BOMENbeleid
Naar een duurzaam bomenbeleid
1
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
Zoetermeer is een groene stad, een stad vol leven. Vanaf de allereerste groeiplannen heeft het groen altijd al een belangrijke rol gespeeld bij de uitbouw van onze stad. Daardoor is het groen voor Zoetermeerders bijna vanzelfsprekend geworden. We staan er bijna niet meer bij stil dat Zoetermeer een van de groenste steden in het Groene Hart is. Daar komt bij dat veel stedelijk groen in Zoetermeer een natuurlijk karakter heeft en er daardoor veel ruimte ontstaat voor natuur(beleving) dichtbij mensen. Sinds ik een paar maanden geleden wethouder ben geworden realiseer ik me steeds meer hoe bijzonder dat is. Niet alleen als decor voor onze dagelijkse activiteiten, maar ook als leefomgeving van mens, plant en dier. Zo is de diversiteit aan plant- en diersoorten in onze stad veel groter dan die in het omringende buitengebied.
VOORWOORD
de Groentrilogie in een bijpassend jasje is gegoten. Het bomenbeleid is onlosmakelijk verbonden met de Groenkaart, die de groene ambitie voor de stad en de spelregels voor het omgaan met het openbaar groen bevat. De derde pijler van de Groentrilogie is de Visie Biodiversiteit, waarin wij onze ambitie om de grote diversiteit aan plant- en diersoorten op peil te houden en waar mogelijk te vergroten, hebben uitgewerkt. Ik hoop dat u met veel plezier de Groentrilogie gaat lezen en dat u zich met mij wilt inzetten voor het groen, de biodiversiteit en de bomen in onze stad.
Klaasjan de Jong Wethouder groen, zorg, welzijn en ouderen
Het Zoetermeerse groen is een van de redenen voor bewoners en bedrijven om zich in Zoetermeer te vestigen. Groen heeft ook een positief effect op onze gezondheid en ons welbevinden. Zo genezen ziekenhuispatiënten met uitzicht op groen sneller dan patiënten die dat niet hebben. Daarnaast heeft uitzicht op groen ook een direct effect op de waarde van een huis. Maar groen heeft ook een positief effect op het klimaat, bijvoorbeeld door het verminderen van ‘hittestress’ – extreme opwarming in de zomerperiode – in de stad, of door de opvang van water bij extreme neerslag. Het belang van het groen in en om de stad zie ik ook terug in de betrokkenheid van onze inwoners. De beleving en waardering voor het groen en de natuur in de directe woonomgeving groeit nog steeds. Als er een boom gekapt wordt, ook al is dat soms niet te vermijden, dan gaat dit de bewoners aan het hart. Juist daarom ben ik er trots op om u de Groentrilogie te kunnen presenteren. De Groentrilogie geeft aan hoe de gemeente om wil gaan met het groen, de biodiversiteit en de bomen in de stad. Voor u ligt het Bomenbeleid. Dit is al in september 2011 is vastgesteld, maar nu voor
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
2
3
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD 2 01 INLEIDING 6 1.1 Aanleiding 6 1.2 Doelstelling & afbakening 6 02 VISIE OP ZOETERMEER ALS GROENE STAD 8 2.1 De groene stad 8 2.2 Betekenis van bomen in de stad 8 2.3 Boomstructuren 10 2.4 Biodiversiteit en duurzaamheid 10 03 BOMEN IN ZOETERMEER 12 3.1 Ontwikkelingsgeschiedenis 12 3.2 Knelpunten huidige situatie 14 04 JURIDISCH KADER EN BESTUURLIJKE BEVOEGDHEDEN 16 4.1 De APV 16 4.2 De aanvraag 17 4.3 Weigeringsgronden 17 4.4 Advies 18 4.5 Voorwaarden 18 4.6 Inwerkingtreding 18 4.7 Kapvergunning en bouwvergunning 18 05 KAPPEN EN (HER)PLANTEN VAN BOMEN 20 5.1 kappen van bomen 20 5.2 Aanleidingen tot het kappen van bomen 20 5.3 Herplanten van bomen 22 06 BOOMBEHEER 24 6.1 Dagelijks onderhoud en periodiek onderhoud, inspecties 24 6.2 Ziektes en plagen 24 07 COMMUNICATIE EN PARTICIPATIE 26 7.1 Grootschalige projecten 26 7.2 Kleinschalige projecten 26 7.3 Regulier onderhoud 28 BIJLAGEN 30 Bijlage 1: Begrippenlijst 30 Bijlage 2: Processchema kapvergunning 32 Bijlage 3: Relevante APV artikelen 33 Bijlage 4: Ziektes en plagen (deze lijst is niet compleet) 35 Bijlage 5: de grote boomstructuren van Zoetermeer 37
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
4
relatie groene beleidnota's
erp
ontw
(ONT)SPANNEND & DUURZAAM
structuurbeeld
GROENkaart
structuurbeeld
5
Zoetermeer, een stad vol leven
BIOdiversiteit
structuurbeeld
actieplan
uitvoeringsplan
projecten
visie
Door de bomen het bos weer zien!
BOMENbeleid
de
Naar een duurzaam bomenbeleid
STRUCTUURVISIE ZOETERMEER2030
Figuur 1.1: relatie groene beleidnota's
projecten
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
O1
1.1 Aanleiding
Het behoud van het bomenbestand in Zoetermeer staat onder druk. Veel bomen zijn aan het einde van hun levensduur, hebben ondergronds of bovengronds te weinig groeiruimte of kampen met ziektes. In het collegeprogramma is daarom opgenomen dat de komende jaren gewerkt wordt aan een ‘duurzaam bomenbestand’. Deze notitie vormt het toetsingskader bij het komen tot een meer duurzaam bomenbestand. In de commissie Ruimte van 1 september 2010 is, naar aanleiding van de (toen nog voorgenomen) kap van bomen in de geelbuurt in Rokkeveen, gevraagd om de huidige beleidsregels bomen te herzien. De regels voor het kappen en vervangen van bomen vormen een onderdeel van deze notitie. De ervaring die is opgedaan met het vervangen van de bomen in de geelbuurt, is meegenomen in deze notitie.
INLEIDING
Dit toetsingskader heeft relatie met andere plannen. Op dit moment wordt ook de Groenkaart en de Visie Biodiversiteit opgesteld. Samen met het bomenbeleid vormt dit als het ware de groentrilogie van Zoetermeer. De groenkaart vormt een integraal afwegingskader voor groenfuncties in Zoetermeer en zet in op: groen op elk niveau van de stad, het waarderen van (de kwaliteit van het) groen en het verbinden van groen. Hierbij wordt een set spelregels gevoegd voor het omgaan met het groen. Onderdelen van het bomenbeleid vormen input voor het opstellen van de groenkaart. In de Visie Biodiversiteit worden uitgangspunten genoemd waar bij het ontwikkelen van een duurzame bomenstructuur rekening mee dient te worden gehouden. In de ‘beheervisie en basisinrichting beheer openbare ruimte’ 2009-2020 worden de kwaliteitseisen beschreven voor bomen bij aanplant en beheer. De relatie met de groenkaart en de visie biodiversiteit wordt in het schema op de linker pagina weergegeven.
1.2 Doelstelling & afbakening
Met deze notitie wordt vastgelegd de wijze waarop omgegaan wordt met het bomenbestand in Zoetermeer. Het vormt een toetsingskader voor de aanplant, verwijdering, vervanging en het beheer van bomen. Uitgangspunt is dat het groene karakter van Zoetermeer behouden blijft. In deze notitie worden de richtlijnen beschreven om deze groene stad ook te kunnen handhaven. Hierbij wordt ingegaan op de waarde van bomen voor de stad, de knelpunten die zijn ontstaan bij het beheer en (grootschalig) onderhoud van bomen, de wijze van communicatie en participatie hieromtrent en de relevante regelgeving. Waardevolle bomen van gemeente of particulieren, monumentaal of beschermd, worden vastgelegd in de lijst monumentale bomen en de lijst beschermde bomen, en vastgesteld door het college. Waar in deze notitie wordt gesproken over bomen, wordt over het algemeen gedoeld op bomen in de stad als straatboom, solitaire boom of als begeleiding van (hoofd)wegen en niet over bomen in de bosvakken, het zogenaamde bosplantsoen.
