Muziekproductie door Arndt Beckmann Leerling:…………………….
Duur workshop: 1 week Geschikt voor projectweken muziek in het voortgezet onderwijs of voor de zelfstudie.
1
Arndt Beckmann
Inhoudsopgave
2
Arndt Beckmann
Wat leer je in deze workshop
3
Leer je toonomvang kennen
4
Intervallen
5
De kwintcirkel
6
Trappen en akkoorden
9
Verwante akkoorden
16
Akkoord progressies
18
Melodie
20
Ritme
21
Het volledige klankbeeld
22
Digitaal opnemen
23
Opnametechnieken
26
Een moderne studio
29
Zelf arrangeren
30
Algemene tips
32
Luistervoorbeelden
33
Wat leer je in deze workshop? Hoofddoelen: Je bent in staat je eigen arrangement (melodie harmonie en drumbeat) met een bekende tekst te maken. Je verwerft kennis over een aantal belangrijke solfège termen om je eigen liedje te kunnen arrangeren en op de computer te kunnen produceren Je verwerft basiskennis over opname en studiotechnieken en je kunt je eigen lied opnemen. Uitvoering van je productie
Subdoelen: Je leert je eigen toonomvang kennen. Je leert iets over de betekenis van trappen. Je weet hoe een akkoord in elkaar zit en wat de woorden tonica, dominante en subdominante in een liedje betekenen. Je bent in staat verwante akkoorden toe te passen. Je maakt kennis met de kwintcirkel en leert welke betekenis de kwintcirkel in de muziek heeft. Je leert iets over akkoord progressies. Je kiest een tekst over een bepaald onderwerp (Nederlands, Engels, Duits of Frans) en je schrijft de muziek voor de tekst. Dat kan ook een gedicht zijn. Je weet wat een sequencer programma is. Je leert iets over Midi programmering van akkoordschema’s (Progressies) en drumbeats. Jij weet wat een liedvorm is: Intro, Vers, Refrein, Outro en AABA Vorm Je weet wat je nodig hebt om een lied te produceren.
3
Arndt Beckmann
Leer je toonomvang kennen Probeer eens de laagste en de hoogste toon te zingen die je kunt pakken. Dit doe je met je docent.
Jouw toonomvang: Van………………t/m……………………………
Van Velzen
4
Arndt Beckmann
Een interval beschrijft de …………….. tussen 2 tonen. (Lvb. Intervallen 1 - 13) Het toonequivalent ais is bes. Het toonequivalent van gis is ……… etc.
Lvb. = Luistervoorbeeld (bij je docent verkrijgbaar)
5
Arndt Beckmann
6
Arndt Beckmann
Opbouw van de kwintcirkel: (Lvb. Toonsoorten 14 - 15) De basistoonsoort is C major. Deze heeft geen voortekens. De volgende toonsoort is een kwint hoger (dus…...halve tonen), etc. Ga van G (…….voorteken) weer een kwint hoger en jij hebt de volgende toonsoort………..(…….voortekens). De rechter kant van de kwintcirkel bestaat uit #-toonsoorten en de linker kant uit bes - toonsoorten. Het equivalent van Fis is Ges. Het equivalent van Cis is Des. Bij een major toonsoort hoort altijd een minor toonsoort met de zelfde voortekens. De minor toonsoort zit altijd een kleine terts onder de major toonsoort. Major toonsoorten staan in grote letters en minor toonsoorten in kleine letters.
Tips: - Bij de kwintcirkel kun je zien hoe veel kruizen of b’s een toonsoort heeft. - C major en a minor zijn makkelijke toonsoorten. Fis/Ges major en dis/es minor zijn moeilijke toonsoorten. - De meest gebruikte major toonsoorten zijn C, G, D, A, F, Bes, Es en As. - De meest gebruikte minortoonsoorten zijn a, e, b, fis, cis, d, g, c en f. - Als je met blazers speelt zoals trompetten, saxofonen en trombones zijn F, Bes en Es (d, g, c) geschikte blazertoonsoorten. - Vrolijke melodieën staan meestal in major. Verdrietige en melancholische melodieën staan meestal in minor. - Jouw perfecte toonsoort is het gemiddelde van jouw toonomvang. - Welke toonsoort past nu het beste bij jouw band? Let dus op. Als jij zonder blazers werkt pak je de toonsoort die het dichts bij de meest gebruikte toonsoorten staat. Als jij met blazers werkt pak je die toonsoort die het dichts bij de geschikte blazertoonsoorten staat.
