MVO-verslag 2011 Koninklijke FrieslandCampina N.V.
MVO-verslag 2011 Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Bijschrift bij cover: Koeien in de wei zijn een kenmerkend onderdeel van het Nederlandse cultuurlandschap. Bovendien staat de grazende koe voor veel Nederlanders symbool voor een duurzame melkveehouderij. Tijdens onze jaarlijkse Open Boerderijdagen ervaren duizenden consumenten hoeveel zorg er uit gaat naar onze koeien.
2
Toelichting
In dit MVO-verslag doet Koninklijke FrieslandCampina N.V. verslag van de resultaten en de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in 2011. Het MVO-verslag 2011 is opgesteld volgens de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI). Het verslag voldoet aan level B (self declared). Het MVO-verslag en de bijbehorende GRI-index is tevens te vinden op www.frieslandcampina.com en kan, evenals het jaarverslag 2011, worden aangevraagd bij de afdeling corporate communication van FrieslandCampina. Vragen, opmerkingen of suggesties ontvangen wij graag op het volgende adres:
[email protected].
Volg ons op:
Inhoud Woord vooraf
Belangrijkste ontwikkelingen
Kerncijfers MVO
4
6
8
Kerncijfers
Profiel, strategie en organisatie
10
11
De MVO-aanpak van FrieslandCampina
18
De vier pijlers van onze MVO-aanpak
Voedingswaarde & gezondheid
Efficiënte en duurzame productieketens
22
22
28
Ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika
Duurzame melkveehouderij
38
Het fundament: borging van het MVO-beleid
47
Bijlagen
56
42
4
Woord vooraf
Woord vooraf
Geachte lezer, Royal FrieslandCampina heeft in 2011 belangrijke stappen gezet in het borgen van duurzaamheid. Zowel in de verschillende vestigingen van FrieslandCampina in 26 landen wereldwijd als in de coöperatie, met 14.400 melkveehouderijbedrijven in Nederland, Duitsland en België. Het duurzaamheidsprogramma is een van de fundamenten van de strategie route2020 die gericht is op groei en waardecreatie. Met trots durf ik vast te stellen dat de duurzaamheidsstrategie staat als een huis: missie, visie, vier prioriteitsgebieden en twaalf doelstellingen. Die doelstellingen passen bij de kerncompetenties van FrieslandCampina en bij duurzaamheidsthema’s zoals de reductie van broeikasgassen, waarmee FrieslandCampina zich wil onderscheiden. De realisatie van onze duurzaamheidsdoelstellingen is vastgelegd in ons Balanced Business Plan en de verantwoordelijkheden zijn toegewezen en verdeeld aan het management. In het jaar 2011 is veel aandacht besteed aan het verkrijgen van meer draagvlak onder de eigen leden-melkveehouders van de coöperatie. De leden hebben zelf bijgedragen aan de ontwikkeling van en hebben ingestemd met het ambitieuze programma voor de duurzame melkveehouderij. FrieslandCampina stimuleert weidegang van koeien met een financiële impuls voor melkveehouders tot een bedrag van 45 miljoen euro per jaar. Ook hebben we het assortiment weidemelkproducten uitgebouwd. Want vanaf het voorjaar 2012 is er niet alleen Campina weidemelk, maar ook Milner weidekaas en Vifit en Optimel van weidemelk. We hebben tijdig ingezien dat de aanwezigheid van koeien in het weidelandschap door Nederlandse consumenten enorm wordt gewaardeerd en een sympathieke schakel is tussen de primaire sector – de melkveehouderij – en haar afnemers en consumenten. Andere wapenfeiten in 2011: de voortgang in ons beleid voor duurzame inkoop van landbouwgrondstoffen zoals soja (ten behoeve van de veevoerindustrie), palmolie, cacao en FSCgecertificeerde verpakkingsmaterialen; de concrete samenwerking met enkele grote klanten op duurzaamheidsgebied; het verkrijgen van de ISO 26000-verklaring; de internationale aansturing en coördinatie van ons steunprogramma Dairy Development voor 40.000 kleine melkveehouderijen in Zuidoost-Azië en Nigeria en de samenwerkingsovereenkomst voor vijf jaar die we hebben getekend met het Nederlandse Rode Kruis, gericht op de aanpak van nutriëntentekorten onder vluchtelingen en slachtoffers van natuurrampen. Een triest feit is dat er bij ongevallen in onze productielocaties in 2011 twee dodelijke slachtoffers te betreuren waren. Het zijn gebeurtenissen die niet mogen voorkomen.
Het thema veiligheid heeft dan ook de grootste aandacht van het management en de medewerkers van FrieslandCampina. Duurzaam ondernemen is een fundamenteel en integraal onderdeel van onze strategie route2020. Het is voor een coöperatieve onderneming met 140 jaar historie meer dan louter een randvoorwaarde voor groei en waardecreatie. Het is onze ambitie consumenten overal in de wereld te voorzien van essentiële voedingsstoffen uit natuurlijke zuivel. Het realiseren van voedselzekerheid – of beter gezegd nutriëntenzekerheid – zal de wereld voor stevige uitdagingen stellen. Zeker als er in 2050 8 à 9 miljard wereldburgers zijn, natuurlijke hulpbronnen schaarser worden en de negatieve effecten van klimaatverandering op de productie van landbouw en voedsel voelbaar worden. In zo’n situatie groeit de behoefte aan nutriëntrijk voedsel en zal er minder plaats zijn voor ‘lege calorieën’. Melk en zuivel kunnen dan een belangrijke rol spelen. Uiteraard wel onder de voorwaarde dat we ons inspannen om de milieuconsequenties van onze keten – broeikasgassen, water, energie, biodiversiteit – verder te verkleinen. Daar hebben we onze eigen keten van melkveehouderijen tot en met de verwerking in onze fabrieken (‘van gras tot glas’) op ingericht. Cees ‘t Hart CEO Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Woord vooraf
5
Geachte lezer, 2011 is voor Zuivelcoöperatie FrieslandCampina en haar 14.400 leden-melkveehouderijbedrijven het jaar geworden van de doorbraak van duurzaamheid in de eigen melkveehouderijen. Onze leden – tevens eigenaren van Koninklijke FrieslandCampina N.V. – zijn zelfstandige ondernemers die zich met hun vakmanschap en kennis hebben verdiept in de thema’s klimaat & energie, diergezondheid, weidegang en biodiversiteit. Daarover hebben we in 2011 met elkaar binnen de coöperatie indringend gesproken en gediscussieerd. Daarnaast hebben we samen met onze leden ‘pilots’ voor de bovengenoemde thema’s gehouden. Doelstellingen die we nastreven voor 2020 zijn onder meer 30% minder broeikasgassen, gebruik antibiotica terug naar het niveau van 1999, handhaving van het huidige niveau van weidegang en 100 procent gebruik van duurzame soja in veevoeders (in 2015). FrieslandCampina biedt nu in de implementatiefase van het programma voor de duurzame melkveehouderij technische ondersteuning, meetinstrumenten, training en advies maar ook stimulansen, zoals de financiële stimulans van 0,50 euro per 100 kilo melk voor leden-melkveehouders die weidegang toepassen. Het totale pakket markeert een geheel nieuwe fase voor FrieslandCampina omdat de coöperatie nooit eerder zo ver is gegaan met facilitering en ondersteuning.
Waarom doen we dit? Om twee redenen. Allereerst omdat we oprecht ervan overtuigd zijn dat we alleen op deze wijze maatschappelijke waardering, draagvlak en aansluiting bij onze belanghebbenden – klanten, consumenten, overheden, maatschappelijke organisaties, publieke opinie – kunnen behouden. En dat is een essentiële voorwaarde om als ondernemers in de primaire sector succesvol te kunnen ondernemen en te groeien. Ten tweede staan we achter de business case van duurzaam en innovatief ondernemerschap. Met ons programma voor de duurzame melkveehouderij – Foqus Planet – creëren we extra kansen voor technisch-economische verbeteringen en het tot waarde brengen van de melk van onze eigen leden-melkveehouders. De grazende koe lijkt voor veel Nederlanders het symbool voor de duurzame melkveehouderij, zo blijkt uit onderzoek. Met het concept van de Campina Open Boerderijdagen ontvangen we honderdduizenden consumenten op onze melkveehouderijen. De consumenten kunnen dan ervaren hoeveel zorg onze leden besteden aan hun koeien, de melkproductie en de natuurlijke omgeving waarin ze werken. Zo ontstaat een belangrijke interactie tussen boer en consument waardoor transparantie, dialoog en begrip verder kunnen worden versterkt. Deze aanpak onder de vlag van Foqus Planet is essentieel om de positie van FrieslandCampina met onze eigen zuivelketen op de wereldmarkt succesvol te kunnen uitbouwen. De ledenmelkveehouders van de coöperatie spelen daarbij een cruciale rol. Piet Boer Voorzitter bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
6
Belangrijkste ontwikkelingen
Belangrijkste ontwikkelingen
FrieslandCampina werkt volgens de ISO 26000-norm voor maatschappelijk verantwoord ondernemen
Vernieuwd duurzaamheidsprogramma vastgesteld voor onderneming en coöperatie als belangrijke hoeksteen in route2020
FrieslandCampina, de op één na hoogst genoteerde Nederlandse onderneming op de WWF Palm Oil Buyers score card
Ontwerpplannen duurzame melkveehouderij zijn samen met leden ontwikkeld, goedgekeurd en in werking gezet
Start nieuwbouw duurzaam Innovation Centre in Wageningen
Publicatie routegids Foqus Planet, de richtlijn voor duurzame melkveehouderij in Nederland
Belangrijkste ontwikkelingen
Ruim 100.000 bezoekers op de Campina Open Boerderijdagen
FrieslandCampina en het Nederlandse Rode Kruis sluiten een samenwerkingsovereenkomst voor 5 jaar
FrieslandCampina stimuleert weidegang van koeien met een financiële impuls voor ledenmelkveehouders tot een bedrag van 45 miljoen euro per jaar
De Dutch Lady Blue Brigade, de vrijwilligersorganisatie van FrieslandCampina medewerkers in Maleisië, besteedt meer dan 3.000 uur aan negen gemeenschapsprojecten
FrieslandCampina medewerkers vieren op 1 juni 2011 samen met vele duizenden consumenten de Wereldmelkdag van de Food and Agriculture Organization (FAO)
7
8
Kerncijfers MVO
Kerncijfers MVO
2011
2010 Voedingswaarde & gezondheid Producten met ‘Ik Kies Bewust’-logo
158 157
Vermindering suiker in producten van Consumer Products Europe (in tonnen)
100 700
Efficiënte en duurzame productieketens CO2-uitstoot (kton CO2)
1.322 1.259 21.102 19.493
Energieverbruik (TJ) Energieverbruik van besparende maatregelen (TJ)
432 400 27.157 33.823
Waterverbruik (x 1.000 m ) 3
25.500 31.208
Afval (ton)
1.142 393
Gevaarlijk afval (ton)
Werknemers 19.484 19.036
Werknemers (gemiddeld aantal fte’s) Van wie mannen
14.315 14.230
Van wie vrouwen
4.721 4.713
Ziekteverzuim, Nederland (in procenten)
4,67 4,72
Ziekteverzuim, buiten Nederland (in procenten)
2,74 2,5
Ongevallenratio per 200.000 gewerkte uren (LTA Rate)
2,10 1,5
Deelnemers FrieslandCampina Academy, wereldwijd Aantal uren besteed door medewerkers aan FrieslandCampina Academy trainingen
40.000 60.000
Werknemers per business group 2011 gemiddeld aantal fte’s
Ingredients
13,0% 2.486
2.000 3.019
Cheese, Butter & Milkpowder
Werknemers naar regio 2011 gemiddeld aantal fte’s
Afrika en het 5% Midden-Oosten 1.032
1% Noord- en 140 Zuid-Amerika
12,3% 2.339
3,7% Overig 708
Azië 27% 5.202
19.036
34% Nederland
19.036
6.494
32,1% Consumer Consumer 38,9% 7.399 Products Europe
6.104
Products International
23%
4.340 Rest van Europa
10% 1.828
Duitsland
Kerncijfers MVO
Energieverbruik
Waterverbruik
1
TJ
24.000
35.000
21.000
Warmte
30.000
15.000
Elektriciteit
25.000
12.000
Stookolie
18.000
9.000
Overig water Leidingwater
20.000 15.000
Aardgas
6.000
10.000
Grondwater
5.000
3.000 0
0 2009
CO2-emissies
2010
2009
2011
Overige emissies
1
2011
1
640
1.400
560
1.225
Elektriciteit
1.050
480
SO2
400
875 700
320
Stookolie
525
160
175
80
0
0 2009
2010
2009
2011
Leeftijdsopbouw werknemers 2011 gemiddeld aantal fte's
2010
2011
Gescheiden ingezamelde afvalstromen 2011 in procenten Overige afvalstoffen
> 60 < 20
3,2% 0,2% 15,7%
20–29
15%
20,8%
19.036
24%
100%
31,6% 30–39 28,5%
NOx
240
Aardgas
350
40–49
2010
ton
kton CO2
50–59
1
x 1.000 m3
Papier en karton
Metaal
7%
38%
Hout 2% Glas
14% Kunststof
1
De vergelijkende cijfers van 2009 zijn onvolledig in verband met het ontbreken van informatie van een aantal vestigingen als gevolg van de recente fusie.
9
10
Kerncijfers
Kerncijfers
9.626
Resultaten in miljoenen euro’s
miljoen euro
omzet stijgt met 7%
2011
2010
9.626 403 216
8.972 434 285
2011
2010
Balanstotaal Totaal eigen vermogen
5.739 2.264
5.299 2.071
Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouder van de vennootschap en overige vermogensverschaffers
2.148
1.961
699
776
39,4%
39,1%
2011
2010
508 340
444 239
176
210
Netto-omzet Bedrijfsresultaat Winst Balans in miljoenen euro’s
39,4 % solvabiliteit versterkt
Nettoschuld Totaal eigen vermogen als percentage van balanstotaal Kasstroom in miljoenen euro’s
376
miljoen euro
investeringen
Netto kasstroom uit operationele activiteiten Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten Afschrijvingen op gebouwen, installaties en immateriële activa
Waardecreatie voor leden-melkveehouders in euro’s per 100 kilo
38,77
(excl. btw, bij 4,41% vet en 3,47% eiwit)
euro
melkprijs stijgt met 13%
Garantieprijs 1 ,2 Prestatietoeslag 1 Reservering ledenobligaties 1 Melkprijs 1
2011
2010
36,94 1,10 0,73 38,77
32,39 1,23 0,73 34,35
2011
2010
19.036 14.391 19.848 10.140 8.838
19.484 14.829 20.375 10.266 8.821
Overige gegevens
10,1
miljard kilo
melk verwerkt
1
Het reserveringsbeleid en de berekeningswijze van de garantieprijs zijn in 2011 aangepast ten opzichte van de berekeningswijze in eerdere jaren. De cijfers over het jaar 2010 zijn niet aangepast.
Werknemers gemiddeld aantal fte’s Aantal leden-melkveebedrijven einde jaar Aantal leden einde jaar Totaal verwerkte melk in miljoenen kg Melkaanvoer van leden in miljoenen kg 2
Voor 2011 betreft dit het saldo van de garantieprijs van 36,88 euro en een verrekening van 0,06 euro.
Profiel, strategie en organisatie
11
Profiel, strategie en organisatie FrieslandCampina behoort met een jaaromzet van 9,6 miljard euro tot de vijf grootste zuivelondernemingen in de wereld. Dagelijks voorziet de onderneming honderden miljoenen mensen van gezonde voeding, die rijk is aan waardevolle voedingsstoffen. FrieslandCampina heeft een breed productportfolio en grote geografische spreiding van activiteiten. De vennootschap is volledig in handen van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A, met circa 19.850 ledenmelkveehouders in Nederland, Duitsland en België één van de grootste zuivelcoöperaties in de wereld.
De geschiedenis van FrieslandCampina gaat terug tot circa 1871, toen Nederlandse boeren zich verenigden in coöperaties om zo gemeenschappelijk de afzet en verkoop van de melk te waarborgen. Tegenwoordig levert FrieslandCampina consumentenproducten als zuiveldranken, baby- & kindervoeding, kaas, boter, room en desserts in een groot aantal Europese landen, in Azië en in Afrika. Ook worden producten geleverd aan professionele afnemers, zoals room- en boterproducten aan bakkerijen en horecabedrijven. Daarnaast produceert FrieslandCampina ingrediënten en halffabrikaten voor producenten van baby- & kindervoeding, de voedingsmiddelenindustrie en de farmaceutische sector wereldwijd. FrieslandCampina heeft vestigingen in 26 landen met ruim 19.000 medewerkers. De producten van FrieslandCampina vinden hun weg naar meer dan honderd landen. Het centrale kantoor van de onderneming is gevestigd in Amersfoort. De activiteiten van FrieslandCampina zijn onderverdeeld in vier marktgeoriënteerde business groups: Consumer Products Europe; Consumer Products International; Cheese, Butter & Milkpowder en Ingredients. Ambitie, doelstellingen en strategie route2020 FrieslandCampina heeft de ambitie om enerzijds mensen met natuurlijke zuivelproducten essentiële voedingsstoffen aan te bieden en anderzijds de meest aantrekkelijke zuivelonderneming te zijn voor de leden-melkveehouders van de coöperatie. De groeiende vraag op de wereldmarkt naar gezonde voeding die op duurzame wijze is geproduceerd, biedt FrieslandCampina kansen. Melk bevat immers essentiële voedingsstoffen als eiwitten, vetten, melksuikers, vitaminen en mineralen.
Om deze ambitie waar te maken heeft FrieslandCampina voor de periode 2010-2020 de strategie route2020 geformuleerd. Sleutelwoorden daarin zijn groei en waardecreatie: groei van de onderneming en het tot maximale waarde brengen van alle door de leden-melkveehouders van de coöperatie geproduceerde melk. Hiertoe streeft FrieslandCampina naar realisatie van de volgende doelstellingen in 2020: • een toename van het aandeel specialiteiten en merkproducten in het totale verkoopvolume; • een verdere groei van het bedrijfsresultaat; • een substantieel hogere prestatietoeslag en een hogere uitgifte van ledenobligaties voor de leden-melkveehouders; en • klimaatneutrale groei, in de gehele keten van koe tot consument. Voor de uitvoering van de strategie heeft FrieslandCampina markten en productcategorieën gedefinieerd waarin meer dan evenredig wordt geïnvesteerd. Hiervoor zijn zes speerpunten geselecteerd: zuiveldranken, kindervoeding, merkkazen, geografische groei (in zuiveldranken, kindervoeding, merkkazen), foodservice in Europa en basisproducten. Ontwikkeling van deze zes speerpunten gebeurt op basis van een sterk fundament; als ervaren specialist in de gehele productieketen van zuivel en op basis van versterking van die functies die vooral relevant zijn voor succes in deze speerpunten, zoals innovatie en talentmanagement.
