MVO-verslag 2011
MVO-verslag 2011
Dit MVO-verslag verschijnt alleen in digitale vorm. Om de leesbaarheid en functionaliteit te vergroten is het verslag in HTML op de website geplaatst. Daarnaast is het complete verslag ook als pdf te downloaden. Dit verslag is ook verkrijgbaar in het Engels. In geval van tekstuele afwijkingen tussen de Engelse en de Nederlandse versie prevaleert laatstgenoemde. This Sustainability Report is also published in English. In the event of textual inconsistencies between the English and the Dutch version the latter shall prevail.
Koninklijke Coöperatie Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 4800 MG Breda Telefoon (076) 530 32 22 Fax (076) 530 33 03 Internet www.cosun.nl E-mail
[email protected]
Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland onder nummer 20028699.
Cosun MVO -verslag 2011
2
Inhoud
Profiel
4
Kengetallen
6
Goed ondernemingsbestuur
8
MVO-organisatie 9 Verwaarding van grondstoffen
10
Houdbaar en verantwoord ondernemen
11
Beleid 12 MVO op hoofdlijnen 12 Overzicht 2011 14 Rapportage 15 Financieel-economisch 15 Teelt en productie 17 Overige 23 Medewerkers 24 Cosun in de maatschappij 27
Cosun MVO -verslag 2011
3
Profiel Cosun is een coöperatie van bietentelers. Het is onze missie te werken aan de continuïteit van de bietenteelt en -verwerking in Nederland. De onderneming heeft zich ontwikkeld tot een veelzijdig agro-industrieel concern. Ooit zijn we begonnen met suikerbieten, tegenwoordig verwerken we daarnaast nog tal van andere plantaardige grondstoffen tot waardevolle componenten en ingrediënten voor velerlei toepassingen. Denk daarbij aan aardappelen, cichoreiwortels, groenten en fruit. De verwerking vindt meestal plaats in grootschalige procesinstallaties. Onze kracht zit in het optimaal tot waarde brengen van plantaardige grondstoffen. Dat doen we al meer dan honderd jaar. Daarnaast streven wij naar het realiseren van een goed rendement met al onze activiteiten waarbij de belangen van het milieu en mens & maatschappij nadrukkelijk worden meegewogen. Grote afnemers van onze producten zijn te vinden in de voedingsmiddelensector. Daarnaast vinden onze producten steeds vaker een weg naar andere toepassingen, waar ze bijvoorbeeld niet-hernieuwbare grondstoffen vervangen.
Ons zakelijk succes wordt in toenemende mate bepaald door de benutting van de totale grondstof. Cosun heeft verstand van en ruime ervaring met het ontleden van agrarische grondstoffen. Dit proces wordt ook wel bioraffinage genoemd. De grondstof, bijvoorbeeld suikerbieten, wordt stapsgewijs ontleed in componenten als kristalsuiker, melasse, pulp voor veevoer, kalkmeststof, water en materiaal voor de productie van biogas door vergisting. De hele biet wordt dus gebruikt. Traditioneel ligt de nadruk op voeding. Veel van onze producten behoren tot de categorie commodities. Daarnaast richten we ons op het ontwikkelen en verkopen van toegevoegdewaardeproducten, zoals specialiteiten op basis van aardappelen en functionele ingrediënten als inuline. Samenwerking in de keten, zowel met leveranciers als met afnemers, is daarbij van groot belang. Maar ook buiten de voedingssector zijn inmiddels kansen ontstaan, bijvoorbeeld op het gebied van ‘groene’ energie (biogas) en producten en/of chemicaliën op basis van plantaardige grondstoffen (de biobased economy). Hoewel nog bescheiden in omvang, zijn deze marktsegmenten al wel volop in ontwikkeling.
Koninklijke Coöperatie Cosun U.A. Corporate centres - Concernstaf - CFTC*
Suiker Unie
Aviko
Sensus
SVZ
Kristalsuiker en specialiteiten
Diepgevroren en gekoelde aardappelproducten
Inuline
Fruit- en groentepuree en concentraat
Nederland - Dinteloord - Hoogkerk - Puttershoek - Roosendaal
Nederland - Steenderen - Lomm - Cuijk
Nederland - Roosendaal - Zwolle
Nederland - Etten-Leur
Duitsland
België Duitsland Polen Zweden
Polen Spanje USA
Aardappelvlokken en –granulaat Nederland (Rixona) - Venray - Warffum China Veevoeders en zetmeeltoepassingen Nederland (Duynie) - Alphen aan den Rijn - Nijmegen België UK
Een volledige lijst met ondernemingen die behoren tot de Cosun Groep is op te vragen bij de Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland onder nummer 20028699.
Cosun MVO -verslag 2011
* CFTC: Cosun Food Technology Centre
4
Productievestigingen
Suiker Unie Sensus Aviko SVZ Cosun
Cosun MVO -verslag 2011
5
Kengetallen Netto-omzet
Bedrijfsresultaat
in miljoenen EUR
in miljoenen EUR
1.900
180 157
160 1.758
1.800 1.713
1.700
1.766
1.772
120
1.689
137
140 100
100
86
77
80
1.600
60 40
1.500
115
91
108
95
70
20 2007
2008
2009
2010
2011
0
2007
2008
2009
2010
2011
Bedrijfsresultaat voor amortisatie en incidenteel Bedrijfsresultaat
Directe CO2-emissie
Indirecte CO2-emissie
in tonnen
in tonnen
600.000
100.000
550.000
509.456
500.000
90.000
500.257
86.348
464.206 435.439
450.000
80.000
403.785
83.156 79.032
76.443
74.093
400.000 70.000
350.000 300.000
60.000
250.000
50.000
200.000 2007
2008
2009
2010
2011
2007
2008
2009
2010
2011
De CO2-emissie wordt sterk beïnvloed door de productiehoeveelheden. Voor de cijfers per ton eindproduct, zie pagina 19 en verder
Medewerkers
Cosun/CFTC
Aantal medewerkers
Verkochte activiteiten
4.600
SVZ
4.500 4.400
4.443 4.337 4.266
4.300 Sensus
4.485
4.200
4.161
4.100 Aviko
4.000 3.900
Suiker Unie
3.800 2007
Verdeling van het aantal eigen medewerkers (incl. ingeleend), gemiddeld over 2011 in fte over de diverse activiteiten van Cosun
2008
2009
2010
2011
Gemiddeld aantal medewerkers (inclusief ingeleend, in fte)
6
Ledentoeslag
Hectareopbrengst bietenteelt in Nederland in EUR
in miljoenen EUR 118
120
4.000
100
3.500
80
3.000 64
60 40
4.500
2.500
33
4.038
2.000
50
3.252
1.500
33
2.524
2.902
2007
2008
3.082
1.000
20
500 2007
2008
2009
2010
2011
0
2009
Totaal waterverbruik
Hoeveelheid restmateriaal
in mln. m3
in tonnen
7
2010
2011
2010
2011
200.000
6 150.000
5 4
100.000
3 2
50.000
1 0
2007
2008
n Grondwater
2009
2010
0
2011
2008
2009
n Gemengd afval n Organisch restproduct n Overig gescheiden afval
n Leidingwater
Het waterverbruik wordt sterk beïnvloed door de productiehoeveelheden. Voor de cijfers per ton eindproduct, zie pagina 19 en verder Verzuimongevallen
Ziekteverzuim
30
4,5% 26
25
2007
23
24
4,2
26
4,0% 19
20
3,7
3,8 3,6
3,5
3,5%
15 3,0%
10
2,5%
5 0
2,0% 2007
2008
2009
2010
2011
Aantal verzuimongevallen per 1.000 medewerkers (in fte). Een verzuimongeval is een werkgebonden ongeval dat leidt tot verzuim van een medewerker. Cosun hanteert aantallen per duizend medewerkers (en niet-absolute aantallen) om de trend goed in beeld te kunnen brengen
2007
2008
2009
2010
2011
Ziekteverzuimpercentage gemiddeld per jaar (excl. zwangerschappen)
7
Goed ondernemingsbestuur In het bestuursmodel van Cosun berust de zeggenschap binnen de coöperatie bij de leden, onder meer via de raad van beheer, het door hen gekozen bestuur. De meeste leden van deze raad zijn lid van de coöperatie; drie leden zijn dat niet. Deze externe bestuurders zijn aangezocht en benoemd op basis van hun expertise en externe netwerk. Ook in de raad van toezicht zijn de leden van de coöperatie in de meerderheid, vanuit dezelfde overweging dat de ledenstem de doorslag hoort te geven. Het dagelijks management heeft de raad van beheer gedelegeerd aan de voorzitter van de concerndirectie.
Bestuur en toezicht Koninklijke Coöperatie Cosun U.A.
Leden 100% eigenaar
Kringen
Ledenraad
Raad van toezicht
Raad van beheer
Concerndirectie
In zijn meest beknopte vorm is de werkwijze binnen Cosun als volgt: de raad van beheer bestuurt de coöperatie. De voorzitter van de concerndirectie bereidt het te voeren beleid voor, stuurt de uitvoering hiervan aan en heeft de dagelijkse leiding over de onderneming. Hij wordt hierbij ondersteund door de concerndirectie, waarvan enkele leden tevens verantwoordelijkheid dragen voor het management van een van de businessgroepen. De raad van toezicht houdt toezicht op het bestuur door de raad van beheer. De ledenraad van de coöperatie bestaat uit de door de leden gekozen bestuurders van de kringen en heeft dezelfde functie als een algemene ledenvergadering. De ledenraad wordt regelmatig geïnformeerd over de voortgang en de behaalde resultaten, en kiest de leden van de raad van beheer en de raad van toezicht.