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
6
7
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
O2
VISIE OP ZOETERMEER ALS GROENE STAD
2.1 De groene stad
In de jaren ’60 van de vorige eeuw stond Zoetermeer bekend als boerendorp met een inwonertal dat schommelde rond de 9000 inwoners. In 1966 heeft Zoetermeer de groeikernstatus verworven en is ze in de loop der jaren uitgegroeid tot de derde stad van Zuid-Holland. Bij de ontwikkeling van de stad is het groen steeds een belangrijke bouwsteen geweest. Bij het ontwerpen van de woonwijken werkten stedenbouwkunde en landschapsarchitectuur steeds nauw samen. Dit alles heeft het beeld van een groene stad gecreëerd, wat ook zo ervaren wordt door een groot deel van de inwoners van Zoetermeer [omnibusenquête 2010]. Dat een duurzame boomstructuur daar in belangrijke mate aan bijdraagt is evident. Het bomenbeleid is gericht op het handhaven van het groene karakter van de gemeente Zoetermeer. Dit houdt in dat zorgvuldig om wordt gegaan met alle bomen en boomstructuren in de stad. Dit houdt echter niet altijd in dat voor iedere boom die wordt gekapt, ook weer één boom wordt teruggeplant. Afhankelijk van de situatie kan gekozen worden voor minder of meer bomen, bijvoorbeeld als gevolg van de boomsoort en plantafstand. In het collegeprogramma 2011-2014 is opgenomen dat de komende jaren gewerkt wordt aan het realiseren van een duurzaam bomenbestand. Onder een duurzaam bomenbestand wordt verstaan dat: • bomen zo veel mogelijk kunnen uitgroeien op de plek waar zij staan (de juiste boom op de juiste plek); • boomstructuren in Zoetermeer in stand gehouden worden; • aangesloten wordt op de aanwezige identiteit van de stad, waaronder de cultuurhistorische elementen als populieren- en elzensingels en de oude boomgaardjes; • diversiteit in boomsoorten aanwezig is, om de ecologische waarde te vergroten en de kans op ziekten en plagen te verminderen. Reductie van het aantal bomen voor een duurzamer bomenbestand Op dit moment hebben we in Zoetermeer circa 40.000 stadsbomen. De bomen in de stad hebben geen natuur-
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
lijke standplaats. Getracht wordt echter om de standplaats voor de boom zo optimaal mogelijk te maken, waarbij boven en onder de grond voldoende ruimte aanwezig is voor de boom om te groeien. Dit noemen we een boomwaardige standplaats. Per project zal steeds worden bezien hoe en waar bomen worden gehandhaafd, geplant of vervangen, waarbij het gewenst ruimtelijk beeld het uitgangspunt is. Omdat in Zoetermeer veel situaties voorkomen waar de bomen dicht op elkaar zijn geplant of waar de boomwortels te weinig ruimte hebben, wordt ingeschat dat in deze situaties het bomenbestand de komende 10 jaar met 20% gereduceerd moet worden. In andere situaties zijn er juist weer mogelijkheden om nieuwe bomen aan te planten. In Zoetermeer streven we ernaar om het totaal aantal bomen in de stad op peil te houden.
2.2 Betekenis van bomen in de stad
Er zijn diverse redenen te noemen waarom bomen in de stad belangrijk zijn. Bomen in de openbare ruimte dragen, samen met de bomen op particulier terrein, in hoge mate bij aan de leefbaarheid, de sfeer en het groene imago van de stad. De betekenis van bomen is uit te drukken in de volgende thema’s: a. Schoonheid Bomen verfraaien de stad en de openbare ruimte. Ze bepalen voor een belangrijk deel de uitstraling en het beeld van de openbare ruimte. b. Ruimtelijke structuur Bomen zijn onderdeel van het groene raamwerk en het beeldbepalende aanzicht van de stad. Vaak begeleiden bomen een (belangrijke) weg, waardoor de structuur in de wijk wordt versterkt. Op de groenkaart wordt het groen, waaronder de boomstructuren, op stad-, wijk-, en buurtniveau in Zoetermeer aangegeven. c. Gezonde leefomgeving Bomen dragen bij aan een gezonde leefmilieu in de stad en dus aan het welzijn van de mens. Ze zorgen voor een eigen microklimaat: ze breken de wind, vangen fijn stof op en matigen temperatuurextremen.
8
9
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
O2
VISIE OP ZOETERMEER ALS GROENE STAD
d. Cultuurhistorie en identiteit Met name het agrarisch verleden van Zoetermeer is af te lezen uit de cultuurhistorische elementen die je nu nog terug vindt in windsingels, boomgaarden en oude tochten. Deze elementen bepalen voor een belangrijk deel de identiteit. e. Ecologie De ecologische waarde van het stedelijk gebied hangt voor een belangrijk deel samen met de aanwezige boomstructuur. Ook de ouderdom en de soortkeuze zijn van groot belang. Hoe oud mogen bomen in de stad worden? Bomen kunnen vleermuizen, vogels en allerlei insecten schuil-, slaap-, foerageer-, nestgelegenheid en oriëntatieplekken bieden. f. Economische waarde De aanwezigheid van groen kan voor de directe omgeving positieve financiële consequenties hebben. Onderzoek heeft aangetoond dat de waardevermeerdering van huizen rond een park tot 20% kan oplopen. Alterra heeft uitgerekend dat je uit de waardevermeerdering het hele park kunt onderhouden.
2.3 Boomstructuren
In de groenkaart is het groen op stad-, wijk-, en buurtniveau aangegeven. Ook de boomstructuren op stad- en wijkniveau zijn hierop aangegeven. Uitgangspunt is het handhaven van deze structuren. Dit betekent echter niet dat de boomstructuren altijd op dezelfde wijze worden vormgegeven als nu het geval is. Zo kan een grotere plantafstand gekozen worden zodat bomen uit kunnen groeien. Ook kan voor bomen aan één zijde van de weg gekozen worden, in verband met de fysieke ruimte. In bijlage 5 is de structuurkaart ‘Duurzaam beheer bomen’ opgenomen. Deze vormt het vertrekpunt bij de planvorming ten behoeve van het uitvoeren van groot onderhoud en vervanging van bomen in eigendom van de gemeente. De volgende uitgangspunten worden hierbij gehanteerd:
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
• Bomen volgen structuur en stedenbouwkundige kenmerken van de deelgebieden waarbij de ruimtelijke beleving en herkenbaarheid voorop staan; • Op basis van de ruimtelijke karakteristiek van deelgebieden en een invetarisatie van het bomenbestand wordt een recept gemaakt voor een duurzame boomstructuur van de deelgebieden, op basis van o Biodiversiteit o Microklimaat o Standplaatsfactoren o Veiligheid o Kosten-baten • Het recept vormt de basis voor uitwerking tot een voorstel voor een duurzame boomstructuur per deelgebied. Dit vormt ook het kader voor communicatie en participatie.
2.4 Biodiversiteit en duurzaamheid
De voedselrijke gronden in en rond Zoetermeer zouden bij niets doen volledig begroeid zijn met essen-iepenbossen. We spreken in dat geval over essen-iepenbos als potentieel natuurlijke vegetatie (PNV). In de praktijk betekent dit dat soorten uit dit verbond weinig problemen veroorzaken bij het aanslaan en de groei. Ook is het zo dat soorten die hier van nature thuishoren, gunstig zijn voor de lokale biodiversiteit omdat ook de dieren die van deze plantensoorten afhankelijk zijn qua voedsel, verblijf en voortplanting in deze regionen aanwezig zijn. Een stedelijk landschap kent echter ook meer mogelijkheden qua soortentoepassing. Een stad is gemiddeld warmer dus geschikt voor het planten van warmteminnende soorten die van nature zuidelijker thuishoren. Ook het opgebrachte reliëf, verwerking van zand in de stad e.d. zorgt voor mogelijkheden voor soorten die van warmere, drogere groeiomstandigheden houden. Het planten van een zo groot mogelijke diversiteit aan soorten spreidt het risico op ziektes en plagen. Het gaat hierbij niet alleen om de diversiteit op soortniveau, maar ook om de genetische diversiteit.
