Bomenbeleid of kapbeleid? Voorjaarskap Begin maart van dit jaar kwam de gemeente met het bericht dat op stel en sprong ca. 40 bomen vanwege slechte gezondheidstoestand geveld zouden moeten worden, met name in het Trapeziumbos (Oud-Amelisweerd). Dat bevreemdde de Vrienden van Amelisweerd, temeer omdat dit besluit uitsluitend tot stand gekomen was op basis van het criterium “veiligheid”. Het broedseizoen begon al op gang te komen, het was dus nogal laat. Bovendien zijn voorjaar en zomer niet de meest stormgevoelige seizoenen. Wat verder opviel dat het niet alleen bomen betrof die langs veel belopen lanen staan, maar ook bomen die zich midden in het bos bevonden. Dus waarom die haast ? Na een controleronde langs de betreffende bomen protesteerden de Vrienden tegen deze vellingsactie. Als gevolg hiervan werden de bomen nog eens bekeken door enkele gemeenteambtenaren, de aannemer en de Vrienden. Deze rondgang leverde naast een hoop discussie nog wel iets op: een behoorlijk aantal bomen bleef gespaard, enkelen zijn getopt i.p.v. geveld. Over meerdere, vooral monumentale bomen bleven de meningen echter tegenstrijdig. Helaas hebben deze bomen het moeten ontgelden. Opvallend daarbij was hoezeer het ambtelijk apparaat op eigen houtje opereerde, zonder specifieke opdracht van de verantwoordelijk wethouder, Ingrid de Bondt. Strikt VTA Het afgelopen jaar heeft de gemeente een onderzoek gedaan naar de gezondheidstoestand van alle (!) bomen in Amelisweerd (met een doorsnee > 15 cm). Bij een controle van een boom door middel van de VTA-techniek (Visual Tree Assessment) wordt nagegaan of er sprake is van bijv. stamrot, stam-/wortelbeschadigingen, dode takken, instabiliteit e.d. Bomen die niet aan het strikte keurmerk van de VTA voldoen, zijn “onveilig” voor het publiek, zeker wanneer ze binnen 20 meter van een pad staan. En dat is bijna overal wel het geval in het bos. De keuze om deze bomen te kappen, is dus uitsluitend gebaseerd op dit éne item. Er is dus geen sprake van een bomenbeleid, waarbij ecologie, veiligheid, cultuurhistorie, dendrologie en ruimtelijke beleving geïntegreerd is uitgewerkt. Waar komt bovendien deze strikte benadering van “veiligheid” vandaan? Eenieder in Utrecht weet zich nog het “trapincident” te herinneren. Een ingestorte werftrap had een dode en gewonden tot gevolg. De gemeente werd hiervoor aansprakelijk gesteld vanwege onvoldoende getoonde “zorgplicht” (controle op constructie en veiligheid). Sinds die tijd is er een sfeer van huiver bij gemeente en haar ambtenaren om maar niet te worden geconfronteerd met aansprakelijkheid voor ongelukken. In het geval van de bomen van Amelisweerd wordt de zorgplicht vertaald als een noodzaak om 100% garantie van veiligheid te bereiken, zonder acht te slaan óf dit nu werkelijk zo door de wetgever is bedoeld. Veiligheid kun je nooit absoluut garanderen. Belangrijk is om eerst het risico te evalueren. Bij deze risico-evaluatie weeg je de kans af dat iets gebeurt ten opzichte van de grootte van het
ongewenste effect. Er zal bijvoorbeeld in de winterperiode op de fietspaden in Amelisweerd een grotere kans zijn dat je uitglijdt met je fiets vanwege de gladheid dan dat er een boom op je valt. Ondanks het feit dat je behoedzamer rijdt, gewaarschuwd door de borden “geen gladheidbestrijding”. Het effect zal doorgaans anders uitvallen, uitglijden betekent meestal wat schaafwonden of kneuzingen, onder een omgewaaide boom terechtkomen is ernstiger. Zorgplicht Er bestaat geen wet waarin verplichtingen en eisen aan eigenaren specifiek voor bomen/bos worden verwoord. In het Burgerlijk Wetboek (art. 6.162-6.193) is wel “schuld- en risicoaansprakelijkheid” uitgewerkt. Onderaan dit artikel is een bijlage opgenomen, waarin wordt toegelicht wat hieromtrent in het Burgerlijk Wetboek staat en wat de consequenties zijn. Kort samengevat komt het voor bos-/bomeneigenaren neer op een zogeheten zorgplicht, die betekent dat de eigenaar bomen voldoende dient te controleren op