Cosun MVO -verslag 2011
Aanpassingen Eind 2011 heeft de Nationale Coöperatieve Raad (NCR) een vernieuwde gedragscode voor coöperaties geïntroduceerd. Het doel daarvan is bij te dragen aan goed bestuur van de coöperatie en het toezicht daarop, en daarover op begrijpelijke en open wijze verantwoording af te leggen. Cosun gaat deze code volgen, met inachtneming van ons bestuursmodel zoals eerder aangeduid. We hebben geïnventariseerd aan welke aspecten van de NCRcode wij niet voldoen. Sommige zijn niet op ons van toepassing, andere vragen om actie. Als gevolg hiervan zullen de statuten en/of reglementen op onderdelen moeten worden aangepast. Een eerste aanzet hiertoe wordt in 2012 gemaakt, als we voor het eerst een reglement voor de raad van toezicht opstellen. De Cosun Gedragscode is ongeveer tien jaar geleden opgesteld en wordt in de eerste helft van 2012 getoetst en waar nodig bijgesteld. Dat zal in elk geval moeten gebeuren om de gedragscode niet alleen van toepassing te laten zijn op medewerkers maar ook op de bestuurders. Aanvullend op de gedragscode zijn enkele specifieke regelingen opgesteld. Cosun kiest ervoor om relevante gegevens over de bestuurders beschikbaar te stellen via de website. Het voordeel hiervan is dat de gegevens tussentijds kunnen worden aangepast. De lijst met namen is in het jaarverslag opgenomen. Op de website www.cosun.nl is onder de rubriek Over Cosun – Corporate governance meer informatie te vinden over dit onderwerp. Nieuwe informatie wordt op deze website gepubliceerd en bestaande informatie wordt, indien nodig, geactualiseerd. De inhoud van de gedragscode voor coöperaties is gepubliceerd op www.cooperatie.nl onder Gedragscode.
8
MVO-organisatie
De verantwoordelijkheid voor maatschappelijk verantwoord ondernemen is niet anders georganiseerd dan die voor het ondernemingsbeleid. Deze verantwoordelijkheden vallen in essentie immers samen. De raad van beheer is eindverantwoordelijk voor het beleid; de raad van toezicht oefent zijn controlerende taak uit. De uitvoering van het ondernemingbeleid is toevertrouwd aan de concerndirectie; de voorzitter daarvan legt verantwoording af aan de raad van beheer. Samenwerken en coördineren De groepsdirecteuren zijn binnen hun onderdeel verantwoordelijk voor het eigen MVO-beleid en de uitvoering daarvan. Op concernniveau zijn de onderlinge afstemming en samenwerking in handen van een overkoepelend MVO-platform. De samenstelling van dit platform, dat in 2011 is gestart, is als volgt: • Robert Smith, directievoorzitter en voorzitter MVO-platform • Edgar Biemans, manager Marketing & Sales SVZ • Iwan Blankers, directeur Sensus • Frank van Noord, directeur R&D Suiker Unie • John Stoopen, lid van de Centrale Onderneming Raad • Martin van de Ven, directeur Aviko Groep • Willy van Oorschot, corporate communicatie Cosun De businessgroepen hebben elk een stuurgroep en soms ook werkgroepen op de diverse terreinen, bijvoorbeeld op die van milieu en medewerkers. De managementteams van de groepen coördineren, sturen en meten de uitvoering en rapporteren daarover, ook in het Cosun-platform. De lijnen komen weer samen in de concerndirectie. Binnen de Cosun-staforganisatie is een werkgroep actief die vanuit de drie aspecten people, planet & profit (PPP) initiatief neemt, ook samen met de groepen, en zorgt voor de rapportages en het verslag op concernniveau.
Cosun MVO -verslag 2011
Borging en verantwoording In tegenstelling tot het financiële jaarverslag is de inhoud van dit MVO-verslag niet gecontroleerd door een externe accountant. Voordat we hiertoe besluiten, willen wij eerst meer ervaring opdoen met het verzamelen van de gegevens en de weergave daarvan. Bij de indeling van dit verslag hebben wij gebruikgemaakt van de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI). In het overzicht op www.jaarverslag-cosun.nl, dat is gebaseerd op de indeling van het GRI, is te zien waar specifieke informatie over MVO te vinden is. Bestaande meet- en rapportagesystemen worden benut of aangepast om beter inzicht te krijgen, bij te sturen en verbeteringen door te voeren. Maar meten en bijsturen zijn niet voldoende. De inzet en betrokkenheid van al onze medewerkers zijn essentieel om doelstellingen te realiseren. Communicatie op en tussen alle niveaus is noodzakelijk om dit te laten werken, of het nu taakgebonden is of om de onderlinge binding te versterken. Cosun hanteert een gedragscode, onze bedrijven nemen deel aan convenanten, werken aan erkende certificeringen en wij leggen intern en extern verantwoording af over het gevoerde beleid. Het financieel jaarverslag, dit maatschappelijk verslag en de documenten die onze businessgroepen publiceren bieden inzicht in onze inspanningen en de geboekte resultaten.
9
Verwaarding van grondstoffen
Suiker Unie
Sensus
Aviko
SVZ
Cosun benut plantaardige grondstoffen volledig. In de fabriek wordt de grondstof ontleed in waardevolle componenten die hun weg vinden naar tal van toepassingen. De gekleurde stromen in de bovenstaande figuur geven de diversiteit in stromen en componenten weer. Een aantal van die stromen belandt uiteindelijk weer in de keten waarmee het begon: op de akker of in de eigen fabrieken. Hiermee worden kringlopen gesloten. Een voorbeeld: uit bieten halen wij kristalsuiker voor menselijke consumptie. De vezels die overblijven (pulp) worden verkocht als veevoer, terwijl de melasse wordt toegepast om gist of alcohol te maken. De meegevoerde aarde gaat terug naar de akker of naar op te hogen terreinen; de neergeslagen zouten en mineralen gaan terug als bodemverbeteraar. Het gezuiverde water kan worden benut in het eigen productieproces of om planten in kassen van vocht te voorzien. Wat aan organische resten overblijft kan worden vergist tot biogas. Voor groente en fruit, cichorei en aardappelen is het proces vergelijkbaar maar zijn de componenten uiteraard verschillend. Cosun onderzoekt of er nog andere waardevolle componenten zijn te winnen uit de grondstof. Het streven naar duurzame productiewijzen maakt dat we onze bekende grondstoffen met andere ogen zijn gaan bekijken.
Cosun MVO -verslag 2011
10
Houdbaar en verantwoord ondernemen
Jos van Campen
De wereld om ons heen verandert in hoog tempo. Klimaatverandering, een groeiende wereldbevolking, schaarser wordende grondstoffen, financiële crises en politieke onrust in olierijke landen nopen tot bezinning en bewuste keuzes. Ook Cosun kan en wil een aandeel leveren aan duurzame ontwikkeling op de terreinen waarop we actief zijn en invloed uitoefenen. De geleidelijke overschakeling naar het gebruik van hernieuwbare in plaats van eindige grondstoffen, zoals aardolie, biedt nieuwe perspectieven. Onze bedrijven opereren dicht bij de agrarische sector en zetten zich, vaak samen met de telers, in voor duurzame teelt van plantaardige grondstoffen. Onze kernactiviteit is het produceren van voedingsmiddelen en -ingrediënten. De restanten vinden sinds jaar en dag toepassing in veevoer of gaan terug naar de akker. Door de opkomende biobased economy gaan we onze grondstoffen echter anders bekijken en behandelen. We produceren nog steeds suiker, aardappelproducten, inuline en vruchtensappen, maar leveren ook de grondstof voor andere toepassingen, zowel oude als nieuwe. De biomassa, al onze plantaardige grondstoffen, die bij onze fabrieken aankomt beschouwen we als bron van nog veel meer nuttige toepassingen, bijvoorbeeld in de chemische industrie maar ook van ‘groene’ energie.
Cosun MVO -verslag 2011
Robert Smith
In dit maatschappelijk verslag over 2011 bieden wij u een inkijk in wat wij doen, hoe we dat doen, welke afwegingen we maken en hoe we onze toekomst vormgeven. Natuurlijk willen wij winst maken; een goed rendement is nodig voor de continuïteit van de onderneming. Maar als coöperatie zijn wij ons bewust van onze verantwoordelijkheid voor huidige en toekomstige generaties telers, medewerkers en andere belanghebbenden. Wij willen op een duurzame wijze ondernemen. Duurzaam ondernemen betekent voor ons: ‘verantwoord en houdbaar’. ‘Verantwoord’ door rekening te houden met de belangen van onze medewerkers, leden en leveranciers, klanten, consumenten, de samenleving waarin wij actief zijn en het milieu. Tussen hun verschillende belangen trachten we een goede balans te vinden. ‘Houdbaar’ door ons te richten op de continuïteit van onze bedrijven en de Nederlandse akkerbouwsector, de relatie met de leden van onze coöperatie, een goed financieel rendement en de toegang tot de benodigde grondstoffen, kennis en afzetmarkten. We bouwen verder aan onze toekomst, samen met vele anderen in onze productieketens en daarbuiten. Jos van Campen Voorzitter raad van beheer
Robert Smith Voorzitter concerndirectie
11
Beleid
MVO op hoofdlijnen Cosun staat een pragmatische aanpak voor; ondernemen is denken en vooral doen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen zegt iets over de wijze waarop we diverse belangen meewegen bij onze beslissingen. Verantwoord ondernemerschap houdt volgens ons in dat we breder en verder kijken dan alleen binnen onze eigen bedrijven en het lopende boekjaar. De agrofoodsector waarbinnen wij ondernemen biedt zowel het kader als het vertrekpunt. Onze visie De wereldbevolking neemt de komende decennia verder toe en naar verwachting zal ook de koopkracht groeien. Grondstoffen, landbouwareaal en energie worden daarentegen juist schaarser. Deze trends zetten zaken op scherp en stellen ons voor fundamentele keuzes. We willen voorkomen dat onze huidige welvaart grote negatieve effecten heeft op de natuur en onvervangbare hulpbronnen verloren gaan voor toekomstige generaties. Daarom zullen we zorgvuldiger en efficiënter met de hulpbronnen van de wereld moeten omgaan. Cosun wil een aandeel leveren in duurzame ontwikkeling op de terreinen waarop wij actief zijn en invloed kunnen uitoefenen. Onze missie Cosun opereert dicht bij de agrarische sector en zet zich samen met telers in voor de duurzame teelt van plantaardige grondstoffen. We zijn ervan overtuigd dat raffinage van deze grondstoffen essentieel is voor het optimaal benutten en duurzaam gebruikmaken van agrarische grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen. Wij leveren ingrediënten voor voeding voor mens en dier, materialen voor tal van niet-voedingstoepassingen en reststoffen voor energiewinning.
