Raadsvoorstel no. R2011.0041
Agendapunt no.
Onderwerp Heroverweging weigeringsbesluit Zwaansmeerpolder
Uitgeest, 16 mei 2011
Aan de gemeenteraad
Het verzoek van de stichting Zwaansmeerpolder is in strijd met het bestemmingsplan en de gemeentelijke structuurvisie Uitgeest 2020. Destijds is een weigeringsbesluit door de gemeenteraad genomen (omdat voor het beslissen op een verzoek om projectbesluit de gemeenteraad bevoegd gezag is ). Tegen dit besluit heeft BWnpartners op 3 februari 2011 namens de stichting Zwaansmeerpolder een bezwaarschrift ingediend tegen ons besluit van 24 december 2010. Naar aanleiding van het bezwaarschrift van de aanvrager, zijn de aanvragers en de juridisch vertegenwoordigers van de stichting gehoord in de vergadering van de commissie van Bezwaar- en beroepschriften van 21 maart 2011. Na de hoorzitting heeft de commissie een advies uitgebracht inzake het ingediende bezwaarschrift. Het advies van de commissie luidt: 1. bezwaarschrift ontvankelijk verklaren; 2. bezwaarschrift ongegrond verklaren; 3. genomen besluit in stand laten Voorgesteld wordt dit advies over te nemen. Burgemeester en wethouders van Uitgeest, de secretaris, de burgemeester,
mevr. G.A.F. van den Broek
mevr. drs. A . E . H . Baltus
Raadsbesluit no.R2011.0041
Onderwerp Heroverweging bezwaarschrift aanleg 2 havenkom van de St. Jachthaven Zwaansmeerpolder e
De raad van de gemeente Uitgeest;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 mei 2011 nr.; gehoord de beraadslagingen in de commissie Grondgebiedzaken d.d. 17 juni-2011 besluit: 1. bezwaarschrift ontvankelijk verklaren; 2. bezwaarschrift ongegrond verklaren; 3. genomen besluit in stand laten
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Uitgeest, gehouden op 23 juni 2011, Klik met rechts en kies ondertekening
projectbesluit Gemeenteraad van Uitgeest; gelezen de aanvraag van de heer A . U . van der W a l namens de stichting Jachthaven Zwaansmeerpolder, Lagendijk 41 te Uitgeest d.d. 12 maart 2010 om vergunning l e fase voor het uitbreiden van de bestaande haven en de aanleg van een 2 havenkom; e
- overwegende, dat de gronden waarop de aanvraag van toepassing is vallen i n het bestemmingsplan "Buitengebied gemeente Uitgeest". Deze gronden hebben de bestemming "Recreatieve doeleinden, klasse c". D e gronden z i j n bestemd voor een oeverpark, Op gronden met deze bestemming mag geen jachthaven worden gerealiseerd; - dat de aanvraag om bouwvergunning i n strijd komt met de voorschriften van voornoemd bestemmingsplan; - dat op grond van artikel 46, l i d 3 van de Woningwet de aanvraag om bouwvergunning tevens aangemerkt moet worden als een verzoek om toepassing te geven aan een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 W r o ; - dat w i j het verzoek van een grootschalige uitbreiding van de huidige jachthaven aan de L a gendijk 41 te Uitgeest hebben getoetst aan het toekomstig planologische beleid, zoals verwoord i n de Structuurvisie Uitgeest 2020, waarin uitgangspunten zijn vastgelegd voor het toekomst planologisch kader. - dat de voornoemde aanvraag tevens in strijd is met de op 28 januari 2010 door de raad recent vastgestelde Structuurvisie Uitgeest 2020. Hierin zijn de gronden wel aangewezen om recreatieve structuren te versterken, echter dit betekent niet alleen maar het vergroten van de watersportmogelijkheden door een grootschalige uitbreiding van het aantal ligplaatsen. Ten aanzien van het punt "watersportmogelijkheden vergroten"wordt i n het structuurplan specifiek opgemerkt dat het gaat om de kwaliteit van de watersportmogelijkheden te verbeteren en geen grootschalige uitbreiding van het aantal ligplaatsen. Verder geldt uit de structuurvisie dat er geen stand-stillsenario is voor het buitengebied, waarin geen grootschalige ontwikkeling zijn toegestaan. - dat ook niet inzichtelijk is gemaakt wat voor consequenties de gewenste ontwikkeling heeft voor milieu en de bestaande jachthavens; -dat het verzoek op 2 maart en op 16 november 2010 is voorgelegd aan de commissie Grondgebied zaken en dat de meerderheid van de partijen niet positief tegenover de aangevraagde planologische ontwikkeling staat. -dat de aanvrager van de bouwvergunning en de vertegenwoordigers van de stichting op 24 september 2010 in een persoonlijk onderhoud ook op de hoogte zijn gesteld van de mogelijkheid de aanvraag i n te trekken ten einde minder kosten te maken, maar dat er ook een mogelijkheid is rechtsmiddelen aan te wenden,indien z i j het niet eens zouden zijn met het te nemen besluit. De aanvrager heeft besloten geen gebruik te maken van de mogelijkheid haar aanvraag in te trekken;
-dat u op 21 maart 2011 bent gehoord door de commissie bezwaar en beroep. Dat de commissie heeft geadviseerd het bezwaarschrift ontvankelijk docht ongegrond te verklaren. Dat het college dit standpunt deelt; - dat de gemeenteraad op 29 september 2011 het advies van de commissie heeft overgenomen.
Gelet op het bepaalde i n de artikelen 3.10 en 3.12 van de Wet ruimtelijke ordening; besluiten: D e aanvraag om voor het aanleggen van een tweede havenkom nabij Lagendijk 41 te Uitgeest, zoals voortvloeiend uit de aanvraag om bouwvergunning l e fase (zoals is ingediend op 12 maart 2010 en onder kenmerk B I 2010-004 is ingeboekt) door de heer A . U . van de W a l namens stichting Jachthaven Zwaansmeerpolder, te weigeren..
Aldus besloten i n de openbare vergadering van de raad van de gemeente Uitgeest, gehouden op 29 september 2011, de griffier, de voorzitter,
W . Zoetelief
mevr. drs. A . E . H . Baltus
N.B. Mogelijkheid van beroep Ingevolge hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht kan iedere belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na verzenddatum van dit schrijven beroep instellen bij de Arrondissementsrechtbank te Haarlem, sector Bestuursrecht, Stationsplein 80, 2011 L M , door middel van een gedagtekend en gemotiveerd ondertekend beroepschrift; hiervoor zijn griffierechten verschuldigd. Indien een zodanig beroepschrift is ingediend, kan ingevolge titel 8.3 van genoemde wet aan de voorzieningenrechter te Haarlem, Stationsplein 80, 2011 L M , worden verzocht om een voorlopige voorziening, als men van mening is, dat, gelet op alle belangen, onmiddellijke spoed dit noodzakelijk maakt; hiervoor zijn griffierechten verschuldigd.
Conceptverslag van de openbare vergadering van het algemeen bestuur van Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer, gehouden op 2 december 2010 in het gemeentehuis van Castricum Aanwezig: De heer K.H. Boer De heer C M . Beentjes De heer F.J.A. Frowijn De heer J. Olthof Mevrouw M. Zonjee-Zonneveld De heer J.W. Nieuwenhuis De heer H. Wijkhuisen Mevrouw A.M. Pereboom
• gemeente • gemeente • gemeente • gemeente • gemeente RNH NV • R N H NV
Afwezig. De heer R. Meerhof Mevrouw A. van Dam De heer J. Ouderkerken Mevrouw M. Brouwer
1.
Uitgeest Heemskerk Beverwijk Zaanstad Castricum (manager
provincie Noord-Holland gemeente Alkmaar gemeente Heiloo RNH NV
(vice-voorzitter) (lid) (lid) (lid) (lid) bestuursadvisering) (bestuursadv/seur) (notuliste)
(voorzitter) (lid) (lid) (bestuursadviseur)
OPENING
De vice-voorzitter, de heer Boer, opent de vergadering en heet iedereen welkom, ook de aanwezigen op de publieke tribune. De voorzitter, de heer Meerhof en de heer Ouderkerken hebben zich afgemeld, evenals mevrouw Van Dam en mevrouw Brouwer. Alle aanwezigen stellen zich voor. 2.
C O N C E P T V E R S L A G O P E N B A R E V E R G A D E R I N G D.D. 2 JULI 2010
De naam van degene die aanwezig was namens BK Grondlogistiek zal nog worden toegevoegd. Het algemeen
bestuur
besluit
het verslag
vast te
stellen.