10
11
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
O3
BOMEN IN ZOETERMEER
3.1 Ontwikkelingsgeschiedenis
Tot begin jaren 60 wordt het dorp Zoetermeer gekenmerkt door een geringe groei. Oude structuren zoals de kastanjes van de Karel Doormanlaan en het Wilhelminapark stammen uit deze periode. Vooral in en rond het oude dorp zijn onze oudste en meeste monumentale bomen te vinden. In de woonstraatjes zijn hier in het verleden veelal kleinere boomsoorten aangeplant die inmiddels al geheel of gedeeltelijk zijn verwijderd en vervangen of binnenkort vervangen dienen te worden vanwege hun afgenomen vitaliteit. Vanaf halverwege de jaren 60 in tot de jaren 80 maakt Zoetermeer een snelle groei door met de bouw van de wijken Palenstein, Driemanspolder, Meerzicht, Buytenwegh en Seghwaert. In deze tijd ligt de nadruk op het snel tot ontwikkeling brengen van een groene omgeving. De bomen worden dicht op elkaar geplant en er wordt veel gebruik gemaakt van snelgroeiende soorten, zoals populieren. In deze tijd was ook nauwelijks aandacht voor boomwaardige standplaatsen, bomen werden vanwege ruimtegebrek vaak tussen parkeerplaatsen geplant met te weinig bovengrondse en vooral te weinig ondergrondse ruimte. In de loop der jaren zijn in een aantal buurten al bomen uit de verharding verdwenen gelijktijdig met herbestrating en reconstructieprojecten. In andere buurten zal dit proces zich nog moeten voltrekken.
Bij de ontwikkeling van het stedelijk gebied vanaf begin jaren 80 wordt fundamenteel anders met bomen omgegaan. Er is meer aandacht voor de standplaats van bomen, met name ondergronds. De plantafstand tussen bomen wordt groter en er worden bijna geen snelgroeiende soorten meer toegepast. In toenemende mate wordt gekozen voor bomen die zich duurzaam kunnen ontwikkelen op de plek waar ze horen, zich thuis voelen in de stad en op de Zoetermeerse bodem. Dit zijn niet alleen inheemse soorten maar hiertoe kunnen zeker ook zogenaamde exoten worden gerekend. Dit zien we terug in De Leyens, Rokkeveen en Noordhove. In Oosterheem zijn weer meer bomen in de verharding aangeplant om de schaarse openbare ruimte optimaal te benutten. Dit wordt mogelijk gemaakt door gebruik te maken van heel specifiek zogenaamd “bomenzand” hetgeen een forse investering vergt, maar ten goede komt aan een duurzame ontwikkeling van de boom.
In de wijken Seghwaert en Buytenwegh werden in deze periode oude boomstructuren zoals windsingels en boomgaardjes, opgenomen in de stedenbouwkundige plannen. Ook werden veel fruitbomen aangeplant. Naast de voordelen van het opnemen van deze structuren in de wijken heeft het door de jaren heen ook wel problemen opgeleverd. In sommige situaties zijn ten gevolge van overmatige schaduwoverlast windsingels vervangen of geknot en zijn de boomgaarden veelal vanwege de leeftijd of een te extensief onderhoud in verval geraakt.
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
12
13
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
O3
BOMEN IN ZOETERMEER
3.2 Knelpunten huidige situatie Gebrek aan bovengrondse ruimte Een veel voorkomend probleem in Zoetermeer vormt het gebrek aan bovengrondse ruimte om een boom goed te laten groeien. Het spreekt voor zich dat een boom dan ook niet tot volledige ontwikkeling kan komen! Bomen staan in deze situatie vaak dicht op gevels of hebben een kleine plantafstand, waardoor de boomkronen elkaar raken. Dit leidt tot problemen als schaduwoverlast, verhoogde beheerkosten door wegsnoeien van takken nabij gevels, intensievere begeleidingssnoei, eenzijdig gesnoeide bomen en ook tot meldingen van bewoners. Gebrek aan ondergrondse ruimte Een ander voorkomend probleem vormt het gebrek aan ondergrondse ruimte, dus de ruimte die de boomwortels nodig hebben om te groeien. In een aantal wijken staan veel bomen in verharding, zonder dat de voor de boom benodigde ‘bomengrond’ is aangebracht. Ook staan veel bomen dichtbij of zelfs op kabels en leidingen. Gevolg van te weinig ondergrondse ruimte is het opdrukken van bestrating door boomwortels, de slechte groei van de boom, instabiliteit, uitval van bomen, schade aan kabels en leidingen etc. Bij de schildersbuurt is groeiplaatsverbetering uitgevoerd, waarbij ‘boomgranulaat’ in de ondergrond is aangebracht zodat de wortels meer ruimte krijgen om te groeien en de toekomstverwachting van de boom is toegenomen.
Einde levensduur kleinblijvende soorten De kleinblijvende bomen, ook wel bomen van de derde grootte genoemd, hebben een levensduur van gemiddeld 35 jaar. Een groot aantal van deze bomen nadert het einde van de levensduur, wat zichtbaar is aan de verminderde groei, vorming van dode takken, inrotting van snoeiwonden etc. Bomen in windsingels De windsingels van met name de populieren in Seghwaert en Buytenwegh naderen het einde van hun leven, wat van grote invloed is op de gevaarzetting van de bomen. Conclusie Geconcludeerd wordt dat het in Zoetermeer noodzakelijk is geworden om standplaatsverbetering, groot onderhoud en vervanging van bomen uit te voeren, zodat het groene karakter van Zoetermeer duurzaam in stand gehouden kan worden. Op een aantal plekken is een aanvang gemaakt met dit onderhoud.
Einde levensduur snelgroeiende soorten De snelgroeiende bomen die voornamelijk in de wijken Meerzicht, Buytenwegh en Seghwaert zijn aangeplant hebben een levensduur van 35 tot 40 jaar. Veel van deze bomen naderen dan ook het einde van hun levensduur, wat zichtbaar is aan de afnemende conditie, dood hout in de boomkronen en takbreuk. Een voorbeeld waarbij bomen aan het eind van de levensduur vervangen zijn, is de Zwaardslootseweg. De populieren die langs deze ontsluitingsweg stonden zijn vervangen door essen.
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
14
15
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
j
O4
JURIDISCH KADER EN BESTUURLIJKE BEVOEGDHEDEN
Om het huidige bestand aan bomen in Zoetermeer te beschermen en zoveel mogelijk in stand te houden, zijn regels opgesteld. Het juridisch kader is vastgelegd in artikel 2.2 lid 1 onder g van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Algemene Plaatselijke Verordening Zoetermeer, hoofdstuk 3 - artikel 4:9 tot en met 4:14 (bijlage 3). Het college van B en W heeft de bestuurlijke bevoegdheid om kapvergunningen te verlenen. Het mandaat ligt bij de afdeling Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH).
4.1 De APV ( zie bijlage 3)
Artikel 4:10 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden: 1.
Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag houtopstanden te vellen of te doen vellen die vermeld staan op de door het college vastgestelde lijst beschermde bomen, de lijst monumentale bo men of die in eigendom van de gemeente zijn.
2. Het in het eerste lid vermelde verbod geldt niet voor: a. bomen en houtopstand waarvoor het be voegd gezag toestemming geeft tot het direct vellen van een boom of houtopstand, indien er sprake is van een situatie van acuut spoed eisend belang; b. bomen en houtopstand die bij wijze van dun ning moeten worden geveld; c. bomen en houtopstand die moeten worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aanschrijving van het college; d. het periodiek vellen van hakhout ter uitvoe ring van het reguliere onderhoud; e. het periodiek knotten of kandelaberen als cultuurmaatregel bij daarvoor geschikte boomsoorten;
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
3. De vergunning kan worden geweigerd op grond van: a. de natuurwaarde van de houtopstand; b. de landschappelijke waarde van de houtop stand; c. de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon; d. de beeldbepalende waarde van de houtop stand; e. de cultuurhistorische waarde van de houtop stand; f. de waarde voor de leefbaarheid van de hout opstand. 4.
Het bevoegd gezag kan een herplantplicht opleggen onder nader te stellen voorschriften.
De lijst monumentale bomen en beschermde bomen wordt door het college vastgesteld en één maal per vijf jaar, of indien nodig eerder, geactualiseerd. Monumentale bomen mogen uitsluitend in geval van gevaar worden gekapt. Aanleiding tot het kappen van bomen van de gemeente en beschermde bomen, worden beschreven in hoofdstuk 5. De strekking van het beleid komt er in het kort op neer dat: • In geval van acuut gevaar en ziekte een boom mag worden gekapt zonder vergunning; • particuliere bomen, behalve monumentale en andere beschermde bomen, vrijgesteld zijn van vergunningplicht; • voor bomen van de gemeente, monumentale en andere beschermde bomen de vergunningplicht geldt voor het kappen van bomen.