Cosun MVO -verslag 2011
Wij maken een zorgvuldige afweging tussen belangen van people, planet & profit, juist met het oog op de continuïteit van de onderneming en coöperatie. Wij onderscheiden vier aangrijpingspunten, waaraan doelstellingen en actieplannen zijn gekoppeld: 1. Ketenverantwoordelijkheid invullen Wij voelen ons betrokken bij de akkerbouwsector. Om de teelt verder te verduurzamen, investeert Cosun aanmerkelijk in het vergroten van de kennis en expertise van telers die aan onze bedrijven leveren. Wij nemen onze verantwoordelijkheid, juist ook voor de schakels van onze eigen bedrijfsactiviteiten. Om onze grondstoffen optimaal te kunnen verwerken en verwaarden, werken wij nauw samen met de andere schakels in de keten. Zeker als het gaat om nieuwe toepassingen, is het van essentieel belang om samen met afnemers te onderzoeken hoe het productieproces verder kan worden ontwikkeld en hoe nieuwe toepassingen daarin een plaats kunnen krijgen. 2. Zorgvuldig omgaan met natuurlijke hulpbronnen en het milieu Natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen worden schaarser en dus duurder. Het milieu is gebaat bij zo min mogelijke verstoring en het sluiten van kringlopen. Cosun investeert in zijn procesinstallaties en zijn mensen om schaarse middelen optimaal te benutten en bij te dragen aan de leefbaarheid in de omgeving van onze vestigingen.
12
3. Betrokken medewerkers Cosun-bedrijven zijn procesgeoriënteerde ondernemingen. Toch zijn niet de installaties en de technologie de kritische factoren maar onze mensen. Zij besturen de processen, lossen storingen op en komen met ideeën voor verbetering. Wij investeren in onze medewerkers door hen (vak)opleidingen en trainingen te laten volgen, een schone en veilige werkomgeving te bieden en hun inzetbaarheid op peil te houden. Fitte en gemotiveerde medewerkers zijn ook productiever.
4. Transparantie en voorlichting Cosun is een coöperatie die openheid van zaken geeft aan haar leden. De verbintenis met onze leden is langdurig omdat onze leden ook leverancier van de bieten voor onze Nederlandse suikerfabrieken zijn. Zij worden betrokken bij afwegingen en besluiten via de coöperatieve organen, bijeenkomsten en eigen publicaties. Verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen zit in onze genen. Wij bewegen ons vooral in de eerste schakels van de productieketen en richten ons primair op industriële afnemers en zakelijke partners. Zij behoren tot onze belangrijkste stakeholders: groepen die belang hebben bij wat wij doen en hoe wij dat doen. Samen met onze afnemers zorgen wij voor goede producten en begrijpelijke informatie voor consumenten.
MVO-BELEID COSUN Stakeholders
Missie
Extern • Leden van de coöperatie • Afnemers • Leveranciers/ dienstverleners samenwerkende partners • Financiële instellingen • Omwonenden van de vestigingen • Potentiële medewerkers • Politiek en overheden • Onderwijs • Media (pers) • NGO’s • Consumenten
Cosun opereert dichtbij de agrarische sector en zet zich samen met telers in voor de duurzame teelt van plantaardige grondstoffen. We zijn ervan overtuigd dat raffinage van plantaardige grondstoffen essentieel is voor het optimaal benutten en duurzaam gebruikmaken van onze agrarische grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen. Wij leveren ingrediënten voor voeding voor mens en dier, materialen voor tal van niet voedingtoepassingen en als laatste voor energiewinning. Wij maken een zorgvuldige afweging met respect voor de mens (people), het milieu en de leefomgeving (planet) en een economisch gezonde bedrijfsvoering (profit), juist met het oog op de continuïteit van de onderneming & coöperatie.
Intern • Medewerkers • Ondernemingsraden
Cosun MVO -verslag 2011
Externe richtlijnen • GRI • NCR Code voor Coöperaties Interne richtlijnen • Gedragscode • Regelingen
Economisch
• Verantwoord rendement • Inkomen leden • Investeringen
Milieu & productie
• Verlagen CO2 -uitstoot • Verlagen waterverbruik • Benutten restmaterialen • Beter benutten grondstoffen
Sociaal
• Werkgelegenheid • Veiligheid & gezondheid • Opleiding & training • Arbeidsverhoudingen & medezeggenschap
Maatschappelijk
• Coöperatie • Voedselveiligheid & gezondheid • Voorlichting
13
Overzicht 2011 De belangrijkste aandachtspunten ingedeeld naar people, planet & profit in 2011: Vanuit financieel-economisch oogpunt bezien realiseerde Cosun ondanks de recessie een nagenoeg gelijke omzet als in het voorgaande jaar. Het bedrijfsresultaat uit operationele activiteiten is iets gedaald omdat wij aanmerkelijk meer voor de bieten van onze leden/telers hebben betaald. Onze financiële positie is onverminderd sterk. Mede hierdoor kunnen wij investeren in duurzame productie en dus in de toekomst. Op het gebied van milieu zijn onze inspanningen niet alleen op onze eigen productiefaciliteiten gericht. Ook de schakel vóór ons in de productieketen, de akker- en tuinbouw, is in tal van opzichten van groot belang voor onze bedrijfsvoering. De kwaliteit van de plantaardige grondstoffen die wij verwerken bepaalt mede het verwerkingsrendement van onze fabrieken. Duurzame productie begint dus op de akker. Mede daarom investeren wij veel tijd en energie in teeltbegeleiding.
Cosun MVO -verslag 2011
In onze fabrieken richt de aandacht zich vooral op vermindering van de emissie van broeikasgassen, zoals CO2, van het waterverbruik en op het optimaal benutten van de aangevoerde plantaardige grondstoffen. De afgelopen jaren is al het nodige bereikt op het gebied van energie- en waterbesparing. Ook is de logistiek voor de aanvoer van grondstoffen en de distributie van eindproducten efficiënter. We zetten onze grond- en hulpstoffen efficiënter in en proberen tegelijkertijd nieuwe toepassingen te ontwikkelen. Dit past in de transitie naar de biobased economy die gebaseerd is op hernieuwbare grondstoffen. Medewerkers zijn de belangrijkste succesfactor. Wij investeren in een veilige werkomgeving en stimuleren onze mensen om veilig te werken. Omdat we op hogere leeftijd met pensioen gaan, is een goede conditie van groot belang. De vitaliteitsprogramma’s die in de verschillende onderdelen zijn gestart, dragen hieraan bij. Ook het onderhouden van vakkennis vergt aandacht. Cosun investeert in zijn mensen door het aanbieden van opleidingen en trainingen, loopbaanbegeleiding, coaching en uiteraard goede arbeidsvoorwaarden.
14
Rapportage Financieel-economisch In het financiële jaarverslag over 2011 verschaft Cosun informatie over de behaalde resultaten en de belangrijkste gebeurtenissen in en rond de coöperatie in het betreffende boekjaar. Het verslag geeft daarnaast een nadere detaillering van en toelichting op de financiële cijfers in de jaarrekening. In dit maatschappelijk jaarverslag leggen wij het accent op de waarde van onze bedrijfsvoering in termen van omzet, van inkomen voor onze leden en van investeringen, met name in duurzame productiewijzen.
Omzet Met het verwerken van plantaardige grondstoffen tot voeding en andere toepassingen, schept Cosun waarde. De totale omzet in 2011 bedraagt bijna € 1,8 miljard. Het aandeel van de suikeractiviteiten is 41% en van de aardappelactiviteiten 35%. De overige activiteiten dragen ruim 20% van de omzet bij. Onze afzet is geconcentreerd in Europa; hier realiseren wij ruim 85% van onze totale omzet. Omzet 2011: € 1.772 mln. (per activiteit)
Verkochte activiteiten 89 Overige activiteiten 342
Suikeractiviteiten 728
Bedrijfsresultaat Het bedrijfsresultaat komt uit op € 137 miljoen (2010: € 157 miljoen). Hierin zijn incidentele baten verwerkt die betrekking hebben op de verkoop van twee bedrijfsonderdelen. Het operationeel bedrijfsresultaat (exclusief incidentele posten en voor amortisatie van goodwill) daalde ondanks een winstverbetering bij alle activiteiten van € 108 miljoen in 2010 naar € 95 miljoen in 2011. Het lagere bedrijfsresultaat is het gevolg van een sterk gestegen vergoeding (met € 78 miljoen) aan leden voor de levering van bieten. Leden Cosun is een onderneming op coöperatieve grondslag. De leden, leveranciers van suikerbieten, zijn eigenaar en delen mee in het resultaat (ledentoeslag). Deze resultaatuitkering is onderdeel van de prijs die wij voor de bieten van de leden betalen. In 2011 heeft Cosun € 295 miljoen aan de leden betaald voor hun grondstof, waarvan € 118 miljoen als ledentoeslag. Bietentelers kijken vooral naar de financiële opbrengst per hectare. Het overzicht op pagina 7 laat een stijgende lijn zien. Dit betekent dat de bietenteelt een solide basis is voor de Nederlandse akkerbouwers.
