Focus op taal en muziek
Muzieklessen groep 1 en 2
Ontworpen door Amanda Muller In opdracht van: Bibliotheek Waterland en Muziekschool Waterland
Focus op taal en muziek
Focus op taal en muziek
Inleiding De vier lessen in deze serie zijn geschreven om de leerlingen van de groepen 1 en 2 vaardigheden te laten ontwikkelen op het gebied van muziek (ritme, klankkleur, structuur, hard/zacht) en taal (woordenschat vergroten). De lessen worden afgesloten met een presentatie waarin de kinderen aan belangstellenden mogen laten zien wat zij hebben geleerd. In deze lessenserie staat het boek ‘Gewoon Gek’ geschreven door Ingrid & Dieter Schubert, centraal. Sem de giraffe is de hoofdpersoon in dit verhaal. Hij gaat in het boek op zoek naar zijn broer Gira. Sem is hem uit het oog verloren. Er wordt een handpop (Sem) bij de lessenserie geleverd. Neem Sem op schoot en laat hem tot leven komen, zodat de kinderen zich sneller kunnen inleven in het verhaal. Tips voor het spelen met de handpop.* - Ga met uw pop voor de spiegel staan en zorg dat u oogcontact maakt. - Probeer verschillende handelingen/bewegingen uit en kijk hoe deze overkomen. Kleine, langzame bewegingen zijn vaak geloofwaardiger dan grote, snelle bewegingen. - Creëer een karakter voor de pop door antwoord te geven op de vragen en associaties die de pop bij u oproept. - Bedenk dat uw pop dezelfde emoties en gevoelens kent als uw doelgroep en maak hier gebruik van tijdens de eerste kennismaking. - Maak de introductie niet te lang en te ingewikkeld. Bedenk dat het zeggen van een naam en handjes geven ook volstaat als eerste kennismaking. - Denk eenvoudig, wil niet teveel tegelijk en gun uzelf de tijd om te groeien in uw poppenspel. De liedjes die gebruikt worden staan op noten afgebeeld, maar zijn ook te horen op de bijgevoegde cd. Daar zijn ook karaoke versies op te vinden. Blijf echter altijd meezingen met de kinderen. De groepsleerkracht zingt de liedjes ook buiten de reguliere muziekles om met de klas.
* Afkomstig van de website handpop.nl
Focus op taal en muziek
Focus op taal en muziek
Les 1 Boven - beneden gecombineerd met groot en klein Doel: De kinderen kunnen een toonladder van hoog naar laag spelen op de klankstaven. De kinderen kunnen het zoemende geluid van een bij nadoen en ervaren het verschil tussen hoog en laag. Ruimte: groepslokaal Opstelling: kring Zingen en Spelen Benodigdheden: Handpop, Sem de Giraffe. Het boek: Gewoon Gek. Vingerpop vlieg of bij op een stokje. Klankstaven of een grote Xylofoon van hoog naar laag. Nummer de klankstaven 1=C’, 2=D, 3=E, 4=F, 5=G, 6=A, 7=B, 8=C’’. Lied: Gewoon gek. Tekeningen contrabas en een piccolo. Tip: Zet de cd speler klaar met het lied ‘Doe eens gek’. Zorg dat alle instrumenten binnen handbereik liggen. Introductie We stellen Sem de giraffe voor aan de klas. Hierbij ligt de 1e blz van het boek open in de kring. “Dit is Sem. Sem is een klein beetje verdrietig. Bij het spelen samen met zijn grote broer is hij zijn broer uit het oog verloren. Hij heeft heel lang gezocht. Achter stenen, bomen, rotsen en zelfs in het water, maar Sem kan zijn grote broer nergens meer vinden. Zullen we Sem helpen zoeken naar zijn broer?” We kijken samen in het boek. Vragen die je kunt stellen aan de klas: “Wat zien we allemaal?, Wat drijft er in het water? Wat laat de eekhoorn vallen? Waar schrikt de vos van? etc” “Er zijn een paar hele grote rotsen. Misschien is zijn broer Gira daar wel opgeklommen. Maar Sem is nog niet zo groot dat hij op de grootste rotsen kan klimmen. Hij heeft hulp nodig. We vragen Baya de bij om hulp. Zij kan heel hoog vliegen en zien of Gira boven op de stenen is geklommen of er misschien wel tussen is gevallen.” Zoemen De Bij improviseren/dirigeren/klankkleur Begin met het maken van een zoemend geluid. Baya de bij komt aanvliegen. Koppel de beweging aan het zoemgeluid (omhoog = hoger zoemen, omlaag is lager zoemen enz.)
