MVO-verslag 2014 Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Inhoud
2
FrieslandCampina Indonesia heeft samen met een supermarktketen een fondsenwerving gelanceerd voor 25.000 Indonesische scholieren. Dit initiatief wordt via het Rode Kruis in Indonesië onder de aandacht gebracht. Het doel van dit programma is het tegengaan van de verspreiding van besmettelijke ziekten bij schoolgaande kinderen. Infecties worden via lucht, voedsel en water verspreid. Het programma stimuleert kinderen gezonder te leven.
Toelichting In dit MVO-verslag doet Koninklijke FrieslandCampina N.V. verslag van de resultaten en de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in 2014. Het MVO-verslag 2014 is opgesteld volgens de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (volgens GRI G4 Core) en de criteria van de Transparantiebenchmark. Dit verslag vormt samen met de informatie op www.frieslandcampina.com de MVO-rapportage van FrieslandCampina. Ook is hier de bijbehorende GRI-index beschikbaar. Vragen, opmerkingen of suggesties naar aanleiding van dit MVO-verslag ontvangen wij graag op het volgende adres:
[email protected].
4
Woord vooraf
6
Kerncijfers
8
Uitdagingen in de wereld
10
Nourishing by nature
12
Vooruitblik 2015
14
Voedingswaarde & gezondheid
24
Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika
30
Efficiënte en duurzame productieketens
38
Duurzame melkveehouderij
48
Betrokkenheid van medewerkers
56
Het fundament: borging van het MVO-beleid
66
Verklarende woordenlijst
3
Woord vooraf
4
Woord vooraf Geachte lezer, Over het jaar 2014 werd naar mijn mening een aantal significante resultaten op duurzaamheidsvlak bereikt. Een belangrijk wapenfeit is de grote stap die onze leden-melkveehouders met Foqus planet zetten richting een duurzame melkveehouderij. We realiseerden ook concrete innovaties in energiebesparing en het gebruik van duurzame energie uit de eigen keten, die leidden tot een verminderde CO2-uitstoot. Aan het begin van de keten zetten we vervolgstappen in de inkoop van duurzame landbouwgrondstoffen zoals soja, palmolie, cacao, papier, tropisch fruit en suiker. Maar ik zie ook hoe duurzaamheid steeds beter integreert in onze marketing, in de gehele toeleveringsketen, bij human resources en door Green Teams bij werkmaatschappijen. Duurzaamheid raakt ook verder verankerd in onze procedures voor investeringsaanvragen, het dagelijks management en in de variabele beloningen. Kortom: verbreding én verdieping van ons duurzaamheidsprogramma! Onze missie, Nourishing by nature, versnelt de borging van duurzaamheid en de creatie van maatschappelijke meerwaarde onmiskenbaar. Het weerspiegelt de breed gedragen ambitie bij onze mensen om betekenisvolle bijdragen te leveren, bijvoorbeeld aan het ondersteunen en trainen van kleine boeren in Azië en Afrika, maar ook aan ons doel om de voedsel- en nutriëntenzekerheid voor een snelgroeiende wereldbevolking te garanderen. Wij leveren producten met essentiële voedingsstoffen zoals eiwitten, vitamines en mineralen aan miljoenen mensen verspreid over de hele wereld. Bovendien produceren we onze zuivel steeds duurzamer. Zo genieten miljoenen mensen wereldwijd dagelijks van onze zuivelproducten. Die gedachte, die missie enthousiasmeert velen en geeft vleugels.
5
Ik denk dat we ook een goede balans vinden in duurzaamheidsprogramma’s, gericht op het beperken van onze milieubelasting (CO2–uitstoot, waterverbruik en afval) én gericht op het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, zoals ondervoeding en obesitas onder jongeren. Zijn we helemaal op schema bij het halen van onze MVO-doelen? Zeker niet voor allemaal. Klimaatneutrale groei in onze keten realiseren, bijvoorbeeld, is geen eenvoudige opgave. Achterover leunen kan echter niet: de groeispurt moet nu komen. We moeten verder opschalen en duurzaamheid dermate uitbouwen zodat het tot in de microvezels van onze organisatie terugkomt. De basis is er, nu kunnen we accelereren. Dit is mijn laatste voorwoord in het duurzaamheids jaarverslag van FrieslandCampina. Terugblikkend ben ik er trots op dat onze medewerkers en ledenmelkveehouders duurzaamheid als onderdeel van onze strategie enthousiast hebben omarmd. Daardoor hebben we enorme stappen kunnen zetten. Sinds de fusie in 2009 speelt FrieslandCampina een trendsettende en leidende rol in de internationale zuivelsector en -keten, waarbij medewerkers en bestuurders volhardend leiderschap tonen. Ik heb persoonlijk zeven prachtjaren gehad bij dit bedrijf. Ik zie dat de focus op integrale inbedding van duurzaamheid nu de continuïteit van het thema goed borgt. Die robuustheid is de verdienste van alle betrokken medewerkers en leden-melkveehouders en geeft alle vertrouwen voor de toekomst van de onderneming. Cees ’t Hart CEO Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Geachte lezer, Het jaar 2014 gaat de boeken in als een buitengewoon dynamisch jaar voor onze markten en operatie. Het was tevens het laatste jaar in de aanloop naar de opheffing van de EU-melkquota, die per 1 april 2015 effectief wordt. Bij de voorbereiding van een definitieve melkveewet voerden de Haagse politiek en maatschappelijke belanghebbenden gedurende het jaar discussies over weidegang, grondgebonden groei en de aanpak van het fosfaatoverschot. Als FrieslandCampina zetten wij ons samen met anderen uit het zuivelbedrijfsleven in voor een verantwoorde groei van de melkveehouderij. Ons uitgangspunt is daarbij het grondgebonden gezinsbedrijf met behoud van weidegang. Ons kwaliteitsen duurzaamheidssysteem Foqus planet draagt in hoge mate bij aan het bereiken van dat doel, binnen de milieurandvoorwaarden. Ik ben ervan overtuigd dat we in 2014 met de voorbereiding van het vernieuwde Foqus planet programma een cruciale stap hebben gezet voor de borging van kwaliteit en duurzaamheid op onze melkveehouderijen. Foqus planet voorziet ons van een harde doelstelling en toewijding ten aanzien van weidegang. We willen dat 81 procent van onze ledenmelkveehouders hieraan voldoen. Deze doelstelling stelt ons als melkveehouders en sector zeker voor een aantal uitdagingen en leidde dan ook tot interne discussie. De uitkomst van die discussie is dat we extra geld beschikbaar stellen om ieders aandacht te vragen voor oplossingen en concrete bijdragen; de vergoeding voor weidegang gaat van 0,50 euro naar 1,00 euro per 100 kilogram melk. Met die investering werken we aan verbreding van het interne draagvlak voor weidegang. Een ander belangrijk aspect van Foqus planet is het meer concreet maken van de doelstellingen op de thema’s van de duurzame melkveehouderij: diergezondheid en –welzijn, biodiversiteit en milieu, en tenslotte klimaat en energie. De resultaten zijn als kengetallen duidelijk meetbaar gemaakt. Zo gaan we van een systeem waarmee we duurzaamheidsinspanningen stimuleren (in de eerste drie jaar van Foqus planet, 2012-2014) naar een systeem waarmee we de komende jaren duurzaamheidsresultaten financieel belonen (van 2015-2017). De beloning voor weidegang en duurzaamheid loopt daarbij op tot 10.000 euro, voor een gemiddelde melkveehouderij.
De leden-melkveehouders spannen zich dus op bijzondere wijze in om hun bijdrage te leveren aan meer duurzame melk en zuivel voor FrieslandCampina. Nu is het uiteraard aan de onderneming FrieslandCampina en zijn medewerkers om zeker te stellen dat we met alle extra inspanningen op het vlak van kwaliteit, transparantie en duurzaamheid – in onze gehele keten ‘van gras tot glas’ ook echt het verschil kunnen maken in de markt. Ik realiseer me terdege dat we grote slagen te maken hebben met elkaar, omdat we ambitieuze doelen nastreven – zeker in combinatie met de verwachte toename in de melkproductie, als gevolg van het verdwijnen van de EU-melkquota. Maar de basis die we de afgelopen jaren legden, voor verdere innovatie en ontwikkeling, uitstekende borging van kwaliteit in de gehele keten en hogere prestaties op duurzaamheid, is zonder meer zeer waardevol. Het aanleggen van een database voor de KringloopWijzer en het verzamelen van betrouwbare en onderling vergelijkbare informatie over duurzaamheidsprestaties op de melkveehouderijen zal zeker nieuwe, bruikbare inzichten opleveren, waarmee we extra stappen voorwaarts zetten in de richting van onze ambitieuze doelen. Piet Boer Voorzitter bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
Kerncijfers
6
Kerncijfers
7
in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
2014 Resultaten Netto-omzet
11.348
Bedrijfsresultaat voor eenmalige posten Bedrijfsresultaat voor eenmalige posten en valuta-effecten Bedrijfsresultaat Winst zonder eenmalige posten Winst zonder eenmalige posten en valuta-effecten Winst 2
2013 11.281 1
412 458 489 258 284 303
513 513 313 327 327 157
7.676 2.823
7.112 2.631
981 36,8
696 37,0
Balans Balanstotaal Totaal eigen vermogen Nettoschuld 3 Totaal eigen vermogen als percentage van balanstotaal Kasstroom Netto kasstroom uit operationele activiteiten Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten
545 -618
588 -576
656
559
Investeringen Investeringen Waardecreatie voor leden-melkveehouders
2014
2013
22.168 16.471 5.697 0,33
21.186 15.890 5.296 0,62
149
151
13.696 19.054
13.887 19.244
10.716
10.659
9.453
9.261
Totaal energieverbruik melkverwerking in de productie (TJ) Energieverbruik per ton product (GJ/ton)
20.844 3,41
20.535 3,24
CO 2 -uitstoot boerderijmelk (leden-melkveehouders) (Kton CO 2eq) 7
12.029 -161 17.259 28.718 4,62 58.033 66 91 45
11.826 -105 17.605 26.674 4,40 52.012 65 63 31
Medewerkers (gemiddeld aantal fte’s) Van wie mannen Van wie vrouwen Aantal ongevallen met verzuim (per 200.000 gewerkte uren) Producten met het Vinkje/Choices-logo Aantal leden-melkveebedrijven einde jaar Aantal leden einde jaar Totaal verwerkte melk (in miljoenen kg) Melkaanvoer van leden (in miljoenen kg)
CO 2 -reductie door inzet van duurzame energie (Kton CO 2eq) 7 Totale CO 2 -uitstoot van FrieslandCampina (Scope 1, 2 & 3) (Kton CO 2eq) 7 Totaal waterverbruik (m3 x 1000) Waterverbruik per ton product (m3/ton) Totale hoeveelheid afval excl. waterzuiveringsslib (ton) Percentage hergebruikt of gerecycled afval Ingekochte percentage groene elektriciteit Nederland Ingekochte percentage groene elektriciteit wereldwijd
in euro’s per 100 kilogram melk (excl. btw, bij 3,47% eiwit, 4,41% vet en 4,51% lactose)
Garantieprijs Prestatietoeslag Weidegangtoeslag Bijzondere melkstromen 6 Contante prijs Reservering ledenobligaties Melkprijs Rente op ledenobligaties Algemene reserve Prestatieprijs
39,38 4 1,86 0,29 5 0,10 41,63 1,07 42,70 0,42 1,93 45,05
39,45 1,81 0,31 0,10 41,67 1,23 42,90 0,37 0,45 43,72
Medewerkers per business group 2014
Medewerkers naar regio 2014
(gemiddeld aantal fte's)
(gemiddeld aantal fte's)
Ingredients 3.101
Cheese, Butter & Milkpowder 2.736
De netto-omzet 2013 is aangepast door een wijziging in de accounting policy betreffende de reclame- en promotiekosten. Het bedrijfsresultaat is hierdoor niet beïnvloed. 2 Eenmalige posten zijn een pensioenbate van 131 miljoen euro, een boekwinst van 20 miljoen euro naar aanleiding van de brand in Gerkesklooster alsmede een last van 20 miljoen euro als gevolg van de aangekondigde sluiting van een productielocatie in België in 2014 en een goodwill impairment in 2013. 3 De nettoschuld betreft langlopende rentedragende verplichtingen, verplichtingen aan financiers, het saldo van de verplichtingen aan en vorderingen op gelieerde ondernemingen minus ter vrije beschikking staande liquide middelen. 4 Betreft saldo garantieprijs van 39,29 euro en een verrekening van 0,09 euro voor de te lage inschatting over 2014. 1
Leden-melkveehouders die weidegang toepassen, ontvangen over 2014 een weidegangtoeslag van 0,50 euro per 100 kilo melk. Gemiddeld over alle FrieslandCampina-ledenmelk is dit 0,29 euro per 100 kilo melk. 6 Bijzondere melkstromen betreft het totaalbedrag van uitkeringen voor Landliebe-melk van 1,00 euro per 100 kilo melk en het verschil tussen de garantieprijs voor biologische melk (49,52 euro) en de garantieprijs per 100 kilo melk. Gemiddeld over alle FrieslandCampina-ledenmelk is dit 0,10 euro per 100 kilo melk. 7 Vanwege de wijziging in de internationaal overeengekomen IPCC-waarden (Intergovernmental Panel on Climate Change), komen de gerapporteerde CO2-equivalent-waarden in dit Duurzaamheidsverslag niet overeen met de gerapporteerde waarden over het verslagjaar 2013.
Corporate & Support 1.323
14%
12%
32% Consumer Products Asia 7.077
Noord- en Zuid-Amerika 1% 163
5%
6%
22.168
5
Afrika en het Midden-Oosten 1.060
36%
Consumer Products Europe, Middle East & Africa 7.931
Azië en Oceanië 7.574
34% 34%
Nederland 7.613
22.168 7% 19%
Rest van Europa 4.105
Duitsland 1.653
Uitdagingen in de wereld
8
Uitdagingen in de wereld
9
De wereldbevolking groeit naar verwachting tot ruim 9 miljard mensen in 2050. 70 procent van hen zal in grote steden wonen. Het voeden van deze groeiende populatie is een enorme uitdaging en heeft implicaties voor mens, dier én voor milieu. Hoe kan er voldoende en betaalbare nutriëntrijke en energierijke voeding worden geproduceerd? Nu al is vruchtbare grond en schoon drinkwater schaars in veel gebieden in de wereld en de druk op het
De groeiende wereldbevolking
Voldoende boeren om voedsel te verbouwen
Schaarste aan natuurlijke hulpbronnen
milieu wordt alleen maar groter. Maar ook: zijn er dan in de toekomst genoeg boeren om ons dagelijks voedsel te produceren? En kunnen zij hiermee voldoende inkomen realiseren om zichzelf en hun gezinnen te onderhouden? FrieslandCampina wil met zijn activiteiten een bijdrage leveren aan het oplossen van drie mondiale uitdagingen.
● Het
voeden van de groeiende wereldbevolking
● De
beschikbaarheid van voldoende nutriënt- en energierijke voeding en de betaalbaarheid van voedsel voor brede bevolkingsgroepen
● Het
behouden van voedselveiligheid en consumentenvertrouwen
● Jongeren
interesseren voor het vak van boer door toekomstperspectief te bieden en daarmee in te spelen op de wereldwijd snel vergrijzende populatie boeren
● Het
bevorderen van een voldoende inkomen voor een verantwoorde bedrijfsvoering en het creëren van een positieve toekomst voor zichzelf en hun kinderen
● Wereldwijd
zijn 750-900 miljoen mensen voor hun inkomen afhankelijk van de melkveehouderij
● Inspelen
op de toenemende schaarste aan land, water en andere natuurlijke hulpbronnen door efficiënter te produceren
● Het
verlagen van de CO2-uitstoot en meer gebruik maken van hernieuwbare energie
● Bijdragen
aan het behoud van biodiversiteit
Nourishing by nature
10
Nourishing by nature Mensen wereldwijd voorzien van de juiste voedingsstoffen is dé uitdaging. Melk bevat van nature essentiële voedingsstoffen zoals eiwitten, vitamines B2 en B12, en mineralen zoals calcium. Door het aanbieden van betrouwbare en smakelijke zuivelproducten levert FrieslandCampina een bijdrage aan het veiligstellen van voedsel- en nutriëntenzekerheid. Daarbij streeft FrieslandCampina ernaar de druk op natuurlijke hulpbronnen en het milieu te beperken. Elke dag waarderen miljoenen consumenten over de hele wereld FrieslandCampina’s innovatieve en smaakvolle zuivelproducten. FrieslandCampina brengt het beste van twee werelden samen. Het vakmanschap en ondernemerschap van de leden-melkveehouders wordt gecombineerd met de (internationale) expertise, klantoriëntatie en ervaring van de onderneming en haar medewerkers.
11
FrieslandCampina committeert zich aan hoge standaarden op het gebied van voedselveiligheid, persoonlijke veiligheid voor medewerkers, kwaliteit, duurzaamheid en transparantie in de gehele productieketen: ‘van gras tot glas’. Het vormt de basis van het klant- en consumentenvertrouwen in de producten en verzekert de continuïteit die zo kenmerkend is voor de onderneming en de coöperatie. FrieslandCampina gelooft in gedeelde waarden: het gelijktijdig realiseren van een toereikend inkomen voor de leden-melkveehouders, toegevoegde waarde voor klanten en consumenten, en persoonlijke groei en carrièreperspectief voor medewerkers. Daarbij is FrieslandCampina een meerwaarde voor de lokale samenlevingen waarin het actief is. Zo worden kansen gecreëerd en perspectieven geboden voor alle belanghebbenden.
Wereldwijde uitdagingen
De groeiende wereldbevolking
Voldoende boeren om voedsel te verbouwen
Schaarste aan natuurlijke hulpbronnen
De pijlers van onze MVO-strategie
Voedingswaarde & gezondheid Tekort aan nutriënten terugdringen
Ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika
Kleine melkveehouders in Azië en Afrika verder helpen
Efficiënte en duurzame productieketens Grondstofgebruik verbeteren
Duurzame melkveehouderij
De standaard bepalen
Waardeketen van FrieslandCampina Materiële thema’s
Input • Boerderijmelk van 13.696 ledenmelkveebedrijven • Boerderijmelk van lokale melkveehouders in Azië en Afrika • Zuivelgrondstoffen van derde partijen • Overige (agrarische) grondstoffen en materialen • 22.168 medewerkers • Financiële middelen • Opgebouwde kennis en expertise • Opgebouwde relatie met stakeholders
• Voedselkwaliteit en –veiligheid • Economische prestaties
• Naleving wet- en regelgeving • Ethiek en anti-corruptie • Veiligheid en gezond heid van medewerkers • Good governance • Emissies • Energiemanagement
• Traceerbaarheid • Duurzaamheid in de keten
→
Proces Strategie route2020 duurzame groei en waardecreatie • Investeringen in innovatie Verwerking: • 65 productielocaties wereldwijd
→
Output Eindproducten • Ingrediënten • Consumenten producten • Producten voor professionele afnemers Reststromen
Afzetmarkt: • Business to business • Business to consumer • Professionele markt
Toelichting waardeketen FrieslandCampina wil een bijdrage leveren aan het voeden van de wereldbevolking op basis van de drie geformuleerde uitdagingen. De vier pijlers van het duurzaamheidsbeleid geven invulling aan het begrip ’verantwoord geproduceerde zuivel’. Input: Om op een verantwoorde wijze te kunnen produceren zijn de factoren grondstoffen, (melk en overige grondstoffen), kapitaal en arbeid als input noodzakelijk. Daarnaast wordt geïnvesteerd in de relatie met stakeholders, zoals leden-melkveehouders, toeleveranciers, overheid en maatschappelijke organisaties. Proces: In het productieproces worden zuivelproducten geproduceerd op basis van de gehanteerde duurzaamheidscriteria. Output: De eindproducten leveren een bijdrage aan het voedselpatroon van miljoenen consumenten iedere dag. Aan het einde van het productieproces blijven er ook reststromen over waarbij aandacht is voor de vermindering en het hergebruik van afvalstromen. FrieslandCampina committeert zich aan hoge standaarden in de gehele waardeketen: ‘van gras tot glas’. Melk voor de productie van FrieslandCampina-producten komt
→
Impact
Voedingswaarde & gezondheid
Het voeden van de groeiende wereldbevolking
Ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika
Voldoende boeren om voedsel te verbouwen
Efficiënte en duurzame productieketens Duurzame melkveehouderij
Het tegengaan van schaarste aan natuurlijke hulpbronnen
hoofdzakelijk van de bijna 14.000 leden-melkveebedrijven en lokale melkveehouders in Azië en Afrika. Daarnaast zijn er leveranciers voor overige (agrarische) grondstoffen en materialen. Naast financieel kapitaal komt de productie tot stand door de ruim 22.000 medewerkers van FrieslandCampina en wordt er geïnvesteerd in kennis en innovatie. Jarenlange ervaring in de zuivelproductie heeft geresulteerd in kennis en expertise, onder andere op het gebied van gezonde voeding en melkveehouderij. Om waarde in de keten en voor alle stakeholders te creëren is de bedrijfsstrategie route2020 opgesteld. De ambitie is de meest succesvolle, professionele en aantrekkelijke zuivelonderneming te creëren voor leden-melkveehouders, medewerkers, afnemers en consumenten en voor de samenleving door mensen wereldwijd essentiële voedingsstoffen uit zuivelproducten te bieden voor elke fase in hun leven. Elk pijler heeft een aantal langetermijn-doelstellingen voor 2020 en bijbehorende KPI’s. Jaarlijks wordt de voortgang op deze KPI’s gerapporteerd. Zie voor de doelstellingen en resultaten per prioriteitsgebied de respectievelijke hoofdstukken in het MVO-verslag.