gebreken en onderhoud moet plegen om schade door vallende takken en bomen te voorkomen. Bij onvoldoende zorgplicht is er sprake van schuldaansprakelijkheid. “Voldoende” zorgplicht is geen begrensd begrip: De wet kent hierbij het evenredigheidsprincipe: Om aansprakelijk te worden gesteld moet de mate van onderhoud en (mogelijke) schade in balans zijn. Het moet redelijk zijn, dat wil zeggen dat je niet kunt eisen dat alle bomen van heel Nederland jaarlijks gecontroleerd worden. Dat is onmogelijk en onbetaalbaar. Bij het bepalen van de juiste vorm van zorgplicht geldt dus het “wegen van belangen”. In het geval van Amelisweerd kun je rustig stellen dat de balans doorschiet naar de verkeerde kant. Van de gemeente mag ook worden geëist dat zij de belangen van cultuurhistorie, flora- en fauna en landschap meeweegt in haar bomenbeleid. Flora- en faunawet Volgens de Flora- en faunawet heeft de gemeente ook een algemene zorgplicht (weliswaar een andere dan bovengenoemde) voor flora en fauna: Eenieder moet “zorg dragen” voor de inheemse flora- en fauna en geen dingen doen die daarvoor nadelig zijn. Daarnaast zijn er ook specifieke verbodsbepalingen, en qua beschermingsgraad wordt onderscheid gemaakt tussen diverse soorten of soortengroepen. Bijvoorbeeld vleermuizen zitten in de zwaarste categorie van bescherming, egel in de lichtste categorie. Voor een boseigenaar is het natuurlijk onhandig om bij beheerswerkzaamheden telkens ontheffingen/vrijstellingen in het kader van de Flora- en faunawet te moeten aanvragen. Wanneer hij zich houdt aan een door het ministerie LNV goedgekeurde gedragscode kan hij voor een groot deel automatisch vrijstelling krijgen voor onderhoudswerkzaamheden. Wel blijft hij verplicht om na te gaan welke beschermde soorten zich ter plekke bevinden. Opmerkelijk bij deze voorjaarskap in Amelisweerd was dat pas op de valreep nog een onderzoekje werd gedaan naar het voorkomen van diersoorten bij de betreffende bomen. Het is tamelijk duister wat daar is uitgekomen, er zijn geen mededelingen over gedaan. In ieder geval waren er wel veel bomen met holtes onder de te vellen bomen. Dergelijke holtes kunnen onder meer dienen als zomerverblijfplaats van vleermuizen. Overigens heeft de gemeente nog geen eigen gedragscode. Naar wij hebben gehoord is die (al jaren) in voorbereiding. Welke gedragscode voor Amelisweerd het meest geschikt is, moet nog worden uitgezocht (men hoeft niet perse er zelf een te ontwikkelen): Een landgoed is geen stukje groen in druk stedelijk gebied, er gelden andere omstandigheden. Een optie is om te conformeren met de “gedragscode natuurbeheer“ (ook gebruikt door Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten e.d.) of om de gedragscode van de gemeente Utrecht specifiek uit te breiden met het onderdeel “landgoederen”. Het zou interessant zijn als er ook specifieke gedragscodes voor cultuurhistorische landgoederen worden opgesteld. Verdere informatie zie www.minLNV.nl – natuur – soortenbescherming – Flora- en faunawet Overige kaders Dat de gemeente ook zorgvuldig dient om te gaan met de bomen in Amelisweerd, blijkt ook uit het feit dat de landgoederen zijn opgenomen in de provinciale Ecologische Hoofdstructuur
(EHS). Het is niet zomaar een houtopstand, maar een gebied dat op grond van de aanwezige natuurkwaliteit ecologisch uiterst waardevol is en moet blijven. Dat is voor de gemeente geen vrijblijvende opgave. Verder zijn de landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen ook Rijksmonument. Binnen de aanwijzing tot Rijksmonument worden niet alleen de gebouwen benoemd, maar ook (deels) het landschapspark als kenmerkend onderdeel. Ook hier is zorgvuldigheid gewenst. Bomenbeleid Oud-Amelisweerd en met name het Trapezium- en het Kokkenbos, behoort tot de top van cultuurhistorische waardevolle landgoederen in ons land. Een groot deel van het bomenbestand heeft een grote monumentale waarde. Vooral door de grote hoogte (tot 40 meter!) is de belevingswaarde