Aardappelactiviteiten 613
Quotumbietenprijs in EUR per ton
60 Omzet 2011: € 1.772 mln. (naar geografie)
Verkochte activiteiten Rest van de 5% wereld 6% Noord en Zuid Amerika 5% Overige Europa 2%
55,69
55 50 45 41,31 Nederland 37%
43,00
43,00
2009
2010
39,44
40 35 2007
2008
2011
EU-landen excl. Nederland 45%
Cosun MVO -verslag 2011
15
Bieteninkopen van leden in miljoenen EUR
350 300 250 200 150 100
217
217
295
221
50 0
231
Investeringen Cosun investeert in het optimaal verwaarden van plantaardige grondstoffen, inclusief de reststromen, en in verdere verduurzaming van onze productieprocessen. Zo is bij de suikerfabriek in Dinteloord een vergistingsinstallatie voor de productie van groen gas in gebruik genomen. Bij de andere suikerfabrieken worden gelijksoortige installaties gebouwd. Bij Aviko is op de productielocatie in België een warmtekrachtkoppelingsinstallatie (WKK) in gebruik genomen waarmee biogas vanuit de waterzuivering wordt omgezet in stroom en in Duitsland wordt momenteel in samenwerking met een partner een biomassaverbrandingsinstallatie gebouwd. In 2011 bedroegen de totale investeringsuitgaven € 91 miljoen (2010: € 59 miljoen). Voor meer gegevens, zie het Jaarverslag 2011.
2007
2008
2009
2010
2011 Jaarverslag 2011
Cosun MVO -verslag 2011
16
Teelt en productie
Suikeropbrengst Nederland in ton per hectare
Cosun is nauw verbonden met de teelt van plantaardige grondstoffen. Deze verbondenheid is verankerd in de coöperatieve ondernemingsvorm waarin de belangen van suikerbietentelers en de suikerproductiesector parallel lopen. De kwaliteit van de grondstof suikerbieten bepaalt in hoge mate het rendement van de suikerfabriek. Op zijn beurt wordt de teler betaald voor de kwaliteit van zijn bieten. De langdurige binding tussen telers en industrie heeft geleid tot intensieve samenwerking en wederzijds voordeel, in financiële zin maar ook vanuit het oogpunt van duurzaamheid.
16 14 12 10 8 6 4 1940
De laatste jaren zien we ook in de andere teelten steeds meer aandacht voor en inspanning om de teelt te verduurzamen, met gunstige gevolgen voor het rendement en het milieu. Het gebruik van middelen (energie, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen) in de teelt is afgenomen, terwijl de opbrengsten per hectare zijn toegenomen. Daardoor is er per eenheid eindproduct beduidend minder gebruik nodig van natuurlijke hulpbronnen en hulpmiddelen. In dit hoofdstuk besteden we eerst aandacht aan de (verduurzaming van de) teelt van grondstoffen. Daarna komt de verwerking in onze productievestigingen aan bod. Teeltbegeleiding De samenwerking tussen telers en suikerindustrie heeft al in 1930 geleid tot de oprichting van het IRS. Dit onderzoek- en expertisecentrum ondersteunt bietentelers met adviezen op basis van wetenschappelijk en praktijkonderzoek. Deze samenwerking heeft tot aantoonbare resultaten geleid.
Cosun MVO -verslag 2011
1950
1960
1970
1980
1990
2000
2010
2020
Deze figuur toont de ontwikkeling van de gemiddelde suikeropbrengst per hectare in Nederland gedurende de periode 1950-2011. De variatie in opbrengsten door de jaren heen hangt samen met het weer gedurende het groeiseizoen. Voldoende neerslag en zonuren geven een hogere opbrengst. De opgaande lijn laat zien dat het loont om rassen met een hogere opbrengst te gebruiken en de teelt intensief te begeleiden. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is gelijktijdig fors afgenomen en de hoeveelheid aangevoerde bietengrond is verminderd. De stijging van de suikeropbrengst per ha is eindig. Een biet kan maximaal 23% suiker bevatten. Dit houdt in dat de maximale suikeropbrengst per ha in Nederland wordt geschat op 24 ton. Op dit moment is het ambitieuze doel waarnaar Cosun streeft 15 ton suiker per ha in 2015. Dit is nodig om de teelt rendabel te houden.
17
Unitip
Het teeltregistratie en -evaluatieprogramma Unitip van Suiker Unie biedt telers inzicht in de eigen vorderingen, maakt vergelijking met collega’s mogelijk en levert nuttige gegevens op voor Suiker Unie en IRS. Mede op basis hiervan kan Suiker Unie telers gerichte adviezen geven over verdere optimalisatie van de teelt. Sinds de vorige bietencampagne is er een duurzaamheidsmodule aan Unitip toegevoegd. Dit nieuwe onderdeel besteedt onder meer aandacht aan het energiegebruik in de bietenteelt. Per ton suiker ligt het energiegebruik lager dan vorig jaar. Ook de milieubelasting per ton suiker is lager. Voor meer informatie zie www.suikerunie.nl/agrarisch en www.irs.nl
Op grond van alle bereikte resultaten mag met recht gesproken worden van een duurzame teelt. Maar verduurzaming is een proces dat nooit stopt. Daarom werkt Suiker Unie samen met partners aan nieuwe verbeteringsmogelijkheden. Een voorbeeld hiervan is het programma Veldleeuwerik, een bouwplanbrede systematiek voor duurzame akkerbouw. Aan akkerbouwers die in 2012 volledig deelnemen verstrekt Suiker Unie per hectare suikerbieten een premie. Tegelijkertijd zal Suiker Unie de markt voor de suiker uit deze bieten verder ontwikkelen. Sinds een aantal jaar heeft Sensus via het IRS meer kennis vergaard over cichorei. De teelt van cichorei is geïntensiveerd en vindt uitsluitend op contract plaats. De belangen van de teler en verwerker lopen hierbij parallel: de eerste teelt uitsluitend voor Sensus en wordt beloond voor de geleverde cichoreikwaliteit; de tweede heeft belang bij kwalitatief goede wortels. Een ander belangrijk initiatief is I-top online: een online programma voor teeltregistratie en -evaluatie. Cichoreitelers kunnen hiermee de inzet van gewasbescherming optimaliseren en de teelt verder verbeteren. De cichoreiteelt is een relatief complexe teelt, waarbij ervaring en vakmanschap extra telt. Trouwe telers ontvangen met ingang van 2012 een toeslag op de contractprijs als teken
dat Sensus de relatie graag ook in de komende jaren voortzet. Zie voor meer gegevens: www.sensus.nl, www.cichorei.nl Aviko gaat met enkele studiegroepen deelnemen aan Veldleeuwerik waarin kennis en ervaring tussen telers wordt gedeeld. Alle telers van Aviko hebben een voedselveiligheidscertificaat: een garantie voor de afnemer dat de aardappelen op een voedselveilige manier geteeld worden. Ongeveer een kwart van de telers die aan Aviko leveren, heeft een Global G.A.P.-certificaat. De afkorting staat voor Good Agricultural Practice. Is een teler Global G.A.P.-gecertificeerd, dan voldoet hij aan expliciete eisen van grote supermarktorganisaties ten aanzien van voedselveiligheid, natuur & milieu en arbeidsomstandigheden. In Polen neemt Aviko deel in een praktijkonderzoek naar verdere verbetering van de teelt van aardappelen met oog voor kwaliteit, milieu en arbeidsomstandigheden. De ervaringen (best practices) worden gedeeld met telers die er hun voordeel mee kunnen doen door efficiënter te telen (minder gebruik van meststoffen, energie, water) en aldus aan de hoge eisen van internationale afnemers te voldoen. De relatie tussen groente- en fruittelers en de verwerkende industrie, waaronder SVZ, is gebaseerd op vraag en aanbod. Meestal wordt er op de vrije markt ingekocht maar het percentage contractteelt groeit. Kwaliteit speelt uiteraard een rol, net als voedselveiligheid. De laatste jaren merkt SVZ dat grote afnemers striktere eisen stellen aan duurzame teelt. Samen met leveranciers, klanten en belangenorganisaties, zogenaamde NGO’s, heeft SVZ deelgenomen in projecten om aan kwaliteitsverbetering en duurzamere teelt te werken. Zo wordt in het zuidwesten van Spanje samengewerkt met aardbeientelers om ‘best practices’ te ontwikkelen en toe te passen. Doel is optimaal gebruik te maken van het steeds schaarser wordende zoet water in dit deel van het land en het nabijgelegen nationale natuurpark Doñana zoveel mogelijk te ontzien. Een ander project betreft ‘model farming’ in Polen om de lokale aardbeienteelt op een hoger plan te brengen, door onder andere de teeltmethoden te verbeteren en het gebruik van kunstmest, bestrijdingsmiddelen, nutriënten en energie te verminderen.
Veldleeuwerik Veldleeuwerik is een initiatief van een aantal bewuste telers uit Flevoland. Zij hebben het keurmerk bedacht dat is vernoemd naar een vogel. Inmiddels is het overgenomen door telers in het zuidwesten en noordoosten van Nederland en wordt het ondersteund door enkele grote bedrijven in de voedingsmiddelensector. Veldleeuwerik staat voor een integrale aanpak om verduurzaming van de landbouw mogelijk te maken en waarbij onder meer akkerbouwers, afnemers en de verwerkende industrie samenwerken. Suiker Unie heeft zich hierbij aangesloten en is al een aantal jaren actief in Veldleeuwerik. Sinds begin 2012 is ook Aviko aangesloten met enkele groepen telers. In Veldleeuwerik ondersteunen afnemers en verwerkende industrie de teler in zijn zoektocht naar duurzaamheid. Specialisten van onder andere Suiker Unie en Aviko ondersteunen hen op het gebied van bodemvruchtbaarheid, bemesting, gewasbescherming, biodiversiteit en ketenbeheer. Ook gerenommeerde instituten als het Centrum Landbouw en Milieu en het Louis Bolk Instituut, dat internationaal adviseert over duurzame landbouw, voeding en gezondheidszorg, werken mee aan Veldleeuwerik. De gezamenlijk ontwikkelde systematiek is gericht op een steeds duurzamere wijze van akkerbouw bedrijven. Daarbij horen een goede teeltregistratie, bijvoorbeeld met behulp van het teeltregistratieprogramma Unitip, en een duurzaamheidplan voor de eigen onderneming van de teler. Veldleeuwerik werkt aan het certificeren van deze systematiek. Als telers kunnen aantonen dat zij de systematiek hanteren, mogen de geteelde producten worden gelabeld met een speciaal handelscertificaat. Suiker Unie gaat onderzoeken hoe Veldleeuwerik-suiker in de markt kan worden geïntroduceerd. De meerwaarde die deze suiker op de markt heeft, komt ook ten goede aan de telers waardoor andere akkerbouwers hopelijk gestimuleerd worden om dit voorbeeld te volgen. Aviko is nog in het beginstadium van deze ontwikkeling en zal met de groepen telers ervaring moeten opdoen met de teelt voordat er sprake kan zijn van marktintroductie van Veldleeuwerik-aardappelproducten.