Vooruitblik 2015
12
Vooruitblik 2015 Duurzaamheid is met de start van route2020 hoger op de agenda gekomen in de gehele keten van FrieslandCampina en maakt steeds meer integraal deel uit van de diverse bedrijfsdisciplines zoals inkoop, supply chain, marketing, HR en R&D. Het grote enthousiasme waarmee juist ook jongere collega’s dit thema verder willen brengen is veelbetekenend. Echter, wat ons van 2010 naar 2014 bracht, gaat ons niet van 2015 naar 2020 en de realisatie van al onze duurzaamheidsdoelen brengen. Daarvoor zullen we nog verder moeten versnellen, nog slimmer innoveren en meer proberen ‘over onze eigen schaduw heen te springen’. Dat is ook de uitdaging in 2015. In 2015 worden de innovatieve stappen zichtbaar die FrieslandCampina de afgelopen jaren gezet heeft om te komen tot klimaatneutrale groei. Dit belangrijke commitment van FrieslandCampina is publiek gemaakt bij de introductie van de groeistrategie route2020 in 2010. Volgens onderzoek van de FAO is de zuivelsector wereldwijd verantwoordelijk voor een bijdrage van 2,9 procent aan het klimaatveranderingsvraagstuk. FrieslandCampina wil zijn CO2-voetafdruk per ton eindproduct verkleinen met innovatieve maatregelen. Zo zal in 2015 de mijlpaal van 100 procent groene stroom gerealiseerd worden voor alle productielocaties en kantoren van FrieslandCampina in Nederland. Daarbij is ongeveer de helft van de groene stroom afkomstig van eigen melkveehouderijen (uit zon, wind en biomassa). Duurzame en klimaatvriendelijke alternatieven voor aardgas, zoals pyrolyse-olie (houtolie) en biogas (uit mest, rioolslib en organisch afval), leveren energie voor twee
13
zuivelfabrieken in Nederland. Naast het nu twee jaar oude windpark van FrieslandCampina, van Gogh in NoordBrabant, wordt nu ook de mogelijkheid onderzocht om windturbines te plaatsen bij enkele productievestigingen. Ook op de melkveehouderijen neemt FrieslandCampina verschillende maatregelen voor het verlagen van de uitstoot van broeikasgassen, denk hierbij onder andere aan de uitrol van de KringloopWijzer, het uittesten van verschillende technieken voor monovergisting van mest op de boerderij en het streven naar een langere levensduur van melkkoeien. Daarnaast wordt biodiversiteit nu ook concreet opgepakt. Kortom, ‘energie en klimaat’ blijven belangrijke thema´s voor FrieslandCampina. Hierbij maakt de samenwerking met andere bedrijven in bijvoorbeeld afvalverwerking, energie, consultancy, transport en water zuivering, maar ook met overheden zeker het verschil. Met Foqus planet en het beloningssysteem voor behaalde duurzaamheidsresultaten van leden-melkveehouders is de actieve betrokkenheid en de commitment van de leden geborgd. Nu is het ook zaak de betrokkenheid van de 22.000 medewerkers bij het MVO-programma op een hoger niveau te brengen. Daartoe is samen met het wereldwijde HR-netwerk een plan ontwikkeld met de titel ‘Nourishing by nature; Making it happen’. Dit plan voorziet onder meer in het opzetten van Green Teams binnen alle vestigingen wereldwijd. Ook streeft FrieslandCampina ernaar medewerkers in te zetten als vrijwilligers voor de maatschappelijke partners van ons MVO-programma zoals het Nederlandse Rode Kruis, Agriterra en voedselbanken. Op deze wijze kan met gebundelde krachten worden gewerkt aan de doelen voor bijvoorbeeld energie- en waterefficiëntie, afvalvermindering, klimaatneutrale groei, bestrijding van ondervoeding en kennisoverdracht aan kleine boeren in Azië en Afrika.
Het implementeren van een robuust systeem van MVO-dataverzameling in de gehele zuivelketen van FrieslandCampina - en de controle en verificatie hiervan - zal ook in 2015 veel aandacht krijgen. Dit sluit aan bij de integratie van MVO in alle delen van de organisatie. Er is samen met onder andere accountants een ambitieuze planning ontwikkeld om eind 2017 geïntegreerd te rapporteren over zowel financiële als duurzaamheidsresultaten. Dat is een grote opgave voor een onderneming die bijna 14.000 melkveehouderijen van leden van de coöperatie in Nederland, Duitsland en België combineert met 65 productielocaties in 32 landen. Maar deze kwaliteitsslag is nodig om beide jaarverslagen te kunnen integreren en door een accountant te laten verifiëren. Frank van Ooijen Corporate Director Communication, Sustainability Affairs en FrieslandCampina Institute
Op 10 juni 2014 ging FrieslandCampina op een boerderij in gesprek met stakeholders over de ambities en uitdagingen voor een duurzame zuivelsector, om naar oplossingen te zoeken. Met een livestream zorgde FrieslandCampina voor een zo groot mogelijk bereik onder stakeholders.
14
15
Voedingswaarde & gezondheid Melk is van nature een voedingskundig hoogwaardig product. Het bevat essentiële voedingsstoffen, zoals eiwitten, vitamine B2 en B12, en mineralen zoals calcium. Door het aanbieden van betrouwbare, smakelijke en gezonde zuivelproducten levert FrieslandCampina wereldwijd een bijdrage aan voedsel- en nutriëntenzekerheid. In alle levensfases leveren melk en melkproducten belangrijke voedingsstoffen, voor kinderen in de groei, voor sporters om de spieren te helpen herstellen en voor ouderen vanwege de hooggeconcentreerde voedingswaarde per calorie. Daarnaast wil FrieslandCampina helpen bij het terugdringen van het groeiend aantal mensen met overgewicht, in het bijzonder bij kinderen. Dat doet FrieslandCampina door het verbeteren van de productsamenstelling, door voorlichting over gezonde voeding en een gezonde leefstijl en door de gezonde keuze in voeding gemakkelijker te maken voor de consument.
Voedingswaarde & Gezondheid
16
Voedingswaarde & gezondheid Doelstelling 2020
KPI
Resultaat 2014
Inspanning 2015
Verminderen van suiker, zout en vet in FrieslandCampinaproducten en zo een bijdrage leveren aan een gezond voedingspatroon.
Percentage consumentenproducten (receptuur in combinatie met een verpakkingseenheid) op de markt waar FrieslandCampina de merkeigenaar is (logo of naam is vermeld op de verpakking) dat voldoet aan de voedingskundige richtlijnen.
Actieplannen voor het naleven van de nieuwe voedingskundige richtlijnen opgesteld voor Azië, Afrika en het Midden-Oosten.
Uitvoeren van de actieplannen voor Azië, Afrika en het Midden-Oosten.
Inzetten van kennis en producten bij de aanpak van ondervoeding. Het presenteren van de voedingskundige samenstelling van FrieslandCampina’s producten conform de nieuwe bedrijfsstandaard.
Aantal verpakkingen dat voldoet aan de nieuwe bedrijfsstandaard 'Nutrition information'.
Verantwoorde marketing gericht op kinderen ter bevordering van een gezond voedingspatroon, conform de geupdate bedrijfsstandaard.
Gezonde leefstijl stimuleren bij kinderen door voor lichting en educatie over een gezond voedingspatroon en beweging. Hulp bieden met voeding tijdens rampen.
Op basis van de evaluatie van de huidige voedingskundige richtlijnen Monitoringsprogramma opgezet zal er één wereldwijd nutritioneel voor rapportage van de naleving van schema (voedingskundige de voedingskundige richtlijnen. richtlijnen) voor FrieslandCampina worden ontwikkeld dat is gebaseerd • 149 producten met het Vinkje/ op internationaal geaccepteerde Choices-logo, dit is in lijn met 2013. criteria, met doelen voor 2020. • Zoutreductie in kaas: aanpassing Het monitoringsprogramma wordt productieproces voor volgende hieraan aangepast om de voortgang stap gereed. te meten. • Focus heeft gelegen op suikerreductie in vruchtensappen Uitvoeren van nieuwe actieplannen en –dranken in Nederland. voor Rusland en Duitsland. De learnings van het SEANUTSvoedingsonderzoek zijn vertaald naar landen in Afrika.
Het opzetten van een wereldwijd programma met richtlijnen voor de voorlichting en een blauwdruk voor wereldwijde toepassing.
Het omzetten van alle consumenten verpakkingen conform de nieuwe bedrijfsstandaard voor etikettering is goedgekeurd en implementatie is gestart.
Het verder implementeren van de nieuwe bedrijfsstandaard voor etikettering met als doel dat in 2016 alle verpakkingen binnen deze scope zijn aangepast.
Er is actief deelgenomen aan de EU Pledge en Singapore Advertising Code ten behoeve van verantwoorde marketing gericht op kinderen.
Verder implementeren van de bedrijfsstandaard ’Responsible marketing communications’ voor verantwoorde marketing gericht op kinderen.
De nieuwe bedrijfsstandaard ’Responsible marketing communications' voor verantwoorde marketing gericht op kinderen en het implementatieproces ervan zijn goedgekeurd. Aantal kinderen dat deelgenomen heeft aan een Friesland Campina (endorsed) educatieprogramma over gezonde voeding en beweging.
Meer dan tien miljoen kinderen bereikt met voorlichting over gezonde voeding en educatie over een gezond voedingspatroon via o.a. Wereldmelkdag, Schoolmelk, Drink.Move.BeStrong en lokale initiatieven.
Het opzetten van een wereldwijd programma met richtlijnen voor de voorlichting en een blauwdruk voor wereldwijde toepassing.
De samenwerking met het Nederlandse Rode Kruis is verder uitgebouwd.
Het opzetten van onderzoek naar de voedingsstatus in een pilot land in Afrika, samen met NGO’s en andere partners.
Het Disaster Relief Partner Programme – in samenwerking met het Nederlandse Rode Kruis - is uitgebreid met Namibië.
Continueren en uitbreiden van huidige samenwerkingsprojecten. Een strategie opzetten om wereld wijd meer initiatieven te starten. Opstellen strategie over continuering nadat het Disaster Relief Partner Programme in 2015 stopt.
Toelichting resultaten 2014
Doelstelling 2020: Verminderen van suiker, zout en vet in FrieslandCampina producten en zo een bijdrage leveren aan een gezond voedingspatroon In 2014 zijn actieplannen inclusief doelen op basis van voedingskundige richtlijnen opgesteld voor Azië, Afrika en het Midden-Oosten. Ook is er een monitoringsprogramma opgezet voor de rapportage van de voortgang. In 2015 worden deze actieplannen uitgevoerd. Daarnaast zal FrieslandCampina in 2015 de voedingskundige richtlijnen evalueren, één wereldwijd voedingskundig schema ontwikkelen en doelen voor 2020 opstellen. De voortgang wordt via het monitoringssysteem gemeten, waarbij FrieslandCampina aandacht zal besteden aan het verbeteren van de kwaliteit van de gegevens over de naleving van de richtlijnen. Het Vinkje en Choices maken de gezonde keuze gemakkelijker FrieslandCampina is één van de initiatiefnemers van Stichting Ik Kies Bewust en Choices International Foundation. De criteria zijn een vast onderdeel van de voedingskundige richtlijnen van FrieslandCampina. FrieslandCampina had in 2014 in totaal 149 producten met het Vinkje in het Nederlandse assortiment. Dit is in lijn met het aantal producten ten opzichte van 2013. Valess heeft door aanpassingen in de criteria het logo verloren. Merken waarbij alle huidige en toekomstige producten voldoen aan de criteria van het Vinkje zijn Optimel, Vifit, GoedeMorgen, DubbelFrisss, Fristi, Slankie, Milner, Yoki en Taksi. Suikerverlaging: focus op dranken Suikerverlaging staat momenteel sterk in de belangstelling. De World Health Organisation (WHO) heeft opgeroepen om de inname van vrije suikers te verlagen. Met vrije suikers bedoelt de WHO toegevoegde suikers, in de vorm van bijvoorbeeld glucose, sucrose of fructose, en suikers die van nature voorkomen in honing en vruchtensap of -siroop. De WHO rekent de natuurlijke suikers in melk en vers fruit niet mee.
17
FrieslandCampina werkt al heel lang aan het verlagen van het suiker in zijn producten. Mede dankzij de voedingskundige richtlijnen voor verwen-, basis-, gezondheids- en kinderproducten voldoen alle gezondheids- en kinderproducten in Nederland nu aan de criteria van het Vinkje (maximaal vijf gram toegevoegd suiker per 100 ml). In 2014 werkte FrieslandCampina aan suikerreductie in de vruchtensappen en vruchtendranken zoals Dubbeldrank en Multivitamientje van Appelsientje (zie kader op pagina 18).
Sabine van den Berg, diëtiste bij Zorggroep Noord-West Veluwe:
”
Vooral ouderen die minder gezond eten en minder bewegen, verliezen spiermassa. Ouderen eten ook vaak minder vlees, wat een negatieve invloed heeft op de eiwitinname. Zuivel is een goed alternatief. Zuivelproducten bevatten veel goede voedingsstoffen (zoals eiwit en calcium) die voorzien in de behoeften van ouderen.
”
Het afgelopen jaar is FrieslandCampina bezig geweest met het opzetten van een monitoringssysteem om de compliance ten opzichte van de voedingskundige richt lijnen te kunnen bepalen. In Europa voldoet 73 procent van alle basis-, gezondheids- en kinderproducten aan het suikercriterium van Food Profiler (maximaal 12,5 gram toegevoegd suiker per portie) of Choices (maximaal vijf gram toegevoegd suiker per 100 ml/g). In 2015 hebben Rusland en Duitsland een verdere focus op suikerverlaging.
Voedingswaarde & Gezondheid
18
19
Na de goedkeuring van de nieuwe bedrijfsstandaard 'nutrition information' door de CSR Board is er hard gewerkt aan het implementatieproces. Vervolgens zijn de eerste verpakkingen omgezet. Op de voorkant staat er naast een Vinkje ook een logo die de energetische waarde per portie vermeldt. Op de achterkant in de voedingswaarde tabel wordt de voedingswaarde niet alleen per 100g/ml, maar nu ook per portie vermeld. Tevens wordt de bijdrage van de voedingsstof ten opzichte van de dagelijkse referentie-inname weergegeven.
Suikerverlaging 2009-2014 Producten van FrieslandCampina die sinds 2009 in suiker zijn verlaagd Totaal suiker Nieuw SuikerOud g/100ml g/100ml verlaging Fristi
14
8
43%
Yoki
11,2
7,8
30%
Taksi Splash
10
7
30%
Extran Refresh
7,1
5
30%
Extran Energy
13
9,4
28%
8,7
6,5
25%
Taksi
10,3
7,9
23%
Vifit
9,8
8,1
17%
9
7,5
17%
Appelsientje Multivitamientje
8,8
7,4
16%
Appelsientje DubbelDrank
12,5
10,6
15%
GoedeMorgen! Drink
9,7
8,4
13%
Campina Fruitmelk
9,9
9,2
7%
DubbelFrisss
Appelsientje Nectaren
Zoutverlaging: focus op kaas FrieslandCampina is al een aantal jaren bezig om het zoutgehalte in kaas te verlagen. Zo is er al een gemiddelde reductie van 14 procent behaald in Goudse 48+ kaas in de periode 2007-2010. Als onderdeel van de NZO Task Force Zoutreductie staat voor de periode 2010-2015 een reductie van gemiddeld tien procent in Goudse 48+ kazen op de agenda. Om deze zoutverlaging te realiseren - waarbij smaak, kwaliteit en houdbaarheid behouden blijven - wordt de pekelstap in het kaasproductieproces aangepast. De voorbereidingen hiervoor zijn in 2014 getroffen. In Roemenië is in 2014 gewerkt aan het verlagen van het zoutgehalte in zachte witte kaas, waarbij reducties tussen de 14 en 25 procent bereikt zijn. Vetten: meer keuzemogelijkheden Binnen de zuivelsector is ingezet op een breed product portfolio met een verscheidenheid aan vetgehaltes. FrieslandCampina speelt daarin een actieve rol door het ontwikkelen van producten met een lager vetgehalte.
Congres ’Jong geleerd is oud gedaan’ In 2014 werd het project ‘Als de basis maar goed is’ uitgerold. Via professionals werd het belang van gezonde basisvoeding voor kinderen van één t/m zeven jaar onder de aandacht gebracht. Belangrijk onderdeel was het congres ‘Jong geleerd is oud gedaan’ dat het FrieslandCampina Institute organiseerde. Het congres ging over het belang van het aanleren van een gezond eetpatroon bij jonge kinderen voor gezondheid later in het leven en werd door ca. 500 professionals bezocht.
FrieslandCampina Institute FrieslandCampina informeert consumenten en gezondheidszorgprofessionals niet alleen zorgvuldig over de samenstelling van producten, maar ook over gezonde voeding in het algemeen. Het FrieslandCampina Institute is het kenniscentrum voor science based informatie voor wetenschappers en gezondheidszorgprofessionals op het gebied van zuivel, voeding en gezondheid. In 2014 zijn veel materialen ontwikkeld die professionals kunnen gebruiken in hun gesprekken met ouders. In totaal werden in 2014 ca. 10.500 professionals bereikt.
Doelstelling 2020: Inzetten van kennis en producten bij de aanpak van ondervoeding Via het SEANUTS (South East Asia Nutrition Survey)onderzoek hebben FrieslandCampina, wetenschappers, NGO’s en universiteiten de voedingsstatus van bijna 17.000 kinderen in Maleisië, Indonesië, Thailand en Vietnam in kaart gebracht. Het doel is om advies, onderzoek en producten beter te kunnen afstemmen op de voedingsbehoeften van deze kinderen. In 2014 heeft SEANUTS geresulteerd in diverse publicaties en presentaties op congressen, waaronder het Aid International Development Forum, van de Food Security Summit Asia 2014. Daar is ook bespoken hoe de SEANUTS-data gebruikt kunnen worden om huidige voedings- en gezondheidsprogramma’s te evalueren en nieuwe programma’s op te zetten naar voorbeeld van deze publiek-private samenwerking. In de praktijk zijn de resultaten van SEANUTS al toegepast om producten beter af te stemmen op de voedingsbehoefte van kinderen.
Eat right be active-campagne in het Midden-Oosten Op Wereldmelkdag 2014 lanceerde FrieslandCampina Middle East de Eat right be active-campagne tijdens een drukbezochte boekenbeurs in Sharjah in de Verenigde Arabische Emiraten. Tijdens deze dag organiseerde FrieslandCampina diverse activiteiten met als doel een gezond voedingspatroon en het drinken van melk onder de aandacht van kinderen te brengen. De boekenbeurs bracht 300.000 mensen, waaronder veel kinderen, uit de gehele Verenigde Arabische Emiraten bijeen.
Voedingswaarde & Gezondheid
20
21
Doelstelling 2020: Het presenteren van de voedingskundige samenstelling van FrieslandCampina’s producten conform de nieuwe bedrijfsstandaard. Verantwoorde marketing gericht op kinderen ter bevordering van een gezond voedingspatroon, conform de geupdate bedrijfsstandaard De bedrijfsstandaard voor etikettering en (consumenten) informatie is in 2014 door de CSR-Board van FrieslandCampina goedgekeurd en de implementatie is gestart. Voor alle Europese FrieslandCampina producten is de standaard al geïmplementeerd. Daarbuiten is het streven dat in 2016 alle verpakkingen in scope zijn aangepast. Via de EU Pledge, Singapore’s Advertising Code (inmiddels omgezet in wetgeving) en de bedrijfsstandaard ’Responsible marketing communications’, waarborgt FrieslandCampina dat reclame gericht op kinderen onder de twaalf jaar beperkt blijft tot producten die aan strikte voedingskundige eisen voldoen. Begin 2014 is een update van de bedrijfsstandaard voor verantwoorde reclame goedgekeurd door de CSR-Board van FrieslandCampina en zijn afspraken over de implementatie gemaakt.
Ook in 2015 blijft FrieslandCampina deelnemen aan gedragscodes rondom kindermarketing zoals de EU Pledge. Het monitoren van de naleving van de afspraken in Europa wordt gedaan via EU Pledge. Buiten Europa is er een overgangsperiode tot eind 2016 afgesproken. Wereld Schoolmelkdag Maar liefst 40 landen wereldwijd vieren elk jaar Wereld Schoolmelkdag, een officieel initiatief van de Verenigde Naties. In 2014 stond Wereld Schoolmelkdag in Nederland in het teken van een boerderijbezoek. De basisschoolleerlingen en hun ouders kregen een rondleiding van de boerin en mochten zelf aan de slag op de boerderij. De makers van de mooiste groepsselfie wonnen een bezoek aan CORPUS Experience in Leiden. Hier kunnen kinderen zien welke reis voeding aflegt in het lichaam en wat het belang is van gezonde voeding.
