MRI-scan Zonder narcose
Onder ouders verstaan wij ook verzorger(s), pleeg- of adoptieouder(s) U kunt wijzigingen of aanvullingen op deze informatie doorgeven per e-mail:
[email protected]
Wat staat er in deze folder Inleiding voor ouders
2
Informatie voor jongeren vanaf 12 jaar
4
MRI scan
6
Tips
20
Wil je meer weten?
21
Voor ouders: voorbereiding en begeleiding
22
1
Inleiding voor ouders Een onderzoek in een ziekenhuis kan een ingrijpende gebeurtenis zijn. Wij vinden het belangrijk u en uw kind hierbij goed te begeleiden. Uw kind voelt zich misschien niet goed of heeft zelfs pijn. Het krijgt te maken met verschillende behandelaars en allerlei medische termen. Deze folder is bedoeld om uw kind voor te bereiden op het onderzoek. Maar ook om ú te informeren over wat er gaat gebeuren. Begrijpelijke informatie is van groot belang. Als je weet wat je te wachten staat, geeft dat een gevoel van zekerheid en vertrouwen. Een deel van de voorlichting gebeurt in het ziekenhuis. De arts bespreekt de volgende zaken met u, en als het mogelijk is ook met uw kind: • Waarom uw kind dit onderzoek krijgt • Hoe we dit onderzoek doen Thuis stellen kinderen vaak meer vragen dan in het ziekenhuis. Uw kind vertrouwt u. Daarom kunt u het beste uitleggen wat er gaat gebeuren. Deze folder helpt u daarbij. U weet het best welke informatie uw kind begrijpt en emotioneel kan verwerken. Lees de folder éérst zelf. Zorg dat u goed weet wat er gaat gebeuren. U kunt de tekst daarna voorlezen of in uw eigen woorden navertellen. Of uw kind leest de tekst zelfstandig. Bespreek in elk geval samen of alles duidelijk is. Achterin deze folder staat hoe u uw kind kunt voorbereiden en begeleiden bij het onderzoek.
2
3
Informatie voor jongeren vanaf 12 jaar Een onderzoek in het ziekenhuis kan vervelend zijn. Je krijgt te maken met verschillende artsen, assistenten en verpleegkundigen. Je hoort ook allerlei medische termen. Wij willen je zo goed mogelijk voorbereiden op het onderzoek. Lees daarom deze folder goed door. Als je weet wat er gaat gebeuren, ben je meestal minder zenuwachtig. Je ouders lezen deze folder ook. Vraag of ze kunnen uitleggen wat je niet snapt.
WGBO Wat is het beste voor je als je ziek bent? Wie beslist dat eigenlijk? Moet er rekening gehouden worden met jouw mening? Dat staat in een speciale wet: de Wet op de Geneeskundige Behandelings Overeenkomst (WGBO).
Ben je ouder dan 12 jaar Dan moet de dokter ook aan jou vragen of je het goed vindt wat hij gaat doen. Jij en je ouders moeten allebei toestemming geven. Maar als jij het niet eens bent met je ouders? Hoe gaat het dan? Ook dat staat in deze wet. Lees er meer over op www.jadokterneedokter.nl
Ben je ouder dan 16 jaar Dan beslis je zelf. Dan is alleen jouw toestemming nodig. Maar moet de arts dan wel informatie over de behandeling geven aan je ouders? Lees er meer over op www.jadokterneedokter.nl
4
Tips Neem iemand mee naar het ziekenhuis. Je vader, moeder of iemand anders die je vertrouwt. Praat met je ouders, broers, zussen, vrienden en vriendinnen over wat er gaat gebeuren in het ziekenhuis. Schrijf je vragen op, dan vergeet je ze niet. Bij je volgende bezoek aan het ziekenhuis kun je ze stellen.