16
4.2 De aanvraag De aanvrager De vergunning wordt volgens de APV aangevraagd door of namens of met toestemming van degene die krachtens zakelijk recht over de boom mag beschikken. Dat is meestal de eigenaar van de houtopstand, maar het kan ook een erfpachter zijn. Een huurder van de grond kan alleen een vergunning aanvragen als de eigenaar mede ondertekent. Als de aanvrager niet bevoegd is, wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld. In de praktijk wordt de aanvrager daar vooraf over geïnformeerd. Als het om gemeentebomen gaat wordt de aanvraag ingediend door de gemeente zelf. De wijkbeheerder is daarvoor gemandateerd. De motivering van de aanvraag en vaststellen van eventuele overlast Algemeen uitgangspunt is dat vergunningplichtige bomen niet worden gekapt, zonder dat daarvoor een reden wordt aangegeven. Het is de plicht van de aanvrager van een kapvergunning om bij de aanvraag een duidelijke motivering te geven. Hierin moet worden aangegeven waarom de bomen (houtopstanden) moeten worden gekapt, welke alternatieven overwogen zijn waarbij de bomen behouden kunnen blijven, of verplanten dan wel herplant een optie is etc. Bovendien moet de aanvrager op grond van de Floraen Faunawet aantonen dat er geen beschermde natuurwaarden worden aangetast door het kappen van de boom/ bomen. Het is dus de plicht van de aanvrager (de veroorzaker) dit onderzoek uit te voeren en hiervan verslag te doen bij de aanvraag. Indien de aanvraag niet of onvoldoende is gemotiveerd, wordt de aanvrager gevraagd binnen een bepaalde termijn een aanvulling te doen op de aanvraag (o.g.v. art.4.5 Awb)
4.3 Weigeringsgronden
Een kapvergunning kan worden geweigerd op de volgende gronden: 1. de natuurwaarde van de houtopstand 2. de landschappelijke waarde van de houtopstand 3. de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon 4. de beeldbepalende waarde van de houtopstand 5. de cultuurhistorische waarde van de houtopstand 6. de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand
17
Ad 1) De natuurwaarde van de houtopstand De boom kan grote ecologische betekenis hebben vanwege het belang in het plaatselijke ecosysteem. Als in een boom bijvoorbeeld vleermuizen gevestigd zijn is het gelet op de Flora- en faunawet niet toegestaan dergelijke bomen te kappen. Ook kan een boom van dendrologische betekenis zijn door het soort en variëteit in combinatie met leeftijd, grootte en zeldzaamheid. Ad 2) De landschappelijke waarde van de houtopstand Bomen kunnen van bijzondere betekenis zijn voor het landschap waarin zij staan. Zij bepalen dan de structuur van het landschap. Ad 3) De waarde van de houtopstand voor stads- en dorps schoon Waarden samenhangend met visuele kwaliteiten van de stad en het groengebied die bepalend zijn voor de stedelijke en dorpsbeleving. De betekenis van bijvoorbeeld knotbomen en laanbeplantingen als structurerend element kunnen bepalend zijn voor stedenbouwkundige kwaliteiten. Ook valt te denken aan het belang van bomen in relatie tot architectonische belangrijke gebouwen, het monumentale karakter van openbare ruimte of de geschiedenis van een plek. Zoetermeer kent een aantal beschermde stadsgezichten, zoals het oude dorp, het Voorweggebied, koepeltjesbuurt, Meerpolder. De bomen, zowel van particulieren als van de gemeente, kunnen in een beschermd stadsgezicht een beeldbepalende waarde hebben. Ad 4) De beeldbepalende waarde van de houtopstand Bomen kunnen van bijzondere betekenis zijn in de ruimte waar zijn staan of op zichzelf een bijzondere waarde hebben die bescherming behoeft. In de gebouwde en stenen omgeving zijn bomen vaak de groene tegenhanger en bepalen zij in hoge mate de sfeer en het karakter van de stedelijke ruimte op de plek waar zijn staan. Die bomen worden bestempeld als beeldbepalend. In het Zoetermeerse bomenbeleid wordt als beeld – en structuurbepalend beschouwd:
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
j
O4
JURIDISCH KADER EN BESTUURLIJKE BEVOEGDHEDEN
• bomen van betekenis voor stad of landschap. Ze zijn structurerend en ordenend in de openbare ruimte en dragen in hoge mate bij aan de herkenbaarheid van wegen, wijken en buurten en aan de leefbaarheid en sfeer van het openbaar gebied; • bomen die zijn aangeplant in een structuur bijvoorbeeld als een rij of blok en op deze wijze bijdragen aan een samenhangende boomstructuur; • soms solitair geplante bomen die door hun verschijning bepalend zijn voor de sfeer en het karakter van de plek. Ad 5) de cultuurhistorische waarde van de houtopstand Een boom kan een belangrijke cultuurhistorische betekenis hebben. Een goed voorbeeld hiervan is een boom op het erf van een oude boerderij of een herdenkingsboom. Monumentale bomen mogen uitsluitend in geval van gevaar worden gekapt. Ad 6) De waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand Een boom kan van milieutechnische waarde zijn. Bomen dragen in belangrijke mate bij aan een aantrekkelijk milieu in het stedelijk gebied. Zij zwakken temperatuur schommelingen af, zorgen voor beschutting en filteren stofdeeltjes uit de lucht. Ze spelen ook een rol bij de nivellering van luchtverplaatsing en breken van wind rond gebouwen. Dit betekent niet dat de kapvergunning altijd geweigerd wordt als sprake is van bovenstaande waarden. Deze waarden zullen wel worden meegewogen bij de beslissing om een kapvergunning te verlenen. Het kan nodig zijn om deze bomen toch te vervangen of te verwijderen. In hoofdstuk 5 worden de aanleidingen hiervoor beschreven.
4.4 Advies
4.5 Voorwaarden
Aan een kapvergunning kunnen voorwaarden worden gesteld. De voorwaarden kunnen de volgende onderwerpen betreffen: • het voorkomen van aantasten van beschermde natuurwaarden zoals bijvoorbeeld broedende vogels en vleermuizen. In de vergunning wordt de gebruiker van die vergunning erop gewezen dat hij/zij moet voldoen aan de flora- en faunawet; • de herplantplicht. Daar waar herplant vanwege gebrek aan ruimte of om andere redenen niet mogelijk is, kan financiële compensatie worden verlangd, zodat elders een boom of een aantal bomen kan worden herplant; Volledigheidshalve wordt in de vergunning genoemd dat, op grond van de Wabo, de vergunning niet in werking treedt voordat de bezwaartermijn is verlopen.
4.6 Inwerkingtreding
Op grond van artikel 6.1 lid 2 van de Wabo treedt een kapvergunning pas in werking na afloop van de bezwaartermijn. Als er binnen de bezwaartermijn een verzoek om voorlopige voorziening wordt ingediend dan treedt de kapvergunning niet in werking voordat de voorzieningenrechter op dat verzoek heeft beslist.
4.7 Kapvergunning en bouwvergunning
Als een kapvergunning nodig is voor het realiseren van een bouwproject dan wordt in de kapvergunning de voorwaarde gesteld dat deze pas in werking treedt na de bezwaartermijn en in elk geval niet voordat de bouwvergunning is verleend.
Aan de hand van de weigeringsgronden uit de APV brengt de afdeling Stadsbeheer van de gemeente advies uit aan de vergunningverlener. Stadsbeheer rapporteert waarom een boom wel of niet gekapt kan worden en of er een herplantplicht moet worden opgelegd. Eventueel laat zij zich bijstaan door andere specialisten zoals de wegbeheerder of een extern specialist. De kosten van externe advisering komen voor rekening van de initiator.
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
18
19
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
j
O5
KAPPEN EN (HER)PLANTEN VAN BOMEN
5.1 Kappen van bomen
Net als de gemeenteraad, staat het college een beleid voor wat uitgaat van: niet kappen, tenzij…In onderstaande paragraaf is beschreven hoe zorgvuldig met het bomenbestand wordt omgegaan en hoe het al dan niet kappen van een boom wordt afgewogen. Algemeen uitgangspunt is dat vergunningplichtige bomen niet zonder reden worden gekapt. De aanvrager van de kapvergunning dient bij de aanvraag een duidelijke motivering te geven waarom bomen gekapt dienen te worden. Hierin moet ook worden aangegeven welke alternatieven overwogen zijn waarbij de bomen behouden kunnen blijven, of verplanten dan wel herplant een optie is. Op grond van de Flora- en Faunawet moet worden aangetoond dat er geen beschermde natuurwaarden worden aangetast door het kappen van de boom/bomen.