3. M E D E D E L I N G E N 3a. Erfgoedpark De Hoop Dit agendapunt wordt als punt 2 besproken in de besloten vergadering. 3b. Overdracht gronden De Buitenlanden De heer Frowijn merkt op dat de voortgang van de overdracht van gronden niet gaat zoals was verwacht. Fase 1 is afgerond, fase 2 moet nog plaatsvinden, maar dit is vertraagd. De kans bestaat dat de Rijkssubsidie voor de overdracht van gronden wordt misgelopen, als gevolg van Rijksmaatregelen om subsidies voor nog niet overgedragen gebieden te beëindigen. De heer Olthof voegt toe dat dit ook geldt voor de Omzoom. De heer Nieuwenhuis bevestigt dat ook D L G zwaar onder druk wordt gezet en er is veel onduidelijkheid over toekomstige ontwikkelingen. Nieuwe gronden worden niet meer aangekocht en voor gronden die nog niet zijn ingericht moeten de volledige ontwikkelingskosten worden betaald. De heer Frowijn vraagt of de boerderij in fase 1 van De Buitenlanden nog wel levensvatbaar is. De heer Nieuwenhuis heeft begrepen dat voor het landbouwkundig gebruik van de omliggende gronden niet veel geld nodig is voor herinrichting. Hij zal dit ook nog navragen bij
Conceptverslag openbare vergadering algemeen bestuur Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer 02-12-2010
5/5
de projectleider. De heer Boer merkt op dat er een restrictie is voor de korting op subsidie met betrekking tot gemaakte afspraken. Er moet worden geïnventariseerd welke onderdelen alsnog gehonoreerd zouden kunnen worden. De heer Olthof merkt op dat de impact van het niet-doorgaan van de inrichting van de Omzoom voor Zaanstad zeer groot is als gevolg van de afspraken die zijn gemaakt met de projectontwikkelaar. Hij ondersteunt het voorstel van de heer Frowijn om samen met de provincie bezwaar aan te tekenen bij het Rijk. De heer Nieuwenhuis wijst erop dat er nog veel onduidelijkheid is en dat de standpunten radicaal verschillen. De Omzoom moet nog volledig worden aangekocht, maar waarschijnlijk komt er geen geld meer voor de aankoop van gronden via D L G en ILG. De heer Frowijn wijst nogmaals op de mogelijkheid voor de gemeentes Beverwijk en Zaanstad om bezwaar aan te tekenen tegen het besluit. De heer Wijkhuisen zal een conceptbrief opstellen aan het Rijk, de Provincie en ILG, die wordt voorgelegd aan de bestuursleden. Het algemeen bestuur besluit kennis te nemen van de mededeling. 3c. Inpassingen voorstel tot het uitgeven van meer percelen in (erf)pacht in de ontwikkelingsvisie R A U M De heer Nieuwenhuis merkt op dat het bestuur veel moeite doet om inkomsten te verwerven, terwijl het regelmatig voorkomt dat voorstellen door de ambtelijke organisatie van gemeentes als onmogelijk worden afgedaan. Hierover zal opnieuw een gesprek worden aangegaan. Het algemeen bestuur besluit kennis te nemen van de mededeling. 3d. Biologische landbouw in De Buitenlanden De heer Frowijn merkt op dat het uitgangspunt van Beverwijk is dat biologische landbouw in De Buitenlanden prima is, maar dit moet geen criterium worden waardoor minder snel tot realisatie van mogelijkheden kan worden gekomen. Het is belangrijk dat er zoveel mogelijk inkomsten worden verworven en ais er een ondernemer is die een andere vorm van landbouw wil bedrijven, dan moet dat ook mogelijk zijn. Het algemeen bestuur besluit kennis te nemen van de mededeling. 3e. Samenstelling bestuur De heer Boer deelt mee dat de heer P.K. Linnartz is benoemd als zijn plaatsvervanger. Het algemeen bestuur besluit kennis te nemen van de huidige samenstelling van het algemeen bestuur. 4.
INGEKOMEN STUKKEN
Naar aanleiding van brief 20101066 van de gemeente Beverwijk, licht de heer Frowijn toe dat door de raad is gevraagd om te bezuinigen en zoveel mogelijk inkomsten te realiseren. Aan die wens wordt tegemoetgekomen, maar ook wil de raad om aandacht vragen voor de kostenverdeling tussen de participanten en de opbouw van reserves. De verdeelsleutel van de kosten op basis van het inwonertal is niet meer actueel en de heer Frowijn vraagt of deze op andere uitgangspunten kan worden gebaseerd. Ook vindt de raad dat het niet de bedoeling is dat er een grote financiële reserve is. Wanneer dat wel zo is, dan moet dit geld terugvloeien naar de gemeentes. Als er extra geld nodig is, moet dit opnieuw bij de gemeentes worden aangevraagd. De heer Frowijn vraagt om deze twee punten voor de volgende vergadering op de agenda te zetten. De heer Nieuwenhuis geeft een korte terugblik op het verleden, waarin het recreatieschap bijna failliet was terwijl het nu net weer het hoofd boven water krijgt. Er is dus geen sprake van een groot financieel overschot. Deze punten zullen worden geagendeerd voor de volgende vergadering.
Conceptverslag openbare vergadering algemeen bestuur Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer 02-12-2010
5/5
Het algemeen bestuur aan te nemen. 5.
het overzicht
van ingekomen
stukken
voor
kennisgeving
V E R G A D E R S C H E M A 2011
Het algemeen 6.
besluit
bestuur
besluit
het vergaderschema
2011 vast te
stellen.
N A J A A R S R A P P O R T A G E 2010
De heer Frowijn constateert dat nu wordt gestart met de werving en selectie van een beheerder voor de recreatieboerderij. Hij vraagt om ervan op de hoogte te worden gehouden of dit nog wel kan doorgaan. Het algemeen
bestuur
neemt de najaarsrapportage
voor kennisgeving
aan.
7. O F F E R T E W E R K Z A A M H E D E N RNH 2011 De offerte is overeenkomstig de begroting 2011. Eventuele wijzigingen zullen hierin worden verwerkt. Het algemeen bestuur besluit 'Werkzaamheden Recreatieschap Buitenlanden 2011' aangeboden 8.
opdracht te verlenen voor de Alkmaarderen Uitgeestermeer werkzaamheden.
in
de 2011
offertes en De
BEZUINIGINGSVOORSTELLEN
De provincie heeft verzocht om in de komende jaren 10% te bezuinigen op de participantenbijdrage. Dit lukt nu nog niet volledig. Formeel vindt de voorzitter dat jammer, maar hij heeft alle begrip voor de situatie waarin het recreatieschap het hoofd net weer boven water krijgt en hij gaat akkoord met het voorstel van het dagelijks bestuur. De heer Boer verwijst naar de vier aandachtspunten van het dagelijks bestuur, waarmee de leden van het algemeen bestuur instemmen. Het algemeen bestuur besluit: 1. in 2011 de structurele lasten met € 40.510,- te verlagen en daarmee de participantenbijdrage aan het Recreatieschap Alkmaarderen Uitgeestermeer met 3,8% te verlagen en dit te verwerken in de eerste begrotingswijziging 2011; 2. in 2011 een proef te houden om het budget voor het uitvoeren van het aantal uren toezicht met € 12.837,- te beperken en te onderzoeken wat de invloed hiervan is op het (ongewenst) gebruik van het gebied; 3. deze proef na 2011 te evalueren, tenzij er eerder aanleiding is om een evaluatie te starten en het besluit om deze maatregel in te voeren te heroverwegen; 4. in de begroting 2011 het budget voor het product 'toezicht terreinen' niet naar beneden bij te stellen, maar een taakstelling op te leggen aan Recreatie NoordHolland om deze proef uit te voeren; 5. in de programmabegroting 2012 als uitgangspunt op te nemen om aanvullend nogmaals 5% te bezuinigen. 9.
FINANCIERINGSSTATUUT
Hef algemeen bestuur besluit het gewijzigde Alkmaarderen Uitgeestermeer vast te stellen.
Financieringsstatuut
Recreatieschap
10. A A N P A S S I N G R E G L E M E N T V A N O R D E Conceptverslag openbare vergadering algemeen bestuur Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer 02-12-2010
5/5
De heer Boer verwijst naar die gevallen waarbij geen quorum aanwezig was, wat de reden is voor deze aanpassing. Het algemeen bestuur besluit in te stemmen met aanpassing van artikel 10, vierde lid van het reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur, inhoudende dat voor het openen van een nieuwe vergadering tenminste drie leden van het algemeen bestuur of hun plaatsvervanger aanwezig moeten zijn. 11. H O R E C A UITERDAM Het algemeen bestuur 1. in te stemmen horecavoorziening 2. RNH de opdracht horecavoorziening
besluit: met het ontwikkelen van een permanente op het recreatieterrein Uiterdam; te geven de uitgifte van deze locatie voor een verder uit te werken.
