n
i
e
u
w
Lpb
s
b
r
i
e
f
Platform voor wijkgericht werken
Thema Loslaten Redactie De laatste van papier Netwerk “Je moet je eigen wiel uitvinden” Portret Janet Scholten Sociaal Buurtgericht vrijwilligerswerk Kennis Worstelen met de krimp Congres Revolutionair in publieke dienst Praktijk Wijkregie in Barendrecht Agenda Van klankbord tot leergang Congres Gezellig jubileum in Heerlen Column Stadslente
De slot-editie van de LPB-nieuwsbrief staat in het teken van loslaten. Gebaande paden verlaten: het geeft energie en creëert ruimte voor nieuwe inspiratie. Gerard Jansen laat het wijkgericht werken letterlijk los. De wijkregisseurs in Barendrecht doen hun best om de ingesleten patronen van wijkorganisaties te doorbreken. Het SEV onderzoekt de leegloop en kansen in krimpgemeentes. Revolutionair Willem Stam ziet gemeente-ambtenaren weer wat vaker los komen van hun bureau. En wij… nemen afscheid van de papieren LPBnieuwsbrief. Tijd voor een nieuwe stap!
De laatste van papier De nieuwsbrief van het LPB was aan vernieuwing toe. De website ook. Het bestuur heeft daarom een enquête gehouden onder LPB-leden en heeft besloten om in 2010 niet verder te gaan met de papieren nieuwsbrief. Uit de enquête bleek een grote behoefte aan een effectieve digitale versie van de nieuwsbrief. Ook was iedereen het erover eens dat het LPB een nieuwe stap moest zetten op internet. De website, die nu zes jaar oud is, oogt gedateerd en er zijn tal van nieuwe mogelijkheden op internet waar wij nog geen gebruik van maken.
Alleen nog digitaal De vraag was of er naast de digitale ook een papieren versie van de nieuwsbrief moest blijven. De meningen waren hierover verdeeld. De helft vond van wel, de helft vond van niet. Als experiment zien we daarom voorlopig af van een papieren versie. Misschien komt daar in 2011 een alternatief voor. Eerst steekt het LPB zijn energie in een goede lancering van een compleet nieuwe website en de bijbehorende digitale nieuwsbrief.
redactie Meer mogelijkheden, meer interactie Nieuwsbrief en website gaan veel beter op elkaar aansluiten; er komt ruimte voor opinie en columns en natuurlijk blijven we de enthousiaste wijkverhalen brengen. Uiteraard blijft de succesvolle Vraagbaak bestaan, deze wordt zelfs verbeterd. Ook willen we de website beter laten uitstralen wat het LPB precies doet en voor wie het een meerwaarde biedt. Een werkgroep van enthousiaste LPBleden werkt nu aan de nieuwe site, samen met eindredacteur Bas van Pul en een webbureau. Voor de zomer Voor de zomer gaat de nieuwe website online en wordt de eerste nieuwsbrief verstuurd, zo is de planning. Aanmelden voor de nieuwsbrief De nieuwe nieuwsbrief gratis in de mailbox ontvangen? Stuur een bericht naar
[email protected]. Je kunt je straks ook aanmelden op de nieuwe website www.lpb.nl. De redactie wordt uitgebreid met nieuwe krachten. Lijkt je dit leuk en wil je weten wat het redactiewerk inhoudt? Bel Bas van Pul, 06 52 44 66 12.
“Je moet je eigen wiel uitvinden!”
netwerk
Gerard Jansen zegt wijkgericht werken vaarwel.
zonder buurtbudget van de gemeente én niet zonder het enthousiasme van bewoners. Als gemeente kun je zoiets nooit initiëren. Dat is toch mooi?"
De wijk Terweijde in Culemborg was zíjn wijk. Daar ging het er niet zachtzinnig aan toe de laatste tijd, maar dat was niet de reden voor Gerard Jansen om te stoppen als wijkmanager: "In Culemborg is het wijkgericht werken een kant uitgegaan waar ik niet achter sta. Het was een organisatorische richtingenstrijd en die heb ik verloren. Toen had ik al snel besloten: dit ga ik niet doen."
De stand van het land Het is crisis, die is voelbaar in het land en in het wijkbeleid. Als Gerard het helemaal voor het zeggen had in Nederland, wat zou hij doen om het tij te keren? Hij denkt even diep na, maar weet al snel waar het wat hem betreft aan schort: "Er zijn zoveel mensen bezig met het managen van beleid en met het managen van de organisatie. Veel externe mensen ook. Wat mij betreft stoppen we veel meer tijd, uren en banen in uitvoerend werk." Als al die denkers en managers verdwijnen, wie denken en managen er dan nog? Gerard: "Die andere helft haha! Serieus, er wordt veel te veel papier geproduceerd door mensen die ongeveer hetzelfde doen of zich ongeveer met hetzelfde onderwerp bezighouden. Die zitten elkaar alleen maar in de weg. Terwijl de basisvoorzieningen verschralen. Ik ben heus niet de eerste die dat roept, maar het is echt zo."
Gerard koos na achttien jaar 'in de wijk' voor een andere functie in een ander werkveld, de jeugdhulpverlening. En daarmee stopt hij ook als bestuurder van het LPB.
Gezonde bemoeizucht "Mijn opvatting is dat wijkgericht werken zich overal mee mag bemoeien. Je bedenkt met zijn allen welke kant het op moet met de wijk in de vorm van ontwikkelingsplannen. Sociale aspecten, de openbare ruimte, ideeën van bewoners, je neemt alles mee. Vervolgens ga je ook met zijn allen werken aan de uitvoering van die plannen. Zo neem je verantwoordelijkheid voor datgene wat je hebt bedacht en waarvoor je hebt gekozen. En als je tegen een probleem aanloopt, weet je elkaar snel te vinden om te overleggen over de oplossing."
"Ik snap hoe dat werkt hoor. Managen is hip en het betaalt goed. Mensen willen de handen niet meer uit de mouwen steken. Terwijl je aan het ziekenhuisbed en voor de klas juist slimme mensen nodig hebt. Van mij mogen ze er best een premie op zetten als iemand voor de klas gaat. Volgens mij zouden veel managers het leuk vinden om voor de klas te staan, of om in het jongerenwerk te gaan. Maar het heeft ook te maken met aanzien natuurlijk."
“Het LPB blijft meerwaarde toevoegen als zelfstandige club waar wijkmanagers en wijkcoördinatoren kunnen sparren.”
LPB: per definitie je eigen wiel uitvinden Niet voor niets nam Gerard de afgelopen negen jaar zitting in het LPB-bestuur. Hij is een netwerker en heeft veel aan het netwerk gehad. "Wat we met het LPB willen bereiken," zegt hij "is uitwisseling en inspiratie. Dat heb ik hier altijd gevonden. Je gaat eens op bezoek bij een collegagemeente of je bespreekt met elkaar hoe de ander het aanpakt."