5.2 Aanleidingen tot het kappen van bomen
Aanleiding tot het kappen van bomen kan in de volgende omstandigheden liggen: 1. Gevaar; 2. Einde levensduur; 3. Slechte conditie; 4. Ziektes; 5. Veiligheid; 6. Overlast door overmatige schaduw (in de woning) 7. Ontwikkelingen Ad) 1 Gevaar Bij (acuut) gevaar is geen vergunning benodigd, maar kan direct gekapt worden met toestemming van het college. Voorbeelden van (acuut) gevaar zijn: • Instabiliteit ten gevolge van bliksem-, storm-, en aanrijschade; • Bomen met een levensbedreigende ziekten en het gevaar voor verspreiding hiervan (bijv. iepziekte) en/of bomen met een sterke verminderde vitaliteit waardoor gevaar kan ontstaan;
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
Ad) 2 Einde levensduur Zoals beschreven in hoofdstuk 3 naderen inmiddels veel snelgroeiende bomen en kleinblijvende bomen in Zoetermeer het einde van hun levensduur. Hierdoor neemt de vitaliteit van de boom af en de kans op gevaarlijke situaties toe. Ook de onderhoudskosten van deze bomen nemen toe. Ad) 3 Slechte conditie Door verschillende oorzaken kan de conditie van bomen zijn afgenomen. Een boom is dan niet vitaal meer. Ad) 4 Ziektes In geval van ziektes van de boom, kan het nodig zijn de boom te kappen. Een bekend voorbeeld is de iepziekte, waarbij bomen worden gekapt om verspreiding van de ziekte tegen te gaan. In hoofdstuk 6 wordt nader ingegaan op ziekten en plagen, waarbij in bijlage 4 een aantal ziekten en plagen verklaard worden. Ad) 5 Veiligheid Hieronder valt schadedreiging aan bebouwing, ondergrondse infrastructuur, verkeer etc. Ook (ernstige) wortelopdruk valt hieronder. De mate waarin wortelopdruk is toegestaan is beschreven in de kwaliteitscatalogus, behorende bij de beheervisie openbare ruimte 2009-2020. Ad) 6 Overlast door overmatige schaduw Dit wordt beoordeelt aan de hand van zogenaamde schaduwdiagrammen. Ad) 7 Ontwikkelingen, reconstructies en herinrichtingen Bij ontwikkelingen, reconstructies en herinrichtingen dient zorgvuldig omgegaan te worden met de aanwezige bomen. Onder ontwikkelingen worden bouwplannen, zoals een inbreidingslokatie, verstaan. Bij reconstructies gaat het om werkzaamheden als de verbreding van een weg, de aanleg van een rotonde etc. Een voorbeeld vormen de werkzaamheden die voortvloeien uit de nota mobiliteit. Een herinrichting komt voor bij groot onderhoud, waarbij de inrichting van het betreffende gebied wordt aangepast. Ook (beheer)problemen met bomen kunnen aanleiding zijn voor een reconstructie of herinrichting.
20
1 2 22.1 22.2 22.3 22.4
Stobbenfreezen Groeiplaatsonderzoek Boomschade Boom zagen
3 4
21
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
j
O5
KAPPEN EN (HER)PLANTEN VAN BOMEN
In een vroegtijdig stadium van een ontwikkeling/reconstructie/herinrichting worden de gevolgen voor de aanwezige bomen in beeld gebracht. Dit wordt altijd voorgelegd aan het college. Is sprake van een weigeringsgrond en is geen sprake van de aanleidingen b t/m f dan wordt onderzocht of de boom is te handhaven. Is dit niet het geval, dan kan een kapvergunning worden verleend. Verzoeken van bewoners in verband met overlast Regelmatig vragen bewoners aan de gemeente of een boom van de gemeente gekapt kan worden vanwege de overlast die zij ondervinden van die boom. Een veel voorkomende reden voor het verzoek om een gemeenteboom te kappen, is schaduwoverlast.
5.3 Herplanten van bomen
Bij het (her)planten van bomen wordt gestreefd naar duurzaamheid. Dat houdt onder meer in: a. voldoende groot plantvak/kwalitatief goede stand plaats b. voldoende groeipotentie c. bomen die in de (woon)omgeving passen; d. bomen die een beeld versterken; e. diversiteit De basis voor het herplant ontwerp is de kaart “de grote boomstructuren van Zoetermeer” in de Groenvisie (zie bijlage 5).
Zoetermeer erkent niet als overlast waarvoor een boom mag worden gekapt: • overlast van in de boom levende luizen, vogels en in beginsel ook niet bij overlast ten gevolge van rupsen. • het vrijkomen van harsen enz. • overlast van veel bladval, bloemblaadjes, vruchten enz. • lichte takval bij boomsoorten waarvoor dit gewoon is (wilg, populier) • opdrukken van verharding door wortels (binnen de in de beheervisie vastgelegde norm). Bovenstaande geldt alleen zolang de veiligheid niet in het geding is. Complexe verzoeken van (meerdere) bewoners worden beoordeeld door een commissie waarin verschillende disciplines vertegenwoordigd zijn, waarin in eerste instantie een beoordeling wordt gemaakt op basis van de weigeringsgronden. Daarnaast wordt ook een beoordeling gemaakt op basis van de beheersaspecten en de vraag vanuit de bewoners. Deze commissie kan in een advies aan de vergunningverlener gemotiveerd afwijken van bovenstaande regels over de aanleiding tot het kappen en over overlast.
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
22
23
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
O6
6.1 Dagelijks onderhoud en periodiek onderhoud, inspecties Dagelijks beheer Het dagelijks beheer is gericht op het herstellen van kleine gebreken van de bomen. Deze vorm van onderhoud heeft een relatief hoge frequentie en wordt naar behoefte uitgevoerd. Onder het dagelijks beheer valt bijvoorbeeld het veiligstellen van een boom na een storm of het verwijderen van stamopschot. Het uiteindelijk doel van het dagelijks beheer is het duurzaam in stand houden van de bomen en het veilig houden van de bomen. Periodiek onderhoud Met het periodiek onderhoud worden de bomen gesnoeid zodat deze uiteindelijk de gewenste vorm en kroonhoogte krijgen. Met het periodiek onderhoud worden takken verwijderd die op latere leeftijd problemen kunnen veroorzaken. Maatregelen die voortkomen vanuit inspecties worden in het periodiek onderhoud uitgevoerd. Bij acuut gevaar (risico bomen) dienen er direct maatregelen genomen te worden zodat de situatie ter plaatse veilig achtergelaten kan worden. Groot onderhoud / Vervanging Bomen hebben niet het eeuwige leven, zeker in het stadsmilieu wordt de levensduur van bomen sterk beperkt door verschillende abiotische factoren. Kabels en leidingen in de ondergrond maar ook beperkte fysieke ruimte bovengronds beperken de groei. Inspecties Visual Tree Assessment (VTA) VTA is een methode om de veiligheid van bomen te onderzoeken. Volgens deze methode kunnen interne gebreken ontdekt worden aan de hand van signalen aan de buitenkant van de boom. Hierbij inventariseert en analyseert men dus uitwendige signalen van potentiële (mechanische) zwakte, ziekte, aantastingen en mechanische gebreken.
BOOMBEHEER
er geen tekenen zijn van uitwendige gebreken beperkt het onderzoek zich tot deze fase. De resultaten worden in het beheersysteem vastgelegd. Mochten er wel uitwendige gebreken vastgesteld worden, dan kunnen de resultaten van dit onderzoek bevestigd worden met een nader onderzoek. Uit de inspectie krijgen bomen een bepaalde status: Goed, Matig of Slecht/Attentieboom. De bomen die goed als status hebben worden minder vaak geïnspecteerd dan de bomen die matig zijn bevonden. Bomen die slecht zijn worden jaarlijks geïnspecteerd. Als een boom is aangewezen als attentieboom wordt zo vaak als nodig geïnspecteerd. Maatregelen Vanuit de VTA inspectie kunnen maatregelen naar voren komen. Het kan zijn dat een tak van een boom verwijderd dient te worden om de boom veilig te houden. Op het moment dat het geen acute maatregel is ten behoeve van de veiligheid kunnen deze vanuit het periodiek onderhoud gedaan worden. Is de boom vanuit de inspectie gevaarlijk gebleken dan zal er op korte of zeer korte termijn een maatregel uitgevoerd moeten worden om de boom veilig te stellen.