Focus op taal en muziek
Geef de bij (vingerpoppetje op een stokje) nu door aan je buurman of buurvrouw. Iedereen mag zijn eigen bij improviseren. Zo vliegt de bij de kring rond. Breid uit door de groep te laten zoemen op de beweging van degene die aan de beurt is. Spelen Als een bij heel hoog in de lucht vliegt, zie je hem bijna niet meer. Hij lijkt steeds kleiner te worden. Kleine instrumenten klinken ook heel hoog. Laat een hoog klinkend instrument zien en een laag klinkend instrument. Het grote instrument hoort bij de grote dieren. Een muis zou nooit een contrabas kunnen bespelen. Een een beer met zijn grote poten, zou nooit de kleine kleppen van een piccolo in kunnen drukken. ‘Hoe zou de stem van een grote beer klinken?’ (laag) ‘En hoe zou een stem van een muis klinken?’ (hoog). Laat iemand een beer en een muis nadoen in de kring. “Wie kan dat nog meer?” We gaan nu op de klankstaven spelen. Van hoog naar laag (toonladder C groot). Bij voldoende klankstaven krijgt ieder kind een klankstaaf. Anders herhalen we de oefening en wordt er door de leerlingen gewisseld. Combineer dit met het lied ‘gewoon gek’. De docent zingt het lied of speelt het af en geeft aan wanneer de kinderen moeten spelen (intro en tussenspel). De kinderen hoeven nog niet mee te zingen, maar zo wennen ze wel alvast aan het lied. Laat de kinderen de bewegingen maken bij het refrein. Pak het boek er weer bij. We zijn nu bij ‘groot - klein’ beland. Afsluiting “Kijk! Daar is Gira! Hij is druk in gesprek met piep de muis die in de boom zit. Zij is in de boom geklommen via een ladder. We kunnen Gira beter niet storen nu hij in gesprek is. We moeten maar even wachten tot hij uitgepraat is.”
Focus op taal en muziek
Doe eens gek Amanda Muller
˙ 4 &4 ˙
Intro
8
5
˙ ˙
˙ ˙
7
6
˙ ˙
œ œ
5
C
œ œ
4
œ œ
œ œ
3
F
œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ 2
1
G
œ œ
Doe eens
C
Œ ‰ j Œ Ó & œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ gek doe eens gek, trek een he - le gek -ke bek, want ge - woon
9
C
F
& œ
œ œœ œ
spring maar op en neer
& ™™ œ C
13
‰ j Œ œ œ œ œ œ œ
Œ œ œ œ œ œ
∑
en zet ze op je hoofd en zwaai eens naar el - kaar
G
∑
1.
Œ
œ œ œ œ #œ œ
Draai een rond - je Fluit een me - lo -die - tje
& Ó™
spring want we zijn nog lang niet klaar F
C
G7
™™
∑
Ga zit - ten op de grond De vo - gels zijn al daar
C
2.
Œ Ó œ œ œ œ œ œ œ
¿ ¿ ¿ ‰ j œ œ œ œ œ Œ œ
& œ œ œ œ œ œ Œ
21
C
œ
en doe het nog een keer
1.Klap maar in je han -den 2.Stamp maar met je voe - ten
17
G
is maar ge - woon
F
G
‰ j ‰ j œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œœ œ œ œœœ œ œœœ œ
Ge-woon is maar ge- woon ik heb lie- ver dat ik droom, dan ben ik een prin - ses in een kas
& œ Œ Œ™ j œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ
25
C
C
teel
29
C
& œ œ & œ 2
G
Ik spring dan op en neer en ik doe het nog een keer Doe maar mee want we doen er nog zo
Œ
Ó
veel
33
F
œ œ
˙ ˙
˙ ˙
˙ ˙
8
7
6
œ œ
œ œ
˙ ˙ 5
œ œ 1
Focus op taal en muziek
œ œ
œ œ
4
Œ
œ œ 3
œ œ ™™
2 3.