kleinschalige kleinschalige
12. R O N D V R A A G E N SLUITING De heer Frowijn weet dat er veel discussie is over de uitbreiding van het aantal ligplaatsen bij jachthavens in Uitgeest, terwijl het R A U M daarmee juist meer inkomsten kan verwerven. Er is in de gemeente Uitgeest echter geen principieel bezwaar tegen uitbreiding van het aantal ligplaatsen, maar wel tegen het specifieke voorstel. Het aantal plaatsen kan wel worden uitgebreid, maar dan verspreid over de verschillende jachthavens in Uitgeest. Hij vraagt of hierover nu een besluit kan worden genomen. De heer Boer licht toe dat het voorstel van jachthaven Zwaansmeer te grootschalig is, wat de reden is dat het is afgewezen. Bovendien komt het niet overeen met de visie op de zuidoever van het Alkmaardermeer. De gemeente staat spreiding van de uitbreiding van ligplaatsen over het hele meer voor. Het Alkmaardermeer heeft beperkingen en het is de vraag hoeveel boten er op het meer kunnen. De capaciteit is niet oneindig. Ook speelt de vraag mee in hoeverre commerciële jachthavens last kunnen krijgen van oneigenlijke concurrentie door verenigingen. Als het plan van jachthaven Zwaansmeer zou worden aangepast, zou dit opnieuw kunnen worden beoordeeld. De heer Olthof vraagt naar het verdienvermogen voor het schap en hoe dit zich verhoudt met de vraag hoeveel ruimte er is op het meer. De heer Nieuwenhuis licht toe dat het schap enkele jaren geleden een onderzoek heeft laten doen, waaruit blijkt dat het mogelijk is om 800 è 900 extra plaatsen te realiseren. Dit getal is bijgesteld naar 500 plaatsen, die zouden worden verdeeld tussen Castrium en Uitgeest en over meerdere havens verspreid, voor zowel particuliere als commerciële havens. Het plan voor de jachthaven Zwaansmeer wordt ervaren als te groot op é é n plek en bij é é n partij, maar een substantieel deel zou wat het schap betreft zeker mogelijk moeten zijn. Dit ligt echter gevoelig bij de gemeenteraad van Uitgeest. In Akersloot is al uitbreiding van ligplaatsen toegestaan, dus er wordt al wel op meerdere plaatsen aan uitvoering gewerkt. De heer Olthof vraagt om aantallen en het verdienvermogen naast elkaar te zetten, zodat het ook daadwerkelijk iets toevoegt. De heer Peters van de Vereniging Jachthaven Zwaansmeer merkt op dat het woord grootschalig kan worden uitgelegd met betrekking tot het aantal plaatsen maar ook met betrekking tot het oppervlak. De vereniging heeft een afbeelding gemaakt van een uitbreidingsplan, waarop echter een veel groter oppervlak wordt aangegeven dan wat het plan werkelijk inhoudt. De vereniging wil nu graag met de gemeente bespreken welke
Conceptverslag openbare vergadering algemeen bestuur Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer 02-12-2010
5/5
mogelijkheden er zijn om tot een uitbreiding te komen van 175 tot 200 ligplaatsen. Met HHNK zijn afspraken gemaakt over een waterkerende dijk voor de nieuwe havenkom, waardoor de dijk aan de kant van het meer niet hoeft te worden opgehoogd en verzwaard, wat tot minder onderhoudskosten leidt voor HHNK en het R A U M . De huidige dijk kan dan namelijk uit het onderhoud als waterkerende dijk. De heer Frowijn vindt het belangrijk dat er een ontwikkeling wordt gedaan waarmee het RAUM geld kan verdienen. De vereniging wil het plan aanpassen, waardoor het mogelijk wel kan worden gerealiseerd en er dus extra inkomsten kunnen worden verkregen. Hij vraagt de gemeente Uitgeest om op zo kort mogelijke termijn in gesprek te gaan met de vereniging om tot een acceptabel voorstel te komen. De heer Nieuwenhuis vindt het beter om gezamenlijk naar de gemeente te gaan, waarbij ook de uitgangspunten van de gemeente Uitgeest worden meegenomen. Het algemeen bestuur besluit om gezamenlijk draagvlak te creëren in de gemeente Uitgeest. De voorzitter bedankt de aanwezigen voor hun komst en sluit de openbare vergadering om 15.50 uur.
Conceptverslag openbare vergadering algemeen bestuur Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer 02-12-2010
5/5
Aangetekend verzonden Burgemeester en wethouders van Uitgeest Middelweg 28 1911 E G U I T G E E S T
Datum: 3 februari 2011
Betreft: Bezwaarschrift afwijzing bouwvergunning
Geacht College, Namens cliënte, de Stichting Jachthaven Zwaansmeerpolder (hierna: Stichting) maak ik hierbij bezwaar tegen het afwijzende besluit van 24 december 2010 van gemeente Uitgeest op het verzoek om een bouwvergunning (hierna: Besluit). Het Besluit heeft betrekking op de aanvraag van de Stichting van 12 maart 2010 tot verlening van een bouwvergunning voor het vergroten van de bestaande jachthaven Zwaansmeerpolder door de aanleg van een tweede havenkom (hierna: Aanvraag). Het bezwaar is - voor zover noodzakelijk - mede gericht tegen de weigering van de gemeenteraad van Uitgeest (hierna: Raad) om medewerking te verlenen aan de voor het onderhavige project vereiste ontheffing van het bestemmingsplan in de vorm van een projectbesluit. Daar waar in dit bezwaarschrift wordt verwezen naar de "gemeente" wordt zowel gedoeld op het college van burgemeester en wethouders (hierna: College), als op de Raad. De Stichting is van mening dat het Besluit onvoldoende is gemotiveerd en in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel tot stand is gekomen. Meer in het bijzonder rust het bezwaar op hoofdlijnen op de volgende gronden: a.
de Stichting is, anders dan het college van burgemeester en wethouders, van mening dat het project past binnen het geldende planologische beleid voor zover dat voor het project relevant is, althans daarmee niet in strijd is;
b.
het College heeft enkele beleidsmatige overwegingen ten grondslag gelegd aan het Besluit waarmee de Stichting redelijkerwijs geen rekening heeft kunnen houden. In het bijzonder gaat dat om de aspecten kwaliteit, schaalniveau en verdeling van ligplaatsen. Deze aspecten zijn geen kenbaar onderdeel van het gemeentelijk beleid, en in elk geval is onvoldoende duidelijk welke relevante criteria voor ruimtelijke ontwikkelingen er uit voortvloeien; en,
Oosteinde 2 7 1
Postbus 94562
e :
[email protected]
t : +31 (0)20 24 00 710
btw: 821 839 664
1017 WT Amsterdam
1090 GN Amsterdam
w: www.bwnpartners.com
f : +31 (0)20 24 00 719
kvk : 343 672 74
De aansprakelijkheid van BWN Partners Advocaten is gelimiteerd in haar algemene voorwaarden. De2e zijn van toepassing op alle diensten die BWN Partners Advocaten verleent en zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.
c.
voor zover er sprake zou zijn van juiste beleidsmatige afwegingen van het College, worden die beleidsmatige afwegingen niet op eenduidige wijze toegepast ten aanzien van de verschillende bewoners en gebruikers in het oevergebied van het Uitgeestermeer.
De hiervoor op hoofdlijnen aangeduide gronden worden hierna nader uiteengezet.
Het plan van de Stichting
1.
Het uitbreidingsplan waarop de Aanvraag betrekking heeft, betreft de aanleg van een tweede havenkom ten dienste van de bestaande jachthaven Zwaansmeerpolder aan het Uitgeestermeer. Door middel van deze aanleg zou het aantal ligplaatsen van de jachthaven worden uitgebreid met circa 200 tot in totaal 585 ligplaatsen.
2.
De uitbreiding gaat niet gepaard met de oprichting van nieuwe bouwwerken of gebouwen (anders dan de havenkom, die - naar de Stichting aanneemt - moet worden aangemerkt als een bouwwerk in de zin van de Woningwet). De plannen voorzien in een zorgvuldige ruimtelijke inpassing met aanvullende parkeergelegenheid en groenvoorzieningen.
3.
Een visualisatie van het project, zoals dat de Stichting voor ogen staat, is als bijlage bij de Aanvraag gevoegd, en is tevens bijgevoegd als Bijlage 1 bij dit bezwaarschrift.
4.
Overigens is, zoals hierna zal worden toegelicht, de Stichting bereid aanpassingen aan het plan, zoals hiervoor beschreven, te doen, mocht daarmee (beter) aan het gemeentelijke beleid tegemoet kunnen worden gekomen.
Gronden van het bezwaar
Strijd met planologisch
5.
beleid
In het bestreden Besluit wordt gesteld dat het plan in strijd is met de Structuurvisie Uitgeest 2020 (hierna: Structuurvisie). Daartoe wordt aangevoerd dat de gronden waarop het bouwplan betrekking heeft, weliswaar zijn aangewezen voor het versterken van recreatieve structuren maar dat in het structuurplan (waarschijnlijk wordt in het Besluit gedoeld op de Structuurvisie) specifiek Pagina 2 van 10
is opgemerkt dat het gaat om het verbeteren van de kwaliteit van de watersportmogelijkheden en niet om grootschalige uitbreiding van ligplaatsen. 6.
De Stichting herkent zich niet in deze weergave van het planologische beleid van de gemeente Uitgeest, zoals neergelegd in de Structuurvisie.
7.
In het bestreden Besluit wordt ten onrechte gesuggereerd dat in de Structuurvisie uitbreiding, al dan niet grootschalig, van het aantal ligplaatsen aan het Uitgeestermeer wordt uitgesloten. Een uitspraak met die strekking is niet in de structuurvisie te vinden. Integendeel: in relatie tot watersport wordt expliciet gesproken over 'stimuleren', 'verbeteren', 'vergroten' en 'creëren' van mogelijkheden voor waterrecreatie. Niet valt in te zien hoe deze beleidsvoornemens moeten worden uitgelegd als inhoudende een moratorium op uitbreiding van het aantal ligplaatsen aan het Uitgeestermeer. Dat tevens sprake is van een wens tot kwaliteitsverbetering van de watersportmogelijkheden kan daaraan niet afdoen. De Stichting herkent zich dan ook ten zeerste in de passage in de Structuurvisie waar is aangegeven dat 'daar waar kwantiteit de kwaliteit verbetert en een stimulans betekent voor het recreatieve gebruik, daar positief naar gekeken moet worden' (Structuurvisie, p. 56).
8.
Opgemerkt zij overigens dat het begrip 'kwaliteit' noch in de Structuurvisie noch in gesprekken tussen de Stichting en de gemeente nader is uitgewerkt zodat een vermeend gebrek aan kwaliteitsverbetering van het onderhavige project reeds om die reden al niet ten grondslag kan worden gelegd aan het Besluit.
Het beleid van het RAUM
9.
