Muziek en Dementie ‐ Suggesties voor het omgaan met verschillende scenario’s in een sessie vanuit het perspectief van de musici Lucy Payne & Patrizia Meier, september 2013
Introductie We hebben dit artikel geschreven met als doel een paar suggesties te geven over hoe je kunt omgaan met verschillende scenario’s die zich kunnen voordoen tijdens een sessie. Het zijn suggesties, omdat natuurlijk ieder mens dat we ontmoeten en waarmee we werken uniek is en op een eigen manier zal reageren op verschillende benaderingen. Het is met vallen en opstaan dat je de beste manier vindt om met mensen te werken, en vaak blijf je achter met meer vragen dan antwoorden over wat je ziet en hoe je moet werken in deze setting! Neem altijd de vrijheid om deze scenario’s te bespreken met verzorgers en anderen uit de gezondheidszorg, aangezien zij veel deskundigheid en kennis omtrent de bewoners hebben en ook een ander perspectief kunnen bieden dat erg waardevol kan zijn. Zorg ook dat je de scenario’s die je tegenkomt bespreekt en ‘debrieft’ met anderen uit je team. Maar misschien is nog wel het belangrijkst dat je er zeker van bent dat je in iedere situatie die je tegenkomt, mensen met het respect en de waardigheid behandelt die ze verdienen. Ons doel is hen aan te moedigen en te ondersteunen en een veilige en helpende omgeving bieden aan iedereen met wie we werken.
Scenario’s 1) Een bewoner lijkt te slapen Dit komt vaak voor in sessies. Bewoners hebben vaak een onrustige nacht gehad, of de kamer waarin je werkt is erg warm en slaapbevorderend! Je moet dit per geval bekijken. Soms is het goed om iemand te laten rusten, soms wordt iemand wakker van een zachte hand op een arm en zal dit hen uitnodigen om weer mee te doen. En soms lijkt het alsof mensen slapen, maar in feite zijn ze naar de muziek aan het luisteren en dus zijn ze heel erg aanwezig en aan het meedoen. Vaak voel je het wel of iemand aanwezig is of niet, ook al hebben ze hun ogen dicht! 2) Een bewoner kan niet goed zien Dit is iets dat je het beste kunt vragen voor het project begint. Want dan kun je er rekening mee houden en manieren vinden om met de bewoner te werken. Je kunt bijvoorbeeld de kamer beschrijven en vertellen waar de musici zitten en hen laten horen waar ze zitten en hoe ze klinken. Je kunt nog wat uitgebreider uitleggen wat er in de sessie gebeurt en andere manieren zoeken om de bewoner te betrekken, bijvoorbeeld door hen de vibraties van het
instrument te laten voelen. Je moet bij deze bewoner wat extra opletten bij welke instrumenten worden uitgedeeld.
3) Een bewoner kan slecht of niet horen Dit is ook iets dat je moet weten voor de sessies beginnen. Soms hebben mensen beter gehoor in het ene dan in het andere oor, en dan kun je daarmee werken zodra je weet welk oor beter is. Je kunt nadenken over waar ze in de cirkel worden geplaatst. Moeten ze in de buurt van een musicus zitten om het meeste uit de sessie te halen? Reageren ze op hoge of lage klanken? Welk percussie‐instrument kunnen ze horen? Iets anders om aan te denken is dat sommige mensen ‘selectief horen’ toepassen als een manier om afstand te nemen van wat er gebeurt. De verzorgers kunnen je helpen signaleren wanneer dit gebeurt en, zoals altijd, je moet hier dan zorgvuldig mee omgaan. Als iemand afstand neemt, gebeurt dit met een reden, dus zoals altijd gaat het erom dat je de bewoner leert kennen, kunt ondersteunen en kunt helpen creatieve manieren te vinden om weer aan te sluiten, op een manier die goed is voor hem of haar. Maar je moet zorgen dat je vertrouwen opbouwt en het doet in het tempo van de bewoner. Het is ook de moeite waard om de praktische aspecten van gehoorapparaten met de verzorgers te bespreken (heeft de bewoner die? En dragen ze die ook op de ochtend van de sessie?) etc.
4) Een bewoner kan niet een instrument vasthouden Ook hier weer gaat het om het vinden van creatieve oplossingen die de persoon helpen en die bij hem of haar passen. Je kunt altijd een stuk spelen VOOR iemand die niet in staat is om zelf te spelen, en soms kunnen verzorgers ook een instrument vasthouden en kan de bewoner de kleinste bewegingen maken, bijvoorbeeld op een drum of een klokkenspel, waar de musicus dan weer op kan reageren. En misschien wil de bewoner wel zingen of geluiden maken. Misschien kunnen ze de vibraties van het instrument voelen als je het dicht bij hen houdt. Er zijn veel mogelijkheden en vaak vindt je de beste oplossingen met vallen en opstaan!