6.2 Ziektes en plagen
Elke boomsoort heeft in zekere mate last van ziektes en plagen. Zo hebben sommige eiken last van de eikenprocessierups, bij wilgen komt de watermerkziekte voor en bij iepen de iepziekte. Hoe gaan wij hiermee om? Het belangrijkste dat hiervoor geldt, is dat geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt worden. Dit betekent echter niet dat er niets wordt gedaan aan bestrijding. Bestrijding zal plaatsvinden bij ziekten en/of plagen die een gevaar vormen voor de instandhouding van het bomenbestand of die problemen opleveren voor de volksgezondheid. Dit laatste hangt samen met de functie van het gebied en (de mate van) voorkomen van de ziekte of plaag. In bijlage 4 is een opsomming opgenomen van de meest voorkomende ziektes/plagen.
Bij deze uitwendige inspectie wordt gelet op schimmels, groeigedrag, rottingen, holten, plak oksels, wonden. Als
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
24
25
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
O7
COMMUNICATIE EN PARTICIPATIE
Zoetermeer wil dat haar burgers steeds meer betrokken worden bij hun stad, één van de doelen in het collegeprogramma is dan ook: ‘de burger centraal’. De afgelopen periode is gebleken dat naast de gemeente, ook de bewoners veel belang hechten aan (het behoud van) bomen in de stad. Daarnaast ontvangt de gemeente ook reacties van bewoners die overlast ondervinden van bomen. Vaak hebben we te maken met bewoners(groepen) met tegengestelde belangen, met emotionele reacties tot gevolg. Een zorgvuldig communicatietraject over uit te voeren plannen van de gemeente is dan ook van belang. Het alleen publiceren van een kapvergunning is niet voldoende. In de praktijk blijkt dat niet alle bewoners deze publicatie tot zich nemen. In het communicatietraject wordt onderscheid gemaakt in grootschalige projecten, kleinschalige projecten en regulier onderhoud.
7.1 Grootschalige projecten
Dit zijn projecten waarbij veel bomen worden verwijderd of vervangen; bijvoorbeeld langs een ontsluitingsweg als de Meerzichtlaan of een aantal straten in een wijk. Bij grootschalige projecten worden bewoners in een vroeg stadium, zodra de gemeente het voornemen heeft om bomen te verwijderen of te vervangen en ten minste twee maanden voor de start van de werkzaamheden, bij de plannen betrokken. Er zal duidelijk worden aangegeven waarom de gemeente voornemens is de bomen te verwijderen, of en wanneer er nieuwe bomen worden teruggeplant en wat de beïnvloedingsruimte van de bewoners is. De gemeente stelt de visie op (bijvoorbeeld de instandhouding van een bomenlaan ter versterking van de structuur) en bepaalt de (technische) randvoorwaarden.
d. e. f.
dat zij kunnen meepraten en waarover zij inspraak hebben en waarover niet; Hoe zij betrokken worden, hoe en wanneer de resul taten naar hen worden teruggekoppeld; Waar zij met vragen terecht kunnen.
In het communicatieplan wordt overwogen welke communicatiemiddelen worden ingezet. Gedacht kan worden aan: brieven, website gemeente/wijkwebsites, publicatie huis-aan-huisbladen, persberichten, werk in uitvoeringsborden. Eventueel kunnen ook de sociale netwerken (Twitter, Hyves etc.) hiervoor worden ingezet.
7.2 Kleinschalige projecten
Van kleinschalige projecten is sprake wanneer het gaat om het verwijderen van een klein aantal bomen: een enkele boom of de bomen in een straat. Voor deze bomen wordt door de gemeente een kapvergunning aangevraagd en gepubliceerd. Indien aanwezig worden omwonenden tenminste twee maanden voor de voorgenomen start van de werkzaamheden door de gemeente ook per brief geïnformeerd. Het doel is om bewoners te informeren, zodat zij (tijdig) weten wat de plannen zijn van de gemeente en waar zij met vragen terecht kunnen. Als blijkt dat bewoners veel vragen hebben, wordt in overleg met de wijkpost bepaald of het nodig is om een bewonersbijeenkomst te organiseren.
Bij grootschalige projecten zal een per project een communicatieplan worden opgesteld, zodat bewoners weten: a. b. c.
dat de gemeente bomen in de stad gaat vervangen (waar nodig alleen verwijderen); waarom dit nodig is (veiligheid, vitaal bomenbe stand, gezonde bomen etc.) ; waar en wanneer dit gaat gebeuren;
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
26
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
27
O7
COMMUNICATIE EN PARTICIPATIE
Als communicatiemiddelen kunnen globaal worden ingezet: • Brieven (aankondiging bomenkap) • Website gemeente c.q. wijkwebsites: achtergrondinformatie gemeentelijk bomenbeleid, achtergrondinformatie plaatselijke situatie + veelgestelde vragen en antwoorden + contactgegevens voor vragen.
7.3 Regulier onderhoud
Ook bij het uitvoeren van regulier onderhoud worden bomen verwijderd. Deze maatregel wordt dunnen genoemd en is nodig om andere bomen of het plantsoen ruimte te kunnen geven om te groeien. Voor deze maatregel is geen kapvergunning benodigd. Wel zal ook in deze gevallen gecommuniceerd worden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep wordt bepaald welke communicatiemiddelen worden ingezet.
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
28
29
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
BIJLAGE 1 Begrippenlijst
1ste grootte (bomen van de) Dit zijn bomen die meer dan 20 m. hoog kunnen worden. Daarnaast groeien deze bomen ook sterk in de breedte uit. Voorbeelden zijn: platanen, iepen en eiken 2de grootte (bomen van de) Dit zijn bomen die zo’n 12 m. hoog worden. Voorbeelden zijn: esdoorns en berken. 3de grootte (bomen van de) Dit zijn bomen die maximaal 8 m. hoog worden. Fruitbomen en sierkersen vallen in deze categorie. Voorbeelden zijn: lijsterbessen en wilde appelbomen Alterra Alterra is het kennisinstituut voor de groene leefomgeving en onderdeel van de Wageningen Universiteit. Het instituut verricht strategisch en toegepast onderzoek t.b.v. beleid, beheer en ontwerp van de openbare ruimte. Wijker blijversysteem Dit is een plantsysteem dat ervoor zorgt dat de groene uitstraling van een stad of wijk behouden blijft. Er worden zowel wijkers als blijvers aangeplant. Als de blijvers voldoende zijn uitgegroeid worden de wijkers verwijderd. Bomengrond/zand/granulaat Dit is een kunstmatig samengestelde soort grond die er voor zorgt dat de boom goed kan aanslaan en groeien. Deze zogenaamde grondverbetering kan ook op een later tijdstip plaatsvinden. Boombeheer Het boombeheer zorgt ervoor dat de boom of bomen duurzaam in stand gehouden worden. Voor deze instandhouding en de veiligheid is begeleidingssnoei, dagelijks, periodiek en groot onderhoud (vervanging) noodzakelijk. Boomgroep Een boomgroep bestaat uit verschillende losse bomen die
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
bij elkaar horen, maar geen bos vormen. Boomvormers Boomvormers zijn houtige gewassen die bij een natuurlijke ontwikkeling een stam vormen. Boomwaardige standplaats Een boomwaardige standplaats zorgt ervoor dat een boom zijn eindgrootte en maximale levensduur in gezondheid kan bereiken. Daarvoor is nodig: voldoende ruimte, zowel boven- als ondergronds. Naast ruimte moet er ook voldoende lucht, water en voedingsstoffen in de bodem aanwezig zijn. Bosplantsoen Bosplantsoen is een verzameling inheemse bomen en struiken die door elkaar aangeplant worden. Hieruit kan zich zowel struweel als bos ontwikkelen. Bovengrondse ruimte Bovengrondse ruimte is de ruimte die een boom bovengronds nodig heeft Groeiruimte Groeiruimte is de ruimte die een boom zowel onder- als bovengronds nodig heeft om tot volle wasdom te komen. Houtopstand Houtopstand is een term voor bomen en struiken die gekapt worden voor gebruik. Levensduur De levensduur van een boom is het geschatte aantal jaren dat een boom in het Zoetermeerse stadsmilieu kan blijven leven De levensduur is sterk afhankelijk van de boomsoort, Ondergronds Ondergrondse ruimte is de ruimte die een boom ondergronds nodig heeft Pioniersoorten Pioniersoorten zijn de eerste boomsoorten die bij een na-
30
BIJLAGE 1 Begrippenlijst
tuurlijke ontwikkeling verschijnen. Veelal zijn dit snelgroeiende soorten die bij de ontwikkeling van een nieuwe wijk worden aangeplant PNV (Potentieel Natuurlijke Vegetatie) De soorten uit de potentieel natuurlijke vegetatie zijn die soorten die hier van nature voorkomen Plantafstand De plantafstand is de onderlinge ruimte tussen aangeplante bomen. Uitgangspunt daarbij is dat de plantafstand dusdanig is dat de natuurlijke groeiwijze van de boom kan worden bereikt. Solitaire boom Een solitaire boom is een alleenstaande boom. Solitaire bomen kunnen worden aangetroffen op een plein, in een grasveld in een park e.d. Straatboom Een straatboom staat in de straat, in de verharding of in een plantvak Structuurboom Een structuurboom is een boom die onderdeel is van een boomstructuur. De boomstructuren zijn dragers van het groen in de stad en onmisbaar voor de stedelijke natuur Struweel Struweel is een verzameling struiken die samen een begroeiingstype van 1 – 5m. hoog vormt. Struweel is een belangrijk begroeiingstype voor stedelijk groen. Windsingel Een windsingel is een boomsingel die vroeger een boomgaard tegen de wind moest beschermen. Veel oude windsingels zijn bij het bouwen van de stad opgenomen in de nieuwe groenstructuur.
