Muziek van Allerzielen troostende stemmen uit renaissance, romantiek en 20e eeuw Zondag 1 november 2009, Grote Kerk Almelo
Uitvoering:
Arte Vocale onder leiding van Hans Noyens met medewerking van
Coert Bremmers - blokfluit
2
Programma Johannes Brahms (1833-1897)
Missa canonica
Johann Hermann Schein (1586-1630)
Die mit Tränen säen Freue dich des Weibes deiner Jugend Unser Leben währet siebnzig Jahr
Jacob van Eyck (ca. 1590-1657)
Blydschap van myn vliedt (uit "Der Fluyten Lusthof", 1644/45)
Max Georg Baumann (1917-1999)
Requiem opus 46a Introitus: Requiem aeternam Kyrie Graduale Tractus Dies irae
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Suite BWV 1008 Prelude
Max Georg Baumann (1917-1999)
Requiem opus 46a Offertorium: Domine Jesu Christe Sanctus Agnus Dei I Agnus Dei II Communio Libera me
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Johannes Brahms
Suite BWV 1008 Allemande Courante Sarabande Menuet I Menuet II Menuet I Gigue Warum ist das Licht gegeben dem Mühseligen 3
Toelichting bij het programma Het "feest van de zielen" vindt plaats op 2 november (de dag na Allerheiligen), en wordt sinds de twaalfde eeuw algemeen gevierd. Op deze dag worden de zielen van alle overleden gelovigen herdacht. Deze traditie is ingezet in de late tiende eeuw door de heilige Odilo, abt van de Benedictijner abdij van Cluny (Bourgondië) Hij vaardigde een bevelschrift uit voor alle met Cluny verbonden kloosters en bepaalde dat op de eerste november in al deze kloosters na de Vespers van Allerheiligen de doodsklok geluid moest worden, gevolgd door het zingen van het officie der overledenen. Onder paus Johannes XIX werd deze traditie in de gehele Kerk overgenomen. Het feest van Allerzielen is speciaal bedoeld voor de overleden gelovigen die nog niet in de hemel waren toegelaten omdat hun aardse zonden dat niet toelieten; zij waren slechts toegelaten tot de "wachtkamer" van de hemel, het vagevuur. In de protestantse kerk wordt Allerzielen niet gevierd omdat zij deze leer van het vagevuur ontkennen. Tijdens het concilie van Trente (1545-1563), bijeen geroepen door paus Paulus III, werd de geloofsleer van het vagevuur vastgelegd en als zodanig opgenomen in de Catechismus van de Katholieke Kerk. Het is tot op heden een dag waarop door de katholieken wordt gebeden ter nagedachtenis van alle gelovige zielen en dierbaren. De dood, angst voor het sterven, hoop op verlossing en het herdenken van overledenen zijn voor kunstenaars altijd een bron van inspiratie geweest. Het heeft schrijvers, beeldend kunstenaars, tekstdichters en componisten door de eeuwen heen geïnspireerd tot talloze kunstzinnige uitingen. Het boven de eigen angst voor de dood uitzingen gaf de mens moed om het leven aan te kunnen. Psalm 126 leert ons: "Die mit Tränen säen werden mit Freuden ernten"! Er is haast geen componist te vinden die geen muziek op het thema van de dood heeft geschreven. In verschillende vormen en stijlen hebben zij dit thema uitgelicht en uitgedrukt, bijvoorbeeld in passionen, lamentaties, stabat maters, motetten, cantates en requiems.
Requiem, Officie van de overledenen.
Een Requiem is feitelijk een mis waarvan de tekst is aangepast voor een uitvaart. De omschrijving "Requiem" is afgeleid uit de eerste woorden uit de introitus, de openingszang van de requiemmis: "Requiem aeternam dona eis Domine" (geef hen de eeuwige rust Heer) De tekst bestaat uit vaste delen uit het ordinarium, dat is het deel van de mis dat onveranderd blijft ongeacht de tijd van het kerkelijk jaar. Dit zijn de delen Kyrie, Sanctus-Benedictus en Agnus Dei. Daarnaast zijn er delen die niet zijn gebonden aan het kerkelijk jaar. Dit zijn de teksten uit het zgn. Proprium. Deze stijgen dus uit boven de normale misliturgie. In het geval van het Requiem van Baumann zijn dit de delen Graduale Reguiem aeternam, Tractus Absolve Domine, 4
Sequens Dies irae en het Respensorium Libera me. In tegenstelling tot veel componisten heeft Baumann het afscheidswoord In paradisum niet opgenomen in zijn Requiem. Eén van de vroegst gecomponeerde Requiems is dat van Johannes Ockeghem (14101497). Een van de grootste is de Messe des Morts van Hector Berlioz.