In het bestreden Besluit wordt gesteld dat het bouwplan in strijd is met het beleid van het Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (hierna: RAUM). Het R A U M zou de uitbreidingsplannen van de Stichting te grootschalig vinden, en van mening zijn dat een honorering van de Aanvraag leidt tot een onevenwichtige verhouding van het aantal ligplaatsen rondom het Alkmaarder- en Uitgeestermeer.
10. In dit verband zij allereerst opgemerkt dat onduidelijk is naar welk beleid van het R A U M met voornoemde overweging wordt verwezen. Het beleid van het R A U M zoals verwoord - en door de gemeente overgenomen - in de Structuurvisie spreekt immers juist over het profileren en vergroten van de watersportmogelijkheden op het Uitgeestermeer. De verdeling van het aantal ligplaatsen en de grootschaligheid van projecten zijn geen criteria die in dit beleidskader zijn vastgelegd. Deze aspecten zijn weliswaar aan de orde geweest in een openbare bestuursvergadering van het algemeen bestuur van het R A U M van 2 december 2010 (zie het Pagina 3 van 10
conceptverslag in Bijlage 2), maar uitspraken van individuele bestuursleden kunnen niet worden beschouwd als beleid dat aan het Besluit ten grondslag kan worden gelegd. 11. Voorts kan, mocht al sprake zijn van beleid van het R A U M waarmee het bouwplan van de Stichting op gespannen voet staat, dit beleid door het College dan wel de Raad niet zonder nadere motivering ten grondslag worden gelegd aan het Besluit tot afwijzing van de Aanvraag, aangezien de gemeente als bevoegd gezag gehouden is om een eigen afweging te maken en die afweging te motiveren. 12. Overigens heeft de Stichting, ondanks verzoeken daartoe, niet van het R A U M dan wel van de gemeente mogen vernemen op welke wijze de criteria 'verhouding van ligplaatsen' dan wel 'grootschaligheid' precies moeten worden uitgelegd, zodat het voor haar niet mogelijk is na te gaan met welke aanpassing het voorgenomen project wel aan het (vermeende) gemeentelijke beleid en het zou kunnen voldoen. Zo is onduidelijk of dit betrekking heeft op bij voorbeeld het aantal ligplaatsen, de oppervlakte van het gebied of het - als gevolg van groenvoorzieningen - al dan niet besloten karakter van de havenkom.
Schaalniveau en
kwaliteitsverbetering
13. Hoewel de beschreven uitbreiding van het aantal ligplaatsen en de vergroting van de oppervlakte van de Jachthaven Zwaansmeerpolder als zodanig - zoals hiervoor aangegeven - niet op gespannen voet staan met het gemeentelijk ruimtelijk beleid zoals neergelegd in de Structuurvisie, hecht de Stichting eraan om er op te wijzen dat in haar plannen ook in kwalitatieve zin sprake is van een verbetering van de recreatievoorzieningen zonder dat sprake is van een onevenredige schaalvergroting. 14. Zoals hiervoor aangegeven betreft het plan een uitbreiding van het aantal ligplaatsen met circa de helft ten opzichte van het huidige aantal, waarbij de uitbreiding - blijkens de visualisatie die als bijlage 1 is bijgevoegd - wordt uitgevoerd op een wijze die past in de directe omgeving. Zonder nadere motivering valt niet in te zien dat hier sprake is van een (te) grootschalige uitbreiding. Daarentegen staat vast dat de uitbreiding voorziet in een aantoonbare behoefte: er is sprake van een forse wachtlijst van aspirant-huurders voor ligplaatsen in de Jachthaven Zwaansmeerpolder. Deze aspirant-huurders zijn allen geregistreerd als leden van de Zeil- en Watersportvereninging Uitgeest zodat te voorzien is dat bij uitbreiding van het aantal ligplaatsen hiervan ook daadwerkelijk gebruik gemaakt zal worden. Deze aspirant-huurders zijn bovendien afkomstig uit de wijde regio rondom Uitgeest waarmee de uitbreiding de regionale uitstraling van gemeente Uitgeest als waterrecreatiegemeente versterkt.
Pagina 4 van 10
15. Op grond van het voorgaande is de Stichting van mening dat geen sprake is van een onevenredige schaalvergroting van de Jachthaven en dat daarentegen aantoonbaar wordt voorzien in een behoefte op een wijze die goed aansluit bij het gemeentelijk beleid - zoals vastgelegd in de Structuurvisie - om Uitgeest op de kaart te zetten als waterrecreatiegemeente. 16. De Stichting wijst er voorts op dat met de aanleg van de tweede havenkom wordt voorzien in een door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier ter plaatse gewenste dijkversterking, en dat hiermee tevens het aanbod van voorzieningen ten behoeve van de vereniging voor radiografisch bestuurbare zeilboten, Micro Magic.nl, en Stichting Sailability Nederland (zeilen voor gehandicapten) wordt uitgebreid zodat ook de maatschappelijke functie van de Jachthaven Zwaansmeerpolder aan betekenis wint.
Provinciaal
beleid
17. De Stichting wijst erop dat haar uitbreidingsplan ook naadloos aansluit bij de provinciale Structuurvisie Noord-Holland 2040 (hierna, de Provinciale Structuurvisie) en het provinciale recreatiebeleid zoals neergelegd in de Agenda Recreatie en Toerisme 2008-2011 (hierna: de Agenda Recreatie). 18. Het Uitgeestermeer en meer in het bijzonder de zuidelijke oever daarvan vallen immers in het gebied dat in de Provinciale Structuurvisie is aangemerkt als intensief recreatiegebied, waarbij het Uitgeestermeereen van de aangewezen 'recreatieknooppunten' is, en onderdeel is van het 'basisrecreatietoervaartnef (Provinciale Structuurvisie, p. 38). Daarbij is een van de speerpunten van de Agenda Recreatie het sterker neerzetten van Noord-Holland als watersportprovincie. In het verlengde van het voorgaande zet de provincie onder meer gericht in op de verbetering en ontwikkeling van jachthavens, wat onder meer inhoudt dat de provincie uitbreiding van het aantal ligplaatsen in (bestaande) jachthavens ondersteunt. In dat verband wordt in de Agenda Recreatie onder meer gesproken over (in elk geval) een uitbreiding van 500 ligplaatsen aan het Alkmaarder- en Uitgeestermeer (Agenda Recreatie, p. 55). 19. Het feit dat het realiseren van de tweede havenkom goed past binnen de planologische kaders blijkt ook uit het feit dat de provincie aan de Stichting de maximaal mogelijke subsidie heeft toegekend van E U R 600.000,-. Die subsidie is door de provincie verstrekt op grond van de Uitvoeringsregeling Water als Economische Drager 2009-1. Nu de gemeente haar medewerking aan de uitbreidingsplannen van de Stichting ontzegt, is het risico groot dat deze subsidie komt te vervallen, onder meer doordat de uitvoering niet tijdig kan plaatsvinden.
Pagina 5 van 10
20. Zoals hiervoor betoogd staat het planologisch beleid van gemeente Uitgeest noch eventueel beleid van het R A U M in de weg aan uitvoering van de uitbreidingsplannen van de Stichting, en is de stelling van het tegendeel door het College onvoldoende gemotiveerd. Dat klemt des te meer nu onder meer het provinciale beleid juist gericht is op realisatie van de uitbreidingsplannen waarop de Aanvraag betrekking heeft. Verhouding met andere gerealiseerde plannen in het gebied
21. Voorts is van belang dat andere plannen die in het recente verleden onder dezelfde bestemming (Recreatieve doeleinden, klasse C) zijn gerealiseerd en waaraan de gemeente in het verleden haar medewerking heeft verleend, grootschaliger en ingrijpender van aard zijn dan de uitbreidingsplannen van de Stichting waarop de Aanvraag betrekking heeft. 22. Medio 2000 heeft het College medewerking verleend aan een ontheffing/vrijstelling van het bestemmingsplan ten behoeve van de plannen van Stichting Industrieel Erfgoedpark "De Hoop" (hierna: stichting De Hoop). In dat kader heeft de gemeente ingestemd met de realisatie van kort gezegd - de volgende objecten: een paltrokmolen, een werkschuur, een houtloods, een ambachtshuis, een lattenzager, een bezoekerscentrum en een restaurant. Voornoemde objecten zijn gerealiseerd onder dezelfde recreatieve bestemming die van toepassing is op het gebied waarop de Stichting de uitbreiding van de haven wenst te realiseren. 23. De gemeente heeft niet onderbouwd waarom de onderhavige uitbreidingsplannen van de Stichting niet en de plannen van stichting de Hoop in het verleden wel onder dezelfde recreatieve bestemming zouden kunnen plaatsvinden. Daardoor is onduidelijk welke maatstaf door de gemeente wordt gehanteerd voor het realiseren van de desbetreffende recreatieve bestemming. Hierbij speelt ook mee dat de uitbreidingsplannen van de jachthaven qua ruimtelijke inpassing aanzienlijk minder ingrijpend zijn dan de reeds voltooide plannen van stichting De Hoop, onder meer vanwege het feit dat - zoals hierboven reeds uiteengezet - de uitbreiding van de jachthaven plaatsvindt zonder dat gebouwen worden gerealiseerd.