5) Een bewoner flirt graag Dit soort gedrag is vrij gewoon, deels omdat het een onderdeel van menselijke interactie is en ook omdat dementie zorgt dat mensen zich minder geremd voelen! Het voelt meestal volkomen onschuldig en soms kun je het ook op een hele mooie manier gebruiken om bewoners te betrekken. Maar als je je er ongemakkelijk bij begint te voelen, zijn er manieren om ermee om te gaan. Als team ben je er om elkaar te redden! Je kunt bijvoorbeeld van plaats wisselen (tijdens de sessie als het echt nodig is). Of je zorgt dat de zitplaatsen anders verdeeld zijn de week erop, zodat je niet naast de bewoner zit die je een ongemakkelijk gevoel geeft. Zorg dat je je teamleden helpt in dit soort situaties. Je kunt ook de aandacht
afleiden door over andere dingen te beginnen, zoals, laten we nu even naar die en die gaan luisteren, of, laten we nu een muziekstuk maken voor…, etc.
6) Een bewoner wil niet meedoen aan de sessie Voor de bewoners kan het heel spannend zijn om mee te doen aan een sessie. En eigenlijk zou het ook altijd iemands eigen keuze moeten zijn om te komen, niemand zou moeten worden gedwongen door de verzorgers. Er zijn veel manieren om een bewoner gerust te stellen en aan te moedigen als hij of zij aarzelt om te komen. Verzin creatieve oplossingen! Wat bij ons wel eens is gebeurd, is dat een projectmanager of een musicus die een goede relatie heeft met de bewoner van te voren met hem of haar gaat praten. Soms gaan ze met de bewoner spelen, of soms wordt de deur op een kier gelaten zodat de betrokken persoon de muziek kan horen en wat later binnen kan komen.
7) Een bewoner wil niet meedoen met muziek maken Een vraag die we onszelf in dit werk vaak stellen is: wat is meedoen? Wij geloven dat meedoen veel meer is dan een instrument bespelen of zingen. Voor sommige mensen is het juist het in de kring zijn en naar muziek luisteren. Dat is genoeg en dat is prima. Natuurlijk willen we mensen graag betrekken in het werk, maar deze betrokkenheid kan op duizenden manieren tot uiting komen. Ook hier weer, ik geloof dat je kunt voelen wanneer iemand betrokken is of juist niet. Soms weigert een bewoner om te spelen of mee te doen en dit kan een basishouding zijn, een gebrek aan zelfvertrouwen of eenvoudigweg een keuze. De oplossing is om te proberen erachter te komen waar de weigering vandaan komt en uit te zoeken of er een manier is om de bewoner creatief te betrekken. Het kan zijn dat je hen opnieuw vraagt om mee te doen, of dat je aanbied om samen met hen te spelen (zullen we dit samen spelen?), je kunt aanbieden hem of haar een ander instrument te laten zien of om VOOR hem of haar te spelen. Je respecteert hun besluit, ook als ze weigeren, want dit helpt hen juist het gevoel te krijgen dat ze zelf een keus hebben.
Wat ook vaak gebeurt is dat je iemand betrekt bij je muziekstuk zonder dat ze zelf doorhebben dat ze aan het meedoen zijn. We zien vaak dat juist als mensen geconfronteerd worden, ze niet willen spelen of meedoen met het muziek maken, maar als er niemand kijkt en er wordt een muziekstuk gespeeld, dan speelt de bewoner mee of tikt op de maat mee met een voet! Het is belangrijk dit soort momenten te signaleren en te observeren wat er voor de bewoner gebeurt. Wat is het in de muziek waar ze op reageren? En hoe kun je deze muzikale aanwijzingen gebruiken om hen de volgende keer te betrekken?
Vaak is er alleen wat tijd voor nodig om mensen zich op hun gemak te laten voelen en gedurende de acht weken dat het project duurt, onderneem je een reis met de bewoners. Langzaamaan ontdek je (met vallen en opstaan!) hoe je iemand het beste kunt betrekken. En natuurlijk is dat verschillend voor iedereen met wie je werkt.