Cosun MVO -verslag 2011
18
De kennis en ervaring van beide projecten wordt gedeeld binnen de sector om efficiënter en verantwoord te kunnen telen en aan de eisen van multinationale klanten te voldoen. Ketenverantwoordelijkheid Uit de praktijkvoorbeelden blijkt dat de schakels in de productieketen elkaar aanspreken op verantwoordelijkheid. Iedere schakel werkt verder op basis van wat de voorgaande oplevert, ook in termen van duurzame productie. Goedmaken wat een ander nalaat, werkt in de praktijk niet. Duurzaamheid begint op het land en eindigt bij de klant. De consument heeft zijn eigen verantwoordelijkheden, zoals het tegengaan van voedselverspilling, het milieuvriendelijk afvoeren van verpakkingsmateriaal en de keuze voor duurzaam geproduceerde producten. Wie betaalt, bepaalt. Ook Cosun neemt zijn verantwoordelijkheid. Uiteraard begint dat met de eigen processen en producten. Aan de telers van onze grondstoffen en andere leveranciers stellen wij expliciete eisen ten aanzien van duurzame productie. Aan onze afnemers en hun klanten vragen wij hoe wij nog beter kunnen inspelen op hun inzet om verdere stappen te zetten en hoe wij de informatie aan de consument kunnen optimaliseren. Samenwerkende schakels vormen een robuuste keten.
Aviko gebruikt voor 80% palmolie en voor 20% zonnebloemolie om zijn producten voor te bakken. De zonnebloemolie wordt toegepast in diepvriesspecialiteiten die in de oven moeten worden bereid. Deze olie bevat meer onverzadigde vetzuren maar is duurder dan palmolie. De palmolie komt meestal van plantages in Zuidoost-Azië. Aviko is sinds begin 2011 lid van de Rondetafel voor Duurzame Palmolie (RSPO). Dit houdt onder andere in dat het bedrijf certificaten koopt die de productie van duurzaam geproduceerde palmolie bevorderen, met nadruk op het milieu en arbeidsomstandigheden. In 2011 was 13% van de palmolie duurzaam ingekocht. Voor 2012 moet dat op minimaal 25% uitkomen en het streven is in 2015 voor 100% duurzaam geproduceerde palmolie te gebruiken. Energie Cosun heeft zich de afgelopen jaren fors ingespannen om het energieverbruik en daarmee de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2 terug te dringen. Directe emissie is de CO2 die vrijkomt bij de verbranding van aardgas en soms olie in de eigen energiecentrales op diverse productielocaties. Directe CO2-emissie
per ton eindproduct
Zorgvuldig gebruik van schaarse bronnen Natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen worden schaarser en daarmee duurder. Cosun investeert in zijn procesinstallaties om efficiënt te produceren, vooral met het oog op het gebruik van (fossiele) energie, water en grond- en hulpstoffen. Anders gezegd: onze ambitie is om zoveel mogelijk grondstof van een hectare landbouwgrond te halen, die met een zo laag mogelijke CO2-uitstoot aan te voeren bij onze fabrieken en efficiënt te verwerken tot de producten waar onze klanten om vragen. We proberen kringlopen zoveel mogelijk te sluiten, bijvoorbeeld door mineralen en aarde terug te brengen naar de akkers en water zoveel mogelijk te hergebruiken. Dit is niet iets van de laatste jaren. Al lang voordat begrippen als ‘duurzaamheid’ en ‘verantwoord ondernemen’ opgeld deden, investeerden wij in het beperken van het gebruik van productiefactoren. In de periode 2007 tot en met 2011 hebben de Nederlandse suikerfabrieken zowel de CO2- als de NOx-emissie per ton geproduceerde suiker met bijna tien procent verminderd. Het waterverbruik is gedaald van 279 liter/ton suiker in 2007 naar 203 liter/ton suiker in 2011. Voor de productie van één ton suiker was in 2011 in Nederland 730 m2 akkerbouwgrond nodig. In 2007 was dit nog 930 m2. Er is dus steeds minder areaal nodig voor de productie van een ton suiker.
Cosun MVO -verslag 2011
250 240 kg/ton
Duurzame productie Cosun voert plantaardige grondstoffen aan en verwerkt die in grootschalige processen tot tal van producten en componenten die hun weg vinden naar voeding voor mens en dier, de chemie en andere niet-voedingssectoren. Wat overblijft wordt zoveel mogelijk benut. Zo worden plantaardige resten uiteindelijk vergist om daarmee energie op te wekken. Dit laat onverlet dat onze bedrijven energie moeten inkopen om de productieprocessen te laten draaien. Energie is een forse kostenpost en daarmee een speerpunt in het streven naar reductie in het gebruik. Dit vertaalt zich in een reductie van de uitstoot van CO2.
235 230
230
223
220
213
208
210 200 2007
2008
2009
2010
2011
In de figuur is de emissie per ton eindproduct weergegeven. Dit is een verhoudingsgetal. In de noemer van de deling is opgenomen de in één jaar geproduceerde hoeveelheid suiker, aardappelproducten, zetmeel, inuline, fruit- en groenteconcentraat en -puree en dus niet de nevenstromen als pulp en melasse. Het streven is om de emissie in de loop van de tijd te laten dalen, omdat dat aantoont dat we efficiënter werken en relatief minder energie gebruiken. In de grafiek op pagina 6 is de emissie in absolute termen weergegeven. Er is een directe relatie tussen de omvang en de kwaliteit van de verwerkte oogsten en de uitstoot van CO2. De daling in 2008 is het gevolg van de sluiting van de suikerfabriek in Groningen. De aankoop van de suikerfabriek in Anklam (D) maakte dit weer ongedaan. De toename tussen 2008 en 2009 heeft ook te maken met de relatief omvangrijke oogsten die in 2009 zijn verwerkt. Voor Aviko en Sensus was dit ook in 2010 nog het geval.
19
Indirecte CO2-uitstoot is de emissie die vrijkomt bij de elektriciteitscentrale waar de stroom wordt opgewekt die wij inkopen. Omdat Cosun internationaal actief is, zijn de kWh’s aan de hand van een vaste waarde omgerekend naar kg CO2. Hiervoor is de Europese standaardwaarde gebruikt. Indirecte CO2-emissie per ton eindproduct
kg/ton
55 45
45 41 35
38 34
35 25 2007
2008
2009
2010
2011
In deze figuur zijn de schommelingen vooral het gevolg van het elektriciteitsgebruik door Suiker Unie. De suikerfabrieken wekken zelf elektriciteit op. Afhankelijk van de situatie kopen zij elektriciteit in of verkopen zij deze juist. Dit geeft grote schommelingen in de indirecte CO2-cijfers. De toename in 2008 is het gevolg van meer elektriciteitsgebruik door Aviko. Door een storing in de generator in Steenderen heeft de vestiging gedurende een lange periode zelf geen elektriciteit kunnen opwekken en moest ze dus inkopen. Ook bij de andere Aviko-bedrijven was in 2008 het elektriciteitsgebruik hoog. Door maatregelen te nemen is het verbruik weer teruggebracht tot het normale niveau en is zelfs een dalende trend ingezet. De daling in 2009 is het gevolg van de grote oogst. Veel elektromotoren draaien en gebruiken energie ongeacht het verwerkte volume per tijdseenheid. Bij een hoge doorzet zijn ze dus efficiënter. In 2010 is energiebesparing tot prioriteit verheven binnen het milieubeleid. Het effect laat zich af aflezen in de cijfers over 2011.
Cosun MVO -verslag 2011
Acties en resultaten In 2011 is op initiatief van de milieufederaties een CO2 reductiedoelstelling afgesproken met een aantal Nederlandse industrieën waaronder Suiker Unie. Voor de vestiging in Dinteloord is een besparing van 7.000 ton CO2 op jaarbasis afgesproken ofwel ongeveer 5%. Bij de productie van frites en aardappelspecialiteiten werkt Aviko aan zuinig gebruik van energie. De introductie van Total Productive Maintenance (TPM) heeft een aantal concrete verbeterpunten aan het licht gebracht, zoals het uitzetten van apparatuur als dat kan, betere isolatie en het gebruik van warmte. De meeste verbeterpunten vergden geen extra investeringen en leverden direct resultaat op. Sensus zet fors in op energiebesparing. In 2011 was dat vooral in de vorm van rendementsverbetering van de stoomketels in Roosendaal. Specialisten van Sensus en van het Cosun Food Technology Centre hebben eenzelfde onderzoek gedaan naar de kleinere installaties. Een aantal verbeteringen is al in 2011 aangebracht; voor andere zijn aanvullende investeringen nodig. Er loopt ook een onderzoek naar de mogelijkheden om restwarmte van de nabijgelegen afvalverwerker te gebruiken. Sensus heeft de CO2-voetafdruk van de belangrijkste producten laten bepalen door een externe specialist, zodat richting kan worden gegeven aan het terugbrengen ervan. Ook Suiker Unie heeft dit voor de productie van suiker laten uitvoeren. Bij Aviko loopt een dergelijke inventarisatie. Novidon, onderdeel van Duynie, heeft veel energie nodig om zetmeel te drogen. In 2011 is onderzocht hoe het energiegebruik kan worden teruggebracht. Daartoe zijn aanpassingen aan de installaties nodig in combinatie met een aangepaste werkwijze. In 2012 wordt de installatie omgebouwd. Aan de hand van de praktijk wordt de nieuwe opstelling getest en verder ingeregeld.