Aanpassing van het plan
24. Zoals hiervoor aangegeven, heeft het College enkele beleidsmatige overwegingen ten grondslag gelegd aan het Besluit waarmee de Stichting redelijkerwijs geen rekening heeft kunnen houden. In het bijzonder gaat dat om de aspecten kwaliteit, schaalniveau en verdeling van ligplaatsen. Deze criteria zijn geen kenbaar onderdeel van het gemeentelijk beleid en zij zijn in elk geval Pagina 6 van 10
onvoldoende concreet uitgewerkt om daarmee bij planontwikkeling rekening te kunnen houden. Tegelijkertijd speelt - zoals hierboven opgemerkt - mee dat de gemeente er in het Besluit ten onrechte zonder nadere motivering aan voorbij is gegaan dat de uitbreidingsplannen van de Stichting naadloos passen binnen het provinciale beleid. 25. De Stichting hecht er in dat verband aan om op te merken dat zij steeds ten volle bereid is geweest (en blijft) om in overleg te treden met de gemeente over mogelijkheden om door aanpassingen aan de uitbreidingsplannen (in het bijzonder ten aanzien van de oppervlakte van het gebied dat onder water wordt gezet, het aantal ligplaatsen, omvang en locatie van het parkeerterrein, en vorm, plaats en hoogte van de groenvoorziening) tot een uitwerking te komen die - voor zover hiervan nu niet reeds sprake is - zowel past binnen het gemeentelijke beleid als binnen de doelstellingen en randvoorwaarden van de Stichting. Het College is echter vooralsnog niet bereid gebleken om een dergelijk overleg te voeren of om aan te geven aan welke randvoorwaarden het plan zou moeten voldoen. Om die reden ziet de Stichting geen andere mogelijkheid dan het indienen van dit bezwaarschrift.
Concluderend
26. Concluderend is de Stichting van mening dat het Besluit in strijd is met artikel 3.10 van de Wro en artikel 3.46 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in zoverre dat het een deugdelijke ruimtelijke onderbouwing ontbeert en er niet kenbare beleidsmatige overwegingen aan het Besluit ten grondslag zijn gelegd. Voorts is de Stichting van mening dat het Besluit tot stand is gekomen in strijd met het zorgvuldigvuldigheidsbeginsel (artikel 3.2 Awb) nu het College dan wel de Raad niet bereid is gebleken om, alvorens tot afwijzing van het projectbesluit over te gaan, inhoudelijk met de Stichting van gedachten te wisselen over de vormgeving van het plan dan wel daartoe richtinggevende aanwijzingen te geven. Gelet op het voorgaande verzoekt de Stichting het College, althans de Raad, het bestreden Besluit na heroverweging te herzien en de gevraagde bouwvergunning en het benodigde projectbesluit alsnog te verlenen. De Stichting is gaarne bereid een nadere toelichting te geven op de bijdrage die de uitbreiding van de jachthaven naar haar mening zal geven aan de beoogde kwaliteitsverbetering van de waterrecreatie in de gemeente Uitgeest en als zodanig een bijdrage te leveren aan de vereiste ruimtelijke onderbouwing van het projectbesluit. In afwachting van de beslissing op dit bezwaarschrift,
Pagina 7 van 10
Met vriendelijke groet,
Mr. F. Beishuizen
Bijlage 1
Visualisatie uitbreiding jachthaven Zwaansmeerpolder
1
4* 4
t
I
\
X 1
if
t fe c
i
lib ' ! \
[
.0:
4 <
4 fpy
si
OH rrtj
L
1 sr"?
4 N 8?
ti
f
i
'M 11 1
V
\i
i
i * i
i sir/if* i
V •
if 1
«1
•KM r
21
HI
1
(9*
p
I?-"
n
14
1
(
Ï
I-. V
1,1
1*
t
i'
if & 1
f
i mi
till •a
i
r >
r
pi !
t-
t
t t Ïi
1
0
U
11
I
t
S.
6
i
MËÊM 1
m.
f
1
<4 51*
( (
1
A
1 1!
Bijlage 2
Conceptverslag bestuursvergadering RAUM
BWN
PLEITNOTA
PARTNERS
Datum: 21 maart 2011
Betreft: Pleitnota hoorzitting Commissie Bezwaar- en Beroepschriften gemeente Uitgeest
Geachte Commissie, Namens cliënte, de Stichting Jachthaven Zwaansmeerpolder (hierna: Stichting), geef ik hierbij graag een korte toelichting op het bezwaarschrift van 3 februari 2011 tegen het afwijzende besluit van 24 december 2010 van gemeente Uitgeest op het verzoek om een bouwvergunning (hierna: Besluit). Kern van het bezwaar 1.
Het bezwaar komt er in de kern op neer dat de Stichting van mening is dat de gemeente ten onrechte geweigerd heeft een planologische vrijstelling te verlenen voor het plan. De gronden van het bezwaar zijn in het bezwaarschrift uitvoerig uiteengezet. Enkele aspecten daaruit wil ik hier naar voren halen en nader belichten.
De Jachthaven en het voornemen 2.
De Stichting exploiteert sinds1969 de Jachthaven Zwaansmeerpolder aan het Uitgeestermeer. De ligplaatsen in de jachthaven worden deels verhuurd als vaste ligplaats en deels gebruikt door passanten. De Jachthaven wordt druk bezocht en trekt jaarlijks zo'n 200 bezoekende vaartuigen. Daarmee is de jachthaven zowel van betekenis als lokale voorziening voor de inwoners van Uitgeest en omstreken, als van belang voor toeristische en recreatieve karakter van gemeente Uitgeest. De jachthaven faciliteert, ondanks de te beperkte, ruimte de Stichting Sailability Nederland ten behoeve van zeilers met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Het gaat hier dus om een jachthaven die wordt gedreven zonder winstoogmerk met een grote maatschappelijke impact.
3.
Op dit moment heeft de jachthaven een wachtlijst van zo n 80 personen voor een vaste ligplaats. Daarnaast is gebleken dat de beschikbare ligplaatsen in de jachthaven voor wat betreft afmeting niet goed aansluiten op de vraag waardoor de beschikbare ruimte niet optimaal wordt benut.
Oosteinde 2 7 1
Postbus 94562
e : info@bwnpartners com
t : +31 (0)20 24 00 710
btw: 821 839 664
1017 WT Amsterdam
1090 GN Amsterdam
w: www.bwnpartners.com
f : +31 (0)20 24 00 719
kvk : 343 672 74
De aansprakelijkheid van BWN Partners Advocaten is gelimiteerd in haar algemene voorwaarden. Deze zijn van toepassing op alle diensten die BWN Partners Advocaten verleent en zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.
4.
De Stichting wil, mede in verband hiermee, de jachthaven graag uitbreiden met een tweede havenkom. Door middel van deze aanleg zou het aantal ligplaatsen van de jachthaven worden uitgebreid met circa 200 ligplaatsen. Nieuwe gebouwen zijn in het kader van het plan niet voorzien. Van het plan is een visualisatie beschikbaar die ook bij het bezwaarschrift was gevoegd, en die de Stichting desgewenst graag nader toelicht.
Het voornemen en beleid 5.
Met de voorgenomen uitbreiding wil de Stichting, zoals gezegd, voorzien in een aantoonbare behoefte aan aanvullende ligplaatsen. De wens om in deze behoefte te voorzien, past - zoals in het bezwaarschrift is toegelicht - in het beleid van de gemeente Uitgeest om de gemeente op de kaart te zetten als waterrecreatiegemeente.
6.
De bouwaanvraag van de Stichting kent een lange aanloop waarbij de Stichting zich telkens wist aangemoedigd door de gemeente en het R A U M om haar plannen door te zetten. In een brief van het gemeentebestuur van 20 juli 2004 schrijft het College nog dat zij heeft "besloten dat de gemeente niet onwelwillend staat tegenover een eventuele tweede havenkom". Op 31 mei 2007 laat het R A U M per brief aan de Stichting weten dat "het bestuur positief heeft gereageerd op het voorstel en vindt dat uitbreiding van ligplaatsen in het Alkmaarder- en Uitgeestermeer mogelijk is". De Stichting realiseert zich dat voornoemde toezeggingen nog geen bouwvergunning betekenen, maar dergelijke uitspraken hebben bij de Stichting terecht de verwachting gewekt dat haar plannen een goede kans zouden maken en zorgvuldig zouden worden behandeld. Indachtig die voorgeschiedenis zou het voor de hand liggen dat de gemeente uitvoerig motiveert welk beleidsmatig toetsingskader zij heeft gehanteerd bij het afwijzen van de bouwaanvraag van de Stichting en dat de gemeente daarover proactief met de Stichting in overleg treedt.
7.
Gemeente Uitgeest heeft zich echter - verrassend genoeg - slechts heel beperkt uitgelaten over de inhoud van de bezwaren die zij, blijkens de afwijzing, tegen de bouwaanvraag van de Stichting heeft. Bij de Stichting blijft derhalve onduidelijk op welke aspecten van de plannen de bedenkingen van de gemeente exact betrekking hebben. Mede daardoor is het tot op heden voor de Stichting feitelijk niet mogelijk gebleken om met de gemeente van gedachten te wisselen over de voorwaarden waaronder de gemeente wél medewerking zou willen verlenen. De gebrekkige motivatie is om twee redenen opmerkelijk: in de eerste plaats in het licht van het gemeentelijke en provinciale beleid waarin een verdere ontwikkeling van de voorzieningen op het gebied van waterrecreatie onmiskenbaar past, en ten tweede vanwege voornoemde uitlatingen van de verschillende betrokken overheden en de verwachtingen die daarmee zijn gewekt.
8.