Wil je meer weten? www.hetwkz.nl www.umcutrecht.nl www.opeigenbenen.nu www.ikvoelpijn.nl
5
MRI-scan De dokter onderzoekt wat de oorzaak is van jouw klachten. Daarom krijg je binnenkort een MRI-scan. Dan wordt er een serie foto’s gemaakt van de binnenkant van je lichaam. Het maken van de MRI-scan duurt ongeveer 30 minuten. Je moet al die tijd heel stil blijven liggen. Het apparaat maakt veel lawaai. Maar het doet geen pijn. Er mag iemand bij je blijven als we de MRI-scan maken. Je vader, moeder, of iemand anders die je graag bij je hebt.
De scan wordt gemaakt op de MRI-afdeling in het AZU, dus niet in het WKZ. Locatie AZU – 1 e verdieping – receptie 19. Het WKZ ligt naast het AZU. Het AZU is het ziekenhuis voor volwassenen. Je gaat van het ene naar het andere ziekenhuis door een tunnel. Lopend of rijdend in een bed of een rolstoel.
6
Wat is een MRI-scan? MRI is de afkorting van Magnetic Resonance Imaging. In het Nederlands betekent dat: foto’s nemen met magnetische trillingen. Op die foto’s kan de dokter het binnenste van je lichaam van alle kanten bekijken. Bijvoorbeeld:
je hersenen, je ruggenmerg en je zenuwen je spieren je pezen en gewrichtsbanden je hart de organen in je buik, zoals je lever of je nieren
7
Hoe werkt het MRI-apparaat? Met een magneet plak je briefjes op de deur van de koelkast. Twee magneten kunnen elkaar aantrekken of juist afstoten. Je lichaam is opgebouwd uit atomen. Piepkleine deeltjes. Je kunt ze niet zien. Die atomen zijn ook magnetisch. In een MRI-apparaat worden hele grote, sterke magneten gebruikt. De magneten van het MRI-apparaat en de atomen in je lichaam trekken elkaar aan of stoten elkaar af. Een antenne (de spoel) vangt die magnetische signalen op. De computer maakt daar plaatjes van. Die plaatjes zijn een soort foto’s van de binnenkant van je lichaam. Zo’n MRI-apparaat is een mooie uitvinding. Het kijkt dwars door je kleren en je vel heen. En je voelt er niks van. Het MRI-apparaat maakt veel foto’s. Heel snel achter elkaar. Bij elke foto hoor je harde klikken of bonken. Het maakt zoveel lawaai en het gaat zo snel, dat het wel een drilboor lijkt. Het klinkt of er iemand naast je staat te timmeren. Dat lawaai hoort er bij.
Mayla (14 jaar): wat een herrie! De vrouw achter het raam die steeds vertelde dat er weer foto’s aankwamen had wel een prettige stem. Daardoor werd ik heel rustig, en kon ik het volhouden.
8
Waarom maken we zovéél foto’s? Stel je voor dat de dokter je hoofd wil onderzoeken. Stukje voor stukje, van je kruin naar het puntje van je kin, maakt het MRIapparaat foto’s van de binnenkant van je hoofd. Tussen de verschillende foto’s door kan het bed heel af en toe een stukje verschuiven. Je kunt die foto’s vergelijken met dunne plakjes kaas. Als je ze allemaal op elkaar legt, heb je weer een hele kaas. Op al die foto’s bij elkaar kan de dokter je hele hoofd van binnen bekijken. Plakje voor plakje.
Vóór het onderzoek Wat moet je van te voren weten? In het MRI-apparaat zitten sterke magneten. En magneten trekken metaal aan. Daarom mag je geen metalen dingen meenemen naar de kamer waar het MRI-apparaat staat. Dat geldt ook voor je vader, moeder of begeleider. Het apparaat werkt niet goed als er metaal in de buurt is en het kan zelfs gevaarlijk zijn. De magneten in het apparaat zijn namelijk heel erg sterk.