NBA en FrieslandCampina maken basketball groot in Zuidoost-Azië De National Basketball Association (NBA) en FrieslandCampina zijn in 2014 een langjarige samenwerking aangegaan met als doel kinderen in ZuidoostAzië door middel van spel en sport te stimuleren meer te bewegen. De samenwerking tussen FrieslandCampina en de Junior NBA is een van de belangrijkste onderdelen van de Drink.Move.BeStrong-campagne, die is voortgekomen uit SEANUTS. In 2014 werden 8.000 kinderen van 700 scholen en lokale gemeenschappen in de leeftijd van vijf tot 15 jaar met trainingclinics bereikt door ze de basisprincipes van het basketbalspel en het belang van gezonde voeding bij te brengen. Het is de bedoeling om 1.000 lokale scholen en gemeenschappen te bereiken in 2015. Om een actieve leefstijl te bevorderen - ook buiten de trainingclinics om - en het bereik van het programma te vergroten, leiden FrieslandCampina en Junior NBA ook coaches op. In 2014 werden door FrieslandCampina en de Junior NBA meer dan 800 coaches opgeleid in Zuidoost-Azië. In totaal heeft deze campagne in 2014 68 miljoen mensen bereikt in Zuidoost-Azië. Het is de bedoeling het aantal coaches in 2015 verder te vergroten.
Doelstelling 2020: Gezonde leefstijl stimuleren bij kinderen door voorlichting en educatie over een gezond voedingspatroon en beweging FrieslandCampina bereikt jaarlijks wereldwijd meer dan tien miljoen kinderen met voorlichting over gezonde voeding en leefstijl. Via bijvoorbeeld Wereldmelkdag, schoolmelkprogramma’s, the Goodness of Dairy campagnes, Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG), het Nationale Schoolontbijt en het B.Slim programma krijgen ouders en kinderen informatie over gezonde voeding en een actieve leefstijl. In 2014 is FrieslandCampina in Vietnam, Thailand, Indonesie, Philippijnen en Maleisie in samenwerking met de National Basketball Association (NBA) de campagne Drink.Move. BeStrong gestart. Hierin worden sport en voeding ingezet als middelen om kinderen te stimuleren een actief en gezond leven te leiden (zie kader pagina 20). Nu de ambitie om tien miljoen kinderen te bereiken behaald is, werkt FrieslandCampina in 2015 aan het verder integreren van de losse programma’s om daarmee zoveel mogelijk overal met dezelfde principes te werken. De ambitie is om wereldwijde richtlijnen te ontwikkelen voor de voorlichting en zo een blauwdruk op te stellen voor het programma. Het Junior NBA-programma met de campagne Drink.Move.BeStrong is een voorbeeld van hoe FrieslandCampina het programma ook in andere regio’s wil doorvoeren.
Doelstelling 2020: Hulp bieden met voeding tijdens rampen FrieslandCampina en het Nederlandse Rode Kruis startten in 2013 een samenwerking voor de gezamenlijke ontwikkeling van noodhulpproducten en onderwijsprogramma’s gericht op gezonde voeding. Deze samenwerking is in 2014 verder uitgebouwd. Zo zijn er doelstellingen ontwikkeld op de drie ambities van de samenwerking: • bestrijden van honger en nutriëntentekort ten behoeve van mensen in nood; • bijdragen aan voedselzekerheid; • versterken van de weerbaarheid van mensen in kwetsbare situaties. De samenwerking met het Rode Kruis kreeg in 2014 in verschillende landen vorm. Zo is er door FrieslandCampina Indonesia samen met een landelijke supermarktketen een initiatief ontwikkeld om kwetsbare kinderen toegang tot de basisgezondheidszorg te geven en voor te lichten over hygiëne. In totaal heeft FrieslandCampina, sinds de start in maart 2012, bijna 700.000 euro gedoneerd aan het Nederlandse Rode Kruis.
FrieslandCampina partner van Eat2Move In 2014 is het Eat2Move topcentrum opgericht. Eat2Move richt zich de komende zes jaar op innovatie rond voeding en beweging, met name voor topsporters en ouderen. Acht organisaties op het gebied van sport, voeding en gezondheid werken samen in dit centrum. Het FrieslandCampina Innovation Centre in het Gelderse Wageningen is een van de deelnemende partijen. Binnen Eat2Move ontwikkelen onderzoekers kennis over de specifieke voedingsbehoefte bij prestatie en herstel. De kennisontwikkeling wordt direct gekoppeld aan innovatietrajecten met bedrijven om producten en diensten te ontwikkelen voor de sport en zorgpraktijk.
Voedingswaarde & Gezondheid
22
Samenwerking FrieslandCampina en Voedselbanken Nederland geïntensiveerd In 2014 is de samenwerking met Voedselbanken Nederland verder geïntensiveerd: Als partner van Voedselbanken Nederland neemt FrieslandCampina voor de komende twee jaar de logistieke kosten over, waardoor een betere verspreiding van de zuivelproducten over de voedselbanken in Nederland mogelijk is. Daarnaast wordt expertise van de zuivelonderneming op het gebied van voedselveiligheid, kwaliteitsborging en gezonde voeding beschikbaar gesteld.
In 2015 zal FrieslandCampina doorgaan met de gestarte projecten, waaronder 3FM Serious Request. Ook is de onderneming van plan nieuwe campagnes te ontwikkelen om de inkomsten van het Rode Kruis te verhogen en aandacht te genereren voor thema’s die van gemeenschappelijk belang zijn. Zo zullen, in samenwerking met het Nederlandse Rode Kuis, de mogelijkheden voor een campagne voor de Voedselbank verkend worden. Internationaal zal FrieslandCampina de projecten in Nigeria en Indonesië als voorbeeld gebruiken en zal er een strategie ontwikkeld worden voor het stimuleren en faciliteren van nieuwe initiatieven in de wereld. Voor het vergroten van de medewerkerbetrokkenheid bij inzamelingsacties zal gezocht worden naar goed passende campagnes. Ook zullen er ambassadeurs benoemd worden op verschillende niveaus op de werkvloer.
Melk en zuivel onderdeel van duurzaam voedingspatroon Volgens de Food and Agriculture Organization (FAO) van de Verenigde Naties is een Sustainable Diet een voedingspatroon met een lage milieudruk dat bijdraagt aan de voedselzekerheid en aan een gezond leven voor huidige en toekomstige generaties. In Sustainable Diets moet de voedingswaarde dus in evenwicht zijn met de milieudruk. De FAO ziet daarbij een belangrijke rol voor zuivel. Melk bevat van nature essentiële voedingsstoffen, zoals eiwitten, vitaminen B2 en B12 en mineralen zoals calcium.
Waar FrieslandCampina aan werkt
Dilemma
Marktconforme oplossingen Als mondiaal opererend bedrijf is het voor FrieslandCampina belangrijk te zoeken naar marktconforme oplossingen voor zowel regionale als wereldwijde uitdagingen. Binnen andere (eet)culturen zijn uniforme en/of westers georiënteerde oplossingen niet altijd passend. Zo is het suikergehalte in producten in Indonesië bijvoorbeeld relatief hoog, maar zorgt suiker daar ook voor een betere houdbaarheid en dus kwaliteit. Het zoeken naar oplossingen die optimaal aansluiten bij de lokale context is een uitdaging waar FrieslandCampina zich in toenemende mate van bewust is. Tegelijkertijd is het binnen de veelheid van keuzes een uitdaging om focus aan te brengen. Gericht werken en zorgen dat iedereen zich voor hetzelfde inzet, kan resultaat en output verder versterken.
Suikerreductie: balanceren tussen gezondheid en consumentenvoorkeur FrieslandCampina vindt het van groot belang de consument te helpen gezonder te eten en drinken en bij te dragen aan het bestrijden van overgewicht. Suikerreductie staat al jaren hoog op de agenda en in alle productcategorieën zijn stappen gezet. FrieslandCampina hanteert een stapsgewijze aanpak. Maar zelfs wanneer de smaak geleidelijk minder zoet wordt, is er een grens aan de acceptatie van consumenten. Er is tijd nodig, en samenwerking in de gehele sector, om de smaakvoorkeur van consumenten te beïnvloeden. Daarom zijn zowel inzet van individuele bedrijven als sectorbrede initiatieven, zoals het Akkoord Verbetering Productsamenstelling, cruciaal.
23
24
25
Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika FrieslandCampina is al meer dan 140 jaar actief in de wereld van melkveehouderij en zuivel en benut de opgedane kennis en ervaringen om de lokale melkveehouderij in Azië en Afrika verder te ontwikkelen. Via het Dairy Development Programme (DDP) stelt FrieslandCampina lokale melkveehouders in staat hun bedrijf zo goed mogelijk te leiden en de zuivelproductie kwalitatief en kwantitatief op een hoger niveau te brengen. Op deze manier draagt FrieslandCampina bij aan het verbeteren van de sociaal-economische positie van boeren in Azië en Afrika. Een aanzienlijk deel van de activiteiten van FrieslandCampina vindt plaats in regio’s in Zuidoost-Azië en Afrika, met name Indonesië, Thailand, Vietnam, Maleisië en Nigeria. FrieslandCampina vindt het belangrijk om een deel van de grondstoffen lokaal in te kopen om hiermee de lokale economie te stimuleren. Ook de overheden van deze landen hechten daar waarde aan. Daarnaast wil FrieslandCampina jongeren interesseren voor het boerenvak door het economisch toekomstperspectief te verbeteren en daarmee in te spelen op de wereldwijd snel toenemende gemiddelde leeftijd van boeren.
Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika
26
Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika Doelstelling 2020
KPI
Resultaat 2014
Bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de lokale melkveehouderij door het verhogen van de kwaliteit en voedselveiligheid van lokaal geproduceerde melk (in Azië en Afrika).
Percentage geïmplementeerde roadmap voor kwaliteit en voedselveiligheid.
In alle DDP-landen is een Quality and Verder inzetten op het verbeteren Safety Roadmap geïmplementeerd. van de kwaliteit van lokaal geproduceerde melk door het Vervolg geven aan de Public-Private aanbieden van trainingen, Partnerships (PPPs) die in 2013 technische ondersteuning en van start zijn gegaan ten behoeve consultancy pools. van het verder ontwikkelen van de zuivelsector in Indonesië en Vervolg geven aan de partnerships Vietnam. in Indonesië en Vietnam. Daarnaast heeft FrieslandCampina voornemens om de DDP-activiteiten in Nigeria verder uit te breiden.
Bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de lokale melkveehouderij door het verhogen van de productiviteit van de boerderijen (in Azië en Afrika).
Het aantal melkveehouders dat heeft deelgenomen aan trainingen.
In alle DDP-landen zijn trainingen gegeven door medewerkers en leden-melkveehouders van FrieslandCampina aan 5.440 melkveehouders en medewerkers van milk collection centres en coöperaties.
Bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de lokale melkveehouderij door te faciliteren tussen de melkveehouder en de markt door middel van de introductie van een incentive based payment system (in Azië en Afrika).
In Vietnam is een incentive based payment system geïmplementeerd als onderdeel van het geautomatiseerd betaalsysteem.
Inspanning 2015
Het aantal trainingen uitbreiden en een vervolg geven aan de Farmer2Farmer trainingen door een verdiepingsslag uit te voeren op de reeds bezochte bedrijven. Opleiden van de DDP-medewerkers en leden-melkveehouders, die deelnemen aan Farmer2Farmer missies, door middel van een gecertificeerde training. Werken aan de ontwikkeling en implementatie van een incentive based payment system in Indonesië.
Dairy zone in Vietnam FrieslandCampina Vietnam werkt sinds 2013 aan het oprichten van een dairy zone. Het project is een Public-Private Partnership tussen FrieslandCampina, Wageningen UR, diervoederbedrijf De Heus, The Friesian Agro Consultancy, Fresh Studio, de Ha Nam overheid en de Nederlandse overheid. Het project heeft een looptijd van vijf jaar en valt onder de Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid (FDOV) van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Een dairy zone is een cluster van melkveehouders die worden opgeleid om duurzame professionele familiebedrijven te runnen, met oog voor de productiviteit per koe en de kwaliteit van de melk. De dairy zone zal ongeveer 50 melkveehouders tellen, die minstens zeven miljoen kilogram verse melk per jaar zullen produceren, en zal aan 345 arbeidskrachten een baan bieden. Daarnaast helpt het project met training, het opzetten van het productieproces voor veevoer en financiële diensten voor de deelnemende boeren. In juli 2014 is de bouw van de duurzame dairy zone officieel begonnen. Er zijn twee pilot farms gebouwd die operationeel zijn sinds 31 december 2014.
Toelichting resultaten 2014
Doelstelling 2020: Bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de lokale melkveehouderij door het verhogen van de kwaliteit en voedselveiligheid van lokaal geproduceerde melk (in Azië en Afrika) FrieslandCampina heeft in 2012 een Quality and Safety Roadmap ontwikkeld met als doel de melkkwaliteit in de DDP-landen in drie jaar te verbeteren. De Roadmap richt zich met name op het verbeteren van de microbiologische kwaliteit van de melk en het terugdringen van het antibioticagebruik bij koeien. In 2014 is in elk DDP-land de implementatie van deze roadmap gerealiseerd. Kennisuitwisseling medewerkers FrieslandCampina Medewerkers, die veel kennis hebben op het gebied van zuivelproductie, worden via een zogenaamde consultancy pool ingezet om melkveehouders en coöperaties in Azië en Afrika te adviseren en ondersteunen. Deze ondersteuning richt zich met name op het verbeteren van de kwaliteit van melk en de productiviteit per koe. In 2014 bezochten zeven medewerkers van FrieslandCampina boerderijen en milk collection centres, onder andere in Indonesië. Technische ondersteuning en voorbeeldstallen In de DDP-landen is in 2014 verder geïnvesteerd in de technische ondersteuning en de ontwikkeling van voorbeeldstallen met als doel om de lokale boeren hulp te bieden bij de melkproductie. In Vietnam zijn voorbeeldstallen opgezet waar boeren demonstraties krijgen over het verbeteren van de kwaliteit van de melk. Daarnaast ontvingen de 60 meest productieve boerderijen in Vietnam technische ondersteuning, speciaal gericht op het verbeteren van de melkopbrengst, kwaliteit en het verlagen van de kosten.
27
Het Dairy Development Programme in Maleisië Ook in Maleisië investeert FrieslandCampina in het ondersteunen van lokale boeren bij het produceren van kwalitatief hoogwaardige melk. In samenwerking met een lokale partij, DVS-Putrajaya, organiseerde FrieslandCampina acht landelijke workshops over hygiëne en kwaliteit. Daarnaast zijn er studiereizen georganiseerd om best practices in de melkveehouderij te bezoeken en daarvan te leren. Ook goed management van boerencoöperaties stond centraal tijdens de studiereizen.
Hendro Poedjono, Director of Public Affairs and Regulatory Affairs, FrieslandCampina:
”
We zijn enorm trots dat we de 'Best Sustainable Business Practice Award' hebben gewonnen. Dit is het eerste jaar dat FrieslandCampina heeft deelgenomen aan deze verkiezing. Het DDP-platform faciliteert kennisdeling tussen boeren. Het laat zien dat onze inzet op DDP door alle betrokkenen wordt erkend.
”
FrieslandCampina ontvangt ‘Best Sustainable Business Practice Award in Asia Pacific’ De 'Best Sustainable Business Practice Award' is een waardering voor inspirerende voorbeelden van bedrijven op het gebied van duurzaamheid in Azië. In 2014 heeft FrieslandCampina deze prijs ontvangen, vanwege zijn activiteiten in het Dairy Development Programme in Azië en Afrika. Het DDP laat zien hoe FrieslandCampina gedeelde waarde creëert met een verscheidenheid aan activiteiten voor de gemeenschap en de ontwikkeling van de lokale economie in Azië.
Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika
Waar FrieslandCampina aan werkt
28
Doelstelling 2020: Bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de lokale melkveehouderij door het verhogen van de productiviteit van de boerderijen (in Azië en Afrika) In 2014 organiseerde FrieslandCampina, soms in samenwerking met lokale partners, in diverse DDP-landen trainingen. Dit zijn trainingen op het gebied van bijvoorbeeld diervoeder- & watermanagement, kalveropfok, hygiëne bij het melken, melkmachineonderhoud, klauwbekappen, vruchtbaarheid en huisvesting. In totaal zijn in 2014 zo’n 5.440 boeren getraind in vijf DDP-landen.
Dairy Village in Indonesië Op West-Java wordt er sinds 2013 gewerkt aan het Dairy4Development Project. Dit project valt evenals het project in Vietnam onder de Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid (FDOV). Het project is een Public-Private Partnership waarbij samen wordt gewerkt met Frisian Flag Indonesia (FFI), Wageningen UR, The Friesian Agro Consultancy, Agriterra en de twee Indonesische coöperaties KPBS Pangalengan en KPSBU Lembang. Het project is gericht op het verhogen van de melkproductie en het verbeteren van de melkkwaliteit. Er wordt een Dairy Village opgericht waarbij melkveehouders gezamenlijke faciliteiten hebben, bijvoorbeeld voor het melken. Daarnaast is er een up-to-date feed supply system en hebben melkveehouders toegang tot land om veevoer te verbouwen. Naast de Dairy Village wordt er gewerkt aan een verbeterde melkcollectie infrastructuur, toegang tot financiering en managementvaardigheden. Op 7 november vond een ceremonie plaats ter gelegenheid van het bouwen van het eerste nieuwe milk collection centre. Daarnaast is er overeenstemming over het land waar de Dairy Village zal worden gebouwd. Ook is er in 2014 een trainingsplan ontwikkeld en is de ontwikkeling van het automated farm milk registration system bijna afgerond.
Samenwerking met Agriterra en het Farmer2Farmer programma FrieslandCampina werkt samen met Agriterra om de positie van melkveehouders en coöperaties in ontwikkelingslanden te versterken. Dat gebeurt door de inzet van kennis vanuit de Nederlandse agrarische sector, via verschillende programma’s en uitwisselingen. Zo gaan tijdens het Farmer2Farmer-programma Nederlandse leden-melkveehouders op bezoek bij boeren in de DDP-landen om kennis en ervaring uit te wisselen. Het programma is erop gericht om de bedrijfsvoering van de melkveehouderijen te verbeteren. Beter management leidt tot verlaging van de kosten en verbetering van de productiviteit van de koeien. Met name in Thailand, Vietnam, Maleisië en Indonesië was het Farmer2Farmerprogramma in 2014 succesvol. In Indonesië zijn meer dan 415 boeren betrokken bij het programma. In samenwerking met Agriterra en lokale DDP-teams hebben elf FrieslandCampina leden-melkveehouders meer dan 800 lokale melkveehouders getraind. De best presterende boeren van deze DDP-landen krijgen in 2015 de mogelijkheid om de boerderijen van hun Nederlandse trainers te bezoeken. In 2015 zullen meer dan 3.000 boeren getraind worden in het Farmer2Farmer-programma in Thailand. In Indonesië organiseert FrieslandCampina een wedstrijd voor deelnemers van het Farmer2Farmerprogramma, om hen verder te stimuleren hun prestaties te verbeteren.
Doelstelling 2020: Bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de lokale melkveehouderij door te faciliteren tussen de melkveehouder en de markt door middel van de introductie van een incentive based payment system (in Azië en Afrika) Met het DDP draagt FrieslandCampina bij aan het ondernemerschap van lokale boeren. Dit vergt een stapsgewijze aanpak: via het verbeteren van de melkkwaliteit, de productiviteit en het vakmanschap, naar de groei van de onderneming. Daarom heeft FrieslandCampina in 2014 het incentive based payment system ontwikkeld. Boeren die beter presteren, gebaseerd op de Good Dairy Farming Practices van de FAO, en investeren in het verbeteren van hun boerderij, worden hiervoor gewaardeerd. Uitgaande van de gemiddelde lokale melkprijs betaalt FrieslandCampina voor de kwalitatief betere melk een meerprijs bovenop de lokale melkprijs. Dit is een stimulans voor melkveehouders om betere melk te produceren. De eerste inspanningen en resultaten zijn zichtbaar geworden in 2014. Zo zijn er diverse studiereizen georganiseerd van Chinese bedrijven, klanten, consumenten en de Chinese overheid, naar Nederland. Tegelijkertijd is het Sino-Dutch Dairy Development Centre (SDDDC) verder geformaliseerd en is er een white paper geschreven over de trends en uitdagingen in de Chinese zuivelsector. Op basis van dit document is het onderzoeksprogramma ingericht en zijn er drie onderzoeksprogramma’s gestart. Daarnaast zijn er trainingen ontwikkeld voor Chinese zuivelexperts en is er in december een expertisecentrum geopend op een Chinese boerderij. Dit expertisecentrum richt zich op onderzoek, ontwikkeling, innovatie en opleiding ten behoeve van de Chinese zuivelsector.
Het Dairy Development Programme in Nigeria In Nigeria is het DDP nog volop in ontwikkeling. In 2013 en 2014 is geïnvesteerd in bewustwording bij (potentiële) boeren over het DDP en het verbeteren van twee milk collection centres. Daardoor is de toevoer van lokaal geproduceerde melk vergroot. In 2015 geeft het DDP meer aandacht aan het programma in Nigeria met meer inzet op trainingen en de ontwikkeling van milk collection centres. Monitoring van de voortgang In 2015 staat het inrichten van de dataverzameling en het monitoren van de voortgang centraal. Niet alleen werkt FrieslandCampina aan het automatiseren van de melkrapportage in Indonesië, ook zal in 2015 de dataverzameling van DDP in de vijf landen verder geoptimaliseerd worden. FrieslandCampina meet de voortgang van de DDP-landen op verschillende indicatoren, zoals het bereik van het aantal boeren of de microbiologische kwaliteit van de melk. In 2015 brengt FrieslandCampina het effect van het programma verder in beeld door duidelijke meeteenheden te definiëren en de voortgang hierop inzichtelijk te maken. De MVO-strategie van twee coöperaties in Indonesië Onderdeel van het Dairy4Development Project in Indonesië is het implementeren van een MVO-strategie bij twee coöperaties die goed aansluiten bij de lokale situatie. Om de uitvoering van deze strategieën te waarborgen, wordt er gebruik gemaakt van de aanpak van het internationale Dairy Sustainability Framework. Dit is tevens een pilot om de toepasbaarheid van het Dairy Sustainability Framework te toetsen in ontwikkelingslanden. Samen met Frisian Flag Indonesia en RoyalHaskoningDHV is een plan ontwikkeld dat in 2015 en 2016 zal worden geïmplementeerd. Een belangrijke stap hierin is het beter benutten van de vrijkomende mineralen uit de mest, waardoor de opbrengsten van het ruwvoer kunnen verbeteren.