31
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
BIJLAGE 2 Processchema kapvergunning
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
32
Bijlage 3 Relevante APV artikelen
BIJLAGE 3
AFDELING 3. HET BEWAREN VAN HOUTOPSTANDEN Artikel 4:9 Begripsbepalingen 1. In deze afdeling wordt verstaan onder: a. houtopstand: hakhout, een houtwal of één of meer bomen; b. hakhout: één of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen; c. dunning: velling ter bevordering van het voortbestaan van de overblijvende houtop stand. d. vellen: afzagen, afhakken, kappen, rooien, rigoureus snoeien, verplanten of het verrich ten van handelingen zowel boven- als onder gronds die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben. Artikel 4:10 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden 1. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag houtopstanden te vellen of te doen vellen die vermeld staan op de door het college vastgestelde lijst beschermde bomen, de lijst monumentale bo men of die in eigendom van de gemeente zijn. 2. Het in het eerste lid vermelde verbod geldt niet voor: a. bomen en houtopstand waarvoor het be voegd gezag toestemming geeft tot het direct vellen van een boom of houtopstand, indien er sprake is van een situatie van acuut spoed eisend belang; b. bomen en houtopstand die bij wijze van dun ning moeten worden geveld; c. bomen en houtopstand die moeten worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aanschrijving van het college; d. het periodiek vellen van hakhout ter uitvoer ing van het reguliere onderhoud; e. het periodiek knotten of kandelaberen als cultuurmaatregel bij daarvoor geschikte boomsoorten;
33
Relevante APV artikelen 3. De vergunning kan worden geweigerd op grond van: a. de natuurwaarde van de houtopstand; b. de landschappelijke waarde van de houtop stand; c. de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon; d. de beeldbepalende waarde van de houtop stand; e. de cultuurhistorische waarde van de houtop stand; f. de waarde voor de leefbaarheid van de hout opstand. 4.
Het bevoegd gezag kan een herplantplicht opleggen onder nader te stellen voorschriften.
Artikel 4:11 Aanvraag vergunning De vergunning moet worden aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de boom of de houtopstand te beschikken. Artikel 4:12 Zelfstandige herplant- en instandhoudingsplicht 1. Indien een boom waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag is geveld dan wel op andere wijze tenietgegaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de boom bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzie ningen bevoegd is, de verplichting opleggen te her planten overeenkomstig de door hen te geven aan wijzingen binnen een door hen te stellen termijn of te verplichten om de getaxeerde, monetaire waarde van de boom in de gemeentekas te storten. 2.
Indien een boom waarop het verbod tot vellen, als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, ernstig in het voortbestaan wordt bedreigd kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
BIJLAGE 3
waarop de boom zich bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzie ningen bevoegd is de verplichting opleggen om: a. Overeenkomstig de door hen te geven aan wijzingen binnen een door hen te stellen ter mijn voorzieningen te treffen waardoor die bedreiging wordt weggenomen. b. 3.
Relevante APV artikelen
Artikel 4:14 Afstand tot erfgrens De afstand tot de erfgrenslijn als bedoeld in artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en op 0,10 meter voor heesters en heggen.
Een bomeneffectanalyse of ander boomdeskundig rapport op te (laten) stellen en bij het college in te dienen.
Degene aan wie een verplichting als bedoeld in het eerste en tweede lid is opgelegd,alsmede zijn rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.
Artikel 4:13 Bestrijding boomziekten 1. Indien zich op een terrein een of meer bomen of andere houtopstanden bevinden die naar het oor deel van het bevoegd gezag gevaar opleveren voor verspreiding van een boomziekte of voor vermeer dering van insecten die boomziekten verspreiden of hinderlijk zijn voor mensen is de rechthebbende, indien hij daartoe door het bevoegd gezag is aange schreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn: a. de bomen of houtopstand te vellen; b. de bomen of houtopstand te ontbasten en de bast ter plaatse te vernietigen; c. of de niet-ontbaste bomen of houtopstand of delen daarvan te vernietigen of zodanig te behandelen dat verspreiding van de boom ziekte of insecten wordt voorkomen. 2.
Het is verboden de op grond van lid 1 gevelde bo men, houtopstand of delen daarvan, met uitzonde ring van geheel ontbast hout en hout met een door snede kleiner dan 4 cm, voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren. Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van dit verbod.
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
34
BIJLAGE 4 Ziektes en plagen (deze lijst is niet compleet) Eiken processie rups (Quercus / Eik) In Zoetermeer zijn sinds 2008 op verschillende locaties nesten van de eikenprocessierups waargenomen. Gesteld kan dan ook worden dat in heel Zoetermeer de eikenprocessierups aanwezig is. De eikenprocessierups is de rups van de eikenprocessievlinder. Deze rupsen zijn berucht om zijn brandharen die bij mensen en dieren veel overlast veroorzaken. De overlast bestaat uit jeuk, huiduitslag maar kan ook ademhalingsproblemen of een oogontsteking veroorzaken. De brandharen kunnen gemakkelijk door de wind verspreid worden en kunnen zelfs na 10 jaar nog overlast geven.
De Iepziekte is een schimmel die verspreid wordt via het wortelgestel (Iepen die onderling met de wortels contact hebben) of via de Iepenspintkever. De schimmel gaat in de houtvaten van de Iep zitten. De Iep reageert op de schimmel door een afweermechanisme in te zetten. Het gevolg van dit afweermechanisme is echter dat de boom zijn eigen houtvaten verstopt en daardoor afsterft. De eerste tekenen van Iepziekte kun je herkennen door de hangende bladeren. Deze schimmel is zeer besmettelijke. Hout dat aangetast is door de schimmel kan ook na langere tijd nog steeds een infectiebron voor andere Iepen zijn (broedbomen). Geïnfecteerde bomen dienen dan ook verwijderd te worden, waarbij de bast verwijderd wordt en de restanten van de boom verbrand worden.
De eikenprocessierups komt voornamelijk voor in de eik. Andere bomen zijn echter niet geheel gevrijwaard van deze rups. Ook beuken en berken kunnen plaatsen zijn waar deze rups zich vestigt. De rups vormt pas bij ongeveer de derde vervelling brandharen en is vanaf dat moment een ‘gevaar’ voor de volksgezondheid.
Massaria (Platanus / Plataan) bron: www.massaria.nl Tot het recente verleden behoorde de Plataan tot één van de soorten bomen die nauwelijks werd aangetast door ziekten en plagen. Een aantal jaar geleden is in Nederland voor het eerst Massaria geconstateerd. Gelet op het grote bestand aan Platanen in Zoetermeer is het van belang op deze ziekte te letten.