9
Metaal zit in:
10
ritsen en knopen (van een spijkerbroek) kettinkjes, armbanden, oorbellen, piercings, ringen haarspeldjes horloge sleutels geld, bankpasjes met magneetstrip bril mp3-speler, Ipod, mobiele telefoon bh met beugel – soms is de beugel van metaal beugel in je mond
Beugel in je mond Heb je een ‘vaste’ beugel? En wordt er een MRI-scan gemaakt van je hoofd, hals of nek? Bel dan van tevoren met de MRI-afdeling: 088 75 588 77. Je hoeft niet te bellen als er alleen een ijzeren draadje achter je tanden zit. Wordt er een MRI-scan gemaakt van een ander lichaamsdeel, bijvoorbeeld van je knie? Dan is het geen probleem als je een ‘vaste’ beugel hebt. Bij de MRI-ruimte zijn kastjes die op slot kunnen. Leg daarin de waardevolle spullen die niet mee naar binnen mogen. Meestal mag je voor een MRI-scan gewoon eten en drinken. Als dat niet mag, hoor je dat van tevoren van de dokter of de verpleegkundige. Trek kleren aan die makkelijk zitten. Een joggingbroek (zonder ritsen) en een T-shirt bijvoorbeeld.
11
Voor ouders • Mensen met een pacemaker mogen niet in de MRI-kamer komen. Het magnetisch veld ontregelt de pacemaker – ook vóór en na het maken van de scan. • Heeft uw kind metalen schroeven, clips, drains of pompjes met metaal in het lichaam? Meld dit van tevoren bij de arts en de laborant. • Bent u (misschien) zwanger? Zeg dit dan vóór het onderzoek tegen een van de medewerkers van de afdeling Radiologie. U mag wel bij uw kind zijn als uw kind op het bed gaat liggen. Maar niet als we de MRI-scan maken. Neem eventueel een ander vertrouwd persoon mee om bij uw kind te blijven. • Zie verder het “MRI vragenlijst” dat altijd bij het indienen van een aanvraag ingevuld moet worden!
Wat doen we voor het onderzoek begint? Soms wil de dokter iets extra goed kunnen zien. Dan wordt er een MRI-scan gemaakt met contrast-vloeistof. Als er bij jou geen contrast-vloeistof wordt gebruikt, kun je dit stukje overslaan. Er zijn twee manieren om contrastvloeistof in je lichaam te krijgen:
12
MRI met contrastvloeistof via een infuus of MRI met contrastvloeistof die je drinkt
MRI met contrastvloeistof via een infuus Contrast-vloeistof heeft een andere kleur dan je bloed. Een kleur die opvalt op de foto’s. Als het samen met je bloed door je lichaam stroomt, kan de dokter het extra goed zien. Hoe komt die contrast-vloeistof in je bloedvaten? Via een infuus. Dat krijg je vóórdat je naar de MRI-kamer gaat.
Wat is een infuus? Je krijgt een prik in je hand of je arm. Na die prik blijft er een dun, plastic buisje in je bloedvat zitten. Dit noemen we een infuus. Via dat buisje nemen we regelmatig wat bloed af. Een prik kan pijn doen. Daarom kun je een spray (bananenspray) of een pleister met zalf krijgen op de plek waar geprikt gaat worden. De spray en de zalf verdoven je huid. Je voelt er dan minder van. De spray krijg je net voor het prikken. De zalf een uur van te voren. Als het infuus goed zit krijg je een spalk. Deze maken we met pleisters en verband vast onder je arm. Dit helpt om je arm recht te houden. Wil je meer weten over een infuus? Kijk dan op www.hetwkz.nl of vraag de folder over het infuus.
13
Waar krijg je het infuus Ben je op een verpleeg-afdeling in het WKZ? Dan krijg je het infuus op die afdeling. Daarna ga je naar de MRI-afdeling in het AZU. Als het kan lopend. Anders in een rolstoel of in je bed. Kom je van thuis naar de MRI-afdeling? Dan krijg je het infuus op de MRI-afdeling in het AZU.