20
Suiker Unie investeert fors in installaties om biogas te winnen uit plantaardig restmateriaal. De eerste is eind 2011 in bedrijf genomen bij de suikerfabriek in Dinteloord. Als de capaciteit volledig wordt benut, verwerkt de installatie zo’n 100.000 ton plantaardige resten per jaar tot 10 miljoen m3 groen gas. Dat is voldoende voor het gasverbruik van zo’n 7.000 huishoudens. De andere twee installaties die nu worden gebouwd bij de fabrieken in Vierverlaten en Anklam (Duitsland) krijgen een vergelijkbare productiecapaciteit. Daarnaast produceert Suiker Unie al jaren biogas (4 miljoen m3) uit proceswater van de suikerfabrieken in methaanreactoren. Ook dit gaat als groen gas van aardgaskwaliteit naar het openbare gasnetwerk. Ook Aviko en Sensus produceren biogas dat in de eigen installaties wordt toegepast. Water Voor al onze processen hebben wij water nodig. Omdat wij voedingsmiddelen maken, moet dit water aan de hoogste kwaliteitsnormen voldoen. Vanuit zowel prijs- als milieuoogpunt gebruiken wij bij voorkeur grondwater. Maar niet in alle gevallen is er goed grondwater beschikbaar of kan het op verantwoorde wijze worden opgepompt. In die gevallen gebruiken wij leidingwater.
Waterverbruik in m3 per ton eindproduct
3,0 2,5 2,0
Sensus Roosendaal wil leidingwater vervangen door opgepompt water. De vereiste vergunningen daarvoor zijn al in huis. Het voordeel is dat het waterleidingbedrijf minder water in kwetsbaarder gebied hoeft op te pompen en er minder energie nodig is voor het watertransport naar Sensus. Aviko heeft in de afgelopen vijf jaar bijna 20% bespaard op het watergebruik per ton productie. SVZ in Etten-Leur neemt sinds eind 2011 deel aan een project in het kader van de implementatie van de Europese Kaderrichtlijn Water. Dit project beoogt de kwaliteit te garanderen van het opgepompte grondwater in termen van de eisen die worden gesteld voor toepassing in de voedingindustrie. SVZ voldoet al aan deze eisen maar wil dit ook expliciet kunnen aantonen. Alles benutten De businessgroepen stellen alles in het werk om de grondstoffen optimaal te benutten. Ze worden daartoe aangespoord door de concernleiding en de rendementsdoelstellingen. Een van de manieren om het nuttig gebruik van zowel de plantaardige grondstoffen als energie en water inzichtelijk en daarmee beheersbaar te maken, is TPM. Dit leidt tot acties als het benutten van restwarmte (bijvoorbeeld bij Aviko in Cuijk) en het verminderen van het aantal processtappen zodat op energie en verpakkingsmateriaal kan worden bespaard (SVZ in Etten-Leur). Mineralen worden zoveel mogelijk teruggewonnen en weer in de akkerbouw toegepast. Aangevoerde aarde wordt toegepast in bijvoorbeeld bemeste tuinaarde en kalkmeststof gaat terug naar de akkers. Het vergisten van plantaardig materiaal waarvoor geen andere nuttige toepassing meer is, levert duurzaam geproduceerde energie op.
1,5
Hoeveelheid restmateriaal in kg per ton eindproduct
1,0 100
0,5 0
80 2007
2008
n Grondwater
2009
2010
2011
n Leidingwater
60 40
Het relatieve waterverbruik is in de figuur hierboven weergegeven. Het lage waterverbruik in 2009 is het gevolg van de kwalitatief goede oogsten. Dit is een voorwaarde voor een efficiënt draaiende fabriek. Verder is te zien dat het gebruik van water licht dalend is. Wel is er een verschuiving van grond- naar leidingwater. Dit komt omdat de grondwaterwinning van Sensus Roosendaal tijdelijk buiten bedrijf is. Deze voldeed niet meer aan de eisen en in overleg met het leidingwaterbedrijf is besloten om voorlopig op leidingwater over te gaan. Een suikerfabriek is ook een waterfabriek want een suikerbiet bestaat voor 75% uit water. Na zuivering blijft er schoon water over dat op het oppervlaktewater mag worden geloosd. Het is ook mogelijk dit water op te slaan in bassins en te gebruiken als gietwater voor planten. Het idee is om dit te gaan toepassen in Nieuw Prinsenland, een bedrijventerrein en glastuinbouwlocatie die verrijzen bij de suikerfabriek in Dinteloord.
Cosun MVO -verslag 2011
20 0
2007
2008
2009
2010
2011
n Gemengd afval n Organisch restproduct n Overig gescheiden afval Een hoeveelheid organisch restproduct van ongeveer 80 kg per ton eindproduct lijkt op het eerste gezicht veel. Deze hoeveelheid heeft echter meer te maken met de kwaliteit en de hoeveelheid van de grondstof dan met het eindproduct. De toename van de hoeveelheid restmateriaal komt vooral door het nauwkeuriger uitsorteren van aardappels bij Aviko en het beter scheiden van stukjes bietmateriaal bij de vestiging van Suiker Unie in Vierverlaten.
21
Afgemeten aan de gemiddeld negen miljoen ton biomassa die wij op jaarbasis verwerken, is een restant aan organisch materiaal van ongeveer 2% van het totale volume relatief bescheiden. Bovendien wordt dit restant vergist tot biogas. Dit gebeurt nu nog deels door externe verwerkers, maar in de komende jaren zal deze reststroom steeds meer door eigen Cosun-bedrijven worden verwerkt. Suiker Unie bouwt installaties waarin het vrijkomende organisch materiaal wordt vergist voor de productie van biogas en Duynie is aan het onderzoeken hoe de uitgesorteerde aardappelen bij Aviko Norden kunnen worden verwerkt tot industrieel zetmeel.
Duynie levert veevoeder aan veehouderijen in heel het land. De chauffeurs van de eigen transportwagens krijgen regelmatig training om zuinig te rijden. Alle andere Cosun-bedrijven kopen hun transport in. Daarbij wordt gelet op de prijs-kwaliteitverhouding, de betrouwbaarheid en de reputatie van de onderneming die wordt ingeschakeld om de dienst te verlenen. Onlangs is het bedrijf dat voor Aviko de aardappelen vervoert naar de fabrieken in het nieuws gekomen vanwege een discussie met de Nederlandse vakbond over de inzet van buitenlandse chauffeurs.
Logistiek Suiker Unie heeft in 2011 een Lean & Green Award ontvangen, omdat ze heeft aangetoond flink te kunnen besparen op transportkilometers voor het vervoer van suiker en daarmee de CO2-uitstoot binnen vijf jaar met 31% te kunnen verminderen. Het plan van aanpak is door TNO getoetst en als ruim voldoende aangemerkt. Suiker Unie ziet dit als een aanmoediging om zich maximaal in te zetten om de gestelde doelen te realiseren.
Inkopen transport Aviko heeft het vrachtvervoer om aardappelen aan te voeren uitbesteed aan Butter Transport. Het wegtransport is een internationale sector. Op grond van de Europese regels kunnen buitenlandse vervoerders en chauffeurs in Nederland actief zijn, en vice versa. De firma Butter maakt hiervan gebruik. De transporteur stelt zich op het standpunt dat hij zich aan de regels houdt. FNV Bondgenoten is het hier niet mee eens en heeft Butter Transport hierop aangesproken. Daarop heeft de vakbond zich tot Aviko gericht, die Butter immers als vervoerder inschakelt. Aviko stelt als harde voorwaarde dat Butter zich aan de regels houdt, maar voelt zich niet aangesproken als de vakbond extra eisen wil stellen. Daarom heeft het de vakbond terugverwezen naar Butter.
Aviko bespaart zoveel mogelijk op verpakkingsmateriaal. Folies worden dunner, evenals de kartonnen dozen die worden gemaakt van hergebruikt karton. Gebruikte materialen worden verzameld, gesorteerd en zoveel mogelijk hergebruikt. Voor het transport van verse frites worden steeds vaker inklapbare kratten gebruikt. In 2011 heeft Sensus voor het eerst een speciale reiniger ingezet bij de verlading van cichorei vanuit Limburg en Duitsland. In de teeltregio’s in Noordoost-Nederland is een soortgelijk initiatief gestart. Het resultaat is een gemiddelde tarrareductie, en daarmee een vermindering van de nutteloze verplaatsing van grond door Nederland, van circa 40% ten opzichte van het gangbare percentage dat ongeveer 11 bedraagt. Bovendien is er minder ruimte nodig voor grondberging in Roosendaal en worden de installaties minder belast.
Cosun MVO -verslag 2011
22
Overige
Aantal meldingen 70
Bodem Sensus wil een deel van het terrein in Roosendaal verder ontwikkelen en zal daarom een ‘oude’ bodemverontreiniging aanpakken. Het gaat om dieselolie uit de tijd dat de voormalige suikerfabriek die op dit terrein was gevestigd, bieten per spoor kreeg aangeleverd. De schoonmaakoperatie staat gepland voor 2013.
60
SVZ in Etten-Leur heeft te maken met een bodemverontreiniging die al decennia geleden is veroorzaakt door bedrijven die toen in de directe omgeving actief waren. De verontreiniging strekt zich uit onder meerdere bedrijven. Zij hebben nu de handen ineen geslagen om deze ‘historische’ bodemverontreiniging gezamenlijk aan te pakken. De lokale overheid steunt dit initiatief van harte. Inmiddels is een saneringsovereenkomst gesloten, waaraan SVZ meebetaalt. Met de werkzaamheden wordt naar verwachting gestart vóór de zomer van 2012. Het gaat om een meerjarige operatie met als doel te voorkomen dat dieper gelegen grondwatervoorraden verontreinigd kunnen raken.
20
Hinder Elke klacht is er één te veel. Tegelijkertijd is het aantal klachten van rond de zestig op jaarbasis voor een industriële onderneming met 25 productielocaties verklaarbaar. In de jaren vóór 2011 kreeg de Aviko-vestiging in Cuijk bijna twintig meldingen uit de directe omgeving van geuroverlast. Dit bleek niet schadelijk maar wel zeer hinderlijk voor omwonenden. Toen de schoorsteen waaruit de waterdamp naar buiten komt hoger was gemaakt, nam het aantal meldingen fors af. In 2011 kreeg de vestiging nog drie meldingen van geuroverlast. In de figuur hiernaast is het totaal aantal meldingen van hinder per jaar weergegeven.