Van haar kant staat de bereidheid van de Stichting om met de gemeente in overleg te treden over eventuele planaanpassingen - zoals ook in het bezwaarschrift aangegeven - onverminderd
Pagina 2 van 4
overeind. Het verheugde de Stichting dan ook dat - op initiatief van het algemeen bestuur van het Raum - de Stichting en de gemeente op 16 maart 2011 bijeen zouden komen om de standpunten van partijen te bespreken en te onderzoeken hoe een oplossing zou kunnen worden bewerkstelligd. Helaas heeft de gemeente Uitgeest die afspraak afgezegd omdat de gemeente eerst de uitkomsten van de bezwaarschriftprocedure wenste af te wachten. De Stichting betreurt dat en blijft van mening dat in een hechte dorpsgemeenschap als Uitgeest in goed overleg een uitweg zou moeten worden gevonden, ook lopende deze bezwaarschriftprocedure. Haar bezwaarschrift heeft de Stichting immers slechts ingediend omdat zij vanwege het verstrijken van termijnen anders haar rechten zou hebben verspeeld. Dit is de gemeente ook medegedeeld. 9.
De planaanpassingen die de Stichting graag met de gemeente zou bespreken hebben onder meer betrekking op de landschappelijke inpassing en de inrichting van de havenkom. Dat neemt overigens niet weg dat de Stichting van mening is dat het plan, zoals gepresenteerd, past binnen het relevante planologische beleid.
10. In dat verband wijs ik er in het bijzonder op dat, zoals in het bezwaarschrift aangegeven, de Stichting is gesteund door de provincie Noord-Holland. Bij beschikking van 1 februari 2010 heeft de provincie aan de Stichting een subsidie toegekend van € 600.000,- (zijnde circa 60 procent van het subsidiabele deel van de investering), in het kader van de Uitvoeringsregeling Water als Economische Drager 2009-1 (zie Bijlage 1). Deze subsidie is toegekend onder voorwaarde van het verkrijgen van een bouwvergunning - en daarom, moet de Stichting tot haar grote spijt vermelden, inmiddels weer ingetrokken - maar dat neemt niet weg dat de toekenning bevestigt dat het plan past in het provinciale ruimtelijke beleid. Dat de gemeente nu juist met een beroep op planologische gronden de bouwvergunning weigert en daarmee de subsidieverkrijging belemmert, is dan ook voor de Stichting bijzonder wrang. Concluderend 11. Concluderend is de Stichting van mening dat het aangevraagde plan past in het relevante planologische beleid, en dat het weigeringsbesluit, door dat te miskennen, ten onrechte is genomen. 12. De Stichting verzoekt de gemeente dan ook het bestreden Besluit na heroverweging te herzien en de gevraagde bouwvergunning en het benodigde projectbesluit alsnog te verlenen.
Pagina 3 van 4
Biilaae 1
Subsidiebeschikking provincie Noord-Holland Ingediend bij de brief van mr. F. Beishuizen (BWN Partners) aan de Commissie Bezwaar- en Beroepschriften van 16 maart 2011
Pagina 4 van 4
Per email verzonden
BWN
Gemeenteraadsleden Uitgeest Middelweg 28
PARTNERS
1911 E G UITGEEST
Datum: 5 april 2011 Betreft: aanleg tweede havenkom Jachthaven Zwaansmeerpolder
Geacht gemeenteraadslid, Stichting Jachthaven Zwaansmeerpolder heeft op 3 februari 2011 een bezwaarschrift ingediend tegen de weigering van gemeente Uitgeest om planologische medewerking te verlenen aan de aanleg van een tweede havenkom bij de jachthaven. Op 21 maart 2011 heeft een hoorzitting plaatsgevonden in het kader van die bezwaarprocedure. Naar aanleiding van een verzoek van de heren Spaanderman en Wijte van het C D A - na afloop van die hoorzitting - sturen wij u een exemplaar van zowel het door de Jachthaven ingediende bezwaarschrift, als de tekst van de inbreng van de Jachthaven tijdens deze hoorzitting. De Jachthaven is zich er inmiddels van bewust dat er bezwaren bestaan tegen haar plannen. Tot op heden heeft de gemeente echter nog niet onderbouwd hoe die bezwaren zich verhouden tot het geldende planologische kader. Sterker nog, dat planologisch kader biedt - we verwijzen naar de beleidsvoornemens van het R A U M en het Provinciale beleid - stevige aanknopingspunten die voor een uitbreiding pleiten, terwijl het gemeentelijk beleid daaraan niet in de weg staat. Voorts speelt mee dat de plannen van de Jachthaven relatief weinig impact zullen hebben in verhouding met andere ontwikkelingen die in de omgeving hebben plaatsgevonden waaraan de gemeente wel heeft meegewerkt. Zoals u in de bijgevoegde documenten kunt lezen zou de Jachthaven Zwaansmeerpolder er de voorkeur aan geven om in goed overleg met de gemeente tot een oplossing te komen. Een dergelijke gedachtenwisseling is vooralsnog helaas niet mogelijk gebleken omdat gemeente Uitgeest daaraan niet wenst mee te werken. In een gesprek tussen het gemeentebestuur van Uitgeest en de Jachthaven kan worden verkend of de plannen van de Jachthaven zo kunnen worden aangepast dat er enerzijds een levensvatbare tweede havenkom wordt gerealiseerd en anderzijds tegemoet wordt
Oosteinde 27-1
Postbus 94562
e :
[email protected]
t : +31 (0)20 24 00 710
btw: 821 839 664
1017 WT Amsterdam
1090 GN Amsterdam
w: www.bwnpartners.com
f : +31 (0)20 24 00 719
kvk : 343 672 74
De aansprakelijkheid van BWN Partners Advocaten is gelimiteerd in haar algemene voorwaarden. Deze zijn van toepassing op alle diensten die BWN Partners Advocaten verleent en zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel
gekomen aan de legitieme belangen van de betrokken partijen. Indien uw fractie hieraan behoefte heeft, is de Jachthaven te allen tijde tot een nadere (mondelinge) gedachtenwisseling bereid. Voor de Jachthaven is van belang dat een bepaald minimum aantal ligplaatsen kan worden gerealiseerd. Immers, de aanleg van een tweede havenkom vergt aanzienlijke investeringen die moeten worden gedekt met de uit de uitbreiding te realiseren additionele inkomsten. Vooralsnog schat de Jachthaven in dat een minimumaantal van 175 plaatsen noodzakelijk is voor een levensvatbaar plan. De realisatie van de tweede havenkom is niet alleen van belang voor de Jachthaven maar ook voor enkele andere betrokken partijen: •
de financiële positie van het R A U M wordt versterkt door de additionele erfpacht-inkomsten;
•
de provincie ziet zowel de capaciteit voor waterberging toenemen, als het toeristisch potentieel van de regio; en,
•
het Waterschap bespaart een aanzienlijk bedrag op de noodzakelijke dijkversterking die op korte termijn moet worden uitgevoerd.
Kortom, het plan van de Jachthaven is niet op zichzelf staand en er is voor de betrokken partijen veel te winnen. De Jachthaven is er van overtuigd dat dit ook voor gemeente Uitgeest geldt en houdt zich bereid om eventuele vragen van uw kant te beantwoorden. Met vriendelijke groet,
Mr. F. Beishuizen
Pagina 2 van 2
GEMEENTEBESTUUR UITGEEST
NR.
Nota / advies van: B . Visser Behandelende afdeling: Publiekszaken Datum: 16-05-2011 TITEL: Heroverwegingsbesluit bezwaarschrift aanleg 2e havenkom K O R T E P R O B L E E M S T E L L I N G / O N D E R W E R P : Het verzoek is in strijd met het bestemmingsplan en de structuurvisie
(i.v.m. B en W notulering zeer beknopt advies, voor uitgebreid advies z.o.z.)
SAMENVATTEND ADVIES: 1. instemmen met het bijgevoegde advies van de commissie Bezwaar- en beroepschriften en raadsbesluit; 2. advies en raadsbesluit doorsturen naar de gemeenteraad
Behandeling in de gemeenteraad: ja
Datum: 23 juni 2011
Bespreken in Commissie: G G Z
Paraaf afd.hoofd:
Voorlichting: nee
Bespreken GO/OR: nee
Openbaar: ja
Advies secretaris:
Vragen/opmerkingen portefeuillehouder:
Conceptbrief samenstellen i.o.v. portefeuillehouder: ja/nee Akkoord
Bespreken
Burgemeester Secretaris Wethouder Boer Wethouder Linnartz Wethouder Selij Besluit van B&W d.d.: 24-05-2011 Akkoord
* 4
Nummer: B2011.0661
Persbericht:
ADVIES BEHANDELENDE AFDELING: Probleemstelling: (wie, wat, waar, wanneer,
waarom)
Het verzoek van de stichting Zwaansmeerpolder is in strijd met het bestemmingsplan en de gemeentelijke structuurvisie Uitgeest 2020. Destijds is een weigeringsbesluit door de gemeenteraad genomen (vanwege het feit dat om het beslissen op een verzoek om project besluit de gemeenteraad bevoegd gezag is). Tegen dit besluit heeft BWn-partners op 3 februari 2011, namens de stichting Zwaansmeerpolder, een bezwaarschrift ingediend tegen ons besluit van 24 december 2010. Naar aanleiding van het bezwaarschrift van de aanvrager, zijn de aanvragers en de juridisch vertegenwoordigers van de stichting gehoord in de vergadering van de commissie van Bezwaar- en beroepschriften van 21 maart 2011. Na de hoorzitting heeft de commissie een advies uitgebracht inzake het ingediende bezwaarschrift. Het advies van de commissie luidt: 1. bezwaarschrift ontvankelijk verklaren; 2. bezwaarschrift ongegrond verklaren; 3. genomen besluit in stand laten, maar nog wel nader aandacht besteden aan de motivatie van het besluit Voorgesteld wordt: 1. in te stemmen met het advies van de commissie bezwaar- en beroepschriften 2. bijgevoegd raadsvoorstel en besluit voorleggen aan de gemeenteraad Oplossing: (hoe kunnen we de doelstelling bereiken) 1. het bezwaarschrift ontvankelijk maar ongegrond te laten verklaren. 2. aan het heroverwegingsbesluit wordt uitgebreider gemotiveerd. Dit besluit wordt voor de behandeling in de commissie G G Z bij het raadsbesluit gevoegd. Besproken met wethouder Linnartz. Wethouder akkoord. Financiële aspecten/risico's: n.v.t. Samengevat advies: (zoals voorzijde) 1. instemmen met het bijgevoegde advies van de commissie Bezwaar- en beroepschriften en raadsbesluit; 2. advies en raadsbesluit doorsturen naar de gemeenteraad.