8) Een bewoner wil niet gaan zitten/ zwerft steeds rond Dit is ook weer iets dat we vaak meemaken! En ook hier is het belangrijk creatieve manieren te vinden om de bewoner te betrekken. We hebben wel eens een stoel buiten de cirkel gezet, zodat de bewoner kan komen en gaan zoals het hem of haar uitkomt, zonder dat ze de anderen in de kring afleiden! Er zijn ook veel manieren om iemand die op het punt staat te gaan zwerven af te leiden, en muziek is juist heel goed om mensen erbij te betrekken en hen een houvast te geven, al is het maar voor even. We zijn bijvoorbeeld wel eens gaan zingen of dansen of spelen met en voor de persoon die was opgestaan om te gaan rondzwerven. Dit hielp om de bewoner er weer bij te betrekken en daarna bleven ze weer een paar minuten zitten. Zoals altijd gaat het om het creëren van momenten van welzijn, en soms is het een enorme stap vooruit voor iemand om 15 minuten bij een sessie te blijven. Vaak is het belangrijk hoe je iemand vanaf het begin in de kring brengt. Is het het beste voor iemand om vroeg te zijn zodat hij of zij zich kan installeren en met de musici praten? Of is het juist het beste om als laatste binnen te komen zodat ze meteen bij de muziek worden betrokken en er een minder grote kans bestaat dat ze afgeleid worden en van slag raken door mensen die de kring in komen? Belangrijk is het om de mensen te leren kennen en te ontdekken wat hen helpt om zich comfortabel en rustig te voelen. Ook al zoeken we altijd manieren om te zorgen dat mensen in de kring blijven, we moeten ook respecteren dat sommigen ronddwalen en de cirkel verlaten. Het is zaak om manieren te vinden hiermee om te gaan in de context van de hele groep in de kring. Er hebben zich wel eens zeldzame situaties voorgedaan waarin een bewoner na verschillende sessies maar bleef ronddwalen op een manier die heel afleidend en verwarrend was voor de anderen in de groep. Hier moet je dan als team over praten met de verzorgers en (in heel zeldzame gevallen) kan er besloten worden dat de bewoner de sessies beter niet meer kan bijwonen.
9) Een bewoner wordt niet graag aangeraakt Iedereen reageert weer anders op aanrakingen en de ruimte die we nodig hebben verschilt ook per persoon. Dit werk is er helemaal van doortrokken om mensen hun waardigheid te geven en hen te ondersteunen in hun keuzes, dus wanneer iemand niet wil worden aangeraakt is het heel belangrijk dit te respecteren. Ik denk dat we allemaal fouten hebben gemaakt op dit gebied. Het is moeilijk te weten dat iemand niet wil worden aangeraakt tot je het doet, en dan wordt het allemaal duidelijk! Realiseer je dat hun reactie niet iets persoonlijks is en volg gewoon het tempo van de bewoner. Er zijn ook verschillende manieren van aanraken. We willen mensen nooit in het nauw brengen, maar eenvoudigweg zorgen dat iemand op zijn gemak is, zich vrij en comfortabel voelt.
10) Een bewoner is niet in orde/er is een medisch voorval Dit is de verantwoordelijkheid van de verzorgers, dus je moet hen onmiddellijk op de hoogte brengen. Ook al ben je maar een klein beetje bezorgd over een bewoner, als het lijkt alsof ze pijn hebben of zich niet in orde voelen, aarzel dan niet om een van de verzorgers te vragen (zelfs middenin een muziekstuk!). Zij kennen de bewoners het best uit hun dagelijkse contacten. De taak van de musici in dit soort gevallen is manieren te vinden om te zorgen dat de groep kalm blijft terwijl er iets gaande is of nadat er net iets is gebeurd. 11) Een bewoner is bedreigend of maakt de anderen bang Hoewel je eerste verantwoordelijkheid in een sessie de mensen met dementie zijn, is het ook belangrijk dat jij, je instrument en de leden van je team zich veilig voelen. Je moet ook voor jezelf zorgen, zodat je het beste van jezelf kunt geven in een sessie. Dus als je je onveilig voelt, of bezorgd bent over iemands gedrag in de groep, waarschuw dan meteen iemand van het personeel en laat hen de situatie oplossen. Dit soort gedrag beteugelen valt niet onder jouw verantwoordelijkheden. Bespreek dit soort gedrag altijd in de ‘debrief’ na de sessie, als je je zorgen hebt gemaakt, hoe klein een voorval op het moment zelf ook kan lijken. Het is in zeldzame gevallen wel voorgekomen dat er werd besloten dat een bewoner niet meer bij de sessies aanwezig mocht zijn vanwege zijn of haar gedrag. Net als in scenario 10 is het de taak van de musici om te zorgen dat de groep rustig blijft terwijl er iets gaande is of meteen nadat er iets is voorgevallen. Het kan goed zijn om een stuk te spelen nadat er iets is gebeurd om te rust te herstellen en de focus terug te brengen, of om zo eenvoudigweg een rustgevende aanwezigheid te zijn.