MRI met contrastvloeistof die je drinkt Bij een MRI van je dunne darm kunnen we het beter zien als je de contrastvloeistof zelf drinkt. Je komt dan een uur voordat de foto’s gemaakt worden naar de MRI-afdeling. Je krijgt daar een liter contrastvloeistof te drinken. Het lijkt een beetje op water. Als je wilt, mag je limonadesiroop meenemen om het wat lekkerder te maken. Het is belangrijk dat je alles opdrinkt. Bij een MRI van je galwegen krijg je vlak van te voren een klein bekertje met speciale contrastvloeistof om te drinken. Dit smaakt een beetje zoetig, Het is belangrijk dat je alles opdrinkt. Het MRI-apparaat staat in een aparte kamer in het AZU.
14
Hoe wordt de MRI-scan gemaakt? Je gaat op een smal bed liggen. Op je rug. De antenne die de magnetische signalen moet opvangen (de spoel) wordt op je lichaam neergelegd, daar waar de foto’s gemaakt worden. Dus op je buik, of op je been. De spoel is niet zwaar, het doet geen pijn.
Foto’s van je hoofd Voor foto’s van je hoofd ligt je hoofd in een soort mandje, dan ligt de spoel niet op je.
Foto’s van je organen Bij foto’s van organen in je buik of borst(bijvoorbeeld je hart of lever), krijg je een ademhalingsmeter. Dit is een klein kastje dat tussen je borst en navel ligt. Het wordt met een lang klittenband vastgemaakt. Het kastje is niet zwaar, het doet geen pijn. Als de foto’s gemaakt worden, vraagt de laborant je steeds om je adem vast te houden: adem in, hou vast(dus nog even niet uitademen) en adem maar weer uit. Dit kun je thuis al oefenen.
Foto’s van je hart Bij foto’s van je hart krijg je ook een hartslagmeter. Dit zijn vier plakkers op je borst die aangesloten zijn op een monitor. De plakkers kunnen even koud aanvoelen, maar verder voel je hier niets van. Het bed wordt in het MRI-apparaat geschoven. Dat apparaat ziet eruit als een soort tunneltje. Het is er niet donker. Aan het hoofden voeteneind komt gewoon licht naar binnen. Je mag je kleren aanhouden. Als je het koud hebt, krijg je een dekentje. In de kamer ernaast zitten de mensen die de scan maken,
15
de laboranten. Ze kunnen jou zien door een groot raam. Boven je hoofd hangt een luidsprekertje, daardoor kun je de laboranten horen. Je krijgt een knopje in je hand. Als je daarop drukt, komt er een laborant naar je toe. Er mag de hele tijd iemand bij je blijven. Je vader, moeder of iemand anders kan bij het apparaat zitten. Je kunt hem of haar niet zien, maar hij/zij jou wel.
Stil blijven liggen Het is heel belangrijk dat je niet beweegt. Echt stil liggen is moeilijk. Als er een scan van je hersenen wordt gemaakt, krijg je een zachte band om je voorhoofd. Ook ligt je hoofd op een speciaal kussen. De laboranten leggen kussentjes naast je neer, zodat je niet per ongeluk beweegt. Als je beweegt, mislukken de foto’s. Dan moeten we ze opnieuw maken. Dat zou jammer zijn, want dan moet je nog langer stil liggen.
Foto’s maken De laborant maakt steeds een paar minuten achter elkaar foto’s. Dan hoor je dus hard gebonk en geklik. Het bed waarop je ligt, kan af en toe een stukje verschuiven. Tussen de foto-series door is het even stil. Maar ook dan mag je niet bewegen. De laboranten vertellen steeds wanneer er weer een serie foto’s begint. Ze zeggen bij voorbeeld: Er komt nu een serie van drie minuten. Dan weet je dat het weer drie minuten lawaaierig wordt. Als je het prettig vindt, krijg je een koptelefoon op. Dan kun je naar muziek luisteren. Maar de herrie hoor je er nog wel doorheen. Je kunt ook om oordopjes vragen. Dan heb je minder last van het lawaai.
