1 Motiverend leidinggeven: invloed op gedrag 26 november 2014 Frank Goijarts2 Programma Gedragsverandering: wat werkt? Weerstand tegen veranderen Moti...
De werkelijkheid in veel organisaties 1. Er gaat veel tijd, geld en energie naar (gedrags-) veranderingen toe 2. Tot 70% van de (cultuur) verandering mislukt; aanpassing is tijdelijk en men valt terug 3. Hoe kan dat beter?
Twee psychologische wetten Behoud van bezwaar Als ik het (nog) niet met je eens ben en jij zegt “A” dan denk / zeg ik vrijwel automatisch “ja maar B” Dus: als jij pleit voor A dan zoek ik automatisch tegenargumenten
Twijfel wekken aan gewoonten Balans beïnvloeden naar ‘ik wil wel’ Zelfvertrouwen versterken Beslissing stimuleren en Voorbereiden Adviseren en begeleiden verandering Terugvalpreventie Geruststellen, inventariseren en Vernieuwen van afspraken
Beeld en geluid bij een nieuwe toekomst • Aanboren intrinsieke motivatie: Autonomie Betrokkenheid Competentie GRONDHOUDING! • Voor iedereen anders: nieuw gedrag koppelen aan persoonlijke waarden • Tempo en keuze voor groot deel bepaald door de ander; hoe minder druk hoe minder weerstand Verleiden naar de volgende fase te gaan • Informeren op motiverende manier: vraag gestuurd • Uitlokken onderzoek eigen ruimte en mogelijkheden
Basistechniek: ORBS • Open vragen stellen Wat houdt je op dit moment het meeste bezig? • Reflecteren Je merkt dat je er minder zin in hebt , maar je weet nog niet of je er nu iets aan wilt veranderen • Bevestigen Je bent wel een volhouder dat je al zoveel geprobeerd hebt. Kennelijk vindt je het zó belangrijk dat je er serieus aandacht aan besteed . • Samenvatten Het klinkt of je twee verschillende kanten van de situatie ziet. Aan de ene kant maakt je je zich geen zorgen en aan de andere kant hoor ik je zeggen dat het eigenlijk beter zou zijn om een eerste stap te zetten.
Reflectief beinvloeden!!! • Spiegelen: ‘Daar heb je nu even geen zin in’ • Gevoelsreflectie: ‘En dat valt je behoorlijk tegen’ • Sturende reflectie (aanvullen en invullen). ‘En dat maakt je aan het twijfelen, je weet niet meer of je zo wel door kunt gaan’ • Versterkte reflectie (overdrijving) ‘Het maakt volgens jou totaal niets uit of je nu meedoet of niet’ • Dubbelzijdige reflectie ‘Aan de ene kant vindt u het moeilijk om aan het idee te wennen, en aan de andere kant weet u dat het u gaat helpen als u juist nu de stap weet te zetten’
Discrepantie • Wanneer gaat een puber op de middelbare school hard werken en uit zichzelf huiswerk maken? • Je ziet pas het belang van veranderen bij verschil tussen jouw huidige toestand en jouw waarden / doelen. • Voor iedereen anders • Door discrepantie te versterken krijgt betrokkene de neiging twijfel op te gaan lossen
Verandertaal uitlokken • Uitlokkende vragen Waar maakt je je zorgen over? Wat zou je willen veranderen? • Redenen: voor- en nadelen Wat zijn de voordelen van hard werken? Wat de nadelen? Wat zijn de voordelen van een stapje terug doen? Wat de nadelen? • Uitweiden: probleem groter maken Als je dan de afspraak met je kinderen afzegt, wat doet dat met ze? • Extremen Als er niets verandert wat is dan het ergste dat er in uw ogen kan gebeuren? Wat is het beste? • Terugkijken / Vooruitkijken Wat is er veranderd sinds u zo hard bent gaan werken? Wondervraag: stel u wordt wakker en alles is ok……. • Schaalvraag Op schaal van 0-10? Motivatie, Vertrouwen, …..
• Verandering van je eigen gedrag als leidinggevende • Alle fasen en technieken: minimaal 2 dagen training met nazorg • Twee keer zo effectief! • Wat wil je? Wat kun je? Waar ben je aan toe?