Voor de bestrijding van de eikenprocessierups zijn er verschillende mogelijkheden. Zo kan er gekozen worden voor het chemisch bestrijden van de eikenprocessierups. Nadeel hiervan is dat door het bestrijdingsmiddel niet alleen de rups van de eikenprocessierups aangetast wordt maar ook andere insecten. Eventueel kunnen er ook nesten/rupsen afgezogen en verbrand worden. Nadeel van het afzuigen is dat dit een maatregel is die achteraf is. Daarnaast dient het rest afval als chemisch afval afgevoerd te worden. Bij de verbranding dient het restafval niet als chemisch afval verwijderd te worden.
Massaria komt voor in bomen van 30 tot 40 jaar oud en tast voornamelijk minder goed groeiende takken aan. De schimmel veroorzaakt een snel optredende houtrot (wat ongewoon is bij platanen). Probleem bij de herkenning van deze ziekte is dat de aantasting voornamelijk boven op de gestel tak zichtbaar is. Binnen enkele weken is de infectie beter herkenbaar doordat de afgestorven delen afgegrendeld (verkleuring van het hout) zijn. De door de schimmel aangetaste delen en de daarbij behorende houtrot veroorzaken een verminderde stevigheid van het hout. Hierdoor kan takbreuk ontstaan bij gesteltakken waarvan slechts een derde deel aangetast is.
Op dit moment wordt een methode ontwikkelt waarbij in de eerste of tweede fase van de verpopping de rupsen bestreden kunnen worden met aaltjes. Voor deze methode moet echter wel goed gemonitord worden waar de rupsen zich vorige jaren bevonden zodat deze bomen gedurende de geschikte verpoppingfasen op ecologische wijze bespoten kunnen worden. Iepziekte (Ulmus / Iep) Er zijn twee soorten iepziekte, een milde en een meer agressieve. De voor de milde variant ongevoelige soorten bleken voor de nieuwe variant wel gevoelig. Op dit moment zijn vele kwekers bezig met het kweken en ontwikkelen van nieuwe Iepsoorten die beter resistent zijn tegen de agressieve vorm van de Iepziekte. De steeliep is hier een voorbeeld van.
35
Door de standplaats van de plataan te verbeteren kan de aantasting van de plataan verminderd worden. Massaria kenmerkt zich als een conditieziekte. Watermerkziekte (Salix alba / Wilg) Watermerkziekte is een bacterieziekte die zich voornamelijk uit onder Wilgen. Veel soorten Wilgen zijn gevoelig voor de aantasting die op takken van vijf jaar en ouder voorkomt. De bacterie zorgt voor een verstopping van de houtvaten waardoor de takken afsterven. Bomen die geïnfecteerd zijn en blijven staan blijven een besmettingshaard voor de Wilgen in de omgeving. Bestrijding van deze infectie kan dan ook alleen plaatsvinden door zoveel mogelijk resistente soorten Wilgen aan te planten
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
BIJLAGE 4 Ziektes en plagen (deze lijst is niet compleet) en op locaties waar de besmettingsdruk zeer hoog is de keuze te maken voor een andere boomsoort. Kastanjemineermot (Aesculus / Witte paardenkastanje) De kastanjemineermot is een aantasting van de Kastanje door een mot. Deze mot legt zijn eitjes op de bladeren van kastanjes. De larven die uit deze eitjes komen vreten zich een weg door het blad waardoor er verminderd fotosynthese kan plaatsvinden. De Kastanje verliest door de aantasting vervroegd zijn blad. Doordat er minder fotosynthese is hebben de kastanjes minder suikers tot hun beschikking. In het volgende jaar komt er hierdoor minder blad en de aantasting blijft aanwezig. Op den duur verminderd de conditie van de kastanje zodanig dat deze ook vatbaar is voor andere infecties. Het motje overwinterd op de afgevallen bladeren van de kastanje. Het afgevallen blad blijft op veel plekken onder de kastanjes liggen. De enige bestrijding die op dit moment enige zin lijkt te hebben is het opruimen van de bladeren. De bladeren kunnen dan verbrand worden. De aantasting van de kastanjemineermot verdwijnt niet maar verminderd wel. Bloedingsziekte kastanje (Aesculus / Witte paardenkastanje) De bloedingsziekte is een algemeen voorkomende ziekte onder kastanjes. Deze ziekte welke recent aan het oppervlak kwam wordt veroorzaakt door een bacterie. Op dit moment is niet geheel duidelijk hoe de bomen geïnfecteerd worden en hoe de infectie bestreden kan worden.
Planten die zich in de omgeving van de waardplant (Sierkers soorten) bevinden lopen grote kans om ingekapseld te worden. Daarbij kunnen de rupsen de woning van de bewoners inkruipen of worden de rupsen door de wind naar binnen geblazen. Dit alles zorgt voor overlast voor de bewoners en geeft een “smerige” indruk. Met de steeds grotere verspreiding van de eikenprocessierups neemt overigens de verwarring toe dat de bewoners de spinselmot vaak aanzien voor een eikenprocessierups. (Er zijn meerdere soorten spinselmotten, elke soort heeft zo zijn eigen voorkeur voor een waardplant. De in de gemeente Zoetermeer voorkomende spinselmot bestaat voor het overgrote gedeelte uit spinselmotten van de soort: Yponomeuta evonymella, de vogelkersstippelmot. Deze spinselmot heeft als waardplant diverse Prunus oftewel Sierkers soorten. Daarnaast komen er ook spinselmotten voor die bijvoorbeeld Salix – wilgen – als waardplant hebben). De spinselmot legt ongeveer 20 tot 50 eitjes per jaar en zorgt jaarlijks voor één generatie nakomelingen. De larven en rupsen van de spinselmot zijn zeer vraatzuchtig maar vormen geen gevaar voor de gezondheid van de bewoners of boomconditie. Nadat de rupsen zich hebben verpopt tot vlinder zullen de bomen en planten weer uitlopen. Een groot gedeelte van de larven en rupsen overleven het niet en verpoppen zich niet tot vlinder. Dit vormt een voedselbron voor diverse soorten vogels.
De geïnfecteerde kastanjes vormen een duidelijk herkenbaar beeld door de roestbruine vlekken en de bast die afsterft. In de bast van de kastanje kunnen ook scheuren ontstaan. Bij zwaar geïnfecteerde kastanjes kan de infectie takbreuk veroorzaken. Een aangetaste kastanje hoeft niet direct af te sterven door de bacterie er zijn kastanjes die na infectie de bacterie overgroeid zijn. Bij deze kastanjes blijft er echter een zwakke plek in de stam zitten door de roestplekken, waar er dus kans is op stam of tak breuk. Spinselmot (Prunus / Sierkers en diverse andere waardplanten) Larven van de spindelmot vreten aan zaden en bladeren van de boom (Sierkers soorten) en spinnen zich helemaal in. Enorme nesten van gesponnen draden geven bomen of struiken een spookachtige gedaante - wat door omwonenden als onprettig en onsmakelijk wordt ervaren. In deze nesten verpoppen de larven zich tot rupsen.
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
36
BIJLAGE 5
37
De grote boomstructuren van Zoetermeer
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
38
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
Fotoverantwoording Bij het samenstellen van dit document hebben wij ons best gedaan om alle rechthebbende van het beeldmateriaal te achterhalen. Wanneer u meent dat U hier foutief of ten onrechte als fotograaf vermeld staat verzoeken wij U contact op te nemen met het secretariaat van de afdeling Stadsontwikkeling van de gemeente Zoetermeer. Marco Dofferhoff 7 - 11 - 12 - 14 - 29 Dirk Jan Hoogendijk 6 Martin Kroon 21.1 - 21.2 - 21.3 - 21.4 - 22 - 23 Rob Meijer 15 Erik Vloemans 29 Johan Vos 3 - 25 Ilonka Wannee 1 - omslag onbekend 13 - 28
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
39
Colofon
Contact: Gemeente Zoetermeer Postbus 15 2700 AA Zoetermeer tel:14079 e-mail
[email protected] productie: Directie Stad Stadsontwikkeling
Aan de inhoud van de teksten en kaartbeelden is veel zorg besteed. Toch kan het zo zijn dat de informatie onvolledig of niet helemaal correct is weergegeven. Aan de informatie in de visie kunnen geen rechten worden ontleend.
September 2011*
BOMENbeleid
gemeente Zoetermeer
40