29
30
31
Efficiënte en duurzame productieketens FrieslandCampina spant zich in om ervoor te zorgen dat het energiegebruik en daarmee de emissie van broeikasgassen voor 2020 gelijk blijft of afneemt ten opzichte van 2010. Dit betekent dat de groei van productie geen gevolgen heeft voor de uitstoot van broeikasgassen. FrieslandCampina werkt hiervoor aan een efficiënte en duurzame productieketen. Dat begint bij een duurzame melkveehouderij (zie het hoofdstuk ‘Duurzame melkveehouderij’), de inkoop van duurzame (landbouw)grondstoffen en het terugdringen van het gebruik van energie en water op de productielocaties. Het gebruik van duurzame energie, bij voorkeur geproduceerd door leden-melkveehouders, draagt ook bij aan de klimaatneutrale groeiambitie. Via groencertificaten stimuleert FrieslandCampina leden-melkveehouders duurzame energie op te wekken, bijvoorbeeld met windmolens, zonnepanelen of biomassa.
Efficiënte en duurzame productieketens
32
Efficiënte en duurzame productieketens Doelstelling 2020
KPI
In 2020 komen alle ingekochte agrarische commodities uit volledig duurzaam beheerde bronnen.
Percentage agrarische • Palmolie – 100 procent duurzame commodities uit olie, op basis van RSPO-criteria. duurzaam beheerde • Cacao – 100 procent van de inkoop bronnen, waaronder is duurzaam, op basis van UTZ rietsuiker, cacao, Certified criteria. palmolie, papier, • Karton – 100 procent van de inkoop bietsuiker, zetmeel, voor de West-Europese markt fruit en soja. is duurzaam, op basis van FSC-/ PEFC-criteria. • Fruit – 100 procent van de bananenpuree is Rainforest Alliance gecertificeerd. • Soja – 100 procent duurzame sojaolie en soja co-producten op basis van RTRS-criteria.
• Palmolie – waar mogelijk overstappen naar RSPOgesegregeerde palmolie. • Karton – inkopen van gecertificeerd karton uitbreiden naar Oost-Europa. • Fruit – een duurzame standaard voor tropisch fruit ontwikkelen samen met Solidaridad. • Fruit – 30 procent van de inkoop van sinaasappels is duurzaam gemanaged via RHT (Rural Horizon Tool) – SAI (Sustainable Agriculture Initiative) Platform Principles & Practices. • Fruit – trainingsprogramma voor de duurzame teelt van mango’s.
Percentage elektriciteit gekocht van Groene Stroom Tarieven/Green Energy Contracts (NL en wereldwijd).
• Nederland: 91 procent. • Wereldwijd: 45 procent.
• Nederland: 100 procent. • Wereldwijd: 50 procent.
Realiseren van Totaal energiegebruik klimaatneutrale groei bij het verwerken van tussen 2010 en 2020 zuivel (TJ). door vermindering van het energieverbruik in de zuivelverwerking.
20.844 TJ (terajoule) primaire energie. Dit is een toename van 1,5 procent ten opzichte van 2013.
Elke productielocatie maakt een actieplan gericht op het realiseren van energiebesparingen en implementeren van ideeën en innovaties uit de impactscans.
Jaarlijks verbeteren Energieconsumptie van de energieper ton verwerkt efficiëntie met product (GJ). minimaal 2 procent ten opzichte van vorig jaar (sinds 2010).
3,4 GJ (gigajoule) primair per ton product. Dit is een toename van 5,2 procent ten opzichte van 2013.
De jaarlijkse doelstellingen aanscherpen om zo de ambitie 2020 te realiseren.
Verbeteren van het hergebruik van afvalstromen vrijgekomen uit de productie met 20 procent in 2020 ten opzichte van 2010.
Percentage afval dat is hergebruikt of gerecycled.
67 procent van het afval is gerecycled of hergebruikt. Dit is een verbetering van 2 procent ten opzichte van 2013.
Op alle productielocaties wordt nagegaan of de afvalstromen nog beter kunnen worden gescheiden.
Een bijdrage leveren aan minder afvalproductie.
Totaal afval (ton).
58.033 ton. Dit is een toename van 11,6 procent ten opzichte van 2013.
Door betere scheiding van de afvalstromen kunnen afvalstromen beter worden hergebruikt.
Bijdragen aan het verminderen van het zoetwatergebruik.
Totaal watergebruik bij het verwerken van zuivel (m3).
28.718.327 m3. Dit is een toename van 0,6 procent ten opzichte van 2013.
Elke productielocatie maakt een actieplan gericht op het realiseren van waterbesparingen en implementeren van ideeën en innovaties uit de impactscans.
Jaarlijks verbeteren van waterefficiëntie met minimaal 2 procent ten opzichte van vorig jaar (sinds 2010).
Waterconsumptie per ton verwerkt product.
4,6 m3/ton. Dit is een toename van vijf procent ten opzichte van 2013.
De jaarlijkse doelstellingen herevalueren.
In 2020 100 procent gebruik van groene elektriciteit opgewekt uit een verantwoorde bron, bij voorkeur van eigen leden.
Resultaat 2014
Toelichting resultaten 2014
Inspanning 2015
Doelstelling 2020: In 2020 komen alle ingekochte agrarische commodities uit volledig duurzaam beheerde bronnen Melk staat aan de basis van de producten van FrieslandCampina, maar het is niet de enige grondstof. FrieslandCampina gebruikt ook agrarische grondstoffen als palmolie, suiker en cacao voor de eindproducten, en papier en karton voor de verpakkingen. In het streven naar duurzame en efficiënte productieketens richt FrieslandCampina zich daarom ook op het inkopen van agrarische commodities uit volledig duurzaam beheerde bronnen. Duurzame palmolie, soja en cacao FrieslandCampina werkt samen met industrie-initiatieven om de productie van deze agrarische grondstoffen te stimuleren. Zo is de zuivelonderneming lid van de Round Table on Sustainable Palm Oil (RSPO), de Round Table on Responsible Soy (RTRS) en het Sustainable Agriculture Initiative (SAI).
33
Met de inkoop van 90.000 ton 100 procent duurzame, gesegregeerde palmolie in Europa, behoort FrieslandCampina tot de koplopers op dit gebied. FrieslandCampina gebruikt deze palmolie voor vetpoeders, creamers, kindervoeding en diervoederproducten. In 2015 wordt onderzocht of het mogelijk is om over te stappen naar gesegregeerde palmolie op alle locaties van FrieslandCampina wereldwijd. Dit is duurzame palmolie die volledig gescheiden wordt geoogst, vervoerd en verwerkt in de producten van FrieslandCampina, waardoor misstanden gesignaleerd kunnen worden. Daarnaast gebruikt FrieslandCampina de grondstof sojaolie voor zijn producten. De doelstelling om 100 procent duurzame soja in te kopen, RTRSgecertificeerd, is in 2013 al gehaald. Meer informatie over de inspanningen van FrieslandCampina op het gebied van duurzame sojaschroot voor diervoeder staat in het hoofdstuk ‘Duurzame melkveehouderij’. FrieslandCampina is er in 2014 in geslaagd om 100 procent duurzame cacao (volgens de criteria van UTZ Certified) in te kopen.
Deelname FrieslandCampina in The Green Quest FrieslandCampina deed in 2014 mee in The Green Quest, een zoektocht naar oplossingen voor bedrijven om groener en winstgevender te ondernemen. Productielocatie DMV in Veghel gaat in The Green Quest op zoek naar milieuvriendelijke en kostenbesparende maatregelen, gericht op energieverbruik, water en afvalwater. Externe duurzaamheidsexperts en medewerkers van FrieslandCampina hebben samen gebrainstormd over duurzaamheid in het bedrijf. De ideeën werden vervolgens in een plan van aanpak verwerkt en in de productielocatie uitgevoerd. Onder andere door genomen maatregelen is het gelukt het jaarlijkse waterverbruik van deze productielocatie met tien procent te reduceren.
Efficiënte en duurzame productieketens
34
35
Pyrolyse-olie als brandstof FrieslandCampina kijkt naar andere mogelijkheden voor de aanvoer van groene elektriciteit; bij de bouw van de productielocatie van FrieslandCampina Domo in Borculo is gekozen voor energie uit biomassa. Met een nieuwe techniek voor verhitting zonder zuurstof (pyrolyse) wordt olie gewonnen uit duurzame biomassa met een zeer geringe CO2-uitstoot. FrieslandCampina neemt gedurende twaalf jaar pyrolyse-olie af als brandstof voor de productie van ingrediënten. De eerste fase vindt plaats bij Empyro in Hengelo (productie pyrolyse-olie) en de tweede fase (verbranding) in de stoomketel van FrieslandCampina Domo in Borculo. Jaarlijks wordt hiermee 12 miljoen m 3 aardgas vervangen. Dit verlaagt de directe CO2-uitstoot voor de gehele locatie Borculo met circa 15 procent per jaar, wat een besparing oplevert van 20.000 ton CO2 per jaar (dit komt overeen met een jaarlijks aardgasverbruik van 8.000 huishoudens).
Verpakkingsmateriaal afkomstig uit duurzaam beheerd bos FrieslandCampina gebruikt voortaan voor de papier en karton gerelateerde verpakkingen zo veel mogelijk materiaal dat aantoonbaar afkomstig is uit duurzaam beheerd bos. In april 2014 hebben FrieslandCampina en PEFC Nederland de ’beleidsverklaring duurzaam bosbeheer’ van PEFC getekend. PEFC is een internationaal onafhankelijk erkend keurmerk ter bevordering van duurzaam bosbeheer. Tropisch fruit FrieslandCampina Fruitbased heeft zich als doel gesteld de eerste Nederlandse fruitsappenproducent te zijn met een complete duurzame toeleveringsketen. In samenwerking met Solidaridad werkt de fruitsappendivisie aan een nieuwe standaard op het gebied van duurzaam tropisch fruit. De ambitie is dat 30 procent van de ingekochte sinaasappels in 2015 voldoet aan de RHT SAI Platform Principles & Practices. De Rural Horizon Tool is een vragenlijst voor de boer waarmee hij zijn duurzaamheidsstatus kan bepalen en aan de hand waarvan de vervolgstappen voor hem worden bepaald om op een hoger duurzaamheidsniveau te komen. De vragen in de RHT en de SAI Farmer Sustainability Assessment (SAI FSA) zijn zodanig op elkaar afgestemd, dat de RHT-
antwoorden gebenchmarkt kunnen worden naar SAI FSA. Dit jaar wordt gewerkt aan de verificatie van de SAI FSA, zodat hiermee de integriteit van de resultaten kan worden geborgd. Daarnaast werkt FrieslandCampina in 2015 aan een trainingsprogramma voor de duurzame teelt van mango’s. Duurzaamheidsstandaarden voor ingekochte agrarische commodities FrieslandCampina maakt zoveel mogelijk gebruik van internationaal erkende standaarden bij de inkoop van duurzame grondstoffen. Helaas bestaan niet voor alle ingekochte producten duurzaamheidsstandaarden. Voor die grondstoffen moet FrieslandCampina in samenwerking met zijn leveranciers en maatschappelijke organisaties bepalen wat het gewenste duurzaamheidsniveau is. Met Solidaridad doorloopt FrieslandCampina een intensief traject voor duurzaam fruit. Tevens wordt gebruik gemaakt van de kennis en ervaring van het SAI Platform, waar standaarden voor verduurzaming van landbouwgrondstoffen worden ontwikkeld. Voor bietsuiker is ook een samenwerking gestart met SAI en het merendeel van de Europese suikerproducenten om tot een uniforme marktstandaard te komen.
Doelstelling 2020: In 2020 100 procent gebruik van groene elektriciteit opgewekt uit een verantwoorde bron, bij voorkeur van eigen leden In 2014 was 91 procent van de elektriciteit die de Nederlandse productielocaties gebruikten, duurzaam opgewekt in de vorm van zon, wind of biomassa. Het grootste deel daarvan is afkomstig van de ledenmelkveehouders. Voor een onderneming met een significant energieverbruik, is dit een belangrijke stap in het verduurzamen van de productie. In het hoofdstuk ‘Duurzame melkveehouderij’ staat meer informatie over de manier waarop FrieslandCampina leden-melkveehouders faciliteert bij het opwekken van duurzame energie.
Investeren in technologische innovaties Voor het realiseren van klimaatneutrale groei is het van belang dat FrieslandCampina in de toekomst investeert in nieuwe technieken en mogelijkheden voor energie- en waterbesparingen. Sinds 2013 voert FrieslandCampina daarom zogeheten impactscans uit op verschillende productielocaties. Het doel voor 2014, namelijk dat 80 procent van de productielocaties een impactscan heeft uitgevoerd en over een verbeterprogramma beschikt, is behaald. Op de locaties is gekeken naar het water- en energieverbruik en naar besparingsmogelijkheden. De impactscans maken duidelijk welke mogelijkheden er zijn voor verbetering: hier is een lijst van ruim 700 ideeën uitgekomen. In 2015 ligt de focus op het verder realiseren
In 2015 onderzoekt FrieslandCampina of het mogelijk is om elektriciteit opgewekt door windmolens, te realiseren op zes productielocaties. De opgewekte elektriciteit zal daarbij direct door de betreffende productielocaties gebruikt worden.
Doelstelling 2020: Realiseren van klimaatneutrale groei tussen 2010 en 2020 door vermindering van het energiegebruik in de zuivelverwerking. Jaarlijks verbeteren van de water- en energie-efficiëntie met minimaal 2 procent ten opzichte van vorig jaar (sinds 2010) In 2014 is het energie- en waterverbruik toegenomen en is FrieslandCampina er, voor het eerst sinds 2010, niet in geslaagd om de jaarlijkse water- en energie-efficiëntie met 2 procent te verbeteren. Niet alleen zijn er dit jaar relatief gezien meer energie-intensieve producten geproduceerd ten opzichte van 2013, ook het installeren, testen en opstarten van nieuwe installaties en innovaties in de productielocaties dragen bij aan deze toename van het energie- en waterverbruik.
FrieslandCampina neemt deel aan het KLM BioFuel programma KLM en FrieslandCampina zijn partners in de Dutch Sustainable Growth Coalition, een initiatief van acht Nederlandse multinationals om duurzame groei te bevorderen en te promoten. In 2014 hebben de twee ondernemingen een overeenkomst getekend om het vliegen op duurzame biobrandstof te stimuleren. Voortaan vliegen FrieslandCampinamedewerkers klimaatneutraal naar Singapore en China. Als deelnemer aan het programma betaalt FrieslandCampina per ticket een toeslag die het verschil in prijs tussen biobrandstof en traditionele kerosine compenseert. Deze investering wordt gebruikt voor de aanschaf van biobrandstof die vervolgens op de luchthaven Schiphol wordt toegevoegd aan het brandstofsysteem.
Efficiënte en duurzame productieketens
Waar FrieslandCampina aan werkt
36
van besparingen in elke productielocatie, het monitoren van de voortgang per locatie en het delen van kennis. Op basis van de impactscans worden de locaties gevraagd een actieplan te maken en de ideeën uit de scans om te zetten in besparingen. Daarnaast richt de onderneming zich op het aanscherpen van de doelstellingen om de ambities voor 2020 waar te kunnen maken. De verwachting is dat de ingezette innovaties in 2015 hun besparingen zullen waarmaken. Warmtepomp In december 2014 is een nieuwe warmtepomp in gebruik genomen in Beilen. Deze warmtepomp koelt aan een zijde en verwarmt aan de andere zijde. De warme zijde wordt gebruikt om warm condensaat (ca. 40 graden) verder op te warmen tot boven de 65 graden. Hierdoor worden eventueel voorkomende kiemen gedood (sanitatiestap) en vervolgens wordt de warmte afgegeven aan lucht die gebruikt wordt in een sproeidroogtoren. De condensaatstroom heeft dan een temperatuur tussen de 20 en 30 graden. Voor hergebruik wordt deze condensaatstroom verder gekoeld door de koude zijde van de warmtepomp tot ca. 10-15 graden waardoor deze geschikt gemaakt is voor hergebruik (technische toepassingen).
In 2015 investeert FrieslandCampina in een renovatie van de productielocatie Leeuwarden. Door het proces van het condenseren van melk te innoveren met nieuwe indampers, wordt veel energie bespaard. De energiebesparing wordt in de toekomst vergroot door deze innovatie breed uit te rollen op andere productielocaties. Waterbesparingen op productielocaties Voldoende beschikbaarheid van zoetwater is een voorwaarde voor voedselproductie wereldwijd. Het is de verwachting dat de beschikbaarheid van zoetwater wereldwijd zal afnemen. Zuinig omgaan met water is daarom belangrijk, ook voor FrieslandCampina. Verschillende productielocaties hebben de afgelopen jaren ingezet op waterbesparingen. Zo werkt in Nigeria een team aan het reduceren van het watergebruik bij de productie. Samen met operators is op afdelingsniveau gekeken op welke momenten het watergebruik plaatsvindt en is de hoeveelheid bepaald op basis van detailmeters. Hierdoor is het bewustzijn van het gebruik per afdeling verbeterd. Ook zijn automatische stops aangebracht.
The Four zeros Het is de ambitie van FrieslandCampina om binnen de vier resultaatgebieden Veiligheid & Duurzaamheid, Kwaliteit, Service & Kosten en Kapitaal nul incidenten, nul productfouten, nul verlies en nul verloren verkoop te realiseren. Onder de naam 'The Four Zero's wordt wereldwijd een programma geïntroduceerd om de verliezen systematisch te verminderen. De eerste pilots starten in Nederland, Thailand en Nigeria.
De productielocatie Aalter (België) zet sinds 2013 fors in op waterbesparingen. In 2013 is maar liefst 800.000 m 3 water hergebruikt door het toepassen van nieuwe zuiveringstechnieken. In 2014 is hiermee doorgegaan en heeft de productielocatie in totaal 15 procent van het grond- en leidingwater kunnen reduceren door gebruik te maken van gezuiverd condenswater uit het productieproces. Dit condenswater was zonder deze innovatie als afvalwater verloren gegaan. De installatie die condenswater uit het productieproces zuivert, levert een waterbesparing van 444 m 3/dag.
Versnelling van de innovaties en besparingen Vanwege de snelheid waarmee technologische innovaties zich aandienen, is het soms lastig in te schatten wat de beste investering is. FrieslandCampina neemt energieefficiëntie mee in alle investeringsoverwegingen. Het verduurzamen van het energieverbruik en het innoveren in de productielocaties kost veel tijd en innovaties hebben een lange terugverdientijd. Om de ambities voor 2020 te realiseren, werkt FrieslandCampina aan de versnelling van de implementatie van innovaties.
Doelstelling 2020: Een bijdrage leveren aan minder afvalproductie en het verbeteren van het hergebruik van afvalstromen vrijgekomen uit de productie met 20 procent in 2020 ten opzichte van 2010 FrieslandCampina streeft ernaar om, samen met afvalverwerkers, recycling en hergebruik van afval te vergroten. In 2014 is hiervoor een begin gemaakt. In 2015 onderzoekt FrieslandCampina dit verder door naar goede bestemmingen voor afval te zoeken, waarmee het recyclingpercentage van het afval omhoog kan gaan.
FrieslandCampina wint Koning Willem I Prijs Op 13 mei 2014 nam Cees ‘t Hart, CEO van FrieslandCampina, uit handen van Koningin Máxima namens heel FrieslandCampina de prestigieuze Koning Willem I Prijs in ontvangst. De Koning Willem I Prijs is sinds 1958 de nationale ondernemersprijs van Nederland met als doel creatief en innovatief ondernemerschap te stimuleren. De prijs wordt elke twee jaar uitgereikt aan bedrijven die zich onderscheiden door goed ondernemerschap, durf, daadkracht, duurzaamheid en doorzettingsvermogen vanwege de langetermijnvisie, de inspanningen op het gebied van duurzaamheid en de investeringen in innovatie.
37
38
39
Duurzame melkveehouderij FrieslandCampina vindt het belangrijk dat melk en andere grondstoffen voor de productie van zuivelproducten op duurzame wijze tot stand komen. Daarbij gaat het om methoden voor de melkveehouderij die een zo laag mogelijke impact op het milieu hebben, diervriendelijk zijn en een bijdrage leveren aan maatschappelijk draagvlak voor de melkveehouderij. Dit vraagt om continue verbetering van het vakmanschap en ondernemerschap van leden-melkveehouders. Met het Foqus planet programma biedt FrieslandCampina zijn leden-melkveehouders de instrumenten voor het realiseren van een duurzame bedrijfsvoering. Er worden steeds hogere eisen gesteld aan zuivelproducten en de manier waarop ze geproduceerd worden. Naast product- en ketenkwaliteit verlangen afnemers en maatschappij ook transparantie, duurzaamheid en weidegang. De zuivelsector staat, mede door haar zichtbaarheid en landschappelijke impact, in nauwe verbinding met de samenleving, waarvoor een aantal maatschappelijke thema’s extra belangrijk is. Melkveehouders krijgen maatschappelijke waardering voor hun rol in en bijdrage aan het cultuurlandschap en de vitaliteit van het platteland. Daarnaast werkt de sector aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en mineralen (via de mest) en verbruik van energie.
