JAARBERICHT 2013
NAAMSWIJZIGING PER 30 JANUARI 2014 Eind 2013 heeft de beheerder van het Pyramidefonds besloten om de naam van het beleggingsfonds met ingang van 30 januari 2014 te wijzigen in het Blue Value Fund. GEGEVENS BLUE VALUE FUND (ISIN-CODE: NL0000909901) NAAM BELEGGINGSFONDS WEBSITE NAAM BEWAARDER NAAM BEHEERDER
OUD
NIEUW
Pyramidefonds www.pyramidefonds.nl Kas-Trust Bewaarder Pyramidefonds B.V. Wijs & van Oostveen B.V.
Blue Value Fund www.bluevaluefund.nl KAS Trust Bewaarder Blue Value Fund B.V. Wijs & van Oostveen B.V.
INHOUD
1
BLAD
NAAMSWIJZIGING
1
BLUE VALUE FUND
2
VERSLAG VAN DE BEHEERDER
3
JAARREKENING
9
-
9 10 11
Balans per 31 december 2013 Winst- en verliesrekening over 2013 Kasstroomoverzicht over 2013 Toelichting op de balans, de winst- en verliesrekening en het kasstroomoverzicht
12
OVERIGE GEGEVENS
19
-
19 19 19 19 19 20
Bepalingen omtrent de bestemming van het resultaat Resultaatsbestemming Bestuurdersbelangen Gelieerde partijen Uitvoering stemrechten Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
SPECIFICATIE VAN DE BELEGGINGEN PER 31 DECEMBER 2013
22
-
22 22 23 23 24
Aandelenportefeuille Vastgoedportefeuille Gekochte optieportefeuille Geschreven optieportefeuille Samenstelling beleggingsportefeuille
OVERZICHT VAN DE INTRINSIEKE WAARDEN OVER DE AFGELOPEN 5 JAAR
25
VIJF JAAR BLUE VALUE FUND
26
DOELSTELLING EN ALGEMEEN BELEGGINGSBELEID VAN HET FONDS
27
BLUE VALUE FUND Het Blue Value Fund is een open-end beleggingsfonds voor gemene rekening en een beleggingsinstelling in de zin van de Wet op het financieel toezicht. Het fonds is opgericht op 6 april 1993 voor onbepaalde tijd. Het Blue Value Fund is een Nederlands beleggingsfonds, waarvan het beleggingsbeleid in eerste instantie gericht is op vermogensgroei. Participanten kunnen toe- en uittreden via de beheerder Wijs & van Oostveen B.V. Toetreding tot het Blue Value Fund is mogelijk per iedere eerste dag van de maand. Uittreding is mogelijk per iedere laatste dag van de maand. Toe- en uittreding vindt plaats tegen de dan geldende intrinsieke waarde van het fonds, verminderd met de van toepassing zijnde kosten. In het belang van de participant kan onder buitengewone omstandigheden de open-end structuur worden opgeschort. Het beheer over het Blue Value Fund wordt gevoerd door Wijs & van Oostveen B.V. In het kader van het beheren van beleggingsinstellingen is de beheerder in het bezit van een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 van de Wet op het financieel toezicht. Wijs & van Oostveen richt zich met name op vermogensbeheer, beleggingsadvies en execution only. Als zodanig beschikt Wijs & van Oostveen B.V. over een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 van de Wet op het financieel toezicht. Wijs & van Oostveen staat in voornoemd kader onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank. Beheerder:
Wijs & van Oostveen B.V. Herengracht 493 1017 BT AMSTERDAM www.wijs.nl Directie: S. Sarphatie R. Gribbroek
Bewaarder:
KAS Trust Bewaarder Blue Value Fund B.V. Spuistraat 172 1012 VT AMSTERDAM
Accountant:
Deloitte Accountants B.V. Orlyplein 10 1043 DP AMSTERDAM
Belastingadviseur: Deloitte Belastingadviseurs B.V. Orlyplein 10 1043 DP AMSTERDAM
2
VERSLAG VAN DE BEHEERDER ONTWIKKELING VAN HET FONDS De intrinsieke waarde van één participatie steeg in de verslagperiode van € 68,72 naar € 80,18. Dat is een stijging van 16,7%. In dezelfde periode steeg de AEX-index met 17,2% van 342,71 naar 401,79 punten. Het aantal participaties nam in de verslagperiode met 13,3% af van 593.414 tot 514.211, terwijl het fondsvermogen met 1,1% steeg van € 40,779 miljoen tot € 41,230 miljoen. AANDELEN FAVORIET IN 2013 De meeste Europese aandelenbeurzen lieten in de afgelopen maanden een scherp herstel zien, waardoor zij opnieuw rond het hoogste punt van het jaar eindigden. Net als in 2012 bereikten de meeste beurzen ook afgelopen jaar het dieptepunt in juni, waarna een scherp herstel optrad. De AEX-index eindigde het jaar voor het eerst sinds 2007 weer boven de grens van 400 punten. Wel was er voor het eerst in jaren een opmerkelijk groot verschil in rendement tussen aandelen uit de westerse landen en die van de opkomende landen (circa 30%). Voor beleggers in obligaties was het daarentegen een teleurstellend beleggingsjaar. Waar in 2012 nog een bovengemiddeld resultaat werd geboekt door de gedaalde kapitaalmarktrente, gebeurde in 2013 het omgekeerde. Onder invloed van betere economische data en de voorgenomen beleidswijziging van de Fed liep de marktrente gedurende het afgelopen jaar juist op. Hierdoor stonden de koersen van obligaties onder druk. Ten slotte gingen goud en zilver, beide nog zeer geliefd aan het begin van het jaar, fors onderuit in 2013. Met een verlies van respectievelijk 31% en 39% (gemeten in euro’s) lieten zij de grootste daling sinds 1981 zien. ECB EN FED STUREN DE MARKT In zijn speeches op 22 en 28 mei 2013 gaf Bernanke aan dat de Amerikaanse economie bleef verbeteren en dat de arbeidsmarkt voorspoedig herstelde. Dat leek op het eerste gezicht goed nieuws voor beleggers, maar het tegendeel bleek echter waar. Beleggers maakten hieruit op dat de Fed al op korte termijn het opkopen van Amerikaanse hypotheek- en staatsleningen zou verminderen en in de loop van 2014 hiermee volledig zal stoppen. Ondanks het feit dat dit niet de letterlijke woorden van voorzitter Bernanke waren, was het kwaad al geschied. Aandelen daalden vanaf eind mei tot begin juni scherp, omdat beleggers zich realiseerden dat er wellicht een einde was gekomen aan ‘QE’ (quantitative easing oftewel kwantitatieve geldverruiming: maatregel(en) om geld rechtstreeks in de economie te pompen met als doel om uitgaven en economische activiteiten te stimuleren), het extreem ruime monetaire beleid van de Fed en ze een deel van hun opgebouwde winsten veiligstelden. Toch herstelde de markt snel en de rust keerde na korte tijd terug. Het laatste kwartaal van 2013 kenmerkte zich juist door relatieve rust op het politieke en sociale vlak, in combinatie met een verder herstel van het economische klimaat. Het enige wat de markten echt bezighield was de begrotingscrisis in de Verenigde Staten. Als gevolg van een politiek conflict leidde dat per 1 oktober 2013 tot de sluiting van alle niet-essentiële overheidsdiensten van de federale overheid, in het Engels ook wel ‘Shutdown’ genoemd. Deze impasse duurde slechts tot 15 oktober, toen een tijdelijk begrotingsakkoord werd bereikt. In november verraste de Europese Centrale Bank (ECB) de markt enigszins met een sneller dan verwachte renteverlaging. Om de dalende inflatie tegen te gaan en de economie nog een zetje in de rug te geven, werd de beleidsrente gehalveerd tot 0,25%. Verder werd vooral uitgekeken naar het moment dat de Fed daadwerkelijk zou beginnen met de ‘tapering’, ofwel het verminderen van het financiële stimuleringsprogramma. Uit de notulen van de laatste vergadering bleek dat zij daarmee al in januari 2014 zijn begonnen , twee maanden eerder dan de verwachting. Toch werd dit nieuws door de markt als een ‘non-event’ beschouwd. De verbeterde economische vooruitzichten en de vervroegde ‘tapering’ van de Fed leidden gedurende de verslagperiode overigens wel tot een stijging van de kapitaalmarktrente. FINANCIËLE MARKTEN De beste aandelenbeurzen waren in het afgelopen jaar te vinden in landen die deel uitmaken van de zogenaamde ‘frontier markets’. Zo steeg de aandelenbeurs van Dubai met 99%, de beurs van