Cosun MVO -verslag 2011
58
50 40
46 40 34
30
30
10 0 2007
2008
2009
2010
2011
Cosun ontving in 2011 bijna zestig meldingen van hinder door bedrijfsactiviteiten. Bijna vijftig hiervan hebben betrekking op vestigingen van Suiker Unie in Nederland. Hiervan zijn er 33 afkomstig van één melder die in de omgeving van de specialiteitenfabriek in Roosendaal woont. De Suiker Unie-specialiteitenfabriek in Roosendaal is in 2008 begonnen met een gewijzigde receptuur om aan de vraag van klanten te voldoen. Gaandeweg bleek dat dit tot geuroverlast in de omgeving leidde. Om dit tegen te gaan, is al een aantal maatregelen genomen. Zo is het koelsysteem ontkoppeld, zodat er geen geur via de koeltoren vrijkomt. In totaal is er inmiddels voor circa € 150.000 geïnvesteerd. Dit blijkt echter niet afdoende om de klachten te reduceren tot nul. De regionale milieudienst bestempelt de klachten als terecht. Het onderzoek naar de omvang van de geuruitstoot loopt nog (tweede kwartaal 2012). Mede op basis van de resultaten worden verdere maatregelen genomen.
23
Medewerkers Onze medewerkers zijn de spil van onze bedrijven. Hun inzet en betrokkenheid zijn van doorslaggevend belang voor het succes van wat wij ondernemen. Cosun is georganiseerd in businessgroepen met eigen activiteiten, een eigen historie, bedrijfscultuur en arbeidsvoorwaarden (onderneming- of bedrijfstak-cao). Cosun wil een werkgever zijn die mensen ruime eigen verantwoordelijkheid biedt binnen een overzichtelijke organisatie, bijvoorbeeld binnen een vestiging van een businessgroep. Uiteraard bieden wij medewerkers bredere loopbaanmogelijkheden, dus ook buiten de eigen locatie. Bij vacatures krijgen eigen medewerkers bij geschiktheid de voorkeur boven kandidaten van buiten het concern. Het is onze ambitie om medewerkers kansen te bieden tot verdere ontwikkeling: in de eigen functie, naar een nieuwe functie in het eigen bedrijfsonderdeel, maar ook daarbuiten. De Cosun-programma’s voor training en opleiding en voor management development hebben als doel de kennis en ervaring binnen het concern te vergroten en uit te wisselen. Er is doorlopend aandacht voor veiligheid op de werkvloer. Jaarlijks zijn er functioneringsgesprekken in alle lagen en delen van het concern. Andere zaken zijn misschien minder vanzelfsprekend maar even belangrijk en vormen aandachtspunten voor het management in onze bedrijven en uiteindelijk de concerndirectie. Dan hebben we het over het concernbreed introduceren van het werken op basis van de TPM-methodiek, het onder de aandacht brengen van de gedragscode en het toezien op de naleving daarvan, en het aanmoedigen van samenwerking tussen vakgenoten. Cosun hecht waarde aan de mening van medewerkers over hun werkgever, de werkomstandigheden en de mate waarin zij zich betrokken voelen bij het werk en de collega’s. De ondernemingsraden vervullen hierbij een belangrijke rol.
Cosun MVO -verslag 2011
Maar medewerkers worden ook direct benaderd. Een betrokken medewerker is een productieve medewerker en de best denkbare ambassadeur van het eigen bedrijf. In dit verslag besteden wij vooral aandacht aan de ontwikkeling van de werkgelegenheid, veiligheid & gezondheid in de werkomgeving, opleiding & training en arbeidsverhoudingen & medezeggenschap. Werkgelegenheid In principe biedt Cosun medewerkers een aanstelling voor onbepaalde tijd. Omdat we te maken hebben met seizoensinvloeden (wij verwerken plantaardige oogsten in zogenaamde campagnes), schommelingen in de werkbelasting en projecten met een afgebakende looptijd, schakelen we ook tijdelijke medewerkers en/of uitzendkrachten in. De variatie is vrij groot: van productiemedewerkers tot hoogopgeleide specialisten, bijvoorbeeld in het hoofdkantoor in Breda. Medewerkers krijgen in het algemeen eerst een tijdelijke aanstelling die na verloop van tijd – bij goed functioneren – wordt omgezet in een aanstelling voor onbepaalde tijd. De werkgelegenheid binnen Cosun is afgenomen in 2011. Dit komt vooral door de verkoop van Unifine Food & Bake Ingredients en de Nedalco-activiteiten. Toch was het werkgelegenheidseffect hiervan per saldo gering, doordat de kopers de activiteiten voortzetten. Wel heeft de herstructurering binnen SVZ geleid tot verlies aan werkgelegenheid. Deze ingreep was nodig om de continuïteit van het bedrijf veilig te stellen.
24
Het medewerkersbestand van Cosun bestaat voor driekwart uit mannen en een kwart uit vrouwen. Dit heeft te maken met de aard van onze activiteiten: Cosun maakt deel uit van de industriële sector. Het grootste deel van onze medewerkers is actief bij bedrijven in Nederland. Tellen we daarbij de collega’s in andere Europese landen op, dan is duidelijk dat wij vooral een Europese onderneming zijn. Onderstaande figuur toont de geografische verdeling van de medewerkers in 2011. Voor meer cijfers zie pagina 6 en 7 van dit verslag. Aantal medewerkers Noord & Zuid Amerika Europa overig
Wereld overig
EU (excl. NL)
Nederland
Verdeling van het aantal eigen medewerkers (excl. ingeleend), gemiddeld over 2011 in fte naar regio Aviko is binnen Cosun de grootste werkgever, gevolgd door Suiker Unie. Bij de overige onderdelen plus Cosun Food Technology Centre en de Cosun-staf werkt ongeveer een kwart van alle medewerkers. Nedalco en Unifine zijn in het eerste halfjaar van 2011 verkocht en naar rato meegeteld in de verdeling op pagina 6 over de businessgroepen, als ‘Verkochte activiteiten’. Veiligheid en gezondheid Alle vestigingen houden een ongevallenregistratie bij. Het streven is vanzelfsprekend gericht op het voorkomen van ongevallen. Sensus heeft in 2011 zelfs een veiligheidsspecialist in dienst genomen. Ondanks de inzet om ongevallen te vermijden, zijn we in 2011 met een dodelijk bedrijfsongeval bij Aviko in Steenderen geconfronteerd en is het aantal verzuimongevallen per 1.000 medewerkers met een voltijds dienstverband gestegen. Daling van dit cijfer is een van de belangrijkste doelstellingen van Cosun in de komende jaren. Vitaliteit van medewerkers is van groot belang. De medewerkers van Cosun hebben lange dienstverbanden en het verloop is gering. Dat is een positief signaal ten aanzien van de kwaliteit van Cosun als werkgever. Dit betekent echter ook een zekere mate van vergrijzing. Aviko wordt in Nederland beschouwd als een van de bedrijven die zich inzetten voor behoud van de vitaliteit van (oudere) werknemers.
Cosun MVO -verslag 2011
Het gaat dan ook om het beïnvloeden van gedrag (meer bewegen, minder of liever nog helemaal niet roken en verantwoorde voedingsgewoonten). Andere onderdelen van Cosun, zoals Suiker Unie en het kantoor in Breda, hebben dit voorbeeld gevolgd door de eigen medewerkers te benaderen met onderzoek en advies. Of het nu gaat om een dienstjubileum, pensionering of een al dan niet langdurige ziekte, aandacht is belangrijk. Vanuit sociaal oogpunt, maar ook vanuit het belang van de onderneming en de bedrijfsvoering. Het ziekteverzuim is in 2011 iets gestegen ten opzichte van 2010, maar blijft onverminderd laag. Een verzuimcijfer dat onder de 4% ligt, is voor een industrieel bedrijf als Cosun geen slechte score. Dit laat onverlet dat wij blijven inzetten op verbetering van deze score en dus op een lager ziekteverzuim. Opleiding en training Per onderdeel worden opleidingsplannen gemaakt en uitgevoerd. Zowel in 2010 als in 2011 is aan geregistreerde opleidingen ruim twee werkdagen besteed. Veel opleidingen vinden deels onder werktijd, en deels in eigen tijd plaats. Uitsluitend specifieke programma’s onder werktijd worden geregistreerd als zodanig. Binnen al onze groepen wordt door middel van Total Productive Maintenance (TPM) continu aan verbetering gewerkt. Deze methodiek stoelt op het vergroten van inzicht en kennis van de medewerker van de eigen werkprocessen en de knelpunten daarin. Medewerkers worden gestimuleerd om de knelpunten zelf weg te nemen. Deze en andere vormen van ‘training on the job’ zijn in hun algemeenheid binnen ons decentraal georganiseerde concern van groot belang. Cosun kent een centraal systeem voor management development. Loopbaanontwikkeling van alle medewerkers vanaf hbo-niveau wordt actief gevolgd met als doel kansen optimaal te benutten in het belang van medewerkers en de onderneming. Zo hebben alle leden van de huidige concerndirectie eerder een andere functie binnen Cosun vervuld. Jaarlijks wordt met alle hoger opgeleide medewerkers een functioneringsgesprek gevoerd, dat wordt vastgelegd op basis van de Cosun-systematiek. Vast onderdeel van die gesprekken is de belangstelling van de medewerker zelf. Want Cosun heeft belang bij gemotiveerde en zich ontwikkelende medewerkers. Maar uiteindelijk is de medewerker zelf verantwoordelijk voor zijn loopbaan. Arbeidsverhoudingen en medezeggenschap Cosun hecht groot belang aan een goede verstandhouding met werknemersorganisaties. Onze Nederlandse werknemers vallen in het algemeen onder een cao, met uitzondering van enkele kleinere onderdelen. Daarnaast zijn er medewerkers die op basis van hun functieniveau (veelal management) buiten de cao vallen. Er zijn cao’s op bedrijfstakniveau, maar ook eigen cao’s van toepassing. Voor het grootste deel van onze werknemers in het buitenland geldt een cao. Dit geldt niet of in mindere mate voor de kleinere verkoopkantoren en de bedrijven in de Verenigde Staten en Polen.