7
Arndt Beckmann
Opdrachten: 2.) Wat is de afstand in halve tonen bij een kleine terts, bij een kwint, bij een kleine zesde en bij een kleine septiem? ………………………………………………………………………………………………… 3.) Welke voortekens heeft A major, welke Eb major, welke d minor en welke cis minor? ………………………………………………………………………………………………… 4.) Je hebt je toonomvang bepaald. Welke majoortoonsoort en welke minortoonsoort past het beste bij jou? ………………………………………………………………………………………………… 5.) Stel je bent de zanger/zangeres van een band. In welke makkelijke major en minor toonsoort zou je het beste met een band kunnen spelen? ………………………………………………………………………………………………… 6.) Stel je bent de zanger/zangeres van een band. Als je met trompetten en saxofonen speelt welke toonsoort is dan de beste voor de band? …………………………………………………………………………………………………
8
Arndt Beckmann
Trappen en Akkoorden Elk lied staat in een bepaalde toonsoort die in 7 trappen wordt ingedeeld. De trappen schrijven wij in Romeinse letters.
- Op elke trap bouwt zich een akkoord in tertsen op. - Bij een major akkoord is de volgorde grote – kleine tets – grote terts – kleine terts – etc. , bij een minor akkoord kleine terts – grote terts – kleine terts – grote terts - etc. - Een akkoord bestaat uit minimaal 3 tonen. - Het akkoord dat zich op trap I opbouwt dus op de tonica noemen wij Tonica Akkoord. - Het akkoord dat zich op trap V opbouwt dus op de dominante noemen wij Dominant Akkoord. - In principe kunnen wij een lied arrangeren alleen bestaande uit Tonica Akkoord en Dominant Akkoord. - Het akkoord dat zich op trap IV dus op de subdominante opbouwt noemen wij Subdominant Akkoord. - In toonsoort C major zijn dat: C major, F major en G dominant. - In toonsoort D major zijn dat dan: D major, A major en B dominant. - In toonsoort g minor zijn dat: G minor, C minor en D dominant - In toonsoort c minor zijn dat dan: C minor, F minor en G dominant - Deze 3 akkoorden zijn de meest belangrijke akkoorden voor het arrangeren van een liedje.
9
Arndt Beckmann
- De volgorde IV V I noemen wij Klassieke Cadens (http://nl.wikipedia.org/wiki/Cadens ). - Een andere Cadens is de Jazz Cadens: II V I. - De V de trap is altijd een Dominant akkoord. Dat betekend dat de septiem een kleine septiem is.
Hier zie je een aantal akkoorden. Speel deze eens op de piano. Het akkoord dat zich op trap 1 opbouwt: Het Tonica Akkoord (Lvb. Akkoorden 16)
Het akkoord dat zich op trap2 opbouwt: (Lvb. Akkoorden 21)
10
Arndt Beckmann
Het akkoord dat zich op trap 3 opbouwt: (Lvb. Akkoorden 23)
Het akkoord dat zich op trap 4 opbouwt: Het Subdominant Akkoord (Lvb. Akkoorden 24)
Het akkoord dat zich op trap 5 opbouwt: Het Dominant Akkoord (Lvb. Akkoorden 25)
11
Arndt Beckmann
Het akkoord dat zich op trap 6 opbouwt: (Lvb. Akkoorden 27)
Het akkoord dat zich op trap 7 opbouwt: (Lvb. Akkoorden 28)
12
Arndt Beckmann
Als je de tertsen verder stapelt dan kun je zelf akkoorden van 4 tot 7 tonen maken: (Lvb. Akkoorden 17)
(Lvb. Akkoorden 22)
(Lvb. Akkoorden 24)
(Lvb. Akkoorden 26)
13
Arndt Beckmann
(Lvb. Akkoorden 18)
(Lvb. Akkoorden 19)
(Lvb. Akkoorden 20)
Opdracht: Probeer eens een akkoord te zingen (3 tot 6 tallen). Het klinkt erg mooi. Speel met behulp van de Kwint Cirkel de volgende akkoorden op je piano en schrijf op welke tonen je speelt.