12
Profiel, strategie en organisatie
Het fundament Melk is van nature een van de rijkste voedingsbronnen en daarmee belangrijk voor de gezondheid en het welzijn van mensen. Daarnaast zijn de toepassingsmogelijkheden van melk als basis voor zuivelproducten eindeloos. FrieslandCampina heeft meer dan 140 jaar ervaring in het verwerken van melk tot zuivelproducten. De onderneming is direct verbonden met de zuivelcoöperatie en beheerst daarmee de gehele productieketen van boerderijmelk tot distributie. Hierdoor kan FrieslandCampina instaan voor de kwaliteit van haar producten. De onderneming beschikt daarnaast over sterke en toonaangevende merken en goede marktposities in diverse geografische regio’s en in verschillende productgroepen. Veiligheid FrieslandCampina besteedt veel aandacht aan veiligheid. Er loopt een wereldwijd programma om het veiligheidsbewustzijn van alle medewerkers te vergroten. Het veiligheidsbewustheidprogramma en het beter beheersen van risico’s en werkprocessen moet er toe leiden dat het aantal ongevallen met verzuim binnen vijf jaar gehalveerd zal zijn. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Vanzelfsprekend speelt Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) een sleutelrol in de strategie route2020. FrieslandCampina erkent als een van ’s werelds grootste zuivelconcerns haar verantwoordelijkheid bij het verder verduurzamen van de melkveehouderij en de ketens voor verwerking en distributie van zuivel, voor het vermarkten van gezonde voeding en het ondersteunen van de lokale voedselproductie in Azië en Afrika door kennis en deskundigheid over te dragen aan boeren in de melkveehouderijsector. FrieslandCampina streeft ernaar om groei van haar activiteiten integraal klimaatneutraal plaats te laten vinden; op boerderijniveau én op ondernemingsniveau.
Winstreservering, melkprijs en garantieprijs Van de winst van Koninklijke FrieslandCampina N.V. wordt 50 procent toegevoegd aan het eigen vermogen van de onderneming, 30 procent wordt uitgekeerd aan de ledenmelkveehouders als prestatietoeslag voor de geleverde melk en 20 procent wordt uitgekeerd aan de leden-melkveehouders in de vorm van ledenobligaties-vast. De melkprijs die FrieslandCampina betaalt aan de ledenmelkveehouders van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. over de geleverde melk in het boekjaar 2011 bestaat uit de garantieprijs, de prestatietoeslag en de uitgifte van op naam bijgeschreven ledenobligaties-vast per 100 kilo melk. De hoogte van de prestatietoeslag en de uitkering van de op naam bijgeschreven ledenobligaties-vast zijn afhankelijk van de financiële prestatie van de onderneming FrieslandCampina en het reserveringsbeleid. De prestatietoeslag wordt jaarlijks na vaststelling van de jaarrekening aan de leden van de coöperatie uitbetaald naar rato van de waarde van de door hen in het betreffende jaar hoeveelheid geleverde melk. De garantieprijs voor de geleverde melk van de ledenmelkveehouders is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van jaarmelkprijzen voor boerderijmelk van twaalf Duitse zuivelbedrijven, de melkprijs van Arla Foods in Denemarken, de melkprijzen van Bel Leerdammer, Cono Kaasmakers en DOC Kaas in Nederland en de melkprijs van Milcobel in België inclusief een eventuele nabetaling van de zuivelcoöperaties aan hun melkveehouders en de eventuele vorming van vermogen op naam van leden van deze coöperaties.
Profiel, strategie en organisatie
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
100% eigenaar
Leden
Districten
Ledenraad
Koninklijke FrieslandCampina N.V. Algemene vergadering van aandeelhouders
Coöperatieraad Bestuur
Raad van commissarissen
Executive board
Corporate centre
Consumer Products Europe FrieslandCampina Branded Netherlands/Belgium FrieslandCampina Germany
Consumer Products International
FrieslandCampina Cheese
FrieslandCampina Domo
FrieslandCampina Vietnam
FrieslandCampina Cheese Specialties
FrieslandCampina Kievit
FrieslandCampina Hungary FrieslandCampina Romania
FrieslandCampina Thailand
FrieslandCampina Hellas
FrieslandCampina China
FrieslandCampina Russia
FrieslandCampina Hong Kong
FrieslandCampina UK
Alaska Milk Corporation, Philippines
FrieslandCampina Professional
Ingredients
FrieslandCampina Indonesia
FrieslandCampina Malaysia/ Singapore
FrieslandCampina Spain
Cheese, Butter & Milkpowder
FrieslandCampina WAMCO Nigeria FrieslandCampina Middle East FrieslandCampina Export
FrieslandCampina Butter & Milkpowder
FrieslandCampina DMV FrieslandCampina Creamy Creation FrieslandCampina Dairy Feed DFE pharma
13
14
Profiel, strategie en organisatie
Wereldwijd FrieslandCampina heeft eigen vestigingen in 26 landen in Europa, Azië, Afrika en Noord-Amerika. De zuivelproducten van FrieslandCampina zijn in meer dan honderd landen verkrijgbaar. Hiermee speelt de onderneming een belangrijke rol in de dagelijkse voorziening van voeding aan honderden miljoenen mensen wereldwijd. Het gaat hierbij om consumentenproducten zoals zuiveldranken, baby- & kindervoeding, kaas, boter, room en desserts. Ook levert FrieslandCampina zuivelproducten aan de horeca en bakkerijsector en nutritionele ingrediënten aan industriële afnemers in de voedingsmiddelen- en farmaceutische industrie.
324 Noord- en Zuid-Amerika
omzet (in miljoenen euro’s)
140 medewerkers
5 locaties
Verenigde Staten
Profiel, strategie en organisatie
6.307
omzet (in miljoenen euro’s)
12.662 medewerkers
71 locaties
999
omzet (in miljoenen euro’s)
1.032
Afrika en het Midden-Oosten Ghana Nigeria
medewerkers
4 locaties
1.996 omzet (in miljoenen euro’s)
5.202 medewerkers
Saoedi-Arabië Verenigde Arabische Emiraten
24 locaties
15
Europa België Duitsland Frankrijk Griekenland Groot-Brittannië Hongarije Italië Nederland Oostenrijk Roemenië Rusland Spanje
Azië en Australië China Hong Kong India Indonesië Maleisië Philippijnen Singapore Thailand Vietnam
16
Strategie route2020: Groei & waardecreatie
Inspelen op behoeften
Groei & ontwikkeling
Vaardigheden
Talentmanagement
Fundament
Al ‘t goede van zuivel
17
Aspiratie De meest aantrekkelijke zuivelonderneming voor ledenmelkveehouders
Mensen wereldwijd voorzien van essentiële voedingsstoffen uit natuurlijke zuivel
Speerpunten voor waardegroei
Zuiveldranken
Kindervoeding (B2B, B2C)
Merkkaas
Sterke posities & geografische groei
Foodservice in Europa
Basisproducten
Dagelijkse voeding
Gezondheid & welzijn
Functionaliteit
Melkvalorisatie
Innovatie
Businessmodel & kostenfocus
Duurzaamheid
Onze manier van werken & veiligheid
Ketenvoordelen
18
De MVO-aanpak van FrieslandCampina
De MVO-aanpak van FrieslandCampina Het MVO-strategiehuis Milieuoverwegingen en sociale vraagstukken zijn onderdeel van het beleid en de bedrijfsvoering van FrieslandCampina en zijn een voorwaarde voor de onderneming om in de toekomst te kunnen groeien. Het integraal MVO-beleid is zichtbaar gemaakt in het MVO-strategiehuis. Alle componenten, waaruit het MVObeleid bestaat, komen bij elkaar in de vorm van een solide bouwwerk, geconstrueerd op basis van een doordachte visie op maatschappelijk verantwoord ondernemen en met oog voor langdurige waardecreatie voor alle belanghebbenden.
MVO Missie, visie en strategie Voedingswaarde & gezondheid
Efficiënte en duurzame productieketens
Tekort aan nutriënten terugdringen
Grondstofgebruik verbeteren
Ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika Kleine melkveehouders in Azië en Afrika verder helpen
Duurzame melkveehouderij De standaard bepalen
CSR Governance Board – Vier MVO-implementatieteams MVO-maatstaven – Jaarlijkse rapportering – Dialoog met belanghebbenden - Partnerships Betrokkenheid medewerkers en leden-melkveehouders – MVO-trainingsprogramma's – Jaarlijkse MVO-Team Award Duurzaamheidsrichtlijnen voor leveranciers – Gedragscode – Foqus kwaliteitssysteem – Beleidsdocumenten
De MVO-aanpak van FrieslandCampina
19
Onze MVO-missie
Onze MVO-strategie
In de wereld dreigt een fundamenteel tekort aan voeding met nutritionele waarde. Melk is van nature een van de rijkste voedingsbronnen en is de basis van een breed scala zuivelproducten. Als een van de leidende wereldspelers in zuivel streeft FrieslandCampina ernaar haar betrokkenheid te tonen bij de verantwoorde productie van zuivel en leiderschap te tonen op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) door actieve inzet op de volgende vier prioriteitsgebieden: • voedingswaarde & gezondheid; • efficiënte en duurzame productieketens; • ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika; • duurzame melkveehouderij.
Binnen de vier prioriteitsgebieden zijn doelstellingen, KPI’s en actieplannen ontwikkeld over de manier waarop FrieslandCampina haar ambities op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen wil realiseren. Resultaten staan voorop in het MVO-beleid.
Onze MVO-visie FrieslandCampina voorziet, op basis van gegevens van de FAO, een uitdagende toekomst voor de voedselvoorziening in de wereld waarvan de bevolking zal toenemen van 7 miljard in 2011 naar 9 miljard in 2050. De snelle groei van de wereldbevolking zal grote veranderingen teweegbrengen in de wijze waarop de samenleving wordt voorzien van voedsel, diervoeding en bio-based brandstoffen. FrieslandCampina wil een constructieve bijdrage leveren aan de transitie naar een meer duurzame toekomst waarin voedselzekerheid én nutriëntenzekerheid zijn gewaarborgd. De onderneming gelooft in de ‘business case’ van duurzaam ondernemen. Ook maatschappelijke behoeften bieden kansen voor groei, innovatie en meer efficiëntie bij bedrijven. Tegelijkertijd kunnen substantiële bijdragen worden geleverd aan de oplossing van sociale en milieuproblemen. De creatie van financiële waarde kan hand in hand gaan met de creatie van maatschappelijke meerwaarde. FrieslandCampina zoekt daarbij naar een evenwicht tussen enerzijds de bedrijfsprestaties en anderzijds de inzet voor milieu en maatschappij. Dat moet een duurzaam evenwicht zijn zodat de gezondheid van de mens, een schoon milieu en de continuïteit van FrieslandCampina ook op termijn zijn gewaarborgd.
Het fundament: borging van het MVO-beleid Het MVO-beleid heeft een stevig fundament om de resultaten te realiseren: • een organisatie bestaande uit de CSR Governance Board, het duurzaamheidscoördinatieteam, alsmede vier teams die verantwoordelijk zijn voor de implementatie van het MVO-beleid; • betrokkenheid van stakeholders; • een beleid, geborgd door de ISO 26000-norm, dat erop gericht is de medewerkers en leden-melkveehouders zo optimaal mogelijk te betrekken bij duurzaam ondernemen; • een samenstel van afspraken, commitments, gedragscodes, beleidsdocumenten, convenanten, rapportages en certificeringen waarin maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid binnen FrieslandCampina worden geborgd.
20
De MVO-aanpak van FrieslandCampina
Doelstellingen voor het jaar 2020 FrieslandCampina heeft haar MVO-beleid ingedeeld in vier speerpunten. Voor deze speerpunten zijn doelstellingen voor het jaar 2020 geformuleerd:
Op het gebied van voedingswaarde & gezondheid • Verminderen van suiker, zout en vetten in producten. • Het ontwikkelen van een bedrijfsstandaard voor etikettering en consumenteninformatie. • Helpen bij de aanpak van ondervoeding door een samenwerking aan te gaan met het Nederlandse Rode Kruis (noodhulp aan slachtoffers van natuurrampen, aan vluchtelingen etc.). • Per jaar één miljoen kinderen effectief bereiken met voorlichting over gezond eten en leven.
Op het gebied van efficiënte en duurzame productieketens • Gebruik van energie, water en afvalwater in 2020 per kilo met 20 procent gereduceerd ten opzichte van 2010. • Klimaatneutrale groei en voor 100 procent herbruikbare groene stroom. • Palmolie, cacao en alle andere landbouwgrondstoffen (zoals soja voor de veevoerindustrie) van duurzame teelt (volgens internationale criteria).
Op het gebied van de ontwikkeling van de melkveehouderij in Azië en Afrika • Het rendement per koe in 2020 ten opzichte van 2011 in Zuidoost-Azië en Nigeria met 50 procent verhogen. • Betrokken melkveehouderijen van kleine boeren aansluiten op FrieslandCampina’s wereldwijde kwaliteitsstandaard Foqus. • Het jaarlijkse gezinsinkomen van de betrokken boeren ruim boven de door de VN vastgelegde armoedegrens brengen.
Op het gebied van duurzame melkveehouderij • Op de melkveebedrijven een reductie van broeikasgassen van 30 procent in 2020 ten opzichte van 1990. • Handhaven van het huidige niveau van weidegang van 75 tot 80 procent van de koeien van bedrijven van leden-melkveehouders. • Verbeteren van de gezondheid en het welzijn van dieren op de boerderijen.
De MVO-aanpak van FrieslandCampina
21
Bouwen aan een groene werkplek
Betrokkenheid van medewerkers is essentieel FrieslandCampina is een van de grootste zuivelondernemingen ter wereld. Een internationaal opererende onderneming met 19.000 medewerkers. Om de ambities, verwoord in de strategie route2020, te kunnen waarmaken, is een wereldwijde Human Resources strategie ontwikkeld. FrieslandCampina wil op dit gebied tot de beste werkgevers behoren. In de zienswijze van de onderneming is MVO een vast onderdeel van de realisatie van deze doelstellingen. De betrokkenheid van medewerkers is daarbij essentieel. Dit geldt zowel vanuit de visie op het gebied van goed werkgeverschap als vanuit de visie dat medewerkers de belangrijkste schakel zijn in de keten van MVO-ambities. FrieslandCampina gebruikt ter visualisering hiervan het symbool van het klavertje vier. De vier blaadjes staan voor de vier elementen die in het hart samenkomen en zo gezamenlijk leiden tot het succesvol bouwen aan een duurzame onderneming.
Medewerkers als vrijwilligers
Goed werkgeverschap
Activiteiten met ondernemingen en organisaties op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
Werkgeversbeleid bij FrieslandCampina Goed werkgeversbeleid blijkt uit een aantal kenmerken zoals het bieden van de juiste carrièremogelijkheden, optimale ontwikkelingsmogelijkheden en passende primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Daarnaast wordt er continue gestreefd naar een veilige en gezonde werkomgeving en de juiste cultuur.
Voedingswaarde & gezondheid
Voedingswaarde & gezondheid
23
De eerste pijler van ons MVO-beleid: Voedingswaarde & gezondheid FrieslandCampina wil bijdragen aan het bestrijden van ondervoeding in de wereld, op basis van de nutritionele waarde van zuivelproducten. Daarnaast wil de onderneming helpen bij het terugdringen van obesitas (met name onder jongeren) door het verbeteren van het aanbod, het geven van uitgebreide voedingswaarde-informatie (stimuleren van de gezonde keuze),
voorlichting op het gebied van gezonde voeding en leefstijl en het benadrukken van het belang van sport en beweging. Op het gebied van voedingswaarde & gezondheid heeft FrieslandCampina in het kader van de strategische aanpak een aantal doelstellingen voor het jaar 2020 geformuleerd.
Doelstellingen voor 2020
Resultaten 2011
Verminderen van suiker, zout en vet in FrieslandCampina producten.
Een nulmeting is uitgevoerd. Er is vastgesteld in hoeverre de samenstelling van producten voldoet aan de doelstellingen ten aanzien van gezonde voeding en nutritional guidelines.
Doelstellingen, acties en initiatieven 2012 Start nieuwe aanpak van het marketingbeleid: ‘meaningful marketing’ en ‘social responsible branding’ op basis van resultaten nulmeting.
Vermindering toepassing suikergebruik in producten Consumer Products Europe: 700.000 kilo. Er heeft een ‘MVO-roadshow’ plaatsgevonden om alle werkmaatschappijen te informeren en inspireren.
Ontwikkeling van nutritionele richtlijnen en nieuwe ideeën op het gebied van MVO in het product- en merkbeleid op basis van uitkomsten van MVO-roadshow.
In Zuidoost-Azië is in samenwerking met een aantal lokale regerings- en wetenschapsinstituten een onderzoek gestart naar het voedingswelzijn, de voedingsbehoefte en voedingspatronen.
Aanpassen van de nutritionele richtlijnen en invoer van actieplannen om beter tegemoet te komen aan de voedingskundige behoeften van de bevolking.
De verbetering van het etiketteringssysteem is onderzocht met als doel consumenten in staat te stellen gezonde keuzes te maken.
Ontwikkeling van een nieuwe standaard (derde kwartaal van 2012 gereed).
In 2009 zijn er interne richtlijnen opgesteld voor reclame gericht op kinderen, in 2011 zijn deze openbaar gemaakt op de website van FNLI.
Lidmaatschap van EU Pledge. EU Pledge is een vrijwillig initiatief van grote voedingsondernemingen in de EU om een verantwoorde manier van adverteren gericht op kinderen te stimuleren en afspraken hierover te controleren.
Hulp bij aanpak van ondervoeding door een samenwerking aan te gaan met het Nederlandse Rode Kruis (noodhulp aan slachtoffers van natuurrampen, aan vluchtelingen etc.).
Diverse actieprogramma’s ontwikkeld en uitgevoerd.
Continue overdracht van kennis op het gebied van gezonde voeding.
Per jaar één miljoen kinderen effectief bereiken met voorlichting over gezond eten en leven.
Diverse onderzoeken uitgevoerd naar de houding en het gedrag van consumenten op het gebied van voeding.
Optimaliseren van de communicatie met consumenten op het gebied van een gezonde leefstijl.
Bestaande programma’s op het gebied van voorlichting voortgezet.
Het continu bij elkaar brengen van kennis ten behoeve van overheid en voorlichtingsinstanties door het FrieslandCampina Institute.
Wereldmelkdag georganiseerd.
Invulling geven aan Wereldmelkdag.
Het ontwikkelen van een bedrijfsstandaard voor etikettering en consumenteninformatie.