Hoe gaat dat nu in Culemborg? "Wijkgericht werken is onderdeel van een operationele afdeling wijkzaken geworden. Een puur fysieke afdeling. Vanaf dag één zag ik de consequenties. Ik stond meteen op afstand van de beleidsontwikkeling, ondergebracht in een afdeling Stadsontwikkeling, en van het sociale deel van de organisatie."
"Je moet per definitie je eigen wiel uitvinden als afdeling wijkontwikkeling of wijkgericht werken. Je mag je natuurlijk wel laten inspireren, maar nadoen helpt niet, alleen al omdat je mensen mee moet nemen in een proces. Het proces ís een onderdeel van wijkgericht werken. Zodra iemand het gevoel krijgt dat het proces wordt opgelegd, gaat het mis."
Successen in 18 jaar wijkwerk Welke projecten waren in zijn loopbaan als wijkwerker het meest succesvol? "Ik ben en blijf groot voorstander van initiatieven uit de wijk. Daarom vind ik de buurtbudgetprojecten nog steeds heel waardevol. Bewoners krijgen het geld en de middelen voor kleine acties of ideeën. Dit jaar was er in Terweijde bijvoorbeeld een straat die een verwendag voor ouderen organiseerde. Dat is voor hen een dagje uit waar ze nog het hele jaar over praten. Zoiets kan niet
"Het mooie van het LPB vind ik dat we de afgelopen jaren echt professioneler zijn geworden, zonder dat we er
2
de hele tijd professionals bij hebben betrokken. De manier waarop gemeentes zich presenteren tijdens het congres is ook steeds verder gegroeid."
kunnen sparren. In de wijken en buurten zijn het toch vooral de wijkmanagers die mensen moeten gaan binden. Dat is een vak apart en een wijkmanager zal zich toch niet zo snel thuis voelen bij andere clubs of beroepsgroepen."
"Het LPB blijft meerwaarde toevoegen als zelfstandige club waar wijkmanagers en wijkcoördinatoren met elkaar
Wijkgericht werken volgens Gerard Jansen
2 Je spreekt de netwerken in dat gebied aan. Zoek de professionals in de wijk, zonder dat je er een hiërarchie aan hangt. Dat is de ouderwetse opbouwwerkmethode: creëer een besef van samenhang, van samenwerking en eventueel van samengaan.
1 Je organiseert iets vanuit een gebied. De buurt, de wijk of een aantal buurten. Neem daarbij het gebied zoals bewoners het ervaren.
4 Je stelt middelen beschikbaar om het daadwerkelijk door de bewoner zelf te laten doen.
3 Je zet de bewoner centraal. Zijn vraag is de echte, integrerende factor. In de aanpak van een probleem moet je dus álle partijen betrekken die met die vraag te maken hebben. De wereld bestaat niet uit de vakjes die wij bedenken. Leefbaarheid is leefbaarheid zoals de bewoner die ervaart.
6 Wijkaanpak heeft betrekking op leebaarheid. Acute veiligheidsproblemen of sociale achterstand los je er niet mee op, daarvoor zijn andere maatregelen nodig. Maar door de wijknetwerken heb je we een onderligger klaarliggen om deze maatregelen in te passen.
5 Je geeft de gemeente de eindregie ("maar ik weet niet of iedereen het daarmee eens is"). Uiteindelijk is er maar één partij die het algemeen belang bewaakt. En uiteindelijk wordt de gemeente aangesproken op het resultaat.
Infrastructurele maatregel Kun je hiermee echt spreken van een “methode van wijkgericht werken'? “Misschien,” zegt Gerard, “kun je het beter een grote infrastructurele maatregel noemen. Zonder dit soort afspraken gaat een methodiek waarbij bewoners centraal staan, niet werken.”
3
portret
Even voorstellen
schappelijke Ontwikkeling, milieuagenten, de veiligheidscoördnator, het bestuur, wijkbeheer, de communicatieadviseur. Extern zit ik regelmatig om de tafel met politie, woningbouwcorporaties, dorpsbelangen, welzijn en een ingenieursbureau.
Wat vond je de meest uitdagende klus tot nu toe? Dat was het schrijven van een nieuw hondenbeleid voor de gemeente Dronten. Het hondenbeleid dateerde uit 1998 en was in de tussentijd nooit herzien. Al jaren is hondenpoep voor veel burgers ergernis nummer 1, maar heeft het hondenbeleid geen prioriteit gekregen. Ik vond het een hele uitdaging om voor dit onderwerp, waar iedereen over mee kan praten, een beleid te schrijven. We zijn begonnen met de hondenbezitters, die op een plattegrond mochten aangeven waar veel honden worden uitgelaten. De respons van 40%! Dit leverde een aantal pilotgebieden op waar afvalbakken zijn geplaatst om de hondenpoep direct in te gooien. De gemeente kiest voor een uitgebreid pakket maatregelen met voorzieningen in de wijk, lik op stuk-beleid en een goede voorlichting voor de buurt. Ook wordt één dag per week de hondenpoepzuiger ingezet.
Janet Scholten
Janet Scholten, beleidsmedewerker Openbare Ruimte in Dronten Wat doe je precies in Dronten? De functie Beleidsmedewerker Openbare Ruimte is verdeeld onder twee afdelingen, Ruimtelijke Inrichting en Beheer en Wijkbeheer. De functie ontstond vorig jaar, omdat een verbinding tussen tactisch en operationeel werd gemist. Ik ben de verbindingsfactor tussen het gemeentehuis en de gemeentewerf. Dit maakt mijn functie erg veelzijdig.
Hoe houd je jezelf en anderen scherp? Ik vind netwerken erg belangrijk, bezoek themabijeenkomsten en congressen, ik spar met collega's en stem de werkplanning goed af met het team. Hoe zie je de toekomst van wijkgericht werken? Ik denk dat wijkgericht werken in de toekomst minder uitvoeringsgericht zal zijn. Op dit moment zie je al dat gemeenten, uit kostenoverweging, beheertaken gaan uitbesteden aan aannemers. Naar mijn idee zal dit in de toekomst alleen nog maar toenemen.
Ik werk projectmatig en houd me met van alles bezig. Zoals wijk- en buurtbeheer (vooral de invulling vanuit de WMO), hondenbeleid, het Handboek Inrichting en Beheer Openbare Ruimte, een klachtenmeldingsysteem voor meldingen in de openbare ruimte en een wijkontwikkelingsplan voor een woonwijk.