14
B:
……………………
Dbm:
……………………
Dm7:
……………………
Arndt Beckmann
A7/9:
…………………… (Dominant Akkoord)
Cdim7:
……………………
Fmaj7/9:
……………………
Bb7/9/13
…………………… (Dominant Akkoord)
Probeer ook eens deze akkoorden te zingen.
Noem de tonica akkoord, de subdominant akkoord en de dominant akkoord in: C:
…………………
…………………
…………………
G:
…………………
…………………
…………………
D:
…………………
…………………
…………………
F:
…………………
…………………
…………………
Bb:
…………………
…………………
…………………
Eb:
…………………
…………………
…………………
Elton John
15
Arndt Beckmann
Verwante Akkoorden Verwante akkoorden zijn akkoorden die uit een akkoord te halen zijn.
Bij Cmaj7 is dit bv. Em (Lvb. Verwante akkoorden 29)
Bij Dm7 is dit bv. F (Lvb. Verwante akkoorden 30)
16
Arndt Beckmann
Opdrachten: Welke akkoorden kun jij uit een Cmajor7/9/#11/13 halen? (Lvb. Verwante akkoorden 31) ………………………………………………………………………………………… (Luistervoorbeeld verwante akkoorden Cmajor7/9/#11/13)
Noem een aantal verwante akkoorden (3 tot 5 klanken) van: Cmaj7/9:…………………………………………………………………………………..
Dm7/9/11:………………………………………………………………………………...
Em7/9:……………………………………………………………………………………..
Fmaj7/9/#11:……………………………………………………………………………...
Gmaj7/9/#11/13:…………………………………………………………………………
Am7:……………………………………………………………………………………
Bdim7/9:………………………………………………………………………………….
17
Arndt Beckmann
Akkoord Progressies Nu kun je aan de slag gaan en je eigen akkoord combinaties maken:
Combinaties van akkoorden noemen wij progressies. (Lvb. Akkoordprogressies 32-35) 1.) De makkelijkste is:
I
V
2.) Klassiek:
I
IV
3.) Jazz:
I
II
Dus in C major: C
G7
V
Dus in C major: C
F
G7
V
Dus in C major: C
Dm
G7
4.) De klassieke en de jazz cadens opgevuld met verwante akkoorden: (Lvb. Akkoordprogressies 36) Klassiek I
III
IV
V
of
Jazz opgevuld:
of
I
III
II
V
In C major betekent dat (kijk naar de kwintcirkel en let op de voortekens): C
Em
F
G7
of
C
Em
Dm
G7
of
Bb
Dm
Cm
F7
of
Am
C
Bdim E7
In Bes major betekent dat Bb
Dm
Eb
F7
In A minor betekent dat: Am
C
Dm
E7
5.) Een iets moeilijkere progressie (Hier jazz cadens in verband met klassieke cadens): I
(II - V)------------IV
II V (Lvb. Akkoordprogressies 37)
In C major betekent dat: C
(Gm – C7)---------F
6.) Nog moeilijker: I III Akkoordprogressies 38)
18
Arndt Beckmann
Dm G7
(II - V)-----------IV VI
(II -V)--------V (Lvb.
Jullie ontwerpen nu jullie eigen progressies en programmeren deze in jullie sequencer programma. Maak minimal 4 progressies. Schrijf je progressies eerst op: ………………………………………………………………….. ………………………………………………………………….. ………………………………………………………………….. …………………………………………………………………..
