FrieslandCampina kan bogen op meer dan 130 jaar ervaring in zuivel. Met een jaaromzet van bijna 9 miljard euro is FrieslandCampina een van de grootste zuivelondernemingen in de wereld. De onderneming is op het gebied van consumentenproducten actief in een groot aantal Europese landen, in Azië en in Afrika. De verkoop aan industriële afnemers vindt wereldwijd plaats. FrieslandCampina heeft eigen vestigingen in 25 landen met in totaal ruim 19.000 medewerkers. De producten van FrieslandCampina vinden hun weg naar meer dan 100 landen. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A., met 14.800 leden-melkveebedrijven in Nederland, Duitsland en België, is de eigenaar van Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Koninklijke FrieslandCampina N.V. Stationsplein 4 3818 LE Amersfoort T +31 (0)33 713 3333 www.frieslandcampina.com
MVO-verslag 2010 | Koninklijke FrieslandCampina N.V.
FrieslandCampina speelt een belangrijke rol in de dagelijkse voorziening van voeding aan honderden miljoenen mensen verspreid over de wereld. Het gaat hierbij om producten als zuiveldranken, baby- en kindervoeding, kaas, boter, room, desserts en functionele ingrediënten op basis van zuivel. Naast consumentenproducten worden ook producten geleverd aan professionele afnemers, aan de voedingsmiddelenindustrie en aan de farmaceutische sector.
MVO-verslag 2010 Koninklijke FrieslandCampina N.V.
MVO-verslag 2010 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
Bijschrift bij de cover: Melk is een van de rijkste natuurlijke bronnen van essentiële voedingsstoffen. Vanuit de nutritionele kracht van melk wil FrieslandCampina de uitdaging aangaan om consumenten overal ter wereld te voorzien van gezonde voeding die op duurzame wijze is geproduceerd. ‘Voedingswaarde & Gezondheid’ is dan ook één van de vier MVO-speerpunten van FrieslandCampina.
Toelichting
In 2010 bracht Koninklijke FrieslandCampina N.V. haar eerste MVO-verslag uit over het jaar 2009. In dit tweede MVO-verslag doet FrieslandCampina verslag van de resultaten en de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in 2010. Het MVO-verslag 2010 is opgesteld volgens de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI). Het verslag voldoet aan level B (self declared). Het MVO-verslag en de bijbehorende GRI-index zijn te vinden op www.frieslandcampina.com. Tevens is het MVOverslag, evenals het jaarverslag 2010, aan te vragen bij de afdeling corporate communication van FrieslandCampina. Vragen, opmerkingen of suggesties ontvangen wij graag op het volgende adres:
[email protected].
Inhoud
Woord vooraf
4
Kengetallen
6
Profiel en organisatie
8
Onze merkenwereld
10
Ambities en strategie route2020
12
Analysemodel maatschappelijk verantwoord ondernemen
13
Realisatie doelstellingen 2010
14
De MVO-aanpak van FrieslandCampina
15
De vier pijlers van het MVO-beleid Voedingswaarde & gezondheid Duurzame melkveehouderij Duurzame productieketens Ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika
22 28 31 37
Borging en uitvoering Medewerkers Borging van het MVO-beleid De MVO-organisatie
41 45 50
Bijlagen Verwerking van de rapportage en betrouwbaarheid van gegevens Verklarende woordenlijst Externe vertegenwoordigingen
51 52 54
4
Woord vooraf Geachte lezer,
De groeiende vraag op de wereldmarkt naar duurzaam geproduceerde, gezonde voeding biedt FrieslandCampina zowel groeikansen als uitdagingen voor de toekomst. De wereldbevolking neemt snel toe, de koopkracht stijgt terwijl er tegelijkertijd sprake is van schaarste aan voedsel, grondstoffen en energie. In 2010 is veel energie besteed aan het bepalen van de strategische koers van FrieslandCampina voor de komende jaren. De strategie en de manier waarop we onze ambities willen waarmaken, zijn geformuleerd in route2020. Voorop staat dat we onze groeidoelstellingen op een klimaatneutrale manier willen bereiken. Om dat mogelijk te maken willen we flinke stappen maken, zowel samen met onze leden-melkveehouders op de boerderijen, als in onze fabrieken en in de logistieke keten.
Als een van de grootste zuivelcoöperaties ter wereld en mondiale top vijf-producent van zuivel probeert FrieslandCampina haar maatschappelijke meerwaarde tot uitdrukking te laten komen door de gehele keten heen: bij het ontwikkelen van standaarden voor een duurzame melkveehouderij, bij de productie en het vermarkten van voeding die bijdraagt aan gezondheid en welzijn, bij het duurzaam verwerken van melk in onze fabrieken en door het steunen van boeren in de melkveehouderij in opkomende markten in Afrika en Azië. Wij streven daarbij naar een duurzaam evenwicht tussen de prestaties als bedrijf en de inzet voor milieu en maatschappij, zodat de gezondheid van mens, milieu en FrieslandCampina ook op termijn gewaarborgd zijn. Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) speelt een sleutelrol in route2020. Wij zijn ervan overtuigd dat het consequent hanteren van de uitgangspunten van MVO uiteindelijk een belangrijke bijdrage zal leveren aan de duurzame waardecreatie voor alle belanghebbenden.
5
Woord vooraf
Het is de enige weg tot succesvolle groei. Die overtuiging past uiteraard bij onze coöperatieve grondslag die inmiddels 130 jaar oud is. En dan gaat het niet alleen om verantwoord omgaan met schaarse grondstoffen, energie, water en andere natuurlijke hulpbronnen om onze voetafdruk te verkleinen, maar ook om het leveren van actieve bijdragen aan de samenlevingen waarbinnen FrieslandCampina actief is. Daarbij valt te denken aan activiteiten gericht op steun aan boeren in Afrika en Azië of het versterken van de publieke gezondheid. Dat laatste doen we niet alleen met onze zuivelproducten — vol met belangrijke nutriënten zoals eiwitten, mineralen en vitamines — maar ook met diverse initiatieven om met name jonge mensen bewust te maken van het belang van gezond leven, gezond eten en bewegen. De MVO-strategie richt zich op vier prioriteitsgebieden, te weten: • voedingswaarde & gezondheid; • duurzame melkveehouderij; • duurzame productieketens; • ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika.
In dit verslag wordt uitgebreid ingegaan op concrete inspanningen in 2010 — bijvoorbeeld voor de inkoop van duurzame grondstoffen palmolie, cacao, verpakkingsmaterialen en groencertificaten van onze melkveehouders die duurzame energie produceren — maar tevens op tal van nieuwe MVO-initiatieven die op stapel staan. Op basis van de duurzaamheidsresultaten van FrieslandCampina over 2010 ziet de executive board op twee onderwerpen aanleiding tot aanvullende maatregelen om de prestaties verder te verbeteren: bedrijfsveiligheid en efficiënter gebruik van energie en water. Onze ambitieuze MVO-doelstellingen zijn niet haalbaar zonder dialoog met alle belanghebbenden, in de eerste plaats onze leden-melkveehouders en onze medewerkers, consumenten en klanten in industrie en handel. Daarnaast met de samenlevingen waarbinnen onze onderneming actief is en waar wij relaties onderhouden met maatschappelijke organisaties, overheden, partners en andere stakeholders. Medewerkers van FrieslandCampina participeren in een groot aantal overlegorganen en zoeken actief de dialoog en samenwerking met allerlei maatschappelijke spelers.
Om onze ambities op MVO-vlak te kunnen realiseren, is het noodzakelijk dat we onze medewerkers hierbij actief betrekken. Zij moeten daarnaast alle kansen krijgen én grijpen op het gebied van zowel loopbaanontwikkeling en training, als werken binnen een omgeving waar veiligheid, gezondheid en duurzaamheid goed zijn geborgd. FrieslandCampina wil voor huidige en nieuwe medewerkers een aantrekkelijke werkgever zijn. Dat we daarmee op de goede weg zijn, blijkt wel uit de toekenning van de P&O Proffie Award 2010, de prestigieuze prijs voor de onderneming met het beste HR-beleid in Nederland. In 2011 staat het realiseren van de strategie route2020 centraal en daarmee ook de uitvoering van de MVO-actieplannen die daarvan onderdeel zijn. Samen met onze leden-melkveehouders en medewerkers overal ter wereld zijn we de weg ingeslagen naar een duurzame groei van zowel coöperatie als onderneming.
Cees ’t Hart, CEO Koninklijke FrieslandCampina N.V. Amersfoort 7 juni 2011
6
Kengetallen 2010 8.972 285 10.266 14.829 25
Netto-omzet (in miljoenen euro’s) Winst (in miljoenen euro’s) Totaal verwerkte melk (in miljoenen kg) Leden-melkveebedrijven einde jaar Landen waar FrieslandCampina actief is
158
Producten met ‘Ik Kies Bewust’-logo CO2-uitstoot (kton CO2) Energieverbruik (TJ) Energieverbruik van besparende maatregelen (TJ) Waterverbruik (x 1.000 m3) Gevaarlijk afval (ton) Waarvan gerecycled (in procenten)
1.322 21.102 432 27.157 1.142 15
Werknemers (gemiddeld aantal fte’s) Van wie mannen Van wie vrouwen Ziekteverzuim, Nederland (in procenten) Ziekteverzuim, buiten Nederland (in procenten) Ongevallenratio per 200.000 gewerkte uren (LTA Rate) Deelnemers FrieslandCampina Academy, wereldwijd
19.484 14.773 4.711 4,67 2,74 2,10 2.000
Werknemers per business group 2010
Werknemers naar regio 2010
gemiddeld aantal fte’s
gemiddeld aantal fte’s
Overige Ingredients
12,4%
12,2%
2.416
2.377
6%
Cheese & Butter
1.137
4,2% Overig 811
Azië
34%
26%
Nederland
6.649
5.024
19.484 Consumer 40,0% 7.799 Products Europe
19.484
31,2% Consumer 6.081
Products International
23% Rest van Europa
4.458
11% 2.216 Duitsland
7
Kengetallen
Energieverbruik1
Waterverbruik1
TJ
x 1.000 m3
24.000
28.000 Warmte
21.000
24.500
18.000
Leidingwater
21.000
15.000
Elektriciteit
17.500
12.000
Stookolie
14.000 Grondwater
10.500
9.000 Aardgas
6.000
7.000
3.000
3.500
0
0 2008
2009
2010
2008
CO2-emissies1
Overige emissies1
kton CO2
ton
1.400
2009
2010
640
1.225
560 Elektriciteit
1.050 875
SO2
480 400
700
Stookolie
525
NOx
320 240
Aardgas
350
160
175
80
0
0 2008
2009
2010
2008
2009
2010
Leeftijdsopbouw medewerkers wereldwijd
Gescheiden ingezamelde afvalstromen 2010
gemiddeld aantal fte's
in procenten
Metaal Hout 8% Glas
> 60 < 20
50–59
20,3%
3,3% 0,4% 633 70 16,2%
20–29
3.164
Overige afvalstoffen
3.962
1% 2% 3% Kunststof
25%
11% Papier en karton
19.484 40–49
28,9%
30,9% 30–39
100%
1% Bouw- en sloopafval
6.019
5.636
49%
1
De vergelijkende cijfers van 2008 en 2009 zijn onvolledig in verband met het ontbreken van informatie van een aantal vestigingen als gevolg van de recente fusie.
Niet-gevaarlijk afval
8
Profiel en organisatie
Koninklijke FrieslandCampina N.V. heeft een belangrijke rol in de dagelijkse voorziening van gezonde voeding aan honderden miljoenen mensen. Het gaat hierbij om producten als zuiveldranken, baby- en kindervoeding, kaas, boter, room, desserts en functionele ingrediënten op basis van zuivel. Naast consumentenproducten worden ook producten geleverd aan professionele afnemers, de voedingsmiddelenindustrie en de farmaceutische sector. FrieslandCampina kan bogen op meer dan 130 jaar ervaring in zuivel. Met een jaaromzet van bijna 9 miljard euro is FrieslandCampina een van de grootste zuivelondernemingen in de wereld. FrieslandCampina oefent haar commerciële activiteiten uit via vier marktgeoriënteerde business groups: Consumer Products Europe, Consumer Products International, Cheese & Butter (sinds april 2011 Cheese, Butter & Milkpowder) en Ingredients. De onderneming is op het gebied van consumentenproducten actief in een groot aantal Europese landen, in Azië en in Afrika. De verkoop aan industriële afnemers vindt wereldwijd plaats. De onderneming heeft eigen vestigingen in 25 landen met in totaal bijna 19.500 medewerkers. De producten van FrieslandCampina vinden hun weg naar meer dan honderd landen.
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. is houder van alle aandelen in het kapitaal van Koninklijke FrieslandCampina N.V. De coöperatie wordt gevormd door 20.375 leden-melkveehouders (14.829 melkveebedrijven) in Nederland, Duitsland en België. Via de coöperatie zijn de leden-melkveehouders de gezamenlijke eigenaren van de onderneming. Corporate governance Vanuit het oogpunt van corporate governance zijn bij Koninklijke FrieslandCampina N.V. de algemene vergadering van aandeelhouders, de raad van commissarissen en de executive board relevant. Alle aandelen van de vennootschap zijn in handen van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. De vennootschap is een vrijgestelde structuurvennootschap, maar kiest ervoor het structuurregime vrijwillig toe te passen. Samenstelling raad van commissarissen • Kees (C.H.) Wantenaar (1949), voorzitter • Piet (P.) Boer (1960), vice-voorzitter • Peter (P.A.F.W.) Elverding (1948) • Rob (R.) ter Haar (1950) • Angelique (A.A.M.) Huijben-Pijnenburg (1968) • Jorrit (J.) Jorritsma (1954) • Jan (J.P.C.) Keijsers (1955) • Frans (F.A.M.) Keurentjes (1957) • Simon (S.R.F.) Ruiter (1958) • Henk (H.) Scheffers (1948) • Jan (J.H.G.M.) Uijttewaal (1962) • Ben (B.) van der Veer (1951) • Erwin (W.M.) Wunnekink (1970)
Samenstelling executive board • Cees (C.C.) ’t Hart (1958), Chief Executive Officer • Kees (C.J.M.) Gielen (1959), Chief Financial Officer • Kapil Garg (1964), Chief Operating Officer • Piet (P.J.) Hilarides (1964), Chief Operating Officer • Freek (F.) Rijna (1955), Chief Operating Officer Per 31 december 2010 is de heer Frans Visser, als gevolg van zijn prepensionering, teruggetreden als lid van de executive board en verantwoordelijke voor de business group Ingredients. Zijn werkzaamheden zijn overgenomen door de heer Roelof Joosten, die met ingang van 1 november 2010 is benoemd tot executive director van de business group Ingredients. Uitgebreide informatie over de raad van commissarissen, de executive board en corporate governance van Koninklijke FrieslandCampina N.V. is te vinden in het jaarverslag 2010 en op www.frieslandcampina.com.
9
Profiel en organisatie
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
100% eigenaar
Leden
Districten Koninklijke FrieslandCampina N.V. Ledenraad Algemene vergadering van aandeelhouders
Coöperatieraad Bestuur
Raad van commissarissen
Executive board
Corporate centre
Consumer Products Europe
Cheese & Butter 1
Ingredients
FrieslandCampina Benelux
FrieslandCampina Indonesia
FrieslandCampina Cheese
FrieslandCampina Domo
FrieslandCampina Dagvers
FrieslandCampina Vietnam
FrieslandCampina Kievit
FrieslandCampina Germany
FrieslandCampina Malaysia/ Singapore
FrieslandCampina Cheese specialties
FrieslandCampina Hungary FrieslandCampina Romania FrieslandCampina Hellas FrieslandCampina Russia FrieslandCampina UK FrieslandCampina Spain FrieslandCampina Professional
1
Consumer Products International
FrieslandCampina Butter
FrieslandCampina Thailand FrieslandCampina China FrieslandCampina Hong Kong FrieslandCampina WAMCO Nigeria
FrieslandCampina DMV FrieslandCampina Creamy Creation FrieslandCampina Dairy Feed FrieslandCampina DMV Fonterra Excipients
FrieslandCampina Middle East FrieslandCampina Export
In april 2011 is de productie van kaas, boter en melkpoeder organisatorisch bij elkaar gebracht in één business group. Dit heeft tot gevolg dat de naam van de business group FrieslandCampina Cheese & Butter is gewijzigd in FrieslandCampina Cheese, Butter & Milkpowder.
10
Onze merkenwereld
Vestig Ves tig iging ingen ing e in: België ië ë Duitsl sland sl Frank Fra n ijk nkr Griekenland Groot-Brittannië Hongarije Italië N erland Ned Oostenrijk Oos Roeme Roe menië me Rusland Spanje Saoedi S a edi edi-Ar -Arabi -Ar abië abi ë Veren nigde Arabi abisch abi sc e Emiraten Gh hana Nigeria China Filippijnen Hong Kong Indonesië Maleisië Singapore Tha ailand V tnam Vie Verenigde Staten
Wereldwijd — Ingredients:
11
Onze merkenwereld
FrieslandCampina heeft toonaangevende merken op het gebied van zuivel voor consumenten en professionele gebruikers, en functionele ingrediënten op basis van zuivel voor de voedingsmiddelen- en farmaceutische industrie.