Wat kunnen gemeentes beter doen als het gaat om wijkgericht werken? Een goede visie en ambities formuleren met oog op toekomstontwikkelingen. Wat willen we bereiken met wijkgericht werken? En hierbij keuzes maken, wat doen we wel en wat doen we niet. Ook moeten we goede prestatieafspraken maken met externe partners.
Hoe ben je op deze plek terecht gekomen? Ik heb Integrale Veiligheidskunde gestudeerd aan de Saxion Hogeschool Enschede. De studie was georganiseerd rondom een aantal thema's zoals grotestedenproblematiek, jeugd, governance, onderneming en veiligheid. Het thema grotestedenproblematiek heeft de meeste indruk gemaakt, hierdoor is mijn passie voor wijkgericht werken ontstaan. Daarom heb ik in het derde jaar gekozen voor de specialisatie Regie Stedelijke Vernieuwing. Ik heb stages gedaan op het gebied van leefbaarheid in Zuthpen en Kampen. In Kampen heb ik na mijn studie nog een tijdje bij de Brandweer gewerkt als beleidsmedewerker, maar daar kon ik mijn passie 'leefbaarheid' toch niet zo goed kwijt. Toen kwam ik in Dronten terecht.
Je woont in Kampen. Welke (positieve of negatieve) ervaringen als bewoner gebruik jij in je werk? Ik woon in Kampen. Ik merk dat ik, sinds ik bij de gemeente Dronten werk, me bewuster ben van wat er zich in de openbare ruimte afspeelt. Klachten van familie en vrienden probeer ik vaak wat te nuanceren, omdat je de organisatie erachter weet. Dit probeer ik dan ook uit te leggen. Bijvoorbeeld: “Er ligt nog veel vuurwerk op de straten, de gemeente moet maar met het vegertje langsrijden om het op te ruimen.” De gemeente zet al veel personeel en materieel in om de gemeente schoon te houden, maar de burger heeft hier zelf ook een plicht. Dit probeer ik dan ook uit te dragen.
Met wie heb je allemaal te maken? Zoals zoveel gemeente-ambtenaren: met heel veel partijen! Intern met onder andere de beleidsmedewerker Maat4
Buurtgericht vrijwilligerswerk van start in Deventer 'De buurt… daar doe ik het voor' is het motto van een nieuw project in Deventer. Het is een initiatief van de Vrijwilligerscentrale Deventer (VCD) en wil ‘ongebonden’ vrijwilligers actiever maken in hun buurt. De eerste resultaten zijn bemoedigend.
sociaal
op het investeren in de infrastructuur en het ondersteunen van vrijwilligersorganisaties. In de stad kennen wij zo'n 850 verenigingen en groepen, waarvan er zo'n 500 staan geregistreerd bij de Kamer van Koophandel. Voorzichtige schattingen leren dat in Deventer (circa 96.000 inwoners) zo'n 20.000 vrijwilligers actief zijn. Deventer is dus een actieve en betrokken stad.”
Organisatie Hoe heeft de VCD het vrijwilligerswerk ingericht? Kort gezegd heeft de VCD vier pijlers: - werven van vrijwilligers; - werken met vrijwilligers; - waarderen van vrijwilligers; - vernieuwing vrijwilligerswerk.
De Vrijwilligerscentrale Deventer (VCD) bestaat al bijna dertig jaar en is niet meer weg te denken uit de stad. De VCD bestaat uit negen enthousiaste en gedreven medewerkers (vijf vaste en vier projectmedewerkers). De centrale ontwikkelde zich in die jaren tot een innovatieve club die veel nieuwe projecten start. De VCD was een van de eerste organisaties die vrijwilligers inzette voor Slachtofferhulp en ook met het Gildeproject - senioren die hun kennis, ervaring en expertise overdragen aan anderen - stond de vrijwilligerscentrale vooraan. Sinds kort heeft de VCD zich gestort op de 'ongebonden' vrijwilliger in de buurt. De centrale richt zich met het project 'De buurt, daar doe ik het voor' op vrijwilligers die geen lid zijn van een club of vereniging. De eerste resultaten mogen er zijn.
Vraag en aanbod van vrijwilligers Rob: “Het begint met het matchen van vraag en aanbod, waarvoor wij op onze website www.vrijwilligersstad.nl over een vacaturebank beschikken. Hoe laat je dit goed verlopen? Onze site wordt jaarlijks ruim 70.000 keer bezocht en kent zo'n 22.000 unieke bezoekers. De stad waardeert de site hoog.” Professionalisering De VCD ondersteunt vrijwilligersorganisaties en geeft gerichte adviezen. Centrale vragen zijn: “Hoe krijg ik mijn leden meer actief, hoe kom ik van consumerende tot investerende leden?” Dat is lastig in een tijd waarin mensen eerder kiezen voor de sportschool (consumeren) dan voor de geborgenheid van een vereniging. Een bestuur moet tegenwoordig niet alleen het wedstrijdschema in elkaar zetten, maar ook actief kijken naar de ledenwerving. Gedurende het jaar biedt de VCD workshops die verenigingen hierbij helpen. Rob: “We laten zien hoe je met een actief vrijwilligersbeleid ook meer kwaliteit in je vereniging krijgt, hoe je voor vrijwilligers aantrekkelijk wordt. Eigenlijk is vrijwilligersbeleid niets anders dan personeelsbeleid: hoe geef je voldoende aandacht en waardering aan je medewerkers?” In Deventer heeft de VCD zo al veel bereikt als het gaat om het professionaliseren van vrijwilligers.
Zeer betrokken bewoners Rob de Jong, al lange tijd de gedreven en betrokken directeur van de VCD, licht toe: “In Deventer heeft het vrijwilligerswerk zich in brede zin ontwikkeld. Het richt zich De vrijwilligerscentrale
Bereikbaar in de wijk “Verder wil de VCD ook vanuit zichzelf meer mensen activeren tot vrijwilligerswerk en wil het laagdrempelig zijn, zo dicht mogelijk bij de mensen. Daarom hebben wij ook loketten in de wijken bij de zogenaamde wijkwinkels. Hier is informatie te vinden en worden vrijwilligersvacatures aangeboden. Met de komst van een snel glasvezelnetwerk in Deventer willen wij videoloketten ontwikkelen. Hiermee kunnen bewoners in de stad vanachter hun PC kennismaken met onze dienstverlening en kunnen ze ook vragen stellen.” Buurtgericht vrijwilligerswerk: ‘n nieuwe loot aan de stam Waar de VCD zich lang inzette voor de georganiseerde vrijwilligers (verenigingen, stichtingen, enzovoort), richt zij 5
Bronmethodiek Centraal staan de betrokkenheid, interesses en talenten van bewoners. Vervolgens proberen we die te vertalen in vrijwillige inzet. Rob: “We noemen dat: andersom denken. Zo helpen we actieve organisaties in de buurt die met vrijwilligers werken te ontdekken waarvoor mensen warm lopen en op welke voorwaarden zij hun interesses, talenten en tijd willen inzetten. Deze methode (bronmethodiek) helpt om de participatie in de buurt te bevorderen. De methode stimuleert bovendien dat organisaties en verenigingen in de buurt elkaar (beter) leren kennen.