& Ó C
Œ
& œ Œ Ó woon 1.2. C
& œ
klaar klaar
C
F
G
Œ ‰ j œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œœœ œ œ œ œ œ
Doe eens gek doe eens gek, trek een he - le gek -ke bek, want ge - woon C F G
œ
j ™ œ œœ œ ‰œ œ œ œ œ œ Œ ™œ
spring maar op en neer
Œ
Ó
en doe het nog een keer
™™
3. C
œ
klaar klaar
Focus op taal en muziek
is maar ge-
œ œ œ œ œ œ
Spring want we zijn nog lang niet Spring, maar we zijn nu echt wel
G
Œ
C
Ó
Les 2 Nat - Droog gecombineerd met verstoppen - vinden Doel: De kinderen kunnen regengeluiden maken op verschillende kort klinkende instrumenten. De kinderen kunnen, door goed te luisteren, laten zien waar geluid vandaan komt. Ruimte: groepslokaal Opstelling: kring Spelen, luisteren en zingen Benodigdheden: Ritmestokjes voor de hele klas. Eventueel claves en/of verschillende soorten trommels. Blinddoek. Boek ‘Gewoon Gek’. Handpop Sem. Introductie Sem slaapt. “Sem heeft zijn broer nog steeds niet gesproken. Bij het gesprek met Piep de muis was hij nogal lang van stof. Het gesprek duurde heel erg lang. Toen is Sem in slaap gevallen. Gewoon buiten naast de vijver”. “Nu gaat het nog regenen ook”. De docent begint zachtjes en langzaam te tikken met de ritmestokjes. Hij/zij geeft zijn/haar stokjes aan zijn buurvrouw en deelt daarna stokjes uit aan de hele klas. “Het gaat steeds harder regenen”. Als alle stokjes zijn uitgedeeld, maakt de docent windgeluiden. Dit doet hij door over een vel van een handtrom te wrijven. De kinderen die ook een trommel hebben gekregen, doen de docent na. Soms waait het heel hard (snel wrijven) en soms gaat de wind weer even liggen (langzaam wrijven). De kinderen die geen trommel hebben gaan door met het maken van de regengeluiden. Hierna gaat de docent weer naar het boek en Sem wordt wakker. “Sem ziet zijn broer staan. Maar zijn hoofd is verscholen in de donkere wolken en door de harde regen kan Gira het niet verstaan als Sem hem roept. Sem krijgt het veel te koud in de regen en besluit een droog plekje op te gaan zoeken”. Het regengeluid stopt, laat de leerlingen hun instrument voor zich neerleggen. “Sam moet eerst maar eens opdrogen voordat hij verder gaat het zijn zoektocht.” We slaan een bladzijde verder in het boek. We zijn nu bij verstoppen - vinden. “Zien jullie de broer van Sem? Volgens mij doet hij hard zijn best om niet gevonden te worden. Maar wacht, er zitten nog meer dieren verstopt. De dieren zijn vast verstoppertje aan het spelen. Zullen we meedoen? De mol moet zoeken. Maar de mol kan heel slecht zien. Wie wil de mol spelen?” Verstoppen en vinden De kinderen hebben bij de vorige opdracht al een instrument gekregen. We staan in een kring en een leerling mag in het midden staan met een blinddoek om. De docent wijst 3 leerlingen aan die naast elkaar staan. Deze leerlingen mogen op hun instrument spelen. Degene met de blinddoek loop naar de muzikanten toe. Hij gaat op het geluid af. Als hij de muzikanten gevonden heeft, dan wijst de docent iemand anders aan die de blinddoek om mag. Focus op taal en muziek
Afsluiting We pakken het boek er weer bij. “Hebben jullie Gira gezien? Als we nu naar Gira toe gaan, verklappen we waar hij verstopt zit. Dat vindt hij vast niet leuk.” Tijd over? Zing het lied van vorige week met de geluidsopname mee. Leer meteen de bewegingen erbij.
Focus op taal en muziek
Les 3 Dapper - Bang gecombineerd met Stout - Lief Doel: De kinderen kunnen het lied ‘Dierengeluiden’ zingen en de verschillende dieren vocaal nadoen. Ruimte: groepslokaal Opstelling: kring Zingen, drama Benodigdheden: Boek ‘Gewoon Gek’, handpop Sem. Geluidsbestanden lied: Dierengeluiden. Introductie “De zoektocht naar de broer van Sem, Gira gaat verder. Eens kijken of we hem tussen alle dieren kunnen vinden. Zien jullie hem?” Kijk samen met de kinderen in het boek. “Nee, Gira is er niet. Laten we eens aan de dieren vragen of zij Gira misschien hebben gezien”. “We gaan als eerst langs bij de leeuw. De tandarts is bij de leeuw op bezoek. De leeuw ziet er erg bang uit.” Vraag aan de klas: “Wie kan het geluid van een leeuw nadoen?”, “Hoe klinkt dan een bange leeuw?” Herhaal het met de hele groep. “De leeuw heeft het te druk met de tandarts en geeft geen antwoord als Sem hem vraagt of hij Gira heeft gezien. We lopen door naar de muis. De muis pest de olifant. Dit vindt zij heel erg grappig. Ze zegt ‘Boe’ en moet dan heel hard lachen.” Vraag aan de klas: “Hoe klinkt dat? Wie kan dat nadoen?” Herhaal het met de hele groep. “De muis is ook heel erg druk. Dan maar naar de slang.” Sem vraagt: “Meneer slang, heeft u Gira, mijn broer gezien? Ik kan hem nergens vinden.” “De slang is heel erg boos op de kikker. Die heeft vast iets heel stouts gedaan.” Vraag aan de klas. “Hoe klinkt een slang die heel boos is? Wie kan het nadoen?” Herhaal het met de hele groep. Zingen Zing het lied: Dierengeluiden. Afkomstig van de website: muziektelt.nl
Focus op taal en muziek
“Niemand lijkt tijd te hebben om Sem te helpen. Maar hij gaat het nog een keer proberen. Hij ziet een heel leuk varkentje zitten aan de waterrand. Die wil Sem toch vast wel helpen”. “Hallo meneer, kunt u me misschien helpen? Ik ben mijn broer kwijt”. Het varken knort. Hij moet een beetje lachen. Je zult hem wel vinden. Als je heel lief bent vindt je hem vast.” Tijd over? Herhalen lied ‘Gewoon Gek’.