12
Ambitie en strategie route2020
FrieslandCampina heeft twee belangrijke ambities in haar strategie route2020 die de onderneming richting consumenten en de leden-melkveehouders van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. wil vervullen: • FrieslandCampina wil mensen vooruit helpen in het leven met natuurlijke zuivelproducten. Met melk kan worden ingespeeld op de groeiende vraag op de wereldmarkt naar gezonde voeding die op duurzame wijze is geproduceerd. Melk bevat immers essentiële voedingsstoffen, zoals eiwitten, vetten, melksuikers, vitaminen en mineralen. • Daarnaast wil FrieslandCampina de meest aantrekkelijke zuivelonderneming zijn voor de leden-melkveehouders van de coöperatie. Het streven is erop gericht in 2020 ten opzichte van 2009 een substantieel hogere prestatietoeslag voor de melk uit te keren en een hogere uitkering te verstrekken in de vorm van vermogen op naam via ledenobligaties. De strategie route2020 richt zich op het verwezenlijken van deze aspiraties door met investeringen en innovaties in te zetten op de gekozen speerpunten van waardegroei. Op basis van de ontwikkelingen die FrieslandCampina ziet in de maatschappij, bij consumenten en bij afnemers, wordt voor consumenten ingezet op gezonde en verantwoorde voeding op basis van zuivel en op voedingskundige voordelen. Voor professionele afnemers richt FrieslandCampina zich vooral op functionele eigenschappen van zuivelproducten, die producten beter en smakelijker kunnen maken. Voor klanten in de voedingsmiddelenindustrie, de farmaceutische industrie en jongdiervoeding richt FrieslandCampina zich op het beter benutten en toegankelijk maken van de nutritionele en functionele eigenschappen.
De grenzeloze mogelijkheden van melk Melk is van nature een van de rijkste voedingsbronnen. Zuivelproducten leveren eiwitten, vetten, vitaminen, mineralen en melksuikers: bouwstoffen en brandstoffen die belangrijk zijn voor de gezondheid en het welzijn van mensen. Daarnaast hebben veel zuivelproducten een unieke smaakbeleving. Melk heeft grenzeloze toepassingsmogelijkheden. Nog steeds is er veel te ontdekken, te ontwikkelen en te innoveren.
FrieslandCampina erkent als mondiale top vijf-producent van zuivel en als een van de grootste zuivelcoöperaties in de wereld, haar verantwoordelijkheid bij het verder verduurzamen van de melkveehouderij en de ketens voor verwerking en distributie van zuivel, voor het vermarkten van gezonde voeding en het ondersteunen van de lokale voedselproductie in Azië en Afrika door kennis en deskundigheid over te dragen aan boeren in de melkveehouderijsector.
FrieslandCampina heeft meer dan 130 jaar zuivel op haar naam staan. Bij elke stap in de zuivelketen geven de ruim 20.000 ledenmelkveehouders en 19.500 medewerkers blijk van hun deskundigheid. Er wordt voortdurend gestreefd naar verbetering van prestaties. Talentmanagement, innovatie en melkexpertise zijn hierbij belangrijk.
MVO speelt een belangrijke rol in de strategie route2020. De groeiende vraag naar gezond voedsel biedt grote kansen voor de onderneming. Benutten van deze kansen en verantwoord omgaan met schaarse energie, water en andere natuurlijke hulpbronnen zullen op termijn een onmisbare bijdrage leveren aan de waardecreatie voor alle belanghebbenden: leden-melkveehouders, medewerkers, consumenten, industriële klanten, maatschappelijke organisaties, overheden, partners en lokale gemeenschappen waarin de onderneming actief is.
Onderlinge samenwerking FrieslandCampina is een multinationaal bedrijf met een lokale focus. Er wordt nauw samengewerkt met de mensen in de gemeenschappen waar FrieslandCampina actief is. FrieslandCampina creëert waarde voor de leden-melkveehouders en draagt verantwoordelijkheid voor haar acties. Daarbij wordt gebouwd aan een cultuur waarin vertrouwen, integriteit en inspiratie centraal staan. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Met een wereldbevolking van naar verwachting circa negen miljard mensen in het jaar 2050 is de uitdaging immens. De komende decennia zal een voortdurend beroep op de creativiteit en het organiserend vermogen van de wereldgemeenschap worden gedaan teneinde de productie van voedsel, diervoeding en energie (‘feed, food & fuel’) op peil en in balans te houden. Als organisatie die al meer dan 130 jaar in deze maatschappij is geworteld, wil FrieslandCampina haar constructieve bijdrage blijven leveren aan de innovatieve ontwikkelingen rond voeding & gezondheid, voedselveiligheid en voedselzekerheid.
Het beleid op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen is tot stand gekomen na een grondige analyse van de effecten van activiteiten van FrieslandCampina op leefomgeving en milieu. Samen met KPMG Sustainability en TiasNimbas Business School zijn issue-analyses uitgevoerd. Op basis van de uitkomsten van deze analyses en het in 2010 verschenen rapport Visions 2050 van de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD), heeft FrieslandCampina een analysemodel ontwikkeld dat de basis vormt voor haar MVO-aanpak.
13
Analysemodel maatschappelijk verantwoord ondernemen
Belangrijke trends in de wereld om ons heen op weg naar 2050
Implicaties voor FrieslandCampina
Actieplannen FrieslandCampina
• Snelle toename wereldbevolking vooral in opkomende markten. Vergrijzing in ontwikkelde markten • Toenemende schaarste aan natuurlijke hulpbronnen • Fundamentele behoefte aan beter voedsel met meer nutritionele waarde • Nutriëntentekorten, ondervoeding en obesitas blijven naast elkaar bestaan • Transitie naar meer duurzame energie • Toenemende urbanisatie (in 2050 woont 70 procent van de wereldbevolking in de stad) • Druk op rurale sector en voedselproductie (voedselzekerheid) • Ondanks verbetering in inkomen blijft substantieel deel van de wereldbevolking geconfronteerd met armoede • Klimaatverandering • Ecosystemen worden in toenemende mate aangetast met grote gevolgen voor beschikbaarheid water en voedsel • Frequentere en zwaardere natuurrampen
In Europa • Zorg over de gevolgen van klimaatverandering, met name op vlak van natuurbehoud en biodiversteit maar ook van landbouw en voedselproductie ②③ • Vermindering uitstoot broeikasgassen ②③ • Bedreiging gezondheid door ‘toenemende’ welvaartsziekten als gevolg van obesitas ① • Zorg over dierenwelzijn ② • Ruimte en leefbaarheid ②
Vier prioriteitsgebieden • Voedingswaarde & gezondheid ① • Duurzame melkveehouderij ② • Duurzame productieketens ③ • Ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika ④
In Azië • Tekort aan schoon water ① • Voedselzekerheid en voedselveiligheid ①④ • Armoedebestrijding ④ • Bedreiging gezondheid door toenemende welvaartsziekten als gevolg van obesitas ① In Afrika • Tekort aan schoon water ① • Armoede ④ • Voedselzekerheid ④ • Ondervoeding en gebrek aan pre- en postnatale zorg ① In Zuid-Amerika • Tekort aan schoon water ① • Ondervoeding door toename stedelijke bevolking naast obesitas bij groepen met meer koopkracht ① In het Midden-Oosten • Tekort aan schoon water ① • Gezondheid: obesitas ① In Noord-Amerika • Zorg over de gevolgen van de klimaatverandering ② ③ • Gezondheid: obesitas ① • Zorg over dierenwelzijn ②
① ② ③ ④ Zie schema op pagina 17.
14
Realisatie doelstellingen 2010
Gerealiseerd •
•
•
•
Implementatie van de nieuwe gedragscode in 2010
ja
Implementatie van de nieuwe klokkenluidersregeling in 2010
ja
Implementatie van de nieuwe Business Practices for Suppliers in 2010 en 2011
ja
Ontwikkelen van verdere programma’s in 2010 om suiker en zout te reduceren in consumentenproducten
ja
Gerealiseerd •
•
• •
•
•
Implementatie Foqus Food Safety & Quality-systeem in 2010
ja
Implementatie milieu-, veiligheid- en brandpreventiesysteem in 2010
ja
•
In 2010 en 2011 wordt op lopende alle locaties een verbeterprogramma op het gebied van de prestaties en de bedrijfscultuur geïmplementeerd
•
•
•
Jaarlijks minimaal 2 procent verbetering in energieefficiency, waarvan 1,5 procent op de productielocaties en 0,5 procent door maatregelen in de keten
nee
Duurzame inkoop van lopende 15 procent van de elektriciteit voor Nederlandse productielocaties in 2010 en 100 procent duurzame energie in 2020 ‘The way we work’ verder implementeren in 2010
ja
Ziekteverzuim FrieslandCampina Nederland minder dan 5 procent in 2010
ja
Het op locaties verzorgen lopende van Safety awareness-training in 2010 en 2011 Invoeren van de volledige versie van het Performance Management Systeem in 2010
ja
De cijfers van de ongevallenfrequentieverhouding betrouwbaarder maken door in 2010 de definitie te standaardiseren
ja
15
De MVO-aanpak van FrieslandCampina
Op grond van de overtuiging dat MVO een absolute voorwaarde is voor de succesvolle groei van FrieslandCampina, is in 2010 hard gewerkt aan verdere ontwikkeling van een visie op MVO, een bijbehorende strategie en een aantal prioriteitsgebieden en actieplannen die volledig zullen worden opgenomen in de operationele activiteiten van FrieslandCampina.
Definities FrieslandCampina richt zich in haar MVO-beleid naar de definitie voor maatschappelijk verantwoord ondernemen zoals deze door de Sociaal Economische Raad in Nederland is vastgelegd: ‘Het bewust richten van de ondernemingsactiviteiten op waardecreatie op langere termijn in de drie dimensies people, planet en profit, gecombineerd met de bereidheid de dialoog met de samenleving aan te gaan. MVO behoort tot de core business van ondernemingen.’ FrieslandCampina hanteert tevens de definitie voor duurzaamheid zoals in 1987 door de commissieBrundtland van de Verenigde Naties is omschreven: ‘Duurzaamheid is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie wereldburgers, zonder dat daarbij het vermogen van de toekomstige generaties in gevaar wordt gebracht om in hun eigen behoefte te kunnen voorzien.’
Overwegingen op het gebied van milieu- en sociale vraagstukken zijn onderdeel van het beleid en de bedrijfsvoering van FrieslandCampina en vormen een voorwaarde voor de onderneming om in de toekomst te kunnen groeien. FrieslandCampina heeft haar integraal MVObeleid zichtbaar gemaakt in het ‘MVO-strategiehuis’. Alle componenten waaruit het MVObeleid bestaat, komen bij elkaar in de vorm van een solide bouwwerk, geconstrueerd op basis van een doordachte visie op maatschappelijk verantwoord ondernemen en met oog voor langdurige waardecreatie voor alle belanghebbenden. Toelichting op de MVO-missie In de wereld bestaat een fundamenteel tekort aan gezonde en voedingsstofrijke voeding. Zuivelproducten bevatten van nature een zeer hoge voedingswaarde. Als multinationale, leidende onderneming op het gebied van zuivelproductie heeft FrieslandCampina de ambitie om haar betrokkenheid te tonen bij verantwoorde voedselproductie. FrieslandCampina wil een toonaangevende rol spelen op het gebied van: • voedingswaarde & gezondheid: door het bestrijden van obesitas en ondervoeding; • duurzame melkveehouderij: door een standaard te ontwikkelen op het gebied van duurzame melkveehouderij; • duurzame productieketens: door het beter benutten van grondstoffen en hulpbronnen;
• ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika: door melkveehouders te helpen op het gebied van de kwaliteit van melk, productiviteit en bedrijfsvoering. Daarmee wordt de lokale voedselproductie geborgd. Toelichting op de MVO-visie FrieslandCampina voorziet een uitdagende toekomst voor een wereld die in 2050 wordt bevolkt door negen miljard mensen. De groei van de wereldbevolking vereist ingrijpende veranderingen op het gebied van de productie van voedsel, diervoeding en brandstoffen. FrieslandCampina stelt zich tot doel om op een constructieve manier bij te dragen aan het veranderingsproces naar een meer duurzame toekomst en grotere voedselzekerheid. In denken en doen wil FrieslandCampina verantwoordelijkheid nemen voor de wereld waarin huidige én toekomstige generaties werken en leven. FrieslandCampina zoekt daarom naar een evenwicht tussen enerzijds de prestaties als bedrijf en anderzijds de inzet voor milieu en maatschappij. Dat moet een duurzaam evenwicht zijn, zodat de gezondheid van de mens, het milieu en de continuïteit van FrieslandCampina ook op termijn zijn gewaarborgd. Melk verbindt generaties. Boerderijen en land worden van generatie op generatie overgedragen, net als het lidmaatschap van de coöperatie en haar cultuur. De ledenveehouders van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina zorgen voor de natuur, het landschap, de dieren en de mensen omdat niet alleen naar vandaag, maar ook naar morgen wordt gekeken.
16
De MVO-aanpak van FrieslandCampina
Ook de verantwoordelijkheid voor de onderneming FrieslandCampina is van belang. Alles draait om evenwicht. Duurzaamheid houdt het bedrijf vitaal en winstgevend. FrieslandCampina kan, op grond van een sterke economische basis, consumenten, klanten, werknemers, aangesloten boeren en de maatschappij beter van dienst zijn, terwijl tegelijkertijd wordt zorggedragen voor het milieu.
MVO is voor ons van wezenlijk belang “MVO is voor ons van wezenlijk belang. Toekomstige groei zal alleen nog klimaatneutraal plaatsvinden. In 2010 hebben we een nieuwe visie en strategie opgesteld op basis van wat we in de wereld zien gebeuren. Er is schaarste aan natuurlijke hulpbronnen en er is toenemende behoefte aan nutriëntrijke voeding, gegarandeerd veilige levensmiddelen en aan voedselzekerheid, om maar een paar punten te noemen. De dynamiek om ons heen en de uitdagingen die we zien, hebben we vertaald in vier MVO-prioriteiten. Van de prioriteiten zitten er twee in de hoek van duurzaamheid, in de zin van het voortdurend pogen de voetafdruk van onze activiteiten te verkleinen. Daarbij gaat het om efficiënt omgaan met energie, grondstoffen, water, land, transport, verpakkingen etc., om reductie van broeikasgassen, invoering van duurzame energie, minder afval en meer hergebruik. We stellen samen met de ledenmelkveehouders standaarden op voor de duurzame melkveehouderij met concrete doelen voor bijvoorbeeld dieren-welzijn en weidegang, en de beperking van broeikasgassen en medicijngebruik. Ook richten we de verwerking van zuivel en transport & logistiek in onze keten van boerderij tot klant zo efficiënt en zo duurzaam mogelijk in. De andere twee pijlers hebben te maken met maatschappelijke verantwoordelijkheid en proactief bijdragen aan de ontwikkeling van gemeenschappen waarbinnen we opereren. We helpen boeren in Azië en West-Afrika, waarmee we de lokale voedselproductie ondersteunen. En met zo’n voedzaam product als melk kunnen we een rol spelen bij het bestrijden van nutriëntentekorten en samen met anderen proberen iets te doen aan bijvoorbeeld het groeiende probleem van overgewicht onder kinderen.”
Frank van Ooijen, Director Corporate Communication en Director Sustainability FrieslandCampina
Toelichting op de MVO-strategie Binnen de vier prioriteitsgebieden worden de actieplannen uitgevoerd waarmee FrieslandCampina haar ambities op het gebied van MVO wil realiseren. Voor alle prioriteitsgebieden zijn of worden in de komende jaren KPI’s, doelstellingen en actieplannen ontwikkeld. Ook alle reeds in gang gezette activiteiten op het gebied van MVO en duurzaamheid hebben hierin een plek gevonden. Dit sluit aan op het eerder ingezette beleid. Relaties met belanghebbenden FrieslandCampina hecht veel waarde aan een goede relatie en dialoog met haar belanghebbenden. Zij streeft naar een juiste balans tussen de belangen en verwachtingen van FrieslandCampina en die van de leden-melkveehouders, consumenten, medewerkers, industriële afnemers, partners, (lokale) overheden en maatschappelijke organisaties. Per groep belanghebbenden heeft FrieslandCampina deze visie verder ingevuld. Leden-melkveehouders FrieslandCampina garandeert de afname van de door de leden-melkveehouders geproduceerde melk, mits deze voldoet aan een aantal kwaliteitscriteria. FrieslandCampina betaalt de leden-melkveehouders voor de geleverde melk een garantieprijs en een prestatietoeslag. De garantieprijs is gebaseerd op de melkprijzen van in totaal zeventien zuivelbedrijven in Nederland, Duitsland, Denemarken en België. De prestatietoeslag is afhankelijk van de financiële prestatie van de onderneming. FrieslandCampina streeft naar optimale samenwerking tussen de leden-melkveehouders van de coöperatie en de onderneming FrieslandCampina.