zich nu ook op de ongebonden, ongeorganiseerde vrijwilliger. Hiervoor is het project 'De buurt, daar doe ik het voor' gestart. De VDC ontwikkelt een methodiek om in kaart te brengen welke talenten aanwezig en inzetbaar zijn bij bewoners in een wijk. De methodiek wordt vanuit de praktijk ontwikkeld en getest. Het project wordt uitgevoerd in het dorp Bathmen en de buurt Zandweerd-Noord. Achterliggende doelstellingen vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) zijn: - mensen uitdagen meer initiatief te nemen; - stimuleren, ondersteunen en open staan voor burgerinitiatieven; - de samenhang in de wijk vergroten en bundelen van krachten in de buurt; - stimuleren van participatie en het tegengaan van sociaal isolement; - activeren van mensen die nu nog aan de zijlijn staan; - ondersteunen van vrijwilligerswerk.
De VCD voert het project uit met Gemeente Deventer (team Wijkaanpak), Raster Groep (divisie Welzijn) en Carinova Mantelzorgondersteuning.
Meer informatie Rob de Jong, directeur VCD,
[email protected]
kennis
De worsteling met krimp De gevolgen van krimp zijn groot en divers. De bevolkings- en huishoudensdaling is vooral te zien op het platteland. Krimp heeft financiële gevolgen voor de overheid, voor corporaties en voor bewoners.
ontkent iedereen: bestuurders, bewoners, bedrijven, iedereen in het krimpgebied. Dat kan jaren duren. Daarna komt men in de fase waarin het verlies niet meer te ontkennen valt. Economische voorzieningen vallen weg, de bakker krijgt het niet meer rond. Alle betrokkenen zullen het moeten accepteren. Dan pas is er ruimte voor handelen.”
Hoe pak je het aan? “Globaal zijn er vier strategieën om met krimp om te gaan,” schetst Anne-Jo. “De eerste is loslaten en de krimp volgen, met een grote kans op sociale en fysieke verloedering. Onwenselijk dus. De tweede is loslaten en de krimp proberen te remmen. Dan laat je de markt zijn werk doen en bestaat het risico dat goedkopere woningen verdwijnen ten gunste van duurdere huizen, bijvoorbeeld voor welvarende gepensioneerden. Je kunt ook sturen en de krimp volgen, de derde strategie. Dat betekent ontbouwen. En de laatste mogelijkheid is sturen en de krimp rémmen. Dat kun je doen door de woonkwaliteit te verbeteren, voorzieningen toe te voegen en dat in de markt te zetten. Dat kan nieuwe bewoners aantrekken en de bestaande behouden.”
De ruimtelijke gevolgen van krimp zijn leegstand van woningen en verpaupering. Ook heeft krimp sociale gevolgen: jongeren en hoger opgeleiden verlaten de dorpen waardoor steeds minder voorzieningen overblijven. Het CBS voorspelt een afname van de bevolking voor de komende twintig jaar in bijna tweederde van de gemeenten in Nederland. Niet alleen de bevolking krimpt, ook het aantal huishoudens. Dat is vooral het geval in Groningen, Friesland, ZeeuwsVlaanderen en Limburg. Bijna een op de tien gemeenten in Nederland krijgt hier de komende twintig jaar mee te maken.
SEV onderzoekt hoe we gatenkaasdorpen kunnen vermijden
Krimpexperimenten Anne-Jo Visser is Programmaregisseur Wonen en Markt bij de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV). In die hoedanigheid is ze verantwoordelijk voor de Krimpexperimenten, waarin op locatie onderzocht wordt wat geschikte manieren zijn om met krimp om te gaan. De experimenten hebben een financiële, een ruimtelijk-fysieke of een sociale insteek, of een combinatie daarvan.
Streekpromotie vaak geen succes Heeft die laatste strategie onderhand niet afgedaan? Is regiomarketing geen gepasseerd station? Anne-Jo: “Over het algemeen wel, gebieden die alles inzetten op streekpromotie, redden het niet.” Heeft dat überhaupt zin, puur op het imago bouwen? “Het moet natuurlijk wel realistisch zijn en gepaard gaan aan de benodigde fysieke verbeteringen. Een gebied valt bijvoorbeeld niet zomaar om te toveren in een toeristische trekpleister.”
Acceptatie “Krimp betekent in feite een rouwproces waar alle betrokkenen doorheen moeten,” vertelt Anne-Jo. “Aanvankelijk 6
Holwerd als trekpleister? Eén van de krimpexperimenten richt zich op het Friese Holwerd. Anne-Jo vertelt dat bewoners en gemeenten daar overwegen om op de recreatieve variant in te zetten. Toerisme als antwoord op de krimp. Hoe levensvatbaar is dat? Anne-Jo: 'Er ís daar nog iets aan economisch potentieel met de ligging bij de boot naar Ameland, maar de behoefte aan recreatie in Nederland gaat niet opeens astronomisch stijgen. Dat kan dus niet élk dorp doen. Ik weet niet of het uiteindelijk de beste optie is voor Holwerd.'
woonvoorraad van de corporatie. Je kunt ook zorgen dat zoiets als kinderopvang goed geregeld is in het dorp. Wat van belang is, is dat overheden zich realiseren dat het verbe teren van voorzieningen in hoofdzaak voor de bewoners zelf is. Niet voor immigranten.'
Over de grens 'In Heerlen, deel van Parkstad Limburg, is overwogen om nauwer samen te werken met Aken, net over de grens. Heerlen kan onderdak bieden aan Akense studenten en medewerkers van de Akense campus. In ruim een half uur ben je met de trein in Aken vanuit Heerlen, maar blijkbaar spelen er meer zaken mee om in Nederland te komen wonen dan alleen een snelle en directe verbinding.'
Verhuizingen zijn meestal regionaal In de loop der jaren zijn er in krimpgebieden teveel voorzieningen gebouwd. 'De Blauwe Stad in Oost-Groningen is een duidelijk voorbeeld,' aldus Anne-Jo. 'De verwachting was dat het vooral mensen uit het westen zou trekken, op zoek naar rust en ruimte. Maar de realiteit is dat de ruime meerderheid van de verhuisbewegingen regionaal is. Ook in Groningen. Er zijn dus nauwelijks mensen van buiten komen wonen en het gros van de kavels is nog te koop.'