16
Jeffrey (11 jaar): het was best lastig om zo lang stil te liggen. Gelukkig zat mijn moeder bij mijn voeteneinde met haar hand op mijn been. Zo wist ik dat ik niet alleen was.
Na het onderzoek Na de MRI-scan haalt de laborant het infuus-slangetje eruit (als je dat hebt). Dit doet geen pijn. Je gaat terug naar huis of naar de afdeling. Je mag alles doen wat je ook voor het onderzoek mocht.
17
De uitslag De uitslag krijg je van de dokter die de MRI-scan aanvraagt. Dat gebeurt tijdens de eerstvolgende afspraak in het ziekenhuis, of per telefoon. De dokter bespreekt met jou en je ouders wat er op de scan te zien is.
Samenvatting
als het nodig is, krijg je eerst een infuus soms krijg je contrastvloeistof te drinken je doet alles uit of af waar metaal in zit je ligt op een smal bed
je krijgt een spoel op de plek waar de foto’s gemaakt worden
18
soms krijg je een ademhalingsmeter of een hartslagmeter om je krijgt een band om je hoofd – zo kun je goed stil liggen je krijgt een paar kussentjes– die helpen ook om stil te liggen het bed schuift in een soort tunneltje je ouder zit bij het apparaat
we maken steeds series foto’s van een paar minuten je hoort dan een hoop lawaai de tafel kan af en toe een stukje verschuiven de MRI-scan duurt ongeveer 30 minuten
na de scan mag het infuus (als je dat hebt) er weer uit
Bijwerkingen Bij een MRI-scan heb je geen last van bijwerkingen. Door een MRI-scan krijg je er dus geen nieuwe klachten bij. Heb je een infuus met een contrastmiddel gehad? Door het contrastmiddel krijg je er ook geen nieuwe klachten bij. Heb je contrastmiddel moeten drinken? Dan kan het zijn dat je daardoor wat diarree krijgt. Het is goed om extra te drinken. Dan is het contrastmiddel sneller je lichaam uit.
Complicaties Bij een MRI-scan is er geen kans op complicaties. Een MRI-scan is veilig. Je kunt er niet ziek van worden. Je klachten worden er ook niet erger door.
19
Tips Neem iemand mee naar het onderzoek. Hij of zij kan je helpen als je bang bent of pijn hebt. Hieronder staan meer tips. Bespreek van tevoren wat jij graag wilt.
Doe je ogen dicht en probeer aan iets leuks te denken.
Vind je het fijn om naar muziek te luisteren? Neem dan bijvoorbeeld een CD met je eigen favoriete muziek mee. Die draaien we voor je tijdens het maken van de scan. Dan is het niet zo saai om lang stil te liggen. Bedenk van te voren samen een verhaal of maak vakantie plannen. Hier kun je dan aan denken tijdens de MRI-scan. Rustig ademhalen kan helpen als je bang bent of pijn hebt. Diep inademen door je neus, tot drie tellen en dan weer uitblazen. Je kunt dit thuis alvast samen met iemand oefenen. Doe van te voren samen een ontspanningsoefening om rustig te worden. Bijvoorbeeld afwisselend spieren aanspannen en ontspannen. Je kunt thuis alvast een keer oefenen. Als je iets wilt weten of iets niet snapt, mag je het altijd vragen.
20
Wil je meer weten? Kijk dan op: www.hetwkz.nl www.umcutrecht.nl www.kindenziekenhuis.nl www.jadokterneedokter.nl
Heb je nog vragen? Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent. Voor vragen over een MRI-scan kun je bellen met de MRI afdeling: 088 75 588 77 Voor andere vragen of advies kun je bellen met een pedagogisch medewerker via het secretariaat Pedagogische Zorg: • op maandag, dinsdag en donderdag van 9.00 tot 10.00 uur • telefoonnummer 088 75 542 24
Je ouders kunnen deze nummers ook bellen.