Ontwikkeling van producten die qua voedingswaarde, houdbaarheid en bruikbaarheid direct geschikt zijn voor noodhulpacties.
Voortzetting samenwerking JOGG (Jongeren op Gezond Gewicht).
24
Voedingswaarde & gezondheid
Doelstellingen en beleidsuitvoering In 2011 zijn de algemene doelstellingen op het gebied van voedingswaarde & gezondheid meer specifiek gemaakt voor de periode 2012 – 2015. Een aantal activiteiten is ontwikkeld die moet leiden tot het realiseren van deze doelstellingen. Zo is een nulmeting uitgevoerd voor alle productcategorieën op het gebied van zuivel, waarin is vastgesteld in hoeverre de consumentenproducten van FrieslandCampina voldoen aan enerzijds de richtlijnen voor consumenteninformatie en anderzijds aan de richtlijnen op het gebied van voedingswaarde & gezondheid. De resultaten van deze nulmeting vormen de basis voor het formuleren van een gestructureerd MVOgeoriënteerd marketingbeleid. In dit beleid worden alle specifieke producteigenschappen zoals ingrediënten, voedingswaarde, productiemethode, distributie, verpakking, etikettering en communicatie tegen het licht gehouden in relatie tot aspecten als de maatschappelijke behoefte aan bepaalde producten, de gevolgen voor het milieu en de samenwerking met partners.
gezondheid. In Afrika en Azië wordt door de stedelijke bevolking tot 50 procent van het voedselbudget uitgegeven aan goedkope, vitaminearme en mineraalarme voeding. Dit zogenaamde ‘stadsvoedsel’ is verantwoordelijk voor de enorme toename van obesitas en overgewicht. In veel opkomende markten zijn dieetgerelateerde ziektes zoals diabetes een groeiend probleem in de verstedelijkte gebieden. Als onderdeel van het bestrijden van ondervoeding en obesitas heeft FrieslandCampina zich tot doel gesteld consumenten en professionals zorgvuldig te informeren over de samenstelling van producten. Daarnaast wil FrieslandCampina informatiegeven over voedingswaardes, voeding in een gezonde leefstijl in het algemeen en over het belang van voldoende lichaamsbeweging voor de gezondheid. In 2011 is een aantal nieuwe initiatieven op dit gebied opgezet en zijn bestaande activiteiten voortgezet. Onder de noemer Goodness of Dairy is onder andere een programma opgezet dat tot doel heeft de consumenten beter bewust te maken van het belang van zuivelproducten in voeding.
Informatie en voorlichting Toegang tot gezonde voeding is een van de belangrijkste onderdelen van het realiseren van voedselzekerheid voor de wereldbevolking. Niet alleen in Europa en de Verenigde Staten vormen verkeerde voedingsgewoonten een bedreiging voor de
Franc Reefman over waardecreatie bij FrieslandCampina Volgens Franc Reefman, directeur marketing van FrieslandCampina en verantwoordelijk voor de uitvoering van het MVO-speerpunt voedingswaarde & gezondheid, leveren de ontwikkeling en uitvoering van programma’s op dit gebied belangrijke bijdrages aan de waardecreatie van FrieslandCampina. “Nieuwe producten en verbetering van informatie helpen bij de bestrijding van toekomstige voedseltekorten en het voorkomen van obesitas. Daardoor spelen we beter in op de voedingsbehoefte van consumenten en hier kan FrieslandCampina voordeel uit behalen. Een bijkomstig voordeel is dat het innovatieve denken binnen de organisatie en de motivatie van medewerkers worden versterkt”, aldus Reefman.
Voedingswaarde & gezondheid
25
Resultaten 2011 In 2011 is gestart het bewustzijn van ‘meaningful marketing’ verder te ontwikkelen door middel van een MVO-roadshow bij alle werkmaatschappijen. Werkmaatschappijen worden op deze manier geïnspireerd om programma’s op het gebied van voeding en gezondheid te ontwikkelen en uit te voeren. Op het gebied van het verminderen van suiker, zout en vet zijn in het kader van reeds lopende programma’s de afgelopen jaren al belangrijke stappen gezet. Veel producten van FrieslandCampina zijn ook als light alternatief verkrijgbaar, met minder vet en een lager suiker- en zoutgehalte. Sinds 2011 bedraagt de vermindering van het suikergehalte in de consumentenproducten in Europa circa 700.000 kilo. Dit komt overeen met de lading van een veertigtal grote vrachtauto’s. In het kader van het verbeteren van de informatie en voorlichting is in 2011 gestart met het ontwikkelen van een uniforme manier van etikettering volgens nieuwe FrieslandCampina bedrijfsstandaarden. Met name de voedingswaarde informatie en voorlichting op verpakkingen wordt verbeterd. De nieuwe standaard zal in het derde kwartaal van 2012 gereed zijn. In het kader van de uitvoering van het MVO-beleid op het gebied van voedingswaarde & gezondheid is in de afgelopen periode een aantal actieplannen ontwikkeld en in uitvoering genomen. Onderzoek voedingsgewoonten in Zuidoost-Azië In Indonesië, Maleisië, Thailand en Vietnam is in samenwerking met toonaangevende voedingsinstituten een omvangrijk wetenschappelijk voedingsonderzoek, genaamd SEANUTS, (South East Asia Nutrition Survey) uitgevoerd om beter inzicht te krijgen in het voedingswelzijn, de voedingsbehoefte en voedingspatronen van kinderen van 0-12 jaar. Aan de hand van de onderzoeksresultaten wil FrieslandCampina de samenstelling van haar producten verbeteren, zodat een grotere bijdrage kan worden geleverd aan de voedingsbehoefte en gezondheid van kinderen en volwassenen, en aan het tegengaan van ondervoeding. Alle gegevens uit dit project worden door wetenschappers van de diverse voedingsinstituten geanalyseerd en verwerkt, waarbij ondersteuning wordt geboden door onderzoekers van FrieslandCampina. Naar aanleiding van eerdere onderzoeken en in het kader van reeds opgezette activiteiten op het gebied van voedingswaarde & gezondheid is al een aantal productvernieuwingen doorgevoerd.
Vrijwilliger als onderdeel van het MVO-programma Het vormen van vrijwilligerspools maakt deel uit van het actief participeren in het FrieslandCampina MVO-beleid. Op allerlei fronten zijn medewerkers actief als vrijwilliger bij maatschappelijke projecten over de hele wereld. Veelal wordt dit gedaan in samenwerking met het Rode Kruis of Agriterra, de Nederlandse organisatie die zich inzet voor het bieden van hulp aan agrariërs in ontwikkelingsgebieden. Zo werken vrijwilligers mee aan het ontwikkelingsprogramma voor melkveehouders in Azië en Afrika. Deze medewerking kan bestaan uit overdracht van kennis, maar ook uit directe hulp bij het bouwen van stallen of het opzetten van de financiën. Een ander voorbeeld zijn de medewerkers die hulp bieden bij het uitvoeren van het JOGGinitiatief (Jongeren Op Gezond Gewicht), een actie die tot doel heeft de jongere Nederlanders gezonder te laten leven door middel van meer beweging en gezonde voeding.
26
Voedingswaarde & gezondheid
Zo heeft FrieslandCampina voor diverse landen in Zuidoost-Azië ‘melk op maat’ ontwikkeld. Drie verschillende soorten verrijkte houdbare melk voor drie verschillende leeftijdscategorieën: peuters (1 – 3 jaar), kinderen (4 – 12 jaar) en tieners (13 jaar en ouder). Dit Triplet-concept is eind 2010 ingevoerd in Thailand (Foremost), gevolgd door Maleisië (Dutch Lady) en Indonesië (Frisian Flag) in 2011. Nigeria: sachetverpakking maakt gecondenseerde melk bereikbaar voor meer mensen Gecondenseerde melk en geëvaporeerde melk zijn al decennialang een belangrijke bron van eiwitten, vetten en mineralen in veel landen. De producten hoeven niet gekoeld bewaard te worden. De ingedikte melk wordt meestal gebruikt in de koffie of thee. Ook wordt het toegepast als voedzame smaakmaker in gerechten. Veelal wordt het in een blikje verkocht, maar niet iedereen kan zich zo’n blikje veroorloven. FrieslandCampina Wamco Nigeria ontwikkelde een speciale kleine sachet-verpakking voor Peak geëvaporeerde melk. De kleine porties stellen consumenten in staat om melk gedoseerd en passend in het bestedingspatroon aan te kopen.
Dilemma Dilemma’s maken onvermijdelijk deel uit van de ontwikkeling en uitvoering van het MVO-beleid. Zo spelen zintuigen een belangrijke rol bij de vernieuwing van producten. De smaak en geur van producten passen niet altijd bij de gewenste beleving van de consumenten. Zoet of zout wordt als ‘lekker’ ervaren. Echter een teveel aan suiker en zout in producten is ongezond. Producten met minder zout of suiker worden dan ook vaak door consumenten niet als smaakvol ervaren en dat kan een belemmering zijn bij de introductie. De ervaring leert echter dat door geleidelijke vermindering van dergelijke toevoegingen en goede voorlichting deze nadelen goed kunnen worden ondervangen. In tropische omstandigheden is toevoeging van suiker en zout vaak nog noodzakelijk om te voorkomen dat producten snel bederven. Niet iedereen beschikt over een koelkast. Er zal dan ook moeten worden gezocht naar gezonde alternatieven.
Voorlichting inwoners van Thailand over de voordelen van zuivel De zuivelconsumptie in Thailand ligt op een relatief laag niveau. Dat komt omdat men over het algemeen van mening is dat het gebruik van zuivelproducten en met name melk alleen zinvol is voor de ontwikkeling van kleine kinderen. Teneinde dit beeld bij te stellen en duidelijk te maken dat melk niet alleen goed is voor kleine kinderen heeft een grote voorlichtingsactie plaats gevonden in het Noordoosten van Thailand. Inwoners van deze regio konden gratis bij een viertal rondreizende gezondheidsteams hun gezondheidstoestand laten checken. Deze teams voorzagen de bezoekers tevens van gratis melkproducten. Daarnaast werden ter introductie nieuwe zuivelproducten tegen extra lage prijzen aangeboden. De gezondheidsteams waren aanwezig op meer dan 1.700 publieke locaties en werden bezocht door meer dan 500.000 bezoekers. Daarnaast werden op 1.600 scholen evenementen georganiseerd waarbij leerlingen op een speelse manier kennis konden maken met de voordelen van melk. Tenslotte werden nog op meer dan 300 scholen in geheel Indo China, inclusief landen als Cambodja, Laos en Myanmar door middel van educatie 150.000 leerlingen voorgelicht over de voordelen van melkconsumptie. In het totaal werden meer dan 1 miljoen inwoners van Thailand en omliggende landen door deze voorlichtingsacties bereikt.
Voedingswaarde & gezondheid
‘Ik Kies Bewust’ FrieslandCampina is een van de oprichters van het ‘Ik Kies Bewust’-programma, een initiatief om consumenten te helpen bij het maken van een gezonde keuze. Producten met het ‘Ik Kies Bewust’-logo bevatten minder zout, suiker en verzadigde vetten. Door voor producten met het ‘Ik Kies Bewust’-logo te kiezen maakt de consument eenvoudig de gezonde keus binnen de betreffende productgroep. FrieslandCampina beschikte in 2011 over 157 producten die voldoen aan de criteria van de Stichting Ik Kies Bewust. Meer informatie over Ik Kies Bewust is te vinden op www.ikkiesbewust.eu en www.choicesprogramme.org. JOGG-initiatief in Nederland FrieslandCampina draagt actief bij aan het JOGG-initiatief (Jongeren Op Gezond Gewicht) dat in 2010 in Nederland is gelanceerd. Door de JOGG-aanpak moeten voldoende bewegen en gezonder eten de norm worden. Deze aanpak omvat acties waarbij aandacht voor voeding en beweging op school, betere sport- en speelfaciliteiten en voorlichting aan ouders centraal staan. Een voorbeeld van hoe het JOGG-initiatief kan aanslaan, is te vinden in Amersfoort, waar het centrale kantoor van FrieslandCampina is gevestigd. FrieslandCampina werkt hier in het kader van het gezondheidsproject B.Slim samen met de gemeente Amersfoort en de plaatselijke GGD aan het realiseren van een aantal activiteiten waarin bewegen en gezonder leven worden gestimuleerd. De aanpak is wijkgericht en FrieslandCampina ondersteunt een aantal activiteiten, zoals een gezond-eten-en-snoepenactie tijdens de avondvierdaagse, de Wereldmelkdag en Het Nationaal Schoolontbijt. Een aantal medewerkers van het central office zet zich als vrijwilliger in om deze activiteiten tot een succes te maken. Wereldmelkdag De FAO en UNICEF organiseren sinds 2001 jaarlijks de Wereldmelkdag op 1 juni. In een groot aantal landen steunt FrieslandCampina dit initiatief al. Het is belangrijk de gezonde belofte van melk wereldwijd uit te dragen, zowel naar consumenten als naar de eigen medewerkers. Daarom is FrieslandCampina in 2011 gestart om geleidelijk in alle 26 geografische markten van FrieslandCampina aan de Wereldmelkdag deel te nemen. Doelstelling van de FAO is om in het jaar 2015 1,5 miljard consumenten met dit initiatief te bereiken.
27
Reclame gericht op kinderen Omdat het voor jonge kinderen soms lastig is het doel van reclame te begrijpen, willen de World Health Organisation en de Europese Unie dat fabrikanten een verantwoord reclamebeleid voeren. In 2009 heeft FrieslandCampina in Nederland een nieuwe eigen norm voor reclame ontwikkeld. Deze norm is sinds 1 januari 2010, samen met de vrijwillige code van de FNLI, van kracht geworden voor het gehele concern en bestaat uit voorschriften voor: • reclame in het algemeen; • op kinderen gerichte reclame in het algemeen; • reclame gericht op kinderen onder de twaalf jaar binnen de Europese Unie; • schoolprogramma’s, waaronder schoolmelk. In de Europese Unie geldt dat wanneer het publiek voor een tv-reclame voor meer dan 30 procent uit kinderen onder de twaalf jaar bestaat, FrieslandCampina alleen reclame maakt voor producten die voldoen aan de toekomstige nutriëntenprofielen van de Europese Unie. Tot de nutriëntenprofielen definitief zijn, moeten producten voldoen aan de criteria van het FoodProfilersysteem. Meer informatie over dit systeem is te vinden op www.thefoodprofiler.com. In maart 2012 is FrieslandCampina lid geworden van EU Pledge, een vrijwillig initiatief van grote voedingsondernemingen in Europa om een verantwoorde manier van adverteren gericht op kinderen, te stimuleren en afspraken hierover te controleren. Samenwerking met het Nederlandse Rode Kruis Er is in de wereld fundamentele behoefte aan voeding met nutritionele betekenis. Die behoefte is nog groter op het moment dat mensen worden getroffen door een ramp. In 2011 is FrieslandCampina gestart met het opzetten van een partnerschap met het Nederlandse Rode Kruis om behulpzaam te zijn bij het bieden van nationale en internationale noodhulp bij natuurrampen en oorlogen. FrieslandCampina vult deze samenwerking in door middel van kennisoverdracht op het gebied van voeding. Daarnaast worden zuivelproducten ter beschikking gesteld die wat betreft voedingswaarde en houdbaarheid zijn aangepast. Deze producten kunnen direct worden gebruikt. Met behulp van de expertise van FrieslandCampina kan het Rode Kruis van nog meer betekenis zijn voor mensen die getroffen worden door rampen. Ook de medewerkers van FrieslandCampina voelen zich betrokken bij deze samenwerking. Zo hebben medewerkers een donatie bij elkaar gelopen door deel te nemen aan de Zevenheuvelenloop. Ook heeft een interne actie in het teken van het jaarlijkse radio 3 programma Serious Request een donatie opgeleverd voor het Glazen Huis.
28
Efficiënte en duurzame productieketens
Efficiënte en duurzame productieketens
29
De tweede pijler van ons MVO-beleid: Efficiënte en duurzame productieketens FrieslandCampina streeft naar reductie van broeikasgassen per kilo eindproduct. Dat betekent dat in het jaar 2020 een vermindering van het energieverbruik met 20 procent bereikt moet worden. Ook voor water en afval is de doelstelling in 2020 20 procent lager verbruik per kilo eindproduct.
FrieslandCampina heeft als doelstelling de toekomstige groei klimaatneutraal te realiseren. Zo wordt er gewerkt aan het verbeteren van energie-efficiëntie en aan de overgang op duurzaam geproduceerde energie. Dit betekent dat de hele keten (van gras tot glas) op den duur in de eigen energiebehoefte moet voorzien door bijvoorbeeld energie uit biomassa en wind- en zonne-energie.
Doelstellingen voor 2020
Resultaten 2011
Doelstellingen, acties en initiatieven 2012
Gemiddeld 2 procent reductie per jaar op het gebied van energiegebruik, watergebruik en afvalwater.
Daling van 1,6 procent op het gebied van energiegebruik.
Continu verbeterprogramma (elimineren van onnodige verliezen).
Klimaatneutrale groei, 100 procent gebruik groene elektriciteit.
Uitgifte certificaten.
Alle ingekochte (landbouw) grondstoffen duurzaam geproduceerd.
Investeringen in energiebesparende apparatuur. Ontwikkelen energiebesparende technologieën. Efficiënt transport.
14 procent van al het elektriciteitsverbruik is duurzaam opgewekt.
Stimuleren van leden-melkveehouders om zo veel mogelijk gebruik te maken van duurzaam opgewekte energie op melkveebedrijven, waardoor ze een belangrijke rol blijven spelen in de energietransitie.
Scan gemaakt van alle ‘gevoelige’ landbouwgrondstoffen.
Uitvoeren van het beleid voor duurzame inkoop van cacao, palmolie en tropisch fruit.
Identificatie van top tien van gevoelige producten.
Gebruik van FSC-gecertificeerde verpakkingen.
Beleid ontwikkeld voor duurzame inkoop van landbouwgrondstoffen.
30
Efficiënte en duurzame productieketens
Doelstellingen en beleidsuitvoering Reductie van energie, water en afvalwater in 2020 met 20 procent Om de doelstellingen in 2020 te kunnen realiseren is het beleid erop gericht om vanaf 2010 per jaar 2 procent reductie per kilo eindproduct te bewerkstelligen. In 2011 bedroeg de reductie op het gebruik van energie 1,6 procent. Er wordt grote inspanning geleverd voor het realiseren van de 2020-doelen. Er is een team geformeerd van energie- en waterexperts voor het ondersteunen van locaties en het opstellen van besparingsplannen per locatie. FrieslandCampina bewandelt een drietal wegen die gezamenlijk moeten leiden tot het behalen van de doelstellingen op het gebied van reductie van energiegebruik, watergebruik en afvalwater. Continu verbeterprogramma (World Class Operations Management) Dit programma is erop gericht alle verliezen die plaatsvinden tijdens het voortbrengingsproces te elimineren. Behalve dat een dergelijk programma bijdraagt aan het behalen van de duurzaamheidsdoelstelling, verbetert ook de kosteneffectiviteit van de totale productieoperatie. Het mes snijdt aan twee kanten. De kennis en betrokkenheid van medewerkers speelt hierbij een belangrijke rol. Hier wordt op diverse manieren aandacht aan besteed.