Gatenkaasdorpen De impact van ontbouwing lijkt veel groter dan van stadsvernieuwing, in elk geval in politiek-bestuurlijke zin. Waarom is dat? Anne-Jo: 'Als je woningen sloopt in een krimpgebied, komt er niets voor terug. Dat is het enige dat je kunt zeggen. Als voorbeeld kun je kijken naar Ganzedijk. Je wilt het ruimtelijk zo oplossen, dat het in de nabije toekomst een dorp blijkt waar het prettig wonen is. In Duitsland zijn er gatenkaasdorpen. Dat wil je niet.'
Zelf de voorzieningen verbeteren En hoe zit het met combinaties: kun je én ontbouwen én kwaliteit en voorzieningen toevoegen? 'Je kunt verschillende dingen doen om kwaliteit toe te voegen,' schetst Anne-Jo. 'Zo kun je woningen op leefstijl toewijzen en daarmee het woonklimaat positief beïnvloeden. Dat is wel beperkt tot de
Meer informatie www.sev.nl
Revolutionair in publieke dienst Willem Stam ziet zichzelf als een revolutionair in publieke dienst. In een land van (overheids)managers en toegenomen bureaucratisering, ontwaart hij de behoefte aan nieuwe inspiratie, aan slimme wijkwerkers met leiderschapskwaliteiten. In een workshop op het LPB-congres daagt hij gemeente-ambtenaren uit om met een revolutionaire bril te werken en denken. "Iedere revolutie begint met één individu en kan waar ook ter wereld morgen beginnen." Maar hij waarschuwt ook voor de valkuilen. De valkuilen die zijn grote voorbeelden tijdens de Cubaanse Revolutie over het hoofd zagen.
congres
lijk en eigenlijk ook niet goed mogelijk meer.
Meer machinaal werk Werknemers met een hoger denkniveau verdwijnen daarmee langzaam uit de wijken. Ze trekken zich terug in kantoren en houden zich bezig met het vele papierwerk dat de nieuwe aanpak met zich Che Guevarra meebrengt. In de wijken wordt het werk steeds meer 'machinaal' uitgevoerd en er is géén ruimte meer voor improvisatie, creativiteit en menselijk contact. Dat is op zich een prima werkwijze als je sneller afvalcontainers wilt legen of de post rond wilt brengen. Maar voor mensenwerk in de wijk is het een verarming. Willem neemt een kentering waar en hoort de roep om meer kwaliteit en meer slagkracht in de wijk. Er zijn weer wijkwerkers die eigen verantwoordelijk durven nemen om vraagstukken aan te pakken en werkzaamheden uit te voeren. Bewoners vragen in toenemende mate om “leiderschap op straat.” Maar hoe pak je een verandering aan in een vastgesleten systeem van wetten, regels en managementafspraken. Hoe word je, kortom, revolutionair in publieke dienst - of is dat niet voor iedereen weggelegd?
Voor afwijkend denken is weer steeds meer ruimte in wijkgericht werken, denkt Willem. Dat is een reactie op een jarenlange ontwikkeling van bedrijfsmatiger en planmatiger werken. In de jaren '90 doen managers hun intrede in de overheid. Beleidsmedewerkers moeten werkzaamheden organiseren volgens strakke prestatieafspraken; vaak wordt het echte werk weer gedaan door onderaannemers. Eigen verantwoordelijkheid bij de uitvoering is niet langer wense-
7
Iedereen kan waar ook ter wereld op elk moment een revolutie starten. Het begint altijd met één persoon, dat is het goede nieuws. Voor een revolutie is leiderschap, doorzettingsvermogen, geduld en strategisch inzicht nodig. Dat is al lastiger. En met de échte revolutionairen loopt het vaak niet rooskleurig af, omdat hun strijd altijd voortduurt. Willem citeert Emma Goldman, een an-archiste uit het begin van de vorige eeuw: “Compromisloze en moedige figuren hebben nooit 'succes'. Hun leven is een eindeloos gevecht tegen domheid en lamlendigheid van hun tijd.”
Bij de Cubaanse revolutie gaat het om een kleine groep strijders die uiteindelijk Cuba weten te bereiken. Deze groep heeft een geweldige passie en doorzettingsvermogen en weet deze vast te houden. De strijders maken optimaal gebruik van de mogelijkheden van de gebieden waar zij doorheen trekken, maken echt goed contact met de plaatselijke bevolking en weten vertrouwen te winnen. Ten slotte bieden zij de bevolking direct vanaf het begin de mogelijkheden van ontwikkeling aan door opleiding en werk. Een aantal jaren na de Cubaanse Revolutie gaan beide revolutionairen Guevara en Castro uit elkaar. Castro zet de revolutie op Cuba door maar maakt er ook een nieuwe bureaucratie van. Hij is de revolutionair die er eigenlijk naar verlangt om een plek te krijgen in het publiek stelsel. Liefst als absolute leider. Dit laat zien waarom het zo belangrijk is om vooraf te zoeken naar je eigen drijfveren. Waarom wíl je eigenlijk iets veranderen?
Willems eigen verhaal begint op het moment dat hij 30 jaar is. Eindelijk afgestudeerd en toegekomen aan de 'jaren des onderscheids'. Toch, als hij op dat moment terugkijkt, heeft hij al een aantal mooie klussen voltooid. Zo heeft hij zich ingezet voor de bewonersparticipatie in de stadsvernieuwing van Beverwijk, heeft hij een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van projectonderwijs bij de faculteit Weg en Waterbouw van de TH in Delft en heeft hij het initiatief genomen voor het opzetten van een planologenwerkgroep en PLAK, een planologieactie kafé.
"Geld dat vrijkomt door een efficiëntieslag, wordt bijna nooit terug in de wijk gestoken om bijvoorbeeld maatwerkoplossingen te bieden."
Guevare gaat een andere weg. Doet nog een tweetal revoluties in Kongo en Bolivia, maar vergeet de wetten van de Cubaanse revolutie - zoals vertrouwen winnen van het volk. Hij heeft de passie, maar het doel en de aanpak slaan niet aan en uiteindelijk gaat hij ten onder. Door zijn vele omzwervingen en zijn revolutionaire inslag brengt hij wel iets teweeg in de wereld. Hij verandert letterlijk in het icoon van 'de revolutie'. Ook als je er niet bij bent, kun je blijkbaar beweging veroorzaken.
De rode draad in deze activiteiten is dat het steeds gaat om nieuwe initiatieven, die beginnen in de marge, met een groep heel enthousiaste mensen die met weinig middelen vanuit kleine stapjes een eerste beweging maken. Bij het maken van beweging gaat het volgens Willem om vier dingen: passie, inspiratie, doel, aanpak.