De componisten Johann Hermann Schein (1586-1630)
Al op jonge leeftijd viel de muzikaliteit van Schein op en kreeg hij de kans om als koorknaap te zingen aan het Saksische Hof in Dresden. In 1603 kreeg hij van de Keurvorst een stipendium om een 4-jarige studie te beginnen aan de Latijnse school in Schulpforta. In 1608 begon hij aan een rechtenstudie aan de universiteit in Leipzig. Zijn geld verdiende hij door muzieklessen te geven in Leipzig en Weissenfels. In 1615 kreeg hij van de Hertog van Weimar een aanbod om kapelmeester te worden aan het hof. Hij vervulde deze functie echter maar kort omdat hij een jaar later inging op het aanbod om kantor te worden aan de Thomaskerk in Leipzig. Voor een dertigjarige was het een grote eer om Seth Calvisius op te volgen, maar het legde ook een zware last op zijn schouders; vanaf nu werd immers ook van hem verwacht dat hij zijn compositorische productie fors op zou schroeven. Hij stond vaak onder hoge druk om aan zijn verplichtingen te voldoen. Daarbij kwam dat zijn privéleven verre van gelukkig was: zeven van zijn kinderen stierven jong en in 1625 moest hij ook zijn eerste vrouw begraven. Vijf kinderen uit zijn tweede huwelijk stierven eveneens op jonge leeftijd. Geen wonder dat een en ander een forse aanslag op zijn incasseringsvermogen betekende en zijn gezondheid steeds slechter werd. Vanaf 1628 was hij telkens ziek en hij stierf uiteindelijk in 1630, op vierenveertig jarige leeftijd. Veel van zijn muziek is al gedurende zijn leven in druk verschenen. Hoewel hij nooit in Italië is geweest is hij een van de eerste componisten geweest die de Italiaanse madrigaalstijl in Duitsland toepaste. Ongetwijfeld heeft hij in dit verband veel geleerd van zijn grote vriend Heinrich Schütz, die zelf wel een tijd in Italië verbleef. Hij gaf de grote vernieuwingen van Giovanni Gabrieli en Claudio Monteverdi aan Schein door: de woordpoëzie die in de madrigalen muzikaal werd geïllustreerd, de solozang en de concertato stijl die beide gericht waren op de individuele expressie. In 1623 verscheen één van zijn eerste bundels met motetten onder de naam "IsraelsBrünnlein". Hij bood deze verzameling nog in hetzelfde jaar aan de kerkvoogden van Leipzig aan. De titel verwijst naar het Oude Testament als de belangrijkste tekstuele bron van deze motetten. Drie motetten uit deze collectie staan op het programma, nl. Die mit Tränen säen 5
(psalm 126 v 5-6), Unser Leben wahret siebnzig Jahr (psalm 90 v.10) en Freue dich des Weibes deiner Jugend (Spreuken Salamon 5 v 18-19).