Gezondheid van medewerkers van groot belang FrieslandCampina hecht veel belang aan een goede gezondheid van haar werknemers. Dit is bevorderlijk voor de arbeidsprestaties en draagt bij aan het verbeteren van de werkomstandigheden. Er wordt aandacht besteed aan de gezondheid van het voedsel dat in de kantines van de vestigingen verkrijgbaar is. Ook is in 2011 begonnen met het aanbieden van een gezondheidscheck aan de top 70 en top 200-medewerkers. Het gezondheidsprogramma zal in 2012 verder worden uitgebreid voor meerdere groepen medewerkers. Daarnaast wordt continu gecommuniceerd over sportieve evenementen zoals hardloopwedstrijden waar met vol enthousiasme door medewerkers uit alle lagen van de organisatie aan wordt deelgenomen.
Investeringen in energiebesparende apparatuur Belangrijke energiebesparende maatregelen zijn en worden gerealiseerd. Processen waarbij veel energie wordt gebruikt, zoals het indampen van vloeistoffen naar poeder, leveren ook afvalwater op. Het investeren in nieuwe apparatuur op dit gebied kan besparingen tot 50 procent opleveren. Ontwikkeling van nieuwe energie- en afvalbesparende technologieën Bij FrieslandCampina wordt continu gekeken naar mogelijkheden om nieuwe technologische ontwikkelingen in te zetten bij het realiseren van de energie- en afvaldoelstellingen. Kimaatneutrale groei en 100 procent gebruik groene elektriciteit Nederland Om deze doelstelling te realiseren wordt momenteel vooral gekeken naar de mogelijkheid om groene energie die voorhanden is op de melkveehouderijen zo veel mogelijk aan te wenden voor de productielocaties. In lijn met deze visie op duurzame energie zijn vanaf januari 2010 de volgende concrete actieplannen in gang gezet. Productie biogas In een aantal locaties is het mogelijk een zogenoemde anaerobe zuivering te gebruiken waarin biogas wordt geproduceerd. Dit wordt onder andere gedaan in de productielocatie van FrieslandCampina Domo in Borculo. Hier is de installatie aangepast
Efficiënte en duurzame productieketens
om meer biogas en minder slib te produceren. De installatie is in het laatste kwartaal van 2011 in gebruik genomen en gaat circa 200.000 tot 300.000 m3 biogas produceren. Dit biogas wordt in de eigen ketel verbrand om stoom te maken. Levering zelfgeproduceerd biogas aan het gasnet Samen met de Gasunie en regionale gasnetbeheerders in Nederland zijn mogelijkheden gecreëerd voor de ledenmelkveehouders om zelfgeproduceerd gas aan het gasnet te leveren. Vertogas is een bedrijf dat ervoor zorgt dat producenten van biogas een aansluiting kunnen krijgen op het openbare gasnet. Vertogas stelt de eisen op waaraan het gas moet voldoen en geeft de certificaten af die bewijzen dat er biogas is geleverd. Gebruik biogas door productiebedrijven Als melkveehouders groen gas produceren in de nabijheid van een productielocatie en er bestaat voldoende animo, dan is FrieslandCampina bereid op deze locatie branders om te bouwen. De branders worden dan geschikt gemaakt voor groen gas dat door de veehouders direct aan de productielocatie wordt geleverd. Het gas wordt afgenomen tegen marktgerelateerde prijzen. Verkoop groencertificaten door leden-melkveehouders Leden-melkveehouders die groencertificaten krijgen voor het leveren van groen gas kunnen deze tegen marktgerelateerde prijzen verkopen aan FrieslandCampina. Dit geldt ook voor groencertificaten die verkregen zijn voor groene stroom (wind-
31
en zonne-energie). Met behulp van deze certificaten vergroent FrieslandCampina haar eigen energiebehoefte en ondersteunt zij melkveehouders financieel bij de productie van duurzame energie. Inkoop duurzaam geproduceerde (landbouw)grondstoffen FrieslandCampina koopt op jaarbasis voor zo’n 4 miljard euro in aan diverse landbouwgrondstoffen. In 2011 is een scan gemaakt van deze inkopen op MVO-aspecten. Er werd voor ongeveer 1 miljard euro aan inkopen geïdentificeerd die mogelijk niet voldoen aan de gehanteerde MVO-criteria. Op grond van het hanteren van een puntensysteem is in kaart gebracht welke producten niet voldoen aan de criteria. Vervolgens is een top tien van producten gedefinieerd waarvoor actieplannen zijn geformuleerd om ervoor te zorgen dat in de toekomst uitsluitend duurzaam geproduceerde landbouwgrondstoffen worden ingekocht. Gezien de grote volumes die hiermee gemoeid zijn, is het belangrijk dat wordt samengewerkt met maatschappelijke organisaties. Daarnaast neemt FrieslandCampina deel aan allerlei initiatieven op wereldniveau die tot doel hebben de duurzame teelt van landbouwgrondstoffen te bevorderen. Op een aantal gebieden zoals palmolie, cacao en soja zijn reeds acties ondernomen die tot belangrijke resultaten hebben geleid.
Joost van de Rakt over de rol van medewerkers bij het realiseren van efficiënte en duurzame productieketens Volgens Joost van de Rakt, director corporate supply chain van FrieslandCampina, is bij het realiseren van efficiënte en duurzame productieketens verreweg de belangrijkste rol weggelegd voor de medewerkers. Dat geldt voor alle geledingen binnen de onderneming, maar met name voor de productiebedrijven. “Medewerkers moeten het niet normaal vinden dat ergens een kraan staat te lekken of er een plas melk op de grond ligt. Er wordt ongelooflijk veel gedaan om mensen bewuster te maken van duurzaamheid en efficiency. Wat dat betreft is er nog veel mogelijk. Uiteindelijk zal het uitvoeren van besparende maatregelen zoals het hergebruik van energie en het duurzaam inkopen van grondstoffen de productiekosten verlagen. Zeker indien we rekening houden met steeds maar stijgende energieprijzen. In feite bepaalt dit gedrag onze license to produce. En uiteindelijk zal een kritische en duurzaam bewuste consument ervoor kiezen producten af te nemen van ondernemingen die duurzaam ketenbeheer hoog in het vaandel hebben staan”, aldus Van de Rakt.
32
Efficiënte en duurzame productieketens
Resultaten 2011 Duurzame verbeteringen bij FrieslandCampina DMV Bij FrieslandCampina DMV in Veghel, onderdeel van de business group Ingredients, zijn de medewerkers erin geslaagd met elkaar ketenbreed duurzame verbeteringen te realiseren. Het gaat onder meer om besparing op energieverbruik, verbetering van machinerendementen, vermindering van storingen, terugdringen van grondstofverspilling en om verbeteringen op het gebied van informatievoorziening. Sinds de start van het programma in 2007 is op deze manier structureel meer dan 10 miljoen euro aan verbeteringen gerealiseerd. Deze inspanningen hebben ertoe geleid dat begin 2012 aan FrieslandCampina DMV de TPM Excellence Award van het toonaangevende Japanese Institute of Plant Maintenance is toegekend. Afvalwaterverwerking in Beilen Op afvalwatergebied is in de FrieslandCampina Domo locatie in Beilen voortgang geboekt. Hier wordt onder andere wei verwerkt tot ingrediënten en bij dit proces vindt ontzouting plaats. Deze ontzouting leidt ertoe dat zouten in het afvalwater komen. Dit heeft gevolgen voor de basiskwaliteit van het oppervlaktewater. In 2011 is in een indamper geïnvesteerd waardoor het zout niet meer in het afvalwater wordt geloosd.
Dilemma Een belangrijk dilemma bij het uitvoeren van het beleid ten aanzien van duurzame en efficiënte productieketens heeft te maken met keuzes die moeten worden gemaakt voor de langere termijn. Zo is het niet logisch een kostbare en nog niet afgeschreven productiemachine uitsluitend te vervangen vanwege het lagere energieverbruik van een nieuwe machine. Ook de keuzes die moeten worden gemaakt bij de vergroening van energie zijn lastig. Waar kies je voor? Hoe ontwikkelen zich de productieprijzen van energie opgewekt door wind, zon of biogas? Voor welke mix moet worden gekozen? Een derde aspect is de beschikbaarheid van duurzame landbouwgrondstoffen. Momenteel overstijgt de vraag vaak het aanbod. De duurzame productie blijft dus achter bij de marktvraag en vraagt een versnelling in de productie van duurzame landbouwgrondstoffen in de komende jaren om aan de marktvraag te kunnen blijven voldoen.
Ook wordt gewerkt aan het verminderen van het energiegebruik bij de uitbreiding van de productiecapaciteit en nieuwbouw. De in aanbouw zijnde sproeidroogtoren is 20 procent energiezuiniger dan de bestaande sproeidroogtorens. Nieuwe technologieën om warmte opnieuw te gebruiken Een nieuwe technologie die wordt toegepast, is het gebruik van een warmtepomp om de uitstromende warmte met een relatief lage temperatuur op te waarderen tot warmte met een hoge temperatuur die in processen kan worden ingezet. Dit project is in gang gezet in Beilen om condensaat, afkomstig van indampers, te koelen zodat dit kan worden ingezet voor hergebruik. De warmte die hieraan onttrokken is, wordt vervolgens gebruikt om de ingaande lucht van een bestaande sproeidroogtoren voor te verwarmen. Afvalwaterzuivering in Aalter (België) In Aalter is een project gestart voor het plaatsen van een nieuwe zuiveringsinstallatie. Er is hier bewust gekozen voor een Membraan Bio Reactor om schoon water te produceren dat direct op het oppervlaktewater kan worden geloosd. Tevens is deze methode zeer geschikt om hier in de toekomst een vervolgstap aan te koppelen om het water in technische toepassingen te gaan hergebruiken.
Efficiënte en duurzame productieketens
33
Uitbreiding locatie biedt nieuwe mogelijkheden om warmte opnieuw te gebruiken De kaasproductielocatie in Workum breidt de capaciteit aanzienlijk uit en dit levert kansen op om energie terug te winnen. Bij het kaasmaken wordt de melk opgewarmd tot circa 35 graden. Deze warmte werd niet hergebruikt. Door een aanpassing van het productiesysteem kan deze warmte op een later moment nog worden uitgewisseld met de koude melk voor het kaasmaken. Tevens wordt in Workum een zogenoemde polisher geplaatst waarmee het mogelijk is water van een indikkingsstap meer te reinigen zodat het binnen het proces kan worden hergebruikt. Besparing elektriciteit in Binh Duong (Vietnam) De publieke elektriciteitsvoorziening van de productievestiging in Binh Duong (Vietnam) is nog verre van constant. Om de storingen op te vangen en ervoor te zorgen dat de productieprocessen ongestoord kunnen doorgaan, wordt gebruikgemaakt van op dieselolie lopende generatoren. Deze generatoren hebben echter een relatief laag rendement. Slechts 30 tot 35 procent van de door deze generatoren gebruikte energie wordt omgezet in elektriciteit. Het is daarom beter om zo veel mogelijk energie af te nemen van het publieke netwerk. Door te investeren in opslagcapaciteit voor elektriciteit in de vorm van speciale accu’s zijn de problemen met de energielevering nu opgelost en kan er veel efficiënter worden gebruikgemaakt van de door het netwerk geleverde energie.
Goed ondernemerschap begint bij een veilige werkomgeving
Energie- en waterbesparing in Thailand Afvalwater op biologische wijze reinigen kost erg veel energie. Dit komt omdat er tijdens dit proces veel lucht in het water moet worden gepompt. Het proces is aangepast en de energiebesparing bedroeg 30 procent. Minstens even belangrijk is de reductie met 50 procent van de hoeveelheid zuiveringsslib die door de aanpassing van het procedé is gerealiseerd. Het effect op het totale energiegebruik in de fabriek bedraagt 5 procent en de vermindering van het watergebruik bedraagt 3 procent.
In 2011 vonden binnen de onderneming twee diep te betreuren dodelijke ongevallen plaats. Met een aantal van 1,5 ongevallen per 200.000 gewerkte uren scoort FrieslandCampina slechter dan de benchmark in de voedingsindustrie. Een actieplan is inmiddels voor de hele organisatie uitgerold en de eerste tekenen van verbetering zijn zichtbaar. Er wordt ingezet op het verhogen van de veiligheid voor alle werknemers. Het is niet alleen een kwestie van verder ontwikkelen van regelgeving, maar vooral het praktisch toepassen daarvan.
Vissen kweken in schoon afvalwater Van oudsher spannen de vestigingen van FrieslandCampina in Vietnam zich in om afwalwater zo schoon mogelijk terug in het milieu te brengen. Nadat de fabriek in Binh Duong al in 2004 succesvol een biologisch reinigingssysteem in gebruik had genomen was het de afgelopen jaren de beurt aan de vestiging in Ha Nam om dit moderne systeem — met een capaciteit van 800 m3 per dag — op te starten. Het water dat na reiniging weer in het milieu wordt teruggebracht is volgens de normen van het Vietnamese Ministerie van Milieuzaken van een dusdanige kwaliteit dat er weer vis in gekweekt kan worden.
Directe trainingen en workshops worden gebruikt om houding en gedrag op het gebied van veiligheid te veranderen en de bewustwording te vergroten. Medewerkers worden aangespoord elkaar aan te spreken op onveilig gedrag. Niet alleen de veiligheid in de productiebedrijven is in het geding. Het gaat, naast het voorkomen van onveilige situaties in de productielocaties, ook om relatief eenvoudige maar even belangrijke zaken als het voorkomen van onveilige situaties in kantoren en onderweg. Veiligheid staat als belangrijkste prioriteit op de agenda van de executive board. Tijdens iedere vergadering wordt de ongevalsrapportage besproken en worden ervaringen op het gebied van veiligheid uitgewisseld. Het is van het allerhoogste belang dat alle medewerkers veilig kunnen werken: ieder ongeluk, hoe klein ook, is er één teveel.
34
Efficiënte en duurzame productieketens
Energiebesparing in Nigeria In de productievestigingen in Nigeria zijn belangrijke energiebesparende maatregelen genomen. Zo zijn er nieuwe economizers geïnstalleerd zodat de stoomketel 5% minder energie verbruikt. Tevens wordt overgegaan op het gebruik van gas als energiebron in plaats van olie. Dit vermindert de CO2uitstoot aanzienlijk. Veel aandacht is besteed aan het onderzoek naar verliezen die ontstaan bij het gebruik van perslucht als energiebron. De meeste verliezen ontstaan door lekkende kleppen en verbindingen in het systeem. Er wordt nu ultrasone apparatuur gebruikt om deze lekken snel op te sporen en te repareren. Dit leidt tot een energiebesparing van 10 tot 15 procent in het gebruik van perslucht. Nieuwsbrief bij FrieslandCampina Domo om successen door te geven Bij de diverse productievestigingen van FrieslandCampina Domo wordt een nieuwsbrief uitgegeven waarin de medewerkers elkaar op de hoogte houden van de best practices op het gebied van energiebesparing en de reductie van watergebruik en afvalwater.
Bouwen aan een groene werkplek Onderdeel van het klavertje vier van het MVO-beleid voor medewerkers is het gezamenlijk werken aan een groene werkplek. Het gaat erom dat medewerkers zich realiseren dat duurzaam gedrag bij henzelf begint. FrieslandCampina reikt ook een aantal gereedschappen aan om dit duurzaam gedrag waar te maken. Bij alle plannen voor nieuwbouw en verbouw staat duurzaamheid bovenaan de prioriteitenlijst.
Chocomel maakt transport nog duurzamer FrieslandCampina Benelux heeft samen met levensmiddelenfabrikant H.J. Heinz Benelux en logistiek dienstverlener Nabuurs en hun afnemers het initiatief genomen om nog efficiënter te gaan bevoorraden. Dit doen zij door ladingen van de fabrikanten te combineren. Hiermee wordt de CO2-uitstoot van het transport verminderd. Op deze manier heeft FrieslandCampina inhoud gegeven aan de in 2010 gewonnen Lean & Green Award die is ontvangen voor de plannen om in vijf jaar tijd de CO2-uitstoot van logistieke activiteiten met 20 procent te reduceren. Afnemers die minder dan een volle wagen bestellen, worden sinds medio april 2011 volgens deze nieuwe aanpak beleverd. Hierdoor neemt het aantal gereden kilometers op jaarbasis af. Ook komen er door het samenvoegen van leveringen minder vaak vrachtwagens aan de deur bij afnemers. Deze nieuwe ladingcombinatie betekent op jaarbasis ruim 3.000 vrachten minder. Dat helpt de drukte op de Nederlandse wegen te verminderen en resulteert in 90.000 kg minder CO2-uitstoot per jaar.
Een goed voorbeeld van duurzame nieuwbouw is het FrieslandCampina Innovation Centre in Wageningen. Bij het ontwerp is er rekening mee gehouden dat met behulp van meet- en regeltechniek de consequenties van het gedrag van gebruikers op het gebied van bijvoorbeeld energiegebruik zichtbaar wordt gemaakt. Daarnaast worden allerlei nieuwe technieken toegepast waardoor energiegebruik tot een minimum wordt beperkt. Zelfs wordt rekening gehouden met ontwikkelingen op het gebied van toekomstige mobiliteit. Er zijn voldoende oplaadpunten aanwezig voor elektrisch vervoer. Om het gebruik van fietsen te stimuleren krijgt het gebouw voldoende was- en douchegelegenheid. Het FrieslandCampina Innovation Centre zal een van de meest duurzame gebouwen in Nederland worden.