Revolutionair zijn of niet? Het is niet voor iedereen weggelegd. Veranderen kan op vele manieren. Het is volgens Willem verstandig om goed na te gaan wat je eigen passies en drijfveren zijn. Bewuste keuzes zijn van belang. Waar sta je nu, hoe ziet je loopbaan eruit en waar wil je naartoe? Hoe ga je je persoonlijke idealen bereiken en wil je de revolutionaire weg op gaan?
Bij passie gaat het om vragen als wat zijn jouw idealen en dromen of revolutionairder gezegd waar wil jij je leven voor geven? Een ieder heeft eigen voorbeelden van mensen die daarin inspiratiebronnen zijn. Als je die inspiratiebronnen kent, is het van belang om na te gaan waarom díe nu juist zo inspirerend waren. Zo kom je achter je passies. Willem heeft in een uur niet de tijd om hier uitgebreid op in te gaan, maar vertelt wel over zijn inspiratiebron en de relatie met wijkgericht werken.
Helaas veel te veel om te bespreken in een workshop van een uur. Maar de deelnemers zijn enthousiast en het proeft naar meer. De volgende stap is een hele dag met dit onderwerp bezig kunnen zijn. Willem is al druk bezig met de voorbereiding. Heb je interesse en wil je deelnemen laat het weten.
De Cubaanse revolutie Willems inspiratie zit in de Cubaanse revolutie. Che Guevara en Fidel Castro realiseren vijftig jaar geleden een succesvolle revolutie op Cuba. In die revolutie en de manier van werken zitten veel leerpunten die ook toepasbaar zijn voor de aanpak van het wijkgericht werken. Het succes van de Cubaanse revolutie is niet gebaseerd op het verslaan van het leger en de gevestigde orde, maar veel méér op het winnen van het vertrouwen van het volk.
Meer informatie Willem Stam E:
[email protected] M: 06-10928638
8
pr aktijk
Wijkregie in Barendrecht Geef bewoners échte invloed op hun leefomgeving. Mobiliseer de kritische burgers en voorhoedes in de wijk, geef hen de ruimte en stap af van betutteling door overheid en andere professionals. Gemeenten en organisaties in een wijk zijn het altijd eens met deze uitgangspunten. Maar dan... de praktijk is vaak weerbarstig. Samenwerken om deze invloed te organiseren, is niet zo eenvoudig.
gewoon met rust gelaten worden! De rest loopt te hoop omdat zij zich stoort aan anderen of omdat ze zelf niet goed kunnen omgaan met maatschappelijke veranderingen. Daarover gaan de gebiedsregisseurs gewoon in gesprek met wie dat wil, individu of groep.
Ingesleten patronen kun je doorbreken, door: - nieuwe persoonlijke allianties van wijkwerkers tussen organisaties; - out of box-denken, lef en creativiteit; - communiceren op alle niveaus; - gevoel voor mensen uit alle sociale lagen; - geen intellectueel gebrabbel in wijkoverleggen; - een haast commerciële, zakelijke dienstverlenende instelling, 'deal or no deal'.
Wijkwerkers komen uit verschillende organisaties en hebben allemaal te maken met hun eigen belangen en perspectief.
Deze aanpak past in veel gevallen niet bij de bedrijfscultuur van de gevestigde maatschappelijke partners. Ze laten hun ingesleten patronen moeilijk los. Dat is een risico, want wanneer deze partners niet meedoen, ontstaat de indruk dat wijkregie vooral iets is van de gebiedsregisseurs en dat de gemeente uiteindelijk zelf beslist wat er zal gebeuren.
De groei van Barendrecht: voorspoedig en lastig Tien jaar geleden was Barendrecht een kleine gemeente met een sterk dorpsgevoel. Problemen - als ze er al waren werden opgelost binnen overzichtelijke bestuurlijke kaders met de vertegenwoordigers van winkeliers, kerken, sportverenigingen en vrijwilligersorganisaties. Inmiddels heeft de gemeente 50.000 inwoners, staat er een bijzonder stationsgebied en heeft het de sterkst groeiende economie van Nederland (na Haarlemmermeer). Er is bovendien een tweede Barendrecht ontstaan: het stedelijke gebied Carnisselande met 22.000 nieuwe Barendrechters, allemaal uit de stadsregio Rotterdam, met een sterke stadsmentaliteit.
Daarom zijn de partners projectleider van kleinschalige initiatieven in de wijk, waarmee ze ook zelf kunnen scoren in de wijk. De overheid moet dus durven loslaten - terwijl ook voor de overheid geldt dat ze het liefst werkt met nota's, vaststaande aanpakken en regeltjes. Maar de gebiedsregisseurs vinden dat dat anders moet: als je zelfredzaamheid in de wijk wilt bevorderen, moet je je eigen beleid niet dichttimmeren. Je moet met de samenleving en de wijken risico's durven nemen in het debat over de buitenruimte, veiligheid en andere zaken. Pas dan komt er beweging in de wijk.
Barendrechtse samenleving is, kortom, veranderd en dat vraagt een andere aanpak om bewoners te betrekken. De gemeente en ketenpartners (woonconsulenten, wijkagenten, jongerenwerkers, enzovoort) moeten professionaliseren en anders kijken naar die samenleving.
Stand van zaken na een jaar Uit de evaluatie van een jaar Wijkregie blijkt dat de samenwerking met actieve bewoners geslaagd kan wordengenoemd. Ook ketenpartners beginnen te wennen aan de nieuwe manier van werken. Eerst luisteren naar de vragen uit de wijk, dan pas aan de slag samen met de organisaties die zo'n vraag kunnen oppakken. De eerste kleine successen worden geboekt: zo is de aanvraag van het aantal wijkbudgetten in 2009 verdubbeld. Een struikelblok lijkt nu de gemeente zelf te vormen, die moet leren om het proces in de wijk écht los te laten. Een reorganisatie in 2008 is wat dat betreft niet behulpzaam: verschillende afdelingen zijn soms meer bezig om zichzelf in stand te houden, dan om samen de dienstverlening in de wijk te verbeteren. Het zal nog zeker een jaar of twee duren voor iedereen de methode van Wijkregie kent en omarmt.