Johannes Brahms (1833-1897)
Brahms geldt als één van de grootste en meest veelzijdige componisten uit de romantiek. Zijn oeuvre omvat alle belangrijke genres behalve dat van de opera. In zijn tijd werd Brahms beschouwd als een conservatief componist. Karakteristiek voor zijn muziek is een streng vormgevoel dat geënt is op de klassieken maar met een romantische geest die de behoefte had grenzen te overschrijden. Geboren in Hamburg zette de kleine "Hannes" zijn zinnen al op de piano. Onder deskundige leiding bekwaamde hij zich in de loop der jaren in het pianospel en muziektheorie, trad op jonge leeftijd al op en kwam langs deze weg in contact met het muzikale echtpaar Robert en Clara Schumann. Clara was een voortreffelijk pianiste en er ontstond al gauw een vriendschappelijke verhouding die later overging in een hartstochtelijke liefde. Na de dood van Robert in 1856 kwam het echter tot een breuk. De jonge Brahms trok zich in zichzelf terug en werd een moeilijk benaderbare man. In de jaren 1858-62 verbleef Brahms jaarlijks een paar maanden in Detmold als hofmusicus in dienst van prins Van Lippe-Detmold. Hij werd daar dirigent van het adellijke koor waarvoor hij ook veel koormuziek schreef. In 1862 vestigde Brahms zich in Wenen, waar hij dirigent werd van de Wiener Singakademie. Deze periode was voor Brahms de meest gelukkige tijd van zijn leven waarin hij de prachtigste muziek heeft geschreven. Tot aan zijn dood bleef Brahms in Wenen wonen, hoewel hij zich als Noord-Duitser enigszins ontworteld voelde. Brahms componeerde talrijke kleine sacrale en seculiere koorwerken zowel voor vrouwen- en mannenkoren als ook voor gemengd koor. Deze koorwerken getuigen vooral van zijn interesse in oude muziekstijlen en contrapunt. De fragmentarische Missa canonica (1856) is bijvoorbeeld geïnspireerd op laat-renaissance muziek. Het motet Warum ist das licht gegeben (1877), één van de mooiste a capella koorwerken van Brahms, heeft verwantschap met de muziek uit de Missa canonica. De melodie van het motet komt overeen met de melodie van het Agnus Dei uit de Missa canonica. De homofoon gezongen vraag "Warum?", die steeds twee keer in dalende lijn tussen de regels door wordt herhaald, geeft op indringende wijze Jobs geduld en lijdzaamheid weer.
Max Georg Baumann (1917-1999)
Baumann studeerde van 1939 tot 1943 aan de muziekhogeschool in Berlijn. Eén van zijn leermeesters was daar Hugo Distler. Na de oorlog kreeg hij aan dit instituut een lectoraat en in 1953 werd hij er ook professor. In 1963 kreeg hij de leiding van de muziekafdeling en werd tevens dirigent van het in Berlijn gevestigde Collegium Musicum. Zijn muziek volgt de lijn van Reger en Hindemith maar hij introduceerde wel nieuwe 6
technieken, zoals bijvoorbeeld een stereofonische uitvoering van zijn cantate Libertas cruciata (speciaal voor FM radio), toepassing van lichtbeeldprojecties in een uitvoering van zijn oratorium Der Venis süss und herbe Früchte en invoeging van spreekkoren in enkele koorwerken. Sacrale muziek en muziek voor orgel staan centraal in zijn oeuvre. Hij componeerde onder andere vier missen waaronder de Schutzengelmesse en ook de 8-stemmige a-capella Missa pro defunctis. Deze mis heeft Baumann in een homofone, tonale stijl geschreven. Hij bedient zich van de meest uiteenlopende compositorische technieken om de teksten te verklanken zoals polyfonie, canon, imitatie, homofonie maar hij lijkt een sterke voorkeur te hebben voor het akkoordisch toonzetten van de teksten. Vaak klinkt een doorgaande orgeltoon in de bas waarboven zich vervolgens de meest kleurrijke en ook grillige harmonieeën ontspinnen. Ook ontbreekt het gregoriaans gezang uit het gregoriaanse gezongen Reguiem niet. In het werk klinken eigenlijk steeds op verschillende niveaus strijd en conflict door en wel op zo’n pregnante wijze dat het lijkt alsof verzoening en berusting nog niet direct binnen handbereik zijn… Wim Potman
7
Jacob van Eyck (ca. 1590-1657)
Blydschap van myn vliedt (uit "Der Fluyten Lusthof", 1644/45) De melodie van dit variatiewerk komt in Starter’s "Friesche Lusthof" meermaals voor. De door Van Eyck genoemde titel verwijst naar "de onrype Dood vande Recht-Edele Iuffrou Magdalena van Bootsma", die in 1623 (een jaar nadat zij trouwde met Jonker Sibrandt van Burmania Upckesz) in het kraambed overleed. Starter schreef daarvoor een klaagzang. In Engeland was de melodie onder de naam "The lamentable complaint of Queen Mary" al sinds ca. 1560 bekend, kort nadat Queen Mary, verlaten door King Philip, zou zijn gestorven van verdriet.