3
Abu Dhabi met 56% en die van Nigeria met 37%. Deze beurzen zetten daarmee hun sterke performance van de afgelopen jaren voort. Maar ook de Europese beurzen presteerden vorig jaar relatief goed. De Duitse DAX-index was daarbij de absolute winnaar met een stijging van 25%. Daarnaast stegen de aandelenbeurzen van de landen uit de periferie zoals Spanje en Italië met respectievelijk 21% en 17%. De AEX-index kwam uit op een jaarwinst van circa 17%. De Amerikaanse Dow Jones-index steeg met 21%. De grootste koersdalingen waren gedurende de verslagperiode te vinden in Azië en LatijnsAmerika. Gemeten in euro’s daalden de beurzen van Indonesië, Brazilië en Peru met respectievelijk 25%, 30% en 33% in 2013. Belangrijke factoren voor de zwakke performance waren onder andere sociale onrust en de zwakke valuta van deze landen. Dichter bij huis werd de grootste daling gerealiseerd in Turkije, waar de beursindex met 31% daalde. De substantiële verzwakking van de Turkse lira was hiervoor de belangrijkste reden. Op Europees sectorniveau liet opnieuw de sector Financiële dienstverlening (+29%) een sterke stijging zien. Beleggers kochten vooral aandelen in deze sector door de verbeterde economische vooruitzichten en door een relatief lage waardering. Maar ook aandelen uit andere cyclische sectoren zoals Industrie en Consument Duurzaam deden het goed met een stijging van respectievelijk 28% en 27%. De defensieve(re) sectoren Energie en Nutsbedrijven presteerden opnieuw benedengemiddeld omdat beleggers hun voorkeur verschoven naar aandelen met een meer cyclisch karakter. De genoemde sectoren stegen respectievelijk ‘slechts’ 6% en 10%. BELEGGINGSBELEID Gedurende de verslagperiode is door de beheerder slechts een beperkt aantal wijzigingen in de beleggingsportefeuille doorgevoerd. Daarnaast is de naam van het aandeel ‘France Telecom’ in juli gewijzigd in ‘Orange’ en is er een aflossing geweest van de AEX Sprint Notes, zodat deze titel uit het overzicht is verdwenen. De positie in het aandeel ArcelorMittal is eind april opgehoogd in anticipatie op meevallende kwartaalcijfers in mei en vanwege de buitensporige daling van het aandeel in de eerste vier maanden van het jaar. Na een daling van meer dan 30% sinds het begin van het jaar was de beheerder van mening dat veel van het slechte nieuws in de koers verdisconteerd was en de economische vooruitzichten leken langzaam te verbeteren. In dezelfde sector is het aandeel Aperam geheel verkocht, waarmee de genoemde ophoging van het belang in ArcelorMittal (deels) is gefinancierd. In mei kondigde KPN een claimemissie aan waarbij bestaande aandeelhouders de mogelijkheid kregen om per aandeel dat zij in bezit hadden twee nieuwe aandelen bij te kopen op een koers van € 1,06. De koers van € 1,06 bedroeg op het moment van de aankondiging een korting van circa 35% op de bestaande koers. Gezien de aantrekkelijke voorwaarden heeft de beheerder besloten om mee te doen aan deze claimemissie. Aan het eind van de verslagperiode is het aantal aandelen KPN in de portefeuille daarom toegenomen. VOORUITZICHTEN Wij krijgen steeds meer signalen dat de economische situatie verbetert. Wij houden daarom vast aan onze optimistische visie voor het komende jaar. Tevens is gebleken dat de financiële markten over veel veerkracht beschikken. Zo moest Cyprus aan het begin van 2013 nog van een faillissement worden gered en liepen de Italiaanse verkiezingen duidelijk anders dan verwacht. Maar ook moest SNS Bank genationaliseerd worden toen bleek dat de enorme verliezen bij de vastgoedtak Property Finance tot een faillissement zouden leiden. De genoemde veerkracht bleek vooral uit de beperkte invloed op de aandelenbeurzen en de korte duur van deze gebeurtenissen. Op economisch gebied zien wij in 2014 een mondiale verbetering ten opzichte van 2013. Vooral het herstel in de eurozone zal naar onze mening krachtig zijn, waarbij de winstmarges van het
4
bedrijfsleven veel ruimte hebben om te herstellen. Het monetaire beleid van de ECB, de lagere bezuinigingen en een terugkeer van het vertrouwen zullen ervoor zorgen dat wij de recessie van de afgelopen jaren definitief achter ons kunnen laten. Ook in de VS zal de economische groei in 2014 naar verwachting boven die van 2013 liggen. De verbeterde financiële positie van de consument, het herstel op de huizenmarkt en de hogere koersen op Wall Street zullen gedurende 2014 naar onze mening leiden tot een economische groei van 2,5 tot 3,0%. In de opkomende markten zien wij de komende tijd weliswaar herstel optreden, maar blijft een flink aantal landen met cyclische problemen kampen. De valuta van een aantal belangrijke opkomende landen zoals Brazilië, Indonesië, India, Turkije en Zuid-Afrika (de zogenaamde BIITS-landen) zijn in het afgelopen jaar behoorlijk onder druk gekomen door de verslechterde handelsbalans. Als reactie daarop verwachten wij dat de beleidsrente in veel van deze landen zal worden verhoogd, wat op zijn beurt de economische groei remt. Maar ook zijn er in een groot aantal landen presidentiële verkiezingen, wat extra onzekerheid met zich meebrengt. Binnen de categorie aandelen ligt onze voorkeur op dit moment bij Europese aandelen. Wij verwachten een relatief sterk winstherstel van het Europese bedrijfsleven en zien dat de voorkeur van beleggers voor deze regio toeneemt. Daarnaast zijn Europese aandelen relatief aantrekkelijk gewaardeerd. Op sectorniveau verwachten wij het meeste van de sectoren Financiële dienstverlening, Basismaterialen en Cyclische consumentengoederen. Amerikaanse aandelen vinden wij relatief duur en wij achten de kans op tegenvallende winstcijfers aanzienlijk. Ten slotte denken wij dat het minder stimulerende beleid van de Fed van tijd tot tijd tot nervositeit op de markten kan leiden. Het mag duidelijk zijn dat wij 2014 met veel vertrouwen tegemoet treden. Wij verwachten dat de centrale banken wereldwijd een belangrijke rol zullen blijven spelen en zich blijven inzetten voor een verder herstel van de wereldeconomie. Wel kan de aangekondigde stresstest bij banken, en het balansonderzoek (Asset Quality Review) dat daaraan voorafgaat, de spanning op de markten tijdelijk terugbrengen. Wij verwachten echter dat dit van korte duur zal zijn. Wij denken dat beleggers dit soort momenten juist zullen aangrijpen om de exposure van de categorie aandelen te verhogen, waardoor vooral de categorie aandelen ook in 2014 een goede performance zal laten zien.