Samenwerken in de wijk kan stroef verlopen, door: - interne gerichtheid van organisaties; - beperkte speelruimte voor wijkwerkers vanuit hun organisatie; - bezuinigingen; - geen stimulerend leiderschap; - vastgeroeste posities en denkbeelden in het management; - de waan van de dag regeert; dit belet organisaties én de gemeente-afdelingen om een duurzame samenhang in beleidsterreinen te zoeken. De gebiedsregisseur: een pragmaticus die verbindt Barendrecht werkt met gebiedsregisseurs. Die pakken het pragmatisch aan, vanaf straatniveau. Zij vinden dat de wijk geen hangplek mag worden voor professionals. Ze benaderen de wijk ook vanuit een onorthodoxe manier en ze bieden maatwerk. Maar liefst 70% van de wijkbewoners wil
Hoe creëer je samenhang in beleid? Zo kon het dus gebeuren dat vijf gemeentecollega's uit verschillende disciplines bezig waren met de nieuwe stationsomgeving. Openbare orde en veiligheid, beheer van 9
Doorfilosoferend De gebiedsregisseurs in Barendrecht zien in de strategische visie het sturingsmiddel voor de toekomst. Zeker als je er een jaarlijks wijkactieplan aan koppelt en als de wijk vraaggericht wordt bediend op basis van wat er echt toe doet. Zo hebben wijkpartners en bewoners echt invloed op het gemeentebeleid. De gebiedsvisies kunnen naadloos worden opgenomen in de collegeprogramma's voor de komende vier jaar.
de openbare ruimte, onderwijshuisvesting, gebouwenbeheer en verkeer; iedereen was bezig met zijn eigen plannen. De gebiedsregisseur hangt als een paraplu boven een gebied, maakt geen beleid en voert niets uit, maar signaleert wél dat deze partijen langs elkaar heen werken. Aan wie is het om die samenhang aan te brengen in de ambtelijke organisatie?
"Doelstellingen van wijkorganisaties zijn allemaal even prachtig en met dezelfde volzinnen opgeschreven. Toch is het nog niet veel instellingen gegeven om écht buiten de eigen kaders te werken."
De regisseurs pleiten voor een strategisch beleid per gebied. Een samenhangende gebiedsvisie dwingt tot een samenhangende planontwikkeling en het brengt medewerkers uiteindelijk samen. In zo'n visie, die inmiddels in meer gemeenten zijn intrede doet, wordt niet alleen gekeken naar administratief-juridische zaken of ruimtelijke ordening. De 'harde' én de 'zachte' kanten van het beleid komen hier samen.
Het betekent wél iets voor de gemeentelijke organisatie. Alle gemeentelijke bedrijfsprocessen van de extern gerichte afdelingen moeten worden afgestemd op wijkgericht werken. Je zou zelfs nog verder kunnen gaan: de gebiedsgerichte partners worden opdracht-gever voor de vraaggerichte, gemeentelijke organisatie. Ze krijgen een gedeeld eigenaarschap over de buurt; wijkpartners en bewoners bepalen hiermee daadwerkelijk de toekomst van hun gebied.
Alles moet zijn plek krijgen in de planvorming: ruimte voor maatschappelijke voorzieningen, onderwijshuisvesting, wijkcentra, steunpunten voor ouderen, winkels en horeca, ontmoetingsruimten, openbare orde en veiligheid, Brede School, sport, woonzorgzones, enzovoort; omdat in zo'n visie alle tot op heden gescheiden beleidsterreinen pas echt samenkomen, is dat het ideale instrument om de samenleving te ondersteunen. De vragen vanuit het gebied (door bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties) blijven leidend voor de invulling van de visie.
Een mooi toekomstbeeld; het zal nog de nodige voeten in aarde hebben voor het zo ver is.
Meer weten Wil je meer informatie over Wijkregie in Barendrecht, kijk dan op www.wijkregie.nl of neem contact op met Arjen van Breugel en Martin Wildeboer,
[email protected]
agenda de STADSWIJKstudies - 5 (Trancity) De nieuwe Stadswijkstudies gaan uitgebreid in op het vakmanschap van de wijkprofessional Startdatum: 29 maart 2010 Meer informatie: www.trancity.nl/stadswijkstudies
Studiedag Bewoners in gebiedsontwikkeling (Nirov) Hoe worden de ervaringsdeskundigen van de wijk volwaardige partners in het proces van gebiedsontwikkeling? Een kijk op traditionele en nieuwe manieren van participatie. Datum: 10 juni 2010 Meer informatie: www.nirov.nl > Agenda
Leergang De Binnenstedelijke Gebiedsontwikkelaar (Nicis) Herken de urgente problemen in een stedelijk ontwikkelingsgebied en pak ze samen met andere partijen aan. Een 7-daagse praktijkgerichte leergang van Nirov en Vannimwegen. Startdatum: 31 maart 2010 Meer informatie: www.nicis.nl > Bijeenkomsten of www.lpb.nl
Klankbordgroep (LPB) Datum: 9 april 2010, vanaf 10:00 uur Locatie: Observant, Stadhuisplein 7, Amersfoort Meer informatie: www.lpb.nl > Agenda Het maken van wijkanalyses (Stade Advies) Hoe voer je op een systematische wijze een wijkanalyse uit? (doelgroep: opbouwwerkers) Datum: o.a. 22 juni 2010 Meer informatie: www.stadeadvies.nl
Masterclass Wijkontwikkeling (Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid) Een dag terug in de schoolbanken. Sprekers: Annet Bertram, Marc van Leent, Paul Schnabel, Pieter Tordoir, Klaas Mulder Datum: 8 april 2010 Meer informatie: www.sbo.nl of direct: http://tiny.cc/sbowijkontwikkeling
LPB-Congres Datum: 25 en 26 november 2010 Locatie: Zwolle Meer informatie: volgt
10
Gezellig jubileum in gastvrij Heerlen Het vijftienjarig jubileum van het LPB hebben we gevierd in het gastvrije Heerlen, met twee inspirerende LPB-congresdagen.
congres
Gemeente Hoogeveen mocht de prijs - plus een geldbedrag van de ASN-bank - meenemen voor het project Kampioenschap Graffiti. Winnaar LPB Award
In een soepele beweging werden we door de dagen geleid: leren, kennis maken, lachen, bezinnen, netwerken. En dat alles met een prima verzorging.
Creatief oplossen Heerlen - onderdeel van Parkstad Limburg - is een stad die krimpt en dat dwingt de stad om anders naar de samenleving te kijken. Het thema Anders kijken, anders oplossen was dan ook snel gekozen. De organisatie mocht dit motto meteen in de praktijk brengen, toen bleek dat Heerlen 380 deelnemers zou gaan herbergen, in plaats van de 250 waarmee rekening was gehouden. Tijdens deze dagen was er veel creatieve dynamiek, in de workshops en in de wandelgangen. Heerlen trakteerde ons op inhoudelijke en actieve bijeenkomsten. Daarin keken we naar de lokale vraagstukken waarmee iedere wijkwerker te maken kan krijgen, én naar problemen die vooral samenhangen met bevolkingskrimp.