17
De MVO-aanpak van FrieslandCampina
MVO-missie en -visie MVO-missie Er is een fundamentele behoefte in de wereld aan voeding met nutritionele betekenis. Melk is van nature een van de rijkste voedingsbronnen en is de basis van veel zuivelproducten. Als een van de internationale, leidende zuivelbedrijven in de wereld, streven wij ernaar onze betrokkenheid te tonen bij verantwoorde productie van zuivel en leiderschap op het vlak van MVO door onze actieve inzet op: • voedingswaarde & gezondheid (met name aanpak nutriëntentekorten); • duurzame melkveehouderij; • duurzame productieketens; • ontwikkeling melkveehouderij Afrika en Azië.
MVO-visie Wij voorzien een uitdagende toekomst voor een wereld met 7 miljard burgers in 2011 en 9 miljard in 2050. De snelle groei van de wereldbevolking zal grote veranderingen teweegbrengen in de wijze waarop de samenleving wordt voorzien van voedsel, diervoeding en energie (feed, food, fuel). FrieslandCampina wil een constructieve bijdrage leveren aan de transitie naar een meer duurzame toekomst waar voedselzekerheid en nutriëntenzekerheid zijn gewaarborgd. Wij geloven in de ‘business case’ van duurzaam ondernemen. Maatschappelijke behoeften bieden ook kansen voor groei, innovatie en meer efficiency bij bedrijven terwijl tegelijkertijd substantiële bijdragen kunnen worden geleverd aan de oplossing van diverse sociale en milieuproblemen.
MVO-strategie Er zijn vier prioriteitsgebieden (pijlers) bepaald. Aan deze pijlers zijn of worden KPI’s, doelstellingen en actieplannen gekoppeld.
De pijlers
① Voedingswaarde & gezondheid
② Duurzame
melkveehouderij
③ Duurzame
productieketens
④ Ontwikkeling melkvee-
houderij in Azië en Afrika
Het fundament Medewerkersbeleid gericht op optimale betrokkenheid bij de onderneming.
De dialoog met de leden-melkveehouders wordt als volgt vormgegeven. • De leden ontvangen specifieke managementinformatie betreffende de kwaliteit en hoeveelheid geleverde melk. Via buiten- en binnendienst wordt hulp geboden bij vragen over de melkwinning en coöperatieve zaken. • Tweemaandelijks ontvangen de leden het blad Melk, met informatie over FrieslandCampina, ontwikkelingen in de onderneming en coöperatie, melktechnische informatie en de producten van FrieslandCampina.
Borging van MVO en duurzaamheid door middel van afspraken, betrokkenheid, gedragscodes, beleidsdocumenten, convenanten, rapportages en certificeringen.
• Er is een speciale website Melkweb voor de leden-melkveehouders die specifieke managementinformatie en algemene informatie biedt. • Leden-melkveehouders bespreken de ontwikkelingen in de coöperatie en onderneming en kiezen hun vertegenwoordigers op districtsvergaderingen De ledenmelkveehouders van de coöperatie zijn ingedeeld in 21 geografische districten. • De 21 districtsbesturen vormen gezamenlijk de algemene vergadering van de coöperatie. De algemene vergadering kiest negen bestuursleden die de coöpe-
Implementatie van MVO binnen de gehele organisatie: MVO governance board, het duurzaamheidcoördinatieteam, vier implementatieteams.
ratie besturen. De negen bestuursleden van de coöperatie vormen samen met vier externe commissarissen de raad van commissarissen van Koninklijke FrieslandCampina N.V. • In de ledenraad vindt besluitvorming plaats over statuten, reglementen en de jaarrekening van de coöperatie. • De coöperatieraad (de voorzitters van de 21 districten) functioneert als klankbord voor het bestuur en brengt advies uit over regelingen en voorstellen van de executive board waarvoor de goedkeuring van de ledenraad benodigd is.
18
De MVO-aanpak van FrieslandCampina
Open Boerderijdagen groot succes Dat consumenten geïnteresseerd zijn in het boerenbedrijf blijkt uit het succes van de door het merk Campina georganiseerde Open Boerderijdagen. In 2010 bezochten zo’n 100.000 geïnteresseerden in één week de deelnemende melkveehouderijbedrijven.
• Bestuursleden en districtsbestuursleden zijn aanspreekpunten voor de ledenmelkveehouders. • In de Centrale Vergadering van Districtsraden vindt overleg plaats en wordt informatie uitgewisseld en gediscussieerd over ontwikkelingen en voorstellen binnen de coöperatie. Consumenten FrieslandCampina biedt haar consumenten hoogwaardige, smakelijke, voedzame zuivelproducten in combinatie met voorlichting op het gebied van voeding en gezondheid. De dialoog met de consumenten wordt op meerdere manieren gevoerd. Een aantal voorbeelden: • Continu vindt marktonderzoek plaats naar het gedrag van consumenten, de waardering en het gebruik van producten, diensten en communicatie en hun houding ten aanzien van thema’s als voeding, gezondheid en duurzaamheid. • Productdemonstraties in winkels en consumentenpanels leiden tot direct contact met de consument en inzicht in behoeften, waardering en gebruik van producten. • Consumenten kunnen via consumentenserviceafdelingen mondeling en/of schriftelijk contact opnemen, informatie vragen en klachten doorgeven.
In een aantal landen wordt door voedingskundigen informatie verschaft over toepassingen van zuivelproducten in de dagelijkse voeding van zowel kinderen als volwassenen.
Toekomstige groei zal alleen nog klimaatneutraal plaatsvinden. Medewerkers FrieslandCampina biedt uitstekende carrièremogelijkheden en individuele groei in een professionele en aantrekkelijke werkomgeving. De communicatie met de medewerkers vindt zowel mondeling als schriftelijk plaats. Zij worden op de hoogte gehouden van de belangrijkste gebeurtenissen die FrieslandCampina aangaan, onder andere door middel van werkoverleg, medewerkersbijeenkomsten, intranet, interne mededelingen en het personeelsmagazine Spark. Een overzicht van de ontwikkelingsmogelijkheden voor medewerkers is te vinden in het hoofdstuk Medewerkers op pagina 41.
19
De MVO-aanpak van FrieslandCampina
Industriële afnemers FrieslandCampina biedt een unieke ‘van gras tot glas’-waardeketen. Hoogstaande normen op het gebied van kwaliteit, efficiency, innovatie en duurzaamheid creëren maximale waardegroei voor de afnemers. FrieslandCampina zoekt actief het overleg met afnemers, in alle landen en op alle niveaus door gericht accountmanagement, deelname aan internationale beurzen en conferenties, speciale bijeenkomsten en diverse samenwerkingsvormen. Een voorbeeld daarvan is het carbonpact dat medio 2010 is gesloten tussen FrieslandCampina en haar grootste afnemer, het Franse Danone. Daarin is overeengekomen dat FrieslandCampina Danone zal helpen bij het realiseren van hun doelstellingen op het gebied van CO2-reductie. De initiatieven vinden plaats op coöperatieniveau (afspraken met boeren), in de zuivelverwerkende fabrieken door energiezuinige oplossingen, efficiencyverhoging en andere verpakkings- en vervoerskeuzes. In het laatste geval gaat het bijvoorbeeld over de keuze voor bulkleveringen in plaats van verpakkingen en over het leveren van vloeibare ingrediënten in plaats van poeder. Daardoor kunnen aanzienlijke resultaten worden geboekt op het terrein van CO2reductie. De wensen van Danone sluiten goed aan bij de MVO-doelstellingen van FrieslandCampina. (Lokale) overheden In samenwerking met overheden ondersteunt FrieslandCampina in de meeste landen in West-Afrika en Zuidoost-Azië waar zij actief is melkveehouders om de lokale voedselproductie te vergroten. In haar thuismarkt ondersteunen FrieslandCampina leden-melkveehouders diverse initiatieven voor natuurbescherming, het onderhouden van het platteland en het behoud van de biodiversiteit.
Maatschappelijke organisaties FrieslandCampina voert veelvuldig overleg met een breed scala aan (inter)nationale maatschappelijke organisaties, zoals het Wereld Natuur Fonds (WWF), Solidaridad, Natuur & Milieu, Dierenbescherming, de Wereld Gezondheidsorganisatie WHO, Natuurbeschermingsorganisatie IUCN, consumentenorganisaties en diverse andere belangenbehartigers op het gebied van natuur, milieu, biodiversiteit, fair trade en dierenwelzijn. Het overleg met maatschappelijke organisaties vindt één op één plaats, maar ook in diverse overlegorganen zoals SAI (Sustainable Agriculture Initiative), de Nederlandse werkgeversorganisatie VNO-NCW, FNLI (Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie) en Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij.
FrieslandCampina hecht veel waarde aan een goede relatie en dialoog met haar belanghebbenden. Het fundament van het MVO-beleid Het fundament van de MVO-strategie wordt gevormd door: • een medewerkersbeleid dat erop gericht is de medewerkers zo optimaal mogelijk te betrekken bij de onderneming; • een samenstel van afspraken, betrokkenheid, gedragscodes, beleidsdocumenten, convenanten, rapportages en certificeringen, waarin maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid binnen FrieslandCampina worden geborgd; • een organisatie bestaande uit de MVO Governance Board, het duurzaamheidcoördinatieteam, alsmede vier teams die verantwoordelijk zijn voor de implementatie van MVO binnen de gehele organisatie.
Voedingswaarde & gezondheid Gezondheidsvoorlichting in Indonesië
Peak-sachets in Nigeria
Producten met het ‘Ik kies bewust’-logo
FrieslandCampina wil bijdragen aan het bestrijden van het ondervoedingsprobleem door alle goede nutriëntrijke eigenschappen van zuivel en wil daarnaast helpen bij het terugdringen van obesitas, onder andere door het verbeteren van voorlichting op het gebied van gezond eten en gezond leven.
22
De vier pijlers van het MVO-beleid Voedingswaarde & gezondheid FrieslandCampina brengt voortdurend producten op de markt die waardevolle nutriënten bevatten en een bijdrage leveren aan een gezonde en verantwoorde voeding.
Doelstellingen Op het gebied van voedingswaarde & gezondheid zijn voor de nabije toekomst de onderstaande doelstellingen geformuleerd: •
bijdragen aan het bestrijden van het ondervoedingsprobleem door alle goede eigenschappen van zuivel;
•
bijdragen aan het terugdringen van obesitas;
•
verbeteren van voorlichting op het gebied van gezond eten en gezond leven;
•
opzetten van samenwerkingsverbanden met mogelijke partners;
•
activeren van de Wereld Melkdag en de Wereld Schoolmelkdag van de Voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) in alle vijfentwintig landen waar FrieslandCampina actief is.
Bestrijden van ondervoeding en obesitas De meeste producten die FrieslandCampina op de markt brengt, zijn ook verkrijgbaar in een light alternatief met minder vet of toegevoegd suiker of met een lager zoutgehalte. Daarnaast wordt gewerkt aan het optimaliseren van de samenstelling van producten in het assortiment zodat steeds meer producten het ‘Ik Kies Bewust’-logo kunnen voeren. De doelstelling is dat meer kinder- en gezondheidsvoeding eind 2011 voldoet aan de criteria voor het ‘Ik Kies Bewust’-logo. Momenteel wordt nagedacht over specifiek op de voedingsbehoeften van kinderen afgestemde producten en portiegroottes. Het verlagen van suiker en zout in consumentenproducten gebeurt stapsgewijs, zodat de veranderingen niet merkbaar zijn voor de consument. Maar uiteindelijk betekent dit wel een belangrijke stap in de richting van een lagere inname van suiker en zout door de consument. Zo is het zoutgehalte in kaasproducten in 2010 teruggebracht met circa 500 ton, dit komt overeen met zeventien volle vrachtauto’s. Ook is het suikergehalte van producten verlaagd. Dat geldt voor de merken Vifit, Fristi, Mona (puddingen), Yoki (drink) en DubbelFrisss. In 2011 zal ook het suikergehalte van GoedeMorgen drinkontbijt worden teruggebracht. In 2010 ontving FrieslandCampina Benelux de Aanmoediging Jaarprijs Voedingscentrum 2010. Met het stapsgewijs verlagen van de hoeveelheid toegevoegde suiker in reguliere
zuivelproducten en fruitdranken maakt FrieslandCampina de gebruikelijke keuze van de consument ongemerkt gezonder, met behoud van smaak. Enkele voorbeelden • De zuiveldranken, yoghurts en desserts van Optimel (in Nederland) en Optiwell (in Duitsland en andere landen) bevatten 0 procent of 0,1 procent vet en er is geen suiker toegevoegd. In Nederland en Duitsland zijn deze producten voorzien van het ‘Ik Kies Bewust’-logo. • De kazen van Milner bevatten minder zout en vet dan gewone Goudse kazen. Zo bevat Milner lichtgerijpt ruim 22 procent minder zout. Milner 30+-kaas 40 procent minder vet en Milner XtraSlimm (10+-kaas) zelfs 80 procent minder vet. Ook de (smeer)kazen in het Slankie-assortiment bevatten steeds minder vet en zout. Onderzoek voedingsgewoonten in Zuidoost-Azië In diverse landen in Zuidoost-Azië is FrieslandCampina een omvangrijk wetenschappelijk voedingsonderzoek gestart om beter inzicht te krijgen in het voedingswelzijn en de voedingsbehoefte en -patronen bij kinderen tot en met 12 jaar. In Indonesië, Maleisië, Thailand en Vietnam is in samenwerking met toonaangevende voedingsinstituten een nationaal onderzoek gestart. Het is voor het eerst dat in deze regio op deze schaal een wetenschappelijk voedings-
23
De vier pijlers van het MVO-beleid
Wereldrecord melkdrinken Tijdens de Dutch Lady World Milk Day in Maleisië op 30 mei 2010 verzamelden zich ruim 2.500 mensen voor een recordpoging waarbij zo veel mogelijk mensen tegelijkertijd melk moesten drinken. De geslaagde poging werd opgenomen in het Guinness Book of Records.
onderzoek wordt verricht naar zaken als voedselinname, biochemische bloedanalyses, lichaamssamenstelling en lichamelijke activiteit. Aan de hand van de onderzoeksresultaten wil FrieslandCampina de samenstelling van haar producten verbeteren, zodat een grotere bijdrage kan worden geleverd aan de voedingsbehoefte en gezondheid van kinderen. Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met een aantal toonaangevende instituten op het gebied van voeding en gezondheid zoals PERSAGI (Persautuan Ahli Gizi Indonesia), Maleisië (UKM — Universiteit van Kebangsaan Malaysia), Thailand (MAHIDOL — Universiteit van Mahidol) en Vietnam (Nationaal Voedingsinstituut — Vien Dinh Duong). Alle gegevens uit het voedingsonderzoek worden door wetenschappers van de diverse voedingsinstituten geanalyseerd en verwerkt, waarbij ondersteuning en multidisciplinaire deskundigheid worden geboden door onderzoekers van FrieslandCampina wereldwijd. Vanwege het uitgebreide en wetenschappelijk diepgaande karakter van het onderzoek worden de resultaten in het eerste kwartaal van 2012 verwacht. Betere voorlichting op het gebied van gezond eten & gezond leven Toegang tot gezond voedsel is een van de belangrijkste onderdelen van het realiseren van voedselzekerheid voor de wereldbevolking. Niet alleen in Europa en de Verenigde Staten vormen verkeerde voedingsgewoonten een bedreiging voor de gezondheid. In Afrika en Azië wordt door de stedelijke
bevolking tot 50 procent van het voedselbudget uitgegeven aan goedkope, vitaminearme en mineraalarme voeding. Dit zogenaamde ‘stadsvoedsel’ is verantwoordelijk voor de enorme toename van obesitas en overgewicht. In een land als India zijn dieetgerelateerde ziektes zoals diabetes een groeiend probleem in de verstedelijkte gebieden. Als onderdeel van het bestrijden van ondervoeding en obesitas heeft FrieslandCampina zich tot doel gesteld consumenten en professionals niet alleen zorgvuldig te informeren over de samenstelling van producten, maar ook over voedingswaardes, voeding in een gezonde leefstijl in het algemeen, en over het belang van voldoende lichaamsbeweging voor de gezondheid. In 2010 is een aantal nieuwe initiatieven op dit gebied opgezet en zijn bestaande programma’s voortgezet. Ook zijn communicatiemiddelen ontwikkeld die zich specifiek richten op gezondheidskundigen waarbij de nadruk ligt op gezonde voeding in het algemeen en de relatie met FrieslandCampina-producten in het bijzonder. Hiertoe worden mailings, de website en symposia ingezet. Daarnaast is het Product Magazine ontwikkeld met daarin uitgebreide voedingskundige informatie over de producten die het ‘Ik Kies Bewust’-logo dragen. Voorbeelden van voorlichtingsprojecten ‘Ik Kies Bewust’ FrieslandCampina is een van de oprichters van het ‘Ik Kies Bewust’-programma, een
24
initiatief om consumenten te helpen bij het maken van een gezonde keuze. Producten met het ‘Ik Kies Bewust’-logo bevatten minder zout, suiker en verzadigde vetten. In 2010 is de receptuur van een aantal producten aangepast om te kunnen voldoen aan de criteria. Daarnaast hebben Appelsientje, DubbelFrisss en Taksi nieuwe producten geïntroduceerd. Door voor producten met het ‘Ik Kies Bewust’-logo te kiezen, maakt de consument eenvoudig de gezonde keus binnen de betreffende productgroep. FrieslandCampina beschikte in 2010 over 158 producten die voldoen aan de criteria van de Stichting Ik Kies Bewust. Meer informatie over Ik Kies Bewust is te vinden op www.ikkiesbewust.eu en www.choicesprogramme.org. Naast heldere informatie over de voedingswaarde en de samenstelling van producten op het productetiket en op websites, zal op de verpakking extra informatie worden opgenomen over het belang van zuivel in een gezond voedingspatroon, over gezonde eetgewoonten en het belang van voldoende lichaamsbeweging. In 2010 (en in 2011) heeft Extran de Marathon van Rotterdam gesponsord. Bewegen wordt ook gestimuleerd door een actie van Optimel in samenwerking met het Nederlandse weekblad Viva onder het motto ‘lekker bewegen met Optimel en Viva’. JOGG-initiatief in Nederland In 2010 is in Nederland het JOGG-initiatief (Jongeren Op Gezond Gewicht) gelanceerd, waaraan FrieslandCampina actief bijdraagt. Door de JOGG-aanpak moeten voldoende bewegen en gezonder eten de norm worden. Deze aanpak omvat acties waarbij aandacht voor voeding en beweging op school, betere sport- en speelfaciliteiten en voorlichting aan ouders centraal staan. Voedingsinformatiecentrum in Vietnam In Vietnam heeft FrieslandCampina een voedingsinformatiecentrum opgezet om consumenten voor te lichten over gezonde voeding. Zo kunnen ouders voor voedingsadvies voor hun kinderen terecht bij
De vier pijlers van het MVO-beleid
voedingskundigen. Ook worden in samenwerking met ouders en kinderartsen lesprogramma’s ontwikkeld, evenementen georganiseerd en opleidingen voor professionals verzorgd. Het centrum werkt daarbij samen met het Vietnamese Ministerie van Gezondheid, het National Institute of Nutrition en andere belanghebbenden. Samen met de Vietnam Nutrition Association heeft FrieslandCampina Vietnam de Dutch Lady Nutrition Award in het leven geroepen voor jonge wetenschappers en onderzoeksinstellingen op het gebied van voeding. FrieslandCampina op school In het kader van een evenwichtig voedingspatroon bij kinderen heeft FrieslandCampina een schoolmelkprogramma in Nederland, Campina op School. Schoolmelk is al ruim
Toegang tot gezond voedsel is een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van voedselzekerheid in de wereld. vijftig jaar een begrip in Nederland en zeker onder de 110.000 kinderen die een abonnement hebben. Alle producten uit het abonnement van Campina dragen nu het ‘Ik Kies Bewust’-logo en vallen binnen de voorkeursof middenwegcategorie van het Voedingscentrum. Daarnaast is door een samenwerking met Fruitmasters ook schoolfruit beschikbaar. Meer informatie over Campina op School is te vinden op www.campinaopschool.nl. Ook in Duitsland doet FrieslandCampina mee aan een schoolmelkprogramma. FrieslandCampina is hier de grootste aanbieder van schoolmelk. Op ruim vijfduizend scholen in Noordrijn-Westfalen, zowel basisonderwijs als voortgezet onderwijs, wordt halfvolle Landliebe-melk aangeboden.