Efficiënte en duurzame productieketens
Samenwerking FrieslandCampina en Unilever inzake verduurzaming productieketen FrieslandCampina en Unilever zijn een gemeenschappelijk project gestart met als doel de productieketen te verduurzamen. Belangrijke punten in de verdere verduurzaming van de zuivelketen zijn energieverbruik, hergebruik afvalstromen, de reductie van de CO2-footprint en diergezondheid & dierwelzijn. Het afgelopen jaar zijn twaalf melkveehouderijbedrijven, die lid zijn van FrieslandCampina, beoordeeld op basis van de Unilever criteria voor duurzaamheid. Voor maart 2012 zullen nog eens 112 melkveehouderijbedrijven worden beoordeeld. Om te voldoen aan haar duurzaamheidscriteria is Unilever van plan om voor eind 2012 duurzame zuivelingredienten van FrieslandCampina in te kopen. Unilever streeft er naar om in 2020 alleen nog maar duurzaam geproduceerde agrarische grondstoffen in te kopen. Ingrediënten op basis van zuivel behoren tot de top tien van gekochte grondstoffen. Het gehele beoordelingsproces wordt ondersteund door een onafhankelijk auditor. Op basis van de resultaten van de eerste beoordelingen zijn aanbevelingen gedaan om volledig aan de Unilever Sustainable Agriculture Code te kunnen voldoen. Die aanbevelingen zullen opgenomen worden in de criteria die in 2012 gehanteerd worden. De betrokken melkveehouderijbedrijven zullen jaarlijks door een eigen verklaring moeten aangeven dat zij voldoen aan die criteria. Maatschappelijk verantwoorde soja Soja(schroot) is een beperkt bestanddeel in het veevoer voor koeien. FrieslandCampina voert een actief beleid om bij te dragen aan maatschappelijk verantwoorde productie van soja en het verduurzamen van de sojaketen. FrieslandCampina is lid van het internationale initiatief, de Round Table for Responsible Soy (RTRS). FrieslandCampina werkt hierin samen met het Wereld Natuur Fonds, Solidaridad en de Stichting Natuur & Milieu aan het verduurzamen van de productie van soja in landen als India en Brazilië. Samen met Solidaridad wordt gewerkt aan een programma waar lokale boeren leren op een duurzame manier soja te telen. Dit houdt in: geen overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen, geen uitputting van de bodem, een eerlijke prijs en geen kap van waardevolle natuur. Hiermee worden kleine gezinsbedrijven in India en Zuid-Brazilië ondersteund bij de verduurzaming van hun productie in het SOYPSI-programma (Soy Producer Support Initiative). FrieslandCampina heeft zich verplicht tot de aankoop van certificaten voor soja dat volgens de SOYPSI-principes is geproduceerd, voor een hoeveelheid die is afgestemd op de door de leden-melkveehouders geproduceerde melk, bestemd
35
Dilemma Het ‘ideale’ product is in veel situaties te duur vergeleken met minder gezonde alternatieven of wordt door de consumenten als ‘duur’ ervaren. Het is vaak zoeken naar de juiste balans tussen een goede productsamenstelling en een acceptabel prijsniveau.
36
Efficiënte en duurzame productieketens
FrieslandCampina Academy De FrieslandCampina Academy heeft in 2011 de ontwikkeling van alle medewerkers ondersteund door het ontwikkelen, organiseren en uitvoeren van een breed pakket aan opleidingsprogramma’s. Deze opleidingsprogramma’s zijn ontwikkeld op basis van de strategie route2020. Meer dan 3.000 medewerkers hebben één van de 250 georganiseerde meerdaagse FrieslandCampina opleidingen met goed resultaat gevolgd. De opleidingen worden zoveel mogelijk landelijk of regionaal georganiseerd, met als doel een goede aansluiting op de lokale wensen en culturele verschillen te bewerkstelligen. De FrieslandCampina Academy draagt ertoe bij dat alle medewerkers in staat zijn op een goede manier om te gaan met alle facetten van het werknemerschap en met veranderingen in de organisatie en hun specifieke rol daarin. Het aanbod van de FrieslandCampina Academy is ook afgelopen jaar vernieuwd. Nieuw in 2011 waren onder meer de programma’s voor managementvaardigheden: Leading Self en Leading People. Ook Performance Management, een belangrijker pijler van de ontwikkeling van medewerkers, komt zowel door middel van e-learning als classroom training aan bod. Eind 2011 is een wereldwijd e-learning programma gelanceerd in het kader van de FrieslandCampina Code of Conduct.
voor de eigen merken van FrieslandCampina in Nederland, België en Duitsland. Dit wordt uitgevoerd via een book & claimsysteem dat wordt gecontroleerd en geborgd door Solidaridad. Als een van de eerste Nederlandse deelnemers aan dit initiatief ontving FrieslandCampina in februari 2011 de eerste certificaten. Verder heeft FrieslandCampina in samenwerking met de Nederlandse diervoederindustrie en een aantal voedselproducenten het Nederlandse Initiatief Duurzame Soja (IDS) gestart. Binnen IDS-verband worden veldproeven ondersteund waarmee lokale boeren worden geholpen om aan de RTRS-criteria te kunnen voldoen. Samen met andere partners in IDS wordt soja ingekocht uit Zuid-Amerika die niet afkomstig is uit ontboste gebieden. Deze hoeveelheid zal de komende jaren steeds verder toenemen. Sojaboeren in India produceren meer verantwoorde soja en krijgen een beter rendement In Centraal-India wordt door zes miljoen boeren soja verbouwd. De opbrengst bedraagt circa negen miljoen ton per jaar. Sojaschroot (het afval van soja) wordt gebruikt in veevoer. De Nederlandse melkveehouderij heeft besloten op termijn uitsluitend nog duurzaam verbouwde soja in veevoeder te gebruiken. De Nederlandse veevoedersector streeft ernaar dat in 2015 alle soja die in veevoer wordt toegepast, in 2015 RTRS-gecertificeerd zal zijn.
FrieslandCampina ondersteunt sinds 2009 initiatieven om tot een meer duurzame sojateelt te komen. Onderdeel hiervan is een project waarbij 30.000 boeren in de deelstaat Madya Pradesh worden opgeleid op het gebied van dagelijks management, organisatorische vaardigheden en de sociale aspecten van het agrarische werkgeverschap zoals gelijke behandeling van mannen en vrouwen en het voorkomen van kinderarbeid. Deze 30.000 boeren bewerken zo’n 45.000 hectare land en produceren jaarlijks 60.000 ton soja. Het project heeft voor de boeren maar ook voor hun omgeving een aantal belangrijke voordelen. Zo wordt het milieu beter beschermd dankzij een managementsysteem voor bestrijdingsmiddelen. Toepassing van beschermende maatregelen tegen de gevaren van deze middelen betekent ook meer bescherming en meer veiligheid voor het individu. Ook kunstmest wordt efficiënter toegepast zodat de kwaliteit van de landbouwgrond toeneemt. Het toepassen van de RTRS-richtlijnen levert niet alleen een verbetering ten aanzien van de milieuaspecten van de sojateelt, maar ook realiseren de boeren een rendementsverbetering van zo’n 20-30%. In april 2012 zijn de eerste 4.300 ton soja, afkomstig van het door FrieslandCampina ondersteunde project officieel RTRSgecertificeerd.
Efficiënte en duurzame productieketens
Aankoop duurzaam geproduceerde palmolie Met ingang van 2011 wordt 100 procent duurzame palmolie ingekocht. Palmolie en palmolieproducten worden als ingrediënten gebruikt in bijvoorbeeld koffiecreamers en vetpoeders voor de voedingsmiddelenindustrie. Duurzame palmolie is gecertificeerd volgens de principes en criteria van de RSPO (Round Table on Sustainable Palm Oil). De palmolie wordt verhandeld volgens een van de drie door de RSPO goedgekeurde handelssystemen: ‘segregation’, ‘mass balance’ of ‘book & claim’. Maatschappelijke organisaties zoals Solidaridad en het Wereld Natuur Fonds (WWF) zijn nauw betrokken bij de opstelling van deze duurzaamheidscriteria. FrieslandCampina is sinds 2007 aangesloten bij de RSPO. In 2010 is het programma samen met leveranciers voorbereid en in 2011 van start gegaan. FrieslandCampina scoort hoog op de gepubliceerde scorecard ‘duurzaam ingekochte palmolie’ van het WWF. Chocomel met duurzaam geproduceerde cacao Chocomel, het grootste merk chocolademelk in de Benelux, is de eerste chocoladedrank waarvoor maatschappelijk verantwoord geproduceerde cacao wordt gebruikt. Hiervoor is FrieslandCampina Benelux een samenwerking aangegaan met UTZ CERTIFIED. Dit is een keurmerk voor maatschappelijk verantwoord geproduceerde koffie, cacao en thee. UTZ CERTIFIED stimuleert de boeren bij het doorvoeren van sociale, economische en milieutechnische verbeteringen. Van alle cacao die Chocomel gebruikt, is in 2010 10 procent als UTZ CERTIFIED ingekocht. In 2011 was dit 45 procent. Het is de bedoeling dat in 2014 alle benodigde cacao voor Chocomel als UTZ CERTIFIED wordt ingekocht en in 2020 voor alle producten met cacao in Nederland en België. Door verantwoord geproduceerde cacao te gebruiken in Chocomel verbetert FrieslandCampina enerzijds de werkomstandigheden en de concurrentiepositie van de cacaoboeren, anderzijds investeert FrieslandCampina in de kwaliteit van cacao. UTZ CERTIFIED leert boeren hoe ze hun grond op milieuvriendelijke wijze vruchtbaar kunnen houden.
37
Overschakeling op duurzame kartonverpakking FrieslandCampina is eind 2011 voor alle kartonnen drankverpakkingen in de Benelux overgeschakeld op duurzaam geproduceerd karton met het FSC-keurmerk. In 2010 was Appelsientje het eerste merk van FrieslandCampina dat het duurzame karton toepaste. Dit keurmerk is inmiddels uitgegroeid tot een van de meest gezaghebbende certificaten op het gebied van duurzame productie. De Forest Stewardship Council (FSC) is een internationale organisatie die verantwoord bosbeheer over de hele wereld stimuleert. Om consumenten op aantrekkelijke wijze bewust te maken van het nut van duurzaam bosbeheer hebben FrieslandCampina en Tetra Pak, de producent van onder andere de Appelsientje-verpakkingen, ook de actiesite www.natuurlijk-appelsientje.nl ontwikkeld.
38
Ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika
Ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika
39
De derde pijler van ons MVO-beleid: Ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika De ontwikkeling van de melkveehouderij in Azië en Afrika is een van de vier pijlers van het MVO-beleid van FrieslandCampina. Doelstelling van het Dairy Development Program is om de productie van voldoende nutriëntrijk voedsel ten behoeve van de groeiende wereldbevolking op peil te houden. De aandacht van FrieslandCampina gaat vooral uit naar programma’s waarbij
boeren in Azië en Afrika in staat worden gesteld hun bedrijf zo goed mogelijk uit te oefenen en de zuivelproductie kwantitatief en kwalitatief op een hoger niveau te brengen. Bij het ontwikkelen van deze programma’s wordt nadrukkelijk gezocht naar samenwerking met andere organisaties.
Doelstellingen voor 2020
Resultaten 2011
Doelstellingen, acties en initiatieven 2012
Betrokken melkveehouderijen van kleine boeren aansluiten op FrieslandCampina’s wereldwijde kwaliteitsstandaard Foqus.
Platformen gecreëerd om programma’s per land op te starten.
Invoeren kwaliteitssystemen waardoor de melk voldoet aan de normen van FrieslandCampina.
Landencoördinatoren aangesteld.
Invoeren ‘best practices’.
Mogelijkheid gecreëerd om ‘best practices’ uit te wisselen.
Ontwikkelen trainings- en opleidingsprogramma’s.
Het jaarlijkse gezinsinkomen van de betrokken boeren ruim boven de door de VN vastgelegde armoedegrens brengen.
Goede relaties met regeringen van Vietnam, Nigeria, Maleisië en Thailand ontwikkeld.
Samenwerking met FrieslandCampina-marketing om betere afzetmogelijkheden te creëren.
Het rendement per koe in ZuidoostAzië en Nigeria ten opzichte van 2011 met 50 procent verhogen.
Pilot programma in Nigeria ontwikkeld ten behoeve van ontwikkeling melkveehouderij.
Start vrijwilligersgroepen om melkveehouders te helpen: ‘Boer helpt boer’.
Gestart met het ontwikkelen van grootschaliger aanpak van de melkveehouderij. Diverse trainingen gehouden in Vietnam en Indonesia op pilot melkveebedrijven m.b.t. gewassenteelt, diergezondheid en veevoeding. In Maleisië samen met Wageningen UR een workshop georganiseerd.
Aangaan van samenwerking met lokale overheden en NGO’s. Ontwikkelen van ‘new dairy zones’ in NoordVietnam: ontwikkeling van familiebedrijven in de melkveehouderij.
40
Ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika
Doelstellingen en beleidsuitvoering
Resultaten 2011
In 2011 is veel aandacht besteed aan het creëren van platformen in de betrokken landen. In Zuidoost-Azië betreft het de programma’s in Indonesië, Thailand, Vietnam en Maleisië. In Afrika gaat het vooral om de activiteiten in Nigeria. Omdat de situatie in alle betrokken landen verschillend is, is het van belang ervoor te zorgen dat op lokaal niveau alle faciliteiten aanwezig zijn om kansrijke ontwikkeling van de melkveehouderij mogelijk te maken.
Voor de realisatie van het Dairy Development Program zijn in 2011 naast de meer omvattende actieplannen ook op landenniveau een aantal plannen opgestart.
De verschillende situaties in de diverse landen vraagt een specifieke aanpak per land. Zo wordt bijvoorbeeld in Vietnam de melk rechtstreeks afgenomen van de melkveehouder, maar worden in Indonesië en Thailand zaken gedaan met lokale coöperaties van melkveehouders. Deze coöperaties beschikken over een eigen inkoop en bancaire faciliteiten. Individuele contacten met melkveehouders leveren sneller resultaat. Dat is nu al te merken in kwaliteitsverbetering van de door deze boeren geleverde melk. Het verschil in aanpak per land betekent dat er veel op lokaal niveau moet worden samengewerkt en georganiseerd, waar wellicht een gecentraliseerde aanpak in eerste instantie vanzelfsprekend lijkt. FrieslandCampina werkt voor de uitvoering van het ontwikkelingsprogramma voor de melkveehouderij veel samen met onder andere de Nederlandse overheid (ambassades), Wageningen UR, lokale consultants, Rabobank Foundation, Rabobank Development en Agriterra.
Pilotproject in Nigeria In Nigeria is, in samenwerking met de Nederlandse regering, een omvangrijk pilotproject gestart dat tot doel heeft na te gaan hoe een ontwikkelingsprogramma voor lokale melkveehouders het best kan worden opgezet en verwezenlijkt. Ondersteuning lokale gemeenschappen in Nigeria FrieslandCampina in Nigeria ondersteunt gemeenschappen, waar melkveehouders actief zijn, die melk leveren of binnen afzienbare tijd gaan leveren aan FrieslandCampina. Zo werd een aantal nieuwe drinkwatervoorzieningen gebouwd met als doel de hygiënische omstandigheden te verbeteren en daarvan afgeleid ook de kwaliteit van de te leveren melk positief te beïnvloeden. Het onderwijsproject van FrieslandCampina draagt bij aan een verbetering van de onderwijssituatie in de lokale gemeenschappen. Zo werden in 2011 achttien scholen in de regio voorzien van ergonomisch verantwoord onderwijsmeubilair hetgeen een enorme verbetering betekent voor de omstandigheden waaronder de leerlingen onderwijs genieten.
Sybren Attema over de voordelen van het ontwikkelingsprogramma voor melkveehouders in Azië en Afrika Volgens Sybren Attema, verantwoordelijk voor de uitvoering van het ontwikkelingsprogramma voor melkveehouders in Azië en Afrika, zal het slagen van dit programma niet alleen leiden tot verbetering van de inkomens- en leefsituatie van de lokale melkveehouders, maar ook dankzij de kwaliteitsverbetering van de geleverde melk leiden tot lagere productiekosten. Attema: “FrieslandCampina zal dankzij deze ontwikkelingsprogramma’s beter ‘zichtbaar’ worden in de lokale marktgebieden, wat leidt tot betere afzetmogelijkheden. FrieslandCampina kan zo ook een bijdrage leveren aan de werkgelegenheidsontwikkeling op het platteland. Dat is een belangrijke ontwikkeling voor de landelijke overheden die met lede ogen moeten aanzien hoe de verstedelijking, met al zijn nadelen, alleen maar toeneemt.”
Ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika
41
Masterplannen in Indonesië en Thailand In Indonesië en Thailand zijn masterplannen ontwikkeld die moeten leiden tot betere samenwerking met de lokale coöperaties waarvan FrieslandCampina de melk betrekt. Doel is de kwaliteit van de geleverde melk beter te laten aansluiten bij standaarden die gelden voor FrieslandCampina. Ontwikkelingsproject in Maleisië In Maleisië is door FrieslandCampina samen met de landelijke overheid een project gestart met als doel de overheid inzicht te geven in hoe de melkveehouderij kan worden gesteund en ontwikkeld. Ontwikkeling ‘dairy zones’ in Vietnam De uitdaging om in Vietnam tot ontwikkeling van de melkveehouderij te komen is vooral gelegen in het feit dat de boeren ter plekke beschikken over kleine stukjes land, waardoor het nagenoeg onmogelijk is een goed renderend melkveehouderijbedrijf van de grond te krijgen. Samen met de Vietnamese regering en de Nederlandse ambassade heeft FrieslandCampina het initiatief genomen om ‘dairy zones’ te ontwikkelen. Melkveehouders kunnen hier gezamenlijk beschikken over grotere grondoppervlakten, waardoor grootschaliger en beter renderende exploitatie mogelijk wordt.
Dilemma Bij het uitvoeren van het ontwikkelingsplan voor de melkveehouderij in Azië en Afrika is sprake van het overwinnen van diverse dilemma’s. Zo zou het succes van dit beleid kunnen leiden tot meer self supporting van de lokale markten en zou er sprake kunnen zijn van afname van de afzetmogelijkheden voor de eigen leden-melkveehouders van de coöperatie. Volgens Attema hoeft men daar niet bang voor te zijn. “Self supporting in Azië en Afrika varieert van 5 – 25% per land. De behoefte aan zuivel groeit in deze landen zo snel, gemiddeld 10 procent per jaar terwijl de melkproductie met gemiddeld 5 procent groeit, dat het vooralsnog niet aannemelijk is dat de afzetmarkt zal teruglopen. Het succes van het ontwikkelingsprogramma voorziet in een grotere aanwezigheid van FrieslandCampina in een almaar groeiende afzetmarkt. Er ontstaan juist nieuwe kansen voor de Nederlandse, Duitse en Belgische leden van de coöperatie. Een ander dilemma betreft het volledig ontbreken van beleid voor de melkveehouderij. Attema: “In Europa hebben we een historie van tientallen jaren gereguleerd overheidsbeleid. Dat heeft geleid tot een welvarende en slagvaardige sector. In Azië en Afrika ontbreekt dat volledig. Dit leidt tot bijvoorbeeld versnippering van land, geen goede infrastructuur en gebrek aan vakkennis. Daardoor is het lastig om efficiënte, winstgevende en duurzame melkveebedrijven te ontwikkelen die voldoende melk produceren van goede kwaliteit. Maar we zien nu ook gunstige ontwikkelingen, bijvoorbeeld in Vietnam. Samen met de overheid ontwikkelen wij daar nu zogenaamde ‘dairy zones’. Dat zijn grote gebieden waarin het mogelijk wordt duurzame en professionele melkveehouderijen te realiseren. Hierbij richten wij ons op het ontwikkelen van familiebedrijven.”
