MOTIVATIE De hypothalamus Lange-termijn regulatie van voedingsgedrag Korte-termijn regulatie van voedingsgedrag Andere gedragingen
Belang van motivatie voor geneeskunde
• 45% van alle doodsoorzaken (bij mannen onder 65) is gedrags-gerelateerd: roken, verkeersongelukken, zelfdoding • grote verwachte toename in ‘beschavingsziektes’ : obesitas, ouderdomsdiabetes, hart- en vaatziektes = ook gerelateerd aan motivatie • psychiatrische aandoeningen: eetstoornissen, verslaving
Risico-vol gedrag ‘Sensation-seeking tendency’
Verband met dopamine - MAO-B - D4 receptor?
De hypothalamus en homeostase • Humorale respons • Visceromotorische respons • Somatomotorische respons
Tot hier 26/11/2009
Overgewicht is een hersenziekte!
De lange-termijn regulatie van eetgedrag • Anabolisme • Katabolisme • Obesitas • Uithongering
Hormonale en hypothalamische regulatie van lichaamsvet en voeding •
Lipostatische hypothese: hoeveelheid lichaamsvet bepaalt energie-inname
• ob/ob muizen: deficit in hormoon leptine, normaal geproduceerd door vetcellen
• Letsels van de laterale hypothalamus resulteren in anorexie, letsels van de ventromediale hypothalamus resulteren in obesitas
Effecten van verhoogde leptine spiegels •
activatie van αMSH en CART neuronen in de nucleus arcuatus door leptine leidt tot – secretie van αMSH en CART en inhibitie van eetgedrag via de laterale hypothalamus – activatie van neuronen in de nucleus paraventricularis met vrijzetting van TSH en ACTH – activatie van het orthosympatisch systeem αMSH en CART zijn anorectische peptides
Effecten van lage leptine spiegels •
Stimulatie van NPY en AgRP neuronen in de nucleus arcuatus – stimulatie van eetgedrag via laterale hypothalamus – inhibitie van TSH en ACTH secretie – activatie van parasympathisch systeem NPY en AgRP zijn orexigene peptides
De laterale hypothalamus • Electrische stimulatie induceert eetgedrag en letsels inhiberen eetgedrag. Maar: ook axonen die door de laterale hypothalamus lopen worden beinvloed. • MCH neuronen: diffuse innervatie van de cortex, injectie van MCH induceert eetgedrag • orexine neuronen: stimuleert eetgedrag
De korte-termijn regulatie van eetgedrag • cephalische fase • gastrische fase • substraat fase
Ghrelin = hongersignaal
Verzadigingssignalen • gastrische distensie (X) • cholecystokinine • insuline – stimulatie door nervus vagus tijdens cephalische fase – stimulatie door CCK tijdens gastrische fase – stimulatie door verhoogde glucose spiegels tijdens substraat fase – werkt direct op nucleus arcuatus en ventromedialis
Motivatie van eetgedrag 1 Bekrachtiging en beloning
2 De rol van dopamine – electrische stimulatie van de laterale hypothalamus induceert eetgedrag en activeert dopaminerge neuronen van het mesocorticolimbisch systeem – = dopaminerge projectie vanuit het ventraal tegmentum naar de cortex, belangrijk voor de motivatie om te eten – letsels van dopaminerge axonen doet proefdieren stoppen met eten, maar vermindert niet de hedonistische respons op eten.
‘wanting’ ≠ ‘liking’
Dopamine en bekrachtiging
• gemeenschappelijk aan zelf-stimulatie studies: activatie van de MFB (dopamine) • verband bekrachtiging, motivatie, verslaving • letselstudies
Hersenstimulatie bij de mens
• zelfstimulatie = positief gevoel? • septum: positief gevoel ~ orgasme • mediale thalamus: tip-of-the-tongue fenomeen
‘wanting’ ≠ ‘liking’
Dopamine en verslaving •
•
•
dopaminerge neuronen in het ventraal tegmentum zijn betrokken bij het ontwikkelen van verslaving proefdieren zijn gemotiveerd om gedrag te vertonen dat dopamine vrijzet in de nucleus accumbens drug tolerantie en ‘craving’
dopamine Æ ‘wanting’ opioid Æ ‘liking’
• De rol van serotonine en stemming – serotonine spiegels in de hypothalamus stijgen in anticipatie op eten en pieken tijdens de maaltijd, vooral van koolhydraten – verhoging van serotonine leidt tot onderdrukking van eetlust – rol van serotonine bij eetstoornissen (anorexia nervosa en boulimie)
Chocolade en serotonine Tryptophan is also a precursor for serotonin. For some time, tryptophan was available in health food stores as a dietary supplement. Many people found tryptophan to be a safe and reasonably effective sleep aid, probably due to its ability to increase brain levels of serotonin (a calming neurotransmitter when present in moderate levels) and/or melatonin (a drowsiness-inducing hormone secreted by the pineal gland). Clinical research tended to confirm tryptophan's effectiveness as a natural sleeping pill. Though tryptophan supplements are still banned from over-the-counter sale, properly produced pharmaceuticalgrade tryptophan continues to legally be used as an essential nutrient in infant formulas and intravenous meals and, in recent years, compounding pharmacies and some mail-order supplement retailers have begun selling tryptophan to the general public. Tryptophan has also remained on the market as a presciption drug (Tryptan) which some psychiatrists continue to prescribe, particularly as an augmenting agent for people who are unresponsive to antidepressant drugs. Indeed, tryptophan has continued to be used in clinical and experimental studies employing human patients and subjects. Several of these studies suggest tryptophan can effectively treat the fall/winter depression variant of seasonal affective disorder. Dietary sources: tryptophan is particularly plentiful in chocolate , oats, bananas, dried dates, milk, cottage cheese, meat, fish, turkey, and peanuts.
Serotonin, carbohydrates, and atypical depression by Moller SE. Department of Clinical Pharmacology, St. Hans Hospital, Roskilde, Denmark. Pharmacol Toxicol. 1992;71 Suppl 1:61-71 At least three categories of atypical depression have been described. The hysteroid dysphoria is characterized by repeated episodes of depressed mood in response to feeling rejected, and a craving for sweets and chocolate. Two other issues are characterized by a cyclical occurrence of changes of mood and appetite, i.e., the late luteal phase dysphoric disorder (DSM-III-R, appendix), or "the premenstrual syndrome" (PMS), and the major depression with seasonal pattern (DSM-III-R), or seasonal affective disorder (SAD). The reactive mood changes are frequently accompanied by features as hypersomnia, lethargy and increased appetite, particularly with a preference for carbohydrates. Central serotonin pathways participate in the regulation of mood and behavioural impulsivity, and modulate eating patterns qualitatively and quantitatively. Depressives with PMS og SAD benefit, in general, from treatments with serotonin potentiating drugs, suggesting that brain serotonin plays a role in the pathophysiology. Ingestion of carbohydrates increases the plasma ratio of tryptophan to other large neutral amino acids in man and animal, and the serotonin synthesis in the rat brain. Based on these findings it has been suggested that the excessive carbohydrate intake by patients with PMS and SAD reflects a self-medication that temporarily relieves the vegetative symptoms via an increased central serotonergic activity.