Na het overlijden praktische informatie voor nabestaanden
Inhoud Na het overlijden De zorg voor de overledene Verblijf in het mortuarium De uitvaartonderneming Persoonlijke bezittingen Persoonlijke wensen Kosten Rituele bewassing Rouwbegeleiding Onderzoek na overlijden (obductie) Bij een niet-natuurlijke dood Orgaan- en weefseldonatie De gang van zaken Opbaring na donatie Meer informatie Uitsluitsel Donatiefunctionarissen Ter beschikkingstelling van de wetenschap
Na het overlijden Als er een dierbare uit uw familie- of vriendenkring is overleden, zal het u moeilijk vallen om uw aandacht te richten op een aantal formaliteiten die vervuld moeten worden. Deze informatie kan u daarbij helpen.
De zorg voor de overledene Als iemand in het ziekenhuis komt te overlijden, wordt het lichaam naar het mortuarium overgebracht, waar de noodzakelijke en wenselijke verzorging plaatsvindt. U kunt daar desgewenst bij aanwezig zijn. Het is belangrijk dat u de kleding waarin de overledene gekleed moet worden in het ziekenhuis achterlaat of nabrengt. Het Beatrixziekenhuis heeft de zorg voor het lichaam van overledenen opgedragen aan het CMO (Cura Mortu Orum). Het CMO verricht 24 uur per dag op een respectvolle manier de noodzakelijke en wenselijke zorg. Ook neemt het CMO de bijbehorende administratieve afhandeling op zich. Mocht u niet willen dat het CMO de overledene verzorgt (bijvoorbeeld om religieuze of persoonlijke redenen), dan moet u dit direct na het overlijden meedelen aan de verpleegkundige. U moet dan wel een verklaring ondertekenen. In dat geval kunt u ook het best snel contact met de uitvaartonderneming opnemen, zodat die de overledene zo spoedig mogelijk (binnen drie uur) naar een rouwcentrum, naar huis of naar een andere plaats van opbaring kan brengen. Mocht dit om een of andere reden niet gebeuren, dan zal het ziekenhuis om redenen van piëteit en hygiëne alsnog aan het CMO vragen om de verzorging te doen. Daarbij hoort ook het koelen van het lichaam.
Verblijf in het mortuarium Elke overledene wordt voor kortere of langere tijd in de koeling geplaatst in het mortuarium van het ziekenhuis. Met de door u ingeschakelde uitvaartonderneming kunt u bespreken of de overledene in het mortuarium van het ziekenhuis blijft, of dat u er de voorkeur aan geeft de overledene naar elders te laten overbrengen. Het ziekenhuis beschikt niet over een rouwcentrum. Een afscheidsbezoek is alleen mogelijk voor nabestaande(n) die niet bij het overlijden aanwezig waren en in het ziekenhuis arriveren op een moment dat de overledene al naar het mortuarium is overgebracht. Dit bezoek vindt plaats in overleg met het CMO.
De uitvaartonderneming Wanneer u als nabestaande(n) de formaliteiten in het ziekenhuis heeft afgerond, zult u een uitvaartonderneming willen waarschuwen. Als de overledene tijdens zijn/haar leven wensen met betrekking tot de uitvaart met u als nabestaande(n) heeft besproken, kunt u de uitvaartonderneming daarvan op de hoogte stellen. In andere gevallen bent u vrij in het maken van een keuze over de wijze waarop de uitvaart wordt geregeld. In de persoonlijke papieren van de overledene kan een verzekeringspolis aanwezig zijn. Daarin kunt u lezen welke uitvaartkosten door de verzekeraar worden vergoed.
De uitvaartonderneming kan ook zorg dragen voor: het afhalen van de overlijdenspapieren bij het mortuarium; het vervullen van de vereiste formaliteiten bij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand in de gemeente waar het overlijden heeft plaatsgevonden. Mocht u deze formaliteiten zelf willen afwikkelen, houdt u er dan rekening met de volgende aandachtspunten: de overlijdenspapieren kunnen na telefonisch overleg met het CMO worden opgehaald. Het algemene telefoonnummer van het Beatrixziekenhuis is (0183) 64 44 44, als u vraagt naar het mortuarium wordt u doorverbonden de overlijdenspapieren moeten worden bezorgd bij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente waarin het overlijden heeft plaatsgevonden de ambtenaar van de Burgerlijke Stand zal u, voor zover van toepassing, vragen om het trouwboekje van de overledene. De ambtenaar hoort ook graag van u hoeveel uittreksels van de overlijdensakte u wenst te ontvangen. Banken, pensioenverzekeringen en ziektekostenverzekeraars moeten zo snel mogelijk in kennis worden gesteld van het overlijden.
Persoonlijke bezittingen De persoonlijke bezittingen van de overledene worden op de betrokken verpleegafdeling bewaard. Om misverstanden of zoekraken te voorkomen is het verstandig deze bezittingen zo spoedig mogelijk op te (laten) halen. U tekent daarvoor een ontvangstbewijs. Persoonlijke bezittingen die meegaan met de overledene vallen onder verantwoording van de nabestaande(n).