21
Voor ouders: voorbereiding en begeleiding Hoe kunt u uw kind voorbereiden Hieronder staan algemene adviezen. U kunt zelf inschatten wat bij uw kind past. • Kies een rustig moment voor de voorbereiding. Bij voorbeeld niet vlak voor het slapen gaan. Zorg dat er tijd is voor uw kind om vragen te stellen. • Begin bij jonge kinderen niet te vroeg met voorbereiden. Ze hebben een ander tijdsbesef dan volwassenen. Jonge kinderen leven in het ‘hier en nu’. Een paar dagen van tevoren is meestal vroeg genoeg. Zorg wel dat er voldoende tijd is om er nog eens op terug te komen. Herhaling is belangrijk. Bij oudere kinderen kunt u wat eerder beginnen. • Laat uw kind de informatie navertellen aan uzelf of aan anderen. Zo merkt u of alles begrepen is. • Vraag hoe uw kind tegen het onderzoek aan kijkt en hoe het zich voelt. Uw kind kan bang zijn of pijn hebben. Bespreek thuis alvast wat uw kind kan helpen. Bijvoorbeeld een hand vasthouden. • Betrek de andere kinderen van het gezin bij de voorbereiding. Dan weten zij ook wat er met hun broertje of zusje gaat gebeuren.
22
Wat vertelt u en hoe • Kies woorden die uw kind begrijpt, vertel zo eenvoudig mogelijk. Sluit aan bij zijn/haar belevingswereld. • Vraag wat uw kind al weet over het onderzoek. • Let erop dat uw kind de informatie goed begrijpt en verwerkt. Vooral jonge kinderen kunnen gaan fantaseren over het ziekenhuis. • Geef vooral bij jonge kinderen niet alle informatie tegelijk. • Leg geen nadruk op nare dingen, maar vertel er wel eerlijk over. • Vertel alleen over wat uw kind bewust meemaakt tijdens het onderzoek. Dus over alles wat het ziet, voelt, hoort, ruikt en proeft. • Laat dingen zien als u over het ziekenhuis vertelt. Doktersspulletjes bijvoorbeeld. Of gebruik boeken en internet. Via www.hetwkz.nl kan uw kind alvast een kijkje nemen in het ziekenhuis.
Hoe kunt u uw kind begeleiden Ga met uw kind mee naar het onderzoek. Of vraag een ander vertrouwd persoon dit te doen. Uw aanwezigheid geeft steun en veiligheid. U kunt voor afleiding zorgen – bespreek thuis al hoe u dat het beste kunt doen.Neem lievelingsspeelgoed, een knuffel en/ of een (voorlees)boek mee.
23
U mag verwachten dat tijdens het onderzoek duidelijk wordt verteld wat er gebeurt. Stel gerust vragen als u of uw kind iets niet begrijpt. Hebt u extra advies nodig voor de voorbereiding of begeleiding van uw kind? Dan kunt u contact opnemen met een pedagogisch medewerker van het WKZ, via het Secretariaat Pedagogische Zorg: • op maandag, dinsdag en donderdag van 9.00 tot 10.00 uur • telefoonnummer 088 75 542 24
Tips voor uzelf • Blijf tijdens het onderzoek zo rustig mogelijk. Dat maakt uw kind ook rustiger. • Richt uw aandacht op uw kind. Zorg dat uw kind er ook bij betrokken blijft als u met de arts of verpleegkundige praat. Zo geeft u uw kind de aandacht die het nodig heeft. • Een goede voorbereiding zorgt voor minder spanning en onverwachte situaties. Toch kan uw kind zich anders gedragen dan u verwacht of gewend bent. Uw kind kan stil worden, of juist druk, of huilerig. Thuis of tijdens het onderzoek. Geef hier aandacht aan en maak het bespreekbaar. Uw kind voelt zich daardoor gesteund en begrepen.
24
Divisie beeld Afdeling radiologie, locatie AZU © december 2011, Wilhelmina Kinderziekenhuis
KRRN.02.002
Colofon
Wilhelmina Kinderziekenhuis Lundlaan 6 3584 EA Utrecht Tel 088 75 555 55 www.hetwkz.nl