25
De vier pijlers van het MVO-beleid
Wereld Melkdag Sinds 2001 organiseren de FAO en UNICEF jaarlijks de Wereld Melkdag op 1 juni. In een groot aantal landen steunt FrieslandCampina dit initiatief al. Het is belangrijk de gezonde belofte van melk wereldwijd uit te dragen, zowel naar consumenten als naar de eigen medewerkers. Daarom wil FrieslandCampina in 2011 en 2012 geleidelijk in alle vijfentwintig geografische markten van FrieslandCampina aan de Wereld Melkdag deelnemen. Doelstelling van de FAO is om in het jaar 2015 1,5 miljard kinderen met dit initiatief te bereiken. Verantwoorde marketing en reclame FrieslandCampina houdt zich aan lokale weten regelgeving voor reclame en de overeengekomen nationale reclamecodes in het land van verkoop. Reclame gericht op kinderen Omdat het voor jonge kinderen soms lastig is het doel van reclame te begrijpen, willen de World Health Organisation en de Europese Unie dat fabrikanten een verantwoord beleid voeren als het gaat om reclame. In 2009 heeft FrieslandCampina in Nederland een nieuwe eigen norm voor reclame ontwikkeld. Deze norm is per 1 januari 2010, samen met de vrijwillige code van de FNLI, van kracht geworden voor het gehele concern en bestaat uit voorschriften voor: • reclame in het algemeen; • op kinderen gerichte reclame in het algemeen; • reclame gericht op kinderen onder twaalf jaar binnen de Europese Unie; • schoolprogramma’s, waaronder schoolmelk. In de Europese Unie geldt dat wanneer het publiek voor een tv-reclame voor meer dan 30 procent uit kinderen onder twaalf jaar bestaat, FrieslandCampina alleen reclame maakt voor producten die voldoen aan de toekomstige nutriëntenprofielen van de Europese Unie. Tot de nutriëntenprofielen definitief zijn, moeten producten voldoen aan de criteria van het FoodProfiler-systeem. Meer informatie over het FoodProfiler-systeem is te vinden op www.thefoodprofiler.com.
Ruim 250 kinderen, jongeren, Kamerleden, wethouders en ondernemers gaven, samen met voorzitter Paul Rosenmöller, de landelijke aftrap met een speciaal voor JOGG ontwikkelde flashmob op het Plein in Den Haag.
Stimuleer gezamenlijk gezond eten, actief spelen en recreatie Op 3 november 2010 ondertekenden Albert Heijn, Albron, FrieslandCampina, Nutricia, Unilever en Zilveren Kruis Achmea en de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Veghel en Zwolle een unieke samenwerkingsovereenkomst voor de landelijke uitrol van JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht). De voorzitter van het Convenant Gezond Gewicht en ambassadeur JOGG, Paul Rosenmöller, riep het nieuwe kabinet-Rutte op om deze publiek-private samenwerking te blijven steunen: “Het kabinet richt zich op het vetrandje bij de overheid en de bestuurlijke obesitas. Ik vraag het kabinet om ook steun te geven aan preventie en bestrijding van het échte overgewicht en obesitas onder de jeugd, met de JOGG-aanpak. We spreken iedereen aan op zijn verantwoordelijkheid. De jeugd en hun ouders, maar ook de gemeenten, het bedrijfsleven, zorgverzekeraars en dus ook de rijksoverheid. Publiek-private samenwerking zal ons veel gezondheidswinst opleveren. Dat is zowel sociaal als economisch van groot belang.” Meer informatie op www.jongerenopgezondgewicht.nl.
Duurzame melkveehouderij Zonnepanelen
Discussie met leden over duurzaamheid
Duurzame soja
FrieslandCampina vindt het belangrijk dat melk en andere grondstoffen die nodig zijn voor de producten op duurzame wijze worden geproduceerd. Daarbij gaat het om landbouwmethoden die niet alleen zo weinig mogelijk impact op het milieu hebben, maar ook een bijdrage leveren aan het welzijn van lokale gemeenschappen. Centraal in de aanpak staat de samenwerking met de ledenmelkveehouders, leveranciers en lokale gemeenschappen. Op deze manier werkt FrieslandCampina aan het verder verduurzamen van de melkveehouderij.
28
De vier pijlers van het MVO-beleid
Duurzame melkveehouderij Doelstellingen Samen met de leden-melkveehouders heeft Zuivel-
FrieslandCampina vindt het belangrijk dat melk en andere grondstoffen, die nodig zijn voor de producten, op duurzame wijze worden geproduceerd.
coöperatie FrieslandCampina de volgende doelstellingen op het gebied van duurzame melkveehouderij geformuleerd: •
verlagen van de uitstoot van broeikasgassen met 30 procent in het jaar 2020 ten opzichte van 1990;
•
toepassen van duurzame energiebronnen, waarbij de doelstelling is dat in 2020 alle benodigde energie voor productie en transport van zuivelproducten op duurzame wijze wordt verkregen;
•
terugbrengen van mastitis en klauwproblemen naar een natuurlijk niveau;
•
‘duurzame’ stallen naar 5 procent van het totaal;
•
terugbrengen van het gebruik van antibiotica bij dieren met 50 procent in 2013;
•
weidegang handhaven op het huidige niveau van 75 tot 80 procent van het aantal ledenbedrijven;
•
toepassen van duurzame productie van palmpitschilfers en sojaschroot in diervoeders in 2015;
•
behoud natuur en biodiversiteit.
Daarbij gaat het om landbouwmethoden die niet alleen zo weinig mogelijk impact op het milieu hebben, maar ook een bijdrage leveren aan het welzijn van lokale gemeenschappen. Centraal in de aanpak staat de samenwerking met de leden-melkveehouders, leveranciers en lokale gemeenschappen. Op deze manier werkt FrieslandCampina aan het verder verduurzamen van de melkveehouderij. Daarom wil FrieslandCampina haar standaard bepalen voor duurzame melkveehouderij. Hiertoe is een aanzet gegeven voor een geïntegreerd duurzaamheidsconcept, dat door Zuivelcoöperatie FrieslandCampina ter bespreking aan de leden is voorgelegd. Een aantal onderdelen van dit duurzaamheidsconcept is al eerder in samenspraak met de Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO) en Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) vastgelegd in het actieprogramma Duurzame Zuivelketen. In dit actieprogramma zijn drie thema’s uitgewerkt: • energie & klimaat: verlagen uitstoot broeikasgassen met 30 procent in 2020 ten opzichte van 2009; energieneutrale productie van de zuivelketen; • de koe centraal: het stimuleren van weidegang en het verhogen van de gezondheid en het dierenwelzijn van melkkoeien; • behoud natuur en biodiversiteit. Meer informatie hierover is te vinden op www.duurzamezuivelketen.nl.
Een aantal plannen is in de afgelopen periode tot uitvoering gekomen. Zo is bijvoorbeeld op initiatief van Agentschap NL, dat bedrijven ondersteunt bij energiebesparende projecten, een film gemaakt over energiebesparing en productie in de zuivelketen (melkveehouderij én industrie). De film toont hoe zuivelbedrijven werken aan energie-efficiency aan de hand van beelden bij FrieslandCampina DMV en bij DOC Kaas. Ook komt de opslag van zonne-energie in een batterij bij de zogenaamde fotonenboer aan bod. Duurzame energiebronnen In 2010 heeft FrieslandCampina 22,5 procent van haar elektrische energiebehoefte gedekt via de inkoop van duurzaam opgewekte stroom. Gedeeltelijk wordt deze opgewekt door de bedrijven van de leden-melkveehouders met bijvoorbeeld biovergisters, windmolens en zonnepanelen. Als leden-melkveehouders deze stroom aan het net leveren, kunnen zij groencertificaten verkopen aan FrieslandCampina. Zo is het mogelijk de energie af te zetten tegen een gegarandeerde prijs. Om deze activiteiten goed te laten verlopen is een overeenkomst afgesloten met energieleverancier Essent. In 2011 zal 25 procent van de energiebehoefte worden gedekt via de inkoop van duurzaam opgewekte stroom. Een aanzienlijk deel hiervan zal dan al afkomstig zijn van leden-melkveehouders. Het accent ligt vooralsnog op Nederland.
29
De vier pijlers van het MVO-beleid
Weidegang “Met haar voorstellen weidegang in stand te houden en te stimuleren heeft FrieslandCampina heel wat los gemaakt. Terecht, want weidegang is een must voor het dierenwelzijn en voor behoud van het draagvlak voor de melkveehouderij in Nederland. Nu komt het erop aan die weidegang voor alle koeien daadwerkelijk te behouden c.q. te realiseren.”
Frank Dales, Algemeen directeur Dierenbescherming
In Duitsland wordt, weliswaar via een door de overheid gefaciliteerd systeem, momenteel 20 procent van de energiebehoefte via duurzaam opgewekte stroom gedekt. Weidegang Koeien die in de wei staan, hebben veel ruimte om te bewegen. Bovendien is een grazende koe onderdeel van het Nederlandse cultuurlandschap. Via haar weidemelkprogramma stimuleert FrieslandCampina haar melkveehouders in Nederland, Duitsland en België hun koeien buiten te laten lopen. Wie zijn koeien ten minste 120 dagen per jaar, minimaal zes uur per dag buiten laat grazen, krijgt daarvoor een kleine financiële vergoeding van 0,05 euro per 100 kilo melk. Via het weidemelkprogramma en de zichtbaarheid van weidemelk in het schap worden ook consumenten bij het thema betrokken. De belangrijkste dagverse zuivelproducten onder het merk Campina in Nederland, Landliebe in Duitsland alsmede de biologische zuivel Campina Boerenland en Ecomel bestaan uit weidemelk. Voor adviezen over het toepassen van weidegang kunnen Nederlandse leden-melkveehouders terecht bij de Stichting Weidegang. Deze stichting geeft melkveehouders praktische adviezen om weidegang toe te passen, ook in moeilijke situaties. Denk daarbij aan melkveehouders met grote koppels koeien, met weinig grond rondom de boerderij of melkveehouders met een automatisch melksysteem (melkrobot). De ledenmelkveehouders passen in overgrote meerderheid (circa 75 tot 80 procent) weidegang
toe. Controles op weidegang zijn opgenomen in het kwaliteitssysteem Foqus. Uit een NIPOonderzoek van april 2011 blijkt dat consumenten het welzijn van de koe belangrijk vinden en dat vooral ook koppelen aan weidegang. Meer informatie over weidegang is te vinden op www.weidegangadvies.nl. Dat consumenten geïnteresseerd zijn in het boerenbedrijf blijkt uit het succes van de door het merk Campina georganiseerde Open Boerderijdagen. In 2010 bezochten zo’n 100.000 geïnteresseerden in één week de deelnemende melkveehouderijbedrijven. Het grote succes heeft ertoe geleid dat de Open Boerderijdagen in 2011 vaker zullen worden georganiseerd.
In 2010 heeft FrieslandCampina 22,5 procent van haar elektrische energiebehoefte gedekt via de inkoop van duurzaam opgewekte stroom. Duurzame reststromen voor veevoer Restproducten van palmolieproductie zoals palmpitschilfers zijn door hun hoge eiwitgehalte bijzonder geschikt als veevoer. Door de gegarandeerde aankoop van duurzame palmolie komen er ook meer duurzame reststromen beschikbaar voor de veevoerindustrie. FrieslandCampina zal samen met de Nevedi (Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie) de mogelijkheden onderzoeken om voor veevoer meer gebruik te maken van duurzame reststromen.
30
De vier pijlers van het MVO-beleid
Biovergister zorgt voor 95 procent ammoniakreductie “Ons melkveebedrijf De Betonpleats ligt in het prachtige Friese Gaasterland, onderdeel van het Nationaal Landschap. Wij zijn ons er al jaren van bewust dat we zuinig moeten omgaan met het landschap. De manier waarop we ons bedrijf uitoefenen, moeten we daarop aanpassen. Zo’n vijftien jaar geleden zijn we gestart met het opwekken van windenergie, waarvoor een windmolen is geplaatst van 900 kW. Vijf jaar geleden is ook een mestvergister gebouwd. Alle geproduceerde mest gaat in de vergister, tezamen met afvalproducten van groente, fruit en andere waardevolle plantaardige reststromen. Dit levert enerzijds groene stroom (biogas) op en anderzijds de meststof digestaat. Deze wordt weer gebruikt om het land te bemesten, waardoor het gebruik van kunstmest sterk is teruggebracht. Een belangrijk voordeel van biovergisting is dat hiermee 95 procent ammoniakreductie wordt bereikt. Wij gebruiken 2 à 3 procent van de totaal opgewerkte groene stroom zelf; de rest leveren we aan het openbare net. In totaal voorziet ons melkveebedrijf ongeveer 2.500 huishoudens van stroom. De afgelopen jaren zijn de stallen duurzaam verbouwd en er zijn nieuwe bijgebouwd waarin onze koeien en ons jongvee meer licht, lucht, ruimte, comfort en rust krijgen. Onze filosofie is: hoe meer je doet aan verzorging en optimalisatie van de omgeving van de koe, hoe beter het welzijn van de koe. Onze meest recente innovatie is een erfwaterzuivering. De daarvoor ontwikkelde methode zorgt voor 95 procent zuivering van het erfwater. Een duurzaam melkveebedrijf runnen geeft veel voldoening, veel levensgeluk en veel uitdaging. Dat maakt het boerenvak veelzijdig en zorgt ervoor dat je midden in de maatschappij blijft staan.” Lucas Westra, Melkveehouder en groenestroomproducent in Oudemirdum
Verduurzamen sojaproductie FrieslandCampina heeft een actief beleid om toe te werken naar het gebruik van maatschappelijk verantwoorde soja door de veevoerindustrie voor het krachtvoer voor de koeien van de leden-melkveehouders. Samen met producenten en maatschappelijke organisaties wordt gewerkt aan maatschappelijk verantwoorde productie van soja(schroot) en het verduurzamen van de sojaketen. Het streven is dat de veevoerindustrie in Nederland in 2015 alleen sojaschroot inkoopt die verbouwd is volgens de criteria van de Round Table for Responsible Soy (RTRS). In India werkt FrieslandCampina samen met Solidaridad onder de naam Soypsi (Soy Producer Support Initiative) met als doel de lokale boeren te helpen bij de duurzame teelt van soja. Daartoe worden rechtstreeks afspraken gemaakt met de organisatie die de telers begeleidt, waardoor de premie die wordt betaald voor duurzame soja terechtkomt bij de telers. Vooruitlopend op de ontwikkeling van de duurzaamheidscriteria door de RTRS heeft een aantal Nederlandse bedrijven, waaronder FrieslandCampina, zich verenigd in het tijdelijke Initiatief Duurzame Soja. Doel van het initiatief is om jaarlijks een toenemende hoeveelheid sojaschroot uit ZuidAmerika aan te wenden die niet afkomstig is van recent illegaal ontboste gebieden en die voldoet aan een aantal duurzaamheidscriteria zoals: geen kinderarbeid, verantwoorde omgang met milieu en goede landbouwpraktijken. Daarnaast is FrieslandCampina partner van het Initiatief Duurzame Handel (IDH). Deze Nederlandse organisatie bundelt krachten in de samenleving en brengt koplopers uit bedrijfsleven, vakbonden, milieuorganisaties, ontwikkelingsorganisaties en overheid samen in daadkrachtige coalities. Gezamenlijk voeren zij ambitieuze verbeterprogramma’s uit. Deze programma’s richten zich op de gehele handelsketen.