OVERIGE ONDERWERPEN RISICOBEHEERSING RISICO’S VERBONDEN AAN EEN BELEGGING IN HET FONDS Elke belegging geschiedt voor rekening en risico van de participanten. De beheerder dient echter bij het beleggen van het kapitaal grote zorgvuldigheid in acht te nemen. Hoewel door middel van efficiënt portfoliomanagement de risico’s die gepaard gaan met een belegging in het fonds worden gespreid, kunnen de hierna genoemde risico’s worden onderscheiden. ALGEMENE BELEGGINGSRISICO’S De hele markt of een categorie van beleggingen kan zowel stijgen als dalen, waardoor de prijs en de waarde van de beleggingen worden beïnvloed. Daarnaast kan de waarde van de individuele beleggingen in het fonds zowel stijgen als dalen. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Beleggers ontvangen bij verkoop mogelijk minder terug dan hun oorspronkelijke inleg. De hoogte van het risico is afhankelijk van de keuzes die door de beheerder van het fonds worden gemaakt binnen de kaders van het beleggingsbeleid. Een waardestijging of -daling van de beleggingen in het fonds heeft een directe invloed op de intrinsieke waarde van de participatie. De waarde van de beleggingen wordt beïnvloed door inflatie (ook wel geldontwaarding genoemd). Door inflatie zal de koopkracht van de euro in de toekomst lager zijn. Het is mogelijk dat de
5
beleggingsopbrengsten van de financiële instrumenten in portefeuille niet voldoende zijn om de werkelijke inflatie te compenseren. De beleggingen in het fonds beogen niet bescherming te bieden tegen inflatie. Het fonds is onderhevig aan het potentiële risico van erosie als gevolg van intrekkingen van rechten van deelneming. Vaste kosten zoals accountantskosten hebben bij een kleiner beheerd vermogen een grotere impact op de intrinsieke waarde van de participaties van participanten in het fonds. Deze impact geldt niet voor de kosten die worden berekend als een percentage van het beheerd vermogen, zoals kosten van toezicht, bewaarloon en beheervergoeding. Financiële en fiscale wet- en regelgeving is aan verandering onderhevig. Financiële en fiscale voordelen die bestonden ten tijde van de toetreding kunnen ten nadele van de participant wijzigen. SPECIFIEKE BELEGGINGSRISICO’S Gebruik van derivaten Het fonds kan gebruikmaken van afgeleide instrumenten. Deze kunnen worden toegepast zowel voor het afdekken van risico’s als voor efficiënt portefeuillebeheer. Daarbij kan er ook sprake zijn van hefboomwerking, waardoor de gevoeligheid van het fonds voor marktbewegingen wordt vergroot. Dit betekent dat bij extreme marktbewegingen – door het gebruik van derivaten – het fonds harder in waarde kan dalen dan de markt. Het gebruik van derivaten brengt met zich mee dat het fonds zogenaamde marginverplichtingen aangaat. Een marginverplichting ontstaat wanneer een optie wordt geschreven ofwel verkocht. De verplichting uit een dergelijke optie kan worden gedekt door het bezit van financiële instrumenten zoals gekochte opties, aandelen, obligaties, dan wel door liquide middelen. Het risico van het gebruik van derivaten wordt beperkt door risicobeheer, waaronder monitoring van de marginverplichtingen van het fonds Concentratierisico Het risico dat verbonden is aan een grote concentratie van de beleggingen in bepaalde soorten of bepaalde markten. Indien het fonds in meerdere individuele financiële instrumenten in eenzelfde sector, geografisch gebied, categorie of markt belegt, kunnen concentraties in dergelijke klassen plaatsvinden, waardoor het risico bestaat dat de beleggingsportefeuille van het fonds als gevolg van deze concentratie in haar geheel gevoeliger wordt voor algemene en specifieke marktbewegingen in deze klassen. Het fonds streeft naar een acceptabel niveau van het concentratierisico. Verhandelbaarheidsrisico In uitzonderlijke situaties kan er sprake zijn van verminderde verhandelbaarheid van de rechten van deelneming van het fonds. Toetreding is mogelijk per iedere eerste dag van de maand en uittreding per iedere laatste dag van de maand, behoudens wettelijke bepalingen en de opschortmogelijkheid zoals toegelicht in hoofdstuk 8 van het prospectus (beschikbaar via www.wijs.nl en kosteloos opvraagbaar via Wijs & van Oostveen). Daarnaast kan de beheerder eenzijdig tot inkoop van alle door een participant gehouden participaties besluiten ingeval van enig handelen door de participant in strijd met de fondsvoorwaarden dan wel indien, gelet op het belang van het fonds of anderszins, voortzetting van de relatie in redelijkheid niet van de beheerder gevergd kan worden. Wisselkoersrisico De beleggingen van het fonds kunnen deels luiden in vreemde valuta. Wisselkoersveranderingen kunnen derhalve een negatieve of positieve invloed hebben op de waardeontwikkeling van het fonds en daarmee op de waardeontwikkeling van een participatie. Wisselkoersrisico’s worden niet (altijd) afgedekt. In dit jaarbericht is een overzicht opgenomen van de beleggingen en de valutasoort waarin deze luiden. Tegenpartijrisico (kredietrisico of debiteurenrisico) Het risico dat een uitgevende instelling of een tegenpartij ten aanzien van een reeds ingenomen positie in gebreke blijft. Het in gebreke blijven van een tegenpartij kan een direct negatief gevolg hebben voor de waarde van de betreffende belegging en daarmee voor de intrinsieke waarde van de participatie. De beheerder neemt bij