Duurzame melkveehouderij
40
Duurzame melkveehouderij
Toelichting resultaten 2014
Doelstelling 2020
KPI
Resultaat 2014
Inspanning 2015
Realiseren van klimaatneutrale groei tussen 2010 en 2020 door het reduceren van emissies bij de productie van melk op boerderijniveau.
Totale CO2-equivalent tijdens melkproductie bij de ledenmelkveehouders (onder andere via energie-efficiëntie).
12.029 Kton CO2-equivalent. Dit is een toename van 1,7 procent ten opzichte van 2013.
Stimuleren van energiebesparingen bij leden-melkveehouders via Foqus planet.
Een verdere reductie van het antibioticagebruik tot 2,4 DierDagDosering per jaar (DDD/J). Dit is een reductie van 15,8 procent ten opzichte van 2013.
Het programma Diergezondheid en dierwelzijn richt zich o.a. op verantwoord diergeneesmiddelengebruik om daarmee het antibioticagebruik terug te dringen naar het niveau van 1999.
Continue verbetering Antibioticagebruik van diergezondheid en (DDD/J) dierwelzijn.
Binnen Foqus planet is het managementinstrument KoeKompas beschikbaar gesteld voor alle leden-melkveehouders. Gemiddelde levensduur van melkkoeien.
Behoud van biodiversiteit.
Behoud van 2012-niveau weidegang van de bedrijven van ledenmelkveehouders (2012: 81 procent).
Aantoonbare inspanningen voor behoud van natuur- en landschapselementen.
Continueren samenwerking met relevante partijen teneinde antibiotica te reduceren.
Er is continue aandacht voor diergezondheid en dierwelzijn, waaronder de samenwerking met een Rundveedierenarts, een diergezondheidsstatus en de diergezondheidscheck (Periodiek Bedrijfsbezoek (PBB)), de Continue Diergezondheidsmonitor (CDM) of het KoeKompas. Daarnaast geeft FrieslandCampina voor lichting en training aan ledenmelkveehouders op het gebied van het verbeteren van uiergezondheid, klauwgezondheid en verantwoord diergeneesmiddelengebruik.
Leden-melkveehouders worden beloond voor een gezonde melkveestapel: langere levensduur, IBR, BVD, evenals het celgetal.
FrieslandCampina werkt samen met het Wereld Natuur Fonds en Rabobank om een verdienmodel voor biodiversiteit te ontwikkelen. In 2014 is er een start gemaakt in samenwerking met het Louis Bolk Instituut.
Natuur en landschap is vanaf 2015 één van de aspecten van duurzame ontwikkeling binnen Foqus planet. Vanuit de biodiversiteitsmonitor worden in 2015 meetbare indicatoren ontwikkeld voor bijvoorbeeld bodem, kringloop, landschap en diersoorten.
Continueren samenwerking met relevante partijen teneinde een gezonde melkveestapel te bewerkstelligen.
Percentage van 83 procent (2013: 53 procent). RTRS-gecertificeerde soja in het voer van de koeien.
100 procent duurzame soja (RTRS of gelijkwaardig).
Deel van de boerderijen met weidegang of gedeeltelijke weidegang (%).
Handhaven van het niveau van 2012 van weidegang: totaal 81 procent.
77,2 procent van de bedrijven van leden-melkveehouders doet aan weidegang (2013: 79,1 procent).
Doelstelling 2020: Realiseren van klimaatneutrale groei tussen 2010 en 2020 door het reduceren van emissies bij de productie van melk op boerderijniveau Klimaatneutrale groei betekent dat de productiehoeveel heid toeneemt, maar het energiegebruik en de uitstoot van broeikasgassen in 2020 gelijk blijven of afnemen (ten opzichte van het basisjaar 2010). Als onderdeel van deze doelstelling heeft de Nederlandse zuivelsector (productie en verwerking) zichzelf ten doel gesteld jaarlijks minimaal twee procent verbetering in energie-efficiëntie te bereiken: de Meerjarenafspraak energiebesparing MJA-3 en het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren.
41
Energiescans door leden-melkveehouders FrieslandCampina biedt leden-melkveehouders een energiescan aan om te werken aan energiebesparing. De energiescan is een vragenlijst over het energieverbruik van een melkveebedrijf, eventueel in combinatie met een vergelijking van het energiegebruik van collega-bedrijven. Aan deze vergelijking is een verbeteradvies gekoppeld. Het gebruik van de energiescan is in 2014 verder toegenomen onder leden-melkveehouders.
Jan Anne Roetman, melkveehouder Inzetten op klimaatneutrale groei De doelstelling om klimaatneutraal te groeien tot 2020 wordt nu nog niet gerealiseerd. De oorzaak hiervoor is voornamelijk de onverwachte groei van de melkproductie in 2013 en 2014 door de verruiming van het melkquotum. Om voldoende inspanning door ledenmelkveehouders op energiebesparing te stimuleren, is in 2014 overeenstemming bereikt over het opnemen van energieverbruik als indicator binnen het vernieuwde Foqus planet programma. Op basis van de werkelijk verbruikte energie kunnen de leden-melkveehouders punten verdienen, die omgezet worden in een toeslag. Zowel besparingen als duurzame opwekking van energie worden gewaardeerd.
in Kampen:
”
Wij kunnen als melkveehouders met Foqus planet laten zien dat wij niet alleen passie voor ons vak hebben, maar kwaliteitsvoeding produceren voor de wereld, met respect voor mens, dier en omgeving!
”
Duurzame energie opwekken FrieslandCampina wil in 2020 voor 100 procent gebruik maken van duurzame elektriciteit uit eigen domein, bij voorkeur geproduceerd op de bedrijven van de eigen leden-melkveehouders. Leden die duurzame energie produceren kunnen groencertificaten (Garanties van Oorsprong) aan FrieslandCampina verkopen. FrieslandCampina is in 2014 doorgegaan met het aankopen van groencertificaten van leden-melkveehouders. In 2014 was 91 procent van het elektriciteitsgebruik in de Nederlandse productielocaties duurzaam geproduceerd. Voor een belangrijk deel door leden-melkveehouders vanuit het Nederlandse agrarische domein. In 2014 is het gebruik van zonnepanelen toegenomen op de melkveebedrijven. Hiermee kan op een elektriciteitsneutrale manier melk worden geproduceerd. Elke melkveehouder met zonnepanelen produceert gemiddeld 36.000 KWh elektriciteit per jaar.
Duurzame melkveehouderij
42
43
Doelstelling 2020: Continue verbetering van diergezondheid en dierwelzijn FrieslandCampina streeft naar melk van gezonde koeien en heeft dierwelzijn hoog in het vaandel staan. De maatschappij, consument en politiek vragen om transparantie over een goede omgang met diergezondheid en -welzijn. Voor leden-melkveehouders hangt een gezonde melkveestapel samen met een goed bedrijfsresultaat. Koeien die langer leven produceren efficiënter. En zolang koeien gezond zijn, hebben zij geen antibiotica nodig.
Antibioticagebruik reduceren De zuivelsector heeft de nodige acties in gang gezet om minder en beter gebruik van antibiotica onder de aandacht te brengen. Zo richt het voorlichtings programma van FrieslandCampina over verantwoord diergeneesmiddelengebruik zich op het terugdringen van het antibioticagebruik naar het niveau van 1999. Het programma bestaat uit het organiseren van workshops, het vergroten van de bewustwording en het stellen van strenge eisen waar nodig. In 2014 is een verdere vermindering van het antibioticagebruik gerealiseerd: 2,4 dierdagdoseringen per jaar ten opzichte van 2,9 dierdagdoseringen in 2013. Gemiddelde levensduur van melkkoeien De leeftijd waarop melkkoeien het bedrijf verlaten is een goede indicator voor de diergezondheid en het welzijn van de dieren. Daarnaast draagt een langere levensduur van melkkoeien bij aan het verlagen van de uitstoot van CO2. Het doel is de levensduur in 2020 met zes maanden te hebben verlengd ten opzichte van 2010. Levensduur wordt door FrieslandCampina gedefinieerd als de gemiddelde leeftijd van een melkkoe bij vertrek van het melkveebedrijf. FrieslandCampina gaf in 2014 115 workshops aan ledenmelkveehouders op het gebied van het verbeteren van uiergezondheid, klauwgezondheid en verantwoord diergeneesmiddelengebruik. Een goede uier- en klauwgezondheid zijn bevorderlijk voor de levensduur van het melkvee. Ook de aanpak van ziekten die de weerstand verminderen draagt daaraan bij. Vanaf 1 januari 2015 worden leden-melkveehouders beloond voor een langere levensduur van hun veestapel en hun resultaat op IBR, BVD en celgetal.
Zonnepanelen met de slogan mmm…melk Bij een FrieslandCampina-veehouder in Lisse zijn op een nieuwe melkveestal zodanig zonnepanelen aangebracht dat van een afstand de bekende reclameslogan 'mmm... melk!' te lezen is. De stal heeft plaats voor bijna tweehonderd melkkoeien en is volledig duurzaam gebouwd. Ook krijgen de koeien optimaal comfort. Zo wordt de melk gekoeld door middel van een warmtewisselaar. Het warme water wordt gekoeld en als drinkwater voor de koeien gebruikt. Het bedrijf produceert nu evenveel stroom als dat het gebruikt.
Diergezondheid Voor alle leden-melkveehouders gelden volgens Foqus planet de volgende basiseisen: samenwerking met een Rundveedierenarts, een diergezondheidsstatus en de diergezondheidscheck. Hiermee borgt FrieslandCampina structurele aandacht voor diergezondheid en samenwerking met de dierenarts om die diergezondheid te bevorderen. Voor de diergezondheidscheck kunnen de leden-melkveehouders de volgende instrumenten gebruiken: • Het Periodiek Bedrijfsbezoek (PBB). Ledenmelkveehouders kunnen kiezen voor vier periodieke bezoeken van een dierenarts per jaar als onderdeel van het Bedrijfsbehandelplan. Hierbij onderzoekt de dierenarts de gezondheid van de melkkoeien, doorloopt een checklist en identificeert dieren met gezondheidsproblemen. Als de melkveehouder veel dieren heeft met gezondheidsproblemen voert de dierenarts een extra check uit. • De Continue DiergezondheidsMonitor (CDM). De CDM is gebaseerd op beschikbare data over de diergezondheid (sterftecijfers, gezondheidsstatus voor paratuberculose, BVD, salmonella) en de melkproductie (nieuwe infecties, melkopbrengst). Deze data worden vergeleken met nationale gemiddelden en stimuleren de melkveehouder diergezondheid en dierwelzijn te verbeteren. Jaarlijks vinden minstens twee verplichte bezoeken van de dierenarts plaats, maar over het algemeen gebeurt dit vaker. • Het KoeKompas. Het KoeKompas is ontwikkeld door dierenartsen en melkveehouders en gebaseerd op een uitgebreide integrale gezondheidscheck van de dieren. Met dit managementinstrument wordt een analyse van het melkveebedrijf gemaakt, de sterke punten in kaart gebracht en verbeterpunten aangegeven. Het KoeKompas richt zich op zeven bedrijfsonderdelen: voeding en water, huisvesting, dierwelzijn, het melken, de werkroutines, de jongveeopfok en de diergezondheid.
Foqus planet Voor de realisatie van FrieslandCampina’s duurzaamheidsambities in 2020 zijn inspanningen van leden-melkveehouders van doorslaggevend belang. FrieslandCampina hanteert voor de productie van boerderijmelk door zijn leden-melkveehouders het kwaliteits- en duurzaamheidsprogramma Foqus planet (sinds 1 januari 2012). Dit programma is het belangrijkste instrument waarmee FrieslandCampina de ambities binnen de pijler ‘Duurzame melkveehouderij’ nastreeft. Foqus planet geeft antwoord op vragen vanuit afnemers, overheid, consumenten en maatschappij; nu en in de toekomst. In 2014 ontwikkelde FrieslandCampina in dialoog met leden-melkveehouders en districtsraadsleden een vernieuwd Foqus planet voor alle leden in Nederland, Duitsland en België. Het vernieuwde programma is ingegaan op 1 januari 2015 en geldig voor de komende drie jaar. De vernieuwing van Foqus planet vormde in 2014 de rode draad in bijeenkomsten met leden-melkveehouders. Met het vernieuwde Foqus planet ontvangen leden-melkveehouders met ingang van 2015, afhankelijk van hun duurzaamheidsprestaties, een toeslag gebaseerd op het resultaat, niet op de inspanning. Het onderdeel duurzame ontwikkeling, bestaande uit zes meetbare indicatoren, geeft leden-melkveehouders de mogelijkheid hun bedrijf stap voor stap duurzaam te ontwikkelen. De indicatoren richten zich op diergezondheid & –welzijn, biodiversiteit & milieu en klimaat & energie. Leden-melkveehouders verdienen punten op deze indicatoren naar gelang hun duurzaamheidsprestaties. Het resultaat wordt jaarlijks gemeten en beloond met de Foqus planet-toeslag. De Foqus planettoeslag is een beloningsinstrument gebaseerd op de herverdeling van melkgeld op basis van individuele duurzaamheidsprestaties. De toeslag wordt gefinancierd door een jaarlijkse inhouding bij leden-melkveehouders van 0,25 euro per 100 kilogram geleverde melk. De herverdeling van de jaarlijkse toeslag is mede gebaseerd op de duurzaamheidsprestaties op de indicatoren van het onderdeel duurzame ontwikkeling binnen Foqus planet.
Duurzame melkveehouderij
44
45
Business Benchmark on Farm Animal Welfare In 2014 heeft Compassion In World Farming (CIWF), een organisatie die zich inzet voor het welzijn van landbouwdieren, een internationale benchmark uitgevoerd op het gebied van dierwelzijn. Deze benchmark werd uitgevoerd op basis van openbare informatie die via de website beschikbaar is. De score van FrieslandCampina op deze benchmark is toegenomen ten opzichte van 2013. Deze stijging komt enerzijds door meer transparantie over de koplopers- en innovatieactiviteiten van FrieslandCampina en anderzijds door het ontvangen van de Good Dairy Award in 2013. Zo prijst CIWF FrieslandCampina voor zijn robuuste programma’s voor implementatie van dierwelzijn, zowel intern als in de keten, in Nederland, Duitsland en België.
Doelstelling 2020: Behoud van biodiversiteit FrieslandCampina hecht veel waarde aan biodiversiteit, omdat de veerkracht van een melkveebedrijf in belangrijke mate wordt bepaald door de diversiteit aan soorten. Bovendien dragen natuur- en landschapselementen, waaronder weidevogels, sterk bij aan het imago van de melkveehouderij. Het doel is dat de melkveehouderij bijdraagt aan het verbeteren van de biodiversiteit. Beheer van natuur en landschap In 2014 is gewerkt aan een indicator voor behoud van biodiversiteit binnen Foqus planet. Ledenmelkveehouders worden beloond met punten als zij zich aantoonbaar inzetten voor het behoud van natuur- en landschapselementen. FrieslandCampina meet de prestaties van leden-melkveehouders op het aantal hectare beheer van natuur- en landschaps elementen uitgedrukt als percentage van de totale bedrijfsoppervlakte. Leden-melkveehouders maken in een beheerovereenkomst (een formele overeenkomst met een gemeente, provincie of een andere organisatie) of met een eigen verklaring zichtbaar wat zij aan natuur- en landschapsbeheer doen.
Met ‘Robot & Weiden’ samen werken aan weidegang FrieslandCampina heeft in 2014 verschillende acties ondernomen om leden-melkveehouders te ondersteunen weidegang toe te blijven passen. In samenwerking met de Duurzame Zuivelketen is gestart met het project Robot & Weiden. In het project onderzoeken 500 leden-melkveehouders een beweidingssysteem dat past binnen hun bedrijfsvoering. Robot & Weiden richt zich erop om melkrobots en weidegang te kunnen combineren. In het project kunnen leden-melkveehouders kennis en ervaring opdoen over de combinatie robotmelken en weidegang. Daarbij krijgen zij ondersteuning van de Stichting Weidegang, Wageningen Livestock Research en van leden-melkveehouders met een automatisch melksysteem die hun koeien al laten weiden. Met de kennis die de melkveehouders opdoen stellen ze een passend weideplan op voor het weideseizoen 2015.
Samenwerking Wereld Natuur Fonds en Rabobank FrieslandCampina werkt samen met het Wereld Natuur Fonds (WNF) en Rabobank om een verdienmodel voor biodiversiteit te ontwikkelen. De bedoeling is dat de verbetering van de lokale biodiversiteit bijdraagt aan de verhoging van het rendement op de boerderij. In 2014 is er een start gemaakt door in samenwerking met het Louis Bolk Instituut te omschrijven hoe de melkveehouderij invloed heeft op de biodiversiteit. Op basis van deze start ontwikkelt FrieslandCampina in 2015 indicatoren, in samenwerking met een aantal Agrarische Natuur Verenigingen. FrieslandCampina streeft ernaar om uiterlijk in 2017 een monitoringssystematiek voor biodiversiteit te hebben ontwikkeld. Daarnaast heeft FrieslandCampina in de Duurzame Zuivelketen afgesproken te blijven werken aan een meer concrete definitie van de biodiversiteit voor 2017.
De mineralenboekhouding Goed beheer van de mineralenkringloop op het melkveebedrijf draagt bij aan het behoud van biodiversiteit. De KringloopWijzer is een instrument dat de melkveehouder inzicht geeft over de mineralen boekhouding op hun bedrijf. In 2014 heeft de sector een centrale database ontwikkeld, waarin alle informatie van de KringloopWijzer kan worden opgeslagen. In Foqus planet is bepaald dat leden-melkveehouders met een fosfaatoverschot verplicht zijn de KringloopWijzer in te vullen. Naast informatie over fosfaat- en stikstofefficiëntie, geeft deze rekentool de veehouder ook inzicht in de uitstoot van broeikasgassen op het melkveebedrijf.
Duurzaam sojaschroot voor veevoer Sojaschroot (een bijproduct van de sojaolieproductie) wordt gebruikt in het veevoer van de koeien die de melk produceren voor de zuivelproducten van FrieslandCampina. Sojaschroot heeft een hoog eiwitgehalte dat goed door de koe wordt opgenomen. Uit berekeningen blijkt dat zo’n 200.000 ton sojaschroot per jaar in het veevoer van de koeien van de ledenmelkveehouders wordt verwerkt. FrieslandCampina heeft als doel om vanaf 2015 100 procent verantwoorde soja voor het voer van de koeien te laten gebruiken. De voerleveranciers van de leden-melkveehouders moeten gecertificeerd zijn voor de aankoop van duurzaam sojaschroot. Van de sojaschroot is 83 procent (166.000 ton) duurzaam volgens de RTRS-criteria of gelijkwaardige criteria.
Doelstelling 2020: Behoud van 2012-niveau weidegang van de bedrijven van leden-melkveehouders (2012: 81 procent) Een grazende koe is een onderdeel van het Nederlandse cultuurlandschap dat door burger en consument zeer wordt gewaardeerd. FrieslandCampina stimuleert ledenmelkveehouders in Nederland, België en Duitsland om hun koeien en jongvee te weiden. Elke melkveehouder ontvangt een weidegangtoeslag wanneer de melkkoeien gedurende minimaal 120 dagen per jaar tenminste zes uur per dag in de wei grazen. Daarnaast onderscheidt FrieslandCampina deelweidegang. Deze melkveehouders laten minimaal een kwart van de koeien ten minste 120 dagen per jaar in de wei grazen. Ontwikkelingen in weidegang Meer dan driekwart (77,2 procent) van de ledenmelkveehouders bood de koeien weidegang in 2014 (inclusief deelweidegang). Dit is een daling ten opzichte van 2013, toen 79,1 procent van de leden-melkveehouders weidegang bood. FrieslandCampina stimuleert melkveehouders in Nederland, België en Duitsland om hun koeien en jongvee te weiden om het niveau terug te brengen naar 81 procent.
Duurzame melkveehouderij
46
In het Convenant weidegang en in de Duurzame Zuivelketen is vastgelegd dat zuivelondernemingen zich inspannen om het weidegangniveau van 2012 te handhaven. Toen paste 81 procent van de melkveebedrijven in Nederland weidegang toe. Binnen de Duurzame Zuivelketen is in 2014 de inzet op het gebied van weidegang geïntensiveerd. Op dit thema heeft een team een concreet programma opgesteld (zie kader ‘Robot & Weiden’, pagina 44).
Verder stimuleren van weidegang Om weidegang verder te stimuleren onder zijn ledenmelkveehouders verhoogt FrieslandCampina met ingang van 1 januari 2015 de weidegangtoeslag van 0,50 euro naar 1,00 euro per 100 kilogram melk. Daarnaast wordt de deelweidegangtoeslag per 1 januari 2015 verhoogd van 0,125 euro naar 0,46 euro per 100 kilogram melk. Deze weidegangtoeslag wordt gefinancierd door een inhouding van 0,35 euro per 100 kilogram melk voor alle melkveebedrijven en een bijdrage van FrieslandCampina van 0,50 euro per 100 kilogram melk. Dit betekent dat leden-melkveehouders die niet weiden, bijdragen aan het behoud van weidegang. Daarnaast blijft FrieslandCampina zich inzetten om het aandeel weidezuivel en weidekaas verder uit te bouwen en campagnes voor weidezuivel uit te voeren in het voorjaar van 2015. FrieslandCampina zet zich in 2015 ook in om vakkennis rondom beweiding bij melkveehouders te vergroten. Onder andere door weidegang te agenderen bij onderwijsinstellingen en de FarmWalk® te promoten. Ook geeft FrieslandCampina wekelijks advies via e-mail over beweiding (weideman). Daarbij zal er in 2015 ook een project gestart worden, waarbij leden-melkveehouders die hun koeien binnen houden, worden ondersteund bij het omschakelen naar weidegang.