42
Duurzame melkveehouderij
Duurzame melkveehouderij
43
De vierde pijler van ons MVO-beleid: Duurzame melkveehouderij FrieslandCampina vindt het belangrijk dat melk en andere grondstoffen die nodig zijn voor de productie van zuivelproducten, op duurzame wijze worden geproduceerd. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om methoden voor landbouw en de melkveehouderij
die niet alleen zo weinig mogelijk impact op het milieu hebben en diervriendelijk zijn, maar ook een bijdrage leveren aan de maatschappelijke acceptatie van de melkveehouderij.
Doelstellingen voor 2020
Resultaten 2011
Doelstellingen, acties en initiatieven 2012
Duurzaamheidsprogramma Foqus Planet volledig geïmplenteerd.
Ontwerpplannen Foqus Planet goedgekeurd door de leden van de coöperatie.
Drie cycli van drie jaar; periode 2012 – 2014: ontwikkelen van plannen en het implementeren ervan.
Publicatie routegids Foqus Planet.
Melkveehouders kiezen leerroutes. De Foqus Planet leerroute bestaat uit: • Foqus Planet webadvies • Foqus Planet workshop • Foqus Planet leerbedrijf • Foqus Planet coach (weidecoach, mastitiscoach)
Workshop ontwikkeld m.b.t. energiebesparing op melkveebedrijven. Energiescan ontwikkeld toegepast. Groene energie gezamenlijk ingekocht. FrieslandCampina heeft GVO’s (Garantie Van Oorsprong) van leden ingekocht.
Iedere melkveehouder gaat in 2012 met minimaal twee duurzaamheidsaspecten naar keuze aan de slag en ontvangt per onderdeel punten.
Verbeterplannen Foqus Planet voor diverse onderdelen van de melkveebedrijven opgestart.
Klasse-indeling in Foqus Planet: 1. Voldoende bedrijven: twee punten 2. Goede bedrijven: minimaal vier punten 3. Excellente bedrijven: zes punten
Energie en klimaat: jaarlijks 2 procent minder energieverbruik. In 2020 30 procent minder uitstoot broeikasgassen.
Weidegang: huidig niveau minimaal handhaven.
Incentives ontwikkeld: verhoging weidegangtoeslag tot 0,50 euro/100 kg en introductie deelweidegangtoeslag van 0,125 euro/100 kg. Ontwikkeling workshops, leerbedrijven en webadviezen.
Diergeneesmiddelen: antibioticum: gebruik terug naar niveau 1999.
Toepassing bedrijfsgezondheidsplan (BGP) en bedrijfsbehandelplan (BPP) op ieder bedrijf. Centrale registratie gebruik diergeneesmiddelen.
Fosfaat/mest: invulling bestaande wetgeving en afspraken; voorkomen nieuwe regelgeving.
Toegang bedrijfsspecifieke excretiewijzer (BEX).
Uiers en klauwen: klinische mastitis en klinische kreupelheid terug naar de natuurlijke niveaus.
Instrumenten ontwikkeld om de ziektedruk op bedrijven te verminderen: • workshop uiergezondheid • mastitiscoach • workshop klauwgezondheid
Soja: 100 procent gebruik van duurzame soja in veevoeders (2015).
Inkoop duurzame soja in veevoer: toenemende hoeveelheid duurzame soja voor veevoer ingekocht.
Landschap: erkenning rol melkveehouders in beheer van natuur en landschap.
Bijdrage melkveehouders aan natuurbeheer geïnventariseerd.
Zichtbaar maken bijdrage melkveehouders aan natuurbeheer.
44
Duurzame melkveehouderij
Doelstellingen en beleidsuitvoering Bij het ontwikkelen en uitrollen van de strategie voor de duurzame melkveehouderij is gekozen voor een cyclus van driemaal drie jaar. De huidige cyclus van 2012 tot 2014 staat vooral in het teken van het ontwikkelen van plannen en het implementeren van deze actieplannen bij de melkveehouders. Het duurzaamheidsprogramma voor de melkveehouderij, dat het bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. in het najaar van 2011 heeft besproken met de leden-melkveehouders, is na de formele vastlegging in de reglementen op 1 januari 2012 van start gegaan onder de naam Foqus Planet. Het bestuur van de coöperatie heeft de ledenmelkveehouders uitvoerig betrokken bij de ontwikkeling en opzet van Foqus Planet. In 140 kleinschalige workshops met leden zijn begin 2011 meningen uitgewisseld en praktische ideeën verzameld. Aansluitend zijn deze ideeën getoetst op 125 praktijkbedrijven. Na bespreking met de 210 leden van de districtsraden zijn de definitieve voorstellen in meer dan tachtig bijeenkomsten in het werkgebied van de coöperatie in Nederland, Duitsland en België nogmaals besproken met de leden. Op basis van praktische impulsen van melkveehouders zijn de voorstellen op een aantal punten aangepast en vastgelegd in het praktijkreglement. Het reglement is vastgesteld door het bestuur en de ledenraad heeft hiermee ingestemd. Centraal in de duurzaamheidsaanpak staat het ondersteunen en stimuleren van melkveehouders bij het verder verduurzamen van hun bedrijfsvoering. Veelal zal dit samengaan met technisch-economische verbeteringen. Bij de uitwerking van het duurzaamheidsprogramma wordt samengewerkt met diverse stakeholders en organisaties, zoals dierenartsen en de Duurzame
Zuivelketen (collega-zuivelondernemingen). FrieslandCampina heeft met haar integrale aanpak in de gehele keten een belangrijke stap gezet op het gebied van de verduurzaming van de melkveehouderij.
Resultaten 2011 Het hart van het duurzaamheidsprogramma voor de melkveehouderij wordt gevormd door kennisuitwisseling in workshops, leerbedrijven en via Melkweb, de website voor leden van FrieslandCampina. Foqus Planet, het duurzaamheidsprogramma voor de melkveehouders, is in 2011 samen met melkveehouders ontwikkeld. De elementen ervan zijn geïntegreerd in het al bestaande kwaliteitssysteem voor de melkveehouders, zodat zij nu te maken hebben met één integrale aanpak van kwaliteit, voedselveiligheid en duurzaamheid. Afhankelijk van het prestatieniveau dat een melkveehouder binnen Foqus Planet wil realiseren, kan hij op het gebied van duurzaamheid een aantal extra punten te scoren. Naast een aantal verplichte zaken die voortvloeien uit wetgeving, kiest de veehouder zelf uit een breed aanbod van mogelijkheden. Dat kunnen bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen zijn (voorkoeler, warmteterugwinning), het volgen van een workshop over diergezondheid of het toepassen van weidegang. Uiteindelijk zal een meer duurzame bedrijfsvoering leiden tot een lager kostenniveau en verbeterde ondernemingsresultaten voor de individuele melkveehouder.
Atze Schaap over het belang van duurzaam ondernemen voor melkveehouderijen Volgens Atze Schaap, director co-operative affairs bij FrieslandCampina en verantwoordelijk voor de invoering van het duurzaamheidsprogramma melkveehouderij, kan duurzaam ondernemen een belangrijke bijdrage leveren aan de versterking van de positie van zowel de melkveebedrijven als van de onderneming FrieslandCampina. Schaap: “Duurzaamheid is een kwestie van ondernemerschap en bedrijfsoptimalisatie. Duurzaam ondernemen biedt de melkveehouder en FrieslandCampina hun ‘license to operate’. Het kostenniveau wordt uiteindelijk verlaagd en de maatschappelijke acceptatie van de sector wordt verhoogd. Het mes snijdt aan twee kanten.”
Duurzame melkveehouderij
45
Publicatie routegids Foqus Planet Een belangrijk onderdeel van de start van het duurzaamheidsplan voor de melkveehouderij is de publicatie van de routegids Foqus Planet. Met behulp van deze routegids kunnen de melkveehouders zelf in vier stappen hun persoonlijke route bepalen naar een duurzamere onderneming: • keuze uit meerdere thema’s: verantwoord diergeneesmiddelengebruik, uiergezondheid, klauwgezondheid, weidegang en energiebesparing; • bepalen van de doelen: die zo concreet mogelijk worden geformuleerd; • wat nodig is om het doel te bereiken: keuze uit aanbod van onder andere workshops, rekenprogramma’s, webadviezen en coachingsmogelijkheden; • het melden van de keuzes: zodat FrieslandCampina het instrumentarium voor ondersteuning kan bepalen. De leden-melkveehouders zijn ieder voor zich zelfstandige ondernemers en hebben uiteenlopende bedrijfsomstandigheden. Het is dus van belang dat deze ondernemers zelf hun keuzes kunnen maken die passen in hun bedrijfsontwikkeling. Dit gegeven is het uitgangspunt geweest bij het ontwikkelen van het duurzaamheidsprogramma. Alle leden-melkveehouders zijn vrij in het maken van keuzes ten aanzien van het onderwerp waarmee men aan de slag wil gaan en het tijdstip waarop men wil starten. Weidegang stimuleren FrieslandCampina stimuleert weidegang door middel van de weidegangtoeslag. De weidegangtoeslag is met ingang van 2012 verhoogd van 0,05 naar 0,50 euro per 100 kg melk. Om de toeslag te ontvangen, moet een melkveehouder zijn melkkoeien gedurende minimaal 120 dagen per jaar, ten minste zes uur per dag in de wei laten grazen. Ook is er een regeling ontworpen voor deelweidegang. Deze geldt voor melkveehouders die niet voldoen aan de normen voor weidemelk, maar wel een kwart van de op het bedrijf aanwezige koeien minimaal 120 dagen per jaar in de wei laten grazen. FrieslandCampina Germany onderscheiden als duurzame producent De belangrijkste Duitse consumentenorganisatie ‘VerbraucherInitiative heeft FrieslandCampina Germany vanwege haar duurzaamheidsprestaties met Landliebe een bronzen prijs toegekend. Verbraucher Initiative onderzoekt jaarlijks 1300 ondernemingen uit allerlei sectoren en beoordeelt deze ondernemingen op hun streven naar duurzaamheid in de gehele productieketen. FrieslandCampina Germany sprong er uit vanwege de manier waarop de koeien, die melk leveren voor zuivelproducten van het merk Landliebe worden gevoerd. De koeien krijgen voer, dat uitsluitend in Europa en bij voorkeur in Duitsland wordt verbouwd. Op deze manier levert de voerwinning een zo min mogelijke belasting voor het milieu op.
Dilemma “Het invoeren van een duurzaamheidsprogramma voor de melkveehouderij brengt ook dilemma’s met zich mee. Er is sprake van een spanningsveld tussen de koplopers en het peloton. Het is daarom van belang een goede balans te vinden tussen snelheid en consensus. Een goede dialoog voeren met alle betrokkenen leidt tot het beste resultaat”, aldus Atze Schaap.
46
Duurzame melkveehouderij
Het coöperatieve proces Hoe FrieslandCampina samen met 20.000 leden-melkveehouders een duurzaamheidsbeleid voor de melkveehouderij ontwikkelde. 2011
Ontwikkelingsfase Januari/februari: eerste ideeën ontwikkeld samen met 6.000 leden-melkveehouders via themabijeenkomsten.
januari
februari
maart
april
mei
juni
Uitwerkingsfase April: vergadering ledenraad, 1e concept duurzaamheidsprogramma gepresenteerd. Mei: start praktijktoets. Met 140 leden het duurzaamheidsprogramma getest. Juni: CVD, 2e concept gepresenteerd.
juli
Presentatiefase 31 Augustus: voorstellen aan ledenraad gepresenteerd.
augustus
september
Oktober-november: voorstellen tijdens najaarsledenvergaderingen besproken.
oktober
november
december
1 Januari 2012: start Foqus Planet.
2012
Besluitvorming 14 December: voorstellen tijdens ledenraad goedgekeurd.
Borging van het MVO-beleid
47
Het fundament: borging van het MVO-beleid
Betrokkenheid van stakeholders
van de contacten met stakeholders kan FrieslandCampina haar visie overbrengen en kennisnemen van de verwachtingen die deze belanghebbenden op hun beurt weer van FrieslandCampina hebben. FrieslandCampina streeft naar een juiste balans tussen haar prestaties en de verwachtingen van de leden-melkveehouders, consumenten, medewerkers, industriële afnemers, partners, (lokale) overheden en maatschappelijke organisaties. Bij de uitwerking van de strategie van het MVO-beleid zijn nagenoeg alle groepen stakeholders betrokken.
FrieslandCampina hecht veel waarde aan een goede relatie en dialoog met alle groepen stakeholders. Zo wordt meer inzicht verkregen in maatschappelijke ontwikkelingen en in wat alle belanghebbenden bezighoudt in de relatie met FrieslandCampina. Met deze relatie beoogt FrieslandCampina verbetering van de bedrijfsvoering te realiseren. De dialoog met stakeholders speelt ook een belangrijke rol in de visie op ketenbeheer. Door middel
Mate van betrokkenheid stakeholders bij duurzaamheidsthema’s:
Voedingswaarde & gezondheid
Efficiënte en duurzame productieketens
Ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika *
Medewerkers
*
*
Leden-melkveehouders
*
*
Klanten
*
Consumenten
*
Overheden
*
Duurzame melkveehouderij * * *
*
*
*
*
*
*
NGO’s
*
*
*
*
Koepelorganisaties
*
*
*
*
Leveranciers
Meer structuur in de dialoog Met het doel meer structuur aan de stakeholdersdialoog te geven is in 2011 in samenwerking met het adviesbureau Het Portaal het Digital Media Based Platform opgezet. Een andere belangrijke ontwikkeling was de oprichting van de Dutch Sustainable Growth Coalition, een samenwerkingsverband tussen de belangrijkste Nederlandse ondernemingen met als doel de ontwikkeling van het Nederlands bedrijfsleven op een duurzame manier te doen plaatsvinden.
48
Borging van het MVO-beleid
De mate van betrokkenheid en de invloed die stakeholders uitoefenen op het MVO-beleid worden weergegeven in het volgende overzicht.
Stakeholder
Verwachtingen
Vorm van dialoog
Rol in MVO-beleid
Leden-melkveehouders
• Winstgevendheid
• Managementinformatie
• Acceptabele vergoeding voor geleverde melk
• Workshops
• Leveranciers van hoogwaardige, betrouwbare grondstoffen
• Betrouwbare partner
• Magazine
• Rol in realiseren MVO-doelstellingen
• Ledenbijeenkomsten, districtsraden en ledenraden
• Speciale website
• Maatschappelijk geaccepteerd zijn • Leveren belangrijke bijdrage aan uitvoering MVO-beleid • Medeverantwoordelijk voor houding en gedrag ten opzichte van FrieslandCampina
Consumenten
• Verbetering aanbod producten
• Consumentengedrag
• Belangrijke afnemers
• Producten die aansluiten bij de behoeften
• Marktonderzoek
• Beïnvloeden aankoop producten tegen acceptabele prijzen
• Voedselveiligheid, betrouwbaarheid Medewerkers
• Consumentenserviceafdelingen • Informatie via voedingskundigen
• Veilige werkomgeving
• Werkoverleg
• Aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden
• Intranet, personeelsmagazine
• Belangrijkste uitvoerders MVO-beleid
• Training en opleiding
• Carrièremogelijkheden • Werksfeer Industriële klanten
Overheden
• Maximale waardegroei
• Welzijn van nationale en lokale gemeenschappen
• Klantcontacten
• Belangrijke afnemers
• Beurzen • Account management
• Beïnvloeding kwaliteit en prijsstelling producten
• Partner in diverse samenwerkingsverbanden
• Samenwerkingsvormen op het gebied van natuurbehoud • Samenwerking op het gebied van ontwikkeling melkveehouder • Partner in het ontwikkelen van wet- en regelgeving • Verstrekken subsidies
Maatschappelijke organisaties
• Welzijn van gemeenschappen en specifieke doelgroepen
• Partner in diverse samenwerkingsverbanden
• Uitwisseling van kennis, delen van verantwoordelijkheid • Kenniseigenaar
Leveranciers
• Waardecreatie
• Procurement
• Onderdeel van de keten
• Regelgeving voor leveranciers • Internet, beurzen Koepelorganisaties
• Welzijn van aangesloten leden
• Partner in samenwerkingsverbanden
• Uitwisseling van kennis • Partner in regelgeving en convenanten
Borging van het MVO-beleid
ISO 26000-norm met externe beoordeling Het totale MVO-beleid bij FrieslandCampina is gebaseerd op de ISO 26000-richtlijn. Deze ISO 26000 is een internationale richtlijn voor MVO: een instrument voor bedrijven (en andere organisaties) voor de implementatie van MVO. Het is een richtinggevende norm en kan daarom niet worden gebruikt voor certificering.
49
De implementatie van de ISO 26000 criteria zijn extern beoordeeld door Lloyds Register. Lloyds heeft verklaard dat de ISO 26000 op de juiste wijze is geïmplementeerd. ISO 26000 is ingevoerd voor alle bedrijven van FrieslandCampina.
Gedragscode Om correct en integer gedrag van medewerkers te bevorderen heeft FrieslandCampina haar Code of Conduct (gedragscode) vernieuwd. Hierin is opgenomen dat FrieslandCampina de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties als universele standaard beschouwt. Verder gaat
Leiderschapsontwikkeling binnen FrieslandCampina In 2011 is begonnen met het realiseren van één van de doelstellingen op het gebied van goed werkgeversbeleid door middel van een aantal programma’s op het terrein van leiderschapsontwikkeling. Doel van deze programma’s is dat de deelnemers meer kennis en vaardigheden ontwikkelen op het gebied van leiderschap. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen maakt in alle gevallen deel uit van de programma’s. (Toekomstige) leidinggevenden moeten zich ervan bewust zijn dat zij degenen zijn die MVO binnen de organisatie gestalte geven en zorgdragen voor de uitvoering van het beleid. De programma’s zijn in eerste instantie ontwikkeld voor de volgende drie groepen medewerkers. De top 70-medewerkers, onder wie de leden van de executive board, participeren in het programma ‘Courage to Lead’ dat speciaal voor hen is ontwikkeld samen met de IMD Business School in Zwitserland. Het senior management - de zogenoemde Top 200 -, dat direct onder de top 70 functioneert, volgt het programma ‘Leading with impact’, eveneens ontwikkeld samen met de IMD Business School. Dit programma is in oktober 2011 gestart en leverde direct enthousiaste reacties op. Voor talenten met minder werkervaring is, in samenwerking met de internationale Business School Ashridge in het Verenigd Koninkrijk, het programma ‘Leading to Succeed’ ontwikkeld. Als onderdeel van dit 18 maanden durende programma wordt deelgenomen aan een ‘community investment’-project, waarbij iedereen zich daadwerkelijk inzet voor een duurzaam ontwikkelingsproject. Naast deze programma’s zijn de wereldwijde managementopleidingen Leading Self, Leading People en Leadership in Business ontwikkeld die beginnende en ervaren managers ondersteunen met het ontwikkelen van de managementcompetenties. Door inzicht te krijgen in het eigen gedrag, leren de deelnemers om ook effectief te zijn in de rol van manager. Het gehele programma is actief van opzet, de werksituatie van de FrieslandCampina medewerkers staat altijd centraal.