6
de selectie van tegenpartijen de nodige zorgvuldigheid in acht, waaronder de verwachte risico/ rendementsverhouding van de ingenomen positie. Afwikkelingsrisico Het risico dat een afwikkeling via een betalingssysteem niet plaatsvindt zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de financiële instrumenten door een tegenpartij niet of niet op tijd of zoals verwacht mag worden plaatsvindt. Dit risico wordt beperkt doordat het overgrote deel van de transacties van het fonds plaatsvindt via gereglementeerde beurzen/ markten. Bewaarrisico Het bewaarrisico is het risico van verlies van in bewaring gegeven activa als gevolg van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de bewaarder (KAS Trust Bewaarder Blue Value Fund B.V.) of van de onderbewaarnemer (KAS BANK Effectenbewaarbedrijf N.V., het bewaarbedrijf). Het verlies van in bewaring gegeven activa heeft een negatieve invloed op de intrinsieke waarde van de participatie. Om het risico van verlies van de betreffende financiële instrumenten in het bewaarbedrijf te beperken, is het bewaarbedrijf opgenomen in een aparte juridische entiteit, die geen ondernemingsrisico loopt en waarvan het vermogen is afgescheiden van het vermogen van het moederbedrijf, KAS BANK N.V. Hierbij is de functie van dit bewaarbedrijf louter het bewaren en administreren van effecten. Derivaten, zoals opties, en liquiditeiten zijn niet opgenomen in de bewaarbedrijven en zijn bij een eventueel faillissement van de bank (KAS BANK N.V.) onderdeel van de boedel. Uitleenrisico De financiële instrumenten waarin het fonds belegt, kunnen worden uitgeleend tot een maximum van 100%. Bij het uitlenen van financiële instrumenten bestaat de mogelijkheid dat de inlenende partij niet aan haar verplichtingen kan voldoen. Dit risico zal door het fonds worden afgedekt door de overeenkomsten van bruikleen uitsluitend aan te gaan met banken in de Europese Unie en uitsluitend tegen afgifte van een contractueel overeengekomen garantie van ten minste 100% van het aantal betrokken financiële instrumenten. Beleggen met geleend geld Beleggen met geleend geld leidt tot een groter risico voor de participanten. Beleggen met geleend geld kan tot gevolg hebben dat hogere rendementen worden gehaald, maar ook dat verlies kan worden geleden. Door het aangaan van geldleningen of andere verplichtingen bestaat het risico van mogelijke tekorten van de beleggingsinstelling. Hierdoor kan voor participanten een verplichting ontstaan om de ontstane tekorten aan te zuiveren. Het fonds is gehouden tot een beperking in het aangaan van geldleningen tot maximaal 10% van het fondsvermogen. Liquiditeitsrisico Het risico dat een positie niet tijdig tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd. Het grootste deel van de beleggingen in het fonds wordt gevormd door beursgenoteerde financiële instrumenten. Dit heeft een positieve invloed op de verhandelbaarheid van deze beleggingen. In extreme situaties van snelle waardeveranderingen of grote onzekerheid op de financiële markten kan het liquiditeitsrisico zich (tijdelijk) openbaren. In uitzonderingssituaties kan dit gebrek aan liquiditeit in de markt tot gevolg hebben dat: - posities niet kunnen worden verkocht terwijl de liquiditeiten noodzakelijk zijn voor de uitkering aan uittredende participanten. In dit geval kan opschorting van de inkoop van participaties van toepassing zijn; - posities tegen ongunstige condities moeten worden verkocht omdat de liquiditeiten uit deze verkoop noodzakelijk zijn voor de uitkering aan uittredende participanten. In dit geval kan dit negatieve gevolgen hebben voor de intrinsieke waarde van de participatie. Dividendrisico Hiermee wordt bedoeld het risico dat de uitgekeerde dividenden op de beleggingen in het fonds voor wat betreft vorm of hoeveelheid niet overeenkomen met de verwachtingen van de beheerder. De beheerder heeft geen invloed op het dividendbeleid van de uitgevende
7
instellingen van de betreffende financiële instrumenten (veelal aandelen). Het niet of in beperkte mate ontvangen van dividenden heeft invloed op de waardeontwikkeling van het fonds en daarmee op de waardeontwikkeling van een participatie. BEDRIJFSVOERING De beheerder beschikt over een beschrijving van de inrichting van bedrijfsvoering die voldoet aan het bepaalde ingevolge de artikelen 3:17, tweede lid, onderdeel c en 4:14, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht. De bedrijfsvoering van de beleggingsinstelling functioneert effectief en overeenkomstig de beschrijving. Wij verklaren met een redelijke mate van zekerheid dat gedurende de verslagperiode geen constateringen zijn gedaan op basis waarvan wij zouden moeten concluderen: - dat de beschrijving van de opzet van de bedrijfsvoering (AO/IC) niet voldoet aan de daaraan te stellen (wettelijke) eisen; en - dat de bedrijfsvoering niet effectief en/of niet overeenkomstig de beschrijving functioneert.