PARAAF O F
PUBLIEKSZAKEN/
FINANCIËN/
STAFAFDELING /
AKKOORD
AKKOORD
AKKOORD
INKOOP/
VERZEKERINGEN /
RUIMTELIJK
RUIMTELIJKE
AKKOORD
AKKOORD
BEHEER/AKKOORD
ORDENING/AKKOORD
ADVIES MEDE-ADVISEUR
ADVIES:
2
G
EMEENTE Ultgtest, een gemetittt met tonster Commissie Bezwaar- en Beroepschriften (295° vergadering)
ADVIES het besluit van de gemeenteraad van 2 december 2010 en het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 21 december 2010 om de aanvraag om een reguliere bouwvergunning 1* fase voor het uitbreiden van de bestaande haven en de aanleg van een 2* havenkom aan de Lagendijk 41 te Uilgeest, te weigeren. de heer F. Beishuizen (BWn Partners) namens de Stichting Jachthaven Zwaansmeerpolder, Lagendijk 41, alhier.
Onderwerp:
Bezwaarde: Belanghebbende: Bestuursorgaan: Commissie: Secretaris: Hoorzitting:
de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders. de heer mr. J.Th.N. Smit (voorzitter), de heer mr. G . van der Veen, mevrouw mr. F. Weertman, mevrouw mr. M. Alders en de heer A. Jager. mevrouw mr. N.A.F. Zuurbier. 21 maart 201 % om 19.50 uur.
Voorts is aanwezig tijdens de hoorzitting: -
1
de heer B. Visser, namens het college van burgemeester en wethouders (verweerder); de heer A. Smit, bestuurslid Jachthaven Zwaansmeerpolder; de heer A. Baerveldt, bestuurslid Jachthaven Zwaansmeerpolder; de heer A.U. van der Wal, bestuurslid Jachthaven Zwaansmeerpolder; mevrouw E. Braskamp, BWn Partners.
Inleiding
De Stichting Jachthaven Zwaansmeerpolder heeft op 29 oktober 2009 een principeverzoek ingediend voor de uitbreiding van de 2* havenkom nabij Lagendijk 41 te Uitgeest. Dit verzoek is op 2 maart 2010 voorgelegd aan de raadscommissie Grondgebiedzaken. Op 13 april 2010 is aan de Stichting kenbaar gemaakt dat, gezien de negatieve houding van de commissie Grondgebiedzaken ten opzichte van het ingediende principeverzoek, het college van burgemeester en wethouders niet voornemens is medewerking te verlenen aan dit principeverzoek. Hierbij geeft het college aan dat hij wel voornemens is het verzoek te betrekken bij het Beeldkwaliteitsplan voor de zuidoever. Op 12 maart 2010 heeft de Stichting Jachthaven Zwaansmeerpolder een aanvraag ingediend voor het vergroten van de Jachthaven Zwaansmeerpolder door de aanleg van een 2* havenkom nabij Lagendijk 41 te Uitgeest In zijn vergadering van 2 december 2010 heeft de gemeenteraad besloten het verzoek voor de aanleg te weigeren. Gezien dit besluit van de gemeenteraad om het verzoek tot het nemen van een projectbesluit te weigeren, heeft het college van burgemeester en wethouders op 21 december 2010 besloten op basis van artikel 44 van de Woningwet de aanvraag om een reguliere bouwvergunning te weigeren. Dit besluit van het college tezamen met het eerder genomen besluit van de gemeenteraad is op 24 december 2010 aan de aanvrager bekendgemaakt. Op 3 februari 2011 heeft BWn Partners, namens de Stichting Jachthaven Zwaansmeerpolder, bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 21 december 2010, waarbij nadrukkelijk is vermeld dat dit bezwaar zich ook richt tegen de weigering van de gemeenteraad om een projectbesluit te nemen.
2
Ontvankelijkheid
Het bezwaarschrift is binnen de wettelijke termijn ontvangen. Bezwaarde Is als geadresseerde van de beschikking direct belanghebbende en het bezwaarschrift voldoet aan de overige door de Algemene wet bestuursrecht gestelde etsen, zodat het bezwaarschrift ontvankelijk is.
3
Inhoud bezwaarschrift
Gemachtigde heeft namens de Stichting (samengevat) de volgende gronden aangevoerd:
2
1. De Stichting is van mening dat het project binnen het geldende planologische beleid past voor zover dat voor het project relevant is, althans daarmee niet in strijd is; 2.
Het college heeft enkele beleidsmatige overwegingen ten grondslag gelegd aan het besluit waarmee de Stichting redelijkerwijs geen rekening heeft kunnen houden. In het bijzonder gaat dat om de aspecten kwaliteit, schaalniveau en verdeling van ligplaatsen. Deze aspecten zijn geen kenbaar onderdeel van het gemeentelijk beleid, en in elk geval is onvoldoende duidelijk welke relevante criteria voor ruimtelijke ontwikkelingen er uit voortvloeien;
3.
En, voor zover er sprake zou zijn van juiste beleidsmatige afwegingen van het college, worden die beleidsmatige afwegingen niet op eenduidige wijze toegepast ten aanzien van verschillende bewoners en gebruikers in het oevergebied van het Uitgeestermeer.
De Stichting concludeert, nadat zij bovenstaande op hoofdlijnen aangeduide gronden nader heeft uiteengezet, dat zij van mening is dat het besluit in strijd is met artikel 3.10 Wro en artikel 3.46 Awb in zoverre dat het een deugdelijke ruimtelijke onderbouwing ontbeert en er niet kenbare beleidsmatige overwegingen aan het besluit ten grondslag zijn gelegd. Voorts is de Stichting van mening dat het besluit tot stand is gekomen in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel (artikel 3.2 Awb) nu het college dan wel de gemeenteraad niet bereid is gebleken om, alvorens tot afwijzing van het projectbesluit over te gaan, inhoudelijk met de Stichting van gedachten te wisselen over de vormgeving van het plan dan wel daartoe richtinggevende aanwijzingen te geven. De Stichting verzoekt het college, althans de gemeenteraad, het bestreden besluit na heroverweging te herzien en de gevraagde bouwvergunning en het benodigde projectbesluit alsnog te verlenen.
4
Hoorzitting
De commissie bezwaar- en beroepschriften heeft op maandag 21 maart 2011 een hoorzitting gehouden. De woordvoerders van BWn Partners en de Stichting Jachthaven Zwaansmeerpolder zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten ter zitting toe te lichten.
4.1
Toetsingskaders
-Algemene wet bestuursrecht (Awb); -Woningwet 1991; •Wet ruimtelijke ordening (Wro); -Besluit ruimtelijke ordening (Bro); -Bestemmingsplan "Buitengebied gemeente Uitgeest"; -Struciuurvisle Uitgeest 2020.