50
Borging van het MVO-beleid
de gedragscode in op onder meer het uitsluiten van corruptie, kinderarbeid, gedwongen arbeid en discriminatie van medewerkers en het respecteren van de rechten van medewerkers om zich te organiseren in vakbonden. Deze nieuwe gedragscode is in 2009 ontwikkeld en in de loop van 2010 en begin 2011 geïmplementeerd. De executive board is er verantwoordelijk voor dat de gedragscode door alle medewerkers wordt begrepen. Naleving wordt jaarlijks gemonitord en gerapporteerd aan de auditcommissie van de raad van commissarissen. Medewerkers wordt verzocht overtredingen van de gedragscode te melden.
Klokkenluidersregeling Om transparantie en integriteit te bevorderen heeft FrieslandCampina naast de gedragscode ook een nieuwe Klokkenluidersregeling ontwikkeld. FrieslandCampina moedigt haar medewerkers aan hun bezorgdheid te uiten als men vermoedt of weet dat in strijd met de gedragscode wordt gehandeld. De regeling dient als leidraad voor het uiten van bezorgdheid en sluit strafmaatregelen tegen of oneerlijke behandeling van klokkenluiders uit. De Klokkenluidersregeling is in 2009 ontwikkeld en in de loop van 2010 en begin 2011 geïmplementeerd. Alle medewerkers zijn geïnformeerd over de regeling en in elk onderdeel van de organisatie is een lokaal vertrouwenspersoon aangewezen en geïnstrueerd. Er is een corporate integriteitscommissie geïnstalleerd, bestaande uit een lid van de executive board, de secretaris van de executive board en de corporate compliance officer. De integriteitscommissie is verantwoordelijk voor de juiste procedures voor het melden van overtredingen. Verder toetst, onderzoekt en behandelt de integriteitscommissie gemelde zaken. De executive board zal de activiteiten van de integriteitscommissie jaarlijks rapporteren aan de auditcommissie van de raad van commissarissen.
Leveranciersnormen Voor leveranciers van FrieslandCampina geldt een set van normen, de zogenoemde Business Practices for Suppliers. Deze leveranciersnormen betreffen onder meer nationale en lokale wettelijke eisen, industrienormen, mensenrechten, voedselveiligheid en -kwaliteit en duurzame bedrijfsvoering. De leveranciersnormen zijn afgeleid van de gedragscode en zijn in 2010 gedeeltelijk geïmplementeerd bij leveranciers en zijn in 2011 verder ingevoerd.
Voedselveiligheid en -kwaliteit De producten van FrieslandCampina worden gemaakt op 68 productielocaties wereldwijd en sommige producten worden op meer dan één locatie gemaakt. Voor de consument mag dat geen verschil maken. Die moet altijd kunnen rekenen op dezelfde hoge mate van veiligheid van het product en kwaliteit. Voedselveiligheid en voedselkwaliteit hebben bij FrieslandCampina dan ook de hoogste prioriteit.
Kwaliteitssysteem Foqus Om voedselveiligheid en voedselkwaliteit te borgen heeft FrieslandCampina Foqus, een breed kwaliteitssysteem dat zowel van toepassing is op de bedrijven van leden-melkveehouders als op de productie- en distributielocaties van FrieslandCampina (‘van koe tot consument’). De basis bestaat uit nationale en internationale wetgeving, Codex-normen en wensen van afnemers en de maatschappij in het algemeen. Foqus is de FrieslandCampina leidraad bij de ontwikkeling van een steeds robuuster productieproces.
Foqus Planet FrieslandCampina hanteert voor de productie van boerderijmelk door haar leden-melkveehouders het kwaliteitsborgings- en duurzaamheidsprogramma Foqus Planet. Het programma omvat regelingen op het gebied van vier thema’s: melk, koe, productieproces en omgeving. Bij het thema melk wordt aandacht besteed aan de kwaliteit van de melk, het melken en de melkkoeling). Het thema koe geeft criteria op het gebied van diergezondheid, dierwelzijn en verantwoord diergeneesmiddelengebruik). Het thema productieproces gaat in op (veilig water en voer) en omgeving (zoals netheid bedrijf, weidegang en duurzame energieproductie). Foqus Planet is gericht op de leden-melkveehouders in Nederland. Ook voor de ledenmelkveehouders in Duitsland en vanaf 2013 ook in België, vormt Foqus Planet de basis waarbij aangehaakt wordt bij nationale systemen zoals QM-Milch en IKM. Voor elk van de vier blokken bestaan doelen die middels specifieke voorwaarden verder zijn uitgewerkt. De voorwaarden zijn onderverdeeld in essentiële, standaard en extra punten. De extra punten bieden de veehouder de mogelijkheid om gericht en op een wijze die bij zijn bedrijf past aan de slag te gaan met duurzaamheid. Hoe een melkveehouder in zijn totaliteit scoort op Foqus Planet wordt bepaald aan de hand van onderzoek van de melk, de beoordeling van de bedrijfsvoering van de melkveehouder door onafhankelijke, externe instanties en door het behalen van de extra duurzaamheidspunten.
Borging van het MVO-beleid
51
Diversiteit Bij het werven van nieuwe medewerkers wordt rekening gehouden met de diversiteit van het werknemersbestand. Dit geldt zowel voor het aandeel vrouwen binnen de onderneming als de nationaliteit van onze medewerkers. Het aandeel van vrouwen binnen de top 70 van de organisatie is gestegen van 9 procent in 2009 naar 12 procent in 2011. Het aandeel van vrouwen in de top 200 in 2011 is gestegen naar 17,5%. Er is een duidelijke tendens zichtbaar naar een internationaler werknemersbestand. Op het central office in Amersfoort zijn meer dan 15 nationaliteiten werkzaam op posities in verschillende lagen van de organisatie. Daarnaast faciliteert FrieslandCampina Short Term Assignments (3-12 maanden) en Long Term Assignments (1–5 jaar) waarbij medewerkers naar een ander land worden uitgezonden om een opdracht uit te voeren of een functie te vervullen. Op 31 december 2011 waren er 105 Long Term Assignments, verspreid over alle landen waar FrieslandCampina gevestigd is. Daarnaast is er eind 2010 de eerste vrouwelijke melkveehouder toegetreden tot het bestuur en in de raad van commissarissen.
Foqus Food Safety & Quality
Foqus Milieu, Arbo en Brandpreventie
Voor de productie- en distributielocaties is Foqus Food Safety & Quality (FS&Q) van toepassing. Een van de basisvoorwaarden is dat alle productielocaties over een kwaliteitssysteem beschikken dat is gebaseerd op de ISO 9001-norm. Ook moeten alle locaties een extern getoetst HACCP-certificaat hebben. Verder omvat Foqus FS&Q de volgende onderdelen: • doelvoorschriften met een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling, bijvoorbeeld voor verandermanagement en crisismanagement; • middelvoorschriften met duidelijke en gedetailleerde eisen, bijvoorbeeld voor microbiologie en hygiëne; • uitgebreide auditlijst gebaseerd op de verbetercirkel van Deming (Plan, Do, Check, Act); • richtlijnen en best practices.
Op alle productielocaties van FrieslandCampina wordt gebruikgemaakt van een milieu- en arbeidsveiligheidmanagementsysteem dat voldoet aan de eisen van ISO 14001 en OHSAS 18001. FrieslandCampina heeft hiervoor een eigen interne standaard ontwikkeld: het Foqus SHEmanagementsysteem. De milieu- en arbeidsveiligheidsrisico’s op de locaties worden in beeld gebracht met een gestandaardiseerde risicoanalyse die bij alle locaties wordt uitgevoerd. Alle locaties rapporteren jaarlijks over de milieu- en arbeidsveiligheidsresultaten die zijn behaald. Het milieu- en arbeidsveiligheidmanagementsysteem wordt geborgd door middel van interne en externe audits. Alle bedrijven zijn ISO 14001- en OHSAS 18001-gecertificeerd of hebben een verklaring dat het milieumanagementsysteem voldoet aan de vereisten van ISO 14001.
De auditstandaard kan door de werkmaatschappijen worden gebruikt om hun productielocaties te beoordelen. Daarnaast wordt de standaard gebruikt door het interne auditteam dat alle productielocaties bezoekt en beoordeelt. FrieslandCampina heeft bewust gekozen voor een intern auditteam: de auditors zijn afkomstig uit diverse disciplines (QA, plant management, operations) en vervullen hun audittaak naast hun andere werkzaamheden. Deze aanpak levert meer diepgaande audits op en heeft tot gevolg dat de auditors kennis opdoen die ze kunnen toepassen en verspreiden in hun eigen werkomgeving.
Verbeterprogramma’s FrieslandCampina heeft een aantal programma’s waarmee wordt gewerkt aan het verbeteren van de prestaties en de bedrijfscultuur. Momenteel werken vijftig locaties met een verbeterprogramma als Continu Verbeteren, Total Productive Management (TPM) en/ of World Class Operations Management (WCOM). Doel voor 2012 is om bij alle locaties een verbeterprogramma te implementeren.
52
Borging van het MVO-beleid
WCOM bestaat uit een ‘gereedschapskist’ met verschillende methoden waarmee verbeterteams aan de slag gaan. Als lid van deze teams zijn operators volop betrokken bij het uitvoeren van verbeteringen. Ze denken mee over het verhelpen van problemen en optimale afstelling van machines. TPM kent een andere werkwijze, maar stelt dezelfde doelen centraal — minder verliezen, minder stilstand van machines en betere resultaten.
Crisis- en issuemanagement In het kader van issuemanagement wordt proactief gekeken naar zaken die mogelijk gevolgen kunnen hebben voor de voedselveiligheid en de kwaliteit van de producten. Risicoanalyse, onderzoek en monitoring spelen hierbij een belangrijke rol. FrieslandCampina hanteert verder een crisismanagementsysteem dat door middel van audits en evaluaties regelmatig op adequaatheid wordt gecontroleerd.
Global Dairy Agenda for Action on Climate Change Ook de internationale zuivelsector heeft diverse initiatieven genomen. Zo is de Global Dairy Agenda for Action on Climate Change opgesteld. Deze agenda is ondertekend door grote zuivelorganisaties over de hele wereld, inclusief de European Dairy Association waarbij FrieslandCampina via de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) is aangesloten. De deelnemers zijn actief aan de
slag gegaan met onder meer onderzoek en het delen van kennis om verdere reductie van onder andere CO2 te realiseren. In april 2010 kwam uit een rapport van de Wereldvoedselorganisatie FAO naar voren dat 2,7 procent van de mondiale CO2-uitstoot is toe te schrijven aan de zuivelproductie. In een Green paper zijn inmiddels 330 best practices verzameld die laten zien hoe continu wordt gewerkt aan het aanbrengen van verbeteringen in de keten. Meer informatie is te vinden op www.dairy-sustainability-initiative.org.
Afspraken met overheid en branche De milieuwetgeving van nationale en/of EU-organen en overige voorschriften en specifieke eisen van verschillende landen vormen het uitgangspunt voor het handelen van FrieslandCampina. Door middel van convenanten maakt FrieslandCampina meerjarenafspraken met de overheid en de branche om verbeteringen op milieugebied te bereiken. Deze afspraken kunnen verder gaan dan de wettelijke verplichtingen.
Convenanten In Nederland wordt deelgenomen aan het Convenant Integrale Milieu Taakstelling (IMT), de Meerjarenafspraak energiebesparing (MJA-3) en het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren. Het doel van de IMT en MJA-3 is om jaarlijks minimaal 2 procent verbetering in energie-efficiency te bereiken, waarvan 1,5 procent op de productielocaties en 0,5 procent door maatregelen in de keten. Daarvoor worden elke vier jaar nieuwe milieu- en
Groene Leaseregeling In lijn met de FrieslandCampina duurzaamheidsdoelstellingen is een aantal initiatieven gestart om te komen tot een meer duurzaam arbeidsvoorwaardenbeleid. De eerste concrete stappen betreffen een nieuw duurzaam leaseautobeleid met ingang van 1 januari 2012. Uitgangspunt hierbij is niet het leasebedrag, maar een norm voor CO2-uitstoot. Men beschikt over een systeem waarbij zelf de CO2-uitstoot kan worden gemeten. Het verminderen van de CO2-uitstoot door bijvoorbeeld te kiezen voor een auto in een ‘schonere’ klasse wordt beloond met een kleine incentive. De nieuwe regeling voorziet ook in de mogelijkheid om een grotere auto te leveren als een gebruiker met het hele gezin op vakantie gaat. Zo kan de medewerker toch kiezen voor een kleinere en schonere auto. Om het gebruik van het openbaar vervoer onder leaseautorijders te stimuleren - en zo het brandstofgebruik en de CO2-uitstoot te minimaliseren – heeft deze groep ook een NS business card ontvangen.
Borging van het MVO-beleid
53
energiedoelstellingen geformuleerd die per vestiging worden uitgewerkt in een bedrijfsenergie- en milieuplan. In 2009 hebben alle Nederlandse locaties een nieuw plan gemaakt voor de komende vier jaar en dit ingediend bij de overheid. De vergunningverlenende overheid beoordeelt het plan en controleert de uitvoering via monitoring. Het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren bestaat uit een aantal afspraken die FrieslandCampina in NZO-verband heeft gemaakt met de Nederlandse overheid. Centraal daarin staan doelstellingen voor energiebesparing en de productie van duurzame energie. In België wordt deelgenomen aan het Benchmarkingsconvenant en het Auditconvenant. Bij beide wordt overeengekomen uiterlijk 2012 de wereldtop te bereiken wat betreft efficiënt energiegebruik.
Verduurzamen Nederlandse melkveehouderij In Nederland heeft de zuivelsector verschillende afspraken gemaakt met de overheid en andere partijen om te komen tot duurzame productie en duurzame melkveehouderij. Daartoe behoren: • Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren; • Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij; • Actieprogramma Duurzame Zuivelketen.
Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij In mei 2009 heeft FrieslandCampina zich via de NZO gecommitteerd aan de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij. Daarbij gaat het om zes speerpunten: innovatieve stal- en houderijsystemen, het welzijn en de gezondheid van dieren, maatschappelijke verbinding, energie en milieu, markt en ondernemerschap, en verantwoord consumeren. Binnen deze Uitvoeringsagenda werkt FrieslandCampina samen met onder meer de Dierenbescherming, Natuur & Milieu, LTO, Interprovinciaal Overleg, het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en organisaties vanuit de vleesverwerkende industrie.
Werken aan een duurzame inzetbaarheid van de medewerkers In 2011 is er in Nederland een project gestart genaamd Employability 2020 dat zich richt op de kwantitatieve en kwalitatieve benodigde bezetting in de productiebedrijven. Als gevolg van de gemiddeld hogere leeftijd van medewerkers en het verwachte natuurlijke verloop in de productie zal in de jaren tot 2020 een aanzienlijk aantal medewerkers uitstromen. Ook worden er tekorten verwacht van goed geschoold technisch personeel. Om hier tijdig op in te spelen is een samenwerking opgezet met andere zuivelbedrijven en met opleidingsinstituten om de opgebouwde zuivelkennis en ervaring te borgen naar de toekomst. In het kader van het thema Duurzame Inzetbaarheid is een programma ontwikkeld onder de naam ‘Fit4Work’ om medewerkers vitaal te houden, zowel functioneel als fysiek. Het programma speelt in op steeds snellere ontwikkelingen in operations en automatisering, maar ook het gegeven dat de pensioengerechtigde leeftijd zal opschuiven naar 67 jaar. Het mobiliteitscentrum heeft wederom het merendeel van de medewerkers die hun posities hebben verloren als gevolg van reorganisaties weten te herplaatsen. In 2011 betrof het 201 van de 276 medewerkers (2010: 347 van 410 medewerkers).
54
Borging van het MVO-beleid
Actieprogramma Duurzame Zuivelketen In juli 2008 heeft FrieslandCampina zich geschaard achter de ambities van de NZO en LTO zoals verwoord in het actieprogramma Duurzame Zuivelketen. De ambities zijn uitgewerkt in drie thema’s: • energie en klimaat: vermindering broeikasgassen, energieneutrale productie van de zuivelketen; • de koe centraal: stimuleren van weidegang en verhogen van de gezondheid en het dierenwelzijn van melkkoeien; • biodiversiteit: bedrijfsontwikkeling zorgvuldig inpassen in de natuurlijke omgeving van het melkveebedrijf en verantwoorde teelt van diervoedergrondstoffen.
Diergezondheidsmonitor Om de gezondheid van koeien te monitoren, maakt FrieslandCampina gebruik van de Continue DiergezondheidsMonitor (CDM), onderdeel van het FrieslandCampina-kwaliteitssysteem Foqus Planet. De monitoring vindt plaats op basis van gegevens over de gezondheid van dieren. CDM is samen met melkveehouders en deskundigen op het gebied van diergezondheid ontwikkeld en levert melkveehouders veel praktische informatie voor het monitoren van de diergezondheid. Op dit moment maken ruim 5.100 melkveehouders van FrieslandCampina gebruik van CDM.
Verduurzamen internationale grondstofketens Naast melk maakt FrieslandCampina gebruik van een aantal grondstoffen als fruit, cacao en suiker. FrieslandCampina koopt deze grondstoffen in via leveranciers en stelt daarbij een aantal eisen, met name als het gaat om milieu en sociale omstandigheden. Samen met NGO’s en verschillende ketenpartijen werkt FrieslandCampina aan het verder verduurzamen van grondstofketens. FrieslandCampina is aangesloten bij de volgende initiatieven: • Sustainable Agriculture Initiative Platform (www.saiplatform.org); • Initiatief Duurzame Handel (www.duurzamehandel.com); • Initiatief Duurzame Soja (onderdeel van Initiatief Duurzame Handel); • Taskforce Duurzame Soja (www.taskforceduurzamesoja.nl); • Roundtable on Responsible Soy (www.responsiblesoy.org); • UTZ CERTIFIED (www.utzcertified.org); • World Cocoa Foundation (www.worldcocoafoundation.org); • Roundtable on Sustainable Palm Oil (www.rspo.org).