Amsterdam, 26 februari 2014
Beheerder: Wijs & van Oostveen B.V. De directie, S. Sarphatie R. Gribbroek
8
BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (na verwerking resultaat)
ACTIEF
31.12.2013 €
Voetnoot
Beleggingen (longposities) Aandelen Vastgoedfondsen Gekochte opties
1)
36.462.450 2.437.579 177.591
36.655.049 2.536.290 800.367 39.077.620
39.991.706
71.675
45.749
2.241.367
1.166.737
TOTAAL ACTIVA
41.390.662
41.204.192
PASSIEF
31.12.2013 €
31.12.2012 €
33.938
333.475
Vorderingen Overlopende activa
2)
Liquide middelen
3)
Beleggingen (shortposities) Geschreven opties Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van transacties in financiële instrumenten Schulden aan participanten Overige schulden en overlopende passiva
1)
4)
-
11.525
39.900
-
86.328
80.641
TOTAAL PASSIVA TOTAAL ACTIVA MINUS PASSIVA Eigen vermogen Nominale waarde participaties Agioreserve Algemene reserve
126.228
92.166
160.166
425.641
41.230.496
40.778.551
5)
23.334.899 30.573.377 (12.677.779)
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
9
31.12.2012 €
26.929.129 32.694.247 (18.844.825) 41.230.496
40.778.551
WINST- EN VERLIESREKENING OVER 2013 2013 €
Voetnoot
Opbrengsten uit beleggingen Interest Uitleen financiële instrumenten Dividend
6)
-
16.567
18.340 980.101
14.756 1.502.782 998.441
1.534.105
Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen
(3.391.256)
(3.994.813)
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen
9.222.302
6.933.854
27.550
21.241
6.857.037
4.494.387
689.991
692.784
6.167.046
3.801.603
Overige bedrijfsopbrengsten
7)
TOTAAL OPBRENGSTEN TOTAAL KOSTEN RESULTAAT
10
2012 €
8)
KASSTROOMOVERZICHT OVER 2013 (volgens indirecte methode)
2013 €
2012 €
6.167.046
3.801.603
KASSTROOM UIT BELEGGINGSACTIVITEITEN Resultaat Aanpassingen voor: - niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen - aankopen beleggingen - verkopen beleggingen - mutatie vorderingen - mutatie kortlopende schulden (exclusief schulden aan kredietinstellingen)
(9.222.302) (4.754.698) 14.591.549 (25.926)
(6.933.854) (10.002.157) 18.562.062 (6.922)
34.062
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
15.020 622.685
1.634.149
6.789.731
5.435.752
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN Uitgegeven participaties Teruggenomen participaties
188.121
27.387
(5.903.222)
(4.777.970) (5.715.101)
Mutatie liquide middelen
1.074.630
685.169
Stand liquide middelen per 1 januari
1.166.737
481.568
2.241.367
1.166.737
STAND LIQUIDE MIDDELEN per 31 december
11
(4.750.583)
TOELICHTING OP DE BALANS, DE WINST- EN VERLIESREKENING EN HET KASSTROOMOVERZICHT ALGEMEEN Het Blue Value Fund is een open-end beleggingsfonds voor gemene rekening. Het fonds heeft geen rechtspersoonlijkheid. Het economisch eigendom van de beleggingen berust bij de participanten, die hiervoor een bewijs van inschrijving krijgen uitgereikt. Het juridisch eigendom van de beleggingen berust bij de bewaarder. De bewaarder is KAS Trust Bewaarder Blue Value Fund B.V., gevestigd te Amsterdam. Als beheerder van het Blue Value Fund treedt Wijs & van Oostveen B.V. op. De beheerder houdt zich bezig met het management van het fonds en dan met name het beleggingsbeleid. Wijs & van Oostveen voert ook de transacties uit voor het Blue Value Fund. Bij aan- en verkoop van financiële instrumenten wordt provisie in rekening gebracht, welke geheel toekomt aan de beheerder, Wijs & van Oostveen. Uit deze transactiekosten betaalt Wijs & van Oostveen direct of indirect alle betrokken partijen (inclusief beurzen) voor hun diensten met betrekking tot de uitvoering, de clearing & settlement en de administratieve verwerking van de transacties. Conform het prospectus kan de inkoop van participaties in het belang van de participanten door de beheerder worden opgeschort, indien naar het uitsluitend oordeel van de beheerder zich een bijzondere omstandigheid voordoet die dit rechtvaardigt.
ALGEMENE GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE JAARREKENING Algemeen De jaarrekening van het Blue Value Fund is opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet in dat kader aan de gestelde vereisten als genoemd bij of krachtens Titel 9 Boek 2 BW en de Wet op het financieel toezicht. De toegepaste waarderingsgrondslagen gaan uit van de historische kosten. De activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, opgenomen tegen de nominale waarde. Opbrengsten en kosten De opbrengsten en kosten worden, voor zover ze er betrekking op hebben, toegerekend aan de verslagperiode ongeacht of zij tot ontvangsten en uitgaven in deze periode hebben geleid. Omrekening buitenlandse valuta Activa en passiva luidende in buitenlandse valuta worden omgerekend tegen de valutakoersen aan het einde van de verslagperiode. Deze koers bedraagt per 31 december 2013: 1 USD = € 0,72511 (per 31 december 2012: 1 USD = € 0,75778) Transacties gedurende de verslagperiode in vreemde valuta worden verwerkt tegen de dan geldende dagkoers.
12
GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA EN VOOR DE BEPALING VAN HET RESULTAAT Beleggingen (financiële instrumenten) Beleggingen worden gewaardeerd naar de laatst gedane (beurs)koers of notering. Indien deze waardering niet representatief is voor de actuele marktwaarde van een financieel instrument of indien het betreffende instrument niet beursgenoteerd is, dan vindt waardering plaats op basis van maatschappelijk geaccepteerde waarderingsgrondslagen. Met ingang van 30 juni 2013 is de koersleverancier voor de berekening van de intrinsieke waarde van het fonds gewijzigd. Dit betekent dat derivaten vanaf die datum worden gewaardeerd, evenals de overige beleggingen in financiële instrumenten, naar de laatst gedane (beurs)koers of notering. Voor deze datum geschiedde de waardering door de gekochte posities respectievelijk geschreven posities in derivaten te waarderen tegen de laatst bekende bid-koers respectievelijk ask-koers. Indien geen bid- of ask-koers op de berekeningsdatum beschikbaar was, werd de waardering gedaan naar de laatst gedane (beurs)koers of notering. Financiële instrumenten genoteerd in buitenlandse valuta worden gewaardeerd met inachtneming van een representatieve koers van de betreffende valuta ten opzichte van de euro. De gerealiseerde en niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen worden tussentijds ten gunste respectievelijk ten laste van het resultaat gebracht. Transactiekosten Transactiekosten bij aankoop worden geacht onderdeel uit te maken van de kostprijs van de financiële instrumenten. Transactiekosten bij verkoop worden in mindering gebracht op de verkoopopbrengst. Dividenden De dividenden worden verwerkt op de datum van de aankondiging, waarbij de definitieve dividenduitkering bekend dient te zijn. Belasting Het fonds wordt aangemerkt als fiscaal transparant. Dit wil zeggen dat, voor wat betreft de fiscale aspecten, door het fonds heen wordt gekeken naar de achterliggende participanten. Het fonds is derhalve niet onderhevig aan belastingheffing over beleggingsopbrengsten.
GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN HET KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
13
TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE BALANS EN DE WINSTEN VERLIESREKENING BALANS 1. BELEGGINGEN Het verloop van de beleggingen was in 2013 als volgt (opties inclusief shortposities): Beginstand €
Aankopen €
Verkopen €
Resultaat €
Eindstand €
Aandelen Vastgoedfondsen Opties
36.655.049 2.536.290 466.892
3.695.581 78.869 980.248
9.639.348 217.329 1.343.616
5.751.168 39.749 40.129
36.462.450 2.437.579 143.653
TOTAAL
39.658.231
4.754.698
11.200.293
5.831.046
39.043.682
Bovengenoemd resultaat kan als volgt worden gespecificeerd:
€ Gerealiseerde waardeveranderingen bij verkoop Niet-gerealiseerde waardeveranderingen
(3.391.256) 9.222.302 5.831.046
De portefeuilleomloopfactor van de activa wordt berekend als de verhouding tussen het totaalbedrag van beleggingstransacties minus het totaalbedrag aan transacties van deelnemingsrechten ten opzichte van de gemiddelde intrinsieke waarde van het fonds. De portefeuilleomloopfactor van de activa in 2013 bedroeg 25% (2012: 48%). De portefeuilleomloopfactor is berekend op een gemiddeld intrinsieke waarde op basis van 13 meetmomenten (maanden). Per 31 december 2013 heeft het Blue Value Fund financiële instrumenten uitgeleend ter waarde van € 5.590.215 (31 december 2012: € 490.765). Het Blue Value Fund gaat uitsluitend overeenkomsten van bruikleen aan met banken in de Europese Unie en tegen afgifte van een contractueel overeengekomen garantie van ten minste 100% van het aantal betrokken financiële instrumenten. Gedurende de verslagperiode is deze garantie afgegeven door KAS BANK N.V., welke laatste instelling is gelieerd aan de bewaarder van het fonds. Voor het uitlenen van financiële instrumenten ontvangt het fonds een vergoeding. Het bedrag dat KAS BANK N.V. toekomt voor de door haar verrichte werkzaamheden wordt door KAS BANK N.V. verrekend met de vergoeding die het fonds ontvangt.
2. VORDERINGEN Overlopende activa Dit betreffen hoofdzakelijk de nog te ontvangen bedragen uit hoofde van transacties in financiële instrumenten inzake de verkoop van beleggingen.
14
3. LIQUIDE MIDDELEN Onder de liquide middelen zijn de banksaldi van het fonds opgenomen. Deze gelden staan ter vrije beschikking.
4. KORTLOPENDE SCHULDEN Schulden uit hoofde van transacties in financiële instrumenten Dit betreffen de nog af te rekenen transacties in financiële instrumenten inzake de aankoop van beleggingen. Schulden aan participanten Dit betreffen de gestorte bedragen inzake de toetredende participanten (per de 1e van de maand volgend op het einde van de verslagperiode). Overige schulden en overlopende passiva Onder de overige schulden en overlopende passiva zijn de reserveringen voor nog te betalen kosten opgenomen. 5. EIGEN VERMOGEN Nominale waarde participaties De nominale waarde per participatie bedraagt € 45,38. In 2013 zijn in totaal 2.481 participaties uitgegeven en 81.684 teruggenomen. Per 31 december 2013 zijn er 514.211 participaties uitstaande. 2013 € Nominale waarde participaties Stand per 1 januari Uitgegeven participaties Teruggenomen participaties
26.929.129 112.577 (3.706.807)
30.232.705 18.777 (3.322.353)
Stand per 31 december
23.334.899
26.929.129
Agioreserve Stand per 1 januari Gestort bij uitgave van participaties Onttrokken bij terugname van participaties
32.694.247 75.545 (2.196.415)
34.141.253 8.611 (1.455.617)
Stand per 31 december
30.573.377
32.694.247
(18.844.825) 6.167.046
(22.646.428) 3.801.603
Algemene reserve Stand per 1 januari Resultaat Stand per 31 december
15
2012 €
(12.677.779)
(18.844.825)
WINST- EN VERLIESREKENING 6. OPBRENGSTEN UIT BELEGGINGEN Interest Onder dit hoofd zijn de interestbaten opgenomen op eventuele deposito’s, vastrentende waarden en overige banktegoeden. Uitleen financiële instrumenten (security lending) Dit betreffen de opbrengsten uit de in bruikleen gegeven financiële instrumenten. Dividend Hieronder wordt het netto ontvangen dividend verantwoord.
Brutodividend Dividendbelasting
2013 € 1.140.560 160.459
2012 € 1.724.679 221.897
NETTODIVIDEND
980.101
1.502.782
7. OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN De overige bedrijfsopbrengsten bestaan grotendeels uit: Uitkering Lehman Brothers Treasury Co B.V. Het fonds heeft in 2013 twee deeluitkeringen ontvangen van het failliete Lehman Brothers Treasury Co B.V., uitgevende instelling van de Dutch Power Notes VII. Deze uitkeringen (€ 6.659 en € 2.608) zijn verwerkt onder de overige bedrijfsopbrengsten. Naar verwachting zal Lehman Brothers Treasury Co B.V. halfjaarlijks – afhankelijk van de beschikbare gelden – een deeluitkering doen. De hoogte van deze uitkeringen is niet met zekerheid vast te stellen. De Dutch Power Notes VII zijn daarom gewaardeerd op nihil. Vergoeding transactiekosten bij toe- en uittreding Indien en voor zover bij toe- en/of uittreding van vermogen in het fonds transactiekosten worden gemaakt voor het beleggen respectievelijk vrijmaken van dit vermogen, dan komen deze transactiekosten voor rekening van het fonds. Door de beheerder worden deze transactiekosten vergoed uit de door haar ontvangen toe- en/of uittredingskosten. De vergoeding bedraagt – indien van toepassing – 0,3%. In de verslagperiode heeft het fonds in dit kader een vergoeding ontvangen van € 18.276 (2012: € 14.416). 8. KOSTEN Verwerking kosten Kosten worden verwerkt in de maand waarin deze aan het fonds in rekening worden gebracht. Met uitzondering van de maandelijkse beheervergoeding worden bij een factuurbedrag hoger dan € 25.000 de kosten geactiveerd en in twee maanden ten laste van het fondsvermogen gebracht. Voor toezichtkosten en accountants- en advieskosten wordt maandelijks ten laste van het fondsvermogen gedoteerd aan een reservering. De werkelijk ontvangen en betaalde facturen worden ten laste gebracht van deze reservering. Periodiek wordt de stand van de reservering vergeleken met de nog te verwachten kosten. Deze evaluatie kan leiden tot een aanpassing van de dotatie.