31
De vier pijlers van het MVO-beleid
Duurzame productieketens De Nederlandse zuivelsector wil op termijn als geheel energieneutraal produceren. In het kader van de afspraken binnen de Nederlandse zuivelsector heeft FrieslandCampina als doelstelling om de toekomstige groei klimaatneutraal te laten plaatsvinden.
Doelstellingen Voor verduurzaming van de waardeketen heeft FrieslandCampina voor de nabije toekomst de volgende doelstellingen geformuleerd: •
verbeteren energie-efficiency per business group met 1,5 procent per jaar tot 2020;
•
transitie naar duurzame energie (zonne-energie, windenergie, biogas) in 2020. In 2011 worden concrete doelstellingen geformuleerd voor:
•
inkoop van duurzame grondstoffen als cacao, palmolie en fruit;
•
volledig FSC-gecertificeerde verpakkingen voor alle dranken van FrieslandCampina Benelux;
•
efficiënt watergebruik;
•
reduceren afval, stimuleren afvalscheiding en recycling;
•
Verbeteren energie-efficiency en overgang op duurzaam geproduceerde energie Dit betekent dat de hele keten, van melkveebedrijf tot en met productielocatie voor zuivel, op den duur in zijn eigen energiebehoefte kan voorzien door energie uit biomassa op te wekken en door wind- en zonne-energie te benutten.
verhogen transportefficiency en CO2-reductie.
Bij FrieslandCampina in Nederland is 22,5 procent van het energieverbruik afkomstig van groene energie (opgewekt met behulp van waterkracht, wind of zon). In Nederland draait de productielocatie van FrieslandCampina Creamy Creation in Rijkevoort volledig op groene energie. Dit geldt ook voor de vijf productielocaties in België. In de vestiging van FrieslandCampina DMV in Veghel worden belangrijke energiebesparingen gerealiseerd. Startpunt hiervoor was het creëren van ‘energy awareness’ bij de medewerkers door middel van het voortdurend meten van het energieverbruik. Op basis van analyses van de informatie zijn speciale energieteams ingezet. Deze teams realiseerden belangrijke reducties in het energieverbruik door slim gebruik te maken van de besparingsmogelijkheden en technologische verbeteringen.
In de fabriek in Bedum worden vloeistoffen verwerkt tot poeders (droge stof), bijvoorbeeld voor kindervoeding. Dit proces doorloopt verschillende fases. De laatste stap is het zogenaamde sproeidrogen, wat zorgt voor verdamping van het water waardoor droge stof overblijft. Hoe hoger de concentratie droge stof die aan de sproeitoren wordt gevoed, hoe minder energie nodig is voor het drogen. Om ervoor te zorgen dat de concentratie droge stof zo hoog mogelijk is, wordt in de concentratiefase steeds meer gebruikgemaakt van membraanprocessen zoals omgekeerde osmose. Het mes snijdt aan twee kanten omdat enerzijds energie wordt bespaard doordat membraanprocessen minder energie verbruiken en ook een hogere concentratie droge stof bewerkstelligen. Daardoor wordt anderzijds energie bespaard bij het sproeidrogen. Daarnaast is in deze fabriek nieuwe processoftware in gebruik genomen. Hiermee blijft het proces veel stabieler, hetgeen resulteert in minder energieverbruik en betere producteigenschappen. Tevens leidt dit weer tot een betere benutting van de sproeitoren. Deze maatregelen hebben geleid tot een jaarlijkse energiebesparing van 160.000 euro.
Duurzame productieketens Maatschappelijk verantwoord geproduceerd cacao
Milieuvriendelijke verpakkingen
Efficiënt watergebruik
De Nederlandse zuivelsector wil op termijn als geheel energieneutraal produceren. Dit betekent dat de hele keten, van het melkveebedrijf tot en met de productielocatie voor zuivel, op den duur in zijn eigen energiebehoefte kan voorzien door energie uit biomassa op te wekken en door wind- en zonne-energie te benutten. In het kader van de afspraken binnen de Nederlandse zuivelsector heeft FrieslandCampina als doelstelling de toekomstige groei klimaatneutraal te laten plaatsvinden.
34
De vier pijlers van het MVO-beleid
Afvalwater recyclen FrieslandCampina Indonesia heeft, met steun van de Nederlandse overheid, een systeem aangeschaft om afvalwater te recyclen. Door dit systeem, het eerste in zijn soort in Zuidoost-Azië, kan afvalwater worden omgezet in schoon water waarmee cv-ketels, koelsystemen en installaties worden gereinigd.
Inkoop van duurzame grondstoffen Als onderdeel van de strategie om de gehele keten te verduurzamen heeft FrieslandCampina ervoor gekozen zo veel mogelijk grondstoffen duurzaam in te kopen. Gezien de grote volumes waar FrieslandCampina mee werkt, is samenwerking met maatschappelijke organisaties daarbij onontbeerlijk. Maatschappelijk verantwoord geproduceerde cacao Het merk Chocomel van FrieslandCampina, het grootste merk chocolademelk in de Benelux, is de eerste chocoladedrank waarvoor maatschappelijk verantwoord geproduceerde cacao wordt gebruikt. Hiervoor is FrieslandCampina Benelux een samenwerking aangegaan met UTZ CERTIFIED. Dit is een keurmerk voor maatschappelijk verantwoord geproduceerde koffie, cacao en thee. UTZ CERTIFIED stimuleert de boeren bij het doorvoeren van sociale, economische en milieutechnische verbeteringen. Van alle cacao die Chocomel gebruikt, is in 2010 10 procent als UTZ CERTIFIED ingekocht. In 2011 zal dit 45 procent zijn. Het is de bedoeling dat in 2014 alle benodigde cacao voor Chocomel als UTZ CERTIFIED wordt ingekocht en in 2020 voor alle producten met cacao in Nederland en België. Ultimo 2010 was nog onvoldoende verantwoord geproduceerde cacao beschikbaar om aan de volledige behoefte van Chocomel te kunnen voldoen. Door verantwoord geproduceerde cacao te gaan gebruiken in Chocomel verbetert FrieslandCampina enerzijds de werkomstan-
digheden en de concurrentiepositie van de cacaoboeren, anderzijds investeert FrieslandCampina in de kwaliteit van cacao. UTZ CERTIFIED leert boeren hoe ze hun grond op milieuvriendelijke wijze vruchtbaar kunnen houden.
FrieslandCampina heeft ervoor gekozen zo veel mogelijk grondstoffen duurzaam in te kopen. Inkoop duurzame palmolie Met ingang van 2011 wordt duurzame palmolie ingekocht. Palmolie en palmolieproducten worden als ingrediënten gebruikt in bijvoorbeeld koffiecreamers en vetpoeders voor de voedingsmiddelenindustrie. Onder duurzame palmolie wordt verstaan dat de palmolie is gecertificeerd volgens de principes en criteria van de Ronde Tafel voor Duurzame Palmolie (RSPO). De palmolie wordt verhandeld volgens een van de drie door de RSPO goedgekeurde handelssystemen: ‘segregation’, ‘mass balance’ of ‘book & claim’. Maatschappelijke organisaties zoals Solidaridad en het Wereld Natuur Fonds (WWF) zijn nauw betrokken bij de opstelling van deze duurzaamheidscriteria. FrieslandCampina is sinds 2007 aangesloten bij de RSPO. In 2010 is het programma samen met leveranciers voorbereid om in 2011 van start te gaan.
35
De vier pijlers van het MVO-beleid
Milieuvriendelijker verpakkingen Bij FrieslandCampina zijn initiatieven genomen om de milieudruk van verpakkingen te verlagen. Hierbij gaat het om zowel primaire als secundaire verpakkingen. In 2010 is een nieuwe verpakkingsstrategie opgesteld waarbij de volgende thema’s centraal staan: • reduceren van het gewicht van verpakkingen (materiaalreductie); • stimuleren van het gebruik van monomateriaal; • stimuleren van het gebruik van hernieuwbare grondstoffen (bijvoorbeeld karton uit duurzame bosbouw); • stimuleren van hergebruik (bijvoorbeeld recycling van materiaal); • niet gebruiken/elimineren van ongewenste materialen (bijvoorbeeld pvc). FrieslandCampina gebruikt alleen al in de Benelux jaarlijks honderden miljoenen kartonnen verpakkingen voor dagverse en houdbare producten. Voor alle kartonnen drankverpakkingen in de Benelux wordt overgestapt op duurzaam karton met het keurmerk van de Forest Stewardship Council (FSC). Appelsientje was het eerste merk dat deze overstap maakte en eind 2011 moeten alle kartonnen drinkverpakkingen van FrieslandCampina Benelux het FSC-keurmerk dragen. Bij deze operatie wordt nauw samengewerkt met de verpakkingsleveranciers Tetra Pak, Elopak en SIG. In het kader van het verduurzamen van de productieketen worden in 2011 ook doelstellingen vastgesteld voor andere onderdelen van FrieslandCampina. Efficiënt watergebruik Waterbesparing is een belangrijk aandachtsgebied voor FrieslandCampina. Op diverse plaatsen wordt gewerkt aan vermindering van het watergebruik en het hergebruik van water. In samenwerking met drinkwaterleveranciers heeft FrieslandCampina nieuwe technologieën ontwikkeld die het mogelijk maken water vaker te hergebruiken. Centraal daarbij staan het hergebruiken van schoon water en het minimaliseren van afvalwater.
FrieslandCampina Indonesia heeft, met steun van de Nederlandse overheid, een systeem aangeschaft om afvalwater te recyclen. In maart 2010 werd dit systeem, met de naam Curieau®, daadwerkelijk in gebruik genomen. Door dit systeem, het eerste in zijn soort in Zuidoost-Azië, kan afvalwater worden omgezet in schoon water waarmee cv-ketels, koelsystemen en installaties worden gereinigd. Gebrek aan schoon water is in Indonesië een landelijk probleem doordat de hoeveelheid grondwater tijdens
Het in 2010 ingevoerde CO2-reductieplan draagt bij aan het streven in Nederland de CO2-uitstoot van de logistieke keten tot aan 2012 met minimaal 20 procent terug te dringen. het droge seizoen aanzienlijk afneemt en er steeds meer sprake is van grondwatervervuiling. Door het nieuwe systeem wordt 50 procent minder grondwater verbruikt en daalt de hoeveelheid (behandeld) afvalwater met 25 procent. Afval Afval wordt bij FrieslandCampina zo veel mogelijk gescheiden ingezameld, zowel op de productielocaties als op de kantoren. De totale hoeveelheid afval van de productielocaties van FrieslandCampina bedroeg in 2010 circa 25.500 ton (2009: 16.000 ton) waarvan 418 ton gevaarlijk afval. Verhogen transportefficiency en CO2-reductie FrieslandCampina heeft een CO2-reductieplan ingevoerd voor de logistieke activiteiten in Nederland van haar werkmaatschappijen FrieslandCampina Benelux en FrieslandCampina Dagvers. Het doel van dit programma is bij te dragen aan het streven in Nederland de CO2-uitstoot van de logistieke keten tot aan 2012 met minimaal 20 procent terug te dringen. FrieslandCampina gaat de CO2-reductie doorvoeren in samenwerking met drie logistieke dienstverleners waaraan het transport van de producten is uitbesteed. De maatregelen
36
De vier pijlers van het MVO-beleid
waarmee de CO2-reductie bij het transport voor FrieslandCampina vorm gaat krijgen, betreffen onder meer het efficiënter maken van de transportroutes, het actief op zoek gaan naar combineerbare lading, het verminderen van brandstofverbruik door het invoeren van het zogeheten ‘Nieuwe Rijden’ en de inzet van biobrandstoffen.
De Ronde Tafel voor Duurzame Palmolie (RSPO) werpt zijn vruchten af “Circa 85 procent van de wereldwijde productie van palmolie komt uit Indonesië en Maleisië. Voor de aanleg van plantages wordt waardevol bos vernietigd. Deze ontbossing gaat ten koste van het kwetsbare ecosysteem en leidt tot minder leefgebied voor soorten als orang oetan en olifant. Het is de belangrijkste reden voor de uitstoot van broeikasgassen in Indonesië. In 2004 was het Wereld Natuur Fonds daarom één van de oprichters van de RSPO. Deze organisatie heeft als doel het bevorderen van duurzame productie en gebruik van palmolie, door het opstellen van mondiale richtlijnen, waarin onder andere is opgenomen dat geen waardevol bos mag worden gekapt. Organisaties uit de gehele keten zijn hierin vertegenwoordigd: producenten, handelaren, palmolieverwerkende industrie, retailers, banken en maatschappelijke organisaties voor milieu- en natuurbehoud en sociale aspecten. De inspanningen werpen nu hun vruchten af. Steeds meer boeren produceren duurzame palmolie gecertificeerd door de RSPO; op dit moment 9 procent van de wereldwijde productie. Het is nu essentieel dat bedrijven deze duurzame palmolie kopen en daarmee een bijdrage leveren aan het behoud van het regenwoud. FrieslandCampina, nu zo’n vijf jaar lid van de RSPO, is een belangrijke voorloper in de zuivelsector. Het heeft een vooruitstrevend beleid, gericht op het zo spoedig mogelijk kopen van 100 procent gecertificeerde palmolie, niet alleen in Europa maar ook in Azië zelf. Daarbij blijft het niet alleen bij mooie woorden, maar wordt ook daadwerkelijk gekocht. WNF hoopt dat andere bedrijven het goede voorbeeld van FrieslandCampina zullen volgen.” Richard Holland, Hoofd Natuurbescherming, Wereld Natuur Fonds
Afnemers van FrieslandCampina Benelux en FrieslandCampina Dagvers krijgen zelf ook inzicht in de CO2-uitstoot die het transport van bestelde producten met zich meebrengt. Met behulp van de meetmethode ‘Green Order’ worden de aan de leveringen gerelateerde kilogrammen CO2 berekend en op vrachtdocumenten vermeld. Met behulp van rapportages van deze gegevens wil FrieslandCampina in samenwerking met haar klanten de mogelijkheden onderzoeken om nog duurzamer te leveren. Zo kan bijvoorbeeld gezamenlijk gekozen worden voor het inzetten van langere en zwaardere voertuigen (LZV) of voor een hoger aantal pallets per levering. In 2010 werd in het kader van het programma ‘Duurzame Logistiek’ van Connekt aan FrieslandCampina Benelux, levensmiddelenfabrikant H.J. Heinz Benelux en logistiek dienstverlener Nabuurs de Lean & Green Award toegekend voor de plannen om in vijf jaar tijd de CO2-uitstoot van hun logistieke activiteiten met 20 procent te reduceren. Hieraan is medio april 2011 concreet inhoud gegeven door ladingen te gaan combineren. Afnemers die minder dan een volle wagen bestellen, worden volgens deze nieuwe structuur beleverd. Hierdoor neemt niet alleen het aantal gereden kilometers op jaarbasis af, maar er komen ook minder vaak vrachtwagens aan de deur. Deze nieuwe ladingcombinatie betekent op jaarbasis ruim 3.000 vrachtwagenbewegingen minder, wat de drukte op de Nederlandse wegen helpt verminderen. Tevens leidt dit initiatief tot aanzienlijk minder kilometers transport, waardoor er ruim 90.000 kilo CO2 per jaar minder wordt uitgestoten. Dit komt overeen met een CO2reductie van ruim vijf procent; reeds een kwart van de totaal beoogde 20 procent reductie.
37
De vier pijlers van het MVO-beleid
Ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika FrieslandCampina ondersteunt de ontwikkeling van melkveehouderij in Azië en Afrika. Dit beleid is één van de vier pijlers onder het MVO-beleid en heeft als doel om voldoende nutriëntrijk voedsel voor een alsmaar groeiende wereldbevolking te produceren.