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Suite BWV 1008: Prelude - Allemande - Courante - Sarabande - Menuet I - Menuet II Menuet I - Gigue. Bach gebruikte veelvuldig "eerder materiaal" in zijn cantates en instrumentale werken; hij schroomde daarbij niet dit ‘eerdere materiaal’, indruisend tegen de wetten van de muzikale rhetorica, van geheel andere teksten te voorzien. Ook kon zijn "hergebruik" ertoe leiden dat voor het ene instrument gecomponeerde muziek, met wat technische aanpassingen (te denken valt met name aan octaafveranderingen in verband met de omvang), bij een heel ander instrument terechtkwam. Dat moderne blokfluitisten Bach’s solo-suites voor cello voor uitvoeringen op blokfluit geschikt maken is dus eigenlijk helemaal in de lijn van Bach’s eigen gewoonte om, waar nodig, reeds voorhanden bestaande muziek aan te passen aan nieuwe omstandigheden.
8
De uitvoerenden Arte Vocale, in 1999 voortgekomen uit het vroegere Twents Bachkoor, is een groep
ervaren en geschoolde zangers en zangeressen, gespecialiseerd in het uitvoeren van muziek uit de renaissance en barok, met kennis van de oude uitvoeringspraktijk en een "open mind" voor latere en hedendaagse muziek. Het koor werkt op projectbasis en streeft er naar om jaarlijks meerdere keren van zich te laten horen met aantrekkelijke programma’s, telkens gewijd aan een thema. Van Klaas Stok, vaste dirigent vanaf 1991, moest na 15 jaar helaas afscheid genomen worden. Er volgde een periode met verschillende gastdirigenten, waarvan Jan Kruisselbrink in 2006 de eerste was. Onder zijn leiding werd een concert gegeven met muziek van Mendelssohn, Bruckner en Stanford. Els Dijkerman nam de dirigeerstok over voor het project najaar 2006 met muziek uit de Spaanse en Italiaanse barok. Zij leidde Arte Vocale tevens bij "1707 - Buxtehude 2007", een concert ter herdenking van het sterfjaar van Buxtehude. Louis ten Vregelaar leidde Arte Vocale eind 2007 in een concert met muziek van onder andere Benjamin Britten. Daarna volgde in april een concert met werken uit de Franse barok onder leiding van Enrique López-Cortón. Met ingang van het najaar van 2008 staat Arte Vocale weer onder leiding van een nieuwe vaste dirigent: Hans Noyens. Hij leidde het koor in twee projecten: "Het huis van Gonzaga" met renaissancemuziek vanuit Mantua en "Hemelse muziek uit Spanje" met onder andere de spectaculaire Missa scala aretina van Francisco Valls.
Hans Noyens studeerde koordirectie bij Cees Rotteveel aan het Brabants
Conservatorium en piano aan het Conservatorium in Maastricht. Tevens volgde hij de studie Muziekwetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Na het behalen van het diploma Uitvoerend Musicus Koordirectie zette hij zijn studie voort bij Eric Ericson in Stockholm. Daarnaast volgde hij cursussen bij Frieder Bernius, Daniel Reuss en Jos van Veldhoven. Als zanger was hij actief bij ensembles als Currende (Brussel), Cappella Amsterdam en de Nederlandse Bachvereniging. Hij werkte bij de NPS als programmasamensteller voor Radio 4, en gaf koordirectie aan de Meerjarige Dirigenten Opleiding in Utrecht (MDO). Momenteel werkt Hans als beleidsmedewerker vocale muziek bij Kunstfactor, het landelijk sectorinstituut voor de amateurkunst. Hij is thans dirigent van het Leids Kamerkoor. 9
Coert Bremmers studeerde blokfluit (DM en UM) aan het Utrechts Conservatorium,
muziekwetenschappen en koordirectie. Hij is werkzaam als docent, koordirigent en cursusleider. Voor "De Leeuwenkuil", waar hij werkt, leidt hij een blokfluitensemble, een blokfluitorkest en een ensemble voor oude muziek. Rond Renilde Duif’s "Requiem" (voor koor, solisten, blokfluitorkest, clavecimbel, cello en pauken) organiseerde hij rond 4 Mei 2006 een groot project. Af en toe verleent hij als blokfluitist zijn medewerking aan een (koor)concert, met ondermeer de dirigenten A. van der Spoel en H. Noyens. Coert woont met zijn vrouw Susanne en hun vier kinderen in Zwolle.
10
Missa Canonica J. Brahms Sanctus, sanctus, Dominus Deus Sabaoth! Pleni sunt coeli et terra gloria tua.
Heilig, heilig, De Heer, de God der hemelse machten! Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid.
Hosanna in excelsis.
Hosanna in den hoge.
Benedictus, qui venit in nomine Domini.