12) Een bewoner is boos Het is heel gewoon als bewoners even boos zijn, en zoals altijd moet je ook hier weer met zorgvuldigheid mee omgaan. Erken hun gevoelens en probeer erachter te komen waarom ze boos zijn, en probeer ze daarna te betrekken bij het muziek maken. Het maakt niet uit of je voor hen speelt of dat ze betrokken worden bij het gespeelde stuk. Er zijn natuurlijk verschillende mogelijkheden, en je kunt denken aan de vergelijking muziek als een spiegel of als een hamer als een beginpunt. De spiegel – je kunt proberen een muziekstuk te creëren waarin de emoties die ze laten zien weerspiegeld worden. Dit kan heel goed werken als een manier om de bewoner te ondersteunen omdat hun gevoelens geuit en gevalideerd worden en door de muziek weerspiegeld. Wat hierbij belangrijk is, is dat je de rest van de groep niet vergeet en dat je zorgt dat er ook voor hen een veilige omgeving is. Let dus goed op wat voor effect de muziek
die je aan het maken bent op de rest van de groep heeft. Probeer een stuk te creëren dat de essentie van de emotie reflecteert (sterk/krachtig/empatisch), maar niet verontrustend (bijvoorbeeld niet iets dat voor langere tijd dissonant klinkt). De hamer – Je kunt proberen de boosheid te verminderen met de muziek die je maakt. Zou een muziekstuk waarin de bewoner betrokken wordt hem of haar meenemen naar een andere emotie? Soms is een kalmerend stuk precies datgene wat nodig is. Of wat ook kan helpen is de bewoner een nieuw instrument laten bespelen of helpen met dirigeren om het moment van frustratie te doorbreken. En soms is het de combinatie van de spiegel en de hamer. Een stuk kan beginnen met het weerspiegelen van de boosheid, en dan langzaam veranderen in een ander soort muziek, die juist kalmerend is en vredig. Het is dus vaak door intuïtie en vallen en opstaan dat je manieren vindt om op het moment zelf te werken. En natuurlijk hangt het ook af van wat er verder nog in de kring gebeurt. Als je je ook maar het kleinste beetje zorgen maakt over iemands gedrag in de cirkel, vraag dan de verzorgers om in te grijpen, en zorg dat er in de ‘debrief’ altijd ruimte is om dingen te bespreken die zijn voorgevallen. 13) Een bewoner is heel luidruchtig en domineert de sessie Er kan een bewoner zijn die heel luidruchtig is en probeert de sessie te domineren, vooral aan het begin van een project van acht weken! Het is belangrijk om deze bewoner de aandacht te geven die hij of zij nodig heeft en tegelijkertijd in de gaten te houden welke behoeftes er in de groep leven en die ene bewoner niet de sessie te laten domineren. Je kunt proberen een muziekstuk met of voor hem of haar te maken aan het begin van de sessie. Niets geeft iemand een groter gevoel van zelfstandigheid dan het dirigeren of leiden van een muziekstuk en soms kan juist dit gevoel de aandacht afleiden en het gedrag in banen leiden. Wat ook kan helpen is de aandacht richten op andere dingen die in de groep gebeuren, en te proberen hem of haar zich te laten concentreren en naar de muziek te luisteren die door de andere bewoners of musici gemaakt wordt. En soms, nadat je hen een muzikaal moment hebt gegeven, is het goed om verdere eisen te negeren. Je kunt ook nadenken over hoe de bewoner binnenkomt aan het begin van de sessie. Helpt het als hij of zij vroeg komt en de kans bestaat op honderd procent aandacht van het team voor de sessie begint? Of is het beter dat hij of zij als laatste binnenkomt, zodat de rest van de groep de kans heeft om zich te installeren zonder de aanwezigheid van deze persoon?
Denk ook na over de plaats van de persoon in de kring. Soms reageren mensen anders op mannelijke of vrouwelijke verzorgers, dus denk na over naast wie ze zitten en hoe dit hun gedrag beïnvloedt. Soms helpt het om ze naast de leidende musicus te zetten, wat hen een plaatsvervangend gevoel van belangrijkheid kan geven, terwijl ze dan ook gemakkelijker onder de leiding van de leidende musicus staan. Maar soms moeten ze juist NIET naast de leidende musicus zitten omdat hij of zij anders teveel ingeperkt wordt door de eisen van de bewoner!