Doelstellingen Voor de ontwikkeling van de melkveehouderij in Azië en Afrika heeft FrieslandCampina in de landen waar zij productielocaties heeft,
De aandacht van FrieslandCampina gaat vooral uit naar programma’s waarbij boeren in Azië en Afrika in staat worden gesteld hun bedrijf zo goed mogelijk uit te oefenen en de zuivelproductie kwantitatief en kwalitatief op een hoger niveau te brengen. Bij het ontwikkelen van deze programma’s wordt nadrukkelijk gezocht naar de samenwerking met andere organisaties.
onderstaande doelstellingen voor de nabije toekomst: •
inventariseren van bestaande activiteiten en toekomstige behoeften van een overkoepelend ontwikkelingsprogramma voor de melkproductie in deze landen;
•
het vaststellen van doelstellingen voor een actieprogramma met als doel de melkveehouders in de betreffende landen zo veel mogelijk te helpen hun bedrijf optimaal uit te oefenen.
Dairy Development Program FrieslandCampina streeft ernaar een aanzienlijk deel van de melk te kopen in de landen waar zij productielocaties heeft. Door middel van het Dairy Development Program (zuivelontwikkelingsprogramma) ondersteunt FrieslandCampina kleine melkveehouderijbedrijven in Vietnam, Maleisië, Thailand, Indonesië en Nigeria met scholing, begeleiding en directe hulp. De programma’s zijn gericht op de verbetering van de melkkwaliteit en productie, de bedrijfsvoering van melkveehouderijen en de omstandigheden van lokale gemeenschappen. Daarbij wordt steeds gezocht naar duurzame samenwerking tussen zuivelbedrijven, lokale overheden, zuivelcoöperaties, gemeenschappen en boeren. Op deze manier draagt FrieslandCampina bij aan de ontwikkeling van lokale melkveehouderij en economische ontwikkeling van de betrokken gemeenschappen. Het Dairy Development Program draait het langst in Vietnam, waar in totaal 2.500 boerderijen zijn aangesloten. Ongeveer 95 procent van de Vietnamese
bedrijven heeft acht tot twaalf koeien. Veel van deze melkveehouders zijn bij het programma aangesloten. Zij krijgen onder meer scholing over dierenwelzijn en gezondheid van koeien, over het koelen van melk en over het efficiënt runnen van een bedrijf. Ook in de andere landen die onder het programma vallen, zijn al tal van belangrijke projecten uitgevoerd. Het programma is in Nigeria in de opbouwfase. Ook worden experts regelmatig in Nederland getraind. FrieslandCampina is ook gestart met ‘boer helpt boer’, een initiatief waarbij Nederlandse boeren hun Vietnamese collega’s adviezen en praktische tips geven. In de loop van 2010 is FrieslandCampina WAMCO Nigeria gestart met het Dairy Development Program. Met dit plan ondersteunt de onderneming ook de initiatieven van de federale overheid in dit deel van Nigeria die er alles aan gelegen is om de productie van melk te verbeteren en de welvaart onder boeren te vergroten. Kennis en kunde over melkproductie worden aan de boeren ter beschikking gesteld om de bedrijven op een hoger plan te brengen. Kennis vanuit Vietnam wordt overgedragen naar Nigeria door het trainen van adviseurs. FrieslandCampina WAMCO wordt het eerste zuivelbedrijf in Nigeria dat verse melk gebruikt uit Nigeria om tot gecondenseerde melk te verwerken. Eind augustus 2010 werd een nieuw research & developmentcentrum in gebruik genomen. In dit centrum worden nieuwe mogelijkheden voor melk en zuivelproducten in Nigeria verkend.
Ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika Vietnam
Nigeria
Thailand
Voldoende nutriëntrijk voedsel voor een almaar groeiende wereldbevolking is één van de vier pijlers onder het MVObeleid van FrieslandCampina. De aandacht van FrieslandCampina gaat vooral uit naar programma’s waarbij boeren in Azië en Afrika in staat worden gesteld hun bedrijf zo goed mogelijk uit te oefenen en de zuivelproductie kwantitatief en kwalitatief op een hoger niveau te brengen. Bij het ontwikkelen van deze programma’s wordt nadrukkelijk gezocht naar de samenwerking met andere organisaties.
40
De vier pijlers van het MVO-beleid
Dairy Development Program mijlpaal in Nigeria
Prinses Máxima bezoekt FrieslandCampina Vietnam
Bukola Saraki, de gouverneur van Kwara State in Nigeria, was in augustus aanwezig bij de start van het Dairy Development Program van FrieslandCampina WAMCO. Het Dairy Development Program is onderdeel van een overeenkomst die FrieslandCampina WAMCO Nigeria en melkproducent Shonga Dairies in juni 2010 aangingen. “Het gaat er om de ontwikkeling van de lokale productie en levering van verse melk in Nigeria te stimuleren. Dat was hard nodig”, vertelt managing director Bob Steetskamp. “FrieslandCampina WAMCO Nigeria heeft 45 procent van de Nigeriaanse zuivelmarkt in handen. Er is hier geen grootschalige melkproductie, dus wij importeren grondstoffen die wij verwerken tot geëvaporeerde melk in blik en melkpoeder in sachets en blik. We onderstrepen met dit initiatief onze missie: de levering van kwalitatief hoogstaande en voedzame melkproducten aan de Nigeriaanse bevolking. Er worden melkverzamelcentra opgezet waar kleinere boeren hun melk kunnen leveren”, aldus Bob Steetskamp. “De overheid stimuleert melkproductie door middel van fokprogramma’s, training en coaching en wij nemen de melk — van acceptabele kwaliteit en prijs — af en brengen onze zuivelkennis in.” Gouverneur Bukola Saraki stelt: “De melkproductie in Nigeria staat momenteel op een laag peil en het ontwikkelingsproces zal enige tijd in beslag nemen. De ontwikkeling van zuivel vraagt niet alleen om overheidssteun en om aanzienlijke investeringen in vee en apparatuur, maar ook om onze professionele aandacht en om de wil om te slagen.” Eind augustus 2010 werd dan ook een nieuw research & development centrum in gebruik genomen bij FrieslandCampina WAMCO Nigeria.
Hare Koninklijke Hoogheid prinses Máxima, staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I) en een delegatie van het Nederlands bedrijfsleven hebben op woensdag 30 maart 2011 een bezoek gebracht aan een aantal projecten van FrieslandCampina Vietnam die gericht zijn op de ontwikkeling van de plaatselijke gemeenschap en de ontwikkeling van de melkveehouderij. Tijdens het bezoek kregen de gasten een rondleiding op de modelboerderij in Binh Duong (nabij Ho Chi Minh City) waar duizenden Vietnamese boeren zijn opgeleid. Het FrieslandCampina Dairy Development Program biedt plaatselijke melkveehouders kennis aan op het gebied van melken, hygiëne, diergezondheid, fokprogramma’s en de bouw van stallen. Prinses Máxima bezocht ook leerlingen van de Vo Thi Sau school in de provincie Binh Phuoc. Dit is een van de zes scholen die binnen het Den Dom Dom-scholingsproject zijn gebouwd. FrieslandCampina Vietnam levert met dit programma een bijdrage aan de scholingsmogelijkheden van kinderen in de afgelegen gebieden van Vietnam. Mark Boot, managing director van FrieslandCampina Vietnam, was verheugd over het bezoek van de prinses: “Wij hebben prinses Máxima en de delegatie kunnen laten zien welke rol FrieslandCampina speelt in het dagelijks leven in Vietnam. De Vietnamese economie groeit met gemiddeld 7 procent per jaar en ook voor FrieslandCampina is Vietnam een van de belangrijkste groeimarkten. De omzet verdubbelde tot bijna 300 miljoen euro in 2010 ten opzichte van 2005. FrieslandCampina Vietnam heeft 2.000 medewerkers en behoort tot de top van de zuivelbedrijven in Vietnam.”
41
Borging en uitvoering Medewerkers Om de strategische ambities waar te maken, hanteert FrieslandCampina een daarop afgestemd beleid om medewerkers in te zetten op de uitvoering van het MVO-beleid. FrieslandCampina wil een uitdagende werkgever zijn die medewerkers respecteert en inspireert om het beste van zichzelf te geven.
Vanuit de visie werkgeverschap zijn opleiding, ontwikkeling en beloningssystematiek de belangrijkste aandachtspunten. Veiligheid op de werkvloer en gezondheid van medewerkers zijn eveneens prioriteiten.
Om medewerkers te helpen volgens ‘The way we work’ te werken, zijn voor elk aspect doelstellingen en gedragscompetenties opgesteld waarmee de ontwikkeling van medewerkers beter kan worden gestuurd en
Het beleid van FrieslandCampina is erop gericht de meest professionele, succesvolle en aantrekkelijke zuivelonderneming ter wereld te worden. Hier hoort een manier van werken bij die medewerkers in staat stelt samen verder te groeien. ‘The way we work’ is binnen FrieslandCampina geïntroduceerd als een leidraad voor het bouwen aan de juiste werksfeer en cultuur om ambities waar te kunnen maken. De beoogde manier van werken heeft drie aspecten en is bestemd voor alle medewerkers, in elk land en op elk niveau: • ‘Embrace challenge’ (samen de uitdagingen omarmen), staat voor een instelling van durven en doen; • ‘Grow together’ (samen verder groeien), geeft het belang aan van samenwerken, elkaar helpen en van elkaar leren; • ‘Feel accountable’ (samen verantwoordelijk voelen); in plaats van taken staan de gewenste resultaten centraal.
‘The way we work’ is binnen FrieslandCampina geïntroduceerd als een leidraad voor het bouwen aan de juiste werksfeer en -cultuur om ambities waar te kunnen maken. beoordeeld. Dit Performance Management Systeem is, na de start in 2009, in 2010 geheel ingevoerd. De uitgangspunten van het Performance Management Systeem zijn: • bedrijfsverbeteringen ontstaan in kwaliteit, innovatie, kosten en opbrengsten; • medewerkers groeien in kwaliteit en prestaties; • management en medewerkers maken samen afspraken; • medewerkers onderschrijven de beoordelingsconclusies; • werken bij FrieslandCampina wordt ervaren als uitdagend, zinvol en aantrekkelijk.
42
Borging en uitvoering
Mobiliteitscentrum Na de fusie van Friesland Foods en Campina eind 2008 is een mobiliteitscentrum opgezet dat tot doel heeft werknemers van wie de functie komt te vervallen, ander passend werk binnen FrieslandCampina aan te bieden.
De FrieslandCampina Academy ondersteunt competentieontwikkeling “De FrieslandCampina Academy werd in 2009 opgericht om eraan bij te dragen dat de medewerkers van FrieslandCampina wereldwijd op eenzelfde manier werken en informatie uitwisselen, met oog voor lokale verschillen en specifieke speerpunten. De belangrijkste voordelen zijn een grote effectiviteit doordat de trainingen op de FrieslandCampina-situatie zijn toegesneden, het uitwisselen en gebruiken van best practices, het stimuleren van samenwerking, kostenbesparing en ten slotte is een dergelijk opleidingsprogramma aantrekkelijk voor nieuwe medewerkers. De Academy richt zich wereldwijd op zo’n 6.000 medewerkers op staf- en/of managementniveau. Het wereldwijde trainingsaanbod is via intranet te bekijken en medewerkers kunnen zich ook via intranet inschrijven. De deelnemers zijn zeer enthousiast. Training en ontwikkeling voor onze fabrieksmedewerkers zijn zo specifiek per land, dat ieder bedrijfsonderdeel hier zelf verantwoordelijk voor is. Het leren en ontwikkelen van onze medewerkers is een integraal onderdeel van het performancemanagementproces. Dit houdt onder andere in dat iedere medewerker een individueel talentontwikkelingsplan opstelt en een keuze kan maken uit de programma’s aangeboden door de FrieslandCampina Academy. Er worden veel communicatiemiddelen ingezet om de FrieslandCampina Academy onder de aandacht te brengen, zoals een brochure, artikelen in het personeelsmagazine en op de homepage van intranet. We zijn tevreden met de groei van het aantal deelnemers. Onze ambitie is om in 2013 75 procent van de trainingen voor de doelgroep via de Academy te organiseren.” Joanne Salverda, Manager Learning & Development FrieslandCampina
Als dat niet lukt, start de hulp bij de oriëntatie op de externe arbeidsmarkt. Daarbij wordt ook gebruikgemaakt van een individueel opleidingsplan, met als elementen her-, om- en bijscholing en professionele ondersteuning, zoals arbeidsmarktoriëntatie, job coaching en sollicitatietrainingen. In 2010 hebben 279 medewerkers via het mobiliteitscentrum anders werk binnen FrieslandCampina gevonden; 121 medewerkers zijn naar werk buiten de organisatie begeleid. Medewerkerstevredenheid Basis voor het te ontwikkelen medewerkersbeleid is naast de bovengenoemde aandachtspunten het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO). De uitkomsten van het MTO geven op structurele wijze inzicht in de werkbeleving van medewerkers. De uitkomsten worden gebruikt om in kaart te brengen waar verbeteringen mogelijk zijn. Het MTO zal in 2011 opnieuw worden uitgevoerd. Op grond van de geformuleerde uitgangspunten en de uitkomsten van het MTO is een aantal ontwikkelingen in gang gezet. Dit geldt zowel op het gebied van loopbaanontwikkeling en training als op het gebied van veiligheid en gezondheid.
43
Borging en uitvoering
Beste HR-beleid van Nederland FrieslandCampina heeft de P&O Proffie Award 2010 voor het beste HR-beleid van Nederland in de wacht gesleept. De P&O Proffie is dé vakprijs voor excellent HR-beleid in Nederland.
Opleiding en ontwikkeling FrieslandCampina wil een aantrekkelijke, uitdagende en inspirerende werkomgeving scheppen met veel ruimte voor ontwikkeling, zowel persoonlijk als vakmatig. Voor alle functieniveaus en op alle productielocaties zijn opleidingsprogramma’s. De belangrijkste hiervan zijn: E-learning Om medewerkers van over de hele wereld met elkaar te verbinden, maakt FrieslandCampina gebruik van intranet. Kennisdeling en onderlinge samenwerking staan hierbij centraal. Bovendien brengt dit middel de nodige papierbesparingen met zich mee. Bij FrieslandCampina zijn diverse e-learningsystemen in gebruik. Medewerkers worden hiermee doorlopend opgeleid aan de hand van leermodules over veiligheid, kwaliteit, arbeidsomstandigheden en hygiëne. De inhoud van de leermodules is aangepast aan de verschillende functies. Via e-learning worden trainingen op maat aangeboden. Op deze manier kunnen medewerkers trainingen volgen wanneer zij willen en wordt aanzienlijk bespaard op kosten en reistijden. Veelal zijn het collega-medewerkers die de trainingen verzorgen. Opleidingsprogramma Young Waves FrieslandCampina bood ook in 2010 onder de naam Young Waves een opleidingsprogramma aan waarin de combinatie werken en leren centraal staat. In samenwerking met AOC Friesland en AOC Oost volgen jongeren een mbo-opleiding Voeding.
Na het succesvol afsluiten van het programma wacht hen een vaste baan als foodoperator binnen FrieslandCampina. Van de veertien deelnemers in 2010 zijn er elf direct geslaagd. Een andere traject is het BBL-programma (Beroeps Begeleidende Leerweg). Alle nieuwkomers die ervoor kiezen werken en leren te combineren, kwamen in aanmerking voor een van de tien individuele ontwikkelingsbeurzen van elk 2.000 euro per schooljaar. FrieslandCampina Academy De FrieslandCampina Academy is een internationaal platform met een uitgebreid aanbod aan opleidingen en biedt programma’s aan in alle landen en voor alle locaties. Die aanpak zorgt er niet alleen voor dat medewerkers van elkaar en met elkaar leren, maar ook dat FrieslandCampina in de toekomst wereldwijd ‘dezelfde taal spreekt’ en op dezelfde manier werkt. Het aanbod aan trainingen is divers. Sommige opleidingen zijn gericht op de inhoud van een vakgebied, zoals de marketing academy. Daarnaast zijn er programma’s die gedragsgerichte trainingen aanbieden zoals timemanagement en beïnvloedingsvaardigheden. Er zijn breed samengestelde managementprogramma’s, maar ook korte trainingen gericht op een specifiek onderwerp. Stuk voor stuk sluiten ze aan bij de ambities van FrieslandCampina. Het aanbod wisselt regelmatig. De trainers werken bij gerenommeerde opleidingsinstituten.
44
De FrieslandCampina Academy bestaat uit vier programmaonderdelen: • functionele competenties; • gedragscompetenties; • basiscompetenties; • management- of leiderschapscompetenties. In 2010 werden wereldwijd 144 programma’s aangeboden, waaraan 2.000 medewerkers hebben deelgenomen (2009: 948 medewerkers). Veiligheid & gezondheid FrieslandCampina wil haar medewerkers beschermen tegen bedrijfsongevallen of beroepsziektes. Het ontwikkelen van een veilige werkplek is een continu proces waarbij veel aandacht uitgaat naar fysieke risico’s, geluidsoverlast en gevaarlijke stoffen. Alle productielocaties borgen de arbeidsveiligheid met behulp van een managementsysteem dat voldoet aan de criteria van OHSAS 18001 (Occupational Health and Safety Assessment Series). Dat is een internationale norm voor veiligheid en gezondheid op de werkvloer. In 2010 is een groot aantal projecten op het gebied van veiligheid en gezondheid uitgevoerd. De belangrijkste projecten zijn: Safety awareness-programma FrieslandCampina wil het aantal werkgerelateerde ongevallen de komende jaren fors terugdringen en heeft daarvoor een wereldwijd trainingsprogramma ontwikkeld. Binnen dit zogenoemde Safety awarenessprogramma worden medewerkers op alle locaties bewust gemaakt van veiligheidsrisico’s. Het programma bestaat uit quickscans om per locatie het niveau van veiligheid vast te stellen alsmede de ontwikkeling op dit gebied, gevolgd door managementworkshops en Safety awareness-trainingen voor werknemers. In 2010 zijn voor alle locaties quickscans uitgevoerd en voor een groot aantal locaties is de Safety awarenesstraining verzorgd. In 2011 volgen de resterende locaties.