Pas op voor continue monitoring Tv-presentator Eddy Zoey liet ons zien wat hij zoal was tegengekomen in de wijken voor zijn programma Nu we er toch zijn. Hij vond dat we teveel geneigd zijn te praten over de mensen in de (pracht)wijken en riep hij ons op te praten met de bewoners. Eddy kon rekenen op een instemmend applaus.
De gastheer deed er alles aan om ons een 'anders kijken'-ervaring te bezorgen. De workshops op dag 1 vonden plaats op verschillende locaties in de Heerlense buurten. Er werd gediscussieerd en geleerd en er waren verrassingsworkshops na afloop: zoals schilderijen maken voor de herinrichting van een plein, zandkastelen bouwen, balletles door een beroemde Nederlandse balletdanser, een buurt schoonmaken samen met (ex-)verslaafden.
Socioloog Willem Schinkel had een soortgelijke boodschap. De auteur van het succesvolle boek De gedroomde samenleving pleit ervoor om de wijken af te halen van de continue monitoring. Immers: “Dagelijks aan de hartslagmeter liggen kan alleen maar leiden tot hypochondrisch gedrag. Natuurlijk kunnen zich problemen voordoen in wijken, maar houd het bij die problemen, wordt er niet direct panisch over en zoek naar antwoorden wanneer zich problemen voordoen.”
Hardnekkige vraagstukken Ook tijdens de plenaire sessies lieten de sprekers ons anders kijken.
Impressie op internet Een impressie van het congres is nog steeds te vinden op www.lpb.heerlen.nl. Als je op Youtube.nl zoekt naar 'eddy zoey nu we er toch zijn' vind je diverse filmpjes van zijn programma. Informatie over Willem Schinkel vind je op Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_Schinkel. Een mooie recensie van zijn boek De gedroomde samenleving staat op http://tiny.cc/schinkelrecensie.
Wethouder Riet de Wit van Heerlen hamerde op het belang om de energie te blijven richten op hardnekkige, langdurige sociale vraagstukken in de wijk. Ook al zijn dat de problemen waar niet direct politiek mee te scoren is - in tegenstelling tot de vele 'probleemhypes' die vooral door de pers worden geagendeerd.
LPB Award Een voorbeeld van creatief oplossen werd tijdens de opening van het congres beloond met de LPB Award.
Volgend jaar in Zwolle Het LPB dankt Gemeente Heerlen voor de perfecte organisatie, de inspirerende bijeenkomsten en het gezellige feest op vrijdagavond. Volgend jaar is het de beurt aan Zwolle. Houd 25 en 26 november 2010 alvast vrij.
11
column
Stadslente door Jacqueline Schmitz, beleidsmedewerker wijkgericht werken in Breukelen
Wat het tot nu toe heeft opgeleverd? Van de Burgt: gezelligheid, bekendheid met elkaar, meer respect tussen jongeren en ouderen en mensen die elkaar een spiegel voorhouden over gedrag. Dan is er ook nog persoonlijke winst van één van de vrijwillige acteurs: zij heeft dankzij het toneelspelen zo veel zelfvertrouwen opgedaan, dat ze weer aansluiting heeft gevonden op de arbeidsmarkt.
Hier zit ik dan, temidden van sneeuw en ijs een stukje te bedenken over 'lente in de stad', over kansgericht werken. Maar juist in deze stille en koude periode worden de zaadjes gelegd die in de lente tot bloei komen. Zo ook in de gemeente Woerden waar theatermaker Michiel van de Burgt op zoek is naar talentvolle mensen die mee willen doen aan een theaterproductie van en over de wijk Molenvliet.
Ik hoop dat jullie, lezers van deze column, er weer een zaadje van inspiratie bij hebben gekregen. Wie weet wat er dan tot bloei komt? Als jullie meer willen weten over dit project, bezoek dan de site van Michiel van de Burgt: www.michielvandeburgt.nl/wijktheater of neem contact op met Jacqueline Scheenstra, beleidsmedewerker wijkgericht werken gemeente Woerden.
“De werving van mensen én verhalen uit de wijk is het belangrijkste”, vertelt Van de Burgt. Hij gaat dan ook op onorthodoxe wijze te werk. Geen formuliertjes en oproepen, maar met pen en papier op bezoek bij scholen, het winkelcentrum, het bejaardentehuis en bij grotere evenementen in de wijk. Hij spreekt daar willekeurige mensen aan over het idee van een wijktheater. Het heeft hem 23 vrijwilligers opgeleverd in alle leeftijdscategorieën (van 11 tot 70 jaar!), mannen en vrouwen, uit alle lagen van de bevolking.
Wijktheater Molenvlietgroep
Zij gaan onder leiding van Van de Burgt aan de slag met het schrijven van een toneelstuk, met het bouwen van een decor en met het instuderen van muziek en dans. En het gaat allemaal over de thema's in deze wijk: jongerenoverlast, recreatie in het wijkpark, de verbouwing van het winkelcentrum en natuurlijk de onvermijdelijke hondenpoepoverlast. De voorstellingen worden in de wijk zelf gegeven, in een buurtcentrum of in een school bijvoorbeeld. En na afloop kunnen de bezoekers van de voorstelling in discussie met elkaar en met de aanwezige wijkwerkers.
colofon
De nieuwsbrief gaat door!
Dit is een uitgave van het lpb platform voor wijkgericht werken en dsp-groep. Het lpb bevordert het uitwisselen van kennis en ervaring op het terrein van wijkgericht werken. Ruim 100 gemeenten zijn lid. Aan de inhoud van de nieuwsbrief wordt de uiterste zorg besteed. Niettemin kunnen de redactie en de uitgever niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden. Meer info: www.lpb.nl issn: 1380-7714
Dit was de laatste uitgave van de papieren nieuwsbrief. Alle abonnementen zijn per 1 januari 2010 automatisch stopgezet, oude abonnees ontvangen dan ook geen facturen meer voor de nieuwsbrief.
Samenstelling en redactie: Pauline Promes, Edwin Broekman, Kitty van den Hoek, Anne Brommersma, Bas van Pul eindredactie: Bas van Pul, Tekstlijn vormgeving en drukwerk: De Appelbloesem Pers vraag of tip voor de redactie? Mail naar
[email protected]
Het LPB werkt aan een compleet nieuwe website en een digitale nieuwsbrief. Wil je de gratis nieuwsbrief in je mailbox ontvangen? Stuur een e-mail naar
[email protected] De eerste nieuwsbrief zal rond juni verschijnen, tegelijk met de lancering van de nieuwe website. Blijf tot die tijd op de hoogte via www.lpb.nl
Uitgever: dsp-groep, contactpersoon: Linda Prast, e-mail:
[email protected] Van Diemenstraat 374 1013 cr Amsterdam tel. (020) 625 75 37 fax (020) 627 47 59 www.lpb.nl
12