groot. Mede door de ouderdom wordt het bomenbestand voor een deel minder vitaal. Dat is een natuurlijke ontwikkeling. Bosbouwtechnisch is de boom dan wel “afgeschreven” (geen houtteeltwaarde meer), maar dat aspect is totaal niet van toepassing waar het gaat om de (toenemende) ecologische en cultuurhistorische waarde. Oude bomen kunnen hol worden: alle eiken met een respectabele leeftijd van 400 jaar zijn hol van binnen. Kappen van bomen dient ons inziens vergezeld te worden door een aanplantplan, dat gestoeld is op een actief beleid om plantgoed op te kweken uit het historische materiaal. Onze monumentale bomen zijn toch echt een tikkeltje anders dan een Intratuin-beukje. De holtes die in de loop der jaren in bomen ontstaan, zijn van essentieel belang voor de bosfauna: broedplekken voor vogels en zomerverblijven voor vleermuizen. Is het wellicht ook een roestplek voor uilen of is er een roofvogelnest, hoe staat het met de omliggende bomen? Ook is de ene boom de andere niet, cultuurhistorisch gezien. Bomen zijn doorgaans niet zomaar ergens geplant: er zijn bijvoorbeeld bomen die specifiek in zichtlijnen zijn geplant (er is nagedacht over soortkeuze en type onderhoud) of als baken op een prominente plek, o.a. bij een kruising van paden (soms is een stevige boom ontstaan door bewust 2 boompjes in één plantgat te planten). Inmiddels zijn niet alle contouren meer goed zichtbaar, maar wanneer een monumentale boom beoordeeld moet worden, dien je dergelijke kennis wel in huis te hebben. Er zijn bovendien nog diverse creatieve oplossingen te bedenken om monumentale bomen te behouden. Bijvoorbeeld een pad afsluiten, of liever te verleggen (maar dan wel op een verantwoorde plek) en natuurlijk bebording. Bebording waarin wordt gewezen op mogelijke gevaren is niet per definitie strijdig met de zorgplicht, maar het moet aan duidelijke voorwaarden voldoen (zie ook de bijlage). Het is eigenlijk overbodig om te melden dat bij de afgelopen voorjaarskap over dergelijke zaken niet was nagedacht. De Begeleidingsgroep van de Toekomstvisie (voorloper van het beheerplan voor de landgoederen) heeft sterk aangedrongen op een dergelijk integrale aanpak van ecologie, veiligheid, cultuurhistorie, landschap en ruimtelijke beleving in het bomenbeleid. Waarom is Amelisweerd zo geliefd bij het publiek? Juist, door zijn schoonheid. Laten we het kind (bos) niet met het badwater (vta) weggooien.. Ten slotte De Vrienden van Amelisweerd zijn van mening dat de uitgevoerde voorjaarskap in Amelisweerd eenzijdig is gericht op veiligheid. Dat het: - geen risico-evaluatie omvat - een heleboel geld kost en de kosten van het bosonderhoud nog verder omhoog zal jagen - forse financiële offers kost en alleen schijnveiligheid oplevert - het geld beter besteed kan worden aan het op peil houden en verbeteren van de kwaliteit van de landgoederen
Daarnaast blijkt dat het plan: - niet gebaseerd is op een Collegebesluit om nu te gaan kappen - niet gebaseerd is op een door het College of Raad genomen besluit over een beleidskader voor het bomenbeleid, waarin wordt aangegeven hoe de aspecten veiligheid, cultuurhistorie, ecologie, ruimtelijke beleving dienen te worden geïntegreerd - strijdig is met de ideeën van de Begeleidingsgroep van de Toekomstvisie op de landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen - niet overeenkomt met een gedragscode zoals die in dergelijke bosgebieden wordt toegepast (bijvoorbeeld de “gedragscode natuurbeheer” (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Bosschap). - een melding ontbeert op de website voor ontheffingen van de Flora- en Faunawet ten aanzien van o.a. vogels en vleermuizen - niet aansluit bij de verantwoordelijkheid die de gemeente heeft ten aanzien van de aanwijzingen m.b.t. de Ecologische Hoofdstructuur en de Rijksmonumenten Amelisweerd en Rhijnauwen. Wij gaan er vanuit dat dit in de toekomst anders zal gaan, wij denken daar graag over mee. BIJLAGE Korte toelichting zorgplicht/aansprakelijkheid