25
Cosun kent een centrale ondernemingsraad (COR) en meerdere ondernemingsraden binnen de groepen. De ondernemingsraden zijn in het leven geroepen voor het overleg met en de vertegenwoordiging van de in de onderneming werkzame personen. De raad ontvangt informatie om een afgewogen oordeel te kunnen vormen over de gang van zaken binnen de onderneming en discussieert met de bestuurders over te maken keuzes en de consequenties van eerder genomen besluiten. De bestuurders houden op deze wijze voeling met wat er onder de medewerkers leeft en welke zaken er zoal spelen. Voor de actuele samenstelling van de COR zie www.cosun.nl onder Over Cosun – Centrale ondernemingsraad. Gedragscode Bijna tien jaar geleden heeft Cosun een gedragscode opgesteld die in alle onderdelen van de organisatie, in binnen- en buitenland, is geïntroduceerd. De code maakt nu onderdeel uit van het introductiepakket voor nieuwe medewerkers. Hij is bedoeld om de Cosun-medewerker duidelijkheid te bieden over de wijze waarop hij zich dient op te stellen en te gedragen als een verantwoordelijke medewerker en collega. In de loop van de tijd zijn specifieke regelingen opgesteld, zoals een regeling voor het correcte gebruik van bedrijfsmiddelen als de computer en telefoon. De Cosun-gedragscode wordt in 2012 getoetst op actualiteit en toepasselijkheid en, indien nodig of gewenst, aangepast aan de huidige omstandigheden.
Cosun MVO -verslag 2011
Binnen Cosun is een functionaris benoemd tot vertrouwenspersoon aan wie medewerkers, desgewenst anoniem, een (vermoeden van een) misstand in de werkomgeving kunnen melden. Met het oog op de toegankelijkheid is hiervoor een speciaal meldingssysteem ingericht. Melders kunnen contact leggen met de vertrouwenspersoon via de telefoon of website, en eventueel de hulp van een vertaler inroepen als zij geen Nederlands spreken. Met enige regelmaat vestigen wij de aandacht op deze mogelijkheid, bijvoorbeeld door een artikel in het personeelsmagazine, posters in lunch- en kleedruimtes van de vestigingen en via de leden van de lokale ondernemingsraden. In 2011 zijn zes meldingen ontvangen: twee rechtstreeks bij de concerndirectie en vier via de vertrouwenspersoon. Er zijn drie zaken vanuit Nederland gemeld en drie vanuit het buitenland. Alle meldingen zijn nader onderzocht. In een enkel geval loopt het onderzoek nog (eerste kwartaal 2012); in de andere gevallen zijn maatregelen genomen of bleek bij nader inzien geen sprake van een misstand. We stellen vast dat het goed is dat deze mogelijkheid er is en dat er in de praktijk gebruik van wordt gemaakt.
26
Cosun in de maatschappij Maatschappelijke issues als werkgelegenheid, volksgezondheid en klimaatverandering stellen ons voor de taak om hierover mee te denken en mee te werken aan oplossingen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor voedselzekerheid en -veiligheid en het beheer van cultuurlandschappen. Wij concentreren ons op zaken waarvoor wij direct verantwoordelijk zijn, omdat we daar echt een verschil kunnen maken. Dit laat onverlet dat onze verantwoordelijkheid zich verder uitstrekt dan de directe eigen invloedsfeer. Over de keuzes die we hebben gemaakt leggen we verantwoording af, onder andere door deze rapportage.
Coöperatie ‘Coöperatieve ondernemingen bouwen aan een betere wereld’ luidt het motto van het Internationale Jaar van de Coöperatie 2012, een initiatief van de Verenigde Naties. Het initiatief is een teken des tijds en een opsteker voor allen die binnen en met coöperaties werken. De coöperatieve ondernemingsvorm is al ruim honderd jaar oud. Deze vorm van ondernemen past in een kapitalistisch systeem, gaat uit van duidelijk omschreven belangen die de leden gemeenschappelijk hebben en heeft oog voor de belangen van andere belanghebbenden. Sinds de onrust op de financiële markten en het stokken van de economische groei in grote delen van de wereld lijkt de coöperatie bezig aan een nieuwe opmars. Cosun is zo’n coöperatie. Ruim 9.000 Nederlandse akkerbouwers zijn eigenaar van de coöperatie. Hun directe belang ligt bij het laten verwerken van hun suikerbieten, het delen in het financiële resultaat hiervan en van het financiële resultaat van de andere ondernemingen die eigendom zijn van de coöperatie. De belangen zijn helder, de binding is voor vele jaren vanwege de relatie bietenleverancier (eigenaar) en suikerproducent (de coöperatieve onderneming). Deze verbondenheid betekent ook dat de leden de coöperatie niet louter aanspreken op het jaarlijkse financiële resultaat maar ook op de bredere verantwoordelijkheid en de langetermijnvisie. Immers, de bietenteler wil zijn oogst ook de komende jaren kunnen laten verwerken en na hem wil zijn opvolger dat ook.
Cosun MVO -verslag 2011
Cosun voelt zich dan ook verantwoordelijk voor deze groep belanghebbenden, de huidige en toekomstige eigenaren van de coöperatie. Maar evengoed voor de eigen medewerkers, overige leveranciers van grondstoffen en diensten, klanten en consumenten. We werken aan bestendige relaties op basis van wederzijds erkende belangen en met het oog op de lange termijn. Verantwoordelijk ondernemen zoals het is bedoeld. Een primaire coöperatie als Cosun is gewend veel zaken aan haar leden voor te leggen. Bestuurders en directieleden wisselen van gedachten met de leden over de gang van zaken, de plannen voor de toekomst en houden voeling met wat er leeft onder de leden-bietentelers. Binnen de coöperatie is een jongerenraad actief. Dit is een kweekvijver voor jong bestuurlijk talent. De kwaliteit van de jonge raadsleden is hoog, hun betrokkenheid bij de ontwikkelingen binnen Cosun groot. De aankomende bestuurders bezoeken vestigingen van onze bedrijven en voeren discussies met de zittende bestuurders en senior managers. Ze worden begeleid en gecoacht door leden van de raad van beheer. Een jonge generatie binnen de coöperatie is klaar om bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen.
27
Cultuurland De landbouw is zichtbaar in Nederland. Akkers, weilanden, boomgaarden, boerderijen en kassen horen bij het Nederlandse landschap. Zorgvuldig beheer is van belang voor de sector zelf maar ook voor recreanten en passanten en niet te vergeten het hele ecosysteem. Dieren maken geen onderscheid tussen natuur en cultuurgronden. Cosun opereert dicht bij de primaire sector en zet zich in voor het behoud van het agrarisch landschap. Een initiatief als Veldleeuwerik past daarin. Voedselveiligheid en gezondheid in relatie tot voeding Weten wat de herkomst van een product is, past in het streven naar voedselveiligheid. Die begint immers bij de bron. Daarom investeert Cosun veel in verduurzaming van de teelt en wil het deze werkwijze met certificering borgen. Vandaag de dag is er veel aandacht voor de relatie tussen voeding en gezondheid. Goede voeding is noodzakelijk om een gezond leven te kunnen leiden. Maar de moderne leefstijl waarin mensen altijd en overal over eten en drinken kunnen beschikken en weinig lichamelijke inspanning hoeven te leveren, leidt tot steeds meer overgewicht en dus tot problemen met de gezondheid. De kosten van verzuim door en behandeling van welvaartsziekten lopen fors op. Deze complexe problematiek is niet simpel aan te pakken. Daarom is het belangrijk dat wordt samengewerkt om mensen bewust te maken van de gevolgen van hun keuzes en de verantwoorde keuzes gemakkelijk en aantrekkelijk te maken. Dat kan volgens ons niet door extra belasting op bepaalde producten te heffen. Daardoor zal het tij niet keren. Wel door bewustwording als gevolg van educatie en begrijpelijke voorlichting.
Educatie en voorlichting Suikerstichting Nederland, kenniscentrum suiker en voeding is al meer dan veertig jaar het aanspreekpunt voor informatie over suiker en voeding. Ze richt zich met haar activiteiten onder meer op gezondheidsprofessionals, zoals diëtisten, mondhygiënisten en medici. Regelmatig worden artikelen en (wetenschappelijke) achtergronden via de website www.suikerinfo.nl gepubliceerd. Speciaal voor leerlingen en docenten in het basis- en voorgezet onderwijs is er de website www.suikerwereld.nl. Suikerstichting Nederland wil zo een bijdrage leveren aan de maatschappelijke discussie over suiker in relatie tot voeding en (mond)gezondheid.
Cosun-managers en -deskundigen nemen deel in platforms om kennis en ervaringen uit te wisselen. Via brancheorganisatie FNLI participeert Cosun bijvoorbeeld in het Convenant Gezond Gewicht. Het JOGG-programma (Jongeren Op Gezond Gewicht) maakt hiervan onderdeel uit. In dit convenant hebben de overheid, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties uitgesproken zich gezamenlijk in te zetten om het toenemende ernstige overgewicht tegen te gaan. Cosun heeft zich in 2011 verbonden aan het JOGG-programma dat in Breda wordt opgezet. De bijdrage aan dit programma is financieel maar ook praktisch in de vorm van kennis en expertise over voeding, gedragsverandering en de inzet van medewerkers bij activiteiten in het kader van JOGG Breda.
Als producent van onder meer suiker en frites worden wij aangesproken op dit onderwerp. Onze zienswijze is dat consumenten goede voorlichting moeten krijgen over voedingswaarde, de relatie calorie-inname en -verbruik en over een gezonde leefstijl. Aviko stimuleert niet alleen meer beweging onder zijn eigen medewerkers maar ook onder de jeugd. Al enige jaren sponsort Aviko de Nationale Avondvierdaagse. Suiker Unie sponsort de Nationale Jeugdronde en neemt zelfs deel met een eigen wielerploeg.
Cosun MVO -verslag 2011
28