Borging en uitvoering
Gezonde organisatie en medewerkers Een laag ziekteverzuim is een goede graadmeter voor de gezondheid van de organisatie en de medewerkers. Bovendien geeft het rust en continuïteit in de bedrijfsvoering en voorkomt het hogere personeelskosten. De doelstelling is het ziekteverzuim zo veel mogelijk te reduceren en te beheersen en daarvoor de benodigde middelen aan te reiken. Om dit te realiseren bevordert FrieslandCampina een klimaat van open en tijdige communicatie, vertrouwen, samenwerking en betrokkenheid. Re-integratie is gericht op de mogelijkheden van de medewerker. Het heeft betrekking op het inzetten van diverse acties om de terugkeer naar de werkplek op verantwoorde wijze te bespoedigen. Voorbeelden daarvan zijn het inzetten van (professionele) hulp en begeleiding en het (tijdelijk) aanpassen van werkzaamheden en/of omstandigheden. Voor leidinggevenden zijn er trainingen in verzuimmanagement waarbij wordt ingegaan op vaardigheden en wetgeving.
Het safety awareness-programma maakt medewerkers bewust van veiligheidsrisico’s. Resultaten van de actieplannen In 2010 bedroeg het gemiddelde ziekteverzuim bij de Nederlandse vestigingen 4,7 procent (2009: 4,8 procent) en in de landen buiten Nederland 2,7 procent. Het ziekteverzuimcijfer geeft aan hoeveel dagen werknemers niet hebben kunnen werken door ongevallen en ziekte (exclusief zwangerschapsverlof) als een percentage van het totaal aantal beschikbare dagen. Op basis van een inschatting van de aanwezige gegevens van de productielocaties was de ongevallenfrequentieverhouding in 2010 2,1 (2009: 2,5). De ongevallenfrequentieverhouding geeft aan hoeveel ongevallen er zijn geweest per 200.000 gewerkte uren.
45
Borging en uitvoering
Borging van het MVO-beleid Een belangrijk onderdeel van het MVO-beleid is de borging van dit beleid door middel van een stelsel van afspraken, codes, convenanten, managementsystemen, rapportages etc. Op alle belangrijke terreinen van de uitvoering van het MVO-beleid vindt een dergelijke borging plaats.
Gedragscode Om correct en integer gedrag van medewerkers te bevorderen heeft FrieslandCampina een nieuwe Code of Conduct (gedragscode) opgesteld. Hierin is opgenomen dat FrieslandCampina de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties als universele standaard beschouwt. Verder gaat de gedragscode in op onder meer het uitsluiten van corruptie, kinderarbeid, gedwongen arbeid en discriminatie van medewerkers en het respecteren van de rechten van medewerkers om zich te organiseren in vakbonden. Deze nieuwe gedragscode is in 2009 ontwikkeld en in de loop van 2010 en begin 2011 geïmplementeerd. De executive board is er verantwoordelijk voor dat de gedragscode door alle medewerkers wordt begrepen. Naleving wordt jaarlijks gemonitord en gerapporteerd aan de auditcommissie van de raad van commissarissen. Medewerkers wordt verzocht overtredingen van de gedragscode te melden. Klokkenluidersregeling Om transparantie en integriteit te bevorderen heeft FrieslandCampina naast de nieuwe gedragscode ook een nieuwe klokkenluidersregeling ontwikkeld. FrieslandCampina moedigt haar medewerkers aan hun bezorgdheid te uiten als men vermoedt of weet dat in strijd met de gedragscode wordt gehandeld. De regeling dient als leidraad voor het uiten van bezorgdheid en sluit strafmaatregelen tegen of oneerlijke behandeling van klokkenluiders uit. De nieuwe klokkenlui-
dersregeling is in 2009 ontwikkeld en in de loop van 2010 en begin 2011 geïmplementeerd Alle medewerkers zijn geïnformeerd over de regeling en in elk onderdeel van de organisatie is een lokaal vertrouwenspersoon aangewezen en geïnstrueerd. Er is een corporate integriteitscommissie geïnstalleerd, bestaande uit een lid van de executive board, de secretaris van de executive board en de corporate compliance officer. De integriteitscommissie is verantwoordelijk voor de juiste procedures voor het melden van overtredingen. Verder toetst, onderzoekt en behandelt de integriteitscommissie gemelde zaken. De executive board zal de activiteiten van de integriteitscommissie jaarlijks rapporteren aan de auditcommissie van de raad van commissarissen. Leveranciersnormen Voor leveranciers van FrieslandCampina geldt een set van normen, de zogenoemde ‘Business Practices for Suppliers’. Deze leveranciersnormen gaan onder meer in op nationale en lokale wettelijke vereisten, industrienormen, mensenrechten, voedselveiligheid en -kwaliteit en duurzame bedrijfsvoering. De leveranciersnormen zijn afgeleid van de gedragscode en zijn in 2010 gedeeltelijk geïmplementeerd bij leveranciers en worden in 2011 verder ingevoerd. Voedselveiligheid en -kwaliteit De producten van FrieslandCampina worden gemaakt op 68 productielocaties wereldwijd en sommige producten worden op meer dan één locatie gemaakt. Voor de consument
46
mag dat geen verschil maken. Die moet altijd kunnen rekenen op dezelfde hoge veiligheid van het product en kwaliteit. Voedselveiligheid en voedselkwaliteit hebben bij FrieslandCampina dan ook de hoogste prioriteit. Kwaliteitssysteem Foqus Om voedselveiligheid en voedselkwaliteit te borgen heeft FrieslandCampina ‘Foqus’, een breed kwaliteitssysteem dat zowel van toepassing is op de bedrijven van ledenmelkveehouders als op de productie- en distributielocaties van FrieslandCampina (‘van koe tot consument’). De basis bestaat uit nationale en internationale wetgeving, Codex-normen en wensen van afnemers en de maatschappij in het algemeen. Foqus ondersteunt FrieslandCampina bij de ontwikkeling van een steeds robuuster productieproces. Foqus Farm Om klanten en consumenten de garantie te geven dat de producten veilig en kwalitatief hoogwaardig zijn, kent FrieslandCampina Foqus Farm, een kwaliteitssysteem voor leden-melkveehouders dat per 1 januari 2010 in werking is getreden. Het systeem betreft de productie op de boerderij tot het moment dat de melkauto de melk ophaalt en omvat de thema’s melk (zoals de kwaliteit van de melk, het melken en de melkkoeling), koe (gezondheid), productieproces (water en voer) en omgeving (weidegang). Foqus Farm is gericht op de leden in Nederland; voor de leden-melkveehouders in Duitsland en België haakt FrieslandCampina aan bij gelijkwaardige nationale systemen, zoals QM-Milch en IKM. Voor elk van de kwaliteitsthema’s bestaan doelen en voorwaarden en wordt een aantal optionele punten opgenomen. Hoe een melkveehouder scoort op de diverse kwaliteitsthema’s wordt bepaald aan de hand van melkonderzoek en beoordeling van de bedrijfsvoering van de melkveehouder door onafhankelijke, externe instanties. Onderdeel van het systeem is de externe toets van verzekeringspolissen van veevoerbedrijven. Sinds 2010 mogen ledenmelkveehouders alleen veevoer afnemen van leveranciers die op de lijst van FrieslandCampina vermeld staan. Van bedrijven op
Borging en uitvoering
deze lijst is de verzekeringspolis getoetst en voldoende bevonden door een onafhankelijke deskundige. Zonder administratieve last voor de melkveehouder is er zo sprake van borging van de aansprakelijkheid indien zich een calamiteit zou voordoen met verontreiniging van veevoer.
Foqus ondersteunt FrieslandCampina bij de ontwikkeling van een steeds robuuster productieproces. Foqus Food Safety & Quality Voor de productie- en distributielocaties is Foqus Food Safety & Quality (FS&Q) van toepassing. Een van de basisvoorwaarden is dat alle productielocaties over een kwaliteitssysteem moeten beschikken dat is gebaseerd op de ISO 9001-norm. Ook moeten alle locaties een extern getoetst HACCP-certificaat hebben. Verder omvat Foqus FS&Q de volgende onderdelen: • doelvoorschriften met een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling, bijvoorbeeld voor verandermanagement en crisismanagement; • middelvoorschriften met duidelijke en gedetailleerde eisen, bijvoorbeeld voor microbiologie en hygiëne; • uitgebreide auditlijst gebaseerd op de verbetercirkel van Deming (Plan, Do, Check, Act); • richtlijnen & best practices. De auditstandaard kan door de werkmaatschappijen worden gebruikt om hun productielocaties te beoordelen. Daarnaast wordt de standaard gebruikt door het interne auditteam dat alle productielocaties bezoekt en beoordeelt. FrieslandCampina heeft bewust gekozen voor een intern auditteam: de auditors zijn afkomstig uit diverse disciplines (QA, plant management, operations) en vervullen hun audittaak naast hun andere werkzaamheden. Deze aanpak levert meer diepgaande audits op en heeft als gevolg dat de auditors kennis opdoen die ze kunnen toepassen en verspreiden in hun eigen werkomgeving.
47
Borging en uitvoering
Foqus milieu, arbo en brandpreventie Naast Foqus Farm en Foqus FS&Q wordt op alle productielocaties van FrieslandCampina gebruikgemaakt van een milieu- en arbeidsveiligheidmanagementsysteem dat voldoet aan de eisen van ISO 14001 en OHSAS 18001. FrieslandCampina heeft hiervoor een eigen interne standaard ontwikkeld: het Foqus SHE-managementsysteem. De milieu- en arbeidsveiligheidsrisico’s op de locaties worden in beeld gebracht met een gestandaardiseerde risicoanalyse die bij alle locaties wordt geïmplementeerd. Alle locaties rapporteren jaarlijks over de milieu- en arbeidsveiligheidsresultaten die zijn behaald. Het milieu- en arbeidsveiligheidmanagementsysteem wordt geborgd door middel van interne en externe audits. Een aantal bedrijven is ISO 14001- en OHSAS 18001-gecertificeerd of heeft een verklaring dat het milieumanagementsysteem voldoet aan de vereisten van ISO 14001. Verbeterprogramma’s FrieslandCampina heeft een aantal programma’s waarbinnen gewerkt wordt aan het verbeteren van de prestaties en de bedrijfscultuur. Momenteel werken vijftig locaties met een verbeterprogramma als Continu Verbeteren, Total Productive Management (TPM) en/of World Class Operations Management. Doel voor 2012 is om bij alle locaties een verbeterprogramma te implementeren. World Class Operations Management (WCOM) bestaat uit een ‘gereedschapskist’ met verschillende verbetermethoden waarmee verbeterteams aan de slag gaan. Als lid van deze verbeterteams zijn operators volop betrokken bij het uitvoeren van verbeteringen. Ze denken mee over het verhelpen van problemen en een optimale afstelling van machines. Total Productive Management kent een andere werkwijze, maar stelt dezelfde doelen centraal — minder verliezen, minder stilstand van machines en betere resultaten.
Crisis- en issuemanagement In het kader van issuemanagement wordt proactief gekeken naar zaken die mogelijk gevolgen kunnen hebben voor de voedselveiligheid en de kwaliteit van de producten. Risicoanalyse, onderzoek en monitoring spelen hierbij een belangrijke rol. FrieslandCampina hanteert verder een crisismanagementsysteem dat door middel van audits en evaluaties regelmatig op adequaatheid wordt gecontroleerd.
Het actieprogramma ‘Duurzame zuivelketen’ richt zich op energie & klimaat, de koe centraal en biodiversiteit. Global Dairy Agenda for Action Ook de internationale zuivelsector heeft diverse initiatieven genomen. Zo is de ‘Global Agenda for Action on Climate Change’ opgesteld. Deze agenda is ondertekend door grote zuivelorganisaties over de hele wereld, inclusief de European Dairy Association waarbij FrieslandCampina via de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) is aangesloten. De deelnemers zijn actief aan de slag gegaan met onder meer onderzoek en het delen van kennis om verdere reducties van onder meer CO2 te realiseren. In april 2010 kwam uit een rapport van de Wereldvoedselorganisatie FAO naar voren dat 2,7 procent van de mondiale CO2-uitstoot is toe te schrijven aan de zuivelproductie. In een ‘Green paper’ zijn inmiddels 330 best practices verzameld die laten zien hoe continu wordt gewerkt aan het aanbrengen van verbeteringen in de keten. Meer informatie is te vinden op www.dairy-sustainability-initiative.org. Afspraken met overheid en branche De milieuwetgeving van nationale en/of EUorganen en overige voorschriften en specifieke eisen van verschillende landen vormen het uitgangspunt voor het handelen van FrieslandCampina. Door middel van convenanten maakt FrieslandCampina meerjarenafspraken met de overheid en de branche om verbeteringen op milieugebied
48
te bereiken. Deze afspraken kunnen verder gaan dan de wettelijke verplichtingen. Convenanten In Nederland wordt deelgenomen aan het Convenant Integrale Milieu Taakstelling (IMT), de Meerjarenafspraak energiebesparing (MJA-3) en het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren. Het doel van de IMT en MJA-3 is om jaarlijks minimaal 2 procent verbetering in energie-efficiency te bereiken, waarvan 1,5 procent op de productielocaties en 0,5 procent door maatregelen in de keten. Daarvoor worden elke vier jaar nieuwe milieu- en energiedoelstellingen geformuleerd die per vestiging worden uitgewerkt in een Bedrijfsenergie- en Milieuplan. In 2009 hebben alle Nederlandse locaties een nieuw plan gemaakt voor de komende vier jaar en dit ingediend bij de overheid. De vergunningverlenende overheid beoordeelt het plan en controleert de uitvoering via monitoring. Het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren bestaat uit een aantal afspraken die FrieslandCampina in NZO-verband heeft gemaakt met de Nederlandse overheid. Centraal daarin staan doelstellingen voor energiebesparing en de productie van duurzame energie. In België wordt deelgenomen aan het Benchmarkingsconvenant en het Auditconvenant. Bij beide wordt overeengekomen om uiterlijk 2012 de wereldtop te bereiken wat betreft efficiënt energiegebruik. Verduurzamen Nederlandse melkveehouderij In Nederland heeft de zuivelsector verschillende afspraken gemaakt met de overheid en andere partijen om te komen tot duurzame productie en duurzame melkveehouderij. Daartoe behoren: • Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren; • Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij; • Actieprogramma Duurzame Zuivelketen.
Borging en uitvoering
Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij In mei 2009 heeft FrieslandCampina zich via de NZO gecommitteerd aan de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij. Daarbij gaat het om zes speerpunten: innovatieve stal- en houderijsystemen, het welzijn en de gezondheid van dieren, maatschappelijke verbinding, energie en milieu, markt en ondernemerschap, en verantwoord consumeren. Binnen deze Uitvoeringsagenda werkt FrieslandCampina samen met onder meer de Dierenbescherming, Natuur & Milieu, LTO, Interprovinciaal Overleg, het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en organisaties vanuit de vleesverwerkende industrie. Actieprogramma Duurzame Zuivelketen In juli 2008 heeft FrieslandCampina zich geschaard achter de ambities van de NZO en LTO zoals verwoord in het actieprogramma ‘Duurzame Zuivelketen’. De ambities zijn uitgewerkt in drie thema’s: • energie & klimaat: vermindering broeikasgassen; energieneutrale productie van de zuivelketen; • de koe centraal: het stimuleren van weidegang en het verhogen van de gezondheid en het dierenwelzijn van melkkoeien; • biodiversiteit: bedrijfsontwikkeling zorgvuldig inpassen in de natuurlijke omgeving van het melkveebedrijf en verantwoorde teelt van diervoedergrondstoffen. Diergezondheidsmonitor Om de gezondheid van koeien te monitoren, maakt FrieslandCampina gebruik van de Continue DiergezondheidsMonitor (CDM), onderdeel van het FrieslandCampinakwaliteitssysteem Foqus. De monitoring vindt plaats op basis van bestaande gegevens over de gezondheid van dieren. CDM is samen met melkveehouders en deskundigen op het gebied van diergezondheid ontwikkeld en levert melkveehouders veel praktische informatie voor het monitoren van de diergezondheid. Op dit moment maken ruim 5.100 melkveehouders van FrieslandCampina gebruik van CDM.