Herbert von Karajan
19
Arndt Beckmann
Melodie Welke melodietonen passen het best bij een akkoord? De sterkste melodietonen zijn de prime, de terts, de kwint en de septiem. Dan komen: grote seconde, de kwart en de zesde Dan komen: Kleine seconden (die niet bij een akkoord passen). Dit zijn overgangstonen (Let op! Deze mogen alleen heel kort gespeeld worden.). Pak een van je eigen progressies en schrijf met je sequencer programma een melodie. (Lvb. Melodieën 39-41) Liedjes zijn vaak gedichten. Je hebt een tekst met je taaldocent besproken voor welke tekst je een melodie wilt componeren. Bij een melodie horen vanzelfsprekend mooie akkoordprogressies. Je bent nu in staat om over je eigen akkoord progressie een melodie voor je tekst te schrijven.
Tips - De melodie staat meestal boven het akkoord. - Sterke melodietonen staan meestal op het begin en in het midden van het akkoord - Zwakke melodietonen staan tussen de sterke melodietonen. - Kleine seconden verbinden sterke en zwakke melodietonen. Deze tonen alleen heel kort spelen!
Take 6
20
Arndt Beckmann
Ritme Het ritme is erg belangrijk in de muziek. Je kunt ook zeggen muziek is ritme. Elk instrument speelt een ritme. Ritme is een herhalend patroon. Zoals elk lied in een bepaalde toonsoort staat, staat ook elk lied in een bepaalde maatsoort waarin wij ritmes kunnen spelen. In de westerse wereld kom je vaak 4 kwarts maten (4/4: je telt 1 2 3 4 1 2 3 4 etc.) of 3 kwarts maten (3/4: je telt 1 2 3 1 2 3 etc.) tegen. In de oosterse wereld kom je voor onze oren niet gewende maatsoorten tegen zoals bv. 7/8’ste of 13/8’ste of 15/8’ste. Wij beperken ons op dit moment tot een 4 kwarts maat. Wat is belangrijk om ritme te maken? Of wat heeft ritme nodig? (Lvb. Ritme 42) 1.) Markeringspunten gespeeld met lage tonen (bv. een basdrum van een drumstel) Wij tellen:
1 en boem
2
en
3
en
4
en
2.) Tapijt gespeeld met hoge tonen (bv. een HiHat van een drumstel) Wij tellen:
1 tja
en
2 tja
en
3 tja
en
4 tja
en
3.) Ritmische wrijving gespeeld met middel hoge tonen (bv. een snarendrum van een drumstel) Wij tellen:
1
en
2
en
3 ba
en
4
en
4.) Melodie gespeeld met hoge tot middel hoge tonen (bv. een conga) Wij tellen:
21
1
Arndt Beckmann
en
2 ga
en
3
en
4 do
en doe
Het volledige klankbeeld Bij een volledig klankbeeld horen: melodie, harmonie, bas en ritme. De bas speelt in de muziek een belangrijke rol. De bas (basis) is de connectie tussen ritme en harmonie. Voorbeelden van instrumentengroepen waarmee je een volledig klankbeeld bereikt: Menselijke stem, piano, bas, drumstel Menselijke stem, gitaar, bas, drumstel Piano, gitaar, bas, drumstel, percussie Menselijke stem, gitaar, bas, percussie
(Lvb. volledige klankbeeld 43)
Tips: - Er zijn veel goede gitaristen maar veel minder goede bassisten. Bas spelen is erg leuk vooral als je van ritme houdt. Dus wil je later met muziek maken veel werk hebben zou het een optie kunnen zijn om voor de bas te kiezen. - Percussie instrumenten zoals bij voorbeeld conga’s, bongo’s, shakers, gongs of koebel zijn slagwerk instrumenten. Dus het drumstel is oorspronkelijk ook een percussie instrument. - Percussie geeft aan het ritme de kleur en speelt in de westerse lichte en klassieke muziek steeds meer een belangrijke rol. - De basdrum speelt vaak samen met de bas
Opdrachten: Kun je alleen met een piano het volledige klankbeeld bereiken? ………,want……………………………………………………………………… Kun je dit ook met een Gitaar? ………,want……………………………………………………………………… Kun je dit ook met een Drumstel? ………,want……………………………………………………………………… Maak 2 voorbeelden van klankbeelden en beredeneer dit. ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
22
Arndt Beckmann
Digitaal opnemen en editen Een sequencer programma is een programma waarmee je digitale video, audio- en midi opnames kunt maken en bewerken (editen). Wij beperken ons bij deze workshop tot het opnemen/programmeren van audio en midi signalen. Audio: Tegenwoordig maken veel professionele studio’s gebruik van digitale opnames. Dat betekent dat een analoog audiosignaal bv. een zangsignaal via en microfoon in een digitaal signaal geconverteerd wordt. Daarvoor hebben wij een interface (ADDA interface) nodig. Goede interfaces kunnen tegenwoordig met 96 kHz opnemen. Dat betekent dat deze interface 96000 keer per seconde een signaal meet en opneemt. Deze interfaces zijn best duur. ADDA Converter van RME (Fireface 800)
MIDI is een acroniem dat staat voor Musical Instrument Digital Interface. Het is een digitaal systeem waarmee elektronische (muziek)instrumenten real-time muzikale informatie kunnen uitwisselen.
