uitwisselingen tussen landbouw en industrie.
De Albertknoop Lanaken : Naar een eco-efficiënt bedrijventerrein Lanaken – EXECUTIVE SUMMMARY
Pagina 8
Conclusies en aanbevelingen vanuit de stuurgroep :
1. De studie toont aan dat er veel potenties liggen indien de aanwezige reststromen worden gevaloriseerd. 2. Geen enkel van de vijf voorgestelde cases (warmtenet, waterzuivering, agro-industrie, businesschangers en biovergistingsinstallatie) worden als onmogelijk geacht. 3. Naar het voorbeeld van Norske Skog in Golbey (Noord-Frankrijk) is het aangewezen om Lanaken uit te bouwen tot een competentiepool rond “hout en vezel”. Naast diversificatie van de bestaande bedrijfsactiviteiten dienen houtstromen, cellulose en natriumsilicaten hoger in de waardeketen gevaloriseerd. Hierbij wordt gedacht aan oa. : Lignine uit hout als grondstof voor de biochemie; Cellulose uit hout voor isolatie- en filtermaterialen (Celanese); Houtvezel als bindmiddel voor composieten (Silmaco); Papier als verpakkingsmaterialen (cement, baksteen, voeding,…). 4. Papier en hout verbinden niet alleen de bestaande drie bedrijven uit de cluster maar eveneens de lokale baksteen- en cementindustrie. Cases die verder uitgediept dienen te worden : Paperbrick : ipv. zand worden papier en houtvezels gebruikt als vulstof. Houtvezel voor houtvezelcementplaten en houtvezelisolatieplaten. 5. Naar het voorbeeld van de campus van Chemelot in Geleen kunnen door het openstellen van de bestaande fabrieksterreinen aanleunende en complementaire bedrijven aangetrokken worden waarbij de utilities (stoom, warmte, gedemineraliseerd water en elektriciteit) kostenefficiënt gedeeld worden. 6. Vertrekkende vanuit valorisatie van de reststromen ontstaan op korte termijn quick-wins die de bedrijven financiële ademruimte geven. Tegelijkertijd wordt kennis opgebouwd rond innovaties die de bedrijven nieuw leven inblazen. Bv. zo kan lignine uit het afvalwater van Sappi op korte termijn geïsoleerd worden en vermarkt naar de biochemiesector. 7. Eveneens dient Lanaken zich in te schrijven in de onderzoeksprogramma’s van de kennisinstellingen die rond ligno-cellulose en biochemie onderzoek verrichten (UGent en UR
De Albertknoop Lanaken : Naar een eco-efficiënt bedrijventerrein Lanaken – EXECUTIVE SUMMMARY
Pagina 9
Wageningen). Bv. het scheiden van lignine en cellulose uit hout d.m.v. eutectische vloeistoffen wordt aanzien als een veelbelovende nieuwe productietechniek om grondstoffen te maken voor de biochemie. 8. De studie toont aan dat de aanwezige restwarmte onmiddellijk en volledig kan ingezet worden voor tuinbouw. De ca 30 ha bijkomende tuinbouwkassen kunnen desgevallend onafhankelijk van de aanwezigheid van restwarmte gestart worden. Aquacultuur, een wereldwijde groeimarkt kan complementair aan de tuinbouwcluster gekoppeld worden evenals insecten- en algenkweek die zich heden eerder in experimenteel stadium bevinden. Duidelijk is dat deze landbouwproducten eveneens lokaal kunnen verwerkt worden tot voeding (fruit, vis, paddenstoelen en insecten) als tot producten voor de industrie (van algen tot biopolymeren en bioafval en slib tot energie). Indien de verwerking van deze producten lokaal zou gebeuren , genereert dit bovenop de nieuwe agro-cluster veel bijkomende tewerkstelling. 9. Beschikbaarheid van zuiver water en goedkope energie zijn pijnpunten die terugkomen bij alle bedrijven. Gezamenlijke waterzuivering, slibverwerking en energieopwekking zijn echte bindmiddelen om binnen een cluster te gaan opereren. Dit zou alle bedrijven substantiële voordelen moeten opleveren (cf. Kalundborg). 10. Hoe deze studie verder opnemen? Het rapport is zo wijd mogelijk te verspreiden. Immers het belang van deze studie betreft de lokale verankering van ca 750 directe en 750 indirecte jobs (toeleveranciers). In totaal heeft de cluster in Lanaken impact op 1.500 werknemers. Presentatie van de studie aan : -
Ondernemersclub Lanaken, VKW, VOKA, UNIZO… Gouverneur van Limburg Voormalig minister Ingrid Lieten & voormalig kabinetchef Patrick Verjans Vlaamse Administratie De nieuwe Vlaamse regering. Captains of industry Europa
Subsidietrajecten waarop beroep dient gedaan te worden : -
Provincie : groente innovatiefonds Vlaanderen : nieuw industrieel beleid - MIP Europa : EFRO – Horizon 2020 …
1 à 2 trekkers (doeners) moeten gedurende een 3tal jaren de voorstellen uit de studie verder uitwerken binnen een nader te bepalen structuur en geleid door een stuurgroep waarin burgers, overheid, ondernemers, financiers en kennisinstellingen vertegenwoordigd zijn. De uitgewerkte projecten dienen vervolgens door (een groep van) ondernemers opgenomen te worden.
De Albertknoop Lanaken : Naar een eco-efficiënt bedrijventerrein Lanaken – EXECUTIVE SUMMMARY
Pagina 10