16
De kosten worden als volgt gespecificeerd:
Beheervergoeding Kosten bewaring en margin Toezichtkosten Drukwerk, promotie- en portikosten Dotatie reservering accountants- en advieskosten Overige kosten (waaronder koersverschillen)
2013 €
2012 €
480.129 43.103 12.000 75.596 39.600 39.563
493.126 43.003 12.000 62.705 39.600 42.350
689.991
692.784
De berekeningsgrondslag van bovenstaande kosten – voor zover van toepassing – is opgenomen in het prospectus van het Blue Value Fund. Een overzicht van de kosten over de afgelopen 5 jaren is opgenomen in het prospectus. De indeling van dit overzicht maakt het mogelijk om de werkelijke kosten te relateren aan het kostenniveau volgens het prospectus. Beheervergoeding De beheervergoeding bedraagt 0,1% (per maand) en wordt berekend over het fondsvermogen. De vergoeding wordt maandelijks in rekening gebracht. Specificatie accountants- en advieskosten De kosten van de accountant ten behoeve van in de verslagperiode uitgevoerde werkzaamheden kunnen als volgt worden gesplitst: onderzoek van de jaarrekening € 14.690, werkzaamheden voor het halfjaarbericht € 2.350, overige controleopdrachten (waaronder de kwartaalcontrole) € 8.200 en € 7.960 voor niet-controlediensten zoals de beoordeling van de fiscale overzichten en de dividend- en renterenseignering. De betaling van deze kosten is ten laste gebracht van de reservering. Bewaarloon Het bewaarloon is een vergoeding voor de bewaring van de financiële instrumenten van het fonds en wordt door KAS BANK maandelijks in rekening gebracht. Het bewaarloon wordt berekend over het belegd vermogen (exclusief derivaten) en bedraagt maximaal 0,03% op jaarbasis (exclusief BTW). Over 30% van het bewaarloon is BTW verschuldigd. Vergoeding bij toe- en uittreding De in rekening gebrachte vergoeding bij toe- en uittreding valt geheel toe aan Wijs & van Oostveen. Conform het prospectus wordt de volgende vergoeding in rekening gebracht bij toetreding, berekend over de afgifteprijs van de participatie: Bij een storting die niet hoger is dan € 25.000 Bij een storting tussen € 25.000 en € 50.000 Bij een storting vanaf € 50.000
1,5% 1% 0,5%
Bij uittreding bedraagt de vergoeding 1% van de intrinsieke waarde van de participaties. Indien en voor zover bij toe- en/of uittreding van vermogen in het fonds transactiekosten worden gemaakt voor het beleggen respectievelijk vrijmaken van dit vermogen, dan komen deze transactiekosten voor rekening van het fonds. Door de beheerder worden deze transactiekosten vergoed uit de door haar ontvangen toe- en/of uittredingskosten. De vergoeding bedraagt – indien van toepassing – 0,3%. Bij aan- en verkoop van financiële instrumenten in 2013 heeft beheerder Wijs & van Oostveen in totaal € 117.329 aan transactiekosten bij het Blue Value Fund in rekening gebracht. Van dit bedrag komt € 36.704 (31%) toe aan de direct of indirect bij de transacties betrokken partijen (inclusief beurzen) als vergoeding voor de dienstverlening met betrekking tot de uitvoering, de clearing & settlement en de administratieve verwerking.
17
Lopendekostenfactor De lopendekostenfactor geeft de verhouding weer tussen de kosten van het Blue Value Fund, exclusief transactiekosten en dividendbelasting, in relatie tot de gemiddelde intrinsieke waarde. De lopendekostenfactor over de verslagperiode bedraagt 1,73% (2012: 1,68%). De lopendekostenfactor is berekend op een gemiddelde intrinsieke waarde op basis van 13 meetmomenten (maanden). Personeel Het Blue Value Fund heeft geen werknemers in dienst. Amsterdam, 26 februari 2014 Beheerder: Wijs & van Oostveen B.V.
De directie, S. Sarphatie R. Gribbroek
18
OVERIGE GEGEVENS BEPALINGEN OMTRENT DE BESTEMMING VAN HET RESULTAAT De bepalingen omtrent de bestemming van het resultaat zijn opgenomen in hoofdstuk 10 (Resultaatsbestemming) van het prospectus. Op grond van het prospectus zal een positief resultaat na vaststelling van de jaarrekening worden toegevoegd aan de algemene reserve en worden herbelegd. Een negatief resultaat zal aan de algemene reserve worden onttrokken.
RESULTAATSBESTEMMING Het resultaat over 2013 (€ 6.167.046) is geheel toegevoegd aan de algemene reserve.
BESTUURDERSBELANGEN Gedurende de verslagperiode heeft de directie van de beheerder Wijs & van Oostveen B.V. in de navolgende fondsen een belang gehad, waar tegelijkertijd ook het Blue Value Fund in participeerde (in aantallen). Aantal aan het begin Mutaties in de Aantal aan het einde van de verslagperiode verslagperiode van de verslagperiode Aegon ASML Holding N.V. DSM N.V.
36 52
260 -
260 36 52
GELIEERDE PARTIJEN In de verslagperiode hebben de volgende transacties plaatsgevonden tussen Wijs & van Oostveen en het Blue Value Fund:
€ Direct Beheervergoeding Transactiekosten bij aan- en verkoop van financiële instrumenten Kosten toe- en uittreding Vergoeding transactiekosten bij toe- en uittreding
480.129 117.329 59.946 (18.276)
Alle transacties met gelieerde partijen hebben tegen marktconforme voorwaarden plaatsgevonden.
UITVOERING STEMRECHTEN De beheerder van het fonds voert in het algemeen geen actief beleid ten aanzien van de uitoefening van stemrechten die verbonden zijn aan aandelen en andere financiële instrumenten waarin het fonds belegt. Wegens de doorgaans relatief geringe omvang van de door het fonds gehouden pakketten is daartoe geen aanleiding. Indien in voorkomende gevallen het belang van de participanten van het fonds vereist dat stemrecht wordt uitgeoefend, dan zal de beheerder dat doen. Waar het fonds substantiële pakketten houdt, zal de beheerder in het belang van de participanten een actiever beleid voeren.
19
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Beheerder van het Blue Value Fund
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2013 van het Blue Value Fund te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de winst- en verliesrekening over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de Beheerder De Beheerder van het Fonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van de Beheerder, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en met de Wet op het financieel toezicht. De Beheerder is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van
20
de interne beheersing van het Fonds. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de Beheerder van het Fonds gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van het Blue Value Fund per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en met de Wet op het financieel toezicht.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van de Beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van de Beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 26 februari 2014 Deloitte Accountants B.V.
Was getekend: drs. W.H.E. van Ommeren RA MBA
21
AANDELENPORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2013 AANTAL
181.000 12.343 108.000 29.750 159.000 6.000 15.800 150.000 600 39.000 491.000 46.000 1.019.000 34.500 127.500 71.000 4.000 76.750 217.750 14.520 51.700 11.000 207.250 35.500
FONDS
Aegon N.V. ASML Holding N.V. Ahold N.V., Koninklijke AkzoNobel N.V. ArcelorMittal SA (AEX) Carrefour SA DSM N.V., Koninklijke Dutch Power Notes VII Gemalto N.V. Heineken Holding N.V. ING Groep N.V. Cert. Imtech N.V. KPN N.V., Koninklijke Orange SA Philips N.V., Koninklijke PostNL Randstad Holding N.V. Reed Elsevier N.V. Royal Dutch Shell PLC (A) SBM Offshore N.V. TNT Express Total SA Unilever N.V. Cert. Wolters Kluwer N.V.