Farmwalk® Onder het motto ‘Weiden is geen kunst, maar vakmanschap’ is in 2014 de FarmWalk® geïntroduceerd. De FarmWalk® is een managementtool voor weidegang met als basis een wekelijkse ronde door het eigen gras. Dit programma helpt leden-melkveehouders met praktische hulpmiddelen zoals de graslandgebruikskalender, de graslandhoogtemeter en een bemestings- en beweidingsplan. Dit maakt weidegang beter planbaar voor verschillende typen leden-melkveehouders. Bijvoorbeeld ook ledenmelkveehouders die grote koppels koeien hebben, automatisch melken of een klein huiskavel hebben. Bovendien is er veel aandacht voor het verhogen van de productiviteit van grasland en het voeren van vers gras aan koeien. Leden-melkveehouders die hieraan meedoen, komen vijf keer per jaar bij elkaar onder leiding van een ervaren en getrainde weidecoach. In 2014 hebben de eerste 12 weidecoaches de Praktijkschool voor Beweiding van Stichting Weidegang succesvol afgerond.
Waar FrieslandCampina aan werkt
Dilemma
Implementatie Foqus planet FrieslandCampina en zijn leden-melkveehouders staan voor grote uitdagingen rondom de thema’s weidegang, biodiversiteit, dierwelzijn en de vermindering van de milieu-impact van zuivel. Het vernieuwde Foqus planet is een praktisch hulpmiddel waarmee ledenmelkveehouders hun bedrijf stap voor stap duurzaam ontwikkelen. FrieslandCampina werkt komend jaar aan het doorontwikkelen van de indicatoren van duurzame ontwikkeling binnen Foqus planet. Om continue verbetering van duurzaamheidsprestaties te waarborgen, is het mogelijk de indicatoren en puntengrenzen over de tijd aan te passen. Waar een melkveehouder dit jaar 20 punten ontvangt voor een bepaald energieverbruik, moet dezelfde veehouder over twee jaar een lager energieverbruik realiseren voor hetzelfde aantal punten.
Versnelling in duurzame innovaties FrieslandCampina wil op een klimaatneutrale manier groeien tussen 2010 en 2020. Dit betekent dat de productiehoeveelheid toeneemt terwijl het energiegebruik en daarmee de emissie van broeikasgassen voor 2020 gelijk blijft of afneemt. Om dit te realiseren moet FrieslandCampina investeren in duurzame innovaties. Denk hierbij aan monovergisters die mest omzetten in biogas, of het plaatsen van windmolens door ledenmelkveehouders. Om deze doelstelling te halen, wil FrieslandCampina het implementeren en uitrollen van dit soort innovaties versnellen. Maar regelmatig kan door lokale besluitvorming en belemmeringen bij het aanvragen van vergunningen of subsidies niet het tempo worden gemaakt dat de onderneming en de leden-melkveehouders voor ogen hebben. Hierdoor kunnen beschikbare middelen niet altijd in duurzame innovaties worden geïnvesteerd en worden daardoor soms elders ingezet. FrieslandCampina wil in toekomstige innovatietrajecten al in een vroeg stadium samenwerken met overheden en kennisinstellingen om knelpunten te signaleren en hierop te anticiperen.
Dairy Sustainability Framework De internationale zuivelsector hanteert het Dairy Sustainability Framework (DSF) als model om de verduurzaming van zuivel aantoonbaar te maken. In 2014 is FrieslandCampina samen met Unilever en Danone gestart met een implementatie pilot. Met behulp van dit DSF wil FrieslandCampina de verduurzaming van de zuivelproducten aantoonbaar maken aan de afnemers en consumenten.
47
48
49
Betrokkenheid van medewerkers FrieslandCampina wil een inspirerende en betrouwbare werkgever zijn die zorgt voor kansen, een veilige en goede werkomgeving en relevante trainingen en opleidingen. FrieslandCampina is ervan overtuigd alleen met goed opgeleide mensen meer uit melk te kunnen halen en haar ambities waar te kunnen maken. Daarom staat het inspireren en motiveren van de medewerkers hoog in het vaandel. Persoonlijk bijdragen aan het oplossen van de drie wereldwijde uitdagingen van de onderneming versterkt het gevoel van betrokkenheid.
Betrokkenheid van medewerkers
50
Betrokkenheid van medewerkers Om de route2020-ambities van FrieslandCampina te ondersteunen, is een wereldwijde Human Resources (HR)strategie ontwikkeld. Centraal in deze HR-strategie staan drie kernthema’s: betrokkenheid, talent en verandering. FrieslandCampina streeft ernaar dat medewerkers persoonlijke voldoening halen uit hun werk. Persoonlijk bijdragen aan het oplossen van de drie wereldwijde uitdagingen van de onderneming versterkt het gevoel van betrokkenheid. Samen maken medewerkers van FrieslandCampina hierin het verschil. Daarnaast focust de HR-strategie zich op het ontwikkelen van talent en begeleiding bij veranderingen binnen de organisatie.
Eén van de onderdelen van de HR-strategie is het betrekken van de medewerkers bij MVO en de MVOdoelstellingen, herkenbaar aan de slogan ‘We make it happen’. Dit onderdeel van de HR-strategie richt zich enerzijds op het zijn van een aantrekkelijke werkgever (1) en het bieden van een veilige en groene werkomgeving (4). Anderzijds geeft het richting hoe medewerkers een bijdrage kunnen leveren aan het voeden van de wereld en kennis kunnen delen over een duurzaam voedingspatroon (2) en hoe medewerkers zelf een bijdrage kunnen leveren aan een lagere milieuvoetafdruk van FrieslandCampina (3). Deze vier kernpunten komen samen in onderstaand klavertje vier. Hieronder vallen alle MVO-activiteiten, voor en door de medewerkers van FrieslandCampina. Alle activiteiten zijn gericht op het vergroten van de betrokkenheid bij onze missie: Nourishing by nature.
Bijdragen aan een lagere milieuvoetafdruk
Werken in een veilige en groene werkomgeving
1. Een aantrekkelijke werkgever Goed werkgeverschap betekent voor FrieslandCampina onder meer het bieden van de juiste carrièremogelijk heden, optimale ontwikkelingsmogelijkheden en passende primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Daarnaast is er continu aandacht voor het verbeteren van de gezondheid van medewerkers en hun betrokkenheid bij de onderneming. FrieslandCampina Academy Om de route2020-doelstellingen te realiseren blijft FrieslandCampina zich inzetten voor zowel de gerichte ontwikkeling van eigen medewerkers als het aantrekken van extern toptalent op management- en specialistenposities. Via de FrieslandCampina Academy wordt een breed pakket aan opleidingsprogramma’s geboden voor medewerkers. In 2014 hebben meer dan 3.000 medewerkers één van de 262 georganiseerde opleidingen gevolgd. Het aanbod van de FrieslandCampina Academy bestaat uit algemene programma’s over de strategie en doelen van FrieslandCampina, gedragscompetenties zoals coachingsvaardigheden, management- en leiderschapsprogramma’s en trainingen gericht op functionele competenties. FrieslandCampina vindt de ontwikkeling van eigen talenten belangrijk. Het aantal managementfuncties waarbij interne kandidaten zijn benoemd, is opnieuw verder toegenomen. Van medewerkers die in 2014 in senior managementfuncties zijn benoemd was 74 procent al binnen FrieslandCampina werkzaam.
Bijdragen aan het voeden van de wereld via een duurzaam voedingspatroon
Een aantrekkelijke werkgever
Toelichting resultaten 2014
Gezondheid van medewerkers In 2014 zijn verschillende initiatieven opgezet ter bevordering van de gezondheid en duurzame inzetbaarheid van medewerkers.
51
FrieslandCampina Academy
Leadership Academy
Behavioural Competences
Functional Capabilities
FrieslandCampina Capabilities
Initiatieven in Nederland Medewerkers van FrieslandCampina in Leeuwarden en Amersfoort hebben meegedaan aan de pilot van het vitaliteitsprogramma BOEST. Doel van het programma is dat de deelnemers hun persoonlijke doelstellingen op het gebied van beweging, voeding en ontspaning behalen. De deelnemende medewerkers werden begeleid door middel van verschillende activiteiten zoals persoonlijke gesprekken, workshops en maandelijkse coaching op het gebied van energiemanagement, zowel fysiek, mentaal en sociaal-emotioneel. Zo werd er aandacht geschonken aan dagindeling, slaap, beweging, voeding en omgaan met druk. BOEST stimuleert dat collega’s de tips en adviezen onderling delen. Zo werken collega’s samen aan de fysieke, mentale en emotionele gezondheid. Van de 350 deelnemers zegt: • 71 procent beter zijn energie te kunnen managen; • 79 procent beter prioriteiten te kunnen stellen; • 82 procent goed of uitstekend te kunnen herstellen na arbeid; • 94 procent het programma aan te bevelen bij collega’s. Vanaf 2015 wordt BOEST aan alle medewerkers in Nederland aangeboden. Elke locatie kan ervoor kiezen dit programma de komende vijf jaar in te zetten.
Betrokkenheid van medewerkers
52
53
Werken aan duurzame inzetbaarheid van medewerkers Duurzame inzetbaarheid van de huidige medewerkers en gerichte werving van nieuwe medewerkers borgen een kwantitatieve en kwalitatieve bezetting in de toekomst. In 2014 is een aantal kernthema’s benoemd om de duurzame inzetbaarheid van medewerkers te stimuleren. In de cao’s in Nederland voor de Zuivelindustrie en het Partikuliere Kaaspakhuisbedrijf zijn afspraken gemaakt om in het belang van de gezondheid van de medewerkers betere en meer flexibele roosters te creëren. Ook wordt gekeken naar maatwerkmogelijkheden in de cao. Dit moet leiden tot meer keuzemogelijkheden die passen bij de levensfase van medewerkers. In 2014 is specifiek aandacht geschonken aan ontwikkelingsgerichte functioneringsgesprekken, flexibilisering van roosters, meer kansen voor stagiaires, het opzetten van een academie in Nederland en een vitaliteitsprogramma.
FrieslandCampina wint prijs voor talent- en leiderschapsontwikkeling FrieslandCampina heeft in 2014 de Gold Award for Excellence van de European Foundation of Management Development gewonnen voor zijn talent- en leiderschapsontwikkelingsprogramma.
Initiatieven in het buitenland In maart 2014 zijn 47 medewerkers van FrieslandCampina Kievit in Indonesië gestart met het programma The Biggest Loser. Dit programma, dat een jaar duurt, is gericht op het veranderen van ongezond gedrag, aanleren van gezondere eetgewoonten en lichaamsbeweging. Veel deelnemers is het gelukt om persoonlijke doelen te behalen zoals gewichtsverlies en een gezondere leefstijl. Vier deelnemers bereikten zelfs een gewichtsafname van 20 kilo. Vanwege het succes wordt dit programma in 2015 opnieuw aangeboden bij FrieslandCampina Kievit in Indonesië. Ook bij FrieslandCampina in het Midden-Oosten is aandacht voor de gezondheid van medewerkers. Er worden experts uitgenodigd die medewerkers informeren over het belang van lichaamsbeweging en een gezond voedingspatroon.
FrieslandCampina ondertekent Jongerenakkoord FrieslandCampina zet zich in tegen jeugdwerkloosheid door meer jongeren aan te nemen en stageplaatsen te bieden. In 2014 werd hiertoe het Jongerenakkoord ondertekend, waarin staat dat FrieslandCampina in 2014 en 2015 minimaal 40 jongeren aanneemt voor trainee- en starttrajecten. Daarnaast stelt FrieslandCampina 150 stageplaatsen beschikbaar voor jongeren. Samen met 25 andere Nederlandse bedrijven ondertekende FrieslandCampina het akkoord, net als de Nederlandse minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de ambassadeur Aanpak Jeugdwerkloosheid. Aansluitend op dit akkoord is een overeenkomst gesloten met Jet-Net, het Jongeren en Technologie Netwerk Nederland, met als doel jongeren te enthousiasmeren voor technologie.
Aandacht voor diversiteit Bij het werven van nieuwe medewerkers én de ontwikkeling van huidige medewerkers wordt rekening gehouden met de diversiteit van het medewerkersbestand. Dit geldt zowel voor het aandeel vrouwen in de onderneming als de nationaliteit van de medewerkers. Op het hoofdkantoor in Amersfoort werken meer dan 15 nationaliteiten in verschillende lagen van de organisatie. FrieslandCampina gelooft dat het bewust inzetten van de kwaliteiten van mannen én vrouwen bijdraagt aan betere prestaties als bedrijf. FrieslandCampina streeft ernaar het percentage vrouwen in senior managementposities te verhogen. In 2014 is dit toegenomen naar 19 procent (2013: 14 procent). In 2020 wil FrieslandCampina dat het percentage vrouwen in de top van de organisatie 30 procent bedraagt. Door aandacht te hebben voor diversiteit in externe werving en selectie, maar ook door de ontwikkeling en behoud van eigen talent probeert FrieslandCampina deze doelstelling te realiseren. 2. Bijdragen aan het voeden van de wereld via een duurzaam voedingspatroon Samenwerking FrieslandCampina en het Nederlandse Rode Kruis FrieslandCampina en het Nederlandse Rode Kruis zijn in 2012 een samenwerkingsverband voor vijf jaar aangegaan. In die vijf jaar ondersteunt FrieslandCampina zowel nationale als internationale projecten van het Rode Kruis. Medewerkers van FrieslandCampina hebben zich ook het afgelopen jaar flink ingezet voor het Rode Kruis. In 2014 zijn acties ingezet voor het inzamelen van geld ter bestrijding van Ebola in West-Afrika. Ook hebben medewerkers en leden-melkveehouders via 3FM Serious Request geld ingezameld voor meisjes en vrouwen die slachtoffer zijn van seksueel geweld in conflictgebieden. In totaal heeft FrieslandCampina, sinds de start van de samenwerking in maart 2012, bijna 700.000 euro gedoneerd aan het Nederlandse Rode Kruis. In 2015 werkt FrieslandCampina aan het promoten van het burgernetwerk Ready to help van het Rode Kruis. Hier kunnen alle medewerkers van FrieslandCampina zich vrijwillig bij aansluiten. In geval van nood in Nederland, wordt dit netwerk ingezet om ondersteuning te bieden, zoals het vullen van zandzakken of uitdelen van hulpgoederen.
Over2you medewerkersonderzoek In september 2014 heeft voor de tweede keer het wereldwijde FrieslandCampina medewerkers onderzoek over2You plaatsgevonden. Van de 22.000 medewerkers heeft 87 procent de (online) vragenlijst ingevuld. In het onderzoek zijn thema’s aan de orde gekomen als veiligheid en maatschappelijke betrokkenheid, duurzame betrokkenheid, lijnmanagement, klant, samenwerken, prestaties en ontwikkeling, strategie, managementstijlen en veranderingsvermogen. FrieslandCampina heeft op alle gebieden hoger gescoord dan bij het eerste onderzoek in 2012. Daarnaast zijn de scores in 2014 hoger dan de internationale Food & Beverages Industry-norm. De resultaten van het onderzoek laten een hoge betrokkenheid en trots van de medewerkers zien, onder andere over maatschappelijke verantwoordelijkheid van FrieslandCampina. Zo ziet 90 procent van de medewerkers FrieslandCampina als een maatschappelijk verantwoorde onderneming. Daarnaast zijn er gebieden ter verbetering zoals verandermanagement en interne communicatie. Elke afdeling en locatie maakt zijn eigen actieplan om verbeterpunten aan te pakken. FrieslandCampina houdt elke twee jaar het medewerkersonderzoek om de vinger aan de pols te houden en continu te blijven verbeteren.
Betrokkenheid van medewerkers
54
55
Delen van kennis over gezonde voeding Wereldwijd leveren medewerkers van FrieslandCampina een bijdrage aan het bevorderen van een duurzaam voedingspatroon. Zo zijn er diverse programma’s die zich richten op het delen van kennis over voeding en een gezond dieet aan moeders en kinderen. Voorbeelden hiervan zijn: Foremost Mom Talk in Thailand, een online tool om het gesprek met moeders aan te gaan over gezonde voeding; het United Way Backpack programma in Amerika met als doel kansarme kinderen op school een voedzame rugzak mee te geven voor het weekend. Op die manier beginnen kinderen niet met honger aan een nieuwe schoolweek; in het kader van het schoolmelkprogramma van FrieslandCampina in Nederland drinken ongeveer 55.000 kinderen van meer dan 2.800 basisscholen dagelijks een gekoeld pakje melk in de lunchpauze.
3. Bijdragen aan een lagere milieuvoetafdruk Vrijwilligerspool voor lokale boeren in Azië en Afrika Via vrijwilligerspools binnen het Farmer2Farmerprogramma kunnen FrieslandCampina medewerkers hun kennis en expertise inzetten om melkveehouders in Afrika en Azië te helpen. Veelal wordt dit gedaan in samenwerking met Agriterra. Deze medewerking kan bestaan uit overdracht van kennis, maar ook uit directe hulp bij het bouwen van stallen of het opzetten van de administratie. FrieslandCampina en Agriterra hebben de ambitie jaarlijks 15 leden-melkveehouders uit te zenden naar Azië of Afrika. In het hoofdstuk ‘Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika’ staat meer over deze bijzondere samenwerking. Hergebruik van materialen Medewerkers van FrieslandCampina in Thailand zamelden, samen met scholen en melkveehouders, 39.000 gebruikte drankenkartons in voor recycling. In ruil hiervoor heeft FrieslandCampina Thailand bijgedragen aan een ecologisch dak voor de school en notitieblokken voor de studenten.
4. Werken in een veilige en groene werkomgeving Veilige werkomgeving Goed ondernemerschap begint bij een veilige werkomgeving. Bij FrieslandCampina is het prioriteit om ervoor te zorgen dat iedereen wereldwijd gezond begint met werken en aan het einde van de dag gezond naar huis gaat. Zo is een programma ontwikkeld gericht op het verhogen van het veiligheidsbewustzijn in de organisatie. Dit programma helpt medewerkers de risico’s te identificeren en voor zichzelf en anderen een veiligere werkomgeving te creëren. Binnen FrieslandCampina is in 2014 een safety leadership management-programma uitgerold om managers in staat te stellen nog nadrukkelijker het belang van veiligheid uit te dragen binnen de eigen geledingen.
In 2014 is opnieuw belangrijke vooruitgang geboekt op het gebied van veiligheid. Het aantal ongevallen met verzuim op FrieslandCampina-locaties is wereldwijd verder afgenomen van 140 naar 94, een afname van 33 procent. Hiermee wordt vooruitgelopen op de realisatie van de oorspronkelijke doelstelling; een reductie van 80 procent van het aantal ongevallen met verzuim per 200.000 gewerkte uren in 2020 ten opzichte van 2011. De aangescherpte doelstelling is minder dan 0,05 ongevallen met verzuim per 200.000 gewerkte uren. Dit komt overeen met één verzuimongeval wereldwijd per maand. En dat is er nog één per maand teveel, want het doel is natuurlijk volledig ongevallenvrij te werken. Om medewerkers te beschermen tegen de grootste risico’s en de doelstelling te realiseren zijn zeven Life Saving Rules geformuleerd. Iedereen die werkt bij of voor FrieslandCampina is verantwoordelijk voor zijn of haar eigen veiligheid én die van anderen. Zichtbaar en inspirerend leiderschap en voorbeeldgedrag op het gebied van veiligheid vormen de basis voor het bereiken van de ambitie: nul ongevallen. Het gaat daarbij niet om het stellen van meer regels maar om gedrag. Wereldwijd zijn er door 100 (locatie)-managers leiderschapstrainingen in veiligheid gevolgd. Een belangrijk aandachtspunt blijft het veilig werken met contractors. Het veilig samenwerken met leveranciers is cruciaal in het veiligheidsbeleid. In 2014 is er ook bijzondere aandacht gegeven aan veiligheid in de kantooromgeving. Voor 2015 ligt de nadruk op het duurzaam implementeren van de Life Saving Rules, het veilig werken met gecontracteerden en het verder versterken van leiderschap en (voorbeeld)gedrag op het gebied van veiligheid.
Bouwen aan een groene werkplek Naast goed werkgeverschap maakt ook een groene werkplek onderdeel uit van het HR-beleid voor medewerkers. Het gaat erom dat medewerkers zich realiseren dat duurzaam gedrag bij henzelf begint. Daarnaast komt FrieslandCampina met een aantal handvatten om dit duurzame gedrag te faciliteren. Lokale Green Teams In 2014 waren op veel locaties in Nederland Green Teams actief. Een team bestaat uit één of meerdere leden van de Youngstars (een groep jonge medewerkers), een lid van de ondernemingsraad en de locatiemanager. De Green Teams brengen op lokaal niveau MVO onder de aandacht. In 2014 heeft een aantal Green Teams van Nederlandse productielocaties producten uit kerstpakketten ingezameld en gedoneerd aan de Voedselbank. Het Green Team in Veghel deed in 2014 mee aan The Green Quest, waarbij op zoek is gegaan naar milieuvriendelijke en kostenbesparende maatregelen. Meer over dit initiatief staat in het hoofdstuk ‘Efficiënte en duurzame productieketens’. FrieslandCampina focust zich in 2015 op het wereldwijd uitrollen van lokale Green Teams.