49
Borging en uitvoering
Verduurzamen internationale grondstofketens Naast melk maakt FrieslandCampina gebruik van een aantal grondstoffen als fruit, cacao en suiker. FrieslandCampina koopt deze grondstoffen in via leveranciers en stelt daarbij een aantal eisen, met name als het gaat om milieu en sociale omstandigheden. Samen met NGO’s en verschillende ketenpartijen werkt FrieslandCampina aan het verder verduurzamen van grondstofketens. FrieslandCampina is aangesloten bij de volgende initiatieven: • Sustainable Agriculture Initiative Platform (www.saiplatform.org); • Initiatief Duurzame Handel (www.duurzamehandel.com); • Initiatief Duurzame Soja (onderdeel van Initiatief Duurzame Handel); • Taskforce Duurzame Soja (www.taskforceduurzamesoja.nl); • Roundtable on Responsible Soy (www.responsiblesoy.org); • UTZ CERTIFIED (www.utzcertified.org); • World Cocoa Foundation (www.worldcocoafoundation.org); • Roundtable on Sustainable Palm Oil (www.rspo.org). Samenwerking met belanghebbenden FrieslandCampina hecht veel waarde aan een goede relatie met belanghebbenden en streeft ernaar de juiste balans te zoeken tussen alle, soms conflicterende, verwachtingen en behoeften van leveranciers, afnemers, maatschappelijke organisaties en lokale overheden. FrieslandCampina vindt goede samenwerking met belanghebbenden cruciaal voor het verduurzamen van productieketens en bedrijfsprocessen. Het management en de daartoe aangewezen medewerkers worden aangemoedigd samen te werken met overheden en andere wet- en regelmakende organen bij het opstellen van wet- en regelgeving. Dit kan direct maar ook via brancheorganisaties en samenwerkingsverbanden. Daarnaast onderhoudt FrieslandCampina regelmatig contact met verschillende maatschappelijke organisaties. Enerzijds om duurzaamheidsissues vroegtijdig te herkennen en een gezamenlijke aanpak te ontwikkelen.
Anderzijds wordt op projectniveau samengewerkt met partijen als het Wereld Natuur Fonds, Solidaridad en Stichting Natuur en Milieu bij het verduurzamen van grondstofketens. FrieslandCampina ondersteunt geen politieke partijen of politieke organisaties. Een lijst van de externe vertegenwoordigingen is te vinden in de bijlage op pagina 54.
In 2011 zal het aantal key performance indicators (KPI’s) verder worden uitgebreid. Jaarlijks MVO-verslag FrieslandCampina brengt sinds 2010 jaarlijks een MVO-verslag uit. In dit verslag worden de strategie, het beleid en de voortgang op het gebied van MVO uiteengezet. Door het gebruik van kwantitatieve data is het mogelijk trends in kaart te brengen en hierop te sturen in het MVO-beleid. Met de gegevens kunnen de prestaties voor elk MVO-thema worden beoordeeld. In 2010 is een begin gemaakt met dataverzameling op een aantal terreinen. In 2011 zal het aantal KPI’s verder worden uitgebreid. Om tegemoet te komen aan de informatiebehoefte van belanghebbenden hanteert FrieslandCampina bij het opstellen van het MVO-verslag als leidraad de GRI-richtlijnen en de criteria van de Transparantiebenchmark van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Beide instrumenten zijn tot stand gekomen door een uitgebreid consultatieproces met het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en diverse instanties van over de hele wereld. Het MVO-verslag en bijbehorende GRI-index zijn te vinden op www.frieslandcampina.com. Meer informatie over de GRI-richtlijnen is te vinden op www.globalreporting.org.
50
Borging en uitvoering
De MVO-organisatie
Het MVO-beleid bij FrieslandCampina valt onder verantwoordelijkheid van de afdeling Corporate Environment & Sustainability en de Corporate Social Responsibility (CSR)board. De afdeling Corporate Environment & Sustainability valt onder de afdeling Corporate Public & Quality Affairs en is verantwoordelijk voor: • opzetten en actueel houden van de MVO-strategie en het MVO-beleid; • opstellen van beleid op het gebied van milieu, arbeidsveiligheid en brandpreventie; • coördineren van de uitvoering van het MVO-programma; • communiceren van het MVO-beleid met externe belanghebbenden. Samen met de CSR-board is de afdeling Corporate Environment & Sustainability verantwoordelijk voor het informeren van de executive board en het management van de business groups en werkmaatschappijen over de voortgang van het MVO-beleid. De business groups en werkmaatschappijen zijn verantwoordelijk voor de implementatie van het MVO-beleid. Maar uiteindelijk zijn het de medewerkers van FrieslandCampina wereldwijd die bepalend zijn voor het succes van het MVO-beleid. Eind 2009 heeft FrieslandCampina een Corporate Social Responsibility (CSR)-board opgericht. Deze board geeft invulling aan de MVO-strategie en de bijbehorende doelstellingen. De CSR-board heeft in 2009 de aandachtspunten voor de MVO-strategie
vastgesteld. Hieraan is in 2010 verdere invulling gegeven met bijbehorende doelstellingen en programma’s. Samenstelling CSR-board • Cees ’t Hart, CEO en voorzitter • Werner Buck, Director Corporate Public & Quality Affairs • Kapil Garg, Executive Director Consumer Products International • Robert Koning (tot 1 april 2011), Director Corporate Legal Affairs & Company Secretary • Heidi van der Kooij (per 1 april 2011), Director Corporate Legal Affairs & Company Secretary • Frank van Ooijen (per 1 juni 2010), Director Corporate Communication • Jaap Petraeus, Manager Corporate Environment & Sustainability • Franc Reefman, Marketing Director Consumer Products Europe • Patrick Reekmans (per 1 juni 2010), Managing Director FrieslandCampina Benelux • Atze Schaap, Director Co-operative Affairs • Jaap de Vries, Director Corporate Human Resources
51
Bijlagen Verwerking van de rapportage en betrouwbaarheid van gegevens
Milieu- en arbeidsveiligheidgegevens De productielocaties in Nederland verzamelen al ruim tien jaar milieu- en energiegegevens. Deze gegevens worden gerapporteerd aan de overheid, als onderdeel van convenantafspraken. De productielocaties in Duitsland en België rapporteren sinds 2004 de milieugegevens aan de overheid. Ook de productielocaties in Rusland, Thailand en de Verenigde Staten rapporteren milieugegevens aan de overheid. Het centrale milieudatasysteem van FrieslandCampina vormt de basis van de rapportage. Dit is ontstaan doordat na de fusie de databases van beide ondernemingen zijn samengevoegd. In totaal zijn 68 productielocaties opgenomen in deze database. Voor het verslagjaar 2010 hebben alle 68 productielocaties de relevante data gerapporteerd. Op basis hiervan zijn schattingen gemaakt in dit verslag (waar schattingen zijn gemaakt is dit aangegeven). De komende jaren wordt het milieu- en arbeidsveiligheidregistratie- en rapportagesysteem verder verbeterd. Nauwkeuriger dataverzameling is hiervan het resultaat. Omdat eerst wordt gewerkt aan het verbeteren van het systeem is onafhankelijke verificatie nu niet aan de orde.
Personeelsgegevens Het aantal fte’s is gebaseerd op gegevens uit de financiële systemen. De gegevens over ziekteverzuim en diversiteit (leeftijd, geslacht, regio) zijn apart opgevraagd en verzameld. De gerapporteerde data dekken 98 procent van het personeelsbestand. De komende jaren wordt het personeelregistratie- en rapportagesysteem verder verbeterd. Nauwkeuriger dataverzameling is hiervan het gevolg.
52
Bijlagen
Verklarende woordenlijst
Auditconvenant Een convenant dat erop is gericht dat zo veel mogelijk industriële eindgebruikers van energie vooraanstaand worden en blijven op gebied van energie-efficiëntie in België. BRC De British Retail Consortium (BRC) is een inspectieprotocol gebruikt door Britse retailers en omvat eisen waaraan leveranciers moeten voldoen. De BRC vereist dat een kwaliteitssysteem aanwezig is, dat HACCP toegepast wordt en dat de omgeving, product, proces en personeel in dit systeem opgenomen zijn (Goede Hygiëne Praktijkvereisten). CDM Continue DiergezondheidsMonitor (CDM) is een ‘continue’ monitoring van de diergezondheid op basis van bestaande gegevens over de gezondheid van dieren. Het systeem levert veehouders veel praktische informatie op voor het monitoren van de diergezondheid. Codex De Codex Alimentarius Commission (Codex) is een internationaal forum dat internationale normen voor voedselproducten ontwikkelt, met als doel de internationale volksgezondheid te beschermen en de eerlijkheid van de handel in voedselproducten te bevorderen. Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren Afspraken met verschillende partijen over energiebesparing, gebruik en productie van duurzame energie en broeikasgasreductie in Nederland. CSR Corporate Social Responsibility (CSR) oftewel maatschappelijk verantwoord ondernemen. FNLI De Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) is de koepelorganisatie van bedrijven en brancheorganisaties in de Nederlandse levensmiddelenindustrie (food en non-food).
Foqus Het kwaliteitssysteem dat de leden-melkveehouders van FrieslandCampina sinds 1 januari 2010 gebruiken. Foqus geeft praktische handvatten voor de manier waarop leden kunnen voldoen aan de eisen van afnemers en autoriteiten.
IFS De International Food Standard (IFS) is een door Duitse retailers ontwikkelde certificatiestandaard die op veel punten overeenkomt met de Engelse BRC-standaard. De Franse retailers hebben zich ook aangesloten bij de IFS-standaard.
Foqus SHE Het FrieslandCampina-milieu- en veiligheidsmanagementprogramma.
IKB Ik Kies Bewust (IKB), Nederlandse stichting achter het ‘Ik Kies Bewust’-logo voor producten die minder zout, suiker en verzadigde vetten bevatten.
FSSC 22000 De FSSC 22000-standaard is ontwikkeld door de Stichting Certificatie Voedselveiligheid (SCV) en is de eerste wereldwijde standaard voor de voedingsmiddelenindustrie. Fte Fulltime equivalent: aantal medewerkers op basis van een fulltimedienstverband. GRI Global Reporting Initiative (GRI) is de internationale richtlijn voor het rapporteren over duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. HACCP Hazard Analysis and Critical Control Points (HACCP) is een managementsysteem gericht op voedselveiligheid door middel van een analyse en controle van biologische, chemische en fysieke gevaren van de productie van grondstoffen, inkoop en verwerking tot productie, distributie en consumptie van het eindproduct. IDH Initiatief Duurzame Handel (IDH). Deze Nederlandse organisatie bundelt krachten in de samenleving en brengt koplopers uit bedrijfsleven, vakbonden, milieuorganisaties, ontwikkelingsorganisaties en overheid samen in daadkrachtige coalities.
IMT Convenant Integrale Milieu Taakstelling (IMT). In de IMT staan de milieudoelstellingen voor de Nederlandse bedrijfstak in hun geheel aangegeven. ISO 9001 Een norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie en de manier waarop de organisatie met het kwaliteitsbeleid omgaat. ISO 14001 Een van de normen van de ISO 14000-serie. Deze norm wordt wereldwijd toegepast om milieumanagementsystemen op te zetten en te certificeren. ISO 26000 Een norm met verschillende doelstellingen die erop gericht is organisaties te ondersteunen bij de implementatie van MVO. JOGG In 2010 is in Nederland het Jongeren Op Gezond Gewicht-initiatief (JOGG) gelanceerd, waaraan FrieslandCampina actief bijdraagt. Door de JOGG-aanpak moeten voldoende bewegen en gezonder eten de norm worden. LTA Rate De Lost Time Accidents Rate (LTA), ofwel de ongevallenfrequentieverhouding, geeft aan hoeveel ongevallen er zijn geweest per 200.000 gewerkte uren.
53
Bijlagen
LTO De Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) is een Nederlandse organisatie voor collectieve belangenbehartiging, individuele dienstverlening en groepsgerichte activiteiten voor Nederlandse agrarische ondernemers. MJA-3 De meerjarenafspraken energie-efficiency zijn overeenkomsten tussen de Nederlandse overheid en bedrijven en instellingen over het effectiever en efficiënter inzetten van energie. MTO Medewerkerstevredenheidsonderzoek. NGO Non Governmental Organization. NZO De Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) is de brancheorganisatie voor de Nederlandse zuivelindustrie. OHSAS 18001 Een richtlijn in de Occupational Health and Safety Assessment Series. QM-Milch Het kwaliteitsborgingsysteem voor boerderijmelk in Duitsland. RSPO De Round table on Sustainable Palm Oil (RSPO) is een not-forprofitassociatie die belanghebbenden verenigt uit zeven sectoren van de palmolie-industrie voor het ontwikkelen en uitvoeren van wereldwijde normen voor duurzame palmolie. RTRS De Round Table on Responsible Soy (RTRS) is een internationaal platform waarin sojaproducenten, sojahandel, verwerkende industrie, banken en maatschappelijke organisaties samenwerken om duurzaamheidscriteria voor de mondiale sojateelt te ontwikkelen en te implementeren.
SAI-platform Het Sustainable Agriculture Initiative (SAI) is een platform opgericht door de voedingsmiddelenindustrie om wereldwijd te communiceren over en actief te ondersteunen van de ontwikkeling van duurzame landbouw waar verschillende belanghebbenden van de voedselketen bij betrokken zijn. Taskforce Duurzame Soja Een platform van Nederlandse bedrijven in de sojaketen dat een bijdrage wil leveren aan duurzame sojateelt. Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij Een samenwerking tussen vier agrarische koepelorganisaties, twee natuur- en milieuorganisaties, een bank, provincies en het Nederlandse Rijk voor duurzame en diervriendelijke veehouderij. UTZ CERTIFIED Een wereldwijd certificeringsprogramma voor verantwoorde koffie, thee en cacao. VNO-NCW VNO-NCW is de grootste ondernemingsorganisatie van Nederland. De aangesloten bedrijven en (branche)organisaties — tezamen zo'n 115.000 ondernemingen — vertegenwoordigen 90 procent van de werkgelegenheid in de Nederlandse marktsector. WBCSD De World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) is een wereldwijde organisatie op het gebied van managementen sustainabilityvraagstukken. Weidemelk Melk van koeien die gedurende minimaal 120 dagen per jaar, ten minste 6 uur per dag, van voorjaar tot najaar in de wei lopen. WHO De World Health Organisation (WHO) ofwel de Wereldgezondheidsorganisatie is een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties.
54
Bijlagen
Externe vertegenwoordigingen
FrieslandCampina is lid van of neemt actief deel aan de volgende overlegorganisaties: • ABA/Detic (Belgische Aerosol Vereniging) • Association of International Juice Manufacturers (AIJN) • Association for the Food Industries of Particular Nutritional Uses of the European Union (IDACE) • Belgische Confederatie Zuivelindustrie • Centraal Orgaan Kwaliteitszorg Zuivel (COKZ) • Choices International Foundation • CIAA (European Food and Drinks Industry Association) • Eigen Vervoerders Organisatie (EVO) • European Dairy Association (EDA) • European Whey Producers Association (EWPA) • Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) • Fevia (Belgische Voedingsmiddelen Federatie) • Gemeenschappelijk Zuivelsecretariaat (GEMZU) • Global Dairy Platform • Initiatief Duurzame Handel (IDH) • Initiatief Duurzame Soja • International Dairy Federation (IDF) • International Infant Food Association (ISDI) • International Life Science Institute (ILSI Europe) • Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) • Milch Industrie Verband (MIV) Duitsland • Nationale Coöperatieve Raad • Nederlands Nationaal Comité van de Internationale Zuivelbond • Nederlands Normalisatie Instituut • Nederlandse Vereniging Frisdranken, Waters en Sappen (FWS) • Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) • Productschap voor Zuivel (PZ) • Regulier Overleg Warenwet (ROW) • Round Table for Responsible Soy • Round Table on Sustainable Palm Oil • Stichting Ik Kies Bewust • Stichting Food Valley • Stichting RMO controle • Stuurgroep UTZ cacao • Sure Global Fair
• Sustainable Agriculture Initiative Platform (SAI) • Task Force Duurzame Soja • Top Institute Food and Nutrition • Vereniging Nederlandse Fabrikanten Kinder- en Dieetvoeding (VNFKD) • VNO-NCW • World Cocoa Foundation Deze lijst is niet geheel uitputtend.
FrieslandCampina kan bogen op meer dan 130 jaar ervaring in zuivel. Met een jaaromzet van bijna 9 miljard euro is FrieslandCampina een van de grootste zuivelondernemingen in de wereld. De onderneming is op het gebied van consumentenproducten actief in een groot aantal Europese landen, in Azië en in Afrika. De verkoop aan industriële afnemers vindt wereldwijd plaats. FrieslandCampina heeft eigen vestigingen in 25 landen met in totaal ruim 19.000 medewerkers. De producten van FrieslandCampina vinden hun weg naar meer dan 100 landen. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A., met 14.800 leden-melkveebedrijven in Nederland, Duitsland en België, is de eigenaar van Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Koninklijke FrieslandCampina N.V. Stationsplein 4 3818 LE Amersfoort T +31 (0)33 713 3333 www.frieslandcampina.com
MVO-verslag 2010 | Koninklijke FrieslandCampina N.V.
FrieslandCampina speelt een belangrijke rol in de dagelijkse voorziening van voeding aan honderden miljoenen mensen verspreid over de wereld. Het gaat hierbij om producten als zuiveldranken, baby- en kindervoeding, kaas, boter, room, desserts en functionele ingrediënten op basis van zuivel. Naast consumentenproducten worden ook producten geleverd aan professionele afnemers, aan de voedingsmiddelenindustrie en aan de farmaceutische sector.
MVO-verslag 2010 Koninklijke FrieslandCampina N.V.