Gezegend is hij die komt in de naam van de Heer.
Hosanna in excelsis.
Hosanna in den hoge.
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, miserere nobis.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons.
Dona nobis pacem.
Geef ons vrede.
Die mit Tränen säen J. H. Schein Die mit Tränen säen werden mit Freuden ernten. Sie gehen hin und weinen und tragen edlen Samen und kommen mit Freuden und bringen ihre Garben.
11
Freue dich des Weibes deiner Jugend J. H. Schein Freue dich des Weibes deiner Jugend. Sie ist lieblich wie eine Hinde, und holdselig wie ein Rehe. Laß dich ihre Liebe allezeit sättigen, und ergötze dich alle wege in ihrer Liebe.
Unser Leben währet siebnzig Jahr J. H. Schein Unser Leben währet siebnzig Jahr, und wenn es hoch kömmt, so sinds achtzig Jahr, und wenn es köstlich gewesen ist, so ist es Müh und Arbeit gewesen, denn es fähret schnell dahin, als flögen wir davon.
Blydschap van myn vliedt J. van Eyck
12
Requiem M. Baumann Introitus : Requiem aeternam Requiem aeternam dona eis, Domine, et lux perpetua luceat eis. Te decet hymnus, Deus in Sion, et tibi reddetur votum in Jerusalem. Exaudi orationem meam, ad te omnis caro veniet.
Geef hen eeuwige rust, Heer, en laat het eeuwige licht hen verlichten. U, o God, komt lofzang toe in Sion, U moet een dankoffer worden gebracht in Jeruzalem. Verhoor mijn gebed, tot U zal alle vlees komen.
Requiem aeternam dona eis, Domine, et lux perpetua luceat eis.
Geef hen eeuwige rust, Heer, en laat het eeuwige licht hen verlichten.
Kyrie
Kyrie eleison, Christe eleison, Kyrie eleison.
Heer, ontferm U over ons, Christus, ontferm U over ons, Heer, ontferm U over ons. Graduale
Requiem aeternam dona eis, Domine, et lux perpetua luceat eis. In memoria aeterna erit justus, ab auditione mala non timebit.
Geef hen eeuwige rust, Heer, en laat het eeuwige licht hen verlichten. Aan de rechtvaardige bewaart men een goede herinnering, boze geruchten hoeft hij niet te vrezen. Tractus
Absolve, Domine, animas omnium fidelium defunctorum ab omni vinculo delictorum. Et gratia tua illis succurrente, mereantur evadere judicium ultionis. Et lucis aeternae beatitudine perfrui.
Bevrijd, o Heer, de zielen van alle overleden gelovigen van alle strikken der zonden. En mogen zij door de hulp van uw genade aan het wrekend oordeel ontkomen. En de zaligheid genieten van het eeuwige licht. 13
Dies Irae Dies irae, dies illa, solvet saeclum in favilla, teste David cum Sybilla.
Deze dag van het oordeel zal de wereld tot as verteren naar het getuigenis van David en de profeten. Hoe groot zal de schrik zijn, als de rechter zal verschijnen, om alles met gestrengheid te oordelen.
Quantus tremor est futurus, quando judex est venturus, cuncta stricte discussurus.
Rex tremendae majestatis, qui salvandos salvas gratis, salva me, fons pietatis.
De bazuin zal een wonderlijk geluid doen horen over de graven van de wereld, en zal allen voor de troon roepen. Wanneer de Rechter dan gezeteld is, zal wat verborgen was openbaar worden, en niets zal ongewroken blijven. Wat zal ik, ellendige, dan zeggen? Wie kan ik om voorspraak vragen, als zelfs de rechtvaardige ternauwernood zonder vrees is? Koning van ontzagwekkende majesteit, die om niet de verlorenen redt, red mij, o bron van barmhartigheid.
Recordare Jesu pie quod sum causa tuae viae, ne me perdas illa die. Quaerens me sedisti lassus, redemisti crucem passus, tantus labor non sit cassus.
Gedenk, barmhartige Jezus, dat ik de reden ben van de weg die Gij moest gaan: laat mij niet los op die dag. Mij zoekend zat Gij vermoeid neer en hebt me door uw kruisdood vrijgekocht, laat zulk groot lijden niet vergeefs zijn.
Ingemisco tamquem reus, culpa rubet vultus meus, supplicanti parce Deus.