TOTAAL AANDELEN
BEURSWAARDE € 1.241.660 839.818 1.409.400 1.676.115 2.062.230 172.860 903.128 48.006 1.793.610 4.959.100 97.980 2.384.460 310.500 3.397.875 294.650 188.600 1.181.950 5.641.903 214.896 348.975 489.830 6.068.280 736.625 36.462.450
VASTGOEDPORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2013 AANTAL
18.452 9.400 1.500
FONDS
Corio N.V. Unibail-Rodamco SA Wereldhave N.V.
TOTAAL VASTGOED
22
BEURSWAARDE € 601.074 1.750.750 85.755 2.437.579
GEKOCHTE OPTIEPORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2013 AANTAL
1.140 2.844 1.140 1.139 2.106 440
FONDS
Putopties long KPN Put 12/2016 KPN Put 12/2016 KPO Put 12/2016 KPO Put 12/2016 MT Put 12/2014 MT Put 12/2014
UITOEFENPRIJS €
BEURSWAARDE €
1,82 1,94 1,82 1,94 6,00 8,00
29.640 88.164 19.266 22.951 10.530 7.040
TOTAAL GEKOCHTE OPTIES
177.591
GESCHREVEN OPTIEPORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2013 AANTAL
FONDS
BEURSWAARDE €
-105
Callopties short SBM Call 03/2014
11,77
(32.550)
-460 -360
Putopties short KPN Put 03/2014 KPO Put 03/2014
1,82 1,82
(920) (468)
TOTAAL GESCHREVEN OPTIES
23
UITOEFENPRIJS €
(33.938)
SAMENSTELLING BELEGGINGSPORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2013
24
31.12.2013 €
31.12.2013 %
31.12.2012 %
Totaalwaarde binnenlandse financiële instrumenten
28.615.609
73
74
Totaalwaarde buitenlandse financiële instrumenten
10.428.073
27
26
39.043.682
100
100
OVERZICHT VAN DE INTRINSIEKE WAARDEN OVER DE AFGELOPEN 5 JAAR INTRINSIEKE WAARDE FONDS
AANTAL UITSTAANDE PARTICIPATIES
INTRINSIEKE WAARDE PER PARTICIPATIE €
827.686 799.743 755.630 729.285 687.492 666.212 630.241 593.414 551.006 514.211
52,19 65,33 62,96 70,72 69,01 62,63 63,17 68,72 68,34 80,18
(x € 1.000) 30.06.2009 31.12.2009 30.06.2010 31.12.2010 30.06.2011 31.12.2011 30.06.2012 31.12.2012 30.06.2013 31.12.2013
25
43.197 52.251 47.572 51.577 47.446 41.728 39.813 40.779 37.656 41.231
VIJF JAAR BLUE VALUE FUND 2012
2011
2010
2009
€
€
€
€
€
Gerealiseerde waardeveranderingen
(3.391.256)
(3.994.813)
(4.346.250)
(2.432.044)
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen
9.222.302
6.933.854
(1.830.185)
5.417.837
16.969.109
998.441
1.534.105
1.452.765
1.754.318
1.380.940
Interest, dividend en uitleen financiële instrumenten Overige bedrijfsopbrengsten Lasten RESULTAAT FONDSVERMOGEN (einde boekjaar)
26
2013
(3.889.007)
27.550
21.241
14.622
26.618
10.440
689.991
(692.784)
(772.040)
(813.865)
(864.578)
6.167.046
3.801.603
(5.481.088)
3.952.865
13.606.904
41.230.496
40.778.551
41.727.530
51.577.471
52.250.984
DOELSTELLING EN ALGEMEEN BELEGGINGSBELEID VAN HET FONDS Het beleggingsbeleid is gericht op het behalen van een optimaal beleggingsresultaat bij een aanvaardbare risicograad. Het fonds richt zich primair op beleggingen in aandelen die zijn genoteerd op de belangrijkste financiële beurzen van de wereld, met het accent op aandelen die zijn genoteerd aan Eurolist van Euronext Amsterdam. Afhankelijk van het koersniveau van de aandelenmarkten zal ook worden belegd in obligaties, vastgoedfondsen en liquiditeiten. Daarnaast zal het Blue Value Fund direct of indirect kunnen beleggen in aan de beheerder of bewaarder gelieerde partijen, waaronder andere beleggingsinstellingen. Ook op initiatief van beheerder Wijs & van Oostveen ontwikkelde en door derden uitgegeven producten (waaronder gestructureerde producten zoals notes) kunnen onderdeel zijn van de beleggingsportefeuille van het fonds. Tevens zullen derivaten, waaronder opties en aanverwante beleggingsinstrumenten, een onderdeel vormen van het te voeren beleggingsbeleid. Uit het gebruik van deze instrumenten kunnen zowel rechten als plichten voortvloeien, die een risicoverlagend dan wel -verhogend effect kunnen veroorzaken. Het geheel van deze instrumenten zal met name worden aangewend in het kader van risicobeperking. Dit sluit echter niet uit dat derivaten die binnen de portefeuille een hefboomwerking veroorzaken (zoals bijvoorbeeld gekochte callopties en/of geschreven putopties) ook aan de eerdergenoemde doelstelling van vermogensgroei kunnen bijdragen. Indien er naar het oordeel van de beheerder dan ook voldoende zekerheden beschikbaar zijn, kan de beheerder ervoor kiezen om ook indirect (door middel van de aankoop van callopties en/of het schrijven van putopties, etc.) in financiële instrumenten te beleggen. Het fonds kan, ter tijdelijke financiering van de beleggingsactiviteiten, als debiteur geldleningen aangaan tot een maximum van 10% van het fondsvermogen. Bovendien kunnen ter verhoging van het rendement voor rekening en risico van het fonds ongelimiteerd financiële instrumenten in bruikleen worden gegeven. Dergelijke overeenkomsten van bruikleen zullen uitsluitend worden aangegaan met banken in de Europese Unie en uitsluitend tegen afgifte van een contractueel overeengekomen garantie. De bank die de bruikleen voor het fonds faciliteert, draagt in voornoemd kader zorg voor een gestelde zekerheid van minstens 100% van de waarde van de uitgeleende financiële instrumenten.
Het Blue Value Fund is een initiatief van: Wijs & van Oostveen B.V. Herengracht 493 1017 BT AMSTERDAM TEL. 020 – 638 82 26 FAX 020 – 639 15 16
27