Opdracht: Ga naar: http://en.wikipedia.org/wiki/Music_sequencer . Leg in je eigen woorden uit wat een sequencer programma is: …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………….
23
Arndt Beckmann
Hier onder zie je de gebruiksoppervlakte van Cubase (Steinberg). Dit is tegenwoordig een van de meest gebruikte secuencer programma’s. Cubase is verkrijgbaar voor PC computers en voor Apple computers. Andere sequencer programma’s zijn Logic (Apple, alleen voor Apple computers), Protools (Digidesign, grote studio’s werken met Protools), Live (Ableton, geschikt voor live optredens, veel bands werken in een live situatie met Live) en Reason (Propellerhead).
24
Arndt Beckmann
Hier onder zie je de key editor. Hiermee kun je midi signalen zoals melodieën, akkoorden en drumloops programmeren en editen. Hoe kom je daar? Dubbelclick op de miditrack in het hoofdvenster.
Hier onder zie je de sample editor. Hiermee kun je opgenomen audio signalen zoals melodieën akkoorden en drumloops editen. Hoe kom je daar? Dubbelclick op de audiotrack in het hoofdvenster.
25
Arndt Beckmann
Opnametechnieken: Keuze voor een goede microfoon: Goede microfoons zijn microfoons van: Neumann, Rode, Beyerdynamic, Shure, Sennheiser, Mxl (erg goedkope Chinese microfonen maar ze maken goede opnames), Akg.
Soorten van microfonen: Condensator microfonen: Scherpe klank, hebben een voeding (48V) nodig. Een condensatormicrofoon is een microfoon waarvan het omzettingsmechanisme berust op capaciteitsveranderingen ten gevolge van luchtdrukveranderingen van een condensator. Om deze capaciteitsverandering vervolgens te kunnen gebruiken moet deze worden omgezet in een spanningsverandering. Hiertoe heeft een condensatormicrofoon voorspanning (meestal in de vorm van 48 Volt fantoomvoeding) en een speciaal soort voorversterker nodig. Verkrijgbaar als klein membraan en groot membraan microfoon.
Buizen microfoons: Warme klank, hebben een voeding (48V) nodig. Een buizenmicrofoon is een microfoon waarvan het omzettingsmechanisme berust op spanningsveranderingen ten gevolge van luchtdrukveranderingen op een membraan. Hiertoe heeft een buizenmicrofoon voorspanning (meestal in de vorm van 48 Volt fantoomvoeding) en een speciaal soort voorversterker nodig.
Dynamische microfonen: Allround microfonen De dynamische microfoon heeft een elektromechanisch onderdeel dat geluid omzet in een elektrisch signaal. Hier zie je een dynamische microfoon met een pop filter.
26
Arndt Beckmann
Opdrachten: Leg in je eigen woorden kort het verschil tussen boven genoemde microfonen uit. ………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………..