Tot slot is het belangrijk om verder te kijken dan het luidruchtige en dominante gedrag. Vaak zit daar een heel gevoelig, verdrietig en attent persoon onder. Kun jij een muziekstuk maken dat hier contact mee maakt, en hen helpt dit deel van henzelf naar buiten te brengen?
14) Een bewoner huilt tijdens de sessie of gedurende de hele sessie Het is heel gewoon als mensen huilen tijdens een sessie. Dit kan om vele redenen zijn. Soms omdat muziek helpt om emoties te ontsluiten en soms helpt het mensen om hun verdriet te uiten, of hun vreugde, of raken ze ontroerd door de schoonheid van de muziek. Als iemand van streek is, probeer hen dan gerust te stellen. Geef hen ruimte voor hun verdriet en als het goed voelt, geef dan ook fysieke geruststelling. Leg zachtjes een hand op hun arm of sla een arm om hun schouder. Probeer een muzikale respons te vinden waarmee je op een gevoelige manier de emotie reflecteert of uitdrukt, maar zorg er wel voor dat je het stuk afmaakt op een manier die veilig is en kalmeert, zodat je de bewoner ondersteunt bij het krijgen van een gevoel van veiligheid in plaats van hem of haar aan zijn lot over te laten met het verdriet. 15) Een bewoner zegt dat hij of zij dood wil Als zoiets zich voordoet, kan dat heel verontrustend zijn. Het is iets dat je met de verzorgers moet bespreken, en het is natuurlijk ook belangrijk dit tijdens de ‘debrief’ aan de orde te stellen. Op het moment dat dit gebeurt kan het goed zijn om te erkennen hoe de betreffende bewoner zich voelt en je kunt proberen op een geruststellende manier aanwezig te zijn. De sessie is niet de juiste plek om hier een uitgebreide discussie over te hebben, dus probeer de persoon op een meelevende manier gerust te stellen, ondersteunen en zoveel mogelijk bij de sessie te betrekken.
16) Een bewoner vraagt voortdurend of hij naar huis mag; waar hij is of om een van zijn ouders Dit is ook geen uitzonderlijk gedrag. We zien vaak dat mensen met dementie zich heel verloren kunnen voelen of heel zenuwachtig en verward zijn. Het is heel gewoon wanneer een bewoner een bepaalde zin of vraag steeds weer herhaalt als hij of zij zich angstig voelt. En dit kan ook zijn, ik wil dood.
Je moet hier zorgvuldig mee omgaan en de bewoner moet zich veilig en gerustgesteld voelen. Maar probeer ook te zorgen dat de bewoner betrokken blijft bij het muziek maken. Of dat nu is bij een stuk dat je speciaal voor hem of haar maakt, of bij iets anders dat in de kring gebeurt. Dit is niet alleen belangrijk voor de bewoner, maar ook voor de hele groep. Het is geweldig om te zien dat als een bewoner betrokken is bij de muziek, het constante vragen kan ophouden, al is het maar voor een paar minuten. Muziek is een geweldig instrument om mensen in het hier en nu te brengen en hen een paar momenten van echt welzijn te geven.
Denk na over de plaats waar deze bewoner zit tijdens de sessie. Vaak is er een verzorger of musicus die een bijzondere band met hem of haar heeft en die kan een geruststellende en kalmerende aanwezigheid voor hem of haar zijn. Het is heel belangrijk om je niet belemmerd te voelen in de ‘debrief’ om het over allerlei zaken te hebben die je als moeilijk hebt ervaren, of die je van streek hebben gemaakt.
17) Een bewoner is agressief tegen iemand anders in de groep Er kan soms spanning zijn tussen de bewoners in een groep, en net als in elke andere workshop gaat het erom dat je manieren vindt om met de groepsdynamiek om te gaan. Probeer de spanning te doorbreken en breng de aandacht terug naar het muziek maken. Een van de handigste manieren om hiermee om te gaan is volgens ons dat je de zitplaatsen zo verdeelt dat de betrokken bewoners elkaar niet kunnen zien. Dus denk na over zichtlijnen in een cirkel. En denk ook na over welke verzorgers en welke musici een goede relatie met die bewoners hebben en geef ook hen een passende zitplaats. Ze kunnen functioneren als een soort buffer en afleiding in dit soort situaties. Een van de doelen van dit project kan juist zijn om dit soort agressieve gedrag te verminderen en de groep samen te brengen met muziek.
www.hanze.nl/muziekendementie