Ik zucht als een schuldige, schuld kleurt mijn gezicht rood, spaar een smekeling, o God.
Qui Mariam absolvisti, et latronem exaudisti, mihi quoque spem dedisti. Oro supplex et acclinis, cor contritum quasi cinis, gere curam mei finis.
Gij die Maria hebt vergeven, en de rover hebt verhoord, ook mij hebt Gij hoop gegeven. Smekend bid ik op mijn knieën, met een vermorzeld hart, zorg voor mij in mijn laatste ogenblikken.
Tuba mirum spargens sonum per sepulcra regionum coget omnes ante thronum. Judex ergo cum sedebit, quidquid latet apparebit, nil inultum remanebit. Quid sum miser tunc dicturus? Quem patronum rogaturus, cum vix justus sit securus?
14
Lacrimosa dies illa, qua resurget ex favilla judicandus homo reus. Huic ergo parce, Deus. Pie Jesu Domine, ona eis requiem!
Een dag van tranen zal het zijn waarop de schuldige mens uit het stof zal verrijzen om geoordeeld te worden. Spaar hem dan, o God. Barmhartige Heer Jezus, geef hen rust!
Suite BWV 1008 Prelude
J. S. Bach Requiem M. Baumann Offertorium : Domine Jesu Christe Amen! Domine Jesu Christe! Rex gloriae! Libera animas omnium fidelium defunctorum de poenis inferni et de profundo lacu. Libera eas de ore leonis, ne absorbeat eas Tartarus,
Amen! Heer Jezus Christus,! Koning der heerlijkheid! Vrijwaar de zielen van alle overleden gelovigen van de straffen der hel en verlos hen uit de diepe poel. Ontruk hen aan de muil van de leeuw, laat de onderwereld hen niet verzwelgen, laat hen niet in het duister vallen: maar laat de banierdrager, de heilige Michael, hen doen verschijnen in uw Heilig licht, dat Gij eertijds hebt beloofd aan Abraham en zijn nakomelingen. Heer, wij brengen U offers en gebeden, om U te loven. Wil het aanvaarden ten behoeve van die zielen die wij vandaag gedenken: Heer, laat hen overgaan van de dood naar het leven, dat Gij eertijds hebt beloofd aan Abraham en zijn nakomelingen.
ne cadant in obscurum : sed signifer sanctus Michael repraesentet eas in lucem sanctam, quam olim Abrahae promisisti, et semini ejus. Hostias et preces tibi, Domine, laudis offerimus. Tu suscipe pro animabus illis quarum hodie memoriam facimus : fac eas, Domine, de morte transire ad vitam, quam olim Abrahae promisisti et semini ejus. 15
Sanctus Sanctus, sanctus, sanctus Dominus Deus Sabaoth, pleni sunt coeli et terra gloria tua. Hosanna in excelsis. Benedictus qui venit in nomine Domini. Hosanna in excelsis.
Heilig, heilig, heilig is de Heer de God der hemelse machten, vol zijn hemel en aarde van Uw heerlijkheid. Hosanna in den hoge. Gezegend is Hij die komt in de naam des Heren. Hosanna in den hoge. Agnus Dei I
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, dona eis requiem.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, geef hen rust. Agnus Dei II
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, dona eis requiem sempiternam. Lux aeterna luceat eis, Domine, cum sanctis tuis in aeternum,
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, geef hen eeuwige rust. Het eeuwige licht verlichte hen, Heer, verenigd met Uw heiligen in eeuwigheid, Communio
quia pius es. Requiem aeternam dona eis, Domine, et lux perpetua luceat eis.
want U bent de eeuwige goedheid. Geef hen eeuwige rust, Heer, en het eeuwige licht verlichte hen. Libera me
Libera me, Domine, de morte aeterna in die illa tremenda quando coeli movendi sunt et terra,
Heer, bevrijd mij van de eeuwige dood op die verschrikkelijke dag, wanneer hemel en aarde geschokt zullen worden, wanneer Gij met vuur de eeuwigheid komt oordelen. Ik beef, en ik ben bang, voor het oordeel dat zal komen, en voor de naderende toorn, wanneer hemel en aarde geschokt zullen worden. Die dag, dag van toorn, van rampspoed en ellende, grote en zeer bittere dag, wanneer U de wereld zult
dum veneris judicare saeculum per ignem. Tremens factus sum ego et timeo, dum discussio venerit atque venture ira: quando coeli movendi sunt et terra. Dies illa, dies irae, calamitatis et miseriae, dies magna et amara valde, dum veneris judicare 16
saeculum per ignem.
komen oordelen met vuur.