Microfoon karakteristiek en hoe stel je een microfoon tegenover een audio bron op? Als je met microfoons werkt moet je weten dat ze verschillende opname karakteristieken hebben. Dat betekent dat microfoons over verschillende opname bereiken beschikken. Een kogelmicrofoon neemt van alle kanten het zelfde signaal op (wil je optimaal een sfeer opnemen bv. het geluid op een dorpsmarkt of een koor in een kerk dan gebruik je een kogelmicrofoon). Met een kogelmicrofoon neem je op afstand op. Een nier microfoon is beperkter maar een van de meest gebruikte opnamemicrofoons in een studiosituatie (geschikt voor alle opnamesignalen bv. zang (popfilter gebruiken), gitaar, bas, blazers, etc). Je zet de microfoon zo dicht mogelijk bij de opnamebron. Een hypernier microfoon ook bekend als richtmicrofoon is erg beperkt in zijn bereik. Wil je minimale bijgeluiden bij je opnamebron hebben dan gebruik je een richtmicrofoon. Overhead microfoons bij een drumstel zijn bv. richtmicrofoons. Als je alleen het geluid van een bekken wilt opnemen dan gebruik jij een richtmicrofoon. De afstand van een richtmicrofoon tot zijn bron is tussen de 50 cm en 100 cm. Met een microfoon met een acht karakteristiek kun je van 2 kanten opnemen. Als je bv. een zangkoor wilt opnemen dan kun je de microfoon in het midden van het koor opstellen. Een kogelmicrofoon is ook geschikt om koren op te nemen. Afstand zo dicht mogelijk (minimale bijgeluiden) tot 5 meter (omgevingsgeluiden/sfeer worden ook opgenomen).
27
Arndt Beckmann
Opdrachten: Met welke microfoonkarakteristiek neem je een gitaarversterker op? …………………………………………………………………………………………..
Met welke microfoonkarakteristiek neem je een zanger of een zangeres op? …………………………………………………………………………………………..
Met welke microfoonkarakteristiek neem je een koor op? …………………………………………………………………………………………..
Teken een drumstel met microfoons en schrijf op aan welke microfoonkarakteristieken de microfoons moeten voldoen. Waar staan de microfoons? Beredeneer.
28
Arndt Beckmann
29
Arndt Beckmann
Zelf arrangeren Vooraf: Je hebt een mooie tekst of gedicht gevonden en deze wil je arrangeren en produceren. Maar wij moeten deze tekst eerst in vorm brengen. Je hebt ook al bepaald in welke toonsoort je het liedje wilt schrijven. Is het in major of in minor? Vrolijk of verdrietig? Dat hangt af van de tekst. Verder heb je een leuke Groove bedacht waarmee je het liedje wilt begeleiden. Als je bepaalde zinnen in de tekst belangrijk vindt kun je die met een tweede of derde stem versterken. Een bekende liedvorm is de A A B A vorm. Een akkoord schema voor de A A B A vorm zou kunnen zijn: Maat 1
Maat 2
A:
Cmaj7
Gm7
A:
Cmaj7
Gm7
B:
C
Em7
A:
Cmaj7
Gm7
Maat 3
Maat 4
C7
Fmaj7
Dm7 G7
C7
Fmaj7
Dm7 G7
Dm7
G7
Fmaj7
Dm7 G7
C7
Refrein: Met een refrein wil je een belangrijke zin van de tekst benadrukken. Je kunt ook je eigen refrein over het liedje schrijven. Het Refrein wordt meestal door een koor gezongen en herhaald.