Safety award voor acht locaties Op 23 FrieslandCampina-locaties heeft er gedurende één jaar geen enkel ongeval met verzuim plaatsgevonden. Acht locaties waren ultimo 2014 1.000 dagen vrij van ongevallen en hebben hiervoor de in 2014 geïntroduceerde FrieslandCampina safety award ontvangen.
Het fundament: borging van het MVO-beleid
Duurzaamheid is een integraal onderdeel van de bedrijfsstrategie – route2020 - van FrieslandCampina. Hiermee is de basis gelegd voor het MVO-beleid. Bij het ontwikkelen van de MVO-strategie heeft FrieslandCampina expliciet rekening gehouden met wereldwijde trends als een groeiende wereldbevolking, ouder wordende boeren en schaarste aan natuurlijke hulpbronnen (zie ook hoofdstuk ‘Uitdagingen in de wereld’). FrieslandCampina vat het MVO-beleid samen in het MVO-strategiehuis. Dit visualiseert de beoogde borging dat het MVO-beleid in het dagelijks handelen verankerd is.
Governance en implementatie
Het fundament van het strategiehuis zorgt voor de borging van het MVO-beleid binnen FrieslandCampina. Dit fundament onderscheidt vier elementen: • De governance structuur van het MVO-beleid: bestaande uit de CSR Governance Board, het MVOcoördinatieteam en vier stuurgroepen voor de vier prioriteitsgebieden. Zij zijn samen verantwoordelijk voor de implementatie van het MVO-beleid; • Betrokkenheid van stakeholders door dialoog en partnerships; • Betrokkenheid van medewerkers en ledenmelkveehouders; • Een verzameling van afspraken, commitments, gedragscodes, beleidsdocumenten, convenanten, rapportages en certificeringen waarin MVO en duurzaamheid binnen FrieslandCampina worden verankerd.
Het MVO-beleid van FrieslandCampina valt onder de verantwoordelijkheid van de afdeling Corporate Sustainability en de CSR-Board. De afdeling Corporate Sustainability is onder andere verantwoordelijk voor: • het opzetten en actueel houden van de MVO-strategie en het MVO-beleid; • het voeren van de dialoog met stakeholders; • het coördineren van de uitvoering van het MVO-beleid en faciliteren van implementatie; • het betrekken van externe belanghebbenden bij het MVO-beleid; • het aantoonbaar maken van de duurzaamheids inspanningen aan de interne en externe stakeholders; • het ondersteunen van de business groups bij het vertalen van het corporate MVO-beleid naar het merkenbeleid. De afdeling Corporate Sustainability verzamelt de voort gang op de geformuleerde KPI’s en geeft terugkoppeling aan de executive board en het management van de business groups en werkmaatschappijen. De business groups, werkmaatschappijen en medewerkers zijn verant woordelijk voor de implementatie van het MVO-beleid. De executive board neemt eindverantwoordelijkheid voor het MVO-beleid. De raad van commissarissen heeft een adviserende en toetsende rol.
MVO Missie, visie en strategie
Voedingswaarde & gezondheid
Ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika
Efficiënte en duurzame productieketens
Duurzame melkveehouderij
Tekort aan nutriënten terugdringen
Kleine melkveehouders in Azië en Afrika verder helpen
Grondstofgebruik verbeteren
De standaard bepalen
CSR Governance Board - Vier MVO-implementatieteams Fundament
56
Het fundament: borging van het MVO-beleid
MVO-maatstaven - Jaarlijkse rapportering - Dialoog met belanghebbenden - Partnerships Betrokkenheid medewerkers en leden-melkveehouders - MVO-trainingsprogramma's - Jaarlijkse MVO-Team Award Duurzaamheidsrichtlijnen voor leveranciers - Gedragscode - Foqus-kwaliteitssysteem - Beleidsdocumenten
57
Betrokkenheid van stakeholders Stakeholders zijn essentieel voor FrieslandCampina, voor het voortbestaan van het bedrijf en voor de koers die FrieslandCampina vaart. Leden-melkveehouders, consumenten, medewerkers, industriële afnemers, partners, (lokale) overheden en maatschappelijke organisaties zijn de voornaamste belanghebbenden van de onderneming. De selectie van stakeholders vindt plaats op basis van een inschatting van het wederzijdse belang van de belanghebbenden en FrieslandCampina. FrieslandCampina heeft structureel contact met zijn belangrijkste stakeholders. Daardoor blijft de onder neming op de hoogte van hun verwachtingen en van relevante ontwikkelingen. In dialoog met stakeholders werkt FrieslandCampina aan een vertrouwensbasis en ontwikkelt inzicht in onderwerpen die voor de verschillende partijen van belang zijn. Het helpt FrieslandCampina bij het stellen van de juiste prioriteiten en het nemen van beslissingen. Dit vormt een belangrijke input voor het MVO-beleid. Met de belangrijkste stakeholders onderhoudt FrieslandCampina contact, met sommige intensiever dan met andere. In dit MVO-verslag wordt weergeven welke onderwerpen met hen zijn besproken en wat de uitkomsten hiervan waren. In de tabel op pagina 58 is een samenvatting van de belangrijkste gespreksonderwerpen opgenomen.
Het fundament: borging van het MVO-beleid
58
59
Stakeholders
Gespreksonderwerpen
Toelichting
Acties door FrieslandCampina op basis van deze dialoog
Wereld Natuur Fonds Nederland, Solidaridad, Stichting Natuur & Milieu
Verduurzamen van de soja in het voer van koeien op basis van RTRS-criteria.
FrieslandCampina overlegt sinds 2006 met deze organisaties over duurzame soja. Dit heeft ertoe geleid dat vanaf 2015 al het voer van de koeien in Nederland voldoet aan de RTRS-criteria.
FrieslandCampina organiseert samen met Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) een verbreding van dit duurzame soja-initiatief in omringende landen (outreach).
Op 10 juni 2014 ging FrieslandCampina op een boerderij in gesprek met stakeholders over de ambities en uitdagingen voor een duurzame zuivelsector, om naar oplossingen te zoeken. Met een livestream zorgde FrieslandCampina voor een zo groot mogelijk bereik onder stakeholders.
Op basis van deze dialoog is het duurzaamheidsprogramma verder aangescherpt. Daarnaast is de input gebruikt om de KPI’s beter te kunnen definiëren.
Open stakeholderdialoog op de boerderij met wetenschappers, overheden en maatschappelijke organisaties
Open dialoog over de duurzaamheidsambities van FrieslandCampina.
Een videoregistratie van de bijeenkomst is hier te vinden. Natuur en Milieuorganisaties, zoals Wereld Natuur Fonds, De Vogelbescherming en Het Louis Bolk Instituut
Invulling van het begrip biodiversiteit binnen de melkveehouderij.
Samen met maatschappelijke organisaties vult FrieslandCampina het begrip biodiversiteit verder in en gaat na welke maatregelen genomen kunnen worden om de biodiversiteit in stand te houden.
Op basis van de input van de maatschappelijke organisaties is het begrip biodiversiteit verder vormgegeven en doorvertaald naar een handelingsperspectief voor de leden-melkveehouders.
Leden-melkveehouders
Verduurzamen van de melkproductie op de boerderij.
In de ledenvergaderingen worden twee maal per jaar de maatregelen voor de verduurzaming via Foqus planet nader toegelicht.
Op basis van de input van de leden-melkveehouders is het Foqus planet programma nader ingevuld en vanaf 1 januari 2015 definitief geworden.
Rijksoverheid
Verduurzaming van de melkveehouderij die noodzakelijk is vanwege de opheffing van het Europese melkquotum op 1 april 2015.
Met de overheid is in 2014 intensief overleg gevoerd over de maatregelen die de sector neemt. De reductie van fosfaat en het in standhouden van de weidegang zijn daarbij belangrijke onderwerpen.
De maatregelen die met de overheid zijn afgesproken, zijn opgenomen in het Foqus planet programma. FrieslandCampina beloont leden-melkveehouders die onder andere actief zijn op het gebied van fosfaatefficiëntie en weidegang.
The Milk Story maakt zichtbaar wat al gebeurt, agendeert belangrijke vraagstukken en zoekt naar oplossingen. Door stakeholders met uiteenlopende standpunten actief te betrekken wordt het debat over de maatschappelijke aspecten van melk en zuivel evenwichtig gevoerd.
FrieslandCampina gebruikt de bijdrage van stakeholders om te leren en voor de aanscherping van haar MVO-beleid.
Samenleving
Voeding en gezondheid, duurzaamheid, cultuur en maatschappij en ‘over de grens’. Voor meer informatie, zie www.themilkstory.nl.
Betrokkenheid van medewerkers FrieslandCampina’s medewerkers werken dagelijks aan de uitvoering van het MVO-beleid. Zij zijn dan ook essentieel in de borging daarvan binnen de organisatie. Aanvullende informatie over de medewerkers is opgenomen in het hoofdstuk ‘Betrokkenheid van medewerkers’. Richtlijnen voor borging van het MVO-strategiehuis Een breed scala aan interne en externe richtlijnen vormt de basis van het MVO-strategiehuis. Hieronder staan de belangrijkste opgesomd. ISO 26000-richtlijn met externe beoordeling Het MVO-beleid bij FrieslandCampina is gebaseerd op de ISO 26000-richtlijn. Dit is een internationale richtlijn voor MVO: een instrument voor bedrijven en andere organisaties voor de implementatie van MVO. De implementatie van de ISO 26000-criteria aan de hand van een zelfverklaring van FrieslandCampina is in 2014 opnieuw extern beoordeeld door Lloyds Register. Lloyds heeft verklaard dat de ISO 26000 op de juiste wijze in alle bedrijven van FrieslandCampina is geïmplementeerd. De zelfverklaring en de toetsingsmatrix is publiekelijk beschikbaar op de website van FrieslandCampina: www.frieslandcampina.com. Gedragscode Om correct en integer gedrag van medewerkers te bevorderen heeft FrieslandCampina een Code of Conduct (gedragscode) ontwikkeld. Hierin is opgenomen dat FrieslandCampina de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de VN als universele standaard beschouwt. Verder gaat de gedragscode in op het uitsluiten van corruptie, kinderarbeid, gedwongen arbeid en discriminatie van medewerkers (richtlijnen International Labour Organization) en het respecteren van de rechten van medewerkers om zich te organiseren in vakbonden. Naleving wordt jaarlijks gemonitord en gerapporteerd aan de auditcommissie van de raad van commissarissen. Medewerkers wordt verzocht overtredingen van de gedragscode te melden. In 2014 is de gedragscode opnieuw onder de aandacht gebracht van medewerkers, bijvoorbeeld door praktijksituaties onder de loep te nemen. De gedragscode wordt in een cyclus van twee jaar geëvalueerd en beoordeeld.
Klokkenluidersregeling FrieslandCampina heeft naast de gedragscode ook een klokkenluidersregeling. Deze is bedoeld om transparantie en integriteit te bevorderen. FrieslandCampina moedigt zijn medewerkers aan hun bezorgdheid te uiten als men vermoedt of weet dat in strijd met de gedragscode wordt gehandeld. De regeling sluit strafmaatregelen tegen of oneerlijke behandeling van klokkenluiders uit. Alle medewerkers zijn geïnformeerd over de regeling en in elk onderdeel van de organisatie is een lokaal vertrouwenspersoon aangewezen en geïnstrueerd. Er is een corporate integriteitscommissie geïnstalleerd, bestaande uit een lid van de executive board, de secretaris van de executive board en de corporate compliance officer. De integriteitscommissie is verantwoordelijk voor de juiste procedures voor het melden van overtredingen. Verder toetst, onderzoekt en behandelt de integriteitscommissie gemelde zaken. De executive board rapporteert de activiteiten van de integriteitscommissie jaarlijks aan de auditcommissie van de raad van commissarissen. Kwaliteitssysteem Foqus Food Safety & Quality FrieslandCampina werkt met Foqus Food Safety & Quality (FS&Q) voor het borgen van de voedselveiligheid en de voedselkwaliteit. Dit is een breed kwaliteitssysteem dat zowel van toepassing is op de bedrijven van ledenmelkveehouders als op de productie- en distributielocaties van FrieslandCampina (‘van koe tot consument’). De basis bestaat uit nationale en internationale wetgeving en Codex-normen. Ook wordt rekening gehouden met de verwachtingen van afnemers, consumenten en maatschappelijke organisaties. Foqus Food Safety & Quality is de leidraad van FrieslandCampina bij de ontwikkeling van een steeds robuuster productieproces. Een basisvoorwaarde uit Foqus is dat alle locaties een extern getoetst kwaliteitscertificaat moeten hebben wat voldoet aan de standaard van de Global Food Safety Initiative (GFSI). Dit betekent dat alle bedrijven beschikken over een onafhankelijke getoetst HACCP-systeem, de basis voor de productie van veilig voedsel. Verder omvat Foqus FS&Q de volgende onderdelen: • Doelvoorschriften met een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling, bijvoorbeeld voor verandermanagement en crisismanagement; • middelvoorschriften met duidelijke en gedetailleerde eisen, bijvoorbeeld voor microbiologie en hygiëne; • een uitgebreide auditlijst gebaseerd op de verbetercirkel van Deming (Plan, Do, Check, Act); • richtlijnen en best practices.
Het fundament: borging van het MVO-beleid
60
61
Corporate Standard and Guideline: marketing van baby- en kindervoeding FrieslandCampina is toegewijd om de gezondheid van zuigelingen, jonge kinderen en hun verzorgers te verbeteren. Wij ondersteunen de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om gedurende de eerste zes maanden alleen borstvoeding te geven en daarna, naast het geven van borstvoeding, regelmatige, veilige en passende aanvullende voeding te geven. Door middel van onze bedrijfsstandaard en richtlijn (Corporate Standard and Guideline), benadrukt FrieslandCampina het belang van de gedragscode van de WHO over de marketing van baby- en kindervoeding en houdt zich aan deze gedragscode.
Stap 1: Identificatie van relevante onderwerpen Het doel van de eerste stap is een overzicht samen te stellen van relevante onderwerpen waarover FrieslandCampina rapporteert. Hiertoe is een lijst opgesteld op basis van de GRI-richtlijnen en het Sectorsupplement for Dairy processing and Food processing, de ISO 26000-richtlijnen en rapportages van sectorgenoten. Waar relevant is deze lijst uitgebreid door FrieslandCampina, bijvoorbeeld met onderwerpen die voortkomen uit media– en omgevingsanalyses en uit overleg met interne stakeholders.
Door middel van een train de trainer-benadering zijn ongeveer 75 vertegenwoordigers van alle betrokken bedrijfsonderdelen vertrouwd gemaakt met de richtlijn voor marketing van baby- en kindervoeding. De richtlijn wordt verder verspreid en geïmplementeerd binnen de verschillende locaties aan circa 3.500 medewerkers (inclusief medewerkers van externe bureaus en distributeurs).
De belangrijkste materiële onderwerpen zijn:
Vervolgens heeft FrieslandCampina de relevantie van elk van de onderwerpen afzonderlijk vastgesteld. Onderwerpen zijn relevant als FrieslandCampina er impact op heeft of kan hebben (zowel binnen de organisatie als in de waardeketen). Dit wordt bepaald op basis van eigen ervaringen van de onderneming en de resultaten van de uitgevoerde analyses en intern advies.
Een E-learning module is ontwikkeld om verdere kennisdeling te garanderen en de kennis up-todate te houden, ook voor nieuwe medewerkers. Het programma maakt sinds 2014 onderdeel uit van het opleidingsprogramma van FrieslandCampina. In 2014 is bovendien een nieuwe ronde van audits op de FrieslandCampina Corporate Standard and Guideline gestart. Crisis- en issuemanagement In het kader van issuemanagement wordt proactief gekeken naar zaken die mogelijk gevolgen kunnen hebben voor de voedselveiligheid en de kwaliteit van de producten. Risicoanalyse, onderzoek en monitoring spelen hierbij een belangrijke rol. FrieslandCampina werkt daarnaast met een crisismanagementsysteem dat via audits en evaluaties regelmatig op adequaatheid wordt gecontroleerd.
Stap 2: Vaststellen rapportage prioriteit In de tweede stap hebben alle relevante onderwerpen een prioritering gekregen. Bij het vaststellen van de prioriteit is ten eerste gelet op het belang voor FrieslandCampina en ten tweede het belang voor de stakeholders. Hierbij onderscheidt FrieslandCampina twee uitkomsten: • Materiële onderwerpen: FrieslandCampina tracht bij deze thema’s een leidende rol te nemen en daarom zijn deze onderwerpen opgenomen in het MVO-beleid. Hiermee vormen deze onderwerpen de belangrijke thema’s voor dit MVO-verslag. • Niet-materiële onderwerpen: Op deze onderwerpen vindt monitoring plaats, maar geen rapportage.
1. Naleving wet- en regelgeving 2. Traceerbaarheid 3. Ethiek en anti-corruptie 4. Voedselkwaliteit en -veiligheid 5. Veiligheid en gezondheid van medewerkers 6. Good governance 7. Economische prestaties 8. Emissies 9. Energiemanagement 10. Duurzaamheid in de keten Onderstaand zijn de materiële thema’s en de borging ervan verder uitgewerkt.
Hoog
Foqus Milieu, Arbo en Brandpreventie Alle productielocaties van FrieslandCampina gebruiken een milieu- en arbeidsveiligheidmanagementsysteem dat voldoet aan de eisen van ISO 14001 en OHSAS 18001. FrieslandCampina heeft hiervoor een eigen interne standaard ontwikkeld: het Foqus SHE management systeem. Een gestandaardiseerde risicoanalyse brengt de milieu- en arbeidsveiligheidsrisico’s op alle locaties in beeld, waarover alle locaties jaarlijks rapporteren. Het milieu- en arbeidsveiligheidmanagementsysteem wordt geborgd met interne en externe audits.
De materialiteit van duurzaamheidsthema’s FrieslandCampina heeft in 2014 een materialiteitsanalyse uitgevoerd om de inhoud van het jaarverslag te bepalen. Hierbij is de onderneming ondersteund door PwC. De directie heeft de uitkomsten van de analyse - die uit twee stappen bestaat - goedgekeurd.
Relevantie voor stakeholders/belanghebbenden
FrieslandCampina heeft bewust gekozen voor een intern auditteam: de auditors zijn afkomstig uit diverse disciplines (QA, plant management, operations) en vervullen hun audittaak naast hun andere werkzaamheden. Deze aanpak levert meer diepgaande audits op en heeft tot gevolg dat de auditors kennis opdoen die ze kunnen toepassen en verspreiden in hun eigen werkomgeving. Auditors en QA officers volgen een uitgebreid trainingsprogramma en worden regelmatig bijgeschoold. Lees op www.frieslandcampina.com meer over Foqus Food Safety & Quality.
In route2020 heeft FrieslandCampina de ambitie uitgesproken om uit te groeien tot een wereldwijde speler in de markt van kindervoeding. Daarom is het nog belangrijker dat de zuivelonderneming in overeenstemming handelt met de principes van de gedragscode van de WHO en dat deze zijn ingebed in de organisatie. Er is een uitgebreid trainingsprogramma opgezet om ervoor te zorgen dat alle medewerkers van de marketing- en salesafdelingen die te maken hebben met kindervoeding, bekend zijn met de regels van de Corporate Standard and Guideline en weten hoe ze deze moeten toepassen.
Biodiversiteit Plattelandsontwikkeling
Arbeidsvoorwaarden Kinderarbeid Afvalbeheer Indirecte Mensenrechten milieu-impact Landgebruik Weidegang Klokkenluidersregeling
Dierwelzijn
Naleving Duurzaamheid in Traceerbaarheid de productieketen Emissies Bedrijfsethiek en anti-corruptie
Toeleverancier beoordelingen en risico’s Waterbeheer
Productkwaliteit en -veiligheid Arbeidsveiligheid Goed bestuur
Energiebeheer Maatschappelijke betrokkenheid Eerlijke marketing en verantwoorde reklame Duurzame consumptie Economische prestatie Werknemeromstandigheden en Groene producten/diensten vakbondsvrijheid Overgewicht en obesitas/voedingswaarde Talent aantrekken Ondervoeding en handhaven Diversiteit en gelijke kansen Medewerkererkenning Privacy/integriteit en data/informatie veiligheid Opleiding en ontwikkeling Maatschappelijke waarde van producten Klantondersteuning Innovaties Klachtenprocedures en klanttevredenheid
Laag
De werkmaatschappijen kunnen met de auditstandaard zelf hun productielocaties beoordelen. Daarnaast wordt de standaard gebruikt door het interne auditteam dat alle productielocaties bezoekt en beoordeelt. Elke locatie wordt gemiddeld één keer per twee jaar bezocht, de exacte frequentie hangt af van de kwaliteitsstatus van de betreffende locatie. In 2014 werd op 36 productielocaties gemeten of de verbeterprogramma’s ook daadwerkelijk gerealiseerd worden. Op basis van deze audits zijn doelstellingen per businessgroep opgesteld. Zo wordt gewerkt aan continue verbetering.