Burgerlijk Wetboek Aansprakelijkheid in bos en natuur. Aansprakelijkheid is geformuleerd in het Burgerlijk Wetboek, art. 6.162: schade als gevolg van onrechtmatige daad (schuldaansprakelijkheid) en art. 6.169 – 6.193: schade op basis van risico-aansprakelijkheid, waarbij er in principe geen sprake hoeft te zijn van verwijtbaarheid. Eigenaren van natuur-, bos- en recreatieterreinen kunnen in principe aansprakelijk worden gesteld voor schade die bezoekers oplopen door bijv. vallende takken of door agressief ingeschaard vee. Wanneer we ons beperken tot afvallende takken en omgewaaide bomen: Schade als gevolg van bomen wordt getoetst op basis van schuldaansprakelijkheid (slachtoffer moet het bewijs leveren van zijn schade en het causale verband aantonen dat de eigenaar in gebreke is gebleven): De boseigenaar kan worden aangesproken, niet alleen op actieve handelingen, maar ook het nalaten van handelingen waardoor schade is veroorzaakt. De eigenaar heeft dus een zorgplicht, waarbij de verplichting bestaat tot het verrichten van onderhoud, alsook het plegen van controles en adequaat optreden bij potentieel risico. Als dit strikt zou worden toegepast, dan zou ‘bos’ in Nederland niet meer mogelijk zijn: “Een veilig bos is een gekapt bos”, zoals een Utrechtse ambtenaar bondig samenvatte. Tot hoever gaat de zorgplicht ? Alle bomen in alle Nederlandse natuur- en bosgebieden jaarlijks controleren, is natuurlijk ondoenlijk; struinnatuur en begrazingsgebieden zouden dan moeten worden afgesloten. Cultuurhistorisch erfgoed zal snel verarmen door kap van monumentale bomen etc. Afgaand op de jurisprudentie is dit ook zeker niet de praktijk: Als gerechtelijk principe geldt ook dat er evenredigheid moet bestaan tussen zorgplicht en mogelijke schade. Zo zal er een balans moeten worden gevonden tussen zorgplichtactiviteiten (controles e.d.) en uiteindelijk onderhoud. Zeker ook de kosten van boomcontroles kunnen een rol spelen bij deze beoordeling. Meerdere factoren, omstandigheden en belangen bepalen de uiteindelijke aansprakelijkheid, er wordt getoetst op redelijkheid van de verschillende variabelen en belangen.
Zo worden niet alle zaken hetzelfde beoordeeld: Schade ontstaan door omwaaien van bomen langs openbare wegen wordt de eigenaar sterk aangerekend: hiervoor geldt dus een hoge mate van zorgplicht (controle+onderhoud). Immers, de kans op schade is hier het grootst. Het slachtoffer mag ervan uitgaan dat de openbare weg veilig is (tenzij de desbetreffende zelf verwijtbaar gedrag vertoonde door geen rekening te houden met de specifieke omstandigheden). Daarnaast kan een eigenaar zich niet zomaar beroepen op overmacht, omdat de boom door storm was geveld. In ons land komen stormen nu eenmaal voor, dus dient hij daar rekening mee te houden. Voor bomen langs wandelpaden in een bos geldt een veel minder intensieve zorgplicht, terwijl dat nog minder is voor bomen die midden in de bospercelen staan. Overigens is er voor zover bekend nog geen enkele rechtzaak geweest m.b.t. schade door vallende takken in een wandelbos (periode tot 2007, inmiddels wordt onderzoek gedaan naar jurisprudentie t.a.v. aansprakelijkheid voor boseigenaren voor de periode na 2006, rapportage ca. juli 2010). Bordje plaatsen? De zorgplicht kan niet zomaar worden ontweken door enkel bordjes te plaatsen met “betreding op eigen risico” of “pas op”. Dergelijke algemene termen kunnen onvoldoende door bezoekers worden geïnterpreteerd. Toch zijn hierbij wel mogelijkheden: er kunnen zich altijd omstandigheden voordoen die gevaar opleveren voor het publiek. Wanneer de eigenaar wil waarschuwen, dan dient de waarschuwing concreet zijn: het gevaar moet duidelijk omschreven zijn inclusief de mogelijke gevolgen. Dergelijke borden moeten goed zichtbaar zijn. Indien de waarschuwing niet wordt opgevolgd, kan (tijdelijk) een fysieke afsluiting van een gebied overwogen worden. Ook een dergelijke afzetting dient nauwkeurig te zijn opgesteld. Mei 2010 Joost Meulenbroek