Requiem aeternam dona eis Domine, et lux perpetua luceat eis.
Geef hen eeuwige rust, Heer, en het eeuwige licht verlichte hen.
Suite BWV 1008
Allemande, Courante, Sarabande, Menuet I, Menuet II, Menuet I, Gigue
J. S. Bach
Warum ist das Licht gegeben dem Mühseligen J. Brahms Warum ist das Licht gegeben dem Mühseligen, und das Leben den betrübten Herzen? Warum? Die des Todes warten und kommt nicht, und grüben ihn wohl aus dem Verborgenen; die sich fast freuen und sind fröhlich, daß sie das Grab bekommen. Warum? Und dem Manne, deß Weg verborgen ist, und Gott vor ihm denselben bedekket. Warum? Lasset uns unser Herz samt den Händen aufheben zu Gott im Himmel. Siehe, wir preisen selig, die erduldet haben. Die Geduld Hiob habt ihr gehöret, und das Ende des Herrn habt ihr gesehen; denn der Herr ist barmherzig und ein Erbarmer. Mit Fried und Freud ich fahr dahin, in Gottes Willen, getrost ist mir mein Herz und Sinn, sanft und Stille. Wie Gott mir verheißen hat, der Tod ist mir Schlaf worden.
17
Geachte muziekliefhebber, Arte Vocale is al 10 jaar een gewaardeerd ensemble in Hengelo. Om aantrekkelijke en kwalitatief goede concerten te kunnen geven maakt Arte Vocale hoge kosten. Denkt u daarbij aan de kosten van kerkhuur, solisten en partituren. De opbrengst van de entreekaartjes zijn hierbij vaak niet voldoende om deze kosten te dekken. Voor grotere projecten is het koor dan ook afhankelijk van subsidies en donateurs. De komende jaren staan er diverse bijzondere projecten op ons verlanglijstje. Zo hoopt het koor in het voorjaar van 2010 haar 10-jarig bestaan groots te kunnen vieren met een feestelijk concert met medewerking van professionele solisten en instrumentalisten. Om deze ambitieuze projecten te kunnen uitvoeren is uw steun is van harte welkom. Wilt u ‘Kamerkoor Arte Vocale’ financieel ondersteunen, maakt u dan een bedrag van 25,- Euro of meer over op:
Rekening 59 05 83 859 Tnv. "Kamerkoor Arte Vocale" te Hengelo, onder vermelding van ‘Donateurbijdrage’. Uiteraard staat hier ook iets tegenover! Als donateur van "Arte Vocale" informeren wij u tijdig over komende uitvoeringen. Doneert u meer dan 50 euro, dan ontvangt u ook nog 2 vrijkaartjes per jaar. Bent u geïnteresseerd in een donateurschap en wilt u meer weten, stuur dan een berichtje naar
[email protected]. Wij nemen dan contact met u op. Zie voor nadere informatie ook onze website: www.kamerkoorartevocale.nl Wij zien uw positieve reactie met belangstelling tegemoet!
18
Arte Vocale in project Arte Vocale werkt op projectbasis en staat per project open voor deelname van nieuwe zangers en zangeressen. Het volgende project van Arte Vocale, dat start in januari 2010, is getiteld "Drie eeuwen Magnificat uit renaissance en barok" Op het programma staan onder meer magnificats van Monteverdi, Schein, Schütz, Albinoni en Carissimi. Belangstellende zangers onder u kunnen zich hiervoor aanmelden. U kunt dit doen bij: Adi Hogeboom (voorzitter), 053-4312516 of
[email protected].
Aan dit concert werken mee: Sopranen Rianne Bredenhoff Carla Nieuwenhuis Ineke van der Werf
Hilde Feil Karin Pranger Janine Westerink
Bregtje de Geus Mieke ten Thije
Alten Anne Gevers Ellen van Oosterbosch
Adi Hogeboom Riemke Oude Alink
Gerdien Lievers Nel Sanders
Tenoren Vincent Bijvanck Hans Versteeg
Henny Boers
Hans Erbrink
Bassen Kees Benink Wim Potman
Eddy van Binsbergen Jos Remkes
Bert Burgman
Lay-out: Peter van der Vos 19
20