Focus op taal en muziek
Les 4 Stout en lief gecombineerd met Alleen en Samen Doel: De kinderen kunnen een kort fragment verzinnen en naspelen op verschillende kort klinkende instrumenten. Ruimte: groepslokaal Opstelling: kring Spelen en zingen Benodigdheden: Boek ‘Gewoon Gek’, handpop Sem. Geluidsbestanden lied: Dierengeluiden. Introductie “Vorige week zijn we geëindigd bij het varkentje. Hij vertelde dat als Sem deze week heel lief was, dat hij Gira wel zou vinden. Sem is heel lief geweest de afgelopen tijd. Zou hij Gira dan nu eindelijk vinden? Sla het boek open. “Ja! Hij is aan het spelen met de andere dieren. Hij laat iedereen over zijn nek naar beneden glijden, alsof het een glijbaan is. Eindelijk! Eindelijk heeft Sem zijn broertje gevonden.” Sla de blz om. “Nu is Sem niet meer alleen, maar zijn ze samen.” Wij hebben in de vorige muzieklessen ook geleerd hoe we samen muziek kunnen maken. Spelen In de kring. Ieder kind krijgt een kort klinkend instrument. We doen een voor- en naspel. De docent speelt een ritme van vier tellen voor en de kinderen spelen het na. Herhaal dit een paar keer met eigen bedachte ritmes. Laat daarna een paar kinderen een ritme bedenken wat de rest van de groep naspeelt. Zo spelen we alleen en samen, solo en tutti. De kinderen zullen het moeilijk vinden om een ritme van 4 tellen te bedenken. Wissel de ritmes van de kinderen af met de ritmes van de docent. Sla een blz verder in het boek. Hou een blanco pagina voor ‘verdrietig’, zodat deze niet zichtbaar is voor de leerlingen. “De dieren zijn heel blij dat Sem Gira weer heeft gevonden. Sem heeft zijn broer heel erg gemist. Gira is ook heel blij dat hij weer bij zijn broertje is.” Sla de blz om naar Gewoon - Gek. We zingen samen het lied ‘Doe eens gek’ met de bijbehorende bewegingen. Sla de blz. ‘Ruzie en goedmaken’ over. Focus op taal en muziek
Afsluiting “De meeste dieren zijn in slaap gevallen. Sem kan zijn ogen ook bijna niet meer open houden. Hij heeft zich zo druk gemaakt om zijn broer weer te vinden. Maar gelukkig is alles goed gekomen. Hij heeft Gira gevonden en kan straks weer naar huis. Maar nu gaan eerst alle oogjes toe. Het is bedtijd. Ook al is het voor jullie midden op de dag. We doen gewoon even anders dan anders. Gewoon gek. Welterusten” Tijd over? Uitleg over de presentatie. Herhaal het liedje van de dieren.
Focus op taal en muziek
Presentatie De presentatie is een compilatie van wat we in de lessen hebben gedaan. Er is een verhalenverteller. Verdeel de rollen met een eventuele begeleider of klassenassistent. Iemand neemt de rol op zich van verhalenverteller en 1 van dirigent. Hij/zij geeft aan wanneer de kinderen moeten zingen en spelen. Verteller: “Dit is Sem. Sem is een klein beetje verdrietig. Bij het spelen samen met zijn grote broer is hij zijn broer uit het oog verloren. Hij heeft heel lang gezocht. Achter stenen, bomen, rotsen en zelfs in het water, maar Sem kan zijn grote broer nergens meer vinden. Zullen we Sem helpen zoeken naar zijn broer?”
Focus op taal en muziek
Focus op taal en muziek
Focus op taal en muziek
Focus op taal en muziek
Focus op taal en muziek