Laag
Relevantie voor FrieslandCampina
Hoog
Het fundament: borging van het MVO-beleid
62
63
1. Naleving wet- en regelgeving De executive board is verantwoordelijk voor het naleven van wet- en regelgeving, het beheersen van de risico’s verbonden aan de ondernemingsactiviteiten en voor de financiering van de vennootschap. De executive board bespreekt de interne risicobeheersings- en controlesystemen met de raad van commissarissen en de auditcommissie. Zie ook hoofdstuk ‘Corporate governance’ in het Financiële jaarverslag. De executive board richt zich bij het vervullen van zijn taak naar het belang van de vennootschap en de daarmee verbonden onderneming. In het beheersen van nalevingsrisico’s speelt FrieslandCampina’s Code of Conduct een belangrijke rol. Hierin zijn de uitgangspunten voor gedragsnormen voor alle personeelsleden vastgelegd, inclusief het voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. De onderneming kent een Klokkenluidersregeling. Medewerkers die signaleren dat er vermeende afwijkingen van de Code of Conduct optreden, kunnen dit volgens deze regeling melden. 2. Traceerbaarheid De traceerbaarheid van FrieslandCampina’s producten is vastgelegd in de EU Regulation 178/2002, art. 18. Deze wettelijke verplichting betekent dat FrieslandCampina moet registreren aan wie producten zijn geleverd/ verkocht. Daarnaast moet FrieslandCampina ook registreren waar de onderneming zelf zijn producten heeft gekocht. Voor Nederland heeft de Nederlandse Voedselen Warenautoriteit (NVWA) hiervoor een zogenaamde ’meldwijzer” gemaakt. De uitwerking van de wettelijke verplichtingen op het gebied van traceerbaarheid zijn vastgelegd in het kwaliteitssysteem Foqus FS/QA. Dit Foqus FS/QA-systeem geldt voor de hele onderneming. 3. Ethiek en anti-corruptie In het beheersen van nalevingsrisico’s speelt FrieslandCampina’s Code of Conduct een belangrijke rol. Hierin zijn de uitgangspunten voor gedragsnormen voor alle personeelsleden vastgelegd, inclusief het voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. De onderneming kent een klokkenluidersregeling. Medewerkers die signaleren dat er vermeende afwijkingen van de Code of Conduct optreden, kunnen dit volgens deze regeling melden.
4. Voedselkwaliteit en -veiligheid FrieslandCampina hanteert een eigen integraal kwaliteitssysteem genaamd Foqus, om de veiligheid en kwaliteit van zijn producten in de gehele productieketen te borgen. Met Foqus biedt FrieslandCampina consumenten, klanten en overheden de garantie dat de producten en productieprocessen voldoen aan hoge eisen op het gebied van voedselveiligheid, kwaliteit, veiligheid, arbeidsomstandigheden, brandveiligheid en milieu. Met behulp van een uitgebreid programma van trainingen en audits wordt de implementatie van Foqus in de productielocaties, bij de leden-melkveehouders en bij de grondstoffenleveranciers geborgd en continu gemonitord. FrieslandCampina beheerst samen met de ledenmelkveehouders van de coöperatie de gehele productieketen, van de boerderij tot aan het eindproduct. Bij de bewaking van de kwaliteit vormen de wettelijke eisen het uitgangspunt. Daarnaast worden aanvullende eisen gesteld. In Foqus zijn de verschillende internationale normen, zoals GMP+, HACCP, ISO 9001, ISO 22000, FSSC 22000, OSHAS 18000 en ISO 14000 geïntegreerd. Op deze wijze kunnen zowel de afnemers van FrieslandCampina als de consumenten erop vertrouwen dat de producten veilig en van hoge kwaliteit zijn en verantwoord worden geproduceerd. Elk jaar worden de Foqus-eisen opnieuw bekeken en indien nodig bijgesteld, zodat het systeem altijd in lijn is met de nieuwste kennis en inzichten. Continu verbeteren is het uitgangspunt van het Foqusprogramma en de drijvende kracht achter diverse investeringsprojecten. Hierdoor zijn er bijvoorbeeld stappen gezet op verschillende productielocaties in Nederland maar ook bij Alaska Milk Corporation op de Filippijnen. Ook bij FrieslandCampina Wamco Nigeria is in 2014 geïnvesteerd in de betere borging van voedselveiligheid onder andere door het bouwen van een nieuw laboratorium. Foqus bestrijkt de hele keten ‘van gras tot glas’ en begint bij de leden-melkveehouders van de coöperatie. Foqus planet, het duurzaamheidsprogramma’s voor ledenmelkveehouders is in 2014 volledig herzien. De borging van kwaliteit en voedselveiligheid heeft nog meer aandacht gekregen. Daarnaast staat het verder stimuleren van duurzaamheid in de melkveehouderij centraal via verschillende programma’s waar melkveehouders extra verdiensten mee kunnen realiseren. Transparantie en een helder en actief bonus-malusbeleid staan voorop.
In 2014 is extra aandacht besteed aan de borging van de kwaliteit en veiligheid van het veevoer dat gevoerd wordt aan de koeien van de leden-melkveehouders. Leden-melkveehouders mogen alleen voer afnemen van leveranciers die beschikken over een GMP+ certificaat en een adequate aansprakelijkheidsverzekering. Vanaf 2015 moet soja in het krachtvoer 100 procent duurzaam zijn geteeld. Samen met de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) heeft FrieslandCampina aangestuurd op het opzetten van een nieuwe organisatie, SecureFeed, die de borging van veevoerveiligheid beter moet regelen. In de toekomst zullen melkveehouders uitsluitend veevoer mogen afnemen van bedrijven die zijn aangesloten bij SecureFeed. 5. Veiligheid en gezondheid van medewerkers Het borgen van de veiligheid en gezondheid van medewerkers en gecontracteerden heeft voor FrieslandCampina de hoogste prioriteit. In 2014 is opnieuw belangrijke vooruitgang geboekt op het gebied van veiligheid. Het aantal ongevallen met verzuim op FrieslandCampina-locaties is wereldwijd verder afgenomen van 140 naar 94, een afname van 33 procent. De ratio van ongevallen met verzuim per 200.000 gewerkte uren is ten opzichte van 2013 gedaald van 0,62 naar 0,33. Hiermee wordt vooruitgelopen op de realisatie van de oorspronkelijke doelstelling; een reductie van 80 procent van het aantal ongevallen met verzuim per 200.000 gewerkte uren in 2020 ten opzichte van 2011. De aangescherpte doelstelling is minder dan 0,05 ongevallen met verzuim per 200.000 gewerkte uren. Dit komt overeen met één verzuimongeval wereldwijd per maand. En dat is er nog één per maand te veel. Op 23 FrieslandCampina-locaties heeft er gedurende één jaar geen enkel ongeval met verzuim plaatsgevonden. Acht locaties waren ultimo 2014 1.000 dagen vrij van ongevallen en hebben hiervoor de in 2014 geïntroduceerde FrieslandCampina Veiligheidsprijs ontvangen.
6. Good governance De corporate governance-beginselen die Koninklijke FrieslandCampina N.V. hanteert, zijn neergelegd in de statuten en reglementen van de verschillende organen van de vennootschap, welke allen op de website van de vennootschap zijn geplaatst. Hoewel de code niet op de vennootschap van toepassing is, aangezien volgens de wet alleen beursgenoteerde vennootschappen aan de code onderworpen zijn, past de vennootschap de principes en best practice-bepalingen van de code toe waar dit verenigbaar is met zijn zeggenschapsstructuur en het karakter van de coöperatie. De bepalingen die niet worden toegepast, worden in dit overzicht genoemd en tevens wordt gemotiveerd waarom de betreffende bepalingen niet worden toegepast. In het verslagjaar zijn geen substantiële wijzigingen in de governance structuur aangebracht. Op basis van de doelstellingen per MVO-pijler zijn er KPI’s geformuleerd. De MVO-pijlers zijn: Voedingswaarde & gezondheid; Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika; Efficiënte en duurzame productieketens en Duurzame melkveehouderij. Elke MVO-pijler heeft een pijlerverantwoordelijke op managementniveau. De CSR-Board (voorgezeten door de CEO) evalueert de doelstellingen per kwartaal. De pijlerverantwoordelijke zijn lid van de CSR-Board, naast de directeur Human Resources, de directeur Corporate Communication & Sustainability en de Corporate Manager Duurzaamheid. Dit is een aanvulling op de toelichting in het financiële jaarverslag over de governance van het MVO-beleid. 7. Economische prestaties FrieslandCampina heeft de ambitie de meest succesvolle, professionele en aantrekkelijke zuivelonderneming te creëren voor leden-melkveehouders, medewerkers, afnemers, consumenten en voor de samenleving. De groeiende vraag op de wereldmarkt naar gezonde voeding die op duurzame wijze is geproduceerd, biedt kansen voor FrieslandCampina. Om deze ambitie waar te maken heeft FrieslandCampina voor de periode 2010-2020 de strategie route2020 geformuleerd. Sleutelwoorden daarin zijn duurzame groei en waardecreatie: duurzame groei van de onderneming en het tot maximale waarde brengen van alle door de ledenmelkveehouders van de coöperatie geproduceerde melk.
Het fundament: borging van het MVO-beleid
Rapportage grondslagen
64
Duurzame groei Het is in 2014 niet gelukt om groei te realiseren in alle drie de groeicategorieën kindervoeding, zuiveldranken en merkkaas. Het totale verkoopvolume nam in 2014 ten opzichte van 2013 af met 2,4 procent. De categorie kindervoeding realiseerde 5,7 procent volumegroei in de consumentenmarkt en in de business-to-businessmarkt (2013: 10,8 procent). De groei van Friso in China en Hong Kong lag hieraan ten grondslag. Het volume in de categorie zuiveldranken nam af met 5,4 procent als gevolg van de hogere verkoopprijzen in Azië en Afrika en teruglopende consumptie in West-Europa. Het volume in de categorie merkkaas nam af met 14,5 procent als gevolg van lagere verkopen in West-Europa en de boycot van agrarische producten door Rusland. Het volume grondstoffen nam toe met 5,9 procent als gevolg van het hogere melkaanbod van leden-melkveehouders en de achterblijvende vraag naar zuiveldranken en merkkaas. Er is in 2014 bijna 40 procent meer melkpoeder geproduceerd ten opzichte van 2013. Waardecreatie voor leden-melkveehouders Over het jaar 2014 wordt bovenop de garantieprijs in totaal 277 miljoen euro aan leden-melkveehouders uitgekeerd (2013: 282 miljoen euro). Hiervan is de prestatietoeslag 176 miljoen euro (1,86 euro per 100 kilogram melk exclusief btw). De uitgifte van ledenobligaties over 2014 bedraagt 101 miljoen euro (1,07 euro per 100 kilogram melk exclusief btw). In totaal bedraagt de prestatie van de onderneming per 100 kilogram melk 2,93 euro (2013: 3,04 euro), een daling van 3,6 procent. 8. Emissies De emissie tijdens de productie en verwerking van melk worden behandeld in het hoofdstuk ‘Efficiënte en duurzame productieketens’ (verwerking) en in ‘Duurzame melkveehouderij’ (productie). Belangrijkste emissies zijn broeikasgassen (CO2, CH4 en N2O) en emissies naar water (COD, nitraat en fosfaat). Reductieprogramma's worden vermeld in de betreffende hoofdstukken.
9. Energiemanagement De Nederlandse zuivelsector (productie en verwerking) heeft zich ook tot doel gesteld het bereiken van een minimale jaarlijkse verbetering van de energie-efficiëntie van gemiddeld twee procent per jaar. Dit is vastgelegd in de meerjarenafspraak energie-efficiency (MJA-3) en het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren. Dit convenant bestaat uit een reeks van afspraken die FrieslandCampina, als onderdeel van de NZO, heeft afgesloten met de Nederlandse overheid. Deze afspraken richten zich op doelen voor energiebesparing, vermindering van broeikasgassen en de opwekking van hernieuwbare energie. Alle Europese voorzieningen moeten voldoen aan de eisen van de Europese Energy Directive (EED), waarin de verplichtingen van energiebeheer zijn opgenomen. De landelijke overheden hebben de EED geïmplementeerd in de wet- en regelgeving. Productielocaties buiten Europa moeten voldoen aan de energiemanagementverplichtingen van Foqus SHE. 10. Duurzaamheid in de keten De FrieslandCampina-productieketen heeft twee hoofdstromen: 1. De rauwe melk die wordt geleverd door de leden-melkveehouders en leveranciers en 2. de ingrediënten voor de FrieslandCampina-producten, zoals fruit, suiker, zetmeel, cacao, palmolie en sojaolie. De doelstellingen van duurzaamheid van de rauwe melk worden geformuleerd in de pijler ‘Duurzame melkveehouderij’. De doelstellingen voor de geleverde agro-grondstoffen zijn geformuleerd in de pijler ‘Efficiënte en duurzame productieketens’. Alle leveranciers moeten aan de business practices voldoen. Leveranciers die zich niet houden aan de business practices van FrieslandCampina worden uitgesloten. Per agro-grondstof is een plan voor verdere verbetering opgesteld. De doelstelling is dat in 2020 alle landbouwgrondstoffen in de producten van FrieslandCampina verantwoord worden geproduceerd.
Met het MVO-verslag wil FrieslandCampina de stakeholders informeren over zijn maatschappelijke prestaties en doelstellingen. Dit verslag vormt hiermee een aanvulling op het Jaarverslag 2014. Reikwijdte De doelgroep van dit verslag zijn belanghebbenden van FrieslandCampina en andere geïnteresseerden. De reikwijdte van dit verslag betreft alle entiteiten waar FrieslandCampina managementverantwoordelijkheid heeft. Het verslag betreft het gehele kalenderjaar 2014. Voor acquisities die plaatsvinden tijdens het verslagjaar geldt dat gegevens gerapporteerd dienen te worden vanaf het eerst volgende volledige kalenderjaar. Desinvesteringen in de loop van de rapportageperiode zijn uitgesloten van rapportage. Rapportagerichtlijn De rapportagecriteria voor het rapporteren van duurzaamheidsinformatie van FrieslandCampina zijn gebaseerd op de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI) versie 4 (G4). De GRI-richtlijnen zijn wereldwijd de meest geaccepteerde richtlijnen voor het opstellen van (maatschappelijke) jaarverslagen. De richtlijnen zijn te vinden op www.globalreporting.org. In het MVO-verslag 2014 rapporteert FrieslandCampina op basis van G4 op toepassingsniveau ‘core’. Het MVOverslag en de volledige GRI-tabel is beschikbaar op www.frieslandcampina.com. Bepalen van de inhoud De selectie van onderwerpen is gebaseerd op de MVO strategie van FrieslandCampina en is vastgesteld door middel van een materialiteitsanalyse die in 2014 is uitgevoerd. Hiermee is de afbakening van het verslag afgestemd op de informatiebehoeften van stakeholders en de uitkomsten van de materialiteitsanalyse. In de materialiteitsanalyse is de mate van belangrijkheid van onderwerpen afgezet tegen het belang dat externe belanghebbenden hieraan hechten. De analyse die is uitgevoerd, alsmede de uitkomsten ervan staan toegelicht op pagina 61. De selectie van indicatoren is gebaseerd op de uitkomsten van de materialiteitsanalyse alsmede op basis van de beschikbaarheid van kwantitatieve gegevens.
65
Definities en meetmethode De afdeling Corporate Sustainability en de CSR-Board zijn verantwoordelijk voor het verzamelen en valideren van de gerapporteerde gegevens. De gegevens worden aangeleverd door de productielocaties en de verschillende merken en betrokken stafafdelingen. Milieu- en arbeidsveiligheidsgegevens worden maandelijks uitgevraagd door middel van een centraal milieudatasysteem. Het aantal fte’s is gebasseerd op gegevens uit de financiële systemen. De gegevens over ziekteverzuim en diversiteit (leeftijd, geslacht, regio) zijn apart opgevraagd en verzameld. De gerapporteerde data dekken 98 procent van het personeelsbestand. Er zijn geen onzekerheden en inherente beperkingen in de data geconstateerd als gevolg van het meten, schatten en berekenen van gegevens. Data zijn niet geschat, tenzij anders aangegeven. Eventuele wijzigingen in definities en meetmethoden staan toegelicht bij de gegevens. Externe verificatie FrieslandCampina is voornemens om per volgend MVOverslag zijn accountant te vragen hierbij een verklaring af te geven.
66
Verklarende woordenlijst CDM Continue DiergezondheidsMonitor (CDM) is een ‘continue’ monitoring van de diergezondheid op basis van bestaande gegevens over de gezondheid van dieren. Het systeem levert veehouders veel praktische informatie op voor het monitoren van de diergezondheid. Codex De Codex Alimentarius Commission (Codex) is een internationaal forum dat internationale normen voor voedselproducten ontwikkelt, met als doel de internationale volksgezondheid te beschermen en de eerlijkheid van de handel in voedselproducten te bevorderen. Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren Afspraken met verschillende partijen over energiebesparing, gebruik en productie van duurzame energie en broeikasgasreductie in Nederland. CSR Corporate Social Responsibility (CSR) oftewel maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). DDD/J Het antibioticumgebruik wordt uitgedrukt in de eenheid DierDagDosering per jaar (DDD/j). Dit geeft het gemiddeld aantal dagen per jaar aan dat een dier antibiotica heeft gekregen.
GRI Global Reporting Initiative (GRI) is de internationale richtlijn voor het rapporteren over duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. ISO 9001 Een norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagement systeem van een organisatie en de manier waarop de organisatie met het kwaliteitsbeleid omgaat. ISO 14001 Een van de normen van de ISO 14000-serie. Deze norm wordt wereldwijd toegepast om milieumanagementsystemen op te zetten en te certificeren. ISO 26000 Een richtlijn met verschillende doelstellingen die erop gericht is organisaties te ondersteunen bij de implementatie van MVO. JOGG In 2010 is in Nederland het Jongeren Op Gezond Gewichtinitiatief (JOGG) gelanceerd. Sinds 2014 is JOGG een stichting en heeft FrieslandCampina zich wederom gecommitteerd om de komende drie jaar actief bij te dragen. Door de JOGG-aanpak moeten voldoende bewegen en gezonder eten de norm worden.
Dutch Sustainable Growth Coalition Samenwerkingsverband tussen belangrijkste Nederlandse ondernemingen.
LTA Rate De Lost Time Accidents Rate (LTA), ofwel de ongevallen frequentieverhouding, geeft aan hoeveel ongevallen er zijn geweest per 200.000 gewerkte uren.
De Duurzame Zuivelketen De Duurzame Zuivelketen is een uniek initiatief waarbij zuivelindustrie en melkveehouders er ketenbreed naar streven om de Nederlandse zuivelsector wereldwijd koploper te maken op het gebied van duurzaamheid.
MJA-3 De meerjarenafspraken energie-efficiency zijn overeenkomsten tussen de Nederlandse overheid en bedrijven en instellingen over het effectiever en efficiënter inzetten van energie.
Foqus planet Duurzaamheidsprogramma voor de melkveehouderij.
NGO Non Governmental Organization.
Fte Fulltime equivalent: aantal medewerkers op basis van een fulltime dienstverband.
NZO De Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) is de brancheorganisatie voor de Nederlandse zuivelindustrie.
67
OHSAS 18001 Een richtlijn in de Occupational Health and Safety Assessment Series. RSPO De Round table on Sustainable Palm Oil (RSPO) is een not-for-profit associatie die belanghebbenden verenigt uit zeven sectoren van de palmolie-industrie voor het ontwikkelen en uitvoeren van wereldwijde normen voor duurzame palmolie. RTRS De Round Table on Responsible Soy (RTRS) is een international platform waarin sojaproducenten, sojahandel, verwerkende industrie, banken en maatschappelijke organisaties samenwerken om duurzaamheidscriteria voor de mondiale sojateelt te ontwikkelen en te implementeren. SAI Platform Het Sustainable Agriculture Initiative (SAI) is een platform opgericht door de voedingsmiddelenindustrie om wereldwijd te communiceren over en actief te ondersteunen van de ontwikkeling van duurzame landbouw waar verschillende belanghebbenden van de voedselketen bij betrokken zijn. UTZ Certified Een wereldwijd certificeringsprogramma voor verantwoorde koffie, thee en cacao. Weidemelk Melk van koeien die gedurende minimaal 120 dagen per jaar, ten minste 6 uur per dag, van voorjaar tot najaar in de wei lopen. WHO De World Health Organisation (WHO) ofwel de Wereldgezondheidsorganisatie is een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties.
Elke dag voorziet Royal FrieslandCampina miljoenen consumenten verspreid over de wereld van zuivelproducten met waardevolle voedingsstoffen. Met een jaaromzet van 11,3 miljard euro behoort FrieslandCampina tot de vijf grootste zuivelondernemingen in de wereld. FrieslandCampina levert consumentenproducten als zuiveldranken, kindervoeding, kaas en desserts in een groot aantal Europese landen, in Azië en in Afrika. Ook worden producten geleverd aan professionele afnemers, waaronder room- en boterproducten aan bakkerijen en horecabedrijven. Daarnaast produceert FrieslandCampina ingrediënten en halffabricaten voor producenten van kindervoeding, de voedingsmiddelenindustrie en de farmaceutische sector wereldwijd. FrieslandCampina heeft vestigingen in 32 landen met ruim 22.000 medewerkers. De producten van FrieslandCampina vinden hun weg naar meer dan 100 landen. Het centrale kantoor van de onderneming is gevestigd in Amersfoort. De activiteiten van FrieslandCampina zijn onderverdeeld in vier marktgeoriënteerde business groups: Consumer Products Europe; Middle East & Africa; Consumer Products Asia; Cheese, Butter & Milkpowder en Ingredients. De vennootschap is volledig in handen van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A., met ruim 19.000 leden-melkveehouders in Nederland, Duitsland en België een van de grootste zuivelcoöperaties in de wereld.
Koninklijke FrieslandCampina N.V. Stationsplein 4 3818 LE Amersfoort T +31 33 713 3333 www.frieslandcampina.com