4.2
Ter zitting aangevoerd
(Gemachtigde namens) de Stichting: Het bezwaar komt er in de kern op neer dat de Stichting van mening is dat de gemeente ten onrechte geweigerd heeft een planologische vrijstelling te verlenen voor het plan. De gronden van het bezwaar zijn in het bezwaarschrift uitvoerig uiteengezet, maar de gemachtigde heeft enkele aspecten tijdens de zitting nader belicht. Aangegeven wordt dat het in zijn algemeenheid niet duidelijk is welk beleid de gemeente hanteert om het bouwplan aan te toetsen. Onderhavig besluit ontbeert een schriftelijke onderbouwing waardoor het voor de Stichting niet duidelijk is welke afwegingen verweerder heeft genomen om tot onderhavig besluit te komen. Ook uit de Structuurvisie kan niet worden opgemaakt welke kwantitatieve uitbreidingen mogelijk zouden kunnen zijn. De overwegingen van de commissie Grondgebiedzaken kunnen niet als onderbouwing van het besluit worden aangemerkt. Het zijn notulen, geen besluit. De gemachtigde gaat niet met het standpunt van verweerder mee dat de overwegingen van de commissie Grondgebiedzaken tijdens haar vergadering van 2 maart 2010 als negatief ten opzichte van het bouwplan kunnen worden aangemerkt. Verweerder hanteert het (vermeende) beleid niet op een eenduidige wijze gezien de door het college verleende medewerking aan een ontheffing/vrijstelling van het bestemmingsplan ten behoeve van de
3
plannen van Stichting Industrieel Erfgoedpark "De Hoop". In het kader van het gelijkheidsbeginsel zou onderhavig projectbesluit en de gevraagde bouwvergunning verleend dienen te worden. De Stichting is van mening dat er geen sprake is van een onevenredige schaalvergroting van de Jachthaven en dat aantoonbaar wordt voorzien in een behoefte op een wijze die goed aansluit bij de Structuurvisie om Uitgeest op de kaart te zetten als waterrecreatiegemeente. Gezien het verschil van mening hieromtrent met verweerder zou de Stichting willen vernemen op welke wijze de diverse criteria moeten worden uitgelegd, zodat het voorgenomen project wel aan het (vermeende) gemeentelijke beleid zou kunnen voldoen. De Stichting is bereid om aanpassingen te doen aan het plan, mocht daarmee tegemoet gekomen kunnen worden aan gemeentelijk beleid. De provincie heeft de Stichting een subsidie toegekend in het kader van de Uitvoeringsregeling Water als Economische Drager 2009-1. Deze subsidie is toegekend onder de voorwaarde van het verkrijgen van een bouwvergunning -en daarom inmiddels weer ingetrokken. Deze toekenning door de provincie bevestigt dat het plan past in het provinciale ruimtelijke beleid. Concluderend stelt (de gemachtigde van) de Stichting dat deze van mening is dat het aangevraagde plan past in het relevante planologische beleid, en dat het weigeringsbesluit, door dat te miskennen, ten onrechte is genomen. De Stichting verzoekt de gemeente dan ook het bestreden besluit na heroverweging te herzien en de gevraagde bouwvergunning en het benodigde projectbesluit alsnog te verlenen. Verweerder: De gevraagde planologische ontwikkeling is in strijd met het bestemmingsplan. Er zijn ook geen vrijstellingsbevoegdheden of wijzigingsbevoegdheden die de gevraagde ontwikkeling mogelijk maken. Verweerder geeft aan dat in de Structuurvisie mogelijkheden staan opgenomen om de kwaliteit van de watersportmogelijkheden te verbeteren, maar dat in de Structuurvisie niet gedoeld wordt op bouwplannen die gericht zijn op het alleen maar vergroten van de kwantiteit van de watersportmogelijkheden. Verweerder geeft desgevraagd aan dat het niet mogelijk is aan te geven welke kwantitatieve voorzieningen wél mogelijk zijn in het gebied, aangezien er een Beeldkwaliteitsplan zal worden opgesteld voor de zuidoever. Een dergelijk plan zal in de nabije toekomst worden vervaardigd, waarvoor een minimale doorlooptijd van een jaar moet worden gerekend. Verweerder vervolgt dat de beleidsstukken waaraan het bouwplan is getoetst en de basis vormen voor onderhavig weigeringsbesluit primair de Structuurvisie en het bestemmingsplan betreffen. Secundair is melding gemaakt van beleid dat het Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM) hanteert. In de beschikking is benadrukt dat het gaat om afgeleide redenen. In het kader van het gelijkheidsbeginsel geeft verweerder aan dat er, voor zover bekend, geen vergelijkbare gevallen zijn voorgevallen met inbegrip van de plannen van Stichting Industrieel Erfgoedpark "De Hoop". De plannen waren van vóór de laatste Structuurvisie, waardoor er verschillende beleidsafwijkirtgen mogelijk zijn. Wat betreft de subsidie die de provincie aan de Stichting heeft toegekend, geeft verweerder aan dat de gemeente meerdere malen aan de Stichting te kennen heeft gegeven dat de geplande starttermijn voor het uitvoeren van de werkzaamheden die is overeengekomen met de provincie geen realistische datum was. Geadviseerd is om met de provincie contact op te nemen om deze termijn in ieder geval te verlengen. Verweerder betwist het gestelde dat het besluit ondeugdelijk en niet zorgvuldig tot stand is gekomen, doordat het college niet bereid zou zijn gebleken om met de Stichting van gedachten te wisselen. De wethouder is immers, namens het college, meerdere malen in overleg getreden met de Stichting. Tevens heeft de Stichting meerdere keren in de commissie Grondgebiedzaken en in de gemeenteraad hun plan kunnen toelichten. Verweerder is van mening dat de aanvraag niet past binnen het toekomstige planologisch beleid en dat het verzoek om een projectbesluit voor de aanleg van een tweede havenkom nabij Lagendijk 41 ook terecht is geweigerd.
4
Vanuit de commissie is de vraag gesteld in hoeverre bij de besluitvorming heeft meegespeeld dat thans nog geen duidelijkheid bestaat over de invulling van het Beeldkwaliteitsplan. Namens verweerder is hierop gesteld dat dit een belangrijke overweging is geweest.
4.3
Overweging commissie bezwaar- en beroepschriften
Het al dan niet toekennen van subsidie door de provincie aan de Stichting op grond van de Uitvoeringsregeling Water als Economische Drager 2009-1 staat los van de vraag of onderhavige besluitvorming in stand kan blijven. De commissie is niet van oordeel dat de provincie door de subsidietoekenning er blijk van geeft dat het plan binnen provinciaal (ruimtelijk) beleid past. Het is de commissie niet gebleken dat de besluitvorming op een onzorgvuldige wijze is voorbereid of dat er sprake is van het schenden van het gelijkheidsbeginsel en om deze reden niet in stand kan blijven. De commissie acht het begrijpelijk en geenszins onredelijk dat de gemeenteraad, nu hij nog geen zicht heeft op de inhoud van het Beeldkwaliteitsplan voor de zuidoever, geen besluit heeft willen nemen waarbij hij het risico zou lopen dat hij dit plan op voorhand zou frustreren. Deze overweging blijkt echter ten onrechte niet uit het raadsbesluit of uit de raadsvoordracht waarnaar het raadsbesluit verwijst. Het college heeft de bouwvergunning terecht geweigerd, omdat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan en omdat de gemeenteraad (vooralsnog) niet bereid is medewerking te verlenen aan de totstandkoming van een projectbesluit. Ten overvloede merkt de commissie op dat zij ervan uit gaat dat partijen bij de voorbereidingen voor het Beeldkwaliteitsplan nader in overleg zullen treden over (onmogelijkheden voor de Stichting in het kader van dit plan.
5
Advies
De commissie adviseert de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders op grond van het vorenstaande als volgt: Het bezwaarschrift van BWn Partners, namens de Stichting Jachthavens Zwaansmeerpolder: 1. ontvankelijk te verklaren; 2. gegrond te verklaren met dien verstande dat de onderbouwing van het gemeenteraadsbesluit van 2 december 2010 dient te worden verbeterd. Wat betreft de overige bezwaargronden, het bezwaarschrift ongegrond te verklaren.
De commissie bezwaar- en beroepschriften, De secretaris,
de voorzitti voorzitt
Mw. Mr. N.A.F Zuurbier
Mr. J. Th. N. Smit
Int11.1498
Burgemeester en wethouders van Uitgeest Ter attentie van de heer B. Visser Middelweg 28
PARTNERS
1911 E G UITGEEST
Datum: 8 juni 2011
Betreft: Beslissing op bezwaar afwijzing bouwvergunning (registratienummer 12011.0884)
Geacht College, Namens cliënte, de Stichting Jachthaven Zwaansmeerpolder (hierna: Stichting), het volgende. Zoals u weet, heb ik bij brief van 3 februari 2011 namens de Stichting bezwaar gemaakt tegen het afwijzende besluit van 24 december 2010 van de gemeente Uitgeest op het verzoek om een bouwvergunning. In dat verband heeft de Stichting kennis genomen van het advies van de gemeentelijke commissie bezwaar- en beroepszaken (hierna: Bezwaarcommissie), dat u mij bij brief van
31 mei jl. (kenmerk: U2011.2298) toezond. Voor wat betreft de conclusie van het advies wacht
de Stichting vanzelfsprekend uw oordeel en dat van gemeenteraad hierover af, voordat zij daarop eventueel een reactie zal geven. Ik heb begrepen dat het uw intentie is dat de gemeenteraad in haar vergadering van 23 juni a.s., naar aanleiding van het advies, een besluit zal nemen op het bezwaarschrift, waaraan voorafgaand een en ander wordt besproken in de commissie Grondgebiedzaken op 17 juni a.s. In dit verband hecht ik er aan bij u onder de aandacht te brengen dat de Stichting onverminderd bereid is met u in overleg te treden over de voorwaarden waaronder het college en de gemeenteraad medewerking aan het plan zouden willen verlenen. Ik verwijs hierbij graag mede naar het advies van de Bezwaarcommissie, die immers ook de verwachting uitspreekt dat nader overleg tussen partijen zal volgen.
Oosteinde 27 1017 W T Amsterdam
Postbus 94562 1090 G N Amsterdam
e tnfo@bwnpartners com w : www.bwnpartners com
t:+31 (0)20 24 00 710 f:+31 (0)20 24 00 719
btw . 821 839 4664 kvk : 343 672 74
De aansprakelijkheid van BWN Partners Advocaten is gelimiteerd in haar algemene voorwaarden Deze zijn van toepassing op alle diensten die BWN Partners Advocaten verleent en zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel
U kunt met de Stichting contact opnemen via het havenkantoor, telefoonnummer 0251 313553 of rechtstreeks met de heer A.J. Baerveldt, bestuurslid van de Stichting, via telefoonnummer 06 53 181 333. Een afschrift van deze brief is verzonden aan de gemeenteraad van Uitgeest. vriendelijke groet, Met vnendelijke
WALTZMr. F. Beishuizen
Pagina 2 van 2