Persoonlijke wensen Persoonlijke wensen met betrekking tot make-up, kleding, sieraden en dergelijke kunt u kenbaar maken aan de verpleegkundige. Die zal uw wensen overbrengen aan het CMO.
Rituele wassing Rituele wassing kan plaatsvinden in overleg met het CMO, mits er in het mortuarium voldoende ruimte beschikbaar is. De kosten voor het ter beschikking stellen van de speciale wasruimte worden in rekening gebracht.
Kosten Tot drie uur na tijdstip van overlijden worden geen kosten in rekening gebracht. Hierna geldt een vast tarief. Het CMO brengt de kosten van het gebruik van het mortuarium, de koeling en de verzorging, zo mogelijk via de door u ingeschakelde uitvaartonderneming, aan de nabestaande(n) in rekening, tegen de daarvoor geldende tarieven. Het CMO doet dit zonder tussenkomst, maar met medeweten van het ziekenhuis. Voor de goede orde wijzen wij u erop dat de kosten van de verzorging en de kosten verbonden aan het gebruik van het mortuarium geen onderdeel zijn van het tarief van het ziekenhuis en evenmin zijn opgenomen in de ziektekostenverzekeringen. Daarom moeten ze apart betaald worden. Als de overledene verzekerd was voor de kosten van overlijden, dan kan het zijn dat de verzekering deze kosten vergoed.
Rouwbegeleiding De Landelijke Stichting Rouwbegeleiding (LSR) geeft onder andere voorlichting over rouwverwerking en organiseert studiedagen en cursussen.
De LSR is telefonisch bereikbaar op werkdagen tussen 9.00 en 13.00 uur, het nummer is (030) 276 15 00. De LSR is ook bereikbaar per e-mail via
[email protected]. U kunt de stichting ook vinden op internet: www.verliesverwerken.nl.
Onderzoek na overlijden (obductie) De behandelend arts of de arts die de dood heeft geconstateerd kan aan u vragen of u toestemming geeft voor lijkschouwing (obductie). Het doel ervan kan zijn: een onderzoek naar de oorzaak van het overlijden een onderzoek naar de resultaten van een medische behandeling een onderzoek om vast te stellen of een ziekte erfelijk of besmettelijk is Bij een obductie onderzoekt een patholoog het lichaam van de overledene. Hierbij worden de organen in de borst- en buikholte uitgenomen, gewogen en onderzocht. Daarna worden de organen teruggeplaatst, behalve organen die nog verder onderzocht moeten worden. Ook kan er een schedellichting gedaan worden, zodat er hersenonderzoek kan plaats vinden. Als nabestaanden dit bezwaarlijk vinden, kunnen ze dit bespreken met de behandelend arts. De nabestaande(n) kunnen bezwaar maken tegen een volledige obductie en een geringere omvang van de obductie bepalen. De kosten voor obductie komen niet ten laste van de nabestaande(n). Mortuariumkosten gaan pas in na het verrichten van de obductie. Toestemming De arts vermeldt de reden en de omvang van de obductie en vraagt toestemming aan de nabestaande(n), die vervolgens een toestemmingsformulier ondertekenen. Als een overledene in een testament (wilsbeschikking) heeft laten opnemen dat hij/zij geen obductie wenste, kunt u als nabestaande(n) niet meer toestemmen in een obductie. Onder nabestaande(n) wordt verstaan: de echtgenoot(o)t(e) van de overledene; de levensgezel van de overledene; de naaste aanwezige bloedverwanten; de aanwezige meerderjarige erfgenamen of personen die op een andere manier verantwoordelijk zijn. In gevallen waarin geen toestemming is vereist, legt de arts uit waarom niet. Toestemming is niet nodig wanneer: een patiënt (16 jaar of ouder) een verklaring heeft ondertekend, waarin hij/zij om een obductie heeft gevraagd of hiervoor toestemming geeft (wilsverklaring). er sprake is van een gerechtelijke sectie op last van de officier van justitie, bijvoorbeeld in geval van een misdrijf of het vermoeden daarvan. De uitslag De patholoog deelt zijn bevindingen mee aan de arts die de overledene heeft behandeld. Deze licht de nabestaande(n) in. Hiervoor dient u zelf na zes tot acht weken een afspraak te maken met de behandeld arts. In geval van een gerechtelijke sectie licht de gerechtelijk patholoog alleen de officier van justitie in.