Interessante weblinks waar je gedichten kunt vinden: http://www.gedichtenweb.nl/
Gedichten algemeen
http://gedichten.allepaginas.nl/
Gedichten algemeen
http://www.bouwebrouwer.nl/
Gedichten algemeen
http://gedichten.startpagina.be/
Nederlandse gedichten
http://www.gedichtenweb.nl/engelse-gedichten.php
Engelse gedichten
http://www.liefdesgedicht.nl/categorie.php?ID=45
Duitse gedichten
http://www.myhomeplanet.nl/Franstaligegedichten1.html Franse gedichten
30
Arndt Beckmann
De liedvorm: Uit hoe veel coupletten bestaat de tekst, het gedicht? De hele liedvorm is afhankelijk van het aantal coupletten. Deel elke couplet in AABA in, dus in 4 delen. Gaan wij uit van een tekst/gedicht met 2 coupletten. Om het makkelijk te maken kies ik in mijn voorbeeld voor de toonsoort C major. Maat 1
Maat 2
Maat 3
Maat 4
F
G7
Intro: Alleen muziek met melodie C
C
Couplet 1: Je zingt je lied deel 1 A:
Cmaj7
Gm7
C7
Fmaj7
Dm7 G7
A:
Cmaj7
Gm7
C7
Fmaj7
Dm7 G7
B:
C
Em7
Dm7
G7
A:
Cmaj7
Gm7
C7
Fmaj7
Dm7 G7
Gm7
C7
Fmaj7
Dm7 G7
Refrein: 4 keer Cmaj7
Couplet 2: Je zingt je lied deel 2 A:
Cmaj7
Gm7
C7
Fmaj7
Dm7 G7
A:
Cmaj7
Gm7
C7
Fmaj7
Dm7 G7
B:
C
Em7
Dm7
G7
A:
Cmaj7
Gm7
C7
Fmaj7
Dm7 G7
C7
Fmaj7
Dm7 G7
Refrein: zo vaak je wilt Cmaj7
Gm7
Outro: Alleen muziek met melodie C
31
Arndt Beckmann
C
F
G7
Algemene Tips Het maken van composities en arrangementen heeft tijd nodig. Je leert veel als je zelf nummers die je leuk vindt transcribeert en naspeelt. Met deze workshop heb je een goede basis om dit te kunnen doen. Als je een nummer uitschrijft zoek je eerst de toonsoort. Die heb je als je de basistoon (past op de hele melodie) van het liedje zoekt. Is het een major of minor toonsoort? Luister dan naar de bas om de akkoorden te bepalen. Muziek is het doel maar gezelligheid in de band is ook belangrijk. Denk na over: Wat wil je bereiken? Wie wil je met mijn kunst bereiken? Wat is belangrijker: Je persoonlijke ontwikkeling of dat wat iemand anders wil? Kun je ook een goede middenweg vinden? Repeteren is leuk en belangrijk maar optreden is ook belangrijk. Wees niet bang om op een podium te staan. Je hebt iets leuks gecreëerd en daar mag je trots op zijn. Muziek maken is een kant, muziekmanagement is de andere kant. Contacten zijn erg belangrijk in de muziekwereld. In de muziek heb je ook met tegenslagen te maken. Ga dan juist door en geef het niet op. Studio’s zijn duur. Je kunt tegenwoordig ook goede producties thuis maken. Als je ervoor kiest professionele opnames in een studio te maken neem dan de tijd om een goede studio te kiezen. Het internet biedt veel mogelijkheden om bekend te worden (eigen website, Facebook, Spotify, etc) en is een grote bron van informatie.
Veel plezier Arndt Beckmann
32
Arndt Beckmann
Luistervoorbeelden
33
Intervallen: 1. prime 2. kleine seconde 3. grote seconde 4. kleine terts 5. grote terts 6. kwart 7. tritonus 8. kwint 9. kleine zesde 10. grote zesde 11. kleine septiem 12. grote septiem 13. octave
Toonsoorten: 14. major toonsoort 15. minor toonsoort
Trappen en akkoorden: 16. Cmaj 17. Cmaj7 18. Cmaj7/9 19. Cmaj7/9/#11 20. Cmaj7/9/#11/13 21. Dm 22. Dm7 23. Em 24. Fmaj 25. G (dominant) 26. G7 (dominant) 27. Am 28. Bdim
Verwante Akkoorden: 29. Cmaj7 – Em 30. Dm – F 31. Cmaj7/9/#11/13 – Em – Bm – D F#m
Progressies: 32. Melodie 33. I – V progressie 34. I – IV –V progressie (Klassieke Cadens) 35. I – II – V progressie (Jazz Cadens) 36. Klassieke en Jazz Cadens opgevuld met verwante akkoorden 37. Jazz Cadens in Klassieke Cadens 38. I – III – (II-V)-------IV – VI – (II-V)---V
Melodie: 39. Melodie over I – III – II – V sterke melodietonen 40. Melodie over I – III – II – V zwakke melodietonen 41. Melodie over I – III – II – V sterke en zwakke melodietonen
Ritme: 42. Ritme
Het volledige klankbeeld: 43. Het volledige klankbeeld
Arndt Beckmann