Samenwerking met belanghebbenden FrieslandCampina hecht veel waarde aan een goede relatie met belanghebbenden en streeft ernaar de juiste balans te zoeken tussen alle, soms conflicterende verwachtingen en behoeften van leveranciers, afnemers, maatschappelijke organisaties en lokale overheden. FrieslandCampina vindt goede samenwerking met belanghebbenden cruciaal voor het verduurzamen van productieketens en bedrijfsprocessen. Het management en de daartoe aangewezen medewerkers worden aangemoedigd samen te werken met overheden en andere organen bij het opstellen van weten regelgeving. Dit kan direct maar ook via brancheorganisaties en samenwerkingsverbanden. Daarnaast onderhoudt FrieslandCampina regelmatig contact met verschillende maatschappelijke organisaties. Enerzijds om duurzaamheidsissues vroegtijdig te herkennen en een gezamenlijke aanpak te ontwikkelen. Anderzijds wordt op projectniveau samengewerkt met partijen als het Wereld Natuur Fonds, Solidaridad en Stichting Natuur & Milieu bij het verduurzamen van grondstofketens. FrieslandCampina ondersteunt geen politieke partijen of politieke organisaties. Een lijst van de externe vertegenwoordigingen is te vinden in de bijlage op pagina 59.
Jaarlijks MVO-verslag In haar jaarlijkse MVO-verslag zet FrieslandCampina haar strategie, het beleid en de voortgang op het gebied van MVO uiteen. Door het gebruik van kwantitatieve data wordt het steeds beter mogelijk trends in kaart te brengen en hierop te sturen in het MVO-beleid. Met de gegevens kunnen de prestaties voor elk MVO-thema worden beoordeeld. In 2010 is begonnen met dataverzameling op een aantal terreinen. In 2011 is het aantal KPI’s verder uitgebreid. Om tegemoet te komen aan de informatiebehoefte van belanghebbenden hanteert FrieslandCampina bij het opstellen van het MVO-verslag als leidraad de GRI-richtlijnen en de criteria van de transparantiebenchmark van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Beide instrumenten zijn tot stand gekomen door een uitgebreid consultatieproces met het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en diverse instanties van over de hele wereld. Het MVO-verslag en bijbehorende GRI-index zijn te vinden op www.frieslandcampina.com. Meer informatie over de GRI-richtlijnen is te vinden op www.globalreporting.org. Het MVO-beleid van FrieslandCampina valt onder de verantwoordelijkheid van de afdeling Corporate Environment & Sustainability en de Corporate Social Responsibility (CSR) board. De afdeling Corporate Environment & Sustainability valt onder de
Borging van het MVO-beleid
55
Energiebesparing door het vervangen van computers In het kader van het zogenoemde FACE project wordt van ongeveer 8.000 gebruikers in de FrieslandCampina bedrijven de PC of laptop vervangen. Door de oude computers te vervangen wordt alleen al zo’n 30 procent aan energie bespaard. Het project is in 2011 van start gegaan en zal in 2012 worden afgerond. Op dit moment bestaan er ook plannen om de computers, die in de vestigingen in Azië worden gebruikt, te vervangen. Van de oude computers en randapparatuur worden alle gegevens gewist. De apparatuur wordt vervolgens doorverkocht, waarna de opbrengst wordt gedoneerd naar een nog nader te bepalen goed doel. In totaal levert het vervangen van de PCs en laptops gedurende de looptijd van het contract met de nieuwe leverancier een besparing op van: 1.717.050 kWh en een vermindering van CO2 uitstoot van 1.064.567 kg CO2.
afdeling Corporate Public & Quality Affairs en is verantwoordelijk voor: • opzetten en actueel houden van de MVO-strategie en het MVO-beleid; • opstellen van beleid op het gebied van milieu, arbeidsveiligheid en brandpreventie; • coördineren van de uitvoering van het MVO-programma; • communiceren van het MVO-beleid met externe belanghebbenden. Samen met de CSR-board is de afdeling Corporate Environment & Sustainability verantwoordelijk voor het informeren van de executive board en het management van de business groups en werkmaatschappijen over de voortgang van het MVO-beleid. De business groups en werkmaatschappijen zijn verantwoordelijk voor de implementatie van het MVO-beleid. Maar uiteindelijk zijn het de medewerkers van FrieslandCampina wereldwijd die bepalend zijn voor het succes van het MVO-beleid. Eind 2009 heeft FrieslandCampina een Corporate Social Responsibility (CSR)-board opgericht. Deze board geeft invulling aan de MVO-strategie en de bijbehorende doelstellingen. De CSRboard heeft in 2009 de aandachtspunten voor de MVO-strategie vastgesteld. Hieraan is in 2010 verdere invulling gegeven met bijbehorende doelstellingen en programma’s.
Samenstelling CSR-board • • • • • • • • • •
Cees ’t Hart, CEO en voorzitter Werner Buck, Corporate Director Public & Quality Affairs Kapil Garg, COO Consumer Products International Heidi van der Kooij, Corporate Director General Counsel & Company Secretary Frank van Ooijen, Corporate Director Communication & Sustainability Affairs Jaap Petraeus, Manager Corporate Environment & Sustainability Franc Reefman, Corporate Director Global Marketing Patrick Reekmans, Managing Director FrieslandCampina Benelux Atze Schaap, Corporate Director Co-operative Affairs Jaap de Vries, Corporate Director Human Resources
56
Bijlagen
Bijlagen
Verwerking van de rapportage en betrouwbaarheid van gegevens Milieu- en arbeidsveiligheidgegevens De productielocaties in Nederland verzamelen al ruim tien jaar milieu- en energiegegevens. Deze gegevens worden gerapporteerd aan de overheid, als onderdeel van convenantafspraken. De productielocaties in Duitsland en België rapporteren sinds 2004 de milieugegevens aan de overheid.
Personeelsgegevens Het aantal fte’s is gebaseerd op gegevens uit de financiële systemen. De gegevens over ziekteverzuim en diversiteit (leeftijd, geslacht, regio) zijn apart opgevraagd en verzameld. De gerapporteerde data dekken 98 procent van het personeelsbestand.
Ook de productielocaties in Rusland, Thailand en de Verenigde Staten rapporteren milieugegevens aan de overheid. Het centrale milieudatasysteem van FrieslandCampina vormt de basis van de rapportage. Dit is ontstaan doordat na de fusie de databases van beide ondernemingen zijn samengevoegd. In totaal zijn 68 productielocaties opgenomen in deze database.
De komende jaren wordt het personeelregistratie- en rapportagesysteem verder verbeterd. Nauwkeuriger dataverzameling is hiervan het gevolg.
Voor het verslagjaar 2011 hebben alle 68 productielocaties de relevante data gerapporteerd. Op basis hiervan zijn schattingen gemaakt in dit verslag (waar schattingen zijn gemaakt is dit aangegeven). De komende jaren wordt het milieu- en arbeidsveiligheidregistratie- en rapportagesysteem verder verbeterd. Nauwkeuriger dataverzameling is hiervan het resultaat. Omdat eerst wordt gewerkt aan het verbeteren van het systeem is onafhankelijke verificatie nu niet aan de orde.
Bijlagen
57
Verklarende woordenlijst Auditconvenant Een convenant dat erop is gericht dat zo veel mogelijk industriële eindgebruikers van energie vooraanstaand worden en blijven op gebied van energie-efficiëntie in België.
FSSC 22000 De FSSC 22000-standaard is ontwikkeld door de Stichting Certificatie Voedselveiligheid (SCV) en is de eerste wereldwijde standaard voor de voedingsmiddelenindustrie.
BRC De British Retail Consortium (BRC) is een inspectieprotocol gebruikt door Britse retailers en omvat eisen waaraan leveranciers moeten voldoen. De BRC vereist dat een kwaliteitssysteem aanwezig is, dat HACCP toegepast wordt en dat de omgeving, product, proces en personeel in dit systeem opgenomen zijn (Goede Hygiëne Praktijk-vereisten).
Fte Fulltime equivalent: aantal medewerkers op basis van een fulltime dienstverband.
CDM Continue DiergezondheidsMonitor (CDM) is een ‘continue’ monitoring van de diergezondheid op basis van bestaande gegevens over de gezondheid van dieren. Het systeem levert veehouders veel praktische informatie op voor het monitoren van de diergezondheid.
GRI Global Reporting Initiative (GRI) is de internationale richtlijn voor het rapporteren over duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. GVO Garantie van Oorsprong
HACCP Hazard Analysis and Critical Control Points (HACCP) is een managementsysteem gericht op voedselveiligheid door middel van een Codex analyse en controle van biologische, chemische en fysieke gevaren van De Codex Alimentarius Commission (Codex) is een internationaal de productie van grondstoffen, inkoop en verwerking tot productie, forum dat internationale normen voor voedselproducten ontwikkelt, distributie en consumptie van het eindproduct. met als doel de internationale volksgezondheid te beschermen en de eerlijkheid van de handel in voedselproducten te bevorderen. IDH Initiatief Duurzame Handel (IDH). Deze Nederlandse organisatie Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren bundelt krachten in de samenleving en brengt koplopers uit Afspraken met verschillende partijen over energiebesparing, bedrijfsleven, vakbonden, milieuorganisaties, ontwikkelingsorganisaties gebruik en productie van duurzame energie en broeikasgasreductie en overheid samen in daadkrachtige coalities. in Nederland. IFS CSR De International Food Standard (IFS) is een door Duitse retailers Corporate Social Responsibility (CSR) oftewel maatschappelijk ontwikkelde certificatiestandaard die op veel punten overeenkomt verantwoord ondernemen (MVO). met de Engelse BRC-standaard. De Franse retailers hebben zich ook aangesloten bij de IFS-standaard. Dutch Sustainable Growth Coalition Samenwerkingsverband tussen belangrijkste Nederlandse IKB ondernemingen. Ik Kies Bewust (IKB), Nederlandse stichting achter het ‘Ik Kies Bewust’logo voor producten die minder zout, suiker en verzadigde vetten FNLI bevatten. De Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) is de koepelorganisatie van bedrijven en brancheorganisaties in de IMT Nederlandse levensmiddelenindustrie (food en non-food). Convenant Integrale Milieu Taakstelling (IMT). In de IMT staan de milieudoelstellingen voor de Nederlandse bedrijfstak in hun geheel aan Foqus Planet gegeven. Duurzaamheidsprogramma voor de melkveehouderij. ISO 9001 Foqus SHE Een norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem Het FrieslandCampina-milieu- en veiligheidsmanagementprogramma. van een organisatie en de manier waarop de organisatie met het kwaliteitsbeleid omgaat.
58
Bijlagen
ISO 14001 Een van de normen van de ISO 14000-serie. Deze norm wordt wereldwijd toegepast om milieumanagementsystemen op te zetten en te certificeren. ISO 26000 Een norm met verschillende doelstellingen die erop gericht is organisaties te ondersteunen bij de implementatie van MVO. JOGG In 2010 is in Nederland het Jongeren Op Gezond Gewicht-initiatief (JOGG) gelanceerd, waaraan FrieslandCampina actief bijdraagt. Door de JOGG-aanpak moeten voldoende bewegen en gezonder eten de norm worden. LTA Rate De Lost Time Accidents Rate (LTA), ofwel de o ngevallenfrequentieverhouding, geeft aan hoeveel ongevallen er zijn geweest per 200.000 gewerkte uren. LTO De Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) is een Nederlandse organisatie voor collectieve belangenbehartiging, individuele dienstverlening en groepsgerichte activiteiten voor Nederlandse agrarische ondernemers. MJA-3 De meerjarenafspraken energie-efficiency zijn overeenkomsten tussen de Nederlandse overheid en bedrijven en instellingen over het effectiever en efficiënter inzetten van energie. MTO Medewerkerstevredenheidsonderzoek. NGO Non Governmental Organization.
sectoren van de palmolie-industrie voor het ontwikkelen en uitvoeren van wereldwijde normen voor duurzame palmolie. RTRS De Round Table on Responsible Soy (RTRS) is een internationaal platform waarin sojaproducenten, sojahandel, verwerkende industrie, banken en maatschappelijke organisaties samenwerken om duurzaamheidscriteria voor de mondiale sojateelt te ontwikkelen en te implementeren. SAI-platform Het Sustainable Agriculture Initiative (SAI) is een platform opgericht door de voedingsmiddelenindustrie om wereldwijd te communiceren over en actief te ondersteunen van de ontwikkeling van duurzame landbouw waar verschillende belanghebbenden van de voedselketen bij betrokken zijn. Taskforce Duurzame Soja Een platform van Nederlandse bedrijven in de sojaketen dat een bijdrage wil leveren aan duurzame sojateelt. Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij Een samenwerking tussen vier agrarische koepelorganisaties, twee natuur- en milieuorganisaties, een bank, provincies en het Nederlandse Rijk voor duurzame en diervriendelijke veehouderij. UTZ CERTIFIED Een wereldwijd certificeringsprogramma voor verantwoorde koffie, thee en cacao. VNO-NCW VNO-NCW is de grootste ondernemingsorganisatie van Nederland. De aangesloten bedrijven en (branche)organisaties — tezamen zo’n 115.000 ondernemingen — vertegenwoordigen 90 procent van de werkgelegenheid in de Nederlandse marktsector.
NZO De Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) is de brancheorganisatie voor de Nederlandse zuivelindustrie.
WBCSD De World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) is een wereldwijde organisatie op het gebied van management- en sustainability vraagstukken.
OHSAS 18001 Een richtlijn in de Occupational Health and Safety Assessment Series.
Weidemelk Melk van koeien die gedurende minimaal 120 dagen per jaar, ten minste 6 uur per dag, van voorjaar tot najaar in de wei lopen.
QM-Milch Het kwaliteitsborgingsysteem voor boerderijmelk in Duitsland.
WHO De World Health Organisation (WHO) ofwel de Wereldgezondheidsorganisatie is een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties.
RSPO De Round table on Sustainable Palm Oil (RSPO) is een notforprofitassociatie die belanghebbenden verenigt uit zeven
Bijlagen
59
Externe vertegenwoordigingen FrieslandCampina is lid van of neemt actief deel aan de volgende overlegorganisaties: • ABA/Detic (Belgische Aerosol Vereniging) • APIYCNA (Asia Pacific Infant and Young Child Nutrition Association) • APRIL (Romanian Dairy Association) • Asosiasi Industri Pengolah Susu (AIPS) Indonesia • Asosiasi Perusahaan Produk berNutrisi untuk Ibu dan Anak, APPNIA (Association 0f Indonesian Infant Food Manufacturers) • Association for the Food Industries of Particular Nutritional Uses of the European Union (IDACE) • Association of International Juice Manufacturers (AIJN) • ATLA (French Dairy Association) • Belgische Confederatie Zuivelindustrie • Centraal Orgaan Kwaliteitszorg Zuivel (COKZ) • Chinese Dairy Federation • Choices International Foundation • CIAA (European Food and Drinks Industry Association) • Codex Alimentarius Hungaricus Dairy Commission • Dairy Campus • Eigen Vervoerders Organisatie (EVO) • EQCS (European Quality Control Systems for Juices, Nectars and Juice containing Soft drinks) • EU Pledge • Eucolait (European Association of Dairy trade) • European Chamber of Commerce in Vietnam • European Dairy Association (EDA) • European Whey Producers Association (EWPA) • Fachverband der Milchwirtschaftler in Niedersachsen und Sachsen-Anhalt e.V. • Fachverband Westdeutscher Milchwirtschaftler e.V. • Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) • Federation of Hungarian Food Industries • Fenedex • Fevia (Belgische Voedingsmiddelen Federatie) • FMM (Federation of Malaysian Food Manufacturers) • Food Industry Asia (FIA) • Förderung der Milchwirtschaft NRW e.V. • Forum Komunikasi Lintas Asosiasi (FORKAN) • Gabungan Pengusaha Makanan Minuman Indonesia (GAPMMI) • Gemeenschappelijk Zuivelsecretariaat (GEMZU) • Global Dairy Platform • Hungarian Dairy Association • Infant and Pediatric Nutrition Association of the Philippines (IPNAP) • Initiatief Duurzame Handel (IDH) • Initiatief Duurzame Soja • International Dairy Federation (IDF) • International Infant Food Association (ISDI) • International Life Science Institute (ILSI Europe)
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Milch Industrie Verband (MIV) Duitsland Milch-Verwertungs-GmbH NRW Milchprüfring Baden-Würtenberg e.V. Milchwirtschaftlicher Verein Baden-Würtemberg e.V. Molkerei-Fachberat NRW Nationale Coöperatieve Raad Nederlands Nationaal Comité van de Internationale Zuivelbond Nederlands Normalisatie Instituut Nederlandse Vereniging Frisdranken, Waters en Sappen (FWS) Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) Nedvang Productschap voor Zuivel (PZ) Regulier Overleg Warenwet (ROW) Rheinischer Landwirtschaft- Verband e.V. Round Table for Responsible Soy Round Table on Sustainable Palm Oil Russian Dairy Federation Sale of Infant Food Ethics Committtee Singapore (SIFECS) SEPTE (Federation of Greek Baby Food Industries) SEVGAP (Federation of Greek Dairy Industries) SEVT (Federation of Greek Food Industries) Stichting Food Valley Stichting Ik Kies Bewust Stichting RMO controle Stuurgroep UTZ cacao Sure Global Fair Sustainable Agriculture Initiative Platform (SAI) Task Force Duurzame Soja Top Institute Food and Nutrition Verband Lebensmittel ohne Gentechnik Vereniging Nederlandse Fabrikanten Kinder- en Dieetvoeding (VNFKD) • VLM ( Vereniging Logistiek Management) • VNO-NCW • World Cocoa Foundation
Deze lijst is niet geheel uitputtend.
FrieslandCampina voorziet dagelijks honderden miljoenen mensen van gezonde voeding, die rijk is aan waardevolle voedingsstoffen. Het gaat hierbij om zuiveldranken, baby& kindervoeding, kaas, boter, room, desserts en nutritionele ingrediënten op basis van zuivel. FrieslandCampina heeft een breed productportfolio en een grote geografische spreiding van activiteiten. FrieslandCampina richt zich op consumenten, professionele afnemers, de voedingsmiddelenindustrie en de farmaceutische sector. Met een jaaromzet van 9,6 miljard euro is FrieslandCampina een van de grootste zuivelondernemingen in de wereld. De onderneming is met consumentenproducten actief in een groot aantal landen in Europa, in Azië en in Afrika. De verkoop aan industriële afnemers vindt wereldwijd plaats. FrieslandCampina heeft vestigingen in 26 landen met in totaal 19.000 medewerkers. De producten van FrieslandCampina vinden hun weg naar meer dan 100 landen. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A, met 14.400 leden-melkveebedrijven in Nederland, Duitsland en België, is de eigenaar van Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Koninklijke FrieslandCampina N.V. Stationsplein 4 3818 LE Amersfoort T +31 33 713 3333 www.frieslandcampina.com