Opbaring na obductie Na de obductie zal de overledene cosmetisch worden hersteld, om vervolgens in een rouwkamer of thuis te worden opgebaard. Gang van zaken Als u toestemming geeft, wordt de overledene naar het mortuarium overgebracht en wordt er binnen afzienbare tijd (meestal een werkdag), obductie verricht door een patholoog. Mocht de periode langer zijn, bijvoorbeeld bij een overlijden in het weekend, dan kan daar in overleg een oplossing voor worden gevonden. Het hele onderzoek neemt tussen de 1 en 3 uur in beslag. Daarna haalt de uitvaartonderneming de overledene op voor de voorbereidingen voor opbaring en/of begrafenis of crematie. In het algemeen doorkruist een obductie niet de officiële gang van zaken rond begrafenis of crematie. Obductie bij kinderen In principe is de procedure bij kinderen hetzelfde als bij volwassenen. Soms wordt weefsel uitgenomen voor genetisch onderzoek. Dit is vooral belangrijk indien een kind tijdens de zwangerschap of rond de geboorte is overleden en het van belang is te weten of een afwijking erfelijk is, waardoor er een kans op herhaling is bij een volgende zwangerschap. Bij heel kleine kinderen zijn de organen ook heel klein. Zij zullen dan in hun geheel microscopisch onderzocht moeten worden. Ook zal eerder worden overgegaan tot het bewaren van organen om ze op een later tijdstip te onderzoeken. Aangeboren afwijkingen bij kinderen zijn vaak complexer dan afwijkingen bij volwassenen en ze vereisen dan ook een uitgebreider onderzoek. Als u bezwaar heeft tegen het langer bewaren en het niet meebegraven of cremeren van organen, kunt u dit kenbaar maken aan de behandelend arts. Deze zal met uw wensen rekening houden. Uitgebreidere informatie over het verrichten van obducties bij kinderen kunt u lezen in de voorlichtingsbrochure 'Obductie - informatie voor ouders en hulpverleners over onderzoek na overlijden bij kinderen' van de Vereniging Samenwerkende Ouder- en Patientenorganisaties, betrokken bij erfelijke en/of aangeboren aandoeningen (VSOP). Het telefoonnummer van de vereniging is (035) 602 85 55, het e-mailadres:
[email protected]. Deze brochure is tevens verkrijgbaar bij het informatiecentrum van het ziekenhuis.
Bij een niet-natuurlijke dood Onder een niet-natuurlijke dood wordt verstaan dat iemand niet als gevolg van een natuurlijke oorzaak zoals ziekte of ouderdom is overleden. Het kan gaan om bijvoorbeeld een verkeersongeval of een misdrijf. Politie en justitie zullen dan een onderzoek naar de doodsoorzaak instellen. Iemand die een niet-natuurlijke dood sterft zal altijd geschouwd worden door een gemeentelijke schouwarts. Deze overlegt met de officier van justitie over het vrijgeven van het lichaam van de overledene. Pas hierna kan rouwbezoek plaatsvinden.
Orgaan- en weefseldonatie De gang van zaken Na een overlijden raadpleegt de behandelend arts het Donorregister om na te gaan of de overledene als donor geregistreerd staat. Wanneer de overledene niet als donor geregistreerd staat, zal de behandelend arts alsnog toestemming vragen aan de nabestaande(n) voor donatie van weefsels en/of organen. We realiseren ons dat dit voor de nabestaande(n) een moeilijke vraag op een moeilijk moment is. Zijn er geen nabestaande(n) en heeft de overledene zijn keuze niet geregistreerd in het Donorregister, dan is de betrokkene geen donor. Onder nabestaande(n) wordt verstaan: de echtgenoot(o)t(e) van de overledene; de levensgezel van de overledene; de naaste aanwezige bloedverwanten; de aanwezige meerderjarige erfgenamen of personen die op een andere manier verantwoordelijk zijn. Denk er aan dat de overledene bij een donorprocedure binnen 3 uur gekoeld zal moeten worden en dat het tijdstip van thuiskomen of opbaren vertraging op kan lopen. Opbaring na donatie Na elke vorm van donatie zal de overledene cosmetisch worden hersteld, om vervolgens in een rouwkamer of thuis te worden opgebaard. Meer informatie Meer informatie over donatie kunt u lezen in de brochures 'Weefseldonatie - informatie voor nabestaanden' en 'Orgaandonatie - informatie voor nabestaanden'. Deze zijn verkrijgbaar op de afdeling waar uw dierbare is verpleegd of bij het Informatiecentrum op de eerste verdieping van het Beatrixziekenhuis. Aan een donatieprocedure zijn geen kosten verbonden. Uitsluitsel Indien u dit wenst kunt u na een donatieprocedure na ongeveer 6 weken uitsluitsel krijgen over wat er met de organen en/of weefsels van uw dierbare is gebeurd en of de organen en/of weefsels gebruikt zijn om de kwaliteit van een ander mensenleven te redden of te verbeteren. Donatiefunctionarissen Heeft u vragen? U vindt meer informatie op http://www.transplantatiestichting.nl/donatie/voornabestaanden/rol-van-de-tc-en-de-dc.
Terbeschikkingstelling van de wetenschap Heeft de overledene een handgeschreven en ondertekende verklaring ingediend bij het Anatomisch Laboratorium, dan kan het lichaam na overlijden ter beschikking van de wetenschap worden gesteld. In het Acceptatiebericht dat de overledene van het Anatomisch Laboratorium heeft ontvangen staat hoe te handelen na overlijden. Wordt het stoffelijk overschot geweigerd, dan moet de nazorg alsnog geregeld worden door een uitvaartonderneming. Bij terbeschikkingstelling van de wetenschap kan er geen obductie of donatie plaatsvinden. Bij een gerechtelijke obductie